Zoekt gij betrouwbaar fTrF I Plaats dan een „Omroeper 1 Vrlvrl^Iji .vrlVI/EVIJL voor80.000gezinnen Personeel? DONDERDAG 8 AUGUSTUS 1935 Voor onze jeugdige lezers^) Jantje9s Portemonnee arniminmHmiiinniimmnimimmnnnmiiniiiiiiiiinimniimiiiiuiimiiiuiininiinmmmiiimmmmnima 99 i illllllll!lll!lllllllllill!lllllllllll|]llllllllllllllll]llllllllllllllllllllllll!lllllllll!lll!ll!llllll!llllllli!nilll!llinillllllinili worden, daar de kabouters den menschen anders kwaad doen. Nu zag Willem Wouters op den kalen der, dat de bruiloft juist op den avond van volle maan zou plaats hebben. „Wel," dacht hij, „dat is nu niet zoo pret tig; maar enfin, ik zal zorgen voor mid dernacht weer thuis te» zijn, dan kan me in ieder geval niets overkomen." Dus trok hij met zijn viool onder den arm over 't eenzame pad naar de bruiloft en zorgde dat het daar een vroolijke, ge zellige avond werd. Toen hij den terugtocht aanvaardde was hij erg vermoeid. Zijn oogen dreigden tel kens dicht te vallen en hoewel het een lichte nacht was, raakte hij toch van den goeden weg af en verdwaalde in 't bosch. Plotseling struikelde hij over een boom stronk en viel languit neer op een plek zacht mos onder een dikken eikenboom. „Wet," dacht Willem, „wat wil je nog meer; een heerlijk zacht bed en een dak van bladeren boven je hoofd!" Hij strekte zijn vermoeide ledematen uit en het duurde niet lang of zijn oogen vielen toe. Er gingen eenige oogenblikken voorbij, totdat een geluid den violist plots klaar wakker deed schieten. Het was het gelui van een of andere bel die met zilveren klank sloeg.... negen.... tienelf.... twaalf, telde Willem. Wat schrok hij. Mid dernacht en dan hier in het bosch bij volle maan. Hij greep zijn viool, sprong op en wilde als de weerlicht het hazenpad kiezen, maar het was al te laat. In het zilveren schijnsel, dat tusschen de takken door scheen, kwamen honder den kabouters en elfen aangedanst. Voor hem, achter hem, links en rechts. Nergens was een gaatje om te ontvluchten. Hij hoorde heldere stemmen zingen: Dit is het uur van volle maan, Waarop wij naar ons feest toe gaan. Wij dansen in den maneschijn En drinken rooden bessenwijn. We dansen en we springen vrij, We zijn zoo blij, zoo blij, zoo blij. Van je heisa, hopsa, trirarom, Van je heisa, hopsa, hom. Plots echter verstomde hun gezang. Vol angst wezen allen naar Willem Wouters, die, een beetje angstig tegen een boom geleund stond en vol verbazing het gedoe van die kleine menschjes gadesloeg. Daar trad een kabouter naar voren op Willem toe. Hij had een zilverwitten, lan gen baard en een gouden kroontje op zijn grijze haren. „Da's zeker de koning," dacht Willem. „O jé, wat zal me nou overkomen!" Met een diepe basstem vroeg het waar dige maonetje; Willem Wouters was een aardige vroolijke klant, die overal waar hij maar kwam, welkom was, niet al leen door het feit, dat hij zoo'n opgeruim de natuur bezat, maar voornamelijk omdat hij zoo bijzonder mooi viool kon spelen. Uren en uren in den omtrek was er geen muzikant die het zoo prachtig kon als hij en op bruiloften en kermissen was hij een graag geziene gast, die zijn broodje daar mee dan ook ruimschoots verdiende. Hij had echter één gebrek en wel een bochel, die zijn gestalte totaal ontsierde. Marietje van den bakker, die Willem graag mocht lijden hij had een knap gezicht en vriendelijke blauwe oogen wilde meestal niet met hem uitgaan, omdat het heel dikwijls gebeurde, dat de jongens uit naburige dorpen, die Willem niet zoo goed kenden, hem om dien bochel uitjouwden. Ze hadden daar samen heel veel verdriet van, vooral omdat Willem zijn heele leven lang door dat gebrek zou ontsierd blijven. Hij zocht dan maar troost bij zijn viool, terwijl tranen over zijn wangen stroom den. Eens op een avond werd Willem uitge- noodigd op de bruiloft van Sjaantje Gra- dus en Peer van Bussel in een van de om liggende dorpen, dat op een uur gaans on geveer van het huisje van Willem lag. Er liep een weg naar toe, dwars door het bosch, waarlangs geen enkel huis stond en waar geen mensch woonde. Zooals jullie wel weten, vieren de elfen en kabouters op dagen wanneer het volle maan is hun feesten en er wordt verteld, dat zij daarbij vooral niet gestoord mogen Mij tz.ok over het eenzame pad Ja dat zal ik je eens vertellen „Vreemdeling, wat doet ge hier op ons feestterrein bij volle maan? Weet ge niet, dat hiervoor door ons zware straffen zijn vastgesteld? Vertel op, waart gij met kwa de bedoelingen hier?" Willem Wouters, geschrokken van die zware basstem en die bedreiging, kreeg 'n kleur en 't angstzweet brak hem uit. „Neeeemijnheer sire koning eh bedoel ik," stotterde hij, „nee eeik was in slaap gevallen ziet U ik had den heelen avond viool gespeeld ziet U en daar was ik moe van en toen „Zoo," onderbrak de koning want die was het wat vriendelijker, „speel jij viool? Kom, speel voor ons dan eens een deuntje!" Willem, blij dat hij zich verdienstelijk kon maken, om welke reden de kabouters hem waarschijnlijk geen kwaad zouden doen, speelde alsof zijn leven er van af hing, zoo mooi als hij nog nooit gespeeld had. En de kabouters en elfen dansten en zongen en hadden ontzettend veel pret. Ze aten en dronken en vergaten ook Willem niet, die nog nooit zulke lekkere gerechten geproefd had. Toen de ochtendschemering aankondigde dat de nacht voorbij was, gaf de koning het teeken dat het feest was af- geloopen. Daarop riep hij den violist bij zich. Hij lachte vriendelijk en sprak: „Je hebt bui tengewoon mooi voor ons gespeeld. Nu mag je één wensch doen, welken je maar wilt. Denk eraan, slechts ééntje en dit komt slechts één keer in je leven voor. Je kunt kiezen tusschen rijkdom en schoonheid". Willem dacht een oogenblik na. Rijkdom, ja, dan had hij nooit geen zorgen meer; het was erg verleidelijk. Maar schoonheid, jongen, dan zou hij weer recht zijn van lijf en leden. Zijn bochel zou verdwijnen en er zou niemand zijn, die hem kon uit lachen. Hij zou met Marietje kunnen trou wen en per slot kon hij toch met zijn viool in hun onderhoud voorzien. „Schoonheid", antwoordde hij, zonder zich nog langer te bedenken. „In orde," sprak de koning en op het zelfde oogenblik waren alle kabouters en elfen verdwenen. Willem nam zijn viool en zocht naar den weg. Hè, daar lag hij vlak voor zijn neus. Wat dom dat hij dien gisteravond niet gevonden had. „DomWat dom! On dankbaar wezen," schold hij op zichzelf, want hij voelde dat zijn bochel langzaam verdween. Zoo blij als een vogeltje in de lucht, spoedde hij zich met groote passen naar huis en zag weldra den haan van den toren glanzen in de morgenzon. Daar was het eerste huis al van zijn dorp. Op het hek van zijn tuintje leunde Klaas Jansen, terwijl hij zijn morgenpijpje rookte. „Morgen Willem," groette hij vriendelijk. „Nee maar, wat is er met jou gebeurd?! Waar is je bochel gebleven?" „Ja," lachte deze, „dat zal ik je eens ver tellen." En hij verhaalde Klaas van de ka bouters en dat hij een van de twee wen- schen mocht doen: rijkdom of schoonheid. „Stommeling," dacht Klaas, toen hij hoorde hoe Willem rijkdom versmaad had, maar hardop zei hij: „Nou ik feliciteer je wel, hoor!" Klaas vertelde het aan zijn vrouw en deze drong er bij hem op aan om ook een kansje te gaan wagen. 't Is vanavond ook nog volle maan," zei ze, „en denk erom dat je geld vraagt, hoor!" „Maak je daar maar geen zorgen over," antwoordde Klaas, 's Avonds trok hij met zijn doedelzak naar de door Willem be schreven plek in het bosch. En werkelijk ook nu kwamen de kabouters en elfen, terwijl Klaas speelde dat het een lieve lust was. De kereltjes hadden weer reuzenpret en evenals Willem mocht ook Klaas 'n wensch doen, ook weer te kiezen uit rijkdom of schoonheid. Zonder zich te bedenken zei hij lachend: „Ik wensch datgene wat Willem Wouters niet wilde hebben!" „In orde," riep de koning enver dwenen waren de elfen en kereltjes. En onderweg voelde Klaas den bochel, dien Willem Wouters niet wilde hebben, op zijn rug groeien en groeien. Dat was de straf voor zijn hebzucht. In het dorp vierde Willem zelf weldra bruiloft met Marietje van den bakker en de pastoor zei, dat hij nog nooit zoo'n mooi paar had getrouwd. PIET BROOS Het voetbalspel is onze vreugde Jantje was jarig en kreeg van zijn moe Een portemonnee, een van leer; Dat was iets voor Jantje, hij was toch zóó Hij voelde zich echt een menheer! Aan ieder liet Jan het cadeautje blij zien; En allen beweerden eenparig: „'t Is werkelijk een prachtstuk en ik wilde wel Dat ik in jou plaats was en jarig!" Oom Ben zei: „Ik kijk er eens eventjes in, Want ik zou wel eens willen weten Of men aan jouw portemonnee, beste Jan Toch heelemaal niets heeft vergeten!" „Vergeten?" zegt Jan. „Neen oom, kijkt U maar goed, De sluiting is heelemaal in orde; Het leer dat is best, 'k begrijp werkelijk niet Wat daar aan vergeten kon worden!" Oom Ben lachte even en zei: „draai je om, Dan zul je daar zoo meteen weten Wat of men in jouw portemonnee, domme Jan, Toch werkelijk wel heeft vergeten!" Nu mocht Jan weer kijken en Jan was verbaasd; Hè, dat hij zich toch zoo liet foppen, Dat oom nu zoo vlug en zoo heel ongemerkt Een dubbeltje er in moest stoppen! „Ik weet het al, Oom!" juichte Jantje ver heugd, ,X>e centjes die waren vergeten In een portemonnee daar hoort geld, dat is waar, Wat dom om dat niet eens te weten!" En nu vertelde Jantje aan iedereen blij: ,,'k Heb een portemonnee fijn gekregen! Met centen erin, als een echte menheer..^ Want wat heb je nou aan een leege R, F, W. Een KLM.-vliegtuig waarin twaalf jongens gezeten waren, moest Woens dagmiddag bij Vijfhuizen een noodlanding maken, welke goed verliep. Het toestel in een bietenveld. Inzet: de piloot Frenken Op het H.H.C.-terrein te den Haag werd Woensdag de cricketwedstrijd tusschen de Flamingo's en de Harrow Wanderers gespeeld, waarvan hier boven een moment iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiïïi blij, De vliegers Robertson en Wright uit Londen gaven Woensdagmiddag op Schiphol een demonstratie met hun vliegtuig, dat uitgerust is met een compleet apparaat tegen ijsvorming op de vleugels Een scène uit het openluchtspel „Lanselut ende Sandarijn", dat ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum der V.V.V. te Doorn bij kasteel Moers bergen wordt opgevoerd De achtersteven van het tankschip „G. S. Walden", te Rotterdam ge bouwd voor de Standard Oil Comp., welk schip Maandag zal proefvaren Een kijkje op den bouw van het nieuwe gemaal aan den Vlaardingschen Dijk in het ver- verschingskanaal te Schiedam .Deutex Spec", een baarsachtige visch, te Lorenzo Marques gevangen, is door machinisten van de .Manoeran' aan het Aquarium van Artis te Amsterdam ten geschenke gegeven

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 4