De piloot zat in het dal In zomersche Alpenweelde ligt het wrak van de „Gaai" yirimir mi ADI riICPUr PflIIDAIIT Avondblad ABONNEMENTEN: IV I T I I Hf T H li !i I I 191 11 M T I IIIIllANI EEN EN ZESTICSTi JAA*CANC N° 19449 DE „GAAI" NIET TE PLETTER GEVLOGEN Van der Feyst kende zeer goed de wijsheid van alle Alpen-aviatiek „hoog vliegen of anders thuisblijven Waarom laag gevlogen Versaagt niet! VERBORGEN TUSSCHEN BOOMEN VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS MAANDAG 22 JULI 193S Dooden opgebaard Ingesloten Nog vele problemen Waarom zoo laag gevlogen? DIRECTEUR PLESMAN. Lijndiensten normaal In den stand van roer en remklap- pen ligt een gebaar van krampachtig verweer Plesman De plaats van de ramp Zich in het dal vergist? Voor Haarlem en Agentschappen per I 1 I V H I LIbIT I In UUUI 1^1 I I Advertentieprijzen: Per lossen regel 50 Ingez. week 25 cent; per kwartaal f 3.25; per mededeelingen 50 cent; Idem op pag. één 65 cent post, per kwartaal f3.58 bij vooruitbetaling DAGBLAD UITCECEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM - TELEFOON 13866 per regel. Bij contract sterk verlaagde prijzen. Voor de kleine annonces „Omroepers" zie de rubriek Buitenlandsche bladen betuigen hun deelneming met de vliegramp Trieste détails DEN HAAG, 21 Juli. In de directiekamer van het hoofdgebouw der K. L. M., waar een fijn-geschilderd pa neel in de lambriseering den triom uitbeeldt van het snelle vliegtuig over het trotsche zeilschip der zeventiende-eeuwsche koop vaardij, ontving directeur Plesman heden Zondagmiddag de redacteuren der ver schillende dagbladen om hun mee te deelen, wat hem nader over de ramp van de „Gaai" bekend was geworden. Vandaag, aldus de heer Plesman, heeft onze vertegenwoordiger, de heer Moes, die, zooals be kend, uit Frankfurt aanstonds naar de plaats van het onheil is vertrokken, opgebeld om zijn voorloopige conclusies mee te deelen. Tot het dal, waarin de Gaai neerstorte, geven twee passen toegang: één in. het Zuiden en één in het Noorden. Van der Feyst, die uit het Zui den kwam, vloog door den eersten pas en vervol gens over 't dal. Toen hij echter den tweeden pas wilde doorvliegen om zijn weg naar het Noorden te vervolgen, vond hij dezen gesloten door zwaren regen en onweer. Hij keerde om en vloog terug, doch vond nu ook den Zuiderpns, waar hij juist door gekomen was, gesloten. Hij zat dus in het dal vast en zag zich gedwongen de „Gaai" ep een eenigszins geschikt terrein neer te zetten. Hij heeft inderdaad de Iandingsklap- pen uitgestoken en de wielen ingehou den, wat bij landing op minder geschikt terrein meermalen succesvol is geble ken. Zijn snelheid was zoo gering moge lijk. Bij het dalen echter schijnt hij met den kabel van een transportbaan of met een boom in botsing te zijn gekomen. Hij storrte recht naar benéden met den neus van het toestel den grond in. De „Gaai" is dus niet zooals het oorspronkelijk bericht meldde tegen een bergwand te pletter gevlogen, doch bij een poging tot landen in het dal ver ongelukt. Deze globale voorstelling van den gang van zaken laat echter nog vele problemen onopge lost, waaronder dit kapitale: waarom vloog van der Feijst, die, naar eveneens bieek, waarschijn lijk de beschikking over zijn béide motoren had, zoo laag? In de kringen van het Zwitsersche vliegwezen neigt men er naar de reden hiervan te zoeken in nervarenheid in het Alpenvliegen bij niet- Zwitsersche piloten in het algemeen. Dat is niet juist. Van der Feijst en de andere Neder- landsche piloten, die op de lijn naar Milaan vlogen, kenden zéér goed de eer ste wijsheid van alle Alpen-aviatiek; hóóg vliegen of anders thuis blijven. De vliegdienst van de K. L. M. kan dan ook niet aannemen, dat van der Feijst zonder ern stige reden zoo laag heeft gevlogen in de Zwit sersche bergen. Welke die reden was, daarover zal men wel altijd in het onzekere blijven. Vloog hij wel vrijwillig over de passen? Vreesde hij, dat wanneer hij hooger steeg om uit het dal te komen, hij boven niet meer zou kunnen zien of hy nog tusschen de bergen was of niet? Wie zal op deze vragen antwoord geven?. Zijn er nog aanwijzingen, dan worden die zeker gevonden, want het onderzoek is in goede handen. Behalve de heer Moes uit Frankfurt en de heer Piek uit Milaan is ook de heer v. Hoo- genhuyzen reeds ter plaatse. De heeren Innemee, Maas en van der Heyden zijn er reeds heen en al deze heeren worden nog geassisteerd door de Swiss Air. ,,Dit ongeval maant tot groote voorzichtigheid, die wij steeds heb ben betracht. Mocht verstandiger blijken, enkele lijnen op te heffen, dan zal dit ongetwijfeld gebeuren." Natuurlijk zoo besloot de heer Ples man zijn uiteenzetting maant ons dit ontzettend ongeval opnieuw de groote voorzichtigheid, die wij steeds hebben betracht, in acht te blijven nemen en zoo mogelijk te vergrooten. Mocht dit ongeval aanleiding geven tot de erken ning, dat wij verstandiger doen enkele lijnen op te heffen, dan zal dit ongetwij feld gebeuren. De gewone lijndiensten hebben Zondag, uit gezonderd die op Milaan, welke naar men weet na de ramp van de „Gaai" uitsluitend door de Deutsche Lufthansa wordt verzorgd, een normaal verloop gehad. Van de gebruikelijke rondvluchten boven de hoofdstad, moest, in ver band met de bezetting der diensten, evenals de vorige week op enkele dagen het geval is ge weest, Zondag worden afgezien. Onze speciale redacteur telefoneert ons d.d. 21 dezer uit Mesocco: MESOCCO, Zondagavond. Op den onheilspeilenden Za terdag vol storm, regen en nevel is een Zondag gevolgd, welke één straling werd van zon uit een hel blauwen hemel. In den morgen zijn wij weder om naar het wrak gegaan om na de eerste vage indrukken in het duister van den laten Zaterdag avond, een juist beeld te krijgen van de situatie ter plaatse. Ook de vorige week Zondag ochtend ter zelf der tijd reden wij naar een vliegramp Toen van de „Kwikstaart." Weer jaagt de auto ons langs den in honderd bochten snel stijgenden weg over den San Bernagdinopas en wü huiveren bij de ge dachte, hoe wij dezen zelfden weg in het don- kèr hebben afgelegd, terwijl bij eiken hoek van de steiile rotswanden, of uit een diep ravijn de dood loerde. Er zyn thans verschillende officieele perso nen aangekomen. Van de K. L. M. ontmoeten wij den heer A. Moes, hoofdinspecteur van de Nederiand- Indië-lyn, die zich op het oogenblik van de ramp in Frankfurt bevond en onmiddellijk naar Zürich vloog. Verder de heeren J. Piek, vertegenwoordiger der K. L. M. te Milaan en W. G. van Hoogenhuyzen, chef van het per. soneel der K. L. M., die juist te Milaan ver toefde. Vroeg in den morgen hebben zy San Gia- como bereikt. Vooral de heer J. Piek, die zoo veel voor de totstandkoming van de iyn Milaan —Amsterdam heeft gedaan, was diep onder den indruk. Nog den avond tevoren had hij de beman ning Milaan laten zien en met hen op het dakterras van de Sporttentapnstelling ge zeten. „Als zij Maandag terugkomen gaan wy weer met hen uit....", zeide hy nog. Bij het onderzoek naar de oorzaak van de ramp werken zij samen met ir. Gsell van het Zwitsersch Luftarnt, die hiervoor officieel is aangewezen. Verder verschenen er later oo den dag nog verschillende vertegenwoordigers van de Italiaansche luchtvaartmaatschappij. Des avonds eindelijk arriveerden de heer Van der Heyden, regeerings-inspecteur van de luchtvaart en dr." ir. Van der Maas en ir. Wolf van den Rijksstudiedienst voor de lucht vaart. Het Mesoccodai is by dag en zonne schijn het wonderschoonste oord, dat men zich denken kan. Hoog reiken rondom de steile bergwanden, beneden bedekt met geel-groene alpenweiden, hoogerop begroeid met loof- en dennenbosch, de hoogste top pen, 2200 tot 2900 meter hoog, zijn felle rotskegels, deels nog bedekt met de eeuwige sneeuw. Overal staan kleine Zwitsersche huis jes, hutten en ruw getimmerde stallen te gen de berghellingen gedrukt. De bloese. mende weide, waar de krekels sjierpen, geurt scherp; de bruine koeien en kleine geiten laten hun halsbellen rinkelen; fel ruischt een waterval,' vormend met kleine vliedende beekjes het riviertje de Moesa terwijl het geruisch van het water naar alle zijden de atmosfeer vult. Midden in dit paradijs op aarde, verborgen in een klein boschje van misschien een twintigtal pijnboo- men, ligt het wrak van de „Gaai." Wat wij Zaterdagavond vaag za gen in het licht der zaklantaarns, vertoont zich nu in zijn geheele ontzettende werkelijkheid aan ons oog. Duidelijk kan men zien hoe het toestel loodrecht tegen een boom is neergekomen, slechts een paar kleinere takken brekend in zijn val. In den stand van de trieste res ten ligt iets vreeselijk krampach tigs. Het roer van het hulpeloos omhoogstaand staartstuk is scherp naar links getrokken, de remklap- pen van beide vleugels staan wijd uit als een laatste wanhopig gebaar van verweer. De rechtervleugel van de „Gaai" is op den stam van een boom doormiddengebroken, Buiten 't wrak ligt de inhoud van de koffers en tasschen uit het voorste passageruim ver spreid. Voor het meerendeel de bezittingen van de bemanning. Gewone alledaagsche voorwer pen zyn het, welke in eiken koffer van lederen reiziger zyn. Hier echter spreken zy een diep ontroerende taal. Een paar pantoffels zien wij, een Neder- landsch spoorboekje, een laarzenknecht, een kleine pasfoto van een meisje. Een roman „Schijn bedriegt", bibliotheekboek nummer 3-577 van den Boek- en Kunsthandel „Boekenrode" te Heemstede. Een bladzijde is omgevouwen tot zoover was de lectuur gevor derd, omnooit meer te worden beëindigd. Wij zien zakjes Italiaansche bonbons. Voor wie zouden zy met een lach eri een nartelijk woord bestemd zijn geweest? Een filmrolletje ligt hier. Wien heeft het behoord? Wie had de illusie, die acht foto's ontwikkeld en afgedrukt te zien? Twee kranten schemeren tusschen de wrakstukken: „De Tijd" en het .Handelsblad". Het laatstgenoemde met een speciaal vlieg tuigbandje, waarop de woorden: „Veei genoe gen en een hartelyk tot weerziens." Studieboeken van de bemanning zijn op een hoop gelegd. Een weerberichtencode van L. Aafjes steekt eruit. Bovenop ligt „Journaal nummer 3 van het vliegtuig P.H.A.KG." Blad zijde 45 is nog ingevuld. De reis naar Frank furtAmsterdam op 20 Juli, met de namen der bemanning, de stempels der douane, een potloodaanteekening. „Vertrek 12 uuris het laatste Om de inzittenden uit het totaal verpletter de wrak te kunnen bevrijden, heeft men het bovenstuk met een kabel opgesjord, zoodat men de ravage binnen duidelijk kan zien. Voor elk der glaslooze ruitjes wuiven nog de gordijntjes in den wind. Een tak van een denneboom steekt erdoor naar binnen. Terzyde ligt geheel intact de deur der cabine. Over alles zijn tenslotte afgebroken takken met dennegroen gevallen. Het is alsof de na tuur de laatste eer wil bewyzen aan wat mede door haar geweld werd vernietigd. Een juiste reconstructie van het ge beurde is ondanks alle gegevens niet eenvoudig. Het is echter vrijwel zeker, dat de piloot zich op zijn route over Zuid-Zwitserland bij een dalsplitsing heeft vergist en in plaats van in het dal, aansluitend op Bellinzona, in welk dal het weer goed was, te recht is gekomen boven den San Ber- nardinopas, waar het toestel tenslotte geen uitweg meer vond. In de zware buien en het noodweer, dat halverwege den bergwand hing, is toen de machine steeds meer in moei lijkheden geraakt. Geruimen tijd, waarschijnlyk een kwartier lang, heeft de „Gaai" in den dalketel op en af gevlogen, noordwaarts naar de pashoogte van San Bernardino, waar zij keeren moest en toen terug, volgend zooveel mogelijk den verkeersweg, om weer op de doorroute terug te komen en tenslc-tte ter hoogte van San Giacomo is het toe stel, zooals wij reeds meldden, gaan cirkelen, vermoedelyk om te trachten een uiterst riskan te ncodlanding te maken. Of aan een der motoren iets haperde is niet zeker. Men heeft kunnen vaststellen, dat op het laatst de rechtermotor afgezet is en alleen de lin kermotor aan Stond. Voor het vertrek uit Mi laan werden nog eenige voorzieningen getroffen aan den linker-motor. De loeiende sirene, welke, zooals wy mededeelden, kort voor het ongeval is gehoord, is een teeken, dat machinaal wordt ge geven, om den piloot te waarschuwen, dat de gastoevoer in den motor heeft opgehouden, ter- wyl het ingetrokken landingsgestel nog niet ls uitgedraaid. Het is echter niet geheel uitgesloten, dat dege nen, die de sirene hebben gehoord, zich ver gist zullen hebben met een autosirene. „Moedige Nederlandsche piloten en stoere 'Nederlandsche mecaniciens, versaagt niet!", aldus adviseert de „Daily Express" in een hoofdartikel, getiteld: „Dapper Nederland, eens zult gy een eereplaats innemen onder de pioniers bij de verovering van de lucht." „Indien gij niet met Britsche vliegtuigen kunt reizen, reist dan met Nederlandsche," zoo schrijft het blad. „lederen keer, dat een Nederlandsche pi loot aan de Europeesche luchtroutes wordt onttrokken, wordt er een Duitsche piloot voor in de plaats gesteld. Beter kan het vliegen der Hollanders aan gemoedigd worden dan het vliegen der Duit- schers." „Manchester Guardian" betuigt in een hoofdartikel zijn deelneming met de K. L. M. en zegt verder, dat iedere ramp waar schijnlijk weer een andere oorzaak had. De toestellen waren prima, de piloten van der Maatschappij, na die van de Imperial Airways, van de beste in Europa. Wanneer een lagere minimum vliegsnel- heid kan worden gehandhaafd en wanneer de luchtroutes door bakens of andere ken. teekenen vollediger in kaart gebracht kun nen worden, zullen de risico's aanzieniyk worden verminderd, aldus besluit het blad. het uiteinde hangt in een beekje, dat tus schen groene oevers zijn heider water voort stuwt over den stevigen bodem, als wilde het zoo snel mogelijk aan dit ongeluksoord voor- by. De linkervleugel heeft by den val den grond geraakt, is afgebroken en dertig meter ver weg geslingerd en is als gegolfd karton in elkaar gedrukt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 1