De L imburgsche Sociale Studieweekv A Naar godsdienstige verdieping Exweto DE EENE TOTALITEIT IS GOD NAAST VORMING 00K ACTIE MEISJES IN UNIFORM I DINSDAG 13 AUGUSTUS 1935 Gezag en vrijheid De ventvergunningen 3000 gld. verduisterd De Koningin in Schot land De noodlanding bij Aalsmeer vacature-slingenberg Cultureele vorming De jubilaris liet ons tot vandaag wachten Aan de wereld moet geopenbaard worden het heil van den Heiland, Die alleen genezen kan De mensch als maatschap pelijk wezen Minister de Wilde meent dat men het den bona fide venters niet te zwaar moet maken STEUN VOOR ERWTENTEELT Crisis-Steunbeschikking 1935 Na vervulling van zijn opdracht, met het geld er vandoor gegaan DRIE KINDEREN BIJ EEN BRAND GERED Redders gehuldigd CONTINGENTEERINGEN Piloot door de K.L.M.-directie streng berispt CONTACTCOMMISSIE K.L-M. Geregeld overleg tusschen vliegers en directie Mr. Werker lid der Eerste Kamer? HET DREIGEND CONFLICT TE TILBURG EEN PROCES-VERBAAL MET GEVOLGEN 't Winterprogramma der K.J.M.V. stelt Christus in het centrum van het openbare leven Binnenlandsche missie AARDIG GEBAAR VAN DEN BELGISCHEN KONING WAARDEERING VOOR ONZE KAMERFRACTIE Cultureele vorming SPOORLIJN HAARLEM— ZANDVOORT UIT DE STAATSCOURANT Onderscheiding Notariaat DOOR BERTA RUCK Bij de voortgezette Limburgsche Sociale Studieweek sprak gistermiddag Prof. Dr. G. Brom, hoogleeraar aan de Katholieke Uni versiteit te Nijmegen, over den mensch als cultureel wezen. Er is maar één volledige, één totale totaliteit, dat is God. De mensch is, aan Hem gemeten, altijd slechts een deel, dat andere deelen noodig heeft, doch door zijn onvolledigheid, zijn onvol maaktheid helaas de andere deelen zoo vaak in misverstand van zich afsloot. De mensch be seft niet steeds, dat zijn onvolmaakt verstand slechts in staat is maar een deel te kennen, doch beschouwt zijn eigen inzich als het eenige juiste. Het klassieke voorbeeld van de Grieken, die zich zelf beschouwden als ver boven alle ande ren verheven, die zij barbaren noemden, wordt thans gevolgd door de menschen, de volkeren, de rassen, de standen in hun streven naar de alleenheerchappij en de wetenschap in haar specialisatie. Daardoor komen de cultureele mo gelijkheden, die op uitwisseling van gedachten berusten, in het gedrang. Daardoor kon de cultuur zich niet meer ver heffen tot het peil, door de scholastieken op het terrein der wetenschap bereikt, door haar stre ven naar het geheel, door haar richting op den samenhang, op den onderlingen band. Een herstel daarvan hoeft men niet te zoeken in de verrichtingen van de hedendaagsche we tenschap in één mensch of één ruimte. Dat kon in de middeleeuwen, doch dat kan thans niet meer. Dat behoeft ook niet. Is het zelfs niet grootscher, wanneer een koor van geleerden sa- menstemt in één harmonie? Op de eenheid van richting komt het aan. Niet in dien zin als waarin wij thans een technische, een economische en mammonis- tische beschaving hebben. Deze is de dood van onze cultuur. Dit blijkt in Indië, waarin de samenle ving doordrongen is van dezen geest, die alle stuwen wegvaagt. De geheele Indische pers heeft dien geest aan zich onderworpen, die ook den triomf tocht van Ir. Mussert heeft mogelijk ge maakt. Dit geldt niet alleen voor den mammon, maar evenzeer voor andere op de spits ge dreven eenzijdigheid in beschavingsvormen. De katholieken moeten dezen vorm tegen houden, moeten, zich, richtend op het wijde, ruime doel en gedragen door den volmaakten band, die de liefde is, zich spiegelend in de alles en allen omvattende Kerk, de totaliteit der cultuur verwezenlijken, opdat de wereld een nieuw „heil" wordt geopenbaard, het heil van den Heiland, den eenige, Die de gebroken en gebarsten wereld kan „heilen", kan genezen. Op de laatste vergadering van dezen dag die in den vroegen avond werd gehouden, sprak mr. A. Comelissen, bibliothecaris der Nijmeeg- sche Universiteit over den mensch als maat schappelijk wezen. De maatschappij is een totaliteit in dien zin dat zij eenheid en veelheid harmonisch ver- eenigt, dat zij geen chaos, doch een geordenden kosmos vormt. Om de plaats te begrijpen, die de mensch daarin bekleedt, moet men uitgaan van diens socialen aanleg. De mensch is, anders dan het dier, dat slechts bestaat om zijn soort in stand te houden, een wezen met een persoonlijk doel. Dit doel kan het meest volledig slechts in maatschappelijk verband worden bereikt. Wie dus het algemeen welzijn nastreeft, streeft zijn eigen welzijn na. VTijheid is geen ongebondenheid, doch een vermogen van den mensch om met gebruik van zijn verstand, zijn redelijk verstand, naar een doel te streven. Het gezag van den anderen kant is geen dressuur doch een vermogen, om den mensch zijr. doeleinden aan te wijzen en hem daarop te richten. Dit geschiedt evenzeer met gebruik making van de rede. Beide gezag en vrijheid steunen op het menschelijk verstand en daarom behoeven zij elkaar niet te bestrijden. De deugden ten slotte, die de mensch in staat en samenleving moet beoefenen, kunnen ook niet geïsoleerd staan van elkaar. Rechtvaardigheid, liefde en barmhartigheid moeten, te zamen beoefend en elkaar aanvul lend, een deugden-totaliteit vormun. Dit beginsel wordt door hen, die het val- sche totaliteitsbeginsel huldigen, volkomen miskend. In den dictatuurstaat wordt de persoon lijkheid en daarmee de sociale aanleg van den mensch verloochend, wordt het gezag tot willekeur, waarin de mensch, die slaaf was van de machine, slaaf wordt van een anderen meester, wordt de liefde vervangen door haat en worden alle maatschappelijke deugden miskend. Dit zijn geen hoopvolle teekenen, doch verschijnselen van verval, die gedoemd zijn te verdwijnen. Een filmvertooning en een tweede praatavond besloten dezen dag. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft een schrijven aan de gemeentebesturen gezonden betreffende de ventvergunningen. In dit schrijven deelt de Minister mede, dat mede als gevolg van de aanschrijving van 30 Maart 1920 van den toenmaligen Minister, gericht tot de Gedeputeerde Staten der on derscheidene provinciën, verschillende gemeen ten in het belang van de openbare orde en veiligheid in de plaatselijke algemeene politie verordening bepalingen hebben opgenomen met betrekking tot heb venten in de gemeente, waarbij o.m. werd voorgeschreven, dat het ver boden is zonder ventvergunning van B. en W. te venten. De uitvoering van dit voorschrift heeft m den iaatsten tijd aanleiding gegeven tot klach ten van de zijde van belanghebbenden, welke den Minister niet ongegrond voorkomen. Deze klachten betreffen in hoofdzaak een drietal punten. Aan niet-ingezetenen der ge meenten worden geen ventvergunningen uit gereikt. De ventvergunningen hebben dikwijls n zeer beperkten geldigheidsduur. Tenslotte zijn de leges-bedragen voor ventvergunningen met een korten tijdsduur te hoog. Wat het eerste punt betreft, merkt de Mi nister op, dat de gestelde voorschriften aan vankelijk in hoofdzaak ten doel hadden op te treden tegen openlijke en verkapte bedelarij. Echter worden de bovenbedoelde bepalingen allengs aangewend om naast de wering van vermomde bedelarij en ongure elementen, ook den bona fide venters, die woonachtig z«n in andere gemeenten, het uitoefenen van hun bedrijf in de gemeente onmogelijk te maken. Het verdient naar de meening van den Mi nister aanbeveling, geen onderscheid te ma ken tusschen ingezetenen en niet-ingezetenen, doch het aantal uit té reiken vergunningen aan een niet al te laag gesteld maximum te Ten aanzien van de beide andere punten geeft de Minister als zijn oordeel te kennen, dat het inderdaad voor hen, die het venten als beroep uitoefenen, een bezwaar is, mdien de geldigheidsduur der vergunning tot een kort tijdsbestek beperkt blijft. Een en ander leidt den Minister er toe aan de colleges van B. en W. in overweging te geven aan bona fide venters een ventvergunning uit te reiken met een zoo min mogelijk beperk ten geldigheidsduur en de legesbedragen voor dergelijke vergunningen niet al te hoog te stellen. In dit verband zou het aanbeveling verdie, nen zoo in de verordening op de heffing van secretarie-leges het volgend tarief werd opge- n°Vcx)r ventvergunningen met een geldigheids duur van een dag 0.15, een maand 1. een jaar 5. De Staatscourant van Maandagavond bevat de Crisis-Steunbeschiking 1936 Eerwten I (groe- ne erwten en schokker-erwten) Krachtens deze beschikking zal steun worden verleend uit het Landbouw-Crisisfonds ten be hoeve van de erkende telers van groene erw ten (met inbegrip van kroonerwten) en/of schokkererwten, op voorwaarde, dat de voor steun aangeboden groene erwten (met mbeg'iP van kroonerwten) en/of schokkererwten zu ^De^steun zal bedragen het verschil tusschen de wekelijks vast te stellen waarde en den richtprijs, welke als volgt is vastgesteld. a. voor groene erwten (met mbegnp van kroonerwten) oogst 1935 f 9.- per 100 K. O b voor schokkererwten op f 10.50 per 10ö K G„ met dien verstande dat deze bedragen maandelijks met f 0.10 per 100 K.G. J™»» worden verhoogd, voor het ieerst op 1 1935 en voor de laatste maal op 1 April Tevens is opgenomen de „Crisis-Aankoop beschikking 1935 II groene erwten) -Jn ^9 beschikking is de Nederlandsche Akkerbouw centrale opgedragen om, indien dit tot steun van de markt dier producten of ter bevorde ring van den afzet noodig mocht zijn, in Ne derland geteelde groene erwten (met inbegrip van kroonerwten) van den oogst 1935 aan te koopen tot een hoeveelheid van ten hoogste 10 millioen K. G. Voorts is vastgesteld de Crisis-Steunbeschik- king 1935 Erwten II (gele erwten). De uit te betalen steun zal wekelijks worden vastgesteld. De brigade-commandant van de Koninklijke Marechaussee te Coevorden heeft een verzoek tot opsporing gepubliceerd tegen den 30-jari- gen chauffeur Cornelis S Deze S. was met een collega uitgezonden naar Frankrijk en België met een vrachtwagen ge vogelte, dat hij over de grens moest afleveren en waarvoor hij de gelden moest ontvangen. Met 24.000 Fransche en 9000 Belgische francs kwamen de beide chauffeurs dezer dagen te Antwerpen aan. S„ die het geld bij zich had, is in de Belgische havenstad spoorloos verdwenen, Hij liet zijn collega in den steek en schijnt er alleen met het geld vandoor te zijn gegaan. De andere chauffeur is daarop met den lee- gen vrachtwagen naar Coevorden terug gereden, waar hij den exploitant, den heer W. Kuiper, verslag deed van het gebeurde. S. heeft ook daarna niets meer van zich laten hooren. Men schrijft ons uit St. Fillana: Het verblijf van H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana alhier werd tot nu toe be gunstigd door zeer goed weer, zoodat de Ko ningin en de Prinses reeds verschillende wan delingen maakten in de naaste omgeving. Door de voor Schotland zoo gunstige weersomstan digheden wos het bovendien mogelijk meer dere autotochten te maken, in d» eerste plaats rondom het Loch Earn, waaraan het hotel is gelegen, maar ook naar het terecht beroemde toeristen-oord The Trossachs aan het Loch Katrine, vanwaar men wel een zeer bijzon deren indruk bewaart van het zoo in elk op zicht met natuurschoon bedeelde land. Maandag had in de raadzaal te Woerden de huldiging plaats van de heeren J. H. Welp en J. Jansen die 12 April j.l. bij een brand in de Kazernestraat drie kinderen hebben ge red. In de raadzaal waren behalve de burge meester en de gemeentesecretaris tegenwoordig de leden van het brandweercollege, en de com missie v. d. Kon. Nederlandsche Brandweer- vereeniging te Utrecht, bestaande uit de hee ren W. Keeman, hoofdman te Rotterdam, D. Vleeming, commandant van de brandweer te Utrecht, en mr. Hanes, burgemeester van Jutphaas. De burgemeester van Woerden de heer H. G. van Kempen, hield een toespraak, waarin hij hulde bracht aan het optreden van ge noemde redders, waarna de heer W. Keeman, voorzitter van de Kon. Nederlandsche Brand- weervereeniging, het tweetal een medaille op de borst spelde. Tevens werden hun de daar bij behoorende oorkonden uitgereikt. In 25 jaar tijd zijn thans in totaal vijf dergelijke medailles uitgereikt. Men verzoekt ons mede te deelen, dat bij de hierna te noemen contingenteeringen, welke op 1 September a.s. zullen worden verlengd, de na volgende autonome percentages zullen worden vastgesteld voor de daarachter vermelde pe rioden a. schroefbouten 40 pCt. gewicht gedurenae 4 maanden; b. isolatorskranen 100 pCt. gewicht gedurende 4 maanden; bladzink 25 pCt. ge wicht gedurende 6 maanden, wollen stoffen 30 pCt. waarde gedurende 1 jaar; katoenen ma nufacturen: a. geverfd, bedrukt en bontgewe- ven 10 pCt. waarde gedurende 1 jaar; b. ge bleekt en ongebleekt 10 pCt. waarde gedurende 1 jaar; kunstzijden weefsels 20 pCt. waarde gedurende 1 jaar; tapijten 25 pCt. waarde ge durende 1 jaar; linnen en halflinnen manufac turen 30 pCt. waarde gedurende 1 jaar; rij wielbanden 25 pCt. aantal stuks gedurende 11 maanden. De tot dusver geldende basistijdvakken voor bovenstaande contingenteeringen blijven onge wijzigd. De aandacht wordt er op gevestigd dat bovengenoemde percentages alleen betrekking hebben op de autonome landencontingenten, behalve niet op de bij handelsverdrag verleen de contingenten, welke in vele gevallen hoo- ger zijn. O?» ^iisnr- 'CiO „Links en rechts van mij liep een haas. Ik buig, met mijn gewone tegenwoordigheid van geest, de loopen van mijn dubbelloopsjachtge weer uit elkaar een salvo. en beide hazen zijn getroffen! Naar aanleiding van de gedwongen landing van een K. L. M-toestel op een bietenveld bij Aalsmeer, is een onderzoek ingesteld naar de reden, welke daartoe heeft genoopt. De piloot Frenken, die de machine met groote vakken nis op het bietenveld heeft neergezet, had vóór het opstijgen een zeer grove fout begaan door den benzine-voorraad op de peilglazen niet te controleeren. Daar de gezagvoerder hier de verantwoorde lijke persoon is, kon de fout alleen aan hem worden geweten. De piloot heeft, aldus het „Handelsblad", het. feit toegegeven en is van. wege de directie der K. L. M. streng berispt. Omdat de gedwongen landing geen nadeelige gevolgen heeft gehad is van disciplinaire straf afgezien. De directie van de K.L.M. is er toe overge gaan om een zoogenaamde contactcommissie in te stellen. Naar aanleiding van de moeilijk heden, die ontstonden, doordat er onvoldoende overleg tusschen de directie cn het vliegers- p ersoneel bestond, bleven allerlei grieven be staan, die bij een voortdurend overleg niet be hoeven te ontstaan 'en in ieder geval kunnen worden opgeheven. In de contactcommissie der vliegers, die alle kwesties met de directie kan bespreken, zijn, volgens het Volk, aangewe zen de drie oude piloten der KLM.: Geyssen- dorfer, Scholte en Parmentier. Naar de Telegraaf verneemt, zal de heer Jan Schilthuis, in de vacature-Slingenberg benoemd verklaard tot lid der Eerste Kamer, deze be noeming niet aannemen, in verband met zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer. Aan de beurt is dan de heer mr. W. H. M. Werker, lid van het bestuur der Rijksverzeke ringsbank te Amsterdam, oud-voorzitter van den Vrijzinnig-Democratischen Bond. De Rijksbemiddelaar Prof. Mr. Aalberse heeft de partij'en, betrokken bij het dreigend conflict in de Tilburgsche wollenstoffenindustrie, bijeen geroepen tot een bespreking op het departement van Economische Zaken te Den Haag op Woensdagmiddag a.s. Zondag heeft de politie te Arnemuiden proces verbaal opgemaakt tegen een paartje uit Mid delburg, dat in het gras aan den Kanaaldijk zat. De jongeman wilde aanvankelijk zijn naam niet opgeven, waarop hij werd medegenomen naar het arrestantenlokaal. Daar aangekomen gaf de jongeman, B., zijn naam op, waarop hij vertrekken kon. In den afgeloopen nacht te omstreeks één uur vervoegde zich een oudere broer van B„ vergezeld van B., een mannelijk persoon en tr ee dames, aan de woning van den rijksveldwachter S. te Arnemuiden. De vijf personen, die allen uit Middelburg afkomstig waren,, verkeerden in zeer opgewonden toestand. Zij wilden het ge beurde bespreken en B. vroeg den rijksveld wachter waarom zijn broer aangehouden was. ONS MEE OP VA CAN TIE PER LUXE-TOURINGCAR! G A MET 3 dagen naar BRUSSEL, TENTOON STELLING en ARDENNEN24.— Vertrek eiken Maandag en Donderdag 9 dagen naar ZWITSERLAND 105.—. Vertrek 19 Augustus. Voor deze reis nog eenige plaatsen beschikbaar. Men vrage gratis volledig programma REISONDERNEMING „RECOR", Weteringschans 44, Amsterdam, Telefoon 33978 Maandag, den tweeden dag van de Nationale bestuurdersdagen van de K. J. M. V. in Neder land, gehouden in het pensionaat „St. Louis" te Amersfoort, hield de Verbondsmoderator, rector L. A. J. M. Beune uit Leiden, een in leiding over „De Godsdienstige vorming in de K. J. M. V." Spreker behandelde hierin de verschillende onderwerpen, welke door het Nationaal Ver bond in het winterprogramma worden voorge steld. Bij deze behandeling verloor spreker ook de persoonlijke sociaal-economische moeilijkheden der leden niet uit het oog, maar constateerde, dat de materieele nood zijn oorsprong vindt in het loslaten van de geestelijke waarden en van de verdieping in den godsdienst. Willen de jon geren het beter doen dan de ouden, dan moeten zij beginnen de krachtbronnen van den gods dienst aan te boren, dan moeten zij zich ten volle bewust worden, dat Christus onze Koning is en wij Christus' vazallen, maar óók Christus' broeders zijn. Het winterprogramma is dan ook sterk Christocentrisch. Het programma vermeldt deze gedachten: onze gemeenschap in Christus en wij Christus broeders, en, daar de Paus ons oproept en het Episcopaat de K. J. M. V. aanwijst voor Katholieke Actie, moeten de jongeren Chris tus' verlossingswerk voortzetten en uitbreiden, zich verdiepen en kracht zoeken in de sacra menten. Was eenige jaren geleden de tijd rijp voor actie voor de buitenlandsche missie, thans zei- Toen de veldwachter B. verzocht Maandag overdag terug te komen, heeft B. den veld wachter blijkbaar een klap gegeven, waarop de veldwachter een revolver trok en een schot op B. loste. B. werd getroffen. Met een niet ge vaarlijke verwonding aan het sleutelbeen is B na voorloopig door dokter de Haas uit Arne muiden verbonden te zijn, naar het ziekenhuis te Middelburg overgebracht. Men schrijft ons: Sinds 1930 bezit het Kennemer Lyceum te Bloemendaal in de Ardennen te Auby een schoolhuis, waarin de hoogere klassen van het lyceum om de beurt een week verblijf houden om er te werken aan één of ander onderdeel van het leerplan (een stuk geologie, botanie, geschiedenis of dgl.) en welk huis ook aan andere groepen leerlingen en padvinders wordt verhuurd. Toen het huis in 1931 was ingericht, verzocht de rector, dr. A. de Vletter, aan Ko ningin Wilhelmina en wijlen Koning Albert om het portret van de beide souvereinen ten einde het een plaats te verieenen in de kleine hal van het hoogst eenvoudige Hollandsche school huis in België. Beide vorstelijke personen voldeden welwil lend aan het verzoek en zonden portret met signatuur. Toen Koning Albert in 1934 zoo smartelijk om het leven kwam, werden bloemen aange bracht boven het geëncadreerde portret, welke bloemen nog steeds aanwezig zijn. Eenigen tijd geleden wendde de rector zich tot Koning Leopold met een gelijk verzoek: dezer dagen werd een gezelschap Kennemer Lyceïs- ten tijdens een vacantieverblijf in „La Babil- larde", het Ardennensche schoolhuis, verblijd door de toezending namens den Belgischen Koning van diens porteet met eigenhandig on derschrift: Aan het Nederlandsche Schoolhuis te Auby, Leopold, 1935. Het geschenk heeft een plaats gekregen in de hal van „La Babillarde". De Centrale R. K. Kiesvereeniging te Hilver sum heeft het volgend schrijven gericht aan de R K Tweede Kamerfractie: „In verband met de politieke gebeurtenissen hier te lande én de daaruit voortgesproten Kabinetscrisis spreken de vijf parochieele kies- vereenigingsbesturen te Hilversum, vereenigd in de Centrale Hilversum, hunne zeer sterke waar deering uit over het beleid van uwe fracti. Zij hopen en vertrouwen dat uwe fractie, trots de insinueerende critiek op uwe fractie en harer door ons hooggeëerd'en leider, door de z.g. neutrale pers uitgeoefend, krachtig za.1 door gaan op den ingeslagen weg ter bereiking van het door uwe fractie gestelde doel en niet min der tot handhaving van de democratie in Neder land." de spreker, dat de tijd overrijp is voor een binnenlandsche uitbreiding van Christus' verlossingswerk. Spreker besloot met de leuze, die de K.J. M. V.-ers zich eigen moeten maken en beleven: Daar we gelooven, Christus, strijden wij, daar we beminnen, Christus, lijden wij en den Vrede van Christus verbreiden wij. De voorzitter van de Interdiocesane Jeugd commissie, rector B. H. de Groot, uitte zijn vol doening over hetgeen aan de K. J. M. V. en door K.J.M.V.-ers in het gesproken woord en door het spel gegeven is. Spreker hoopte, dat de Christocentrische gedachte, neergelegd in het winterprogramma, moge brengen hoogere volmaaktheid, zoowel sacramenteele als mys tieke, en een heerlijke eenheid van gedachte en geest. Des middags hield de verbondsvoorzitter, de heer H. Engels uit Leiden, een inleiding over de cultureele vorming in de K. J. M. V.-bewe- ging. Spr. ging breedvoerig in op de defmieenng van het begrip cultuur, zoomede over de ver warring over dit begrip. Duidelijk toonde spr. aan, dat het begrip cultuur veel ruimer is dan beschaving en dat meerdere ontwikkeling geen noodzakelijke eisch is voor cultuur, waarbij hij aantoonde, dat de Middeleeuwers hoewel over het algemeen minder ontwikkeld en geleerd dan de tegenwoordige mensch, een hooger ont wikkeld cultuurbegrip hadden. Als 'n definitie van cultuur gaf de inleider aan een bewust leven volgens de orde, die God aan het leven heeft gesteld. De cultureele vorming komt in het winter programma tot uiting in de te behandelen on derwerpen. Deze onderwerpen worden aangevuld en be leefd door actiepunten, waarvan we o.m. noe men: opvoeren van leekenspelen, organiseeren van tentoonstellingen van religieuze kunst en katholieke boeken en o. a. door het nlet-bezoe- ken van door de katholieke pers afgekeurde of ontraden films. Ordening en saneering zijn slagwoorden in dezen tijd. Volgens spreker ordent de K.J.M.V. ook, doch niet alléén op eenzijdig terrein, maar zeker óók op cultuurgebied. Op dit terrein ligt voor de K.J.M.V. een grootsche taak. Tot slot richtte rector I. H. van den Berg, aartsdiocesaan moderator, een woord van hul de aan verbondsmoderator en verbondsbestuur voor de perfecte organisatie van deze beide da gen. Hoewel het maar heel weinig scheelde, kon den wij Maandag onzen vijf honderdsten Ex- weto-deelnemer nog niet boeken. Dinsdagochtend in de vroegte zullen wij de jubilaresse of den jubilaris in elk geval kun nen begroeten. Aan de hand van de opgedane ervaringen hebben wij besloten onzen dagtocht in dien geest te wijzigen, dat niet op de wereldtentoon stelling zal worden geluncht, maar in Antwer pen een uitgebreide koffie-tafel zal worden ge bruikt. Hiermede hebben wij de bezwaren van onzen eersten dagtocht ondervangen. Bovendien staat de dagtocht van a.s. Donderdag onder de persoonlijke leiding van den heer Brugmgn, zoodat een vlot verloop is gewaarborgd. Liefhebbers melden zich met spoed aan De in gebruik neming van de geëlectrifi- ceerde spoorlijn HaarlemZandvoort, is op 6 October e. k. vastgesteld. Bij K. B. is aan jhr. mr. A. C. D. de Graeff, Minister van Buitenlandsche Zaken, verlof ver leend tot het aannemen van het Grootkruis le klasse der Orde van Verdienste van Oostenrijk. Bij K. B. is benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau mr. A. A. H. M. Gielen, directeur van het Economisch-Technologisch Instituut in Limburg, te Maastricht. Bij K. B. is toegekend de zilveren eeremedail- le der Oranje-Nassau Orde aan H. Monhemius te Wadenoijen, oud-ontvanger van den polder Wadenoijen. Bij K. B. is benoemd tot notaris te Amster dam M. F. M. Deurvorst, candidaat-notaris al daar (vacature E. Heimans). 8 De zes-en-een-halve voet lange boer glim lachte allervriendelijkst op ons neer. „Jullie zult hier gauw genoeg rooie wangen krijgen," ver zekerde hij mij. „Ja, ja, Vic hier, zag er heusch ook niet zoo schitterend uit toen ze hier kwam, een jaartje geleden. En ze had eerst niks geen 6chik in d'r leven!" Dit met een knipoogje. „La ter konden we haar met den besten wil niet meer kwijt worden, 't Schijnt haar hier ten slotte toch nog zoo slecht niet te bevallen, an ders had ze niet gevraagd om hier te mogen blijven als instructrice!" „Instructricc!" mompelden Elisabeth en ik tegelijk. Voor 't eerst drong het tot ons door, dat 't groote meisje met 't platte accent óók 'n soort van leidster was. De boer liep verder met een vriendelijk knikje tegen ons, en nadat hij tegen Vic gezegd had. „Je wijst ze hun werk wel hè wat we giste ren hebben afgesproken?" „In orde, meneer Price," antwoordde Vic prompt. „Kom, jongedochter," dit tegen Eli sabeth jij moest maar 'ns met me meegaan Jij gaat steentjes rapen vandaag. Ik zal je^het veld wijzen, dat opgeredderd moet worden. Ik zag een niet te beschrijven mengeling van gewaarwordingen op Elisabeth's smal gezichtje komen, dat zoc benepen onder den grooten slap pen hoed uitkeek. Steentjes rapen! Zooiets als schelpjes zoeken, dat ieder klein kind aan het strand kon doen! Had ze voor zulk soort werk haar betrekking als gewaardeerde typiste er aan gegeven en zich bij het Landleger aangesloten? Dat was haar gedachtengang, dat kon ik van haar gezichtje aflezen. Maar ze zei alleen maar: „Goed!" en ging zoowaar in de houding staan. vic wendde zich tot mij. „En nou jij," zei ze, met een gebaar in de rich ting van den stal. waarbij we straks den arbei der hadden zien staan. „Hier is jouw kar weitje." Ik had me eigenlijk nog heelemaal geen dui delijke voorstelling gemaakt van "net allereerste werk, dat ik te doen zou krijgen! Heusch niet! Maar Elisabeth beweert boosaardig, dat ik mij m'n eerste kennismaking met het boerenbedrijf steeds aldus heb voorgesteld: Scène, een blinkend en glimmend melkhuis, met bloeiende klimrozen rankend om het open venster. Ikzelf, met een rose linnen zomerhoed en in het costuum van een landmeisje uit een revue, druk in de weer met een sneeuwwit, ge sneden houten gereedschapje, waarmee ik een bloemen-motiefje druk op ontelbare, keurig- ronde stukjes goudgele boter. Als dat het ideaal was, hoe wreed-verschil- lend was dan de werkelijkheid, waar Vic me nu heenloodste! Mijn „karweitje!" Ik had het al gereken, zoodra ik een voet op het erf zette. Als kind had ik vader's onbehouwen jongsten knecht dergelijke „karweitjes" zien op knappen, en ik had den pummel beklaagd het had niet alleen zulk zwaar werk geleken, maar het was zoo weerzinwekkend! Er kwam een schop aan te pas en een mest vork en een kruiwagenDie zag ik al klaar staan midden op het erf, waar een bruine kip met haar kroost rondscharrelde. Voorts betee- kende het „karweitje": manmoedig doordrin gen in donkere en zeldzaam-onwelriekende ruimten, met gruwelijk, half vergaan stroo op den vloer en festoenen van grijze spinnewsbben aan de zoldering. Ik had nooit gedacht, dat ik zoo'n oord ooit nog eens van binnen zou zien. Maar of 't de allergewoonste zaak van de wereld betrof, besloot Vic heel genoeglijk. „Je hebt 't al gesnapt, zie ik. Ja, begin jij dien koestal naar 's fijn uit te mesten!' Die koestal! Fijn uitmesten! Ik Vic gaf me mijn gereedschap, sleepte Elisa beth mee en liet me staan. Daar stond ik midden op het erf ik, de zoogenaamde landarbeidster, voor wie „werk nooit iets anders beteekend had. dan rustig binnenshuis zitten achter een schrijfmachine. Enfin, ik moest dan in vredesnaam maar be ginnen. En ik begon, zooals alle andere beginners ik wierp me op mijn taak als een stier op een rooden lap. Met mijn handen, die nooit een zwaarder gereedschap gevoerd hadden dan een vulpen, omklemde ik krampachtig het handvat van de spade, die zoo lomp en onhandelbaar aanvoelde. Verwoed dreef ik het gereedschap in die bruine, kwalijk-riekende massa aan mijn voeten. Bin Even verwoed trachtte ik de overvolle schop viezigheid op te tillen. Het ging niet veel te zwaar. Ik spande al m'n krachten in. Bij de derde of vierde poging kreeg ik de lading omhoog. Wild smeet ik den weerzinwek- kenden last in den kruiwagen.... Ik had mijn zwaai echter niet goed berekend en miste half De helft kwakte over mijn laarzen en mijn smettelooze beenstukken. Ik had wel kunnen huilen! Rillend stampte ik ze zoo goed moge lijk schoon. Met den moed der vertwijfeling wierp ik ms weer op mijn onsmakelijke taak. Ik wroette, sjouwde, smeet. Binnen tien minuten was ik gloeiend-heet, drijfnat en uitgeput. Mijn armen trilden en trokken van overspanning. En met een plotselingen zwaai, woedender dan ooit, stak ik mijn schop in den half-vollen kruiwagen en liet ze staan waar ze stond. Mij besluit was genomen. Ik was niet van plan, er mee door te gaan, noch met mestrui- men, noch met iets anders van dien aard. Ik zou mezelf uitkoopen. Een smadelijke terugtocht naar Londen en naar een kantoor met stijf-ge- sloten ramen was verre te verkiezen boven een leven pis dit. Ik zou deserteeren! Ja! Nu meteen! Haastig begon ik de mouwen van mijn kiel, ,die ik opgestroopt had, weer naar beneden te rollen. Ik had er juist één klaar, toen de ope ning van de staldeur plotseling verdonkerd werd. De gedaante van een langen man toeken de zich scherp af tegen den hellen achtergrond van het erf. Ik zag z'n oogen op mij gericht met een nieuwsgierige en spottende uitdi ukking. Meteen herkende ik hem. Ja! Het v;as die jonge officier, die het, den vorigen avond in de barak, in-zn lipoid gehaald had, me te vragen hoelang ik het hier wel dacht vol te houden. Natuurlijk natüürüjk was het precies iets voor hem, om dit oogenblik te kiezen voor een voortzetting der kennismaking! „Woede, zelfs „razernij", zijn véél te tamme uitdrukkingen voor wat ik op dat moment voelde! Het was geméén! Maar zelf scheen hij dat niet in 't minst te beseffen. Hij stond naar me te kijken, en naar de ééne mouw, die ik juist had neergeslagen. Hij schonk me dien zalvenden glimlach, dien alle meisjes in het kamp den vorigen avend enthousiast geprezen hadden als zoo buitengewoon innemend. En toen begon hij zonder zelfs 'n inleidend „goeden morgen!" met die bruuske stem, die zoo'n contrast vormde met dien glimlach: ,,'n Kind kan zien, dat u nog nooit eerder n voet- op 'n boerenerf hebt gezet." „Hoe weet u dat zoo goed? Toevallig is dat wèi het geval!" snibde ik, en om mezelf een hou ding te geven, greep ik maar weer naar de schop, die ik in den kruiwagen had laten ste- ken. „In elk geval hebt u er niet 't minste benul van, hoe u die dingen moet hanteeren, zei hij, een stap dichterbij komend. „Dat is niet de manier om een schop vast te houden. Zonder complimenten nam hij me de spade uit m'n handen, ze losjes vasthoudend. Rustig stak hij ze in de vieze brei op den vloer, en nam ongeveer half zooveel op als ik gedaan had. „U zult ondervinden," zei hij, „dat, als u de spade niet overbelast ze zichzelf in evenwicht houdt. Hetzelfde geldt van de mestvork. Laat 't werk zichzelf doen. Kijk." Hij liet de spade terugzwaaien en wat er op lag, schoot in den kruiwagen, schijnbaar zonder eenige inspanning van zijn kant. „U moet leeren, partij ie trekken van de wet ten van zwaartekracht en evenwicht," zei hij, de schop opnieuw in de massa stekend. „Als u goed kijkt, ziet u zelf wel, wat ik bedoel." Hij knikte me beschermend toe, terwUl ik ge spannen zijn bewegingen volgde. „U zult merken," zei hU weer, „dat u de na tuur onmogeluk kunt bevechten. Maar n kunt haar voor u laten werken!" HU liep nu naar den kruiwagen, pakte hem beet en reed hem voort over het zonnige erf. Niet precies begrUpend, wat er zou gaan gebeu ren, volgde ik de forsche gestalte in khaki naar dien hoogen, weerzinwekkenden heuvel in een van de hoeken, waar de bruine kloek onver stoorbaar met haar kuikens rondwroette. Er stond een soort van laag houten schotje om heen, en een breede plank lag daar schuin tegen aan. De jonge man keerde zich half naar me om, terwül hU langzaam voortliep. {Wordt vervolgdj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 3