Gaai" aan de droeve lijst toegevoegd GOLF VAN ONTZETTING GING OVER SCHIPHOL m Nederlandsche Fokker-Dotegen de Zwitsersche bergen te pletter geslagen Alle dertien inzittenden gedood De toedracht De doodenlijst DOOR HEVIG ONWEER VERRAST Terwijl men met spanning op de blijde thuiskomst der Rietvink wachtte, kwam de droeve mare Nieuwe slag, nieuwe dood VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS ZONDAG 21 JULI 1935 BUREAUX VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: NASSAULAAN 51 TELEFOON 13866 ABONNEMENTEN: Voor Haarlem en Agentschappen per week 25 cent; per kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal f3.58 bijvooruitbetaling DAGBLAD UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM - TELEFOON 13866 Ochtendblad EEN EN ZESTIGSTE JAARGANG No. 19448 Met ontzetting Üeeft Nederland Zaterdagmiddag kennis ge nomen van een nieuwe ramp, die onze luchtvaart heeft ge troffen. „De Gaai" is aan de droeve lijst toegevoegd. In de Zwitsersche bergen trof onze den laatsten tijd zoo zwaar beproefde K.L.M. deze nieuwe ontzettende slag. Negen passagiers en vier K.L.M. employe's vonden den dood. Het is niet te beschrijven met welk een, ontzetting dit bericht werd ontvangen. Het leek onwerkelijk. Maar de op eenvolgende berichten namen al te spoedig den twijfel over de eerste geruchten weg. Onder de passagiers bevond zich een onzer redacteuren, die terug kwam van zijn vacantiereis Ontzetting over Neder land Mededeeling van de K.L.M. Wat directeur Plesman er van zegt De doodenlijst Waarnemingen van ooggetuigen De omgekomen be manning De onheilstijding Het onderzoek naar de ramp Dienst door Lufthansa voortgezet - NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Advertentieprijzen: Per lossen regel 50 ct., Ingez. mededeelingen 50 cent; Idem op pag. één 65 cent per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek Nieuwe ramp treft onze luchtvaart Een nieuwe vreeselijke ramp heeft het Ne derlandsche vliegwezen getroffen door het neerstorten Zaterdagmiddag van het K. L. M. Douglas vliegtuig de „Gaai" uit Milaan boven Zwitserland met dertien inzittenden, die allen den dood venden. Behalve de bemanning be staande uit vier man kwamen negen passagiers om het leven, zes Nederlanders, twee Engel- schen en een Duitscher. Het eerste bericht ontvingen we van onzen vliegredacteur, die Zaterdagochtend van Am sterdam naar Zwitserland was vertrokken en in den middag ons telefpneerde uit Bazel dat een Douglasvliegtuig met alle inzittenden boven het kanton Graubunderland door een noodweer was overvallen en was neergestort nabij het plaatsje San Giacomo in de omgeving van de San Bemardino-pas. We stelden ons onmiddellijk met Schiphol en met de directie der K. L. M. in Den Haag in verbinding, waar echter nog geen enkel be richt was binnengekomen. Op het kantoor der K. L. M. in Den Haag werd aanvankelijk on dersteld dat de omgekomen Douglas niet een Nederlandsch maar een Zwitsersch vliegtuig was omdat ook de Zwitsers déze machines in gebruik hebben. Een half uur later ontvingen we de verpletterende bevestiging dat het verongelukte vliegtuig een Ne derlandsche was en dat een onzer redacteuren van de afdeeling „Bui tenland" die per vliegtuig van zijn vacantie uit Italië terugkeerde, mede tot de verongelukten be hoorde. „De Gaetl", die te half twaalf uit Milaan vertrokken was, is door noodweer overvallen en moet te gen een bergwand te pletter zijn gevlogen. Ooggetuigen verklaren hoe zij de vliegmacht ne in de wolken zagen verdwijnen, weer te voorschijn komen en tegen een bergwand in den pas van den grooten St. Bernard zagen te pietter gaan. Betrekkelijk spoedig waren per sonen op de plaats van de ramp, maar hulp kon niet meer geboden worden. Van alle inzittenden moet me juffrouw Hermanides nog levend zijn gevonden, doch ze is kort daar op aan de bekomen verwondingen overleden. Het toestel is geheel verwoest, maar volgens de ons toegekomen berichten niet geheel ver brand. Het plaatsje San Giacomo, waar de vliegmachine is neergestort, is een gehucht op 5 K.M. afstand van Mesocco in het dal van Mesoicina in Italiaansch Zwitserland. Het on geluk vond te ruim twaalf uur plaats. Op het vliegveld te Zürich waren, bij het bin nenkomen der eerste berichten, maatregelen ge nomen om zoo mogelijk hulp te bieden. Helaas viel er niets ander te doen dan de berging der lijken. De heer Hans Martin der K. L. M. heeft namens de directie van de K. L. M. over de nieuwe ramp, die deze maatschappij juist op den dag dat de „Rietvink" met de passagiers van de bij Boesjir verongelukte „Mara- boe" op Schiphol terugkeerde, de volgende me dedeeling verstrekt: Het toestel is 100 K.M. ten Noorden van Milaan, in den pas van den grooten St. Bernard op Zwitsersch grondgebied verongelukt. Oog getuigen hébben meegedeeld, dat zij de Douglas in de wolken zagen verdwijnen, daaruit tot tweemaal toe te voorschijn zagen komen, waar na het toestel in botsing is gekomen met een bergwand. De machine is niet in brand gevlo gen, wel had zij op het oogenblik van de ramp een groote snelheid. De heer Moes, hoofdinspecteur van de K. L. M., die juist te Frankfort vertoefde, is onmid dellijk doorgereisd naar Zürich, naar de Swiss Air, welke luchtvaartmaatschappij met het on derzoek is belast. De heer Piek, vertegenwoordi ger van de K. L. M., staat den heer Moes ter zijde. De officieele lezing, die de heer Plesman, on der voorbehoud van de juistheid der door hem zelf ontvangen inlichtingen, van het gebeurde gaf, was de volgende: Het Fokker-Douglas-toestel P.H.-A.K.G., de „Gaai" was op den gewonen tijd Zaterdagmor gen te 11.56 uur uit Milaan vertrokken om via Frankfort naar Amsterdam te vliegen in den dienst, die door de K.L.M. te zamen met de Deutsche Lufthansa wordt onderhouden. Het ongeluk is te 12.30 uur gebeurd, ongeveer hon derd kilometer ten Noorden van Milaan boven den pas van den Grooten St. Bernard, op een hoogte van ongeveer 2100 Meter. Het was "slecht en stormachtig weer en ooggetuigen, die op deze hoogte aan het werk waren, verklaren, dat zij gezien hebben hoe het toestel in een wolk vloog, er uit kwam en weer terugkeerde in de richting van het dal, waarbij het opnieuw in een wolk terecht kwam en toen tegen den ka len rotswand is gevlogen. Met de snelheid waar mee deze Douglas-vliegtuigen vliegen, moest deze botsing noodlottig worden en werd het toestel geheel vernield. Een ontploffing heeft zich niet voorgedaan en ook is het toestel niet in brand gevlogen. Alle dertien inzittenden waren echter om het leven gekomen. Blijkens de mededeelingen der ooggetuigen is het wrak niet op een ontoegan kelijke plaats terecht gekomen en kon men het vrij spoedig bereiken. Het stoffelijk overschot der dertien omgekomenen is dan ook eenigen tijd later overgebracht naar San Giacomo, een in de St. Bernard-pas gelegen dorpje, nog op Zwitsersch gebied en dicht bij San Bernardino. Tot de slachtoffers behooren alle leden der bemanning, n.l. de eerste piloot J. S. W. VAN DER FEIJST, de marconist L. AAFJES, de me canicien J. C. J. VOCKE en de in opleiding Mej. Hermanides, de eerste stewardess van de K. L. M., die bij de jongste vliegramp om het leven kwam. Het vliegtuig kwam uit de rich ting Milaan en vloog in de rich ting van den pas. Volgens waarne mingen van ooggetuigen, keerde het toestel te ruim half één terug, waarschijnlijk in verband met het hevige onweder, dat er op dat mo ment woedde. Het toestel zette toen koers iri de richting van het Laghetto d'Osso. Plotseling hoorde men een sirene en even later een doffen knal. Tegelijkertijd zag men het vliegtuig om zichzelf draaiend naar be neden vallen. De ooggetuigen uit San Ber. nardino konden daarna niets meer van het vliegtuig zien. Men heeft den indruk dat de bestuurder van het vliegtuig getracht heeft, nabij het Laghetto d'Osso een nood landing te maken, want het vliegtuig is in het dal neergekomen. Alle inzittenden van het vliegtuig zijn ge dood; de stewardess leefde nog toen hulp ter plaatse kwam, doch terwijl zij uit de puin- hoopen werd bevrijd, gaf zij den geest. Het laatst werd een kind onder de overblijfselen van het vliegtuig vandaan gehaald. De lijken werden geborgen door Roode Kruis-personeel uit het kan ton Tessino en zijn voorloopig in een berghut neergelegd. Ook de politie uit het kanton Tessino was spoedig ter plaatse en heeft de omgeving van de plaats van de ramp afgezet. zijnde stewardess mej. A. E. HERMANIDES. Tot de passagiers, die om het leven gekomen zijn be hooren het echtpaar G. J. PHILIPS uit Vught. De heer Philips was directeur van de Vloeren en Parketfabriek „De Tropen" te Tilburg. De heer CONTENT, vermoedelijk wonende te Berlijn-Schlagtensee, die vergezeld was van zijn elfjarig zoontje, had met den knaap een boot tocht naar Genua gemaakt en zou vandaar naar Nederland terug vliegen, waar hij zich zou voegen bij zijn familie, die haar vacantie te De Koog op Texel doorbracht. Zijn broer, die hem van Schiphol kwam afhalen, moest daar het, verpletterende nieuws vernemen. De heer VAN LANGEN redacteur van de „Vereenigde Katholieke Pers" te Amsterdam, die van zijn vacantie uit Rome terugkeerde. De heer HOEKSTRA uit Dordrecht. Verder bevonden zich drie buitenlanders aan boord, n.l. een Duitsch pasagier FLOHR, die passage had genomen tot Frankfort, en twee Engelschen, de heer NESBIT, die uit Rome, en de heer WATS die uit Milaan kwam en beiden hadden doorgeboekt naar Londen. JOHAN SIMON WILHELM VAN DER FEIJST bestuurder van het verongelukte Dou- glas-vliegtuig de „Gaai", is op 17 October 1904 te Scheveningen geboren en trad op 1 Mei 1932 in dienst van de K.L.M. Hij is gehuwd en heeft twee kinderen en woonde te Heemstede. Na enkele jaren de lagere school in Neder- Het is drie uur Zaterdagmiddag en in het restaurant van Schiphol zijn zeer velen bijeengekomen in afwachting van de „Rietvink", die Zaterdagmorgen in Athene is opgestegen en tegen half vijf wordt verwacht. Parmentier heeft succes gehad! Hij heeft zeer snel gevlogen! Ja heel snel! Steeds meer belangstellende familieleden, vrienden en bekenden vullen het restaurant en ook op het terras vertoeven velen, trots de zware regenbuien, die op dit uur boven het vliegveld zijn losgebroken. De dienst gaat zijn gewonen gang. Een vliegtuig naar Parijs ver trekt, gevolgd door een machine naar Brussel. Beide toestellen zijn goed bezet. We zien den heer A. Plesman, directeur van de K.L.M-, binnenkomen en voortdurend is hij in druk gesprek, o.a. met de vrouwen van de genen, die zoo dadelijk met de „Rietvink" wor den terugverwacht. De echtgenooten zijn vergezeld van de kin deren. En hoe meer het uur nadert, waarop de „Rietvink" zal dalen, hoe meer de span ning onder de aanwezigen stijgt. Overal wordt de ramp van de „Maraboe" nog besproken, doch met een zekere dankbaarheid, omdat hierbij gelukkig geen dooden, zelfs geen gewonden zijn te betreuren. Het zal ongeveer half vier geweest zijn, toen wij, met een groot aantal collega's bijeen wa ren in de hall van het vliegstation, en bemerk ten, dat de heer Plesman plotseling werd weg geroepen. Wij zagen hem in de radiokamer verdwijnen gevolgd door den heer Hans Martin en enkele vooraanstaanden van de K.L.M. Kort daarop drong een gerucht tot ons door, dat er iets niet in orde was met het vliegtuig uit Milaan, dat ook te ruim vier uur op Schip hol werd verwacht. We zien hier bezorgde gizchten, we hooren fluisteren, we voelen: er is wat! Het juiste is niet waar te nemen doch de spanning stijgt. Nieuwe geruchten. Een ongeluk met de „Gaai"? Snel spoeden we ons naar het koersbord, waarop staat, dat de ,Gaai"om 11.12 uur Za terdagmorgen uit Milaan is vertrokken op weg naar Amsterdam. Nadere bijzonderheden staan er niet bij. Dan komt iemand uit de radio-ka mer. Op onze vraag wat is er van de geruchten waar kregen we een kort antwoord: Een nieuw ongeluk bij Milaan. Meer is er niet uit te krij gen. Even later hooren we dat er dooden zijn te betreuren. In de gangen fluistert men dat de heele bemanning en alle passagiers zijn omge komen. Hes is op dit oogenblik zeer stil gewor den, we kunnen het haast niet gelooven. Doch het gerucht heeft ook het restaurant bereikt en hier zitten aan 'n tafel de echtgenooten van eenige leden van de bemanning die met de ..Gaai" worden terugverwacht. We zien ang stige gezichten en dan.... tranen, tranen. Ineens heerscht er in het restaurant een ze nuwachtige stemming. Er vormen zich groepjes, doch niemand beschikt over de juiste gegevens! Hoe dichter het naar half vijf loopt hoe meer publiek er op komt zetten en den regen trot- seerend stelt men zich voor het landingster rein op. Intusschen wordt de officieele mededeeling verspreid, dat de „Gaai" tijdens een hevigen storm verongelukt is. Meer behelst de mededeeling niet. De spanning blijft. De telefoon wordt belegerd. Wij willen we ten boe of wat. Dc heer Plesman, echter, van wien wij be vestiging willen hooren, zekerheid willen heb ben, heeft zich met zijn staf teruggetrokken en even later komt de mededeeling, dat wij in het kantoor van den heer Hans Martin wor- aen verwacht. Als de heer Martin het kantoor binnen treedt bemerken wij, dat hij zichtbaar ont roerd is. Op ernstigen toon zegt hij: „In korten tijd moet ik u weer melding maken van een ernsti ge ramp en een zwaren slag, die de K. L. M. opnieuw heeft getroffen. Wij hebben bericht ontvangen, dat de „Gaai" te 12.30 uur honderd kilometer ten Noorden van Milaan, dicht bij de Itahaansche grens op Zwitserschen bodem is verongelukt. Het ongeluk heeft plaats gehad tijdens een zwaar onweer, gepaard gaande met hevigen wind en dichte regenbuien. De machine is nabij, de St. Bemard-pas tegen het gebergte gevlogen en is geheel vernield. De geheele bemanning en alle passagiers zijn gedood, doch volgens de laatst ingekomen be richten, is het toestel niet in brand gevlogen." Zoo, dét is het dus. Een nieuwe ramp en welk een! Meer dan tien menschenlevens weer on verwacht afgebroken, meer dan tien gezinnen in rouw, weer een knak in het vertrouwen, weer een domper op nog nalevende vreugde over vroegeren triomf. Weer droefheid, weer smart, weer tranen en gejammer, weer die hand van den Almachtige, die zoo zacht kan zijn, maar bijwijlen toch ook zoo hard, zoo hard, weer die grijns van den Dood, weer dat onzagüjke leed. De bemanning bestond uit den gezagvoerder J. S. W. van der Feijst, piloot; den mecanicien Vocke; den marconist L. Aafjes en de stewardess mej. Hermani des. De Nederlandsche passagiers zijn: de heer en mevrouw Philips uit Vught, de heer Content met 11-jarig zoontje, de heer J. van Langen, redacteur-buitenland van de „Vereen. Katholieke Pers", alsmede de heer Hoekstra uit Dordrecht. De Engelsche passagiers zijn: mr. Nesbit en mr. Wats, de Duitsche passagier is de heer Herm. Flohr. land te hebben bezocht, voltooide hij deze te Tegal in Nederlandsch Indië. Hij doorliep twee klassen van de H B.S. te Bandoeng en te Wel tevreden en volgde gedurende een jaar de voor bereidende opleiding voor de Indische Rechts school. Op 4 Mei 1927 trad hij in dienst van de militaire luchtvaartafdeeling te Soesterberg en op 1 Mei 1932 ging hij over naar de K.L.M. Hij had op zijn naam 817 vlieguren in militairen dienst en 3200 vlieguren in dienst van de K.L.M. Hij maakte tien reizen naar Indië als tweede piloot en vloog in Europa geheel zelf standig. LUDOLF AAFJES, de omgekomen marconist, was gehuwd, doch zonder kinderen en woonde dicht bij Schiphol op het gebied van de ge meente Rijk (Hoofddorp). Hij werd 19 April 1907 te Bussum geboren, en trad op 6 Februari 1928 als radiotelegrafist in dienst van Radio- Holland. Op 20 October 1934 kwam hij ir. dienst van de K.L.M- JOHAN CASPARUS JACOBUS VOCKE, de omgekomen werktuigkundige, was ongehuwd en woonde te Haarlem, waar hij op 19 Mei 19Ó9 geboren werd. Op 13 Juni 1927 trad hfj in dienst van de K.L.M. Hij heeft te Cherbourg mede gewerkt aan het monteeren der aldaar uit. Ame rika gearriveerde Douglas-vligtuigen en ont ving een speciale opleiding voor deze toestellen. Sedert 1 Juni was hij als boordwerktuigkundige speciaal op de Douglas-vliegtuigen werkzaam. Mejuffrouw ANNA ELISABETH HERMA NIDES was woonachtig te Noordwijk, waar zij in 1908 geboren werd. Zij is een van de vier meisjes, die door de K.L.M. waren uitverkoren om te worden opgeleid als stewardess aan boord der K.L.M.-vliegtuigen, voorloopig op den dienst naar Milaan. Menig meisje zal eenige jalousie hebben gevoeld vanwege het aanlokkelijke van deze positie. Helaas is juffrouw Hermanides, nog vóór zij per 1 Augustus officieel in dienst zou treden, gevallen als een der slachtoffers, die de luchtvaart nog steeds als tol eischt. Onmiddellijk na het bekend worden van de ramp zijn van de luchthaven Dübendorf bij Zu rich deskundigen van het Zwitsersche Luft- amt naar de plaats van de ramp, ongeveer vijf uur rijden per auto van Zurich uit, vertrokken, terwijl ook de Zwitsersche Luchtvaart Maat schappij Swiss Air haar medewerking in elk opzicht verleende. Behalve twee arbeiders, die in de buurt aan het werk waren, en zich naar het dal heb ben gespoed om de mededeeling te doen, waar na zij weer naar het vernielde toestel terug keerden, heeft ook een chauffeur van den post- autodienst, die passeerde, geruimen tijd bij het wrak van het toestel vertoefd, zonder echter eenige hulp te kunnen bieden. De dienst AmsterdamFrankfortMilaan zal voorloopig worden voortgezet door de Duitsche Lufthansa. Directeur Plesman, die in de dagen van zware beproeving evenzeer op het medeleven van gansch Nederland kan rekenen als in den glorietijd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 1