Bondskanselier Schuschnigg regeert één jaar m De muiterij op „De Zeven Provinciën" De Aartsbisschop van Utrecht GEEN SPRAKE VAN! OVER EEN ZORGENLAND WAARN. COMMANDANT STUT TERECHT as* PBsfe* H Kerkelijk leven WOENSDAG 31 JULI 1935 Staatsman kruis drager mm Dr. Kurt von Schuschnigg Demonstreerende Deensche boeren Eischen in Ministerraad behandeld Een opstel in het Lagerhuis V er ontwaar diging over de opmer kingen van een school opziener De incidenten met de .Bremen" Duitsche protestnota te Washing ton ontvangen Geen blad voor den mond Huis ingestort Waar Mad. Curie werd ge boren Italië en het Donau-pact Neger gelyncht in Amerika Energievoorziening in Limburg Commissie van Advies samengesteld Overval op een Poolsche pastorie FRANSCH-DUITSCHE REGELINGEN Nasleep voor den Zeekrijgsraad te Den Helder Wat ten laste gelegd wordt KATH. FRIESCHE BOND Jaarvergadering te Sneek R.K. MIDDENSTANDSBOND Ordening van het bedrijfsleven EERST E-KAMERVERKIEZING Toestand onveranderd BENOEMINGEN Paters Capucijnen KONINKLIJK PENNING KABINET Een belangrijke aanwinst AUTOBESTURENDE REIZI GERS HEBBEN SLAAP NOODIG Jalouzieën of rolluiken in elk hotel UIT HET BOUWBEDRIJF Uitkeering over vacantiedagen De „Nachtegaal" naar Indië ver trokken Kolonel C. F. Ouwerling Verkeer gestremd Door den moord op Dr. Engelbert Dollfuss was een gevaarlijke bres gesla gen in het Oostenrijksche front. Deze bres mocht niet lang open blijven. Den vijf en twintigsten Juli stierf Dollfuss. De Bondspre sident benoemde Dr. Kurt von Schuschnigg tot waarnemend bondskanselier. In den nacht van 29 Juli werd Schuschnigg definitief kanselier, nadat hij vergeefs had geprobeerd, prins Star hemberg te bewegen als premier der regeering op te treden. IJzeren plichtsbetrachting bepaal de de handelingen en besluiten van den nieu wen kanselier. De „Reichspost' herinnert er aan, dat deze man, die thans één jaar regeert temidden der moeilijkste omstandigheden, nooit moeite gedaan heeft, om een vooraanstaanden post in den Staat te bezetten. Éénmaal slechts drong hij zich zelf op een post, toen hij in 1915 zich vrijwillig aanmeldde, om opgenomen te worden in de armee, die in den wereldoorlog streed voor de onafhankelijkheid en het behoud der Donau-monarchie, van Oostenrijk. In de politiek moest hij altijd worden geroepen, moest hij, meestal in vertwijfelde omstandigheden, voor een ander inspringen. Dan was hij „Ersatz- mann", maar van buitengewoon kaliber. Dit was een gevolg van zijn stillen, goedigen aard, die nooit neeg naar luidruchtig pathos, een ge volg ook van zijn overgroote bescheidenheid. In 1927 gaf hij toe aan den drang van de Tirool- sche Volkspartij, welke wenschte, dat hij een mandaat op zich naun in de Nationale Verga dering, toen aldoor sterker de wensch, het ver langen werd uitgesproken naar actieve deel name der jongere krachten, der front-generatie, aan het staatsbestel. In 1929 trad hij op, als rapporteur, voor de grondwetshervorming van Bondskanselier Schobert, toen ervaren parle mentsleden reeds twijfelden aan het slagen van dit toen noodzakelijke compromiswerk. In 1933 hielp hij de regeering als minister van Justitie een ernstige situatie te boven komen, toen hij zich bereid verklaarde om ook de portefeuille van Onderwijs te aanvaarden, waardoor hij. ge legenheid kreeg, om de jeugd voor Dollfuss' hervormingswerk te bezielen. Vier dagen na den moord op Dollfuss stond hij aan het hoofd der regeering. Na een jaar heeft Oostenrijk nog deze regeering, na een jaar vol zorg en moeite. De kanselier bleef op zijn post, ook toen, een paar weken geleden, he#n een onnoemelijke smart trof, toen zijn gade Herma tengevolge van een auto-ongeluk zoo schielijk om haar jeugdig, bloeiend leven kwam. De kanselier bleef staan en sprak het ontroerende woord: „Wij weten, dat wij kruis dragers zijn, opdat ons vaderland Oostenrijk leve Slechts zulk een offergeest was in staat, om Schuschnigg in staat te stellen, het erfdeel van den vermoorden kanselier Dollfuss te handhaven, het erfdeel, waarvan hij bij het overnemen der regeering verklaarde, dat het is het eerste en voornaamste programpunt. Dollfuss liet geen geschreven testament na. Zijn nalatenschap was ideëel, de richting van den weg, het einddoel: Oostenrijk. Het ligt ook niet in den geest van Dollfuss, stijf vast te houden van wat verkregen is en ook niet alleen maar schematisch voort te zetten, wat begonnen is. Het werk van Dollfuss was strijd en voor bereiding. Het werd middenin afgebroken. De zware taak der regeering.Schuschnigg is, het werk te voleinden. Tegenover de belangrijkste punten van dit werk staan wij, Westersche democraten, met een gezonde dosis scepsis. Dollfuss moest in den stormloop van links en rechts op den Staat noodgedwongen afstand doen van de vrijheden en rechten des volks. Als overgang naar een nieuwen corporatieven staat stond hij voor geen andere keuze. Hij móést autoritair regeeren. Schuschnigg doet dit ook, moet dit in de gegeven omstandigheden rood en bruin loeren nog steeds op de eerste de bes te gelegenheid, de macht te veroveren! wel voortzetten. In de laatste maanden is voor het eerst de niet gekozen, maar aangewezen volksvertegen woordiging bijeen geweest. In wezen verschilt deze niet van den zonderlingen Duitschen Rijksdag van het Derde Rijk, hoewel 't er wat milder, niet zóó kadaverachtig toegaat. Ons schijnt het, dat hier Schuschnigg het werk van Dollfuss moet voortzetten naar den geest, niet naar de letter. Het mag zijn, dat dit ge beuren gaat, wanneer straks de „berufsstan- dischen Organisationen" (organisaties naar be roep) tot één beradend lichaam worden verbon den, maar ook hier is afwachtende twijfeï het beste. Het verminkte, verscheurde Oostenrijk lijkt ons niet het geschikte land voor een zoo groot experiment, dat zou willen steunen op „Quadragesimo anno". Maar hoe dan ook, Schuschnigg doet wat hij kan en hij wordt, bijbclsch gesproken, verteerd door ijver voor zijn volk en vaderland. Met Starhemberg is Schuschnigg beurtelings voorzitter van het „Vaderlandsche Pront", dat bij den dood van zijn stichter een millioen le den telde en thans de twee millioen reeds ver heeft overschreden, een ledenaantal, dat t ge zamenlijke stemmenaantal der vroegere chris- telijk-socialen en sociaal-democraten zeer na bijkomt. Maar ook over het wezen, doel en vooral samenstelling van dit front is het voor ons, wier staatswezen zoo geheel anders is. moeilijk een klaar beeld te vormen, vooral om dat het een feit is, dat de particuliere legers van Schuschnigg en Starhemberg, die niet altijd broederlijk tegenover elkander staan, Sturm- schare en Heimwehr, beide natuurlijk lid zijr. van dit front. In 't afgeloopen jaar heeft Schuschnigg dingen van belang bereikt: de rust en orde zijn se dert 25 Juli van het vorige jaar niet verstoord, de economische toestand is iets verbeterd, het aantal werkloozen is met 30.000 verminderd, v de inleg op de spaarkassen stijgt met den dag, 180 millioen shilling meer dan het vorige jaar, de uitvoer is gestegen met 15 pCt., de indus trieel productie met 4 en het verbruik met 8 pCt., het vreemdelingenverkeer stijgt, trots de „Tausendmarksperre" van Duitsche zijde en vooral de Oostenrijksche valuta bleef volkomen stabiel. Op het gebied der buitenlandsche politiek heeft de regeering Schuschnigg de door Dollfuss aangegeven richting voortgezet. Zij heeft het hoofd geboden aan de socialisti sche invloeden, die van heel Europa uit het op bouwwerk in Oostenrijk trachtten en nog trachten te ondermijnen. Zij heeft haar hoofd zakelijke taak terecht daar in gezien, de onaf hankelijkheid en de vrijheid om besluiten te ne men zonder pressie van het buitenland, te hand haven. Zij heeft aan de wereld duidelijk ge maakt onder verschillende omstandigheden, dat Oostenrijk niet het object wil zijn der in ternationale politiek, maar actief wil medewer ken aan deze politiek als gelijkgerechtigde partner. In de Habsburgsche kwestie heeft Schuschnigg een daad van eenvoudige recht vaardigheid gesteld. Hij heeft het mogelijk ge maakt, dat de ex-keizerlijke familie de haar onrechtvaardig ontnomen goederen terug krijgt. Zijn wij wel ingelicht, dan denkt Schusch nigg, hoewel overtuigd monarchist, niet ver der te gaan en blijft de kwestie der restauratie een theoretisch vraagstuk van de lange (zéér lange) baan. Het probleem van het Donaupact is zóó netelig, dat er in de praktijk voorloopig alleen maar kan worden gesproken. Aan het einde van dit overzicht over één jaar regeering-Schuschnigg kan men slechts bewondering koesteren voor den volhoudende.!! moed van den nog jongen, katholieken Bonds kanselier. Aan deze bewondering sluit zich van zelf aan de wensch, dat hij het werk van zijn voorganger moge voleinden tegelijk met de har de, maar mooie taak, die hij zich zelf heeft gesteld: een onafhankelijk, gezond Oostenrijk. KOPENHAGEN, 31 Juli. (Reuter). De Maan dag aan den Koning en den minister-president overhandigde eischen der boeren werden nog denzelfden dag in den Ministerraad behandeld, die ter bespreking van nadere zaken bijeen kwam. Naar de minister-president aan persvertegen woordigers mededeelde, werden in dit opzicht geen besluiten genomen en werd ook geen ant woord op de eischen opgesteld. Stauning ver klaarde verder, dat eischen van zoodanigen aard nog nooit door eenig bedrijf werden ge steld. Het was zeer moeilijk deze eischen in te willigen wanneer men zich aan de bepalin gen der grondwet over eigendomsrecht, enz., wilde houden. Er zijn plannen waarover hij het zonder moeite met de boeren-eens zou kunnen worden indien deze slechts vertegenwoordigers zouden benoemen, die met beide voeten in de werkelijkheid stonden. De minister-president noemde de leden der deputatie slechte woordvoerders en zeide, dat de organisatie, welke Maandag het woord ge voerd had, slechts 27 pCt. der boerenbevolking vertegenwoordigde. Een productiestaking zou zeer nadeelig voor het land zijn en den landbouw veel zwaarder treffen dan de het woord voerende vertegen woordigers wel schenen in te zien. Intusschen heeft ook de bestuurscommissie, der organisatie haar standpunt bepaald ten aanzien van den door de houding van den mi nisterpresident ontstanen toestand. In een com munique wordt n.l. gezegd: „Nu de minister president geweigerd heeft mede te werken aan een verwezenlijking der eischen van den land bouw in den Rijksdag, heeft de commissie over eenkomstig de haar verleende volmachten een stemmig besloten de voor de verwezenlijking der eischen noodzakelijke maatregelen te nemen. Zoodra de plannen daartoe voldoende zijn uit gewerkt, zal een verdere mededeeling volgen." LONDEN, 30 Juli (Reuter) Dinsdag werd in het Engelsche Lagerhuis het volgende voor val ter sprake gebracht. Een 14-jarig meisje, Maud Mason genaamd, had in een opstel geschreven „Engeland is het mooiste land ter wereld". Een schoolopziener had haar daarover berispt en tevens den klasse-onderwijzer een terechtwijzing toege bracht, omdat hij den kinderen „ouderwetsch imperialisme" aanleerde. De conservatieve afgevaardigde Sir Gerald Hurst, vroeg onder luiden bijval aan den Mi nister van Onderwijs of hij deswege tegen den betrokken schoolopziener disciplinair zou op treden. Minister Stanley antwoordde daarop, dat het Ministerie van Onderwijs het zeer verkeerd achtte, indien een of andere inspecteur de trots op en de liefde voor het vaderland bij de kinderen zou tegengaan. Niettegenstaande dat, behoeft men aan dit bijzondere geval echter geen al te groote waarde te hechten en daarom zou hij ook geen maatregelen nemen. Deze mededeeling van den Minister werd door de afgevaardigden met luide afkeer-uit- roepen begroet. De afgevaardigde Sir Gerald Hurst deelde daarop mede. dat hij deze kwestie in een afzon derlijk debat in het Lagerhuis zou doen be handelen. 99' WASHINGTON, 30 Juli. (Reuter). In een Dinsdag gehouden persconferentie deelde de onderstaats-secretaris Philips mede, dat een Duitsch protest was ontvangen over het inci dent met de „Bremen". Hij deelde verder mede dat men officieel eerst zijn houding zou bepa len, wanneer de nota vertaald en de inhoud bestudeerd zou zijn. Men meent echter, dat de zaak door het spontane communiqué van den plaatsvervan- genden staats-secretaris, waarin deze Zater dagmorgen direct officieel het leedwezen van de Amerikaansche Regeering met het gebeurde te kennen gaf, beëindigd had kunnen zijn, en dat een Duitsch protest niet noodig ware ge weest. Burgemeester Laguardia van New York heeft medegedeeld dat zij, die verantwoordelijk zijn voor de demonstratie bij de „Bremen", gerech telijk zullen worden vervolgd. Zeer scherp heeft zich afgevaardigde Dick- stein, de voorzitter van de immigratie-commis sie uit het Huis van Afgevaardigden uitgelaten. Hij verklaarde ten stelligste gekant te zijn te gen het maken van verontschuldigingen door de Amerikaansche regeering. In zijn morgen in het Huis te houden redevoering zal hij niet alleen zoo voegde hij er aan toe de gods dienstvervolging in Duitschland ter sprake bren gen doch Berlijn ook beschuldigen van het „bin nensmokkelen van propaganda". Een andere afgevaardigde zeide: „Laat Duitschland liever excuus aanbieden voor de wijze waarop het onze burgers behandelt." WARSCHAU, 31 Juli. (Reuter). Een huis van vier verdiepingen, waar Madame Curie werd geboren en dat gelegen is in het oude stadsdeel van Warschau, is door onbekende oor zaak ingestort. Tot dusver werden, naar Reuter verneemt, vijftien lijken en zestien gewonden uit de puin- hoopen geborgen. De brandweer, die onmiddellijk de oprui mingswerkzaamheden ter hand nam, werd door een nieuwe instorting verrast, die het aantal slachtoffers nog vermeerderde. ROME, 30 Juli. (Reuter) In bevoegde krin gen verklaart men zeer beslist, dat de pogin gen om de onderhandelingen over het Donau pact weer op gang te brengen, in geen geval ingaan tegen de belangen van Oostenrijk en Hongarije. Italië is niet van plan zijn lange vriendschap In de Prahova vallei (Roemenië) hoog bij het passeer en van een sneltrein de spoorbrug door. Door vaart te versnellen wist d& machinist den trein behouden over de brug te brengen met deze twee landen op te offeren aan een of ander compromis met een ander land gesloten. Men verzet zich hier dus tegen de opvatting, als zou Italië de onderhandelingen over het Donau-pact weder opnemen met het eenig doel een zekeren toestand in het Donau-bekken te scheppen en aldus de handen vrij te krijgen in zijn conflict met Ethiopië. Zooals ook zeer duidelijk werd aangetoond in de redevoeringen van den Duce, is Italië steeds bereid en in staat zijn grens aan de Brenner te verdedigen. LOUISBURGH (Noord Carolina), 30 Juli. (Reuter) Een groote menigte van blanken en negers ontrukte een gearresteerden neger aan de handen der politie en bracht hem in een auto weg om hem te lynchen. Staatspolitie en militairen werden gerequi- reerd om het lynchen te voorkomen. De neger had in een aanval van waanzin een boer met een steen gedood en een tweeden boer met een groote bijl onthoofd. Daarna was de neger door andere negers overmeesterd. Toen de politie den neger naar een andere plaats wilde overbrengen om hem voor de woede van het volk te beschermen, maakte de menigte zich van hem meester. Zijn lijk werd later, doorboord door kogels, opgehangen aan een eik gevonden. Gedeputeerde Staten van Limburg hebben tot het Economisch Technologisch Instituut in Limburg het verzoek gericht te willen overgaan tot de instelling eener commissie, die van advies kan dienen in zaken betreffende de energiedistributie in Limburg. Het E. T. I. L. heeft aan dit verzoek van Gedeputeerde Staten voldaan en heeft de volgende personen bereid gevonden om in een blijvende commissie zitting te nemen: Jhr. mr. G. A. H. Michieis van Kessenieh, advocaat en procureur, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, Roermond, voorzitter; mr. R. A. H. M. Gielen, directeur van het Economisch Technologisch Instituut in Lim burg, Maastricht; J. van Groen, procuratie houder der N.V. Provinciale Limburgscne Electriciteitsmaatschappij, Maastricht; prof. dr. ir. P. K. Th. van Iterson, directeur der Staats mijnen in Limburg, Heerlen en mr. dr. W. A. J. M. van Waterschoot van der Gracht, hoofd- ingtenieur van het Staatstoezicht op de mijnen, Wylré. WARSCHAU, 30 Juli. (A.N.P.) Een roover- bende heeft in den nacht van Maandag op Dinsdag een overval gepleegd op een dorps pastorie in de omgeving van Warschau. Toen de roovers van den pastoor eischten, dat hij zijn geld zou afgeven, maakte deze alarm. De huis houdster, die te hulp kwam, werd doodgescho ten. De daders sloegen hierna op de vlucht. La ter gelukte het een der roovers te pakken. Bij een poging om te ontvluchten werd de bandiet zwaargewond. PARIJS, 30 Juli (Reuter). Als gevolg van de Fransche maatregelen zal de ontwikkeling van het handelsverkeer tusschen Frankrijk en Duitschland in de toekomst worden gekarakte riseerd door een aanzienlijke vermindering van den Franschen uitvoer naar Duitschland, gelijk blijkt uit een communiqué van het Fransche Ministerie van Handel. De uitvoer van Duitschland naar Frankrijk zal onveranderd blijven, teneinde de regeling tot schulden-liquidatie door middel van clearing niet in gevaar te brengen. De marine-officier, die als oudste in dienstjaren het bevel had aan boord van „De Zeven Provinciën", toen deze oorlogs bodem, in handen zijnde van de muiters, door den Indischen Oceaan koers zette naar Soerabaja, de luitenant ter zee tweede klas se H. L. van B., heeft zich heden te ver antwoorden gehad voor den Zeekrijgsraad te Den Helder. Hem wordt ten laste gelegd dat hij, die nend op het oorlogsvaartuig „De Zeven Provinciën", in den avond van Zaterdag 4 Februari 1933, toen dit schip ter reede van Oleh-leh, eiland Sumatra, op een afstand van ongeveer 1200 meter uit den wal voor anker lag, met geen ander schip in de na bijheid dan een onbewapend vaartuig der Gouvernementsmarine, alzoo zich bevond op een plaats, waar, mede in verband met het feit dat noch te Oleh-leh, noch elders in de omgeving doelmatige bestrijdingsmid delen, zooals artillerie of vliegtuigen, aan wezig althans paraat waren, geen on middellijke hulp te krijgen was: 1. opzettelijk zulks mèt de andere, destijds in staat van beschuldiging gestelde en inmiddels in Indië berechte officieren heeft nagelaten geweld te gebruiken tegen de een groot deel aan het muiten geslagen manschappen, toen deze zich o. m. eigenmachtig van wapens en munitie meester maakten of meester hadden gemaakt en met het schip van zijn ankerplaats waren weggevaren; 2. opzettelijk heeft nagelaten eenigen maat regel van geweld naar vermogen aan te wen den tegen meerdere schepelingen, toen deze bij de geweerrekken samenschoolden met de ken nelijke bedoeling zich op ongeoorloofde wijze van de geweren meester te maken, vervolgens ver- dachte's bevel, om de in hun bezit zijnde sleu tels van de geweerrekken af te geven, niet op volgden, waarbij de Inlandsche matroos 1ste klasse S. uitdrukkelijk een weigerend antwoord gaf en de sergeant-bottelier R. door de man schappen met leergoed geslagen werd; 3. opzettelijk heeft nagelaten zulks mèt vijf andere officieren met ter beschikking staande vuurwapenen hét vuur te openen op de muitende schepelingen, toen verdachte zich met deze officieren, die hij aanvoerde, aan stuurboord via het tentdek naar de brug wilde begeven en van de zijde van de brug door een der aldaar geposteerde, gewapende schepelin gen bij hun nadering een schot werd gelost, het geen door verdachte en zijn mede-officieren als een tegen hen vijandige daad werd be schouwd; 4. mèt de andere inmiddels veroordeelde officieren niet door middel van geweld van te hunner beschikking zijnde wapenen heeft belet dat de stuurinrichting werd ingeschakeld, waar door het schip bestuurbaar werd en daardoor kon en zou wegstoomen; 5. gedurende een vijftal achtereenvolgende dagen, toen „Dt Zeven Provinciën" via den Indischen Oceaan naar Soerabaja koers zette, mèt de andere inmiddels berechte offi cieren opzettelijk heeft verzuimd een gewapen- deri uitval te ondernemen, met het doel het schip weer onder hun gezag te brengen, niet tegenstaande het belang der zaak, te weten het herstel van den normalen toestand, gewapend optreden vorderde en verdachte's positie, als ook die van de andere officieren, zulks mogelijk maakte; 6. niet den vereischten maatregel van geweld heeft gebruikt toen eenige met geweren, bajonet of pistool gewapende manschappen in den nacht van 6 op 7 Februari 1933 o. w. de In landsche stoker-olieman H. onverwacht via de walegangen het achterschip binnendrongen, met het doel, eenige geweren van verdachte en van de andere verdachten af te dreigen of in ieder geval op te vorderen; en ten slotte 7. geenerlei maatregel van geweld heeft toe gepast toen Zondag 5 Februari 1933 de Inland sche matroos der 1ste klasse K., van wien ver dachte wist, dat hij tot de muitende bemanning behoorde, met een pistool in de hand de uit levering van eenige loyale minderen van hem eischte, hoewel verdachte de beschikking had over een geladen vuistvuurwapen. Als raadsman van den heer Van B. trad op mr, dr. J. de Vrieze te Amsterdam. De op 30 Juli te Sneek gehouden vergadering van bestuursleden en afgevaardigden van den Kath. Frieschen Bond werd geopend met een welkomstrede van den voorzitter, den Zeereerw. heer W. Overmeer. Over den financieelen toestand van den bond en zijn afdeelingfen werden breedvoerige en vriendschappelijke beschouwingen gehouden, waaraan door verschillende sprekers deelgeno men werd. Daarna gaf de heer Loerakker een interes sante uiteenzetting van de crisis. Voorts werd de nota van wijzingen in het Kath. Friesche Bondsreglem'ent goedgekeurd. Daarna werd op voorstel van den voorzitter besloten om door inschrijving in „Ons Noor den" gelden te verzamelen voor een monument op het graf van den heer Theod. v. d. Locs z.g., den jarenlangen verdienstelijken secre taris van den Kath. Frieschen Bond te Heeren- ve'en. Na eenige discusie werd den heer T. van der Zee, penningmeester van den Bond, toege staan om naast deze functie het lidmaatschap te vervullen van Provinciale Staten. Vervolgens verklaarde de voorzitter, dat het wenschelijk was jong bloed in de afdeelings- besturen te brengen en de politieke actie in die organisaties te verlevendigen en te verster vingen. De leden van het bondsbestuur willen daaraan zooveel mogelijk hun medewerking ver- leenen. Na een slotwoord van den heer Loerakker werd op de gebruikelijke wijze de vergadering gesloten. Te Utrecht vergaderde onder leiding van den Bondsvoorzitter, den heer J. A. Koops te Venlo, het Centraal Bestuur van den Ned. R. K. Mid denstandsbond. Besproken werd de deelneming der afdeelingen van de aangesloten stands- en vakorganisaties aan het op n en 12 September a.s. te Rotter dam te houden elfde Congres van de N. R. K. M., dat van buitengewone actueele en practische beteekenis moet worden geacht, speciaal voor de vakorganisatie en de branchegewijze ordening- van het middenstandsbedrijfsleven, in verband met de Congres-onderwerpen: „de beteekenis voor het middenstandsbedrijfsleven van de wet op de ondernemersovereenkomsten" en „vesti- gingseischen voor kleine nijverheid, ambacht en detailhandel" (waaromtrent een ontwerp van wet bij de Regeering in vergevorderden staat van voorbereiding verkeert). Op verzoek van den Ned. R. K. Bond van Banketbakkerspatroons werd andermaal een be spreking gewijd aan het ontwerp-automaten- wet. Onder de oogen werd gezien in welke takken van middenstandsbedrijf mogelijkheid bestaat tot instelling van een bedrijfsraad ingevolge de wet-Verschuur. Tenslotte heeft de heer J. van Eek, directeur van de N.V. Ned. Middenstandsbank te Amster dam, een met groote belangstelling aanhoorde voordracht gehouden over bankcrediet in het algemeen en middenstandsbankcrediet in het bijzonder. De heer van Eek vond gelegenheid mede te wijzen op de zoo gunstige werking van het z.g. middenstands-crisis-crediet, waarvan de uitvoe ring aan de Ned. Middenstandsbank is toever trouwd. De Staatscourant van Dinsdag 30 Juli j.l. no. 146, bevat het proces-verbaal van de zitting van het Centraal Bureau, bedoeld in art. 115 der Kieswet, houdende vaststelling van den uitslag der verkiezing van de leden der Eerste Kamer, ingevolge de stemming op Vrijdag 26 Juli, voor groep I, omvattende de provinciën Noordbra bant, Zeeland, Utrecht en Limburg en voor groep III omvattende de provinciën Noord-Hol land en Friesland. De uitslag is geheel overeenkomstig de door het Alg. Ned. Persbureau bekend gemaakte. De toestand van Z. H. Exc. Mgr. J. H. G. Jansen, Aartsbisschop van Utrecht, is onver anderd. De hooge lijder heeft een rustigen nacht gehad. Tot Gardiaan van het Capucijnenklooster te Enschede (Glanerbrug), waar de Paters Capu cijnen 1 Augustus as. de bediening der bijkerk van de H. Bemadetta op zich nemen, is be noemd de Hoogeerw. Pater Albertus, die Gar diaan was te Langeweg, en tot Vicarius de Wei- eerw. Pater Amideus. Tot Gardiaan te Langeweg is benoemd de Zeereerw. Pater Philibertus. In 1934 werd te Ludwiszcze in Polen een zeer interessante muntvondst gedaan van 651 Duit sche en Scandinavische denarii en obolen uit de elfde eeuw, die tusschen 1060 en 1065 blijken vergraven te zijn. Voorzoover zij voor ons land van belang zijn, konden zij uit bijzondere mid delen meerendeels (182 stuks) voor het Ko ninklijk Penningkabinet te Den Haag worden aangekocht. Onder de Duitsche denarii zijn n.l. het tal rijkst die van Friesland, dat in den tijd der gevonden munten tot de Duitsche landen be hoorde, en Noord-Nederland tot aan het ge bied van Maas en Waal omvatte. Vertegenwoor digd zijn munten uit Tiel, Utrecht, Groningen, Deventer. Stavoren, Bolsward, Leeuwarden en Dokkum. Van het Bisdom Utrecht zijn er vele van Willem van Pont (10541076), die. met uit zondering van één type, in de bekende werken van v. d. Chijs en Dannenberg, welke de be treffende muntsoorten beschreven hebben, ge heel ontbreken. Ook van andere onzer oude muntplaatsen komen tot nu toe onbekende ty pen voor. Zeer waarschijnlijk blijkt uit deze muntvondst, dat ook Vechten een muntplaats is geweest. Meerdere denarii dragen n.l. het opschrift Vectio, dat, in stede van op Vught bij Den Bosch te slaan, zooals verondersteld is, veeleer Vechten bedoelt. Een nadere bestudeering zal deze en andere vragen, die de muntvondst stelt, moeten beant woorden. Uit bovenstaande gegevens moge echter reeds voldoende blijken, dat met dezen aankoop het Koninklijk Penningkabinet een zeer bijzondere aanwinst heeft verkregen. De Vereeniging van Artsen-Automobilisten in Nederland, heeft een schrijven gericht aan het bestuur van „Horecaf", teneinde haar leden erop te wijzen, terwille van de hygiëne van den slaap, de gordijnen in de verschillende hotels voldoen de dik en ondoorschijnend te doen zijn opdat vele gasten niet 's morgens reeds zeer vroeg ont waken door het felle daglicht. Vooral ter wille van autobesturende reizigers is een behoorlijke slaap na een vermoeienden dag zeer nuttig en noodzakelijk. Het beste zou zijn, dat elk hotel over jalouzieën of rolluiken zou beschikken. De directeur van den Rijksdienst der Werk loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling heeft aan de besturen der gemeenten, welke toe getreden zijn tot het Werkloosheidsbesluit 1917, bericht, dat in verband met de omstandigheid dat het collectief contract voor het bouwbedrijf (c.q. schilders- of stukadoorsbedrijf) niet voor alle plaatsen geldt, hij er zich mede vereenigt, dat geen bezwaar wordt gemaakt tegen uitkee- ringen uit de werkloozenkassen der bouwvak arbeiders tijdens de vacantie aan arbeiders, die wonen op plaatsen, waar het collectief contract voor hét bouwbedrijf (c.q. schilders- of stuxa- doorsbedrijf) niet geldt. Voorzoover die arbeiders voldoende bons hebben, kan natuurlijk geen uitkeering plaats hebben. Hedenmorgen te 6 uur is het R. L. A.- vliegtuig de „Nachtegaal" van Schiphol naar Indië vertrokken. Met het vliegtuig gaan mee één oassagier tot Singapore en twee tot Athene, terwijl te Leipzig nog drie passagiers instappen, die de reis resp. tot Cairo, Gaza en Bagdad mee maken. Het toestel vervoert verder 168 K.G. post, 77 K.G. goederen en 2.400 K.G. pakketpost. In 83-jarigen ouderdom is te 'sGravenhage overleden de heer C. F. Ouwerling, oud-kolonel intendant van het Nederlandsche leger. De verdiensten van den thans ontslapene werden o. m. erkend door zijn benoeming tot officier in de Orde van Oranje-Nassau; voorts was hij in het bezit van het eereteeken voor langdurigen dienst als officier. De K. N. A. C. meldt, dat met ingang van 1 Augustus voor minstens twee maanden alle verkeer over den weg DeurneBakel en omge keerd wegens wegvernieuwing is gestremd en dat het grootverkeer zijn richting moet nemen over Milheeze. Een advertentie behoeft geen „kapitalen" te «costen. Plaats maar eens een Omroeper! Rubri ceering en gelijkvormige zetwijze. Billijk han delstarief.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5