Bondskanselier Schuschnigg
regeert één jaar
m
De muiterij op „De Zeven Provinciën"
De Aartsbisschop
van Utrecht
GEEN SPRAKE VAN!
OVER EEN ZORGENLAND
WAARN. COMMANDANT
STUT TERECHT
as*
PBsfe* H
Kerkelijk leven
WOENSDAG 31 JULI 1935
Staatsman kruis
drager
mm
Dr. Kurt von Schuschnigg
Demonstreerende
Deensche boeren
Eischen in Ministerraad behandeld
Een opstel in het
Lagerhuis
V er ontwaar diging over de opmer
kingen van een school
opziener
De incidenten met de
.Bremen"
Duitsche protestnota te Washing
ton ontvangen
Geen blad voor den mond
Huis ingestort
Waar Mad. Curie werd ge
boren
Italië en het Donau-pact
Neger gelyncht in
Amerika
Energievoorziening in
Limburg
Commissie van Advies
samengesteld
Overval op een Poolsche
pastorie
FRANSCH-DUITSCHE
REGELINGEN
Nasleep voor den Zeekrijgsraad
te Den Helder
Wat ten laste gelegd
wordt
KATH. FRIESCHE BOND
Jaarvergadering te Sneek
R.K. MIDDENSTANDSBOND
Ordening van het bedrijfsleven
EERST E-KAMERVERKIEZING
Toestand onveranderd
BENOEMINGEN
Paters Capucijnen
KONINKLIJK PENNING
KABINET
Een belangrijke aanwinst
AUTOBESTURENDE REIZI
GERS HEBBEN SLAAP NOODIG
Jalouzieën of rolluiken in elk hotel
UIT HET BOUWBEDRIJF
Uitkeering over vacantiedagen
De „Nachtegaal" naar Indië ver
trokken
Kolonel C. F. Ouwerling
Verkeer gestremd
Door den moord op Dr. Engelbert
Dollfuss was een gevaarlijke bres gesla
gen in het Oostenrijksche front. Deze
bres mocht niet lang open blijven. Den vijf en
twintigsten Juli stierf Dollfuss. De Bondspre
sident benoemde Dr. Kurt von Schuschnigg tot
waarnemend bondskanselier. In den nacht van
29 Juli werd Schuschnigg definitief kanselier,
nadat hij vergeefs had geprobeerd, prins Star
hemberg te bewegen als premier der regeering
op te treden. IJzeren plichtsbetrachting bepaal
de de handelingen en besluiten van den nieu
wen kanselier. De „Reichspost' herinnert er
aan, dat deze man, die thans één jaar regeert
temidden der moeilijkste omstandigheden, nooit
moeite gedaan heeft, om een vooraanstaanden
post in den Staat te bezetten. Éénmaal slechts
drong hij zich zelf op een post, toen hij in 1915
zich vrijwillig aanmeldde, om opgenomen te
worden in de armee, die in den wereldoorlog
streed voor de onafhankelijkheid en het behoud
der Donau-monarchie, van Oostenrijk. In de
politiek moest hij altijd worden geroepen, moest
hij, meestal in vertwijfelde omstandigheden,
voor een ander inspringen. Dan was hij „Ersatz-
mann", maar van buitengewoon kaliber. Dit was
een gevolg van zijn stillen, goedigen aard, die
nooit neeg naar luidruchtig pathos, een ge
volg ook van zijn overgroote bescheidenheid. In
1927 gaf hij toe aan den drang van de Tirool-
sche Volkspartij, welke wenschte, dat hij een
mandaat op zich naun in de Nationale Verga
dering, toen aldoor sterker de wensch, het ver
langen werd uitgesproken naar actieve deel
name der jongere krachten, der front-generatie,
aan het staatsbestel. In 1929 trad hij op, als
rapporteur, voor de grondwetshervorming van
Bondskanselier Schobert, toen ervaren parle
mentsleden reeds twijfelden aan het slagen van
dit toen noodzakelijke compromiswerk. In 1933
hielp hij de regeering als minister van Justitie
een ernstige situatie te boven komen, toen hij
zich bereid verklaarde om ook de portefeuille
van Onderwijs te aanvaarden, waardoor hij. ge
legenheid kreeg, om de jeugd voor Dollfuss'
hervormingswerk te bezielen.
Vier dagen na den moord op Dollfuss stond
hij aan het hoofd der regeering. Na een jaar
heeft Oostenrijk nog deze regeering, na een
jaar vol zorg en moeite. De kanselier bleef op
zijn post, ook toen, een paar weken geleden,
he#n een onnoemelijke smart trof, toen zijn
gade Herma tengevolge van een auto-ongeluk
zoo schielijk om haar jeugdig, bloeiend leven
kwam. De kanselier bleef staan en sprak het
ontroerende woord: „Wij weten, dat wij kruis
dragers zijn, opdat ons vaderland Oostenrijk
leve
Slechts zulk een offergeest was in staat,
om Schuschnigg in staat te stellen, het
erfdeel van den vermoorden kanselier
Dollfuss te handhaven, het erfdeel, waarvan hij
bij het overnemen der regeering verklaarde, dat
het is het eerste en voornaamste programpunt.
Dollfuss liet geen geschreven testament na.
Zijn nalatenschap was ideëel, de richting van
den weg, het einddoel: Oostenrijk. Het ligt ook
niet in den geest van Dollfuss, stijf vast te
houden van wat verkregen is en ook niet alleen
maar schematisch voort te zetten, wat begonnen
is. Het werk van Dollfuss was strijd en voor
bereiding. Het werd middenin afgebroken. De
zware taak der regeering.Schuschnigg is, het
werk te voleinden. Tegenover de belangrijkste
punten van dit werk staan wij, Westersche
democraten, met een gezonde dosis scepsis.
Dollfuss moest in den stormloop van links en
rechts op den Staat noodgedwongen afstand
doen van de vrijheden en rechten des volks.
Als overgang naar een nieuwen corporatieven
staat stond hij voor geen andere keuze. Hij móést
autoritair regeeren. Schuschnigg doet dit ook,
moet dit in de gegeven omstandigheden rood
en bruin loeren nog steeds op de eerste de bes
te gelegenheid, de macht te veroveren! wel
voortzetten.
In de laatste maanden is voor het eerst de
niet gekozen, maar aangewezen volksvertegen
woordiging bijeen geweest. In wezen verschilt
deze niet van den zonderlingen Duitschen
Rijksdag van het Derde Rijk, hoewel 't er wat
milder, niet zóó kadaverachtig toegaat. Ons
schijnt het, dat hier Schuschnigg het werk
van Dollfuss moet voortzetten naar den geest,
niet naar de letter. Het mag zijn, dat dit ge
beuren gaat, wanneer straks de „berufsstan-
dischen Organisationen" (organisaties naar be
roep) tot één beradend lichaam worden verbon
den, maar ook hier is afwachtende twijfeï het
beste. Het verminkte, verscheurde Oostenrijk
lijkt ons niet het geschikte land voor een zoo
groot experiment, dat zou willen steunen op
„Quadragesimo anno". Maar hoe dan ook,
Schuschnigg doet wat hij kan en hij wordt,
bijbclsch gesproken, verteerd door ijver voor
zijn volk en vaderland.
Met Starhemberg is Schuschnigg beurtelings
voorzitter van het „Vaderlandsche Pront", dat
bij den dood van zijn stichter een millioen le
den telde en thans de twee millioen reeds ver
heeft overschreden, een ledenaantal, dat t ge
zamenlijke stemmenaantal der vroegere chris-
telijk-socialen en sociaal-democraten zeer na
bijkomt. Maar ook over het wezen, doel en
vooral samenstelling van dit front is het voor
ons, wier staatswezen zoo geheel anders is.
moeilijk een klaar beeld te vormen, vooral om
dat het een feit is, dat de particuliere legers
van Schuschnigg en Starhemberg, die niet altijd
broederlijk tegenover elkander staan, Sturm-
schare en Heimwehr, beide natuurlijk lid zijr.
van dit front.
In 't afgeloopen jaar heeft Schuschnigg dingen
van belang bereikt: de rust en orde zijn se
dert 25 Juli van het vorige jaar niet verstoord,
de economische toestand is iets verbeterd, het
aantal werkloozen is met 30.000 verminderd,
v
de inleg op de spaarkassen stijgt met den dag,
180 millioen shilling meer dan het vorige jaar,
de uitvoer is gestegen met 15 pCt., de indus
trieel productie met 4 en het verbruik met
8 pCt., het vreemdelingenverkeer stijgt, trots de
„Tausendmarksperre" van Duitsche zijde en
vooral de Oostenrijksche valuta bleef volkomen
stabiel.
Op het gebied der buitenlandsche politiek
heeft de regeering Schuschnigg de door
Dollfuss aangegeven richting voortgezet.
Zij heeft het hoofd geboden aan de socialisti
sche invloeden, die van heel Europa uit het op
bouwwerk in Oostenrijk trachtten en nog
trachten te ondermijnen. Zij heeft haar hoofd
zakelijke taak terecht daar in gezien, de onaf
hankelijkheid en de vrijheid om besluiten te ne
men zonder pressie van het buitenland, te hand
haven. Zij heeft aan de wereld duidelijk ge
maakt onder verschillende omstandigheden,
dat Oostenrijk niet het object wil zijn der in
ternationale politiek, maar actief wil medewer
ken aan deze politiek als gelijkgerechtigde
partner. In de Habsburgsche kwestie heeft
Schuschnigg een daad van eenvoudige recht
vaardigheid gesteld. Hij heeft het mogelijk ge
maakt, dat de ex-keizerlijke familie de haar
onrechtvaardig ontnomen goederen terug krijgt.
Zijn wij wel ingelicht, dan denkt Schusch
nigg, hoewel overtuigd monarchist, niet ver
der te gaan en blijft de kwestie der restauratie
een theoretisch vraagstuk van de lange (zéér
lange) baan. Het probleem van het Donaupact
is zóó netelig, dat er in de praktijk voorloopig
alleen maar kan worden gesproken.
Aan het einde van dit overzicht over één
jaar regeering-Schuschnigg kan men slechts
bewondering koesteren voor den volhoudende.!!
moed van den nog jongen, katholieken Bonds
kanselier. Aan deze bewondering sluit zich van
zelf aan de wensch, dat hij het werk van zijn
voorganger moge voleinden tegelijk met de har
de, maar mooie taak, die hij zich zelf heeft
gesteld: een onafhankelijk, gezond Oostenrijk.
KOPENHAGEN, 31 Juli. (Reuter). De Maan
dag aan den Koning en den minister-president
overhandigde eischen der boeren werden nog
denzelfden dag in den Ministerraad behandeld,
die ter bespreking van nadere zaken bijeen
kwam.
Naar de minister-president aan persvertegen
woordigers mededeelde, werden in dit opzicht
geen besluiten genomen en werd ook geen ant
woord op de eischen opgesteld. Stauning ver
klaarde verder, dat eischen van zoodanigen
aard nog nooit door eenig bedrijf werden ge
steld. Het was zeer moeilijk deze eischen in
te willigen wanneer men zich aan de bepalin
gen der grondwet over eigendomsrecht, enz.,
wilde houden. Er zijn plannen waarover hij het
zonder moeite met de boeren-eens zou kunnen
worden indien deze slechts vertegenwoordigers
zouden benoemen, die met beide voeten in de
werkelijkheid stonden.
De minister-president noemde de leden der
deputatie slechte woordvoerders en zeide, dat
de organisatie, welke Maandag het woord ge
voerd had, slechts 27 pCt. der boerenbevolking
vertegenwoordigde.
Een productiestaking zou zeer nadeelig voor
het land zijn en den landbouw veel zwaarder
treffen dan de het woord voerende vertegen
woordigers wel schenen in te zien.
Intusschen heeft ook de bestuurscommissie,
der organisatie haar standpunt bepaald ten
aanzien van den door de houding van den mi
nisterpresident ontstanen toestand. In een com
munique wordt n.l. gezegd: „Nu de minister
president geweigerd heeft mede te werken aan
een verwezenlijking der eischen van den land
bouw in den Rijksdag, heeft de commissie over
eenkomstig de haar verleende volmachten een
stemmig besloten de voor de verwezenlijking der
eischen noodzakelijke maatregelen te nemen.
Zoodra de plannen daartoe voldoende zijn uit
gewerkt, zal een verdere mededeeling volgen."
LONDEN, 30 Juli (Reuter) Dinsdag werd
in het Engelsche Lagerhuis het volgende voor
val ter sprake gebracht.
Een 14-jarig meisje, Maud Mason genaamd,
had in een opstel geschreven „Engeland is het
mooiste land ter wereld". Een schoolopziener
had haar daarover berispt en tevens den
klasse-onderwijzer een terechtwijzing toege
bracht, omdat hij den kinderen „ouderwetsch
imperialisme" aanleerde.
De conservatieve afgevaardigde Sir Gerald
Hurst, vroeg onder luiden bijval aan den Mi
nister van Onderwijs of hij deswege tegen den
betrokken schoolopziener disciplinair zou op
treden.
Minister Stanley antwoordde daarop, dat het
Ministerie van Onderwijs het zeer verkeerd
achtte, indien een of andere inspecteur de trots
op en de liefde voor het vaderland bij de
kinderen zou tegengaan.
Niettegenstaande dat, behoeft men aan dit
bijzondere geval echter geen al te groote
waarde te hechten en daarom zou hij ook geen
maatregelen nemen.
Deze mededeeling van den Minister werd
door de afgevaardigden met luide afkeer-uit-
roepen begroet.
De afgevaardigde Sir Gerald Hurst deelde
daarop mede. dat hij deze kwestie in een afzon
derlijk debat in het Lagerhuis zou doen be
handelen.
99'
WASHINGTON, 30 Juli. (Reuter). In een
Dinsdag gehouden persconferentie deelde de
onderstaats-secretaris Philips mede, dat een
Duitsch protest was ontvangen over het inci
dent met de „Bremen". Hij deelde verder mede
dat men officieel eerst zijn houding zou bepa
len, wanneer de nota vertaald en de inhoud
bestudeerd zou zijn.
Men meent echter, dat de zaak door het
spontane communiqué van den plaatsvervan-
genden staats-secretaris, waarin deze Zater
dagmorgen direct officieel het leedwezen van
de Amerikaansche Regeering met het gebeurde
te kennen gaf, beëindigd had kunnen zijn, en
dat een Duitsch protest niet noodig ware ge
weest.
Burgemeester Laguardia van New York heeft
medegedeeld dat zij, die verantwoordelijk zijn
voor de demonstratie bij de „Bremen", gerech
telijk zullen worden vervolgd.
Zeer scherp heeft zich afgevaardigde Dick-
stein, de voorzitter van de immigratie-commis
sie uit het Huis van Afgevaardigden uitgelaten.
Hij verklaarde ten stelligste gekant te zijn te
gen het maken van verontschuldigingen door
de Amerikaansche regeering. In zijn morgen in
het Huis te houden redevoering zal hij niet
alleen zoo voegde hij er aan toe de gods
dienstvervolging in Duitschland ter sprake bren
gen doch Berlijn ook beschuldigen van het „bin
nensmokkelen van propaganda".
Een andere afgevaardigde zeide: „Laat
Duitschland liever excuus aanbieden voor de
wijze waarop het onze burgers behandelt."
WARSCHAU, 31 Juli. (Reuter). Een huis
van vier verdiepingen, waar Madame Curie
werd geboren en dat gelegen is in het oude
stadsdeel van Warschau, is door onbekende oor
zaak ingestort.
Tot dusver werden, naar Reuter verneemt,
vijftien lijken en zestien gewonden uit de puin-
hoopen geborgen.
De brandweer, die onmiddellijk de oprui
mingswerkzaamheden ter hand nam, werd door
een nieuwe instorting verrast, die het aantal
slachtoffers nog vermeerderde.
ROME, 30 Juli. (Reuter) In bevoegde krin
gen verklaart men zeer beslist, dat de pogin
gen om de onderhandelingen over het Donau
pact weer op gang te brengen, in geen geval
ingaan tegen de belangen van Oostenrijk en
Hongarije.
Italië is niet van plan zijn lange vriendschap
In de Prahova vallei (Roemenië) hoog bij het passeer en van
een sneltrein de spoorbrug door. Door vaart te versnellen wist d&
machinist den trein behouden over de brug te brengen
met deze twee landen op te offeren aan een of
ander compromis met een ander land gesloten.
Men verzet zich hier dus tegen de opvatting,
als zou Italië de onderhandelingen over het
Donau-pact weder opnemen met het eenig doel
een zekeren toestand in het Donau-bekken te
scheppen en aldus de handen vrij te krijgen
in zijn conflict met Ethiopië.
Zooals ook zeer duidelijk werd aangetoond
in de redevoeringen van den Duce, is Italië
steeds bereid en in staat zijn grens aan de
Brenner te verdedigen.
LOUISBURGH (Noord Carolina), 30 Juli.
(Reuter) Een groote menigte van blanken en
negers ontrukte een gearresteerden neger aan
de handen der politie en bracht hem in een
auto weg om hem te lynchen.
Staatspolitie en militairen werden gerequi-
reerd om het lynchen te voorkomen.
De neger had in een aanval van waanzin
een boer met een steen gedood en een tweeden
boer met een groote bijl onthoofd. Daarna
was de neger door andere negers overmeesterd.
Toen de politie den neger naar een andere
plaats wilde overbrengen om hem voor de
woede van het volk te beschermen, maakte de
menigte zich van hem meester. Zijn lijk werd
later, doorboord door kogels, opgehangen aan
een eik gevonden.
Gedeputeerde Staten van Limburg hebben tot
het Economisch Technologisch Instituut in
Limburg het verzoek gericht te willen overgaan
tot de instelling eener commissie, die van
advies kan dienen in zaken betreffende de
energiedistributie in Limburg.
Het E. T. I. L. heeft aan dit verzoek van
Gedeputeerde Staten voldaan en heeft de
volgende personen bereid gevonden om in een
blijvende commissie zitting te nemen:
Jhr. mr. G. A. H. Michieis van Kessenieh,
advocaat en procureur, lid van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal, Roermond, voorzitter;
mr. R. A. H. M. Gielen, directeur van het
Economisch Technologisch Instituut in Lim
burg, Maastricht; J. van Groen, procuratie
houder der N.V. Provinciale Limburgscne
Electriciteitsmaatschappij, Maastricht; prof. dr.
ir. P. K. Th. van Iterson, directeur der Staats
mijnen in Limburg, Heerlen en mr. dr. W. A. J.
M. van Waterschoot van der Gracht, hoofd-
ingtenieur van het Staatstoezicht op de mijnen,
Wylré.
WARSCHAU, 30 Juli. (A.N.P.) Een roover-
bende heeft in den nacht van Maandag op
Dinsdag een overval gepleegd op een dorps
pastorie in de omgeving van Warschau. Toen de
roovers van den pastoor eischten, dat hij zijn
geld zou afgeven, maakte deze alarm. De huis
houdster, die te hulp kwam, werd doodgescho
ten. De daders sloegen hierna op de vlucht. La
ter gelukte het een der roovers te pakken. Bij
een poging om te ontvluchten werd de bandiet
zwaargewond.
PARIJS, 30 Juli (Reuter). Als gevolg van de
Fransche maatregelen zal de ontwikkeling van
het handelsverkeer tusschen Frankrijk en
Duitschland in de toekomst worden gekarakte
riseerd door een aanzienlijke vermindering van
den Franschen uitvoer naar Duitschland, gelijk
blijkt uit een communiqué van het Fransche
Ministerie van Handel.
De uitvoer van Duitschland naar Frankrijk
zal onveranderd blijven, teneinde de regeling tot
schulden-liquidatie door middel van clearing
niet in gevaar te brengen.
De marine-officier, die als oudste in
dienstjaren het bevel had aan boord van
„De Zeven Provinciën", toen deze oorlogs
bodem, in handen zijnde van de muiters,
door den Indischen Oceaan koers zette naar
Soerabaja, de luitenant ter zee tweede klas
se H. L. van B., heeft zich heden te ver
antwoorden gehad voor den Zeekrijgsraad te
Den Helder.
Hem wordt ten laste gelegd dat hij, die
nend op het oorlogsvaartuig „De Zeven
Provinciën", in den avond van Zaterdag 4
Februari 1933, toen dit schip ter reede van
Oleh-leh, eiland Sumatra, op een afstand
van ongeveer 1200 meter uit den wal voor
anker lag, met geen ander schip in de na
bijheid dan een onbewapend vaartuig der
Gouvernementsmarine, alzoo zich bevond
op een plaats, waar, mede in verband met
het feit dat noch te Oleh-leh, noch elders
in de omgeving doelmatige bestrijdingsmid
delen, zooals artillerie of vliegtuigen, aan
wezig althans paraat waren, geen on
middellijke hulp te krijgen was:
1. opzettelijk zulks mèt de andere, destijds
in staat van beschuldiging gestelde en inmiddels
in Indië berechte officieren heeft nagelaten
geweld te gebruiken tegen de een groot deel
aan het muiten geslagen manschappen, toen
deze zich o. m. eigenmachtig van wapens en
munitie meester maakten of meester hadden
gemaakt en met het schip van zijn ankerplaats
waren weggevaren;
2. opzettelijk heeft nagelaten eenigen maat
regel van geweld naar vermogen aan te wen
den tegen meerdere schepelingen, toen deze bij
de geweerrekken samenschoolden met de ken
nelijke bedoeling zich op ongeoorloofde wijze van
de geweren meester te maken, vervolgens ver-
dachte's bevel, om de in hun bezit zijnde sleu
tels van de geweerrekken af te geven, niet op
volgden, waarbij de Inlandsche matroos 1ste
klasse S. uitdrukkelijk een weigerend antwoord
gaf en de sergeant-bottelier R. door de man
schappen met leergoed geslagen werd;
3. opzettelijk heeft nagelaten zulks mèt
vijf andere officieren met ter beschikking
staande vuurwapenen hét vuur te openen op
de muitende schepelingen, toen verdachte zich
met deze officieren, die hij aanvoerde, aan
stuurboord via het tentdek naar de brug wilde
begeven en van de zijde van de brug door een
der aldaar geposteerde, gewapende schepelin
gen bij hun nadering een schot werd gelost, het
geen door verdachte en zijn mede-officieren
als een tegen hen vijandige daad werd be
schouwd;
4. mèt de andere inmiddels veroordeelde
officieren niet door middel van geweld van te
hunner beschikking zijnde wapenen heeft belet
dat de stuurinrichting werd ingeschakeld, waar
door het schip bestuurbaar werd en daardoor
kon en zou wegstoomen;
5. gedurende een vijftal achtereenvolgende
dagen, toen „Dt Zeven Provinciën" via den
Indischen Oceaan naar Soerabaja koers zette,
mèt de andere inmiddels berechte offi
cieren opzettelijk heeft verzuimd een gewapen-
deri uitval te ondernemen, met het doel het
schip weer onder hun gezag te brengen, niet
tegenstaande het belang der zaak, te weten het
herstel van den normalen toestand, gewapend
optreden vorderde en verdachte's positie, als
ook die van de andere officieren, zulks mogelijk
maakte;
6. niet den vereischten maatregel van geweld
heeft gebruikt toen eenige met geweren, bajonet
of pistool gewapende manschappen in den
nacht van 6 op 7 Februari 1933 o. w. de In
landsche stoker-olieman H. onverwacht via
de walegangen het achterschip binnendrongen,
met het doel, eenige geweren van verdachte en
van de andere verdachten af te dreigen of in
ieder geval op te vorderen; en ten slotte
7. geenerlei maatregel van geweld heeft toe
gepast toen Zondag 5 Februari 1933 de Inland
sche matroos der 1ste klasse K., van wien ver
dachte wist, dat hij tot de muitende bemanning
behoorde, met een pistool in de hand de uit
levering van eenige loyale minderen van hem
eischte, hoewel verdachte de beschikking had
over een geladen vuistvuurwapen.
Als raadsman van den heer Van B. trad op
mr, dr. J. de Vrieze te Amsterdam.
De op 30 Juli te Sneek gehouden vergadering
van bestuursleden en afgevaardigden van den
Kath. Frieschen Bond werd geopend met een
welkomstrede van den voorzitter, den Zeereerw.
heer W. Overmeer.
Over den financieelen toestand van den
bond en zijn afdeelingfen werden breedvoerige
en vriendschappelijke beschouwingen gehouden,
waaraan door verschillende sprekers deelgeno
men werd.
Daarna gaf de heer Loerakker een interes
sante uiteenzetting van de crisis.
Voorts werd de nota van wijzingen in het
Kath. Friesche Bondsreglem'ent goedgekeurd.
Daarna werd op voorstel van den voorzitter
besloten om door inschrijving in „Ons Noor
den" gelden te verzamelen voor een monument
op het graf van den heer Theod. v. d. Locs
z.g., den jarenlangen verdienstelijken secre
taris van den Kath. Frieschen Bond te Heeren-
ve'en.
Na eenige discusie werd den heer T. van
der Zee, penningmeester van den Bond, toege
staan om naast deze functie het lidmaatschap
te vervullen van Provinciale Staten.
Vervolgens verklaarde de voorzitter, dat het
wenschelijk was jong bloed in de afdeelings-
besturen te brengen en de politieke actie in die
organisaties te verlevendigen en te verster
vingen. De leden van het bondsbestuur willen
daaraan zooveel mogelijk hun medewerking ver-
leenen.
Na een slotwoord van den heer Loerakker
werd op de gebruikelijke wijze de vergadering
gesloten.
Te Utrecht vergaderde onder leiding van den
Bondsvoorzitter, den heer J. A. Koops te Venlo,
het Centraal Bestuur van den Ned. R. K. Mid
denstandsbond.
Besproken werd de deelneming der afdeelingen
van de aangesloten stands- en vakorganisaties
aan het op n en 12 September a.s. te Rotter
dam te houden elfde Congres van de N. R. K.
M., dat van buitengewone actueele en practische
beteekenis moet worden geacht, speciaal voor de
vakorganisatie en de branchegewijze ordening-
van het middenstandsbedrijfsleven, in verband
met de Congres-onderwerpen: „de beteekenis
voor het middenstandsbedrijfsleven van de wet
op de ondernemersovereenkomsten" en „vesti-
gingseischen voor kleine nijverheid, ambacht
en detailhandel" (waaromtrent een ontwerp van
wet bij de Regeering in vergevorderden staat
van voorbereiding verkeert).
Op verzoek van den Ned. R. K. Bond van
Banketbakkerspatroons werd andermaal een be
spreking gewijd aan het ontwerp-automaten-
wet.
Onder de oogen werd gezien in welke takken
van middenstandsbedrijf mogelijkheid bestaat
tot instelling van een bedrijfsraad ingevolge de
wet-Verschuur.
Tenslotte heeft de heer J. van Eek, directeur
van de N.V. Ned. Middenstandsbank te Amster
dam, een met groote belangstelling aanhoorde
voordracht gehouden over bankcrediet in het
algemeen en middenstandsbankcrediet in het
bijzonder.
De heer van Eek vond gelegenheid mede te
wijzen op de zoo gunstige werking van het z.g.
middenstands-crisis-crediet, waarvan de uitvoe
ring aan de Ned. Middenstandsbank is toever
trouwd.
De Staatscourant van Dinsdag 30 Juli j.l. no.
146, bevat het proces-verbaal van de zitting van
het Centraal Bureau, bedoeld in art. 115 der
Kieswet, houdende vaststelling van den uitslag
der verkiezing van de leden der Eerste Kamer,
ingevolge de stemming op Vrijdag 26 Juli, voor
groep I, omvattende de provinciën Noordbra
bant, Zeeland, Utrecht en Limburg en voor
groep III omvattende de provinciën Noord-Hol
land en Friesland.
De uitslag is geheel overeenkomstig de door
het Alg. Ned. Persbureau bekend gemaakte.
De toestand van Z. H. Exc. Mgr. J. H. G.
Jansen, Aartsbisschop van Utrecht, is onver
anderd. De hooge lijder heeft een rustigen
nacht gehad.
Tot Gardiaan van het Capucijnenklooster te
Enschede (Glanerbrug), waar de Paters Capu
cijnen 1 Augustus as. de bediening der bijkerk
van de H. Bemadetta op zich nemen, is be
noemd de Hoogeerw. Pater Albertus, die Gar
diaan was te Langeweg, en tot Vicarius de Wei-
eerw. Pater Amideus.
Tot Gardiaan te Langeweg is benoemd de
Zeereerw. Pater Philibertus.
In 1934 werd te Ludwiszcze in Polen een zeer
interessante muntvondst gedaan van 651 Duit
sche en Scandinavische denarii en obolen uit
de elfde eeuw, die tusschen 1060 en 1065 blijken
vergraven te zijn. Voorzoover zij voor ons land
van belang zijn, konden zij uit bijzondere mid
delen meerendeels (182 stuks) voor het Ko
ninklijk Penningkabinet te Den Haag worden
aangekocht.
Onder de Duitsche denarii zijn n.l. het tal
rijkst die van Friesland, dat in den tijd der
gevonden munten tot de Duitsche landen be
hoorde, en Noord-Nederland tot aan het ge
bied van Maas en Waal omvatte. Vertegenwoor
digd zijn munten uit Tiel, Utrecht, Groningen,
Deventer. Stavoren, Bolsward, Leeuwarden en
Dokkum. Van het Bisdom Utrecht zijn er vele
van Willem van Pont (10541076), die. met uit
zondering van één type, in de bekende werken
van v. d. Chijs en Dannenberg, welke de be
treffende muntsoorten beschreven hebben, ge
heel ontbreken. Ook van andere onzer oude
muntplaatsen komen tot nu toe onbekende ty
pen voor. Zeer waarschijnlijk blijkt uit deze
muntvondst, dat ook Vechten een muntplaats
is geweest. Meerdere denarii dragen n.l. het
opschrift Vectio, dat, in stede van op Vught
bij Den Bosch te slaan, zooals verondersteld is,
veeleer Vechten bedoelt.
Een nadere bestudeering zal deze en andere
vragen, die de muntvondst stelt, moeten beant
woorden.
Uit bovenstaande gegevens moge echter reeds
voldoende blijken, dat met dezen aankoop het
Koninklijk Penningkabinet een zeer bijzondere
aanwinst heeft verkregen.
De Vereeniging van Artsen-Automobilisten in
Nederland, heeft een schrijven gericht aan het
bestuur van „Horecaf", teneinde haar leden erop
te wijzen, terwille van de hygiëne van den slaap,
de gordijnen in de verschillende hotels voldoen
de dik en ondoorschijnend te doen zijn opdat
vele gasten niet 's morgens reeds zeer vroeg ont
waken door het felle daglicht.
Vooral ter wille van autobesturende reizigers
is een behoorlijke slaap na een vermoeienden
dag zeer nuttig en noodzakelijk. Het beste zou
zijn, dat elk hotel over jalouzieën of rolluiken
zou beschikken.
De directeur van den Rijksdienst der Werk
loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling
heeft aan de besturen der gemeenten, welke toe
getreden zijn tot het Werkloosheidsbesluit 1917,
bericht, dat in verband met de omstandigheid
dat het collectief contract voor het bouwbedrijf
(c.q. schilders- of stukadoorsbedrijf) niet voor
alle plaatsen geldt, hij er zich mede vereenigt,
dat geen bezwaar wordt gemaakt tegen uitkee-
ringen uit de werkloozenkassen der bouwvak
arbeiders tijdens de vacantie aan arbeiders, die
wonen op plaatsen, waar het collectief contract
voor hét bouwbedrijf (c.q. schilders- of stuxa-
doorsbedrijf) niet geldt. Voorzoover die arbeiders
voldoende bons hebben, kan natuurlijk geen
uitkeering plaats hebben.
Hedenmorgen te 6 uur is het R. L. A.-
vliegtuig de „Nachtegaal" van Schiphol naar
Indië vertrokken.
Met het vliegtuig gaan mee één oassagier
tot Singapore en twee tot Athene, terwijl te
Leipzig nog drie passagiers instappen, die de
reis resp. tot Cairo, Gaza en Bagdad mee
maken.
Het toestel vervoert verder 168 K.G. post,
77 K.G. goederen en 2.400 K.G. pakketpost.
In 83-jarigen ouderdom is te 'sGravenhage
overleden de heer C. F. Ouwerling, oud-kolonel
intendant van het Nederlandsche leger.
De verdiensten van den thans ontslapene
werden o. m. erkend door zijn benoeming tot
officier in de Orde van Oranje-Nassau; voorts
was hij in het bezit van het eereteeken voor
langdurigen dienst als officier.
De K. N. A. C. meldt, dat met ingang van
1 Augustus voor minstens twee maanden alle
verkeer over den weg DeurneBakel en omge
keerd wegens wegvernieuwing is gestremd en
dat het grootverkeer zijn richting moet nemen
over Milheeze.
Een advertentie behoeft geen „kapitalen" te
«costen. Plaats maar eens een Omroeper! Rubri
ceering en gelijkvormige zetwijze. Billijk han
delstarief.