De L imburgsche Sociale
Studieweekv
A
Naar godsdienstige verdieping
Exweto
DE EENE TOTALITEIT
IS GOD
NAAST VORMING 00K
ACTIE
MEISJES
IN UNIFORM
I
DINSDAG 13 AUGUSTUS 1935
Gezag en vrijheid
De ventvergunningen
3000 gld. verduisterd
De Koningin in Schot
land
De noodlanding bij
Aalsmeer
vacature-slingenberg
Cultureele vorming
De jubilaris liet ons tot
vandaag wachten
Aan de wereld moet geopenbaard
worden het heil van den Heiland,
Die alleen genezen kan
De mensch als maatschap
pelijk wezen
Minister de Wilde meent dat men
het den bona fide venters niet
te zwaar moet maken
STEUN VOOR ERWTENTEELT
Crisis-Steunbeschikking 1935
Na vervulling van zijn opdracht,
met het geld er vandoor gegaan
DRIE KINDEREN BIJ EEN
BRAND GERED
Redders gehuldigd
CONTINGENTEERINGEN
Piloot door de K.L.M.-directie
streng berispt
CONTACTCOMMISSIE K.L-M.
Geregeld overleg tusschen
vliegers en directie
Mr. Werker lid der Eerste Kamer?
HET DREIGEND CONFLICT
TE TILBURG
EEN PROCES-VERBAAL MET
GEVOLGEN
't Winterprogramma der K.J.M.V.
stelt Christus in het centrum
van het openbare leven
Binnenlandsche missie
AARDIG GEBAAR VAN DEN
BELGISCHEN KONING
WAARDEERING VOOR ONZE
KAMERFRACTIE
Cultureele vorming
SPOORLIJN HAARLEM—
ZANDVOORT
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheiding
Notariaat
DOOR BERTA RUCK
Bij de voortgezette Limburgsche Sociale
Studieweek sprak gistermiddag Prof. Dr. G.
Brom, hoogleeraar aan de Katholieke Uni
versiteit te Nijmegen, over den mensch als
cultureel wezen.
Er is maar één volledige, één totale totaliteit,
dat is God. De mensch is, aan Hem gemeten,
altijd slechts een deel, dat andere deelen noodig
heeft, doch door zijn onvolledigheid, zijn onvol
maaktheid helaas de andere deelen zoo vaak in
misverstand van zich afsloot. De mensch be
seft niet steeds, dat zijn onvolmaakt verstand
slechts in staat is maar een deel te kennen, doch
beschouwt zijn eigen inzich als het eenige juiste.
Het klassieke voorbeeld van de Grieken, die
zich zelf beschouwden als ver boven alle ande
ren verheven, die zij barbaren noemden, wordt
thans gevolgd door de menschen, de volkeren,
de rassen, de standen in hun streven naar de
alleenheerchappij en de wetenschap in haar
specialisatie. Daardoor komen de cultureele mo
gelijkheden, die op uitwisseling van gedachten
berusten, in het gedrang.
Daardoor kon de cultuur zich niet meer ver
heffen tot het peil, door de scholastieken op het
terrein der wetenschap bereikt, door haar stre
ven naar het geheel, door haar richting op den
samenhang, op den onderlingen band.
Een herstel daarvan hoeft men niet te zoeken
in de verrichtingen van de hedendaagsche we
tenschap in één mensch of één ruimte. Dat kon
in de middeleeuwen, doch dat kan thans niet
meer. Dat behoeft ook niet. Is het zelfs niet
grootscher, wanneer een koor van geleerden sa-
menstemt in één harmonie? Op de eenheid van
richting komt het aan.
Niet in dien zin als waarin wij thans een
technische, een economische en mammonis-
tische beschaving hebben.
Deze is de dood van onze cultuur.
Dit blijkt in Indië, waarin de samenle
ving doordrongen is van dezen geest, die
alle stuwen wegvaagt.
De geheele Indische pers heeft dien geest
aan zich onderworpen, die ook den triomf
tocht van Ir. Mussert heeft mogelijk ge
maakt.
Dit geldt niet alleen voor den mammon,
maar evenzeer voor andere op de spits ge
dreven eenzijdigheid in beschavingsvormen.
De katholieken moeten dezen vorm tegen
houden, moeten, zich, richtend op het wijde,
ruime doel en gedragen door den volmaakten
band, die de liefde is, zich spiegelend in de
alles en allen omvattende Kerk, de totaliteit der
cultuur verwezenlijken, opdat de wereld een
nieuw „heil" wordt geopenbaard, het heil van
den Heiland, den eenige, Die de gebroken en
gebarsten wereld kan „heilen", kan genezen.
Op de laatste vergadering van dezen dag die
in den vroegen avond werd gehouden, sprak
mr. A. Comelissen, bibliothecaris der Nijmeeg-
sche Universiteit over den mensch als maat
schappelijk wezen.
De maatschappij is een totaliteit in dien zin
dat zij eenheid en veelheid harmonisch ver-
eenigt, dat zij geen chaos, doch een geordenden
kosmos vormt.
Om de plaats te begrijpen, die de mensch
daarin bekleedt, moet men uitgaan van diens
socialen aanleg.
De mensch is, anders dan het dier, dat slechts
bestaat om zijn soort in stand te houden, een
wezen met een persoonlijk doel.
Dit doel kan het meest volledig slechts in
maatschappelijk verband worden bereikt.
Wie dus het algemeen welzijn nastreeft,
streeft zijn eigen welzijn na.
VTijheid is geen ongebondenheid, doch een
vermogen van den mensch om met gebruik van
zijn verstand, zijn redelijk verstand, naar een
doel te streven.
Het gezag van den anderen kant is geen
dressuur doch een vermogen, om den mensch
zijr. doeleinden aan te wijzen en hem daarop
te richten. Dit geschiedt evenzeer met gebruik
making van de rede.
Beide gezag en vrijheid steunen op het
menschelijk verstand en daarom behoeven zij
elkaar niet te bestrijden.
De deugden ten slotte, die de mensch in
staat en samenleving moet beoefenen, kunnen
ook niet geïsoleerd staan van elkaar.
Rechtvaardigheid, liefde en barmhartigheid
moeten, te zamen beoefend en elkaar aanvul
lend, een deugden-totaliteit vormun.
Dit beginsel wordt door hen, die het val-
sche totaliteitsbeginsel huldigen, volkomen
miskend.
In den dictatuurstaat wordt de persoon
lijkheid en daarmee de sociale aanleg van
den mensch verloochend, wordt het gezag
tot willekeur, waarin de mensch, die slaaf
was van de machine, slaaf wordt van een
anderen meester, wordt de liefde vervangen
door haat en worden alle maatschappelijke
deugden miskend.
Dit zijn geen hoopvolle teekenen, doch
verschijnselen van verval, die gedoemd zijn
te verdwijnen.
Een filmvertooning en een tweede praatavond
besloten dezen dag.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft een schrijven aan de gemeentebesturen
gezonden betreffende de ventvergunningen.
In dit schrijven deelt de Minister mede, dat
mede als gevolg van de aanschrijving van 30
Maart 1920 van den toenmaligen Minister,
gericht tot de Gedeputeerde Staten der on
derscheidene provinciën, verschillende gemeen
ten in het belang van de openbare orde en
veiligheid in de plaatselijke algemeene politie
verordening bepalingen hebben opgenomen met
betrekking tot heb venten in de gemeente,
waarbij o.m. werd voorgeschreven, dat het ver
boden is zonder ventvergunning van B. en W.
te venten.
De uitvoering van dit voorschrift heeft m
den iaatsten tijd aanleiding gegeven tot klach
ten van de zijde van belanghebbenden, welke
den Minister niet ongegrond voorkomen.
Deze klachten betreffen in hoofdzaak een
drietal punten. Aan niet-ingezetenen der ge
meenten worden geen ventvergunningen uit
gereikt. De ventvergunningen hebben dikwijls n
zeer beperkten geldigheidsduur. Tenslotte zijn
de leges-bedragen voor ventvergunningen met
een korten tijdsduur te hoog.
Wat het eerste punt betreft, merkt de Mi
nister op, dat de gestelde voorschriften aan
vankelijk in hoofdzaak ten doel hadden op te
treden tegen openlijke en verkapte bedelarij.
Echter worden de bovenbedoelde bepalingen
allengs aangewend om naast de wering van
vermomde bedelarij en ongure elementen, ook
den bona fide venters, die woonachtig z«n in
andere gemeenten, het uitoefenen van hun
bedrijf in de gemeente onmogelijk te maken.
Het verdient naar de meening van den Mi
nister aanbeveling, geen onderscheid te ma
ken tusschen ingezetenen en niet-ingezetenen,
doch het aantal uit té reiken vergunningen
aan een niet al te laag gesteld maximum te
Ten aanzien van de beide andere punten
geeft de Minister als zijn oordeel te kennen,
dat het inderdaad voor hen, die het venten
als beroep uitoefenen, een bezwaar is, mdien
de geldigheidsduur der vergunning tot een
kort tijdsbestek beperkt blijft.
Een en ander leidt den Minister er toe aan
de colleges van B. en W. in overweging te
geven aan bona fide venters een ventvergunning
uit te reiken met een zoo min mogelijk beperk
ten geldigheidsduur en de legesbedragen voor
dergelijke vergunningen niet al te hoog te
stellen.
In dit verband zou het aanbeveling verdie,
nen zoo in de verordening op de heffing van
secretarie-leges het volgend tarief werd opge-
n°Vcx)r ventvergunningen met een geldigheids
duur van een dag 0.15, een maand 1. een
jaar 5.
De Staatscourant van Maandagavond bevat
de Crisis-Steunbeschiking 1936 Eerwten I (groe-
ne erwten en schokker-erwten)
Krachtens deze beschikking zal steun worden
verleend uit het Landbouw-Crisisfonds ten be
hoeve van de erkende telers van groene erw
ten (met inbegrip van kroonerwten) en/of
schokkererwten, op voorwaarde, dat de voor
steun aangeboden groene erwten (met mbeg'iP
van kroonerwten) en/of schokkererwten zu
^De^steun zal bedragen het verschil tusschen
de wekelijks vast te stellen waarde en den
richtprijs, welke als volgt is vastgesteld.
a. voor groene erwten (met mbegnp van
kroonerwten) oogst 1935 f 9.- per 100 K. O
b voor schokkererwten op f 10.50 per 10ö
K G„ met dien verstande dat deze bedragen
maandelijks met f 0.10 per 100 K.G. J™»»
worden verhoogd, voor het ieerst op 1
1935 en voor de laatste maal op 1 April
Tevens is opgenomen de „Crisis-Aankoop
beschikking 1935 II groene erwten) -Jn ^9
beschikking is de Nederlandsche Akkerbouw
centrale opgedragen om, indien dit tot steun
van de markt dier producten of ter bevorde
ring van den afzet noodig mocht zijn, in Ne
derland geteelde groene erwten (met inbegrip
van kroonerwten) van den oogst 1935 aan te
koopen tot een hoeveelheid van ten hoogste 10
millioen K. G.
Voorts is vastgesteld de Crisis-Steunbeschik-
king 1935 Erwten II (gele erwten). De uit te
betalen steun zal wekelijks worden vastgesteld.
De brigade-commandant van de Koninklijke
Marechaussee te Coevorden heeft een verzoek
tot opsporing gepubliceerd tegen den 30-jari-
gen chauffeur Cornelis S
Deze S. was met een collega uitgezonden naar
Frankrijk en België met een vrachtwagen ge
vogelte, dat hij over de grens moest afleveren
en waarvoor hij de gelden moest ontvangen.
Met 24.000 Fransche en 9000 Belgische francs
kwamen de beide chauffeurs dezer dagen te
Antwerpen aan. S„ die het geld bij zich had, is
in de Belgische havenstad spoorloos verdwenen,
Hij liet zijn collega in den steek en schijnt er
alleen met het geld vandoor te zijn gegaan.
De andere chauffeur is daarop met den lee-
gen vrachtwagen naar Coevorden terug gereden,
waar hij den exploitant, den heer W. Kuiper,
verslag deed van het gebeurde. S. heeft ook
daarna niets meer van zich laten hooren.
Men schrijft ons uit St. Fillana:
Het verblijf van H. M. de Koningin en H. K.
H. Prinses Juliana alhier werd tot nu toe be
gunstigd door zeer goed weer, zoodat de Ko
ningin en de Prinses reeds verschillende wan
delingen maakten in de naaste omgeving. Door
de voor Schotland zoo gunstige weersomstan
digheden wos het bovendien mogelijk meer
dere autotochten te maken, in d» eerste plaats
rondom het Loch Earn, waaraan het hotel is
gelegen, maar ook naar het terecht beroemde
toeristen-oord The Trossachs aan het Loch
Katrine, vanwaar men wel een zeer bijzon
deren indruk bewaart van het zoo in elk op
zicht met natuurschoon bedeelde land.
Maandag had in de raadzaal te Woerden
de huldiging plaats van de heeren J. H. Welp
en J. Jansen die 12 April j.l. bij een brand in
de Kazernestraat drie kinderen hebben ge
red. In de raadzaal waren behalve de burge
meester en de gemeentesecretaris tegenwoordig
de leden van het brandweercollege, en de com
missie v. d. Kon. Nederlandsche Brandweer-
vereeniging te Utrecht, bestaande uit de hee
ren W. Keeman, hoofdman te Rotterdam, D.
Vleeming, commandant van de brandweer
te Utrecht, en mr. Hanes, burgemeester van
Jutphaas.
De burgemeester van Woerden de heer H.
G. van Kempen, hield een toespraak, waarin
hij hulde bracht aan het optreden van ge
noemde redders, waarna de heer W. Keeman,
voorzitter van de Kon. Nederlandsche Brand-
weervereeniging, het tweetal een medaille op
de borst spelde. Tevens werden hun de daar
bij behoorende oorkonden uitgereikt. In 25
jaar tijd zijn thans in totaal vijf dergelijke
medailles uitgereikt.
Men verzoekt ons mede te deelen, dat bij de
hierna te noemen contingenteeringen, welke op
1 September a.s. zullen worden verlengd, de na
volgende autonome percentages zullen worden
vastgesteld voor de daarachter vermelde pe
rioden
a. schroefbouten 40 pCt. gewicht gedurenae
4 maanden; b. isolatorskranen 100 pCt. gewicht
gedurende 4 maanden; bladzink 25 pCt. ge
wicht gedurende 6 maanden, wollen stoffen 30
pCt. waarde gedurende 1 jaar; katoenen ma
nufacturen: a. geverfd, bedrukt en bontgewe-
ven 10 pCt. waarde gedurende 1 jaar; b. ge
bleekt en ongebleekt 10 pCt. waarde gedurende
1 jaar; kunstzijden weefsels 20 pCt. waarde
gedurende 1 jaar; tapijten 25 pCt. waarde ge
durende 1 jaar; linnen en halflinnen manufac
turen 30 pCt. waarde gedurende 1 jaar; rij
wielbanden 25 pCt. aantal stuks gedurende 11
maanden.
De tot dusver geldende basistijdvakken voor
bovenstaande contingenteeringen blijven onge
wijzigd. De aandacht wordt er op gevestigd dat
bovengenoemde percentages alleen betrekking
hebben op de autonome landencontingenten,
behalve niet op de bij handelsverdrag verleen
de contingenten, welke in vele gevallen hoo-
ger zijn.
O?» ^iisnr- 'CiO
„Links en rechts van mij liep een haas.
Ik buig, met mijn gewone tegenwoordigheid van
geest, de loopen van mijn dubbelloopsjachtge
weer uit elkaar een salvo. en beide hazen
zijn getroffen!
Naar aanleiding van de gedwongen landing
van een K. L. M-toestel op een bietenveld bij
Aalsmeer, is een onderzoek ingesteld naar de
reden, welke daartoe heeft genoopt. De piloot
Frenken, die de machine met groote vakken
nis op het bietenveld heeft neergezet, had
vóór het opstijgen een zeer grove fout begaan
door den benzine-voorraad op de peilglazen
niet te controleeren.
Daar de gezagvoerder hier de verantwoorde
lijke persoon is, kon de fout alleen aan hem
worden geweten. De piloot heeft, aldus het
„Handelsblad", het. feit toegegeven en is van.
wege de directie der K. L. M. streng berispt.
Omdat de gedwongen landing geen nadeelige
gevolgen heeft gehad is van disciplinaire straf
afgezien.
De directie van de K.L.M. is er toe overge
gaan om een zoogenaamde contactcommissie in
te stellen. Naar aanleiding van de moeilijk
heden, die ontstonden, doordat er onvoldoende
overleg tusschen de directie cn het vliegers-
p ersoneel bestond, bleven allerlei grieven be
staan, die bij een voortdurend overleg niet be
hoeven te ontstaan 'en in ieder geval kunnen
worden opgeheven. In de contactcommissie der
vliegers, die alle kwesties met de directie kan
bespreken, zijn, volgens het Volk, aangewe
zen de drie oude piloten der KLM.: Geyssen-
dorfer, Scholte en Parmentier.
Naar de Telegraaf verneemt, zal de heer Jan
Schilthuis, in de vacature-Slingenberg benoemd
verklaard tot lid der Eerste Kamer, deze be
noeming niet aannemen, in verband met zijn
lidmaatschap van de Tweede Kamer.
Aan de beurt is dan de heer mr. W. H. M.
Werker, lid van het bestuur der Rijksverzeke
ringsbank te Amsterdam, oud-voorzitter van
den Vrijzinnig-Democratischen Bond.
De Rijksbemiddelaar Prof. Mr. Aalberse heeft
de partij'en, betrokken bij het dreigend conflict
in de Tilburgsche wollenstoffenindustrie, bijeen
geroepen tot een bespreking op het departement
van Economische Zaken te Den Haag op
Woensdagmiddag a.s.
Zondag heeft de politie te Arnemuiden proces
verbaal opgemaakt tegen een paartje uit Mid
delburg, dat in het gras aan den Kanaaldijk
zat. De jongeman wilde aanvankelijk zijn naam
niet opgeven, waarop hij werd medegenomen
naar het arrestantenlokaal. Daar aangekomen
gaf de jongeman, B., zijn naam op, waarop
hij vertrekken kon.
In den afgeloopen nacht te omstreeks één
uur vervoegde zich een oudere broer van B„
vergezeld van B., een mannelijk persoon en tr ee
dames, aan de woning van den rijksveldwachter
S. te Arnemuiden. De vijf personen, die allen
uit Middelburg afkomstig waren,, verkeerden in
zeer opgewonden toestand. Zij wilden het ge
beurde bespreken en B. vroeg den rijksveld
wachter waarom zijn broer aangehouden was.
ONS MEE OP VA CAN TIE PER LUXE-TOURINGCAR!
G A MET
3 dagen naar BRUSSEL, TENTOON
STELLING en ARDENNEN24.—
Vertrek eiken Maandag en Donderdag
9 dagen naar ZWITSERLAND 105.—.
Vertrek 19 Augustus. Voor deze reis
nog eenige plaatsen beschikbaar.
Men vrage gratis volledig programma
REISONDERNEMING „RECOR", Weteringschans 44, Amsterdam, Telefoon 33978
Maandag, den tweeden dag van de Nationale
bestuurdersdagen van de K. J. M. V. in Neder
land, gehouden in het pensionaat „St. Louis"
te Amersfoort, hield de Verbondsmoderator,
rector L. A. J. M. Beune uit Leiden, een in
leiding over „De Godsdienstige vorming in de
K. J. M. V."
Spreker behandelde hierin de verschillende
onderwerpen, welke door het Nationaal Ver
bond in het winterprogramma worden voorge
steld.
Bij deze behandeling verloor spreker ook de
persoonlijke sociaal-economische moeilijkheden
der leden niet uit het oog, maar constateerde,
dat de materieele nood zijn oorsprong vindt in
het loslaten van de geestelijke waarden en van
de verdieping in den godsdienst. Willen de jon
geren het beter doen dan de ouden, dan moeten
zij beginnen de krachtbronnen van den gods
dienst aan te boren, dan moeten zij zich ten
volle bewust worden, dat Christus onze Koning
is en wij Christus' vazallen, maar óók Christus'
broeders zijn.
Het winterprogramma is dan ook sterk
Christocentrisch.
Het programma vermeldt deze gedachten:
onze gemeenschap in Christus en wij Christus
broeders, en, daar de Paus ons oproept
en het Episcopaat de K. J. M. V. aanwijst voor
Katholieke Actie, moeten de jongeren Chris
tus' verlossingswerk voortzetten en uitbreiden,
zich verdiepen en kracht zoeken in de sacra
menten.
Was eenige jaren geleden de tijd rijp voor
actie voor de buitenlandsche missie, thans zei-
Toen de veldwachter B. verzocht Maandag
overdag terug te komen, heeft B. den veld
wachter blijkbaar een klap gegeven, waarop de
veldwachter een revolver trok en een schot op
B. loste. B. werd getroffen. Met een niet ge
vaarlijke verwonding aan het sleutelbeen is B
na voorloopig door dokter de Haas uit Arne
muiden verbonden te zijn, naar het ziekenhuis
te Middelburg overgebracht.
Men schrijft ons:
Sinds 1930 bezit het Kennemer Lyceum te
Bloemendaal in de Ardennen te Auby een
schoolhuis, waarin de hoogere klassen van het
lyceum om de beurt een week verblijf houden
om er te werken aan één of ander onderdeel
van het leerplan (een stuk geologie, botanie,
geschiedenis of dgl.) en welk huis ook aan
andere groepen leerlingen en padvinders wordt
verhuurd. Toen het huis in 1931 was ingericht,
verzocht de rector, dr. A. de Vletter, aan Ko
ningin Wilhelmina en wijlen Koning Albert om
het portret van de beide souvereinen ten einde
het een plaats te verieenen in de kleine hal
van het hoogst eenvoudige Hollandsche school
huis in België.
Beide vorstelijke personen voldeden welwil
lend aan het verzoek en zonden portret met
signatuur.
Toen Koning Albert in 1934 zoo smartelijk
om het leven kwam, werden bloemen aange
bracht boven het geëncadreerde portret, welke
bloemen nog steeds aanwezig zijn.
Eenigen tijd geleden wendde de rector zich
tot Koning Leopold met een gelijk verzoek: dezer
dagen werd een gezelschap Kennemer Lyceïs-
ten tijdens een vacantieverblijf in „La Babil-
larde", het Ardennensche schoolhuis, verblijd
door de toezending namens den Belgischen
Koning van diens porteet met eigenhandig on
derschrift: Aan het Nederlandsche Schoolhuis
te Auby, Leopold, 1935.
Het geschenk heeft een plaats gekregen in de
hal van „La Babillarde".
De Centrale R. K. Kiesvereeniging te Hilver
sum heeft het volgend schrijven gericht aan de
R K Tweede Kamerfractie:
„In verband met de politieke gebeurtenissen
hier te lande én de daaruit voortgesproten
Kabinetscrisis spreken de vijf parochieele kies-
vereenigingsbesturen te Hilversum, vereenigd in
de Centrale Hilversum, hunne zeer sterke waar
deering uit over het beleid van uwe fracti.
Zij hopen en vertrouwen dat uwe fractie,
trots de insinueerende critiek op uwe fractie en
harer door ons hooggeëerd'en leider, door de z.g.
neutrale pers uitgeoefend, krachtig za.1 door
gaan op den ingeslagen weg ter bereiking van
het door uwe fractie gestelde doel en niet min
der tot handhaving van de democratie in Neder
land."
de spreker, dat de tijd overrijp is voor een
binnenlandsche uitbreiding van Christus'
verlossingswerk.
Spreker besloot met de leuze, die de K.J.
M. V.-ers zich eigen moeten maken en beleven:
Daar we gelooven, Christus, strijden wij, daar
we beminnen, Christus, lijden wij en den
Vrede van Christus verbreiden wij.
De voorzitter van de Interdiocesane Jeugd
commissie, rector B. H. de Groot, uitte zijn vol
doening over hetgeen aan de K. J. M. V. en door
K.J.M.V.-ers in het gesproken woord en door
het spel gegeven is. Spreker hoopte, dat de
Christocentrische gedachte, neergelegd in het
winterprogramma, moge brengen hoogere
volmaaktheid, zoowel sacramenteele als mys
tieke, en een heerlijke eenheid van gedachte
en geest.
Des middags hield de verbondsvoorzitter, de
heer H. Engels uit Leiden, een inleiding over
de cultureele vorming in de K. J. M. V.-bewe-
ging.
Spr. ging breedvoerig in op de defmieenng
van het begrip cultuur, zoomede over de ver
warring over dit begrip. Duidelijk toonde spr.
aan, dat het begrip cultuur veel ruimer is dan
beschaving en dat meerdere ontwikkeling geen
noodzakelijke eisch is voor cultuur, waarbij hij
aantoonde, dat de Middeleeuwers hoewel over
het algemeen minder ontwikkeld en geleerd
dan de tegenwoordige mensch, een hooger ont
wikkeld cultuurbegrip hadden.
Als 'n definitie van cultuur gaf de inleider
aan een bewust leven volgens de orde, die God
aan het leven heeft gesteld.
De cultureele vorming komt in het winter
programma tot uiting in de te behandelen on
derwerpen.
Deze onderwerpen worden aangevuld en be
leefd door actiepunten, waarvan we o.m. noe
men: opvoeren van leekenspelen, organiseeren
van tentoonstellingen van religieuze kunst en
katholieke boeken en o. a. door het nlet-bezoe-
ken van door de katholieke pers afgekeurde of
ontraden films.
Ordening en saneering zijn slagwoorden in
dezen tijd. Volgens spreker ordent de K.J.M.V.
ook, doch niet alléén op eenzijdig terrein, maar
zeker óók op cultuurgebied.
Op dit terrein ligt voor de K.J.M.V. een
grootsche taak.
Tot slot richtte rector I. H. van den Berg,
aartsdiocesaan moderator, een woord van hul
de aan verbondsmoderator en verbondsbestuur
voor de perfecte organisatie van deze beide da
gen.
Hoewel het maar heel weinig scheelde, kon
den wij Maandag onzen vijf honderdsten Ex-
weto-deelnemer nog niet boeken.
Dinsdagochtend in de vroegte zullen wij de
jubilaresse of den jubilaris in elk geval kun
nen begroeten.
Aan de hand van de opgedane ervaringen
hebben wij besloten onzen dagtocht in dien
geest te wijzigen, dat niet op de wereldtentoon
stelling zal worden geluncht, maar in Antwer
pen een uitgebreide koffie-tafel zal worden ge
bruikt. Hiermede hebben wij de bezwaren van
onzen eersten dagtocht ondervangen. Bovendien
staat de dagtocht van a.s. Donderdag onder de
persoonlijke leiding van den heer Brugmgn,
zoodat een vlot verloop is gewaarborgd.
Liefhebbers melden zich met spoed aan
De in gebruik neming van de geëlectrifi-
ceerde spoorlijn HaarlemZandvoort, is op
6 October e. k. vastgesteld.
Bij K. B. is aan jhr. mr. A. C. D. de Graeff,
Minister van Buitenlandsche Zaken, verlof ver
leend tot het aannemen van het Grootkruis le
klasse der Orde van Verdienste van Oostenrijk.
Bij K. B. is benoemd tot ridder in de Orde
van Oranje-Nassau mr. A. A. H. M. Gielen,
directeur van het Economisch-Technologisch
Instituut in Limburg, te Maastricht.
Bij K. B. is toegekend de zilveren eeremedail-
le der Oranje-Nassau Orde aan H. Monhemius
te Wadenoijen, oud-ontvanger van den polder
Wadenoijen.
Bij K. B. is benoemd tot notaris te Amster
dam M. F. M. Deurvorst, candidaat-notaris al
daar (vacature E. Heimans).
8
De zes-en-een-halve voet lange boer glim
lachte allervriendelijkst op ons neer. „Jullie zult
hier gauw genoeg rooie wangen krijgen," ver
zekerde hij mij. „Ja, ja, Vic hier, zag er heusch
ook niet zoo schitterend uit toen ze hier kwam,
een jaartje geleden. En ze had eerst niks geen
6chik in d'r leven!" Dit met een knipoogje. „La
ter konden we haar met den besten wil niet
meer kwijt worden, 't Schijnt haar hier ten
slotte toch nog zoo slecht niet te bevallen, an
ders had ze niet gevraagd om hier te mogen
blijven als instructrice!"
„Instructricc!" mompelden Elisabeth en ik
tegelijk. Voor 't eerst drong het tot ons door, dat
't groote meisje met 't platte accent óók 'n
soort van leidster was.
De boer liep verder met een vriendelijk knikje
tegen ons, en nadat hij tegen Vic gezegd had.
„Je wijst ze hun werk wel hè wat we giste
ren hebben afgesproken?"
„In orde, meneer Price," antwoordde Vic
prompt. „Kom, jongedochter," dit tegen Eli
sabeth jij moest maar 'ns met me meegaan
Jij gaat steentjes rapen vandaag. Ik zal je^het
veld wijzen, dat opgeredderd moet worden.
Ik zag een niet te beschrijven mengeling van
gewaarwordingen op Elisabeth's smal gezichtje
komen, dat zoc benepen onder den grooten slap
pen hoed uitkeek. Steentjes rapen! Zooiets als
schelpjes zoeken, dat ieder klein kind aan het
strand kon doen! Had ze voor zulk soort werk
haar betrekking als gewaardeerde typiste er aan
gegeven en zich bij het Landleger aangesloten?
Dat was haar gedachtengang, dat kon ik van
haar gezichtje aflezen. Maar ze zei alleen maar:
„Goed!" en ging zoowaar in de houding staan.
vic wendde zich tot mij.
„En nou jij," zei ze, met een gebaar in de rich
ting van den stal. waarbij we straks den arbei
der hadden zien staan. „Hier is jouw kar
weitje."
Ik had me eigenlijk nog heelemaal geen dui
delijke voorstelling gemaakt van "net allereerste
werk, dat ik te doen zou krijgen! Heusch niet!
Maar Elisabeth beweert boosaardig, dat ik mij
m'n eerste kennismaking met het boerenbedrijf
steeds aldus heb voorgesteld:
Scène, een blinkend en glimmend melkhuis,
met bloeiende klimrozen rankend om het open
venster. Ikzelf, met een rose linnen zomerhoed
en in het costuum van een landmeisje uit een
revue, druk in de weer met een sneeuwwit, ge
sneden houten gereedschapje, waarmee ik een
bloemen-motiefje druk op ontelbare, keurig-
ronde stukjes goudgele boter.
Als dat het ideaal was, hoe wreed-verschil-
lend was dan de werkelijkheid, waar Vic me nu
heenloodste!
Mijn „karweitje!"
Ik had het al gereken, zoodra ik een voet op
het erf zette. Als kind had ik vader's onbehouwen
jongsten knecht dergelijke „karweitjes" zien op
knappen, en ik had den pummel beklaagd het
had niet alleen zulk zwaar werk geleken, maar
het was zoo weerzinwekkend!
Er kwam een schop aan te pas en een mest
vork en een kruiwagenDie zag ik al klaar
staan midden op het erf, waar een bruine kip
met haar kroost rondscharrelde. Voorts betee-
kende het „karweitje": manmoedig doordrin
gen in donkere en zeldzaam-onwelriekende
ruimten, met gruwelijk, half vergaan stroo op
den vloer en festoenen van grijze spinnewsbben
aan de zoldering. Ik had nooit gedacht, dat ik
zoo'n oord ooit nog eens van binnen zou zien.
Maar of 't de allergewoonste zaak van de
wereld betrof, besloot Vic heel genoeglijk.
„Je hebt 't al gesnapt, zie ik. Ja, begin jij
dien koestal naar 's fijn uit te mesten!'
Die koestal! Fijn uitmesten! Ik
Vic gaf me mijn gereedschap, sleepte Elisa
beth mee en liet me staan.
Daar stond ik midden op het erf ik, de
zoogenaamde landarbeidster, voor wie „werk
nooit iets anders beteekend had. dan rustig
binnenshuis zitten achter een schrijfmachine.
Enfin, ik moest dan in vredesnaam maar be
ginnen.
En ik begon, zooals alle andere beginners
ik wierp me op mijn taak als een stier op een
rooden lap.
Met mijn handen, die nooit een zwaarder
gereedschap gevoerd hadden dan een vulpen,
omklemde ik krampachtig het handvat van de
spade, die zoo lomp en onhandelbaar aanvoelde.
Verwoed dreef ik het gereedschap in die bruine,
kwalijk-riekende massa aan mijn voeten. Bin
Even verwoed trachtte ik de overvolle schop
viezigheid op te tillen. Het ging niet veel te
zwaar. Ik spande al m'n krachten in.
Bij de derde of vierde poging kreeg ik de
lading omhoog. Wild smeet ik den weerzinwek-
kenden last in den kruiwagen.... Ik had mijn
zwaai echter niet goed berekend en miste half
De helft kwakte over mijn laarzen en mijn
smettelooze beenstukken. Ik had wel kunnen
huilen! Rillend stampte ik ze zoo goed moge
lijk schoon.
Met den moed der vertwijfeling wierp ik ms
weer op mijn onsmakelijke taak. Ik wroette,
sjouwde, smeet. Binnen tien minuten was ik
gloeiend-heet, drijfnat en uitgeput. Mijn armen
trilden en trokken van overspanning.
En met een plotselingen zwaai, woedender
dan ooit, stak ik mijn schop in den half-vollen
kruiwagen en liet ze staan waar ze stond.
Mij besluit was genomen. Ik was niet van
plan, er mee door te gaan, noch met mestrui-
men, noch met iets anders van dien aard. Ik
zou mezelf uitkoopen. Een smadelijke terugtocht
naar Londen en naar een kantoor met stijf-ge-
sloten ramen was verre te verkiezen boven een
leven pis dit.
Ik zou deserteeren! Ja! Nu meteen!
Haastig begon ik de mouwen van mijn kiel,
,die ik opgestroopt had, weer naar beneden te
rollen. Ik had er juist één klaar, toen de ope
ning van de staldeur plotseling verdonkerd
werd. De gedaante van een langen man toeken
de zich scherp af tegen den hellen achtergrond
van het erf. Ik zag z'n oogen op mij gericht met
een nieuwsgierige en spottende uitdi ukking.
Meteen herkende ik hem.
Ja! Het v;as die jonge officier, die het, den
vorigen avond in de barak, in-zn lipoid gehaald
had, me te vragen hoelang ik het hier wel dacht
vol te houden.
Natuurlijk natüürüjk was het precies iets
voor hem, om dit oogenblik te kiezen voor een
voortzetting der kennismaking! „Woede, zelfs
„razernij", zijn véél te tamme uitdrukkingen
voor wat ik op dat moment voelde!
Het was geméén! Maar zelf scheen hij dat
niet in 't minst te beseffen. Hij stond naar me
te kijken, en naar de ééne mouw, die ik juist
had neergeslagen. Hij schonk me dien zalvenden
glimlach, dien alle meisjes in het kamp den
vorigen avend enthousiast geprezen hadden als
zoo buitengewoon innemend. En toen begon hij
zonder zelfs 'n inleidend „goeden morgen!"
met die bruuske stem, die zoo'n contrast vormde
met dien glimlach:
,,'n Kind kan zien, dat u nog nooit eerder n
voet- op 'n boerenerf hebt gezet."
„Hoe weet u dat zoo goed? Toevallig is dat
wèi het geval!" snibde ik, en om mezelf een hou
ding te geven, greep ik maar weer naar de
schop, die ik in den kruiwagen had laten ste-
ken.
„In elk geval hebt u er niet 't minste benul
van, hoe u die dingen moet hanteeren, zei
hij, een stap dichterbij komend. „Dat is niet de
manier om een schop vast te houden.
Zonder complimenten nam hij me de spade
uit m'n handen, ze losjes vasthoudend. Rustig
stak hij ze in de vieze brei op den vloer, en
nam ongeveer half zooveel op als ik gedaan had.
„U zult ondervinden," zei hij, „dat, als u de
spade niet overbelast ze zichzelf in evenwicht
houdt. Hetzelfde geldt van de mestvork. Laat
't werk zichzelf doen. Kijk."
Hij liet de spade terugzwaaien en wat er op
lag, schoot in den kruiwagen, schijnbaar zonder
eenige inspanning van zijn kant.
„U moet leeren, partij ie trekken van de wet
ten van zwaartekracht en evenwicht," zei hij,
de schop opnieuw in de massa stekend. „Als u
goed kijkt, ziet u zelf wel, wat ik bedoel."
Hij knikte me beschermend toe, terwUl ik ge
spannen zijn bewegingen volgde.
„U zult merken," zei hU weer, „dat u de na
tuur onmogeluk kunt bevechten. Maar n kunt
haar voor u laten werken!"
HU liep nu naar den kruiwagen, pakte hem
beet en reed hem voort over het zonnige erf.
Niet precies begrUpend, wat er zou gaan gebeu
ren, volgde ik de forsche gestalte in khaki naar
dien hoogen, weerzinwekkenden heuvel in een
van de hoeken, waar de bruine kloek onver
stoorbaar met haar kuikens rondwroette. Er
stond een soort van laag houten schotje om
heen, en een breede plank lag daar schuin
tegen aan. De jonge man keerde zich half naar
me om, terwül hU langzaam voortliep.
{Wordt vervolgdj