Crediet-maatschappij voor de Nijverheid DE URGENTIE DER BEZUINIGINGSWET mimm weg kam nietlamger wordem voortgegaam93 V r ou wenpagina's VESTIGINGSWET VOOR DE INDUSTRIE ZONDAG 11 AUGUSTUS 1935 Brand door hooibroei Opheffing provinciale industriebanken Een mislukte inbraak (Memorie van Toelichting bij het wetsontwerp op de verlaging van de openbare uitgaven 26 April 1935) LEEKEPREEKEN Boerderij en hooiberg in asch gelegd DE RAAD VAN LOON OP ZAND In beroep bij de Kroon BANDEROLLES NIET GOED AANGEBRACHT Slager tot geldboete veroordeeld Belangrijke mededeelingen van minister Gelissen bij zijn be zoek aan het E. T. I. L. te Maastricht Werkverruiming Industriebank overbodig BLIJFT IN BRUSSEL NIET ALLEEN ACHTER! BURGEMEESTER WAUGH TE ROTTERDAM NIEUW LID DER EERSTE KAMER In het kantoor der Gemeente bedrijven te Roosendaal MEJ. GEORGINE SCHWARTZE TER AARDE BESTELD Vele blijken van belangstelling uit kunstkringen DREIGEND CONFLICT Nieuw invoerrechten-tarief Boekhouden M. O. Hoogduitsch L.O. Examen hoofdakte ■5*- Wie dit opschrift leest denkt verkeerd, wanneer iiij meent, dat wij dit keer een beschouwing gaan wijden aan de bladzijden, welke tegenwoordig onze dag- en Weekbladen sieren of ontsieren en die zeer in het bijzonder op de vrouw en de huiskamer zijn ingesteld. Wanneer wij over Vrouwenpagina's spreken dan bedoelen wij enkele bladzijden, die wij vandaag en volgende weken met ge dachten over de plaats en de roeping van de vrouw in onze tegenwoordige maatschappij willen vullen. Onze samenleving maakt een geweldige crisis door, niet enkel materieel, financieel en eco nomisch, maar ook en niet minder geestelijk. Wij leven in een der tijdperken van overgang, Waarop de latere geschiedschrijver zal wijzen, zooals wij nu van den tijd der volksverhui zingen, van de kruistochten, de renaissance, de hervorming, de Napoleontische oorlogen en Fransche revolutie spreken. In grootschheid staat deze tijd bij geen der voorafgaande tijd perken ten achter. „Tusschen het integrale communisme en een zuiver christendom zal te eeniger tijd de strijd op leven en dood wor den uitgestreden; schreef Daniël Kops. Er is geen andere bedreiging, voegde hij er aan toe; maar wij allen te zamen leven onder de scha duw van dit gevaar, eenig in zijn soort." Toch zijn er ontelbaren, die dit gevaar niet zien en zij zijn niet enkel onder de onverschil ligen te vinden. Ook onder de vurige geloovi- gen, onder de streng practiseerende katholieken zijn er velen, die liever voortdroomen en de oogen sluiten voor deze doodende schaduw. Er mogen stakingen en oproeren zijn, er mogen kreten van haat tegen de bestaande samenle ving opklinken; er mogen in het oosten schrik kelijke godslasteringen door en onder leiding van de bonden van godloozên worden uitgebraakt; heel de sociale machine moge kraken.... zij droomen voort in hun rustige rust. En toch, onlangs schreef nog een oud president van de Communistische internationale: „de wereldre volutie is niet alleen iets, wat zijn zal; maar iets wat is. Het is niet iets, wat zich in een of ander onbekend tijdperk zal openbaren; maar iets wat zich in werkelijkheid al vertoont." En die revolutie voltrekt zich niet alleen op het terrein der economie, maar ook op gees telijk gebied. Dat maakt het gevaar van de slapende vromen en van het in zeker opzicht met eerbied en ontzag opzien naar de kunst- Producten en de sociale proefnemingen van de omverwerpers der maatschappij zoo ontstellend groot. Er is maar één hoop op een goede uit komst, wanneer het eindelijk eens tusschen christendom en communisme tot den laatsten eindstrijd zal komen: dat er n.m. tijdig onver woestbare bolwerken worden opgericht, waarop de roode stormtroepen te pletter zullen loopen. En die bolwerken kunnen niet anders zijn dan de ongerepte, met Christus' geest doordeesem- de gezinnen: en van dat gezin is de vrouw het middelpunt. Vandaar dat de leiders der kerk zich in onzen tijd zooveel aan het meisje en de vrouw laten gelegen liggen; vandaar dat er in woord en geschrift zooveel werk wordt gemaakt van de vorming der katholieke vrouw. In deze lijn lag ook de verschijning van een Fransch werkje, nu eenige maanden geleden, van de bekende Marguérite Perray onder den titel „pages féminines et sociales" waarin de rol van de katholieke vrouw in de zoo nood zakelijke sociale hervorming op uitnemende wijze wordt geschetst. De gedachtengang, de voorbeelden, heel de behandeling is zuiver Fransch en zou voor ons Nederlandsch publiek 8niet de helft van de geestelijke waarde heb ben, welke er in het land van verschijning zelf van verwacht mag worden. Maar de idee om onze vrouwen en meisjes te doordringen van de geweldige gevaren, welke in onzen tijd dreigen en van de noodzakelijkheid om de vrou welijke talenten in den grooten strijd tot be houd van geloof en zeden in te schakelen is °ok voor ons van niet te overschatten be lang. Wij willen daarom aan de hand van dit Fransche boekje eenige gedachten ontwikkelen, over de taak van de vrouw in onze hedendaag- sche samenleving maar dan aangepast aan de Hollandsche mentaliteit. Over die worsteling tusschen de twee groote Wereldbeschouwingen, welke in onze dagen om de zielen van de menschheid vechten, n.m. de christeiyke en de communistische, schreef een der roode profeten van de wereldrevolutie: ik zou lang genoeg willen leven om den uitslag Van dien geweldigen stryd te aanschouwen, om het succes te zien, hetwelk ik uit geheel myn hart verhoop, waarvoor ik zou willen kunnen Werken: om te zien, wat een Staat tot stand 'kan brengen zonder godsdienst, een samenle ving zonder afgescheiden standen. De gods dienst en het gezin zijn de twee ergste vijan den van den vooruitgang." Wanneer wy ons in dezen gedachtengang goed hidringen en weten, dat dit geen phrasen zijn, blaar dat het bittere ernst is, dan mogen wy ban de moeders van het toekomstige geslacht, die de kinderen moeten leeren bidden, dus de eerste zaden van godsdienst moeten uit gooien; dan moeten wij aan de vrouwen, voor Wie gezin en familie de heiligste en dierbaarste instellingen zyn, vragen: springt gy by zulke Sodlooze en onsociale uitingen niet op van ver- °ntwaardiging en zoekt ge niet naar middelen Van afweer en verdediging? Zoo niet, dan moe ien wy twyfelen aan uw hart, aan uw doopsel. Zulke woorden moeten genoeg zijn, om een kruistocht te verwekken, zooals Urbanus II er een ih de middeleeuwen opriep, een kruistocht zoo- als Pius XI er een beoogt met zyn katholieke actie. Het gaat er niet meer om het Graf te ver overen, waarin Christus' gestorven lichaam drie dagen rustte; het gaat om zielen, waarin Chris tus levend en eeuwig moet heerschen. Het gaat biet meer zoozeer om te vechten als wel om ie herstellen, om uiteindehjk de Stad Gods op te bouwen, waar de liefde de steenen zal sa men brengen. Overal gaan stemmen op die roepen om een snellen ombouw van de maatschappy. De menschheid kan zoo niet langer leven, als zij de laatste tientallen jaren heeft gedaan, onder een voortdurende bedreiging, dat by het afbrok kelen van den eenen steen na den andere uit eindelijk alles wat wy liefhebben en vereeren in puin zal ineenstorten. Er is maar één roep: geef ons een nieuwe orde! Maar er zal nooit een nieuwe, ware beschaving gesticht worden dan op den eerbied voor de menschelijke per soonlijkheid en op de erkenning van de on- sterfehjkheid der ziel. En dit weer is slechts mogelijk in en door de sociale beginselen van het katholicisme. Aan beginselen alleen echter hebben wy niets; zij moeten in practyk worden gebracht. En nu is het een droeve waarheid, dat niet ten onrechte heidensche wijsgeeren aan de christe nen van onzen tyd verwijten, dat zy aan de heilzame en vruchtbare voorschriften van het Evangelie, aan de lessen van rechtvaardigheid en naastenliefde hebben verzaakt en daardoor zelf een oude beschaving hebben ten gronde gericht, terwyi zij onmachtig staan bij den op bouw van een nieuwe. Of, zooals een Fransch schryver het zoo raak uitdrukte: Alleen al de mogelijkheid, dat het communisme als sociaal systeem en politiek re giem kan bestaan, beteekent een in staat van beschuldiging stellen van het christendom, niet van den Christus, maar van de christenen; het getuigt, dat dezen hun plicht niet vervuld hebben. En hy voegt er aan toe: wy staan voor het dilemma: óf een algeheele wederop bouw van het christendom óf het communisme. Er is over dit thema al zooveel gesproken en geschreven. Met het verstand alleen zullen wij echter de oplossing niet brengen. Ook het hart, het fyne gevoel, de intuïtie zal moeten spreken, het instinct, dat tot heldenmoed en heldendaden dryft wanneer het gaat om ïyfs- behoud. Wanneer wij nu zeggen: hart, gevoel, in tuïtie, dan zeggen wy vrouw. En het is in derdaad de overtuiging van de beste kenners onzer hedendaagsche samenleving, dat wy van de zoo noodzakelyke hervorming der maat schappij niets zullen terecht brengen, wanneer wy aan de vrouw niet een zeer groot deel van de zware taak toebedeelen; wanneer zij in het groote werk niet wordt ingeschakeld. Daarom: wenden wy ons tot de vrouw! LIBRA. Zaterdagmiddag heeft te Eemnes een felle brand gewoed, waarby de boerdery van den landbouwer van Eiden en een hooiberg van zijn buurman Roodhart een prooi der vlammen zijn geworden. Door hooibroei is de brand ontstaan in de boerdery van van Eiden, welk gebouw spoedig in lichter laaie stond. De brandweer van Eemnes kon hiertegen niets uitrichten, zoodat de hulp van de Laren- sche brandweer werd ingeroepen. Deze kon slechts verhoeden, dat niet meer woningen een prooi der vlammen werden. In. middels had reeds de hooiberg van den land bouwer Roodhart vlam gevat; woonhuis en hooiberg brandden tot den grond toe af, ter- wyi eenig pluimvee en 100.000 pond hooi een prooi der vlammen werden. De landbouwers waren verzekerd by een on derlinge verzekeringsmaatschappy. In een bona voltallige vergadering van alle candidaten der diverse bjsten voor de verkie zing van leden van den gemeenteraad der ge meente Loon op Zand, is Vrydagavond beslo ten, in beroep te gaan by de Kroon, tegen het besluit van Gedeputeerde Staten der Provincie tot handhaving van het besluiit van den raad tot niet-toelating van de heeren J. D. E. van den Heuvel, P. J. Robben, A. Snaphaan en M. J. Snoeren en tegen het besluit tot vernietiging van het besluit van den raad dezer gemeente van de 11 overige gekozenen. Voorts werd met algemeene stemmen besloten, om voor het geval de beroepen tegen het be sluit van Gedep. Staten by de Kroon worden gehandhaafd, dat niemand der opvolgers na toelating en beëediging zitting in den raad zal nemen, zoodat in dit geval, volgens den voor zitter van het hoofdstembureau, weer de eerst gekozenen voor de dan ontstane vacatures zit ting kunnen nemen. Den slager Van T. te Den Haag was ten las te gelegd, dat hy in zyn winkel op 24 April 9 pakjes gesmolten rundvet in voorraad heeft gehad, waarop de banderolle, voorgeschreven door de Crisis Zuivel Wet, niet goed was aan gebracht. Een controleur, belast met het toezicht op de naleving van de landbouw Crisis Wet, mede als deskundige door den Haagschen Kanton, rechter gehoord, verklaarde dat de banderolles van alle negen pakjes gemakkelijk konden worden verwyderd, zonder deze te beschadigen. Mede waren eenige pakjes van een oude ban derolle van Augustus 1934 voorzien. De gemachtigde van verdachte, voorzitter van een siagerspatroonsvereeniging, verklaarde een onderzoek te hebben ingesteld naar de wyze, waarop verdachte Van T., die niet ver. schenen was, de banderolles op de pakjes plakt. Hy was van meening, dat hier van frauduleuze handelingen geen sprake is geweest, doch dat het door verdachte gebruikte plakmiddel op de perkament-papieren zakjes niet goed houdt. De ambtenaar van het O.M. achtte het ten laste gelegde bewezen en vorderde een geld boete van f60, subs. 20 dagen hechtenis, met verbeurdverklaring van het in beslag genomen «et, welke straf de Kantonrechter halveerde. De ministers van Economische Zaken en De fensie, prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen en dr. L. N. Deckers werden bij hun bezoek aan Maas tricht Zaterdag ontvangen door den heer E. M. Schaepkens Riempst, lid van den Raad van Be stuur van het E. T. I. L., die de ministers, mede namens den Commissaris der Koningin, Baron van Hövell tot Westerflier, dankte voor dit blijk van belangstelling van de züde van de hoogste autoriteiten in ons land. De directeur van het E. T. I. L.. mr. R. Gie- len, nam daarop 't woord en gaf 'n uiteen zetting over het doel, dat dit instituut zich ge steld heeft. Minister Gelissen zeide in zijn antwoord, dat hy het betreurde niet den Commissaris der Ko ningin te kunnen begroeten. Sprekende over de verbetering van den eco- nomischen toestand gaf hy aan, dat hier twee mogeiykheden zyn: werkverruiming door mid del van openbare werken en uitbreiding der industrialisatie. Het eerste middel, aldus spr., leidt niet tot blijvende werkverruiming; zulks in tegenstel ling roet industrialisatie, die, doelmatig uitge voerd, wel tot blijvende werkverruiming kan leiden. Deze gedachte heeft vooropgezeten by de oprichting van het Economisch Technologisch Instituut in Limburg. Het voorbeeld, dat men irï Lmburg gegeven heeft zal in ons geheele land moeten worden nagevolgd. Spr. lichtte dt toe aan de hand van onze passieve handelsbalans en de inkrimping van onze scheepvaart. Hoewel spr. overtuigd is, dat niet alles, wat wij invoeren, in ons eigen land kan geproduceerd worden, zouden wy zeer ze ker een deel van deze producten zelf kunnen vervaardigen. Kosten en lasten van het geheele leven zul len naar sprekers meening op een lager niveau moeten worden gebracht; in de industrie vol trekt zich dat proces vrijwel van zelf. De in dustrialisatie neemt hier te lande toe; in ver gelijking met 1934 is de uitvoer van fabrikaten in de eerste helft van 1935 met 20 millioen ge stegen. De economisch-technische exploratiedienst van het Departement van Economische Zaken zal trachten goede objecten voor de industrie te zoeken. Op deze wijze zal hy den ondernemers hulp verschaffen. Voor reorganisatie, voor uitbreiding en directe financiering zijn, aldus minister Gelissen, credieten hoog noodig. Aan het Departement van Econo mische Zaken zal opgericht worden een maatschappij voor credietver- leening aan de nijverheid, die cre dieten zal verschaffen aan de indus trie, die de banken niet willen ver schaffen. i Wanneer deze credietverleening vanuit een centraal punt geschiedt, zijn de provinciale in dustriebanken niet meer noodig. In dit ver band geeft spr. in overweging de provinciale industriebank in Limburg op te heffen en deze tot een adviseerend lichaam van de Nationale Credietverleening om te vormen. De feiten wyzen uit, dat het ruilproces zich meer en meer gaat afspelen tusschen de landen, zooals het vroeger tusschen de afzonderlyke industrieelen geschiedde. Gegeven dezen toestand is het noodig, dat in het land orde op de zaken ge steld wordt. Er zal een wet moeten wor den ingediend, volgens welke toestem ming noodig is om nieuwe industrieën te vestigen of bestaande industrieën uit te breiden. Allerminst aldus spr. moet men dit beschou wen als een aanpassing van het particulier ini tiatief; deze vestigingswet is echter noodzake- hjk om te komen tot een beteren gang van zaken in ons land. In het slot van zyn rede betuigde spr. zyn hulde aan het uitstekende voorbeeld, dat het E. T. I. L. in ons land heeft gegeven en wees daarby speciaal op de verdiensten van zyn voorzitter mr. R. Gielen. Naar aanleidng van de onderscheiding van den heer mr. R. A. H. M. Gielen, directeur van het Economisch Technologisch Instituut van Limburg, kan nog worden medegedeeld, dat deze onderscheiding hem werd verstrekt, niet alleen om de groote verdienste, welke hy zich heeft verworven by verschillende uitbreidingen van het E. T. I. L., doch tevens om zijn ruste loos pogen om economisch-technische instellin gen in iedere provincie ingang te doen vinden. Prof. dr. ir. H. C- J. H. Gelissen, minister van Economische Zaken Het Ministerie van Buitenlandsche Zaken vestigt er de aandacht op dat Nederlanders, die zich zonder voldoende legitimatiepapieren of geld naar Brussel begeven, kans loopen op groote onaangenaamheden, indien, wat meer malen voorkomt, de autobus, waarmede zy zyn gekomen, zonder hen is vertrokken. Het con sulaat-generaal te Brussel kan dergehjke per sonen niet helpen, indien zy zich niet als Ne derlanders kunnen legitimeeren. Zaterdagmorgen heeft de burgemeester van Albury, vergezeld van zijn echtgenoote, een be zoek aan Rotterdam gebracht. Op het Raadhuis werden zy ontvangen door den burgemeester, in wiens werkkamer zy zich eenigen tyd hebben onderhouden. Daarna werd een bezoek gebracht aan de Koninkiyke Roei en Zeilvereeniging „De- Maas", waar de lunch werd gebruikt. Verder stond nog op het pro gramma een boottocht door de havens en een bezoek aan het vliegveld. Het Centraal Stembureau voor de verkie zing van de leden der Eerste Kamer heeft in de vacature, ontstaan door het bedanken van den heer mr. M. Slingenberg tot lid der Eerste Kamer benoemd verklaard den heer J. Schilt- buis, te Den Haag Zaterdagmorgen vroeg is ingebroken in het kantoor der gemeentebedryven te Roosendaal, gelegen aan de Hendrik Gerard Dirckxstraat aldaar. De inbrekers moesten zonder buit den aftocht blazen, wijl de vakkundige pogingen om de brandkast te forceeren, zyn mislukt. De inbraak werd ontdekt door den directeur van de Bedry ven, den heer J. Payens, die te om streeks 6 uur in den morgen het kantoor bin nentrad voor een controle op den gasdruk. De inbrekers men vermoedt twee waren het gebouw binnen gedrongen door het opschuiven van een raam van een bybouw achter de kan toren. Vervolgens was een ruit uitgesneden uit het raam van het kantoor van den boekhouder, zoodat men daar nu vrijen toegang had. Ten einde te trachten de deuren van de brandkast te forceeren, hebben de inbrekers vervolgens eenige groote gaten in de deuren geboord, welke van schroefdraad werden voor zien, waarna met zware schroefbouten een zware yzeren beugel op de deur werd ge schroefd. De vermoedelijk vele pogingen om nu met een hefboom de brandkast te forceeren, zyn echter alle mislukt. Onmiddellijk werden de burgemeester, de wethouder der Bedrijven en de politie gewaar schuwd, welke laatste, onder leiding van den Commissaris, spoedig met een uitgebreid on derzoek een aanvang nam. Hierbij werd ook ge bruik gemaakt van een politiehond van den chef-ryksveldwachter v._ d. vyver uit Zegge, die al spoedig het spoor wees waarlangs de inbre kers waren gekomen en gevlucht. Het spoor liep evenwel dood bij een onbewoond huis ver der in de straat, waar de inbrekers dus vermoe- deiyk hun rijwielen hadden geplaatst, waarop zij hun vlucht vervolgd hebben. Nadat met zeer veel moeite de brandkast door der, boekhouder, geholpen door den directeur, was geopend, kon worden geconstateerd, dat er niets was vermist. Intusschen zet de politie haar onderzoek, waarby ook foto's en vingerafdrukken werden genomen, met kracht voort. Op de begraafplaats Zorgvlied te Amsterdam is Zaterdagmiddag het stoffelyk overschot van de bekende beeldhouwster Mejuffrouw Geor- gine Schwartze ter aarde besteld. Buiten de aula werd de kist, bedekt met een zwart kleed, waarop een aantal van de onge veer 60 bloemstukken, opgebaard. In wijden kring er om heen schaarden zich de zeer vele belangstellenden. Onder dezen wa ren o.m. de voorzitter en secretaris van. 't Ge nootschap Arti et Amicitiae, de heeren prof. Huib Luns en Reiger, bestuursleden - van St. Lucas, de heer M. Vreugde, voorzitter van den Nederl. Kring van Beeldhouwers, de heer J. de Boer, voorzitter van de Amsterdamsche Federa tie van Beeldende Kunstenaars, de heer Baard, directeur van het Stedelyk Museum, die mede de gemeente Amsterdam vertegenwoordigde, de heer C. M. Lindeman, conservator van het Ryksmuseum. Voorts de heer W. J. Bik, voorzitter van de Diaconie van de Ev. Luth. Gemeente, de heer Brinkman, voorzitter van het Ev. Luth. Wees huis er. de heer Postman, secretaris van die in stelling Verder een groot aantal kunstenaars op ve lerlei gebied. Toen de familie zich schaarde by den uit gang van de aula, speelde het orgel „Een vaste Burcht is onze God." Als eerste spreker trad naar voren prof. Huib Luns, die zeide dat de familie het zoo juist had gezegd, by de vermelding van haar over- Iyden, dat Georgine Schwartze uit ons midden is heengegaan. Zy is thans uit den kunstkring getreden. Zy had, zoo, vervolgde spreker, een religieuzen eerbied voor de natuur. Die eerbied heeft haar het eerbetoon gebracht voor haar werk. De heer Bart Peizel zeide, dat St. Lucas een harer oudste leden verloren heeft. Wanneer een collega heengaat, die zoo algemeen bevriend is, valt dat afscheid heel zwaar. De heer J. Brinkman, sprekende namens het Ev. Luth. Weeshuis, herinnerde eraan, dat da overledene 14 jaar Regentes is geweest en van een aantal meisjes de patrones. Zy heeft veel gedaan voor de armen in het algemeen en voor die van Ring I in het byzonder. De heer Jan de Boer, voorzitter van de Am sterdamsche Federatie van Beeldende Kunste naars, getuigde van de groote kwaliteiten en de humane eigenschappen van de overledene. De schilder Monnickendam bracht enkele jeugdherinneringen naar voren en zeide, dat met Georgine Schwartze de laatste van dit roemryke gezin is heengegaan. Nadat ds. Schutte de overledene nog her dacht had als godsdienstige vrouw, werd de kist grafwaarts gedragen. Nadat allen zich om de groeve hadden ge schaard dankte mejuffrouw Lizzy Ansingh namens de familie voor de groote belangstel ling. De Ryksbemiddelaar, prof. mr. Aalberse, heeft inlichtingen gevraagd aan de partyen betrokken by het dreigend conflict in de Tilburgsche wol- lenstoffenindustrie. In het Staatsblad is Zaterdag afgekondigd de Wet van den 28sten Juni 1935, tot vast stelling van een nieuw tarief van invoerrechten. DEN HAAG. Geslaagd: G W. W. van der Most, Hillegersberg; J. H. Mouwes en A. de Nys, beiden te Amsterdam. 's-GRAVENHAGE. Toegelaten de heeren P. Beynen, Rumpen; H. Geertman, Boxtel; L. Kra- nenberg, Hallum; A. Versprille, Temeuzen; de dames M. Brantjes, Rotterdam en W. W. Kor- vas, Vlissingen. ARNHEM, 9 Aug. 1935 Geëxamineerd 4 ml. en 3 vr. candidaten. Geslaagd mej. H. M. Roos te Nymegen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5