Crediet-maatschappij voor de
Nijverheid
DE URGENTIE DER BEZUINIGINGSWET
mimm
weg kam nietlamger
wordem voortgegaam93
V r ou wenpagina's
VESTIGINGSWET VOOR
DE INDUSTRIE
ZONDAG 11 AUGUSTUS 1935
Brand door hooibroei
Opheffing provinciale
industriebanken
Een mislukte inbraak
(Memorie van Toelichting bij het wetsontwerp op de
verlaging van de openbare uitgaven 26 April 1935)
LEEKEPREEKEN
Boerderij en hooiberg in asch
gelegd
DE RAAD VAN LOON OP ZAND
In beroep bij de Kroon
BANDEROLLES NIET GOED
AANGEBRACHT
Slager tot geldboete veroordeeld
Belangrijke mededeelingen van
minister Gelissen bij zijn be
zoek aan het E. T. I. L.
te Maastricht
Werkverruiming
Industriebank overbodig
BLIJFT IN BRUSSEL NIET
ALLEEN ACHTER!
BURGEMEESTER WAUGH
TE ROTTERDAM
NIEUW LID DER EERSTE
KAMER
In het kantoor der Gemeente
bedrijven te Roosendaal
MEJ. GEORGINE SCHWARTZE
TER AARDE BESTELD
Vele blijken van belangstelling
uit kunstkringen
DREIGEND CONFLICT
Nieuw invoerrechten-tarief
Boekhouden M. O.
Hoogduitsch L.O.
Examen hoofdakte
■5*-
Wie dit opschrift leest denkt verkeerd,
wanneer iiij meent, dat wij dit keer
een beschouwing gaan wijden aan de
bladzijden, welke tegenwoordig onze dag- en
Weekbladen sieren of ontsieren en die zeer in
het bijzonder op de vrouw en de huiskamer
zijn ingesteld. Wanneer wij over Vrouwenpagina's
spreken dan bedoelen wij enkele bladzijden,
die wij vandaag en volgende weken met ge
dachten over de plaats en de roeping van de
vrouw in onze tegenwoordige maatschappij
willen vullen.
Onze samenleving maakt een geweldige crisis
door, niet enkel materieel, financieel en eco
nomisch, maar ook en niet minder geestelijk.
Wij leven in een der tijdperken van overgang,
Waarop de latere geschiedschrijver zal wijzen,
zooals wij nu van den tijd der volksverhui
zingen, van de kruistochten, de renaissance, de
hervorming, de Napoleontische oorlogen en
Fransche revolutie spreken. In grootschheid
staat deze tijd bij geen der voorafgaande tijd
perken ten achter. „Tusschen het integrale
communisme en een zuiver christendom zal te
eeniger tijd de strijd op leven en dood wor
den uitgestreden; schreef Daniël Kops. Er is
geen andere bedreiging, voegde hij er aan toe;
maar wij allen te zamen leven onder de scha
duw van dit gevaar, eenig in zijn soort."
Toch zijn er ontelbaren, die dit gevaar niet
zien en zij zijn niet enkel onder de onverschil
ligen te vinden. Ook onder de vurige geloovi-
gen, onder de streng practiseerende katholieken
zijn er velen, die liever voortdroomen en de
oogen sluiten voor deze doodende schaduw. Er
mogen stakingen en oproeren zijn, er mogen
kreten van haat tegen de bestaande samenle
ving opklinken; er mogen in het oosten schrik
kelijke godslasteringen door en onder leiding van
de bonden van godloozên worden uitgebraakt;
heel de sociale machine moge kraken.... zij
droomen voort in hun rustige rust. En toch,
onlangs schreef nog een oud president van de
Communistische internationale: „de wereldre
volutie is niet alleen iets, wat zijn zal; maar
iets wat is. Het is niet iets, wat zich in een
of ander onbekend tijdperk zal openbaren; maar
iets wat zich in werkelijkheid al vertoont."
En die revolutie voltrekt zich niet alleen op
het terrein der economie, maar ook op gees
telijk gebied. Dat maakt het gevaar van de
slapende vromen en van het in zeker opzicht
met eerbied en ontzag opzien naar de kunst-
Producten en de sociale proefnemingen van de
omverwerpers der maatschappij zoo ontstellend
groot. Er is maar één hoop op een goede uit
komst, wanneer het eindelijk eens tusschen
christendom en communisme tot den laatsten
eindstrijd zal komen: dat er n.m. tijdig onver
woestbare bolwerken worden opgericht, waarop
de roode stormtroepen te pletter zullen loopen.
En die bolwerken kunnen niet anders zijn dan
de ongerepte, met Christus' geest doordeesem-
de gezinnen: en van dat gezin is de vrouw het
middelpunt. Vandaar dat de leiders der kerk
zich in onzen tijd zooveel aan het meisje en
de vrouw laten gelegen liggen; vandaar dat
er in woord en geschrift zooveel werk wordt
gemaakt van de vorming der katholieke vrouw.
In deze lijn lag ook de verschijning van een
Fransch werkje, nu eenige maanden geleden,
van de bekende Marguérite Perray onder den
titel „pages féminines et sociales" waarin de
rol van de katholieke vrouw in de zoo nood
zakelijke sociale hervorming op uitnemende
wijze wordt geschetst. De gedachtengang, de
voorbeelden, heel de behandeling is zuiver
Fransch en zou voor ons Nederlandsch publiek
8niet de helft van de geestelijke waarde heb
ben, welke er in het land van verschijning
zelf van verwacht mag worden. Maar de idee
om onze vrouwen en meisjes te doordringen
van de geweldige gevaren, welke in onzen tijd
dreigen en van de noodzakelijkheid om de vrou
welijke talenten in den grooten strijd tot be
houd van geloof en zeden in te schakelen is
°ok voor ons van niet te overschatten be
lang. Wij willen daarom aan de hand van dit
Fransche boekje eenige gedachten ontwikkelen,
over de taak van de vrouw in onze hedendaag-
sche samenleving maar dan aangepast aan de
Hollandsche mentaliteit.
Over die worsteling tusschen de twee groote
Wereldbeschouwingen, welke in onze dagen om
de zielen van de menschheid vechten, n.m. de
christeiyke en de communistische, schreef een
der roode profeten van de wereldrevolutie: ik
zou lang genoeg willen leven om den uitslag
Van dien geweldigen stryd te aanschouwen, om
het succes te zien, hetwelk ik uit geheel myn
hart verhoop, waarvoor ik zou willen kunnen
Werken: om te zien, wat een Staat tot stand
'kan brengen zonder godsdienst, een samenle
ving zonder afgescheiden standen. De gods
dienst en het gezin zijn de twee ergste vijan
den van den vooruitgang."
Wanneer wy ons in dezen gedachtengang goed
hidringen en weten, dat dit geen phrasen zijn,
blaar dat het bittere ernst is, dan mogen wy
ban de moeders van het toekomstige geslacht,
die de kinderen moeten leeren bidden, dus de
eerste zaden van godsdienst moeten uit
gooien; dan moeten wij aan de vrouwen, voor
Wie gezin en familie de heiligste en dierbaarste
instellingen zyn, vragen: springt gy by zulke
Sodlooze en onsociale uitingen niet op van ver-
°ntwaardiging en zoekt ge niet naar middelen
Van afweer en verdediging? Zoo niet, dan moe
ien wy twyfelen aan uw hart, aan uw doopsel.
Zulke woorden moeten genoeg zijn, om een
kruistocht te verwekken, zooals Urbanus II er een
ih de middeleeuwen opriep, een kruistocht zoo-
als Pius XI er een beoogt met zyn katholieke
actie.
Het gaat er niet meer om het Graf te ver
overen, waarin Christus' gestorven lichaam drie
dagen rustte; het gaat om zielen, waarin Chris
tus levend en eeuwig moet heerschen. Het gaat
biet meer zoozeer om te vechten als wel om
ie herstellen, om uiteindehjk de Stad Gods op
te bouwen, waar de liefde de steenen zal sa
men brengen.
Overal gaan stemmen op die roepen om een
snellen ombouw van de maatschappy. De
menschheid kan zoo niet langer leven, als zij
de laatste tientallen jaren heeft gedaan, onder
een voortdurende bedreiging, dat by het afbrok
kelen van den eenen steen na den andere uit
eindelijk alles wat wy liefhebben en vereeren
in puin zal ineenstorten. Er is maar één roep:
geef ons een nieuwe orde! Maar er zal nooit
een nieuwe, ware beschaving gesticht worden
dan op den eerbied voor de menschelijke per
soonlijkheid en op de erkenning van de on-
sterfehjkheid der ziel. En dit weer is slechts
mogelijk in en door de sociale beginselen van
het katholicisme.
Aan beginselen alleen echter hebben wy
niets; zij moeten in practyk worden gebracht.
En nu is het een droeve waarheid, dat niet ten
onrechte heidensche wijsgeeren aan de christe
nen van onzen tyd verwijten, dat zy aan de
heilzame en vruchtbare voorschriften van het
Evangelie, aan de lessen van rechtvaardigheid
en naastenliefde hebben verzaakt en daardoor
zelf een oude beschaving hebben ten gronde
gericht, terwyi zij onmachtig staan bij den op
bouw van een nieuwe.
Of, zooals een Fransch schryver het zoo raak
uitdrukte: Alleen al de mogelijkheid, dat het
communisme als sociaal systeem en politiek re
giem kan bestaan, beteekent een in staat van
beschuldiging stellen van het christendom, niet
van den Christus, maar van de christenen;
het getuigt, dat dezen hun plicht niet vervuld
hebben. En hy voegt er aan toe: wy staan
voor het dilemma: óf een algeheele wederop
bouw van het christendom óf het communisme.
Er is over dit thema al zooveel gesproken
en geschreven. Met het verstand alleen zullen
wij echter de oplossing niet brengen. Ook het
hart, het fyne gevoel, de intuïtie zal moeten
spreken, het instinct, dat tot heldenmoed en
heldendaden dryft wanneer het gaat om ïyfs-
behoud.
Wanneer wij nu zeggen: hart, gevoel, in
tuïtie, dan zeggen wy vrouw. En het is in
derdaad de overtuiging van de beste kenners
onzer hedendaagsche samenleving, dat wy van
de zoo noodzakelyke hervorming der maat
schappij niets zullen terecht brengen, wanneer
wy aan de vrouw niet een zeer groot deel van
de zware taak toebedeelen; wanneer zij in het
groote werk niet wordt ingeschakeld. Daarom:
wenden wy ons tot de vrouw!
LIBRA.
Zaterdagmiddag heeft te Eemnes een felle
brand gewoed, waarby de boerdery van den
landbouwer van Eiden en een hooiberg van
zijn buurman Roodhart een prooi der vlammen
zijn geworden.
Door hooibroei is de brand ontstaan in de
boerdery van van Eiden, welk gebouw spoedig
in lichter laaie stond.
De brandweer van Eemnes kon hiertegen
niets uitrichten, zoodat de hulp van de Laren-
sche brandweer werd ingeroepen.
Deze kon slechts verhoeden, dat niet meer
woningen een prooi der vlammen werden. In.
middels had reeds de hooiberg van den land
bouwer Roodhart vlam gevat; woonhuis en
hooiberg brandden tot den grond toe af, ter-
wyi eenig pluimvee en 100.000 pond hooi een
prooi der vlammen werden.
De landbouwers waren verzekerd by een on
derlinge verzekeringsmaatschappy.
In een bona voltallige vergadering van alle
candidaten der diverse bjsten voor de verkie
zing van leden van den gemeenteraad der ge
meente Loon op Zand, is Vrydagavond beslo
ten, in beroep te gaan by de Kroon, tegen het
besluit van Gedeputeerde Staten der Provincie
tot handhaving van het besluiit van den raad
tot niet-toelating van de heeren J. D. E. van
den Heuvel, P. J. Robben, A. Snaphaan en M.
J. Snoeren en tegen het besluit tot vernietiging
van het besluit van den raad dezer gemeente
van de 11 overige gekozenen.
Voorts werd met algemeene stemmen besloten,
om voor het geval de beroepen tegen het be
sluit van Gedep. Staten by de Kroon worden
gehandhaafd, dat niemand der opvolgers na
toelating en beëediging zitting in den raad zal
nemen, zoodat in dit geval, volgens den voor
zitter van het hoofdstembureau, weer de eerst
gekozenen voor de dan ontstane vacatures zit
ting kunnen nemen.
Den slager Van T. te Den Haag was ten las
te gelegd, dat hy in zyn winkel op 24 April
9 pakjes gesmolten rundvet in voorraad heeft
gehad, waarop de banderolle, voorgeschreven
door de Crisis Zuivel Wet, niet goed was aan
gebracht.
Een controleur, belast met het toezicht op
de naleving van de landbouw Crisis Wet, mede
als deskundige door den Haagschen Kanton,
rechter gehoord, verklaarde dat de banderolles
van alle negen pakjes gemakkelijk konden
worden verwyderd, zonder deze te beschadigen.
Mede waren eenige pakjes van een oude ban
derolle van Augustus 1934 voorzien.
De gemachtigde van verdachte, voorzitter
van een siagerspatroonsvereeniging, verklaarde
een onderzoek te hebben ingesteld naar de
wyze, waarop verdachte Van T., die niet ver.
schenen was, de banderolles op de pakjes plakt.
Hy was van meening, dat hier van frauduleuze
handelingen geen sprake is geweest, doch dat
het door verdachte gebruikte plakmiddel op de
perkament-papieren zakjes niet goed houdt.
De ambtenaar van het O.M. achtte het ten
laste gelegde bewezen en vorderde een geld
boete van f60, subs. 20 dagen hechtenis, met
verbeurdverklaring van het in beslag genomen
«et, welke straf de Kantonrechter halveerde.
De ministers van Economische Zaken en De
fensie, prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen en dr.
L. N. Deckers werden bij hun bezoek aan Maas
tricht Zaterdag ontvangen door den heer E. M.
Schaepkens Riempst, lid van den Raad van Be
stuur van het E. T. I. L., die de ministers,
mede namens den Commissaris der Koningin,
Baron van Hövell tot Westerflier, dankte voor
dit blijk van belangstelling van de züde van
de hoogste autoriteiten in ons land.
De directeur van het E. T. I. L.. mr. R. Gie-
len, nam daarop 't woord en gaf 'n uiteen
zetting over het doel, dat dit instituut zich ge
steld heeft.
Minister Gelissen zeide in zijn antwoord, dat
hy het betreurde niet den Commissaris der Ko
ningin te kunnen begroeten.
Sprekende over de verbetering van den eco-
nomischen toestand gaf hy aan, dat hier twee
mogeiykheden zyn: werkverruiming door mid
del van openbare werken en uitbreiding der
industrialisatie.
Het eerste middel, aldus spr., leidt niet tot
blijvende werkverruiming; zulks in tegenstel
ling roet industrialisatie, die, doelmatig uitge
voerd, wel tot blijvende werkverruiming kan
leiden. Deze gedachte heeft vooropgezeten by
de oprichting van het Economisch Technologisch
Instituut in Limburg.
Het voorbeeld, dat men irï Lmburg gegeven
heeft zal in ons geheele land moeten worden
nagevolgd.
Spr. lichtte dt toe aan de hand van onze
passieve handelsbalans en de inkrimping van
onze scheepvaart. Hoewel spr. overtuigd is, dat
niet alles, wat wij invoeren, in ons eigen land
kan geproduceerd worden, zouden wy zeer ze
ker een deel van deze producten zelf kunnen
vervaardigen.
Kosten en lasten van het geheele leven zul
len naar sprekers meening op een lager niveau
moeten worden gebracht; in de industrie vol
trekt zich dat proces vrijwel van zelf. De in
dustrialisatie neemt hier te lande toe; in ver
gelijking met 1934 is de uitvoer van fabrikaten
in de eerste helft van 1935 met 20 millioen ge
stegen.
De economisch-technische exploratiedienst van
het Departement van Economische Zaken zal
trachten goede objecten voor de industrie te
zoeken. Op deze wijze zal hy den ondernemers
hulp verschaffen.
Voor reorganisatie, voor uitbreiding
en directe financiering zijn, aldus
minister Gelissen, credieten hoog
noodig.
Aan het Departement van Econo
mische Zaken zal opgericht worden
een maatschappij voor credietver-
leening aan de nijverheid, die cre
dieten zal verschaffen aan de indus
trie, die de banken niet willen ver
schaffen.
i
Wanneer deze credietverleening vanuit een
centraal punt geschiedt, zijn de provinciale in
dustriebanken niet meer noodig. In dit ver
band geeft spr. in overweging de provinciale
industriebank in Limburg op te heffen en deze
tot een adviseerend lichaam van de Nationale
Credietverleening om te vormen.
De feiten wyzen uit, dat het ruilproces zich
meer en meer gaat afspelen tusschen de landen,
zooals het vroeger tusschen de afzonderlyke
industrieelen geschiedde.
Gegeven dezen toestand is het noodig,
dat in het land orde op de zaken ge
steld wordt. Er zal een wet moeten wor
den ingediend, volgens welke toestem
ming noodig is om nieuwe industrieën
te vestigen of bestaande industrieën uit
te breiden.
Allerminst aldus spr. moet men dit beschou
wen als een aanpassing van het particulier ini
tiatief; deze vestigingswet is echter noodzake-
hjk om te komen tot een beteren gang van
zaken in ons land.
In het slot van zyn rede betuigde spr. zyn
hulde aan het uitstekende voorbeeld, dat het
E. T. I. L. in ons land heeft gegeven en wees
daarby speciaal op de verdiensten van zyn
voorzitter mr. R. Gielen.
Naar aanleidng van de onderscheiding van
den heer mr. R. A. H. M. Gielen, directeur van
het Economisch Technologisch Instituut van
Limburg, kan nog worden medegedeeld, dat
deze onderscheiding hem werd verstrekt, niet
alleen om de groote verdienste, welke hy zich
heeft verworven by verschillende uitbreidingen
van het E. T. I. L., doch tevens om zijn ruste
loos pogen om economisch-technische instellin
gen in iedere provincie ingang te doen vinden.
Prof. dr. ir. H. C- J. H. Gelissen, minister
van Economische Zaken
Het Ministerie van Buitenlandsche Zaken
vestigt er de aandacht op dat Nederlanders, die
zich zonder voldoende legitimatiepapieren of
geld naar Brussel begeven, kans loopen op
groote onaangenaamheden, indien, wat meer
malen voorkomt, de autobus, waarmede zy zyn
gekomen, zonder hen is vertrokken. Het con
sulaat-generaal te Brussel kan dergehjke per
sonen niet helpen, indien zy zich niet als Ne
derlanders kunnen legitimeeren.
Zaterdagmorgen heeft de burgemeester van
Albury, vergezeld van zijn echtgenoote, een be
zoek aan Rotterdam gebracht.
Op het Raadhuis werden zy ontvangen door
den burgemeester, in wiens werkkamer zy zich
eenigen tyd hebben onderhouden. Daarna werd
een bezoek gebracht aan de Koninkiyke Roei
en Zeilvereeniging „De- Maas", waar de lunch
werd gebruikt. Verder stond nog op het pro
gramma een boottocht door de havens en een
bezoek aan het vliegveld.
Het Centraal Stembureau voor de verkie
zing van de leden der Eerste Kamer heeft in
de vacature, ontstaan door het bedanken van
den heer mr. M. Slingenberg tot lid der Eerste
Kamer benoemd verklaard den heer J. Schilt-
buis, te Den Haag
Zaterdagmorgen vroeg is ingebroken in het
kantoor der gemeentebedryven te Roosendaal,
gelegen aan de Hendrik Gerard Dirckxstraat
aldaar. De inbrekers moesten zonder buit den
aftocht blazen, wijl de vakkundige pogingen om
de brandkast te forceeren, zyn mislukt.
De inbraak werd ontdekt door den directeur
van de Bedry ven, den heer J. Payens, die te om
streeks 6 uur in den morgen het kantoor bin
nentrad voor een controle op den gasdruk. De
inbrekers men vermoedt twee waren het
gebouw binnen gedrongen door het opschuiven
van een raam van een bybouw achter de kan
toren. Vervolgens was een ruit uitgesneden uit
het raam van het kantoor van den boekhouder,
zoodat men daar nu vrijen toegang had.
Ten einde te trachten de deuren van de
brandkast te forceeren, hebben de inbrekers
vervolgens eenige groote gaten in de deuren
geboord, welke van schroefdraad werden voor
zien, waarna met zware schroefbouten een
zware yzeren beugel op de deur werd ge
schroefd. De vermoedelijk vele pogingen om nu
met een hefboom de brandkast te forceeren,
zyn echter alle mislukt.
Onmiddellijk werden de burgemeester, de
wethouder der Bedrijven en de politie gewaar
schuwd, welke laatste, onder leiding van den
Commissaris, spoedig met een uitgebreid on
derzoek een aanvang nam. Hierbij werd ook ge
bruik gemaakt van een politiehond van den
chef-ryksveldwachter v._ d. vyver uit Zegge, die
al spoedig het spoor wees waarlangs de inbre
kers waren gekomen en gevlucht. Het spoor
liep evenwel dood bij een onbewoond huis ver
der in de straat, waar de inbrekers dus vermoe-
deiyk hun rijwielen hadden geplaatst, waarop
zij hun vlucht vervolgd hebben.
Nadat met zeer veel moeite de brandkast door
der, boekhouder, geholpen door den directeur,
was geopend, kon worden geconstateerd, dat er
niets was vermist.
Intusschen zet de politie haar onderzoek,
waarby ook foto's en vingerafdrukken werden
genomen, met kracht voort.
Op de begraafplaats Zorgvlied te Amsterdam
is Zaterdagmiddag het stoffelyk overschot van
de bekende beeldhouwster Mejuffrouw Geor-
gine Schwartze ter aarde besteld.
Buiten de aula werd de kist, bedekt met een
zwart kleed, waarop een aantal van de onge
veer 60 bloemstukken, opgebaard.
In wijden kring er om heen schaarden zich
de zeer vele belangstellenden. Onder dezen wa
ren o.m. de voorzitter en secretaris van. 't Ge
nootschap Arti et Amicitiae, de heeren prof.
Huib Luns en Reiger, bestuursleden - van St.
Lucas, de heer M. Vreugde, voorzitter van den
Nederl. Kring van Beeldhouwers, de heer J. de
Boer, voorzitter van de Amsterdamsche Federa
tie van Beeldende Kunstenaars, de heer Baard,
directeur van het Stedelyk Museum, die mede
de gemeente Amsterdam vertegenwoordigde,
de heer C. M. Lindeman, conservator van het
Ryksmuseum.
Voorts de heer W. J. Bik, voorzitter van de
Diaconie van de Ev. Luth. Gemeente, de heer
Brinkman, voorzitter van het Ev. Luth. Wees
huis er. de heer Postman, secretaris van die in
stelling
Verder een groot aantal kunstenaars op ve
lerlei gebied.
Toen de familie zich schaarde by den uit
gang van de aula, speelde het orgel „Een vaste
Burcht is onze God."
Als eerste spreker trad naar voren prof. Huib
Luns, die zeide dat de familie het zoo juist
had gezegd, by de vermelding van haar over-
Iyden, dat Georgine Schwartze uit ons midden
is heengegaan. Zy is thans uit den kunstkring
getreden.
Zy had, zoo, vervolgde spreker, een religieuzen
eerbied voor de natuur. Die eerbied heeft haar
het eerbetoon gebracht voor haar werk.
De heer Bart Peizel zeide, dat St. Lucas een
harer oudste leden verloren heeft. Wanneer een
collega heengaat, die zoo algemeen bevriend is,
valt dat afscheid heel zwaar.
De heer J. Brinkman, sprekende namens het
Ev. Luth. Weeshuis, herinnerde eraan, dat da
overledene 14 jaar Regentes is geweest en van
een aantal meisjes de patrones. Zy heeft veel
gedaan voor de armen in het algemeen en voor
die van Ring I in het byzonder.
De heer Jan de Boer, voorzitter van de Am
sterdamsche Federatie van Beeldende Kunste
naars, getuigde van de groote kwaliteiten en
de humane eigenschappen van de overledene.
De schilder Monnickendam bracht enkele
jeugdherinneringen naar voren en zeide, dat
met Georgine Schwartze de laatste van dit
roemryke gezin is heengegaan.
Nadat ds. Schutte de overledene nog her
dacht had als godsdienstige vrouw, werd de
kist grafwaarts gedragen.
Nadat allen zich om de groeve hadden ge
schaard dankte mejuffrouw Lizzy Ansingh
namens de familie voor de groote belangstel
ling.
De Ryksbemiddelaar, prof. mr. Aalberse, heeft
inlichtingen gevraagd aan de partyen betrokken
by het dreigend conflict in de Tilburgsche wol-
lenstoffenindustrie.
In het Staatsblad is Zaterdag afgekondigd
de Wet van den 28sten Juni 1935, tot vast
stelling van een nieuw tarief van invoerrechten.
DEN HAAG. Geslaagd: G W. W. van der
Most, Hillegersberg; J. H. Mouwes en A. de
Nys, beiden te Amsterdam.
's-GRAVENHAGE. Toegelaten de heeren P.
Beynen, Rumpen; H. Geertman, Boxtel; L. Kra-
nenberg, Hallum; A. Versprille, Temeuzen; de
dames M. Brantjes, Rotterdam en W. W. Kor-
vas, Vlissingen.
ARNHEM, 9 Aug. 1935 Geëxamineerd 4 ml.
en 3 vr. candidaten. Geslaagd mej. H. M. Roos
te Nymegen.