Opdracht aan Prof. Aalberse mm Uitbreiding van Radio-Kootwijk Oostenrijk op zichzelf aangewezen ZATERDAG 27 JULI 1935 PARLEMENTAIR KABINET OP BREEDE BASIS Restaurant DORRIUS Smokkelaarsbende in arrest ST. BERNARDUSCOLLEGE NIEUWE AUTORITEIT Buitenlandsche moei lijkheden De nieuwe zender DE BESPREKINGEN VAN PROF. AALBERSE Iffgfl! §g if if fff! I 4^ RADIOLUISTERAARS PEIJ-ECHT BIJ ROERMOND VOORBEREIDENDE KLASSEN GYMNASIUM, HANDELSKLASSEN ,DE KUNST IN NOOD" K.J.M.V IN NEDERLAND NEDERLAND—CHINA NIEUWS VAN DE GRAAL 4 Het Kabinet-Colijn heeft dan eindelijk, de indiening van zijn ontslag bekend laten maken. Zijn gaven en verdien sten waren een gelukkiger einde waard ge weest. Als reactie op een tijd, toen mui ters een schip stalen, werd het de rugge- graat der nationaal opvarende krachten. En het heeft met misschien den sterksten wil van Nederland, den wil van dr. Colijn, de moeilijkheden durven aantasten, die de wereldcrisis een dom geweld van tegen elkander stootende wijsheden over ons land van boeren, burgers en dagloo- ners had geworpen. Zijn suggestieve door tastendheid slaagde erin, partijen, minis ters, instituten en allerlei groepeeringen voor het nationaal verzet tegen die moei lijkheden te organiseeren. Hij had daarbij het geluk, met name op den zwaarsten post, dien voor de regeling der van het buiten- naar het binnenland in de war loo- pende economische zaken, drie uitzonder lijk begaafde bewindvoerders te vinden. Men had een man van zijn nationaal en internationaal formaat mogen gunnen, dat hij met de partijen en zijn medewerkers het juiste gezamenlijk beleid had weten te vinden voor de vastheid van onze munt met die van onze welvaart. Maar het moei lijkst te besturen is een schip ln den storm. Dat hij het tegen dezen storm tot hiertoe heeft geleid, is een werk, te onthouden door de dankbaarheid van het land. Het Hoofd van den Staat heeft Donder dag reeds de officieele raadslieden ontboden. Want een Kabinet gaat heen, de Regeering blijft. Het behoud van de muntwaarde, het mogelijk misbruik door speculanten, de nieu we spoed, die gezet moet worden achter de uitgestelde bezuinigingen en de inzet voor een nieuw beleid maken een snelle oplossing gewenscht. Met prijenswaardig juist inzicht heeft H. M. de Koningin reeds onmiddellijk de Voorzitters van Eerste en Tweede Kamer en den Vice-president van den Raad van State gehoord. En zonder voor het oogen- blik andere staatslieden in de raadpleging te betrekken wat om den spoed ook wei nig gewenscht scheen verleende H. M. Donderdagochtend aan prof. mr. P. J. M. Aalberse, Minister van Staat, opdracht tot vorming van een parlemen tair Kabinet op zoo breed mogelijke basis. Zooals te doen gebruikelijk is, verzocht prof. Aalberse deze opdracht in beraad te mogen houden, waar op H. M. den wensch uitsprak de beslissing binnen enkele dagen te mogen vernemen. Reeds uit den aard der opdracht dus wordt de linksche pers gedementeerd, die naar aanleiding der suggestieve verklaring van het afgetreden Kabinet de leuze r o o m s c h -rood had uitgegeven en een poging tot dergelijke regeeringsvorming wilde opdrin gen. Welke Regeering ook het afgetreden Kabinet moge opvolgen, wij zijn ervan overtuigd, dat van een roomsch-roode com binatie geen sprake kan zijn. Ze werd van den beginne af door de Katholieken uitge sloten. Er is geen basis voor in het beginsel en geen gelijkgestemdheid in de actueele politiek. Er was niet het minste overleg of verband tusschen roomsch-rood. De eenige reden, waarom aan het Kabinet het gevraagde vertrouwen werd opgezegd was zijn weigering van een regeerbeleid om spoedig kosten en prijzen op het niveau voor een behoorlijk economisch verkeer te brengen en stimuleerend te werken tot een heropleving. Aan de bereidvaardigheid der Sociaal-de mocratie om mede verantwoordelijkheid te gaan dragen voor „een stelsel van welvaarts- politiek, dat zij sedert jaar en dag tegenover de aanpassing heeft gesteld" 't citaat is uit „Het Volk" twijfelen wij niet, maar die is voor een deugdelijke en snelle cri sis-oplossing niet een eerste eisch. De op dracht werd gegeven, om een parlementair Kabinet op zoo breed mogelijke bassi te vor men. Dit beteekent, dat Staatsminister Aal berse ongeveer dezelfde opdracht toen echter niet „op zoo breed mogelijke basis" moet trachten uit te voeren, die in 1933 aan Staatsminister Colijn werd verleend, maar niet kon worden volbracht, waarna de for- .mateur later in nieuwe opdracht een extra parlementair Kabinet bijeenbracht. Het is niet onmogelijk, dat ook ditmaal eerst in tweede instantie een resultaat wordt bereikt. Indien prof. Aalberse de in beraad gehou den opdracht aanvaardt en in eerste instan tie de vorming van een parlementair Kabi net beproeft, krijgt hij met veel grooter moeielljkheden te maken dan twee jaar ge leden dr. Colijn had te overwinnen. Toen immers had de goede verhouding tusschen de leiders en partijen van de oude coalitie nog niet geleden, men raadpleegde elkan der te goeder trouw. Maar thans heeft het hoofdorgaan van de anti-revolutionnaire partij, „De Standaard", onmiddellijk na het conflict met de aftredende Regeering ge schreven, al dan niet met medeweten van dr. Colijn: „Voor de vorming van een nieuw Kabinet moet niet op de medewerking der anti-revolutionnairen worden gerekend, wij zijn van oordeel, dateenanti-r evo lution nairnietkan zitting ne men in een Kabinet dat gevormd wordt onder de leiding van h e n, die het Kabinet-Colijn ten val hebben gebracht." De partij van dr. Colijn heeft dus den for mateur voor de vorming van een Kabinet op zoo breed mogelijke basis gehandicapt. Zelfs indien hij erin slaagde, de Anti-revo lutionnairen voor een dergelijk Kabinet te winnen, zou hij er persoonlijk geen zitting in mogen nemen, daar hij onder de politie ke straf-bepaling valt van „die het faMpl- net-Colijn ten val hebben gebracht." Uit zijn eigen Kabinet zou hij dus bij voorbaat de gebannene zijn. Maar bovendien heeft „De Standaard" het parool uitgegeven, dat Anti-revolutionnai ren in geen geval zitting willen nemen in een Kabinet, waarin aan de „afbrekers", de Sociaal-democraten plaats gegeven wordt, wien mede de val van het Kabinet- Colijn geweten wordt. Misschien zou men de uitdrukking par lementair Kabinet wat ruim kunnen opvatten, dus niet in den zin, dien zij on der de oude coalities had, maar als de uit drukking van den collectieven goeden wil onder alle partijen, om op een practisch, aannemelijk program zoo spoedig mogelijk de bezuinigingen door te voeren, monetair paraat te blijven, de crisis-moeielijkheden te boven te komen en zooveel mogelijk het opbouwende, economische program uit te voeren, dat de R. K. Fractie bracht in het Voorloopig Verslag op het Bezuinigings- ontwerp en dat later werd saamgevat in de bekende zes punten. Voor een dergelijke politiek zou ongetwijfeld een meerderheid onder alle partijen zijn te vinden, al zou bij een contact nemen met de fractieleiders blijken, dat dezen wellicht huiverig zijn om op een vast accoord zee te houen. Van het eventueele nieuwe Kabinet zou den niet alle leden „nieuwelingen"behoeven te zijn. In en buiten de Kamer zijn genoeg mannen in alle partijen of op de grens der partijen aan te wijzen, die in een concentra tie der nationale krachten, een sterk cri sis-Kabinet voor de noodzakelijke bezuini gingen en evenwichtige aanpassingen kun nen vormen. Indien de partijen zich niet door wraakge voel of louter partij-overwegingen laten leiden, zou de oplossing uit de Regeerings- crisis spoedig gevonden zijn. De Postvluchten De „Rietvink" is op de heenreis te Jodhpoer aangekomen. Mgr. J. G. van Schalk, proost van het Metropolitaan Kapittel, verlaat na &e bediening van den Aartsbisschop het St. Antoniusziekenhuis te Utrecht N. Z. Voorburgwal b. h. Spui Amsterdam. PLATS DU JOUR EN a LA CARTE. SPECIALE LUNCH-SCHOTELS. DE A.S. VERKEERSTELLING Vergoeding aan medewerkende werkloozen van f 2.75 tot f 3.75 In aansluiting op hetgeen reeds is medege deeld omtrent de verkeerstelling, welke in hon derden gemeenten zal geschieden en waarbij zoowel voor het tellen als voor het uitwerken der gegevens bij het Centraal Bureau voor de Statistiek gebruik zal worden gemaakt van werkloozen, verneemt het „Volk", dat cle mi nister van Sociale Zaken aan de gemeentebe sturen heeft bericht, dat voor rekening van het Werkloosheidssubsidiefonds en de belang hebbende gemeenten, van de belooning die aan de werkloozen, die geplaatst zullen worden, wordt uitgekeerd, komt, hetgeen de tewerkge stelde arbeider aan de gemeente zou hebben gekost, wanneer hij op de(n) dag (dagen) van de telling, hetzij in de steunregeling was op genomen, hetzfj bij de werkverschaffing was geplaatst. Hetgeen wordt uitbetaald boven het bedrag dat aan de tewerkgestelde werkloozen anders zou zijn uitbetaald aan steun of werkverschaf fing, komt voor rekening van het departement van Waterstaat. Indie neen gemeente niet voor subsidie uit het Werkloosheidssubsidiefonds in aanmerking mocht komen, draagt de gemeente ook niet meer dan hetgeen ten behoeve van de tewerk gestelde als loon bij de werkverschaffing of steun ingevolge de steunregeling voor rekening der betrokken gemeente zou komen. In de betreffende aanschrijving deelt de mi nister nog mede, dat de dienst van de Rijks waterstaat omtrent de uitvoering van ieder ge meentebestuur, dat deelneemt, nog de noodige voorlichting zal geven. Verder worden in de aanschrijving verschillende administratieve voorzieningen aangegeven. De belooning voor de te werk te stellen personen loopt van 2.75 tot 3.75 per werkperiode van acht uur. Onderhandelingen o.a. met ir. Albarda Onder de leiders der Tweede Kamerfracties, met wie prof. «mr. P. J. M. Aalberse in ver band met zijn opdracht tot vorming van een parlementair kabinet Vrijdag besprekingen heeft gevoerd, waren ir. Albarda, de leider der Soc.-Dem.-fractie en de heer van Dijk van de A. R.-fractie. Heden worden de besprekingen voortgezet met dr. Bierema (lib.) en den heer Joekes (V. D.). DE SCHOENINDUSTRIE Nieuwe C.A.O. tot stand gekomen Na langdurige en voor beide partijen zeer moeilijke onderhandelingen is thans weer een collectieve arbeidsovereenkomst voor de schoen industrie tot stand gekomen, welke op 29 Juli e.k. bij een zestigtal van de meest betee- kenende schoenfabrieken in werking zal treden. De collectieve arbeidsovereenkomst is afge sloten tusschen de Federatie van Nederland- sche Schoenfabrikanten eenerzijds en de Roomsch-Katholieke, Christelijke en Algemee- ne fabrieksarbeidersbonden anderzijds. De totstandkoming van dit contract is van het grootste belang voor de rust en den vrede in het bedrijf, terwijl men er eveneens een stap in de richting van meer geordende toe standen in mag zien. lr. Albarda, leider van de Kamerfractie der S.D.A.P. voor het huis van prof. Aal berse te Den Haag, waar hij Vrijdag met den kabinetsformateur een bespreking hield De inkoopcentrale bevond zich in Heerlen In Keulen is een smokkelaarsbende gear resteerd. De leider van de smokkelaars is ze kere M. Aretz, die zich met zijn vrouw m ons land, met name in Limburg, bevindt. Zijn uit levering is nog maar een kwestie van enkele dagen. Zijn voornaamste medehelpers waren zijn broeders H. en G„ die reeds van hun vrij heid beroofd zijn. De draden van de smokkelaarsbende, die zich uitsluitend met het artikel tabak bemoeide, kwamen bijeen in Heerlen, waar ook de inkoop centrale was gevestigd en van waar uit de tabak per auto over de grens naar Duitschland werd gebracht. Niet minder dan een dozijn auto's hadden de smokkelaars tot hun beschik king. De tabak werd in Heerlen samengeperst en in de rugzittingen en de banden van de auto's verpakt. In Duitschland werd de tabak boven een ketel kokend water gehouden en wederom voor het gebruik gereed gemaakt. Elke week werden, naar berekening, 100 K.G. tabak en 100.000 blaadjes sigarettenpapier gesmokkeld. Aangenomen wordt, dat over de 12.200 pond tabak en millioenen pakjes sigarettenpapier gesmokkeld zijn, waardoor de Duitsche Staat zou benadeeld zijn voor 1.8 millioen mark aan ontdoken invoerrechten. Honderd per duizend inwoners Op 30 Juni j.l. bedroeg het aantal aangege ven radio-ontvanginrichtingen 582.853, het aantal aangeslotenen aan radio-distributie centrales 328.139, hetgeen in totaal overeenkomt met 100 luisteraars per 1000 inwoners. Aanvang nieuw schooljaar: 4 Sept. e.k. Bij de jaarherdenking van het tragisch af sterven van Dr. Engelbert Dollfuss heb ben wij gewezen op de binnenlandsche moeilijkheden van Oostenrijk, welke een snel len en geheel bevredigenden opbouw van den nieuwen Bondstaat op christelijken corporatie ven grondslag belemmeren en vertragen. Ook de buitenlandsche politieke moeilijkheden in dit hachelijk en politiek tijdsgewricht zijn echter de ontwikkeling en stabilisatie van Oostenrijk niet gunstig. Er is nog steeds geen behoorlijke „mo dus vivendi" met Duitschland, waarop Oosten rijk in ieder geval economisch is aangewezen, bereikt en zelfs wordt daar op het oogenblik niet veel moeite voor gedaan. Dat kan ook niet, zoo lang de Oostenrijksche regeering niet het volle vertrouwen kan hebben, dat het nationaal-socia- listische Duitschland Oostenrijks recht op inte grale zelfstandigheid volkomen en loyaal zal eerbiedigen. Wel is sinds de kleine toenadering tusschen Duitschland en Italië tengevolge van de Abessinische kwestie de anti-Ootenrijksche nazi-actie minder officieel door Duitschland ge steund, maar ondergronds wroeten de natio- naal-socialisten in Oostenrijk nog altijd met sympathie van Berlijn voort aan de ondermij ning van het huidige Oostenrijksche régime. Het is met die lichte toenadering tusschen Duitschland en Italië een vreemde geschiedenis. Onder invloed van de felle Duitsch-Italiaansche tegenstelling inzake het lot van Oostenrijk, heeft de Duitsche gelijkgeschakelde pers aanvankelijk de zijde van Abessinië gekozen, waarschijnlijk alleen om het welhaast Duitsch overgevoelige zelfbewustzijn van Italië te ergeren. Deze Italië in hooge mate irriteerende houding werd ech- 'ter gewijzigd, toen Duitschland zich begon te herinneren, dat het zelf koloniën wenscht om volledig in zijn eer en gelijkgerechtigdheid her steld te worden. Een afkeuring van de Italiaan- sche koloniale politiek zou eventueel tegen Duitschland kunnen worden uitgespeeld. Bo vendien viel het zeer in den smaak van Berlijn, dat Italië terwille van 't Abessinisch avontuur den Volkenbond aan zijn laars scheen te willen lappen. Hoe meer 't Volkenbondsprestige wordt geschaad en hoe meer mogendheden de bepa lingen van het Volkenbondsconvenant overtre den en onderteekende verdragen als waardeloos papier verfrommelen, hoe minder recht men zal kunnen doen gelden om Duitschland een ver wijt te maken van zijn eigenmachtige bewape ningspolitiek en hoe geringer het gezag wordt van hen, die Duitschland terug willen doen keeren naar Genève. Al bleek Italië niet ongevoelig voor de veran dering, welke zich in de meening van Duitsch land ten aanzien van de Abessinische kwestie voltrok, Mussolini was toch niet van zins zijn standpunt betreffende de absolute noodzake lijkheid van het handhaven en waarborgen der Oostenrijksche zelfstandigheid daarvoor prijs te geven. Steeds heeft hij verzekerd en hij ver zekert het nog, dat hoe ook de gebeurtenissen in Oost-Afrika zich mogen ontwikkelen, Italië even pal als vroeger zal blijven staan voor de verdediging en bescherming van Oostenrijk te gen een mgoelijken „Anschlusz". Berlijn heeft het denkbeeld van een gewelddadige overrompe ling van Oostenrijk van buiten af blijkbaar la ten varen en hoopt nu maar, dat de Oostenrijk sche nationaal-socialisten van binnenuit de Oostenrijksche regeering op de een of andere wijze ten val zullen weten te brengen. Het is bereid op een niet-inmengingsverdrag betref fende Oostenrijk in te gaan, mits deze niet- inmenging ook zal worden gehandhaafd, wan neer het regime in Oostenrijk ten gunste van de nationaal-socialisten om zou gaan. Intusschen is de voor Oostenrijk niet ongun stige invloed van de lichte verbetering in de betrekkingen tusschen zijn gevaarlijk sten belager Duitschland en zijn krachtigsten beschermer Italië weer sterk geneutraliseerd door de nieuwe Engelsch-Duitsche vriendschap en de zeer scherp geworden Engelsch-Italiaansche tegenstelling. Daarenboven heeft Italië, ondanks de verklaringen van den Duce, dat hij in Europa een voldoende weermacht op de been zal hou den om aan alle omstandigheden het hoofd te kunnen bieden, en ondanks het feit, dat er in Noord-Italië groote demonstratieve manoeuvres zullen gehouden worden ten bewijze, dat het Mussolini op dit punt bittere ernst blijft, op het oogenblik practisch afstand gedaan van een spoedige oplossing van het Donau-vraagstuk en de te Stresa beraamde Donauconferentie op de lange baan laten schuiven, terwijl het prestige en de weerbaarheid van Italië in Euro pa feitelijk geschaad moeten worden, wanneer het tot een oorlog met Abessinië zou komen. Onder deze omstandigheden zou het niet te ver wonderen zijn, als de Oostenrijksche regeering zich min of meer door Italië in den steek gelaten voelt en zich alle moeite geeft om haar autoriteit in het binnenland zooveel mogelijk te versterken. In dit licht bezien zou het opheffen der Habsburgwetten behalve als een „daad van eenvoudige rechtvaardigheid" beschouwd kun. nen worden als een proefneming om het gezag van de Oostenrijksche regeering met de hulp van de legitimisten te schragen en te polsen, hoe het buitenland een eventueele restauratie zou opnemen. Italië staat niet afkeerig tegen over een restauratie, maar de Kleine Entente beschouwt ze nog altijd als een „casus belli", terwijl Duitschland er natuurlijk ook niets van wil weten. In Oostenrijk zelf heeft ,men voor het opheffen der Habsburgerwetten met uit zondering van de legitimistische kringen wei nig belangstelling getoond en op het oogenblik. valt er zelfs een uitgesproken neiging tegen een eventueel herstel van de Habsburgers op den Oostenrijkschen troon waar te nemen. Opper-Oostenrijk, Tirol en Vorarlberg hebben zich zelfs ronduit tegen een restauratie ver klaard en de Landeshauptmann van Opper- Oostenrijk heeft zijn afkeuring uitgedrukt over het veelvuldig verleenen van het eereburger schap aan Otto van Habsburg door vele Oos tenrijksche gemeenten In de Oostenrijksche regeering zitten verschillende overtuigde mo narchisten o.a. bondskanselier von Schuschnigg. De proefneming betreffende de kansen van een eventueele restauratie is niet bijzonder geluk, kig uitgevallen en Duitschland ijvert in Donau- bekken en Balkan voor het winnen van sym. pathie. Hongarije drijft evenals Bulgarije sterk in Duitsche richting. Het arme Oostenrijk, dat met alle macht en kracht, waarover het be schikt, zijn levensvatbaarheid wil bewijzen, on dervindt nog steeds niet de hulp en den steun, waarop het terwille van de rechtvaardigheid van zijn zaak aanspraak (meent te mogen maken- Het comité gaat een verloting organiseeren Het comité ,,De kunst in nood" heeft dezer dagen in een persbijeenkomst een uiteenzetting gegeven van zijn tot dusverre verrichten arbeia en van zijn actie in de naaste toekomst. Mr. J. Visser, directeur van A. van Hoboken en Co's Bank N. V., secretaris-penningmeester van „Kunst in nood" deelde o.m. mede, dat met de schilderijen, aangekocht met het geld van de opbrengst van het boek „Kunst in Nood" nog een tentoonstelling' zal worden gehouden in het slot te Zeist. Deze wordt op 29 Augustus ge opend. Het comité beschikt nu nog over tweehonderd kunstwerken, groote en kleine door elkaar. Hier. mede gaat het een groote verloting houden, tot het slagen waarvan het op ons geheele volk een beroep doet. De winnaars van een zeker aantal prijzen uit de loterij zullen gelegenheid hebben, zichzelf of een familielid te laten schilderen door een por tretschilder naar keuze, op de lijst van „Kunst in nood" voorkomende. Uit de opbrengst van de loterij zullen nog meer werken worden gekocht, welke bij deze zelfde loterij worden verloot. Voorzitter van de aankoopcommissie is de heel C. G. Kleykamp en verder bestaat zij uit de heeren Jan Bakker, voorzitter van het Neder- landsch steuncomité voor beeldende kunsten, Chr. de Moor van den Haagschen Kunstkring, J. Franken Pzn., mr. J. Visser en Life. Willink. H. M. de Koningin heeft toestemming gege ven, twee door haar vervaardigde schilderwer ken te laten reproduceeren. Deze schilderijen zijn: „Boschvijver op het Loo in herfstmist" en „Sneeuwlandschap", gesigneerd met „W. 1932." Elke kooper van een lot nu heeft recht op een reproductie, in kleuren, van één dezer schilde rijen. De reproductie van den vijver verkleint de schilderij tot iets meer dan een vierde, die van het Sneeuwlandschap tot een derde. Een lot kost een gulden. Er zullen ten hoog ste vijf en dertig duizend loten zijn. Wie een lot koopt, krijgt aanstonds een reproductie. De trekking zal uiterlijk 1 Juni 1936 plaats vinden. Met deze loterij zal „Kunst in Nood" zijn actie beëindigen. Het comité verleent ook hulp bij de steunver lening door de regeering. Van elk lot. dat het verkoopt, zal het een kwartje afstaan aan het Rijkssteunfonds voor noodlijdende kunstenaars, tot een maximum van tienduizend gulden. Van dit bedrag heeft intusschen „Kunst in Nood" reeds 2700 afgedragen uit de middelen, welke het comité tot dusverre had verkregen. Men kan loten bestellen bij mr. J. Visser, Sta- tenlaan 47, Den Haag, tel. 553615, postgironum mer 84726 (A. van Hoboken en Co.'s BankN.V.) Nationale bestuurdersdagen in Amersfoort Het nationaal verbond der K.JM.V. houdt Zondag en Maandag 11 en 12 Augustus e.k. de bestuurdersdagen te Amersfoort. Het program ma vermeldt o.m. een inleiding van rector Bots over „De sociale vorming in de K.J.M.V." Zon dagavond wordt een cultureele avond gehouden. Maandag worden inleidingen gehouden door rector Beune over „De godsdienstige vorming in de K.J.M.V." en verbnodsvoorzitter H. En gels over „De cultureele vorming in de K. J. M. V." Aanmerkelijke verbetering in het telefonisch verkeer met Oost-Indië In verband met de verbouwing van de tele- fonie-zenders voor het verkeer met Neaer- landsch-Indië voor het één-zijbandsysteem en de in gebruikneming van den versterkten om- roepzender op 1875 M. te Kootwijk, hebben wij dezer dagen met een aantal collega's een be zoek gebracht aan het Radio-station op de Veluwe. Prof. Koomans was zoo welwillend ons de verschillende voordeelen van deze nieuwe radio verbinding met onze Oost te verklaren en bij den rondgang, die gemaakt werd, te wijzen op de technische bijzonderheden. Uit een en ander is weer gebleken, dat onze P. T. T.. vooraan staat bij het in practijk brengen van nieuwe vindingen en hoewel de idee van het enkel-zijbandsysteem niet nieuw is, kan wel gezegd worden, dat de P. T. T.- dienst de groote moeilijkheden, welke een cir- ste toepassing in een practisch bedrijf altijd oplevert, heeft opgelost. Het enkel-zijbandsysteem geeft een belang rijke bezuiniging op de exploitatie-kosten, ter- wel ook een groote verbetering in de kwaliteit der gesprekken verkregen wordt. Eerst had men vier telefonie-zenders, door middel waarvan maar twee gesprekken tegelijk gevoerd konden worden. Nu heeft iedere zen der twee kanalen en de helft van de lampen minder, terwijl er vier gesprekken tegelijk ge voerd kunnen worden. In de toekomst zijn zelfs acht gesprekken tegelijk mogelijk. Wat is nu de feitelijke beteekenis van het enkel-zijbandsysteem? Bij de gewone radio-telefonie wordt een hoogfrequente draaggolf uitgezonden. Berekeningen toonen aan en practische proe ven zijn daarmede in overeenstemming, dat. wat de zender bij het telefoneeren uitzendt, be staat uit de sinus-cormige draaggolf en daar naast nog ter weerszijden een groep sinus- vormige frequenties, welke slechts weinig van die van de draaggolf verschillen. Deze beide groepen zij-frequenties of „zijbanden" zijn eikaars spiegelbeeld. Bij het nieuwe systeem wordt nu slechts één van deze groepen wisse lende frequenties of zij-banden uitgezonden; de draaggolf en de andere zij-band worden onder drukt. Op het ontvangstation ontvangt men dus ook slechts dien eenen zijband. Men wekt daar ech ter plaatselijk in het ontvangtoestel de draad- golf weer op. Wanneer men nu bedenkt, dat het grootste gedeelte van het vermogen van den zender noodig was voor de uitzending van de draag golf, wordt het duidelijk, dat door weglating van die draaggolf en bovendien nog een der zijbanden aanzienlijke arbeidsbesparing ver kregen wordt. Bij het oude systeem was het verbruik van een telefonie-zender met inbegrip van alle hulpwerktuigen gemiddeld 200 kilowatt. Thans bedraagt dit gemiddelde slechts 40 kilowatt bij een nog verhoogde nuttige uitstraling. Bovendien verkrijgt men nog een aanzien lijke verbetering in de kwaliteit. De nieuwe omroepzender eV Een tweede belangrijk punt in de ontwikke ling der zendapparatuur te Kootwijk, is de nieuwe omroepzender. Voor de antenne, een enkelvoudige T.- antenne, werd gebruik gemaakt van twee der bestaande 210 M. hooge masten. Zij hangt, de doorhang medegerekend, op een hoogte van ongeveer 180 M. boven den grond. De zender wordt bediend vanaf de tegenover den zender opgestelde metalen schakelborden. Deze zijn met het oog op eventueele bedrijfs storingen, geheel dubbel uitgevoerd. Tusschen de beide schakelborden zijn de lijn versterkers met splitsversterker opgesteld. Vanaf deze plaats wordt de modulatie-diepte ingesteld, welke door middel van een scillo- graaf en andere meetinstrumenten gecontro leerd wordt. Onder den zender bevindt zich een groote kelder, waarin een koelwaterinstallatie is aan gebracht voor het koelwater der zendlampen. De zender wordt gevoed door middel van twee buiten het zendgebouw opgestelde trans formatoren van resp. 500 en 750 K. V. A. In het contróle-gebouw hebben we een de monstratie bijgewoond en van het één-zijband systeem. Om eenigszins een gehoor-indruk te krijgen, liet men ons twee uitzendingen hoo- ren, welke echter goed van elkaar gescheiden konden worden. Het is zelfs mogelijk de tele grafie bij eventueele radio-verbinding met Indië er uit te halen. Wij vernamen nog, dat Radio-Kootwijk den laatsten tijd eveneens is uitgebreid met vier beams, speciaal voor het radio-verkeer rner Japan. Zoo wordt het eens zoo eenvoudige plaatsje Kootwijk steeds meer een belangrijk internatio naal knooppunt van gesprekken over heel de wereld. De leidsters die deelnemen aan de retraite en cursus op het Seminarie Hageveld worden verzocht om Woensdag 31 Juli des middags om 5 uur op Hageveld aanwezig te zijn. Degenen, die alleen den cursus meemaken, worden uiterlijk Zaterdag 3 Augustus des (middags om 2 uur verwacht. Daar het aantal inschrijvingen voor retraite en cursus het maximum aantal van 300 reeds overschreden heeft, is het voor de Graalleiding niet meer mogelijk aan verdere aanvragen tot deelname te voldoen. Cultureele betrekkingen Verschenen is het Verslag der CommissK- voor de Rijksuitgaven over de Rekening inge volge art. XV der wet van 21 Juli 1928 inzake de bestemming, te geven aan de in de jaren 1926 tot en met 1940 vervallende, aan Nederland toekomende, termijnen van de door China op grond van art. VI van het Slotprotocol, getee- kend te Peking op 7 September 1901, verschul digde schadevergoeding, over 1933. Art. II der Wet van 21 Juli 1928 schrijft voor. dat de gelden der z.g. Chineesche indemniteit ten bate van China zullen worden aangewend en dat de bestemming dier gelden nader door de Kroon zal worden bepaald. Der Commissie bleek, dat de Koningin had bepaald, dat van de nog beschikbaar komende gelden der Chineesche indemniteit 35 pet. zou den worden bestemd voor cultureele doeleinden en 65 pet. voor de uitvoering van waterbouw kundige werken in China. De gelden, te besteden voor cultureele doel einden, zouden worden aangewend als kapitaal van een in het leven te roepen „Stichting ter bevordering van de cultureele betrekkingen tusschen Nederland en China". Deze stichting is inmiddels tot stand gekomen. Openluchtspel te Eindhoven De regisseur van het openluchtspel te Eind hoven de heer Anton v. d. Velde, zal Zondag van 3.153.30 uur spreken voor den K.R.O. over het Openluchtspel. Het spel belooft een succes te worden. Er ko men nu al aanvragen van gezelschappen, zelfs buiten het Bisdom Den Bosch van meer dan honderd personen tegelijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5