Opdracht aan Prof. Aalberse
mm
Uitbreiding van
Radio-Kootwijk
Oostenrijk op zichzelf aangewezen
ZATERDAG 27 JULI 1935
PARLEMENTAIR KABINET
OP BREEDE BASIS
Restaurant DORRIUS
Smokkelaarsbende in
arrest
ST. BERNARDUSCOLLEGE
NIEUWE AUTORITEIT
Buitenlandsche moei
lijkheden
De nieuwe zender
DE BESPREKINGEN VAN
PROF. AALBERSE
Iffgfl! §g if if fff! I 4^
RADIOLUISTERAARS
PEIJ-ECHT BIJ ROERMOND
VOORBEREIDENDE KLASSEN
GYMNASIUM, HANDELSKLASSEN
,DE KUNST IN NOOD"
K.J.M.V IN NEDERLAND
NEDERLAND—CHINA
NIEUWS VAN DE GRAAL
4
Het Kabinet-Colijn heeft dan eindelijk,
de indiening van zijn ontslag bekend
laten maken. Zijn gaven en verdien
sten waren een gelukkiger einde waard ge
weest. Als reactie op een tijd, toen mui
ters een schip stalen, werd het de rugge-
graat der nationaal opvarende krachten.
En het heeft met misschien den sterksten
wil van Nederland, den wil van dr. Colijn,
de moeilijkheden durven aantasten, die de
wereldcrisis een dom geweld van tegen
elkander stootende wijsheden over
ons land van boeren, burgers en dagloo-
ners had geworpen. Zijn suggestieve door
tastendheid slaagde erin, partijen, minis
ters, instituten en allerlei groepeeringen
voor het nationaal verzet tegen die moei
lijkheden te organiseeren. Hij had daarbij
het geluk, met name op den zwaarsten
post, dien voor de regeling der van het
buiten- naar het binnenland in de war loo-
pende economische zaken, drie uitzonder
lijk begaafde bewindvoerders te vinden.
Men had een man van zijn nationaal en
internationaal formaat mogen gunnen, dat
hij met de partijen en zijn medewerkers
het juiste gezamenlijk beleid had weten te
vinden voor de vastheid van onze munt met
die van onze welvaart. Maar het moei
lijkst te besturen is een schip ln den
storm. Dat hij het tegen dezen storm
tot hiertoe heeft geleid, is een werk, te
onthouden door de dankbaarheid van het
land.
Het Hoofd van den Staat heeft Donder
dag reeds de officieele raadslieden ontboden.
Want een Kabinet gaat heen, de Regeering
blijft. Het behoud van de muntwaarde, het
mogelijk misbruik door speculanten, de nieu
we spoed, die gezet moet worden achter de
uitgestelde bezuinigingen en de inzet voor
een nieuw beleid maken een snelle oplossing
gewenscht.
Met prijenswaardig juist inzicht heeft
H. M. de Koningin reeds onmiddellijk
de Voorzitters van Eerste en Tweede Kamer
en den Vice-president van den Raad van
State gehoord. En zonder voor het oogen-
blik andere staatslieden in de raadpleging
te betrekken wat om den spoed ook wei
nig gewenscht scheen verleende H. M.
Donderdagochtend aan prof. mr. P. J. M.
Aalberse, Minister van Staat, opdracht tot
vorming van een parlemen
tair Kabinet op zoo breed
mogelijke basis. Zooals te doen
gebruikelijk is, verzocht prof. Aalberse deze
opdracht in beraad te mogen houden, waar
op H. M. den wensch uitsprak de beslissing
binnen enkele dagen te mogen vernemen.
Reeds uit den aard der opdracht dus wordt
de linksche pers gedementeerd, die naar
aanleiding der suggestieve verklaring van
het afgetreden Kabinet de leuze r o o m s c h
-rood had uitgegeven en een poging tot
dergelijke regeeringsvorming wilde opdrin
gen.
Welke Regeering ook het afgetreden
Kabinet moge opvolgen, wij zijn ervan
overtuigd, dat van een roomsch-roode com
binatie geen sprake kan zijn. Ze werd van
den beginne af door de Katholieken uitge
sloten. Er is geen basis voor in het beginsel
en geen gelijkgestemdheid in de actueele
politiek.
Er was niet het minste overleg of verband
tusschen roomsch-rood.
De eenige reden, waarom aan het Kabinet
het gevraagde vertrouwen werd opgezegd
was zijn weigering van een regeerbeleid
om spoedig kosten en prijzen op het niveau
voor een behoorlijk economisch verkeer te
brengen en stimuleerend te werken tot een
heropleving.
Aan de bereidvaardigheid der Sociaal-de
mocratie om mede verantwoordelijkheid te
gaan dragen voor „een stelsel van welvaarts-
politiek, dat zij sedert jaar en dag tegenover
de aanpassing heeft gesteld" 't citaat is
uit „Het Volk" twijfelen wij niet, maar
die is voor een deugdelijke en snelle cri
sis-oplossing niet een eerste eisch. De op
dracht werd gegeven, om een parlementair
Kabinet op zoo breed mogelijke bassi te vor
men. Dit beteekent, dat Staatsminister Aal
berse ongeveer dezelfde opdracht toen
echter niet „op zoo breed mogelijke basis"
moet trachten uit te voeren, die in 1933 aan
Staatsminister Colijn werd verleend, maar
niet kon worden volbracht, waarna de for-
.mateur later in nieuwe opdracht een extra
parlementair Kabinet bijeenbracht.
Het is niet onmogelijk, dat ook ditmaal
eerst in tweede instantie een resultaat wordt
bereikt.
Indien prof. Aalberse de in beraad gehou
den opdracht aanvaardt en in eerste instan
tie de vorming van een parlementair Kabi
net beproeft, krijgt hij met veel grooter
moeielljkheden te maken dan twee jaar ge
leden dr. Colijn had te overwinnen. Toen
immers had de goede verhouding tusschen
de leiders en partijen van de oude coalitie
nog niet geleden, men raadpleegde elkan
der te goeder trouw. Maar thans heeft het
hoofdorgaan van de anti-revolutionnaire
partij, „De Standaard", onmiddellijk na het
conflict met de aftredende Regeering ge
schreven, al dan niet met medeweten van dr.
Colijn: „Voor de vorming van een nieuw
Kabinet moet niet op de medewerking der
anti-revolutionnairen worden gerekend,
wij zijn van oordeel, dateenanti-r evo
lution nairnietkan zitting ne
men in een Kabinet dat gevormd wordt
onder de leiding van h e n, die het
Kabinet-Colijn ten val hebben gebracht."
De partij van dr. Colijn heeft dus den for
mateur voor de vorming van een Kabinet
op zoo breed mogelijke basis gehandicapt.
Zelfs indien hij erin slaagde, de Anti-revo
lutionnairen voor een dergelijk Kabinet te
winnen, zou hij er persoonlijk geen zitting
in mogen nemen, daar hij onder de politie
ke straf-bepaling valt van „die het faMpl-
net-Colijn ten val hebben gebracht." Uit
zijn eigen Kabinet zou hij dus bij voorbaat
de gebannene zijn.
Maar bovendien heeft „De Standaard" het
parool uitgegeven, dat Anti-revolutionnai
ren in geen geval zitting willen nemen
in een Kabinet, waarin aan de „afbrekers",
de Sociaal-democraten plaats gegeven
wordt, wien mede de val van het Kabinet-
Colijn geweten wordt.
Misschien zou men de uitdrukking par
lementair Kabinet wat ruim kunnen
opvatten, dus niet in den zin, dien zij on
der de oude coalities had, maar als de uit
drukking van den collectieven goeden wil
onder alle partijen, om op een practisch,
aannemelijk program zoo spoedig mogelijk
de bezuinigingen door te voeren, monetair
paraat te blijven, de crisis-moeielijkheden
te boven te komen en zooveel mogelijk het
opbouwende, economische program uit te
voeren, dat de R. K. Fractie bracht in
het Voorloopig Verslag op het Bezuinigings-
ontwerp en dat later werd saamgevat in
de bekende zes punten. Voor een dergelijke
politiek zou ongetwijfeld een meerderheid
onder alle partijen zijn te vinden, al zou
bij een contact nemen met de fractieleiders
blijken, dat dezen wellicht huiverig zijn
om op een vast accoord zee te houen.
Van het eventueele nieuwe Kabinet zou
den niet alle leden „nieuwelingen"behoeven
te zijn. In en buiten de Kamer zijn genoeg
mannen in alle partijen of op de grens der
partijen aan te wijzen, die in een concentra
tie der nationale krachten, een sterk cri
sis-Kabinet voor de noodzakelijke bezuini
gingen en evenwichtige aanpassingen kun
nen vormen.
Indien de partijen zich niet door wraakge
voel of louter partij-overwegingen laten
leiden, zou de oplossing uit de Regeerings-
crisis spoedig gevonden zijn.
De Postvluchten
De „Rietvink" is op de heenreis te Jodhpoer
aangekomen.
Mgr. J. G. van Schalk, proost van het
Metropolitaan Kapittel, verlaat na &e
bediening van den Aartsbisschop het
St. Antoniusziekenhuis te Utrecht
N. Z. Voorburgwal b. h. Spui Amsterdam.
PLATS DU JOUR EN a LA CARTE.
SPECIALE LUNCH-SCHOTELS.
DE A.S. VERKEERSTELLING
Vergoeding aan medewerkende
werkloozen van f 2.75
tot f 3.75
In aansluiting op hetgeen reeds is medege
deeld omtrent de verkeerstelling, welke in hon
derden gemeenten zal geschieden en waarbij
zoowel voor het tellen als voor het uitwerken
der gegevens bij het Centraal Bureau voor de
Statistiek gebruik zal worden gemaakt van
werkloozen, verneemt het „Volk", dat cle mi
nister van Sociale Zaken aan de gemeentebe
sturen heeft bericht, dat voor rekening van
het Werkloosheidssubsidiefonds en de belang
hebbende gemeenten, van de belooning die aan
de werkloozen, die geplaatst zullen worden,
wordt uitgekeerd, komt, hetgeen de tewerkge
stelde arbeider aan de gemeente zou hebben
gekost, wanneer hij op de(n) dag (dagen) van
de telling, hetzij in de steunregeling was op
genomen, hetzfj bij de werkverschaffing was
geplaatst.
Hetgeen wordt uitbetaald boven het bedrag
dat aan de tewerkgestelde werkloozen anders
zou zijn uitbetaald aan steun of werkverschaf
fing, komt voor rekening van het departement
van Waterstaat.
Indie neen gemeente niet voor subsidie uit
het Werkloosheidssubsidiefonds in aanmerking
mocht komen, draagt de gemeente ook niet
meer dan hetgeen ten behoeve van de tewerk
gestelde als loon bij de werkverschaffing of
steun ingevolge de steunregeling voor rekening
der betrokken gemeente zou komen.
In de betreffende aanschrijving deelt de mi
nister nog mede, dat de dienst van de Rijks
waterstaat omtrent de uitvoering van ieder ge
meentebestuur, dat deelneemt, nog de noodige
voorlichting zal geven. Verder worden in de
aanschrijving verschillende administratieve
voorzieningen aangegeven. De belooning voor
de te werk te stellen personen loopt van 2.75
tot 3.75 per werkperiode van acht uur.
Onderhandelingen o.a. met
ir. Albarda
Onder de leiders der Tweede Kamerfracties,
met wie prof. «mr. P. J. M. Aalberse in ver
band met zijn opdracht tot vorming van een
parlementair kabinet Vrijdag besprekingen
heeft gevoerd, waren ir. Albarda, de leider der
Soc.-Dem.-fractie en de heer van Dijk van de
A. R.-fractie.
Heden worden de besprekingen voortgezet
met dr. Bierema (lib.) en den heer Joekes
(V. D.).
DE SCHOENINDUSTRIE
Nieuwe C.A.O. tot stand
gekomen
Na langdurige en voor beide partijen zeer
moeilijke onderhandelingen is thans weer een
collectieve arbeidsovereenkomst voor de schoen
industrie tot stand gekomen, welke op 29 Juli
e.k. bij een zestigtal van de meest betee-
kenende schoenfabrieken in werking zal treden.
De collectieve arbeidsovereenkomst is afge
sloten tusschen de Federatie van Nederland-
sche Schoenfabrikanten eenerzijds en de
Roomsch-Katholieke, Christelijke en Algemee-
ne fabrieksarbeidersbonden anderzijds.
De totstandkoming van dit contract is van
het grootste belang voor de rust en den vrede
in het bedrijf, terwijl men er eveneens een
stap in de richting van meer geordende toe
standen in mag zien.
lr. Albarda, leider van de Kamerfractie der S.D.A.P. voor het huis van prof. Aal
berse te Den Haag, waar hij Vrijdag met den kabinetsformateur een bespreking
hield
De inkoopcentrale bevond zich
in Heerlen
In Keulen is een smokkelaarsbende gear
resteerd. De leider van de smokkelaars is ze
kere M. Aretz, die zich met zijn vrouw m ons
land, met name in Limburg, bevindt. Zijn uit
levering is nog maar een kwestie van enkele
dagen. Zijn voornaamste medehelpers waren
zijn broeders H. en G„ die reeds van hun vrij
heid beroofd zijn.
De draden van de smokkelaarsbende, die zich
uitsluitend met het artikel tabak bemoeide,
kwamen bijeen in Heerlen, waar ook de inkoop
centrale was gevestigd en van waar uit de
tabak per auto over de grens naar Duitschland
werd gebracht. Niet minder dan een dozijn
auto's hadden de smokkelaars tot hun beschik
king.
De tabak werd in Heerlen samengeperst en
in de rugzittingen en de banden van de auto's
verpakt. In Duitschland werd de tabak boven
een ketel kokend water gehouden en wederom
voor het gebruik gereed gemaakt. Elke week
werden, naar berekening, 100 K.G. tabak en
100.000 blaadjes sigarettenpapier gesmokkeld.
Aangenomen wordt, dat over de 12.200 pond
tabak en millioenen pakjes sigarettenpapier
gesmokkeld zijn, waardoor de Duitsche Staat
zou benadeeld zijn voor 1.8 millioen mark aan
ontdoken invoerrechten.
Honderd per duizend inwoners
Op 30 Juni j.l. bedroeg het aantal aangege
ven radio-ontvanginrichtingen 582.853, het
aantal aangeslotenen aan radio-distributie
centrales 328.139, hetgeen in totaal overeenkomt
met 100 luisteraars per 1000 inwoners.
Aanvang nieuw schooljaar: 4 Sept. e.k.
Bij de jaarherdenking van het tragisch af
sterven van Dr. Engelbert Dollfuss heb
ben wij gewezen op de binnenlandsche
moeilijkheden van Oostenrijk, welke een snel
len en geheel bevredigenden opbouw van den
nieuwen Bondstaat op christelijken corporatie
ven grondslag belemmeren en vertragen. Ook de
buitenlandsche politieke moeilijkheden in dit
hachelijk en politiek tijdsgewricht zijn echter de
ontwikkeling en stabilisatie van Oostenrijk niet
gunstig. Er is nog steeds geen behoorlijke „mo
dus vivendi" met Duitschland, waarop Oosten
rijk in ieder geval economisch is aangewezen,
bereikt en zelfs wordt daar op het oogenblik niet
veel moeite voor gedaan. Dat kan ook niet, zoo
lang de Oostenrijksche regeering niet het volle
vertrouwen kan hebben, dat het nationaal-socia-
listische Duitschland Oostenrijks recht op inte
grale zelfstandigheid volkomen en loyaal zal
eerbiedigen. Wel is sinds de kleine toenadering
tusschen Duitschland en Italië tengevolge van
de Abessinische kwestie de anti-Ootenrijksche
nazi-actie minder officieel door Duitschland ge
steund, maar ondergronds wroeten de natio-
naal-socialisten in Oostenrijk nog altijd met
sympathie van Berlijn voort aan de ondermij
ning van het huidige Oostenrijksche régime.
Het is met die lichte toenadering tusschen
Duitschland en Italië een vreemde geschiedenis.
Onder invloed van de felle Duitsch-Italiaansche
tegenstelling inzake het lot van Oostenrijk, heeft
de Duitsche gelijkgeschakelde pers aanvankelijk
de zijde van Abessinië gekozen, waarschijnlijk
alleen om het welhaast Duitsch overgevoelige
zelfbewustzijn van Italië te ergeren. Deze Italië
in hooge mate irriteerende houding werd ech-
'ter gewijzigd, toen Duitschland zich begon te
herinneren, dat het zelf koloniën wenscht om
volledig in zijn eer en gelijkgerechtigdheid her
steld te worden. Een afkeuring van de Italiaan-
sche koloniale politiek zou eventueel tegen
Duitschland kunnen worden uitgespeeld. Bo
vendien viel het zeer in den smaak van Berlijn,
dat Italië terwille van 't Abessinisch avontuur
den Volkenbond aan zijn laars scheen te willen
lappen. Hoe meer 't Volkenbondsprestige wordt
geschaad en hoe meer mogendheden de bepa
lingen van het Volkenbondsconvenant overtre
den en onderteekende verdragen als waardeloos
papier verfrommelen, hoe minder recht men zal
kunnen doen gelden om Duitschland een ver
wijt te maken van zijn eigenmachtige bewape
ningspolitiek en hoe geringer het gezag wordt
van hen, die Duitschland terug willen doen
keeren naar Genève.
Al bleek Italië niet ongevoelig voor de veran
dering, welke zich in de meening van Duitsch
land ten aanzien van de Abessinische kwestie
voltrok, Mussolini was toch niet van zins zijn
standpunt betreffende de absolute noodzake
lijkheid van het handhaven en waarborgen der
Oostenrijksche zelfstandigheid daarvoor prijs
te geven. Steeds heeft hij verzekerd en hij ver
zekert het nog, dat hoe ook de gebeurtenissen
in Oost-Afrika zich mogen ontwikkelen, Italië
even pal als vroeger zal blijven staan voor de
verdediging en bescherming van Oostenrijk te
gen een mgoelijken „Anschlusz". Berlijn heeft
het denkbeeld van een gewelddadige overrompe
ling van Oostenrijk van buiten af blijkbaar la
ten varen en hoopt nu maar, dat de Oostenrijk
sche nationaal-socialisten van binnenuit de
Oostenrijksche regeering op de een of andere
wijze ten val zullen weten te brengen. Het is
bereid op een niet-inmengingsverdrag betref
fende Oostenrijk in te gaan, mits deze niet-
inmenging ook zal worden gehandhaafd, wan
neer het regime in Oostenrijk ten gunste van
de nationaal-socialisten om zou gaan.
Intusschen is de voor Oostenrijk niet ongun
stige invloed van de lichte verbetering in
de betrekkingen tusschen zijn gevaarlijk
sten belager Duitschland en zijn krachtigsten
beschermer Italië weer sterk geneutraliseerd door
de nieuwe Engelsch-Duitsche vriendschap en
de zeer scherp geworden Engelsch-Italiaansche
tegenstelling. Daarenboven heeft Italië, ondanks
de verklaringen van den Duce, dat hij in Europa
een voldoende weermacht op de been zal hou
den om aan alle omstandigheden het hoofd te
kunnen bieden, en ondanks het feit, dat er in
Noord-Italië groote demonstratieve manoeuvres
zullen gehouden worden ten bewijze, dat het
Mussolini op dit punt bittere ernst blijft, op het
oogenblik practisch afstand gedaan van een
spoedige oplossing van het Donau-vraagstuk
en de te Stresa beraamde Donauconferentie op
de lange baan laten schuiven, terwijl het
prestige en de weerbaarheid van Italië in Euro
pa feitelijk geschaad moeten worden, wanneer
het tot een oorlog met Abessinië zou komen.
Onder deze omstandigheden zou het niet te ver
wonderen zijn, als de Oostenrijksche regeering
zich min of meer door Italië in den steek
gelaten voelt en zich alle moeite geeft om haar
autoriteit in het binnenland zooveel mogelijk
te versterken.
In dit licht bezien zou het opheffen der
Habsburgwetten behalve als een „daad van
eenvoudige rechtvaardigheid" beschouwd kun.
nen worden als een proefneming om het gezag
van de Oostenrijksche regeering met de hulp
van de legitimisten te schragen en te polsen,
hoe het buitenland een eventueele restauratie
zou opnemen. Italië staat niet afkeerig tegen
over een restauratie, maar de Kleine Entente
beschouwt ze nog altijd als een „casus belli",
terwijl Duitschland er natuurlijk ook niets van
wil weten. In Oostenrijk zelf heeft ,men voor
het opheffen der Habsburgerwetten met uit
zondering van de legitimistische kringen wei
nig belangstelling getoond en op het oogenblik.
valt er zelfs een uitgesproken neiging tegen
een eventueel herstel van de Habsburgers op
den Oostenrijkschen troon waar te nemen.
Opper-Oostenrijk, Tirol en Vorarlberg hebben
zich zelfs ronduit tegen een restauratie ver
klaard en de Landeshauptmann van Opper-
Oostenrijk heeft zijn afkeuring uitgedrukt over
het veelvuldig verleenen van het eereburger
schap aan Otto van Habsburg door vele Oos
tenrijksche gemeenten In de Oostenrijksche
regeering zitten verschillende overtuigde mo
narchisten o.a. bondskanselier von Schuschnigg.
De proefneming betreffende de kansen van een
eventueele restauratie is niet bijzonder geluk,
kig uitgevallen en Duitschland ijvert in Donau-
bekken en Balkan voor het winnen van sym.
pathie. Hongarije drijft evenals Bulgarije sterk
in Duitsche richting. Het arme Oostenrijk, dat
met alle macht en kracht, waarover het be
schikt, zijn levensvatbaarheid wil bewijzen, on
dervindt nog steeds niet de hulp en den steun,
waarop het terwille van de rechtvaardigheid
van zijn zaak aanspraak (meent te mogen
maken-
Het comité gaat een verloting
organiseeren
Het comité ,,De kunst in nood" heeft dezer
dagen in een persbijeenkomst een uiteenzetting
gegeven van zijn tot dusverre verrichten arbeia
en van zijn actie in de naaste toekomst.
Mr. J. Visser, directeur van A. van Hoboken
en Co's Bank N. V., secretaris-penningmeester
van „Kunst in nood" deelde o.m. mede, dat met
de schilderijen, aangekocht met het geld van de
opbrengst van het boek „Kunst in Nood" nog
een tentoonstelling' zal worden gehouden in het
slot te Zeist. Deze wordt op 29 Augustus ge
opend.
Het comité beschikt nu nog over tweehonderd
kunstwerken, groote en kleine door elkaar. Hier.
mede gaat het een groote verloting houden, tot
het slagen waarvan het op ons geheele volk een
beroep doet.
De winnaars van een zeker aantal prijzen uit
de loterij zullen gelegenheid hebben, zichzelf of
een familielid te laten schilderen door een por
tretschilder naar keuze, op de lijst van „Kunst
in nood" voorkomende. Uit de opbrengst van de
loterij zullen nog meer werken worden gekocht,
welke bij deze zelfde loterij worden verloot.
Voorzitter van de aankoopcommissie is de heel
C. G. Kleykamp en verder bestaat zij uit de
heeren Jan Bakker, voorzitter van het Neder-
landsch steuncomité voor beeldende kunsten,
Chr. de Moor van den Haagschen Kunstkring,
J. Franken Pzn., mr. J. Visser en Life. Willink.
H. M. de Koningin heeft toestemming gege
ven, twee door haar vervaardigde schilderwer
ken te laten reproduceeren. Deze schilderijen
zijn: „Boschvijver op het Loo in herfstmist" en
„Sneeuwlandschap", gesigneerd met „W. 1932."
Elke kooper van een lot nu heeft recht op een
reproductie, in kleuren, van één dezer schilde
rijen. De reproductie van den vijver verkleint
de schilderij tot iets meer dan een vierde, die
van het Sneeuwlandschap tot een derde.
Een lot kost een gulden. Er zullen ten hoog
ste vijf en dertig duizend loten zijn. Wie een
lot koopt, krijgt aanstonds een reproductie. De
trekking zal uiterlijk 1 Juni 1936 plaats vinden.
Met deze loterij zal „Kunst in Nood" zijn actie
beëindigen.
Het comité verleent ook hulp bij de steunver
lening door de regeering. Van elk lot. dat het
verkoopt, zal het een kwartje afstaan aan het
Rijkssteunfonds voor noodlijdende kunstenaars,
tot een maximum van tienduizend gulden. Van
dit bedrag heeft intusschen „Kunst in Nood"
reeds 2700 afgedragen uit de middelen, welke
het comité tot dusverre had verkregen.
Men kan loten bestellen bij mr. J. Visser, Sta-
tenlaan 47, Den Haag, tel. 553615, postgironum
mer 84726 (A. van Hoboken en Co.'s BankN.V.)
Nationale bestuurdersdagen in
Amersfoort
Het nationaal verbond der K.JM.V. houdt
Zondag en Maandag 11 en 12 Augustus e.k. de
bestuurdersdagen te Amersfoort. Het program
ma vermeldt o.m. een inleiding van rector Bots
over „De sociale vorming in de K.J.M.V." Zon
dagavond wordt een cultureele avond gehouden.
Maandag worden inleidingen gehouden door
rector Beune over „De godsdienstige vorming
in de K.J.M.V." en verbnodsvoorzitter H. En
gels over „De cultureele vorming in de K. J.
M. V."
Aanmerkelijke verbetering in het
telefonisch verkeer met
Oost-Indië
In verband met de verbouwing van de tele-
fonie-zenders voor het verkeer met Neaer-
landsch-Indië voor het één-zijbandsysteem en
de in gebruikneming van den versterkten om-
roepzender op 1875 M. te Kootwijk, hebben wij
dezer dagen met een aantal collega's een be
zoek gebracht aan het Radio-station op de
Veluwe.
Prof. Koomans was zoo welwillend ons de
verschillende voordeelen van deze nieuwe radio
verbinding met onze Oost te verklaren en bij
den rondgang, die gemaakt werd, te wijzen op
de technische bijzonderheden.
Uit een en ander is weer gebleken, dat onze
P. T. T.. vooraan staat bij het in practijk
brengen van nieuwe vindingen en hoewel de
idee van het enkel-zijbandsysteem niet nieuw
is, kan wel gezegd worden, dat de P. T. T.-
dienst de groote moeilijkheden, welke een cir-
ste toepassing in een practisch bedrijf altijd
oplevert, heeft opgelost.
Het enkel-zijbandsysteem geeft een belang
rijke bezuiniging op de exploitatie-kosten, ter-
wel ook een groote verbetering in de kwaliteit
der gesprekken verkregen wordt.
Eerst had men vier telefonie-zenders, door
middel waarvan maar twee gesprekken tegelijk
gevoerd konden worden. Nu heeft iedere zen
der twee kanalen en de helft van de lampen
minder, terwijl er vier gesprekken tegelijk ge
voerd kunnen worden. In de toekomst zijn zelfs
acht gesprekken tegelijk mogelijk.
Wat is nu de feitelijke beteekenis van het
enkel-zijbandsysteem?
Bij de gewone radio-telefonie wordt een
hoogfrequente draaggolf uitgezonden.
Berekeningen toonen aan en practische proe
ven zijn daarmede in overeenstemming, dat.
wat de zender bij het telefoneeren uitzendt, be
staat uit de sinus-cormige draaggolf en daar
naast nog ter weerszijden een groep sinus-
vormige frequenties, welke slechts weinig van
die van de draaggolf verschillen. Deze beide
groepen zij-frequenties of „zijbanden" zijn
eikaars spiegelbeeld. Bij het nieuwe systeem
wordt nu slechts één van deze groepen wisse
lende frequenties of zij-banden uitgezonden; de
draaggolf en de andere zij-band worden onder
drukt.
Op het ontvangstation ontvangt men dus ook
slechts dien eenen zijband. Men wekt daar ech
ter plaatselijk in het ontvangtoestel de draad-
golf weer op.
Wanneer men nu bedenkt, dat het grootste
gedeelte van het vermogen van den zender
noodig was voor de uitzending van de draag
golf, wordt het duidelijk, dat door weglating
van die draaggolf en bovendien nog een der
zijbanden aanzienlijke arbeidsbesparing ver
kregen wordt.
Bij het oude systeem was het verbruik van
een telefonie-zender met inbegrip van alle
hulpwerktuigen gemiddeld 200 kilowatt. Thans
bedraagt dit gemiddelde slechts 40 kilowatt bij
een nog verhoogde nuttige uitstraling.
Bovendien verkrijgt men nog een aanzien
lijke verbetering in de kwaliteit.
De nieuwe omroepzender
eV
Een tweede belangrijk punt in de ontwikke
ling der zendapparatuur te Kootwijk, is de
nieuwe omroepzender.
Voor de antenne, een enkelvoudige T.-
antenne, werd gebruik gemaakt van twee
der bestaande 210 M. hooge masten. Zij hangt,
de doorhang medegerekend, op een hoogte
van ongeveer 180 M. boven den grond.
De zender wordt bediend vanaf de tegenover
den zender opgestelde metalen schakelborden.
Deze zijn met het oog op eventueele bedrijfs
storingen, geheel dubbel uitgevoerd.
Tusschen de beide schakelborden zijn de
lijn versterkers met splitsversterker opgesteld.
Vanaf deze plaats wordt de modulatie-diepte
ingesteld, welke door middel van een scillo-
graaf en andere meetinstrumenten gecontro
leerd wordt.
Onder den zender bevindt zich een groote
kelder, waarin een koelwaterinstallatie is aan
gebracht voor het koelwater der zendlampen.
De zender wordt gevoed door middel van
twee buiten het zendgebouw opgestelde trans
formatoren van resp. 500 en 750 K. V. A.
In het contróle-gebouw hebben we een de
monstratie bijgewoond en van het één-zijband
systeem. Om eenigszins een gehoor-indruk te
krijgen, liet men ons twee uitzendingen hoo-
ren, welke echter goed van elkaar gescheiden
konden worden. Het is zelfs mogelijk de tele
grafie bij eventueele radio-verbinding met
Indië er uit te halen.
Wij vernamen nog, dat Radio-Kootwijk den
laatsten tijd eveneens is uitgebreid met vier
beams, speciaal voor het radio-verkeer rner
Japan.
Zoo wordt het eens zoo eenvoudige plaatsje
Kootwijk steeds meer een belangrijk internatio
naal knooppunt van gesprekken over heel de
wereld.
De leidsters die deelnemen aan de retraite
en cursus op het Seminarie Hageveld worden
verzocht om Woensdag 31 Juli des middags om
5 uur op Hageveld aanwezig te zijn.
Degenen, die alleen den cursus meemaken,
worden uiterlijk Zaterdag 3 Augustus des
(middags om 2 uur verwacht.
Daar het aantal inschrijvingen voor retraite
en cursus het maximum aantal van 300 reeds
overschreden heeft, is het voor de Graalleiding
niet meer mogelijk aan verdere aanvragen tot
deelname te voldoen.
Cultureele betrekkingen
Verschenen is het Verslag der CommissK-
voor de Rijksuitgaven over de Rekening inge
volge art. XV der wet van 21 Juli 1928 inzake
de bestemming, te geven aan de in de jaren
1926 tot en met 1940 vervallende, aan Nederland
toekomende, termijnen van de door China op
grond van art. VI van het Slotprotocol, getee-
kend te Peking op 7 September 1901, verschul
digde schadevergoeding, over 1933.
Art. II der Wet van 21 Juli 1928 schrijft voor.
dat de gelden der z.g. Chineesche indemniteit
ten bate van China zullen worden aangewend
en dat de bestemming dier gelden nader door
de Kroon zal worden bepaald.
Der Commissie bleek, dat de Koningin had
bepaald, dat van de nog beschikbaar komende
gelden der Chineesche indemniteit 35 pet. zou
den worden bestemd voor cultureele doeleinden
en 65 pet. voor de uitvoering van waterbouw
kundige werken in China.
De gelden, te besteden voor cultureele doel
einden, zouden worden aangewend als kapitaal
van een in het leven te roepen „Stichting ter
bevordering van de cultureele betrekkingen
tusschen Nederland en China". Deze stichting
is inmiddels tot stand gekomen.
Openluchtspel te Eindhoven
De regisseur van het openluchtspel te Eind
hoven de heer Anton v. d. Velde, zal Zondag van
3.153.30 uur spreken voor den K.R.O. over het
Openluchtspel.
Het spel belooft een succes te worden. Er ko
men nu al aanvragen van gezelschappen, zelfs
buiten het Bisdom Den Bosch van meer dan
honderd personen tegelijk.