Per fiets naar Zuid-Afrika Gemeente kan oude Postkantoor huren VERBREEDING RAAKS IR 1 DORPSHOOFD INVITEERT L VRIJDAG 13 SEPTEMBER 1935 STADSNIEUWS Burgerlijke Stand en Belasting kantoren worden dan tijdelijk overgebracht in het te huren pand De stadhuisplannen TWEE INBRAKEN De buit nog niet bekend DE KATHOLIEKE SCHOOL IN AFRIKA DE FLORALIATENTOON- STELLING Met medewerking van Eigen Tuin AUTOBUSDIENST ZAANDAM —WIJK AAN ZEE v.v. Een afgewezen verzoek Personalia Zandpoort zooals die in vroeger tijd en die bij de uitbreiding van het luis in heel modern gezélschap zal ko men te verkeeren. VRAGENBIJS In boomstammen den Nijl overge stokenomringd door kroko dillen en nijlpaarden Bij Nederlandsche missionarissen Slachtoffers van onzen eetlust k-AAP3TAP Tropische regenbui Bij een dorpshoofd Gevaarlijke overtocht Hartelijke ontvangst Dan maar weer terug 'el kom thuis Uitstappenhet einde van dea rit. Het portier gaat open voorzichtig Ianders is het uit met de vreugde. Want het roekeloos openen van het por* tier kan f 150,— boete kosten I en autodeuren voorzichtig! De verbreeding van de Raaks is reeds lang Noodzakelijk en gewensclit. Voor dit plan kan borden uitgevoerd moet ook het gebouw waar- thans de Burgerlijke Stand gevestigd is ver fijnen. En daarmede hangen de raadhuis- Wannen weer samen. Hoe staat het nu met al ^eze dringende zaken? Deze vraag stelden wij aan den wn. wethouder van Openbare Werken, den heer W. J. B. van kiemt. Wij troffen het, want er bleken inderdaad belangrijke gebeurtenissen op til te zijn. Zooals u reeds eerder berichtte, aldus de wet houder zijn 3 van de 5 objecten die Haarlem Wet behulp van het Werkfonds wenschte uit te voeren goedgekeurd, terwijl voor de overblijven de; uitbreiding van het stadhuis en het stich- ^n van een nieuw gebouw voor den Gemeente- jüken Geneeskundigen Dienst de onderhande lingen voortduren. Naast de blijdschap over de *Wagsche medewerking hebben velen zich ech- Wr afgevraagd of de toestand van het stadhuis hil nog weer langer bestendigd moet blijven, ke bureaux van den Burgerlijken Stand huizen W een oud huis, veel te ver van de andere af delingen; de gemeentelijke belastingkantoren W de Koningstraat zijn ook niet meer waardig dn onze stader is geen economische con centratie en de archieven der Bevolking zijn niet volkomen safe tegen brandgevaar. Allemaal baarheden, maar even waar is, dat de ge- Weente-financiën verbetering absoluut niet toe- aten. Hoe noodzakelijk een en ander ook is, hit de gewone middelen kunnen geen gelden voor dit doel geput worden." „Dus we blijven op Den Haag wachten?" „Voor de uitbreiding van het stadhuis wel, Waar voor de verbreeding van de Raaks niet." Het is het gemeentebestuur n.1. gelukt het °hde postkantoor aan de Zijlstraat, dat in bezit van de Twentsche Bank en dat na het ver bek van de firma Hylenhoed leeg staat, in "banden te krijgen". Den raad zal worden Voorgesteld dit gebouw voor b.v. 2 jaar te huren indien dit voorstel aangenomen wordt, kan bet huurcontract direct geteekend worden. De Burgerlijke Stand zal dan worden onder bracht in dit pand en het oude huis aan de •vaaks zal onder sloopershanden komen, waar- ,°°r de verbreeding van dezen steeds belang ijker geworden weg spoedig een feit zal kun nen zyn. „Een belangrijk nieuwtje," interrumpeerden Mi, „maar nu blijven de stadhuisplannen zeker Mer op zolder liggen?" „Volstrekt niet," antwoordde de heer v. Liemt, f ïÜ?06 eerder de toestemming van Den Haag 'Wttit hoe beter. En om te laten zien, dat het Ms ernst is, zal worden voorgesteld om de belastingkantoren van de Koningstraat °°k in het oude postkantoor onder te brengen, fardoor de huidige panden voor afbraak vrij 'toftien. „Er gaan allerlei verhalen over de uitbreiding .an het stadhuis, hoeveel huizen zullen nu fei- Wlijk tegen den grond gaan, als de medewer- van het Werkfonds verkregen is?" jj- Alle panden in de Koningstraat van de ahdpoort tot aan de jacobijnestraat en alle tanden in de Jacobijnestraat van heek Koning- traat tot aan den muur van de stadsbibliotheek b leeszaal." v IVij hebben later opgenomen, dat dan zullen „Mdwijnen naast de belastingkantoren, café akker, het kleedingmagazijn van Gaarkeuken, Patronenhuis van Roemers en de horlogerie atl. firma Fortgens. In de Jacobijnestraat Nige ondergeschikte huisjes. Al deze huizen zijn reeds in het bezit van de 'heente. i fMk al zou dus nog vandaag de toestemming den bouw afkomen, dan zou er toch nog buimen tijd verstrijken vooraleer de nieuw- Miiw gereed zou zijn. De huur van het voor- JMlige postkantoor zou dan ook een prachtige vMossing zijn, die de Haarlemmers van harte W>nen toejuichen. Ifderdaad. er zit leven in de Haarlemsche Muwerij en ons gemeentebestuur is dag aan bezig om verfraaiing van de stad, econo mische concentratie van de verschillende ge meentediensten en werkgelegenheid voor de Mkloozen mogelijk te maken. wij wijzen er nog eens op, dat de uitbreiding b het stadhuis onder de werkfondsloonen zal allen, d.w.z. onder bijna normale loonen. Een aen temeer om dankbaar gestemd te zijn en j," baarde van bovenstaande Mg aan te slaan! mededeelingen Voor de uitbreiding van het stadhuis heeft wijlen ir. De Bordes teekeningen ge maakt. Als de plannen verwezenlijkt wor den, zal het stadhuis aan de zijde van de Jacobijnestraat bovenstaand entree krijgen. In den onbestemden tijd, gelegen tusschen Donderdagmiddag twaalf uur en Donderdag avond tien uur, heeft men zich toegang ver schaft tot een woning aan de Crayenesterlaan, door aan de achterzijde van het huis een glas ruit te verbrijzelen. De bewoners waren afwezig. In de voorkamer is alles overhoop gehaald, maar voor zoover bekend, is er niets ontvreemd. In den volgenden nacht is men op gelijke wijze, door een tuimelraam aan de achterzijde open te breken, binnengedrongen in een perceel aan de Princessekade. Ook hier was de bewoon ster afwezig. Men kan niet vaststellen of er iets vermist wordt. In beide gevallen stelt de politie een diep gaand onderzoek in. „Gaat en onderwijst alle volkeren," was Christus' laatste bevel aan Zijn Apostelen. Het lijdt geen twijfel, dat de Goddellijke Zaligmaker hiermede niet alleen bedoeld heeft het docee- ren van de Christelijke Geloofspunten, maar ook de wetenschappelijke opvoeding der hei denen, waardoor zij de schoone, maar ook moei lijk te begrijpen waarheden van het H. Geloof beter zouden leeren kennen en waardeeren en ze daarom beter zouden kunnen beleven. De Katholieke Kerk heeft deze zending van Christus dan ook altijd zoo verstaan en ter be oefening aan Haar dienaren voorgehouden. Wie, die de geschiedenis zonder vooroordeel bestu deert, komt niet tot de conclusie, dat juist de Katholieke Kerk aan Europa de beschaving geschonken heeft? Waar de .*.ath. Kerk haar in trede doet, daar gaat beschaving met haar hand in hand. De Kerk erkent als eenige ware be schaving de Christ, beschaving, die een afstra ling is van God zelf. Zij weet en is er van over tuigd dat Zij alleen boven alle andere kerk genootschappen God kent zooals Hij is in al Zijn wijsheid en schoonheid en Zij rekent het zich tot een duren plicht om door de natuurlijke middelen van de ontwikkeling der zie! al haar kinderen in staat te stellen al het schoons dat God haar heeft toevertrouwd naar volle waar de te schatten en te beleven. En iedere missio naris die uittrekt tot het bekeeren der heidenen draagt dienzelfden plicht met zich tot de ver vulling waarvan hij zijn beste krachten moet geven. Vandaar de groote beteekenis der katholieke scholen in de missielanden. Doch de oprichting van katholieke scholen in de missielanden is niet alleen een plicht geba seerd op een Goddelijk bevel, het is ook een absolute noodzakelijkheid voor de cultureele ontwikkeling der heidenvolkeren. En zoo be- school in Afrika nog sterker uit. Geen bescha- schouwd komt de beteekenis der katholieke ving kan stand houden, die niet de christelijke beginselen tot grondslag heeft. We behoeven slechts een beeld te vormen van de gedrochten der menschheid, die het niet-christelijk onder wijs in Afrika in zoo ruime mate oplevert. Hoe veel duizenden Negers zijn er in Afrika, die na de intrede der Blanken al de Europeesche wetenschap, die de gouvernementsscholen hun bijna voor niets aanbieden, in enkele jaren tijds gulzig opslokken. Al die geleerdheid in zoo'n betrekkelijk korten tijd verworven, maakt hun zwarte koppen dol. Christelijke beginselen, die hun evenwicht zouden doen behouden, bezitten zij niet. De ethica, berustend op natuurlijke motieven, die de plaats inneemt van de christe lijke moraal, is niet opgewassen tegen hun passies, die sterker worden naargelang ontwik keling, daar juist de ontwikkeling overal wegen vrij maakt voor de botviering van de laagste menschelijke hartstochten. „God beware ons voor den ontwikkelden neger", is een gewone uitroep onder de Blanken in Afrika. Weliswaar hebben velen, die den Neger dit verwijt naar het hoofd slingeren, dikwijls door hun eigen afschuwelijk gedrag, schuld aan de droevige resultaten van de be schaving in Afrika, maar de oorsprong van het euvel moet teruggebracht worden op de afwe zigheid van alle christelijke beginselen, daar velen der Blanken in Afrika deze beginselen zelf niet bezitten en de Neger geen verweer' middelen in zich draagt tegen den invloed van het gedrag van hen, waarnaar zij opzien als leiders naar het geluk. Het resultaat? Een mismaakte menschheid, overgegeven aan alle hartstochten. Men kan zich moeilijk een meer weerzinwekkend schep sel voorstellen. Oh, men komt er zooveel tegen in de havenplaatsen langs de Afrikaansche kust, deftig gestoken in Europeesche kleeding, stinkend van parfum, het hoofd zelfbewust in den nek, elkander overschreeuwend om voor rang in gezag. Tuchteloosheid, trots, hebzucht, onrechtvaardigheid zijn hun gewone ondeugden. Een paar jaren terug waren zij bijna allen een groote nul in hun land en onder hun stamge- nooten, nu beschouwen zij zich verheven boven vele Blanken. Hun hebzucht voert tot onrecht vaardigheid tegenover den onwetenden mede broeder. Zij zijn het ook die met hun kennis de inlandsche Opperhoofden ter zijde staan in de bestrijding van het Christendom. Hiervoor gebruiken ze leugen en bedrog. Wat moet er van Afrika terecht komen als wij katholieken geen groote en uitgebreide schoolcampagne beginnen? Afrika ontwaakt! In alle plaatsen schreeuwt men om scholen. Geen Protestantsche scholen, want die doceeren alleen in de inlandsche taal. Neen, Engelsche scholen moeten ze hebben. Hun kinderen moeten groot worden, zij moeten allen onderwijzers, gerechts klerken, politieagenten, handelslui worden! En dit is alleen te bereiken door opleiding in Engelsche scholen. Elke school is goed zoolang ze maar Engelsch is. Is er een gouvernements- school in de buurt, dan gaan ze daar heen, is er een katholieke school nabij, den vervoegen ze zich daar. Komen ze op de gouvei nements- school, dan kunnen ze groot worden op mate rieel gebied, maar zij zijn voor God verloren. Komen ze op de katholieke school, dan worden ze omgevormd tot goede christenen en nuttige menschen in de maatschappij. Alleen de katho lieke school is in staat aan Afrika bouwers te geven van de eenige en ware beschaving, bou wers ook van het Christendom onder de hei denen. De katholieke school is daarom absoluut noodzakelijk. De missionaris is in staat die te verschaffen, doch zijn werk wordt lam geslagen door den financieelen nood. In onze missie te Njinikom is een school van 230 leerlingen. Iedere maand moet er tachtig gulden aan salarissen voor onderwijzers wor den uitgegeven. De meeste leerlingen zijn niet in staat de contributie van 10 ct. in de maand te betalen. We boeken iedere maand een ver lies van zestig gld. Is het wonder dat we terug schrikken voor de opening van nieuwe scholen? En toch ze zijn zoo hard noodig. In vele plaat sen is de school het eenige middel tot bekee ring. Hadden we het geld ervoor, dan konden we dit jaar zeven scholen openen. Dat betee- kent zevenhonderd catechumenen meer in een jaar tijd. Zevenhonderd zielen meer in de Katholieke Kerk! Zevenhonderd opbouwers van Afrika Er is slechts één noodkreet in Afrika; Geeft ons katholieke scholen. Wie moet die geven? Iedere katholiek moet Apostel zijn. Alle giften worden dankbaar aanvaard. NJINIKOM SCHOOL, Missiehuis Roosendaal. Father A. KERKVLIET, Miss. Mill-Hill. Zaterdag en Zondag houdt de Floraliaveree- niging in het Bavogebouw, Smedestraat, weer haar jaarlijksche tentoonstelling. Honderden kinderen zenden hun plantje in en laten zien, hoe zij dit met zorg en liefde opgekweekt heb ben. De jury staat Zaterdagmorgen weer voor haar moeilijke taak, om te beslissen, welke Geranium, Begonia of Afrikaan de mooiste is. Ongeveer 200 prijzen worden toegekend, be staande uit boeken, planten en praktische voorwerpen. Dit jaar zal de tentoonstelling door de me dewerking van de Vereeniging „Eigen Tuin", die haar complex volkstuinen aan de Zomer- vaart heeft, een bijzonder karakter dragen. Men weet, hoe tal van volkstuinders Dahlia's, Begonia's en Crysanthen kweeken, waarvan de cultuur door een vakman niet verbeterd kan worden. Geheel belangeloos vullen zij onge veer 40 vierk. M. voor het podium in het St. Bavogebouw met een keur van afgesneden bloemen, door hen zelf smaakvol gearrangeerd. Het is een mooie combinatie, want uit elk kind, dat zijn plantje met zorg heeft opge kweekt, groeit ongetwijfeld een tuinliefhebber, terwijl de kinderen hier kunnen zien, welke re sultaten zij later door liefhebberij kunnen be reiken. Zoowel de Floraliavereeniging als de volkstuinder hebben eenzelfde streven, n.l. om door liefde voor alles wat groeit en leeft het goede in den mensch aan te kweeken en te behouden. Ongetwijfeld zullen velen deze interessante tentoonstelling, die Zaterdag' om 2 uur door den directeur Van Hout en Plantsoenen, den heer J. L. Bouwer, geopend wordt, bezoeken. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben afwijzend beschikt op het verzoek van de N.V. Omnibus Maatschappij „Zaanland" te Koog a. d. Zaan, de N.V. Autobus Onderneming van Geelen en van den Berkhof, te Heiloo, en de N.V. Autobus-Exploitatie „Stormvogels", te ÏJmuiden, om vergunning tot het in werking brengen van een autobusdienst van Zaandam over Buitenhuizen en Beverwijk naar Wijk aan Zee en terug. Als voornaamste overweging geldt, dat de ver binding tusschen Zaandam en Wijk aan Zee wordt gevormd door den spoorweg op het tra ject ZaandamBeverwijk met aansluitenden autodienst tusschen Beverwijk en Wijk aan Zee van de N.V. Autobus-Onderneming voorheen Waterdrinker, te Beverwijk, dat de uitoefening van dezen autobusdienst eertijds te wenschen heeft overgelaten, doch thans bevredigend kan worden genoemd. Te Amsterdam zijn geslaagd voor het diplo ma van den algemeenen Nederlandschen Poli tiebond: A. van Munster en F. Numan, beiden te Beverwijk, K. L. Miljon te Bloemendaal, Ch. Noordman te ÏJmuiden en Th. J. Molenkamp te Velzen. Aan den kant van de Koningstraat zal een zeer fraaie gevel aansluiten aan het bestaande stadhuis Vraag betreffende het verdrijven van mieren. Een onzer abonné's wenscht het antwoord op deze vraag, zooals wij dat deze week gaven, nog aan te vullen met het volgende: Men bestrijkt den vloer van binnen en van buiten langs de kanten van de kamer en de muren, alsmede alle toegangswegen tot de kamer en alle gaatjes waar mieren uit komen met onverdunde creoline. Er mag dus geen water bij gedaan worden. Bestrijkt een strook van onge veer 20 c-M. breed en iederen keer, dat de creo line droog is, maar weer smeren. Dit houdt men 3 4 dagen vol. De mieren zijn dan dood en verdwijnen voor goed. Ze komen ook het vol gende jaar niet meer terug. De creoline regent buiten wel weg. En binnen op den vloer kan men ze gemakkelijk verwijderen. Dit is een probaat middel, door mij in de practijk geprobeerd. Vraag: Mijn geit heeft last van luis. Zij eet minder en geeft minder melk. Wat is hier tegen te doen? Antw.: Wasch eens met de volgende oplos sing. 50 gram koolzure soda, opgelost in een liter lauw water en in die oplossing 10 gram poeder van staverzaad trekken. Na het was- schen goed afdrogen en niet te gauw in de open lucht laten komen. Hokken enz. wasschen met lysol. Indien dit alles te omslachtig is, wend u dan tot een drogist. Vraag: Mijn hond is maar steeds aan het ruien, hoewel ik hem dikwerf borstel en laat zwemmen. Wat kan ik hier tegen doen? De hond is 2lA jaar oud en niet vet. Antw.: De hoofdoorzaak zal wel moeten ge zocht worden in een minder doelmatige voe ding. In sommige gevallen is ook huidziekte de oorzaak er van. Geef den hond, indien moge lijk, eiken dag minstens een ons rauw vleesch, onverschillig waarvan, mits gezond. Vraag: In de inkomstenbelasting, 19351935 ben ik als volgt aangeslagen: Inkomen 1.098; Opcenten Werkloosheidssubsidie 10; Provincie 20. Bedrag 7.22. Gemeentefondsbelasting: hoofd som 18; Opcenten 25; Werkloosheidssubsidie- fonds 18. Totaal generaal ƒ43.22. Tijdens den aanslag was ik weduwnaar, met een zoon van 21 jaar. Ik woon te Beverwijk. Is deze aanslag juist? Antw.: Ja. Vraag: Waar is het Zuid-Afrikaansch Con sulaat gevestigd? Tot hoe laat is de Consul te spreken? Antw.: Heerengracht 258, Amsterdam. Vraag: Is het lot Serie 07171 No. 06 van de Holl. Grondcredietbank reeds uitgeloot? Antw.: Nog niet. Vraag: Op welke dagen en uren is het IJk- kantoor te Amsterdam geopend? Antwoord: Iederen Maandag en Vrijdag van half 10 tot half 4, Brouwersgracht 276, Amster dam. Vraag: Waar moet men zich vervoegen om trent het leeren voor kraamverzorgster? Hoe lang duurt zoo'n studie? Wat zijn de kosten? Is er voor deze studie nog een leeftijdsgrens? Antw.: Bureau Kraamverzorgsters Goudsche- singel 203, Rotterdam. Dat ligt aan de voor opleiding. Waarschijnlijk een anderhalf jaar. De kasten zijn ons niet bekend. De leeftijds grens is pl.m. 21 jaar. Vraag: Wat is de kortste weg van Assen delft naar Heusden bij Den Bosch? Antw.: Assendelft, Westzaan, Zaandam, Am sterdam, Abcoude, Loenen, Breukelen, Maars- sen, Utrecht, Culemborg, Geldermalsen, Zalt- bommel, Hedel, Heusden. 116 K.M. ongeveer. Vraag: 1. Waar is de Kunst- en Nijverheid- school gelegen te Amsterdam? 2. Hoe lang duurt een cursus voor sierkunst en wat zijn de kosten? 3. Tot wien moet ik mij wenden om mij op te geven? Antw.: Wend u om inlichtingen tot der- directeur van het Instituut voor Kunstnijver heid, Gabriël Metsustraat, Amsterdam. Vraag: Wat is de kortste weg van Noord- wijkerhout naar Abbekerk-Weere per fiets? Antw.: Noordwijkerhout, Vogelenzang, Over- veen, Haarlem, Spaarndam, Buitenhuizen, As- sendelft, Krommenie, Knollendam, De Rijp, Schermerhorn, Avenhorn, Hoorn, Wognum, Benningbroek, Abbekerk. Totaal 78 K.M. Vraag: 1. Is de verhuurder van een winkel huis wettelijk verplicht den hutyprys te verla gen met 20 pet. van den betaalden huurprijs in 1931? 2. Gaat die eventueele verlaging in na afloop van het bestaande huurcontract? 3. Als de verhuurder niet geneigd is die verlaging toe te passen en de huurder de met twintig pet. verlaagde huur wil betalen, kan er dan een wettelijke uitzetting volgen? Antw.: Het wetsontwerp, dat deze zaak zou regelen en waarschijnlijk aanleiding tot uw vragen werd, is nog niet in de Tweede Kamer behandeld. Het is dus nog geen wet en nie mand weet of het ooit wet zal worden en mocht dit wel het geval zijn, hoe of het er uit zal zien. Er kunnen in de Tweede Kamer aller lei veranderingen worden aangebracht. Vraag: Is serie 21825 no. 8 van de Holland- sche Grondcredietbank al uitgeloot? Antw.: Niet uitgeloot. Vraag: Bestaat er in Noordholland een com missie voor het veebedrijf? Hoe is het adres van deze commissie? Antw.: Het adres van de Provinciale Com missie voor de rundveefokkerij in Noordhol land is: Landbouwhuis te Alkmaar. Vraag: Tot wien moet ik mij wenden voor het huren van een boerderij met bouwland in den Wiernige„meerpolder Antw.: Wend u tot de directie van den Wie- ringermeerpolder, domeinkantoor, Slootdorp. Vraag: Mijn dochter, oud 15 jaar, wil apo thekeres worden. Zij heeft 7 klassen van de MULO-school op den KI. Houtweg te Haarlem doorloopen. Waar moet ze nu verder leeren om tot apothekeres te worden bevorderd? Antw.: Daarvoor is een academische oplei ding noodig en dus zal uw dochter moeten be ginnen met middelbaar onderwijs te volgen of zich te bekwamen voor het afleggen van staatsexamen. Vraag: Ik heb een dochter van 12 jaar (wordt in Febr. 13 jaar). Zij heeft het 7de leerjaar met goed gevolg voleind. Zijn wij nu verplicht haar nog een jaar die klas te laten volgen (huis houdschool buitengesloten)? Maar mag zij ook naar een naaischool? Antw.: Zij moet nog een school volgen of blij ven volgen, waar zij een geheelen dagcursus meemaakt. Vraag: Bestaat er in Haarlem of omgeving een kantoor of inrichting, waar men tegen betaling van een tarief betrouwbare inlichtingen kan be komen over een bepaald persoon uit de omge ving van Haarlem? De bedoeling is in hoofd zaak over moraliteit. Antw.: Ja, er zijn van die detective-bureaux, maar adressen daarvan kunnen wij in deze ru briek niet opgeven. Misschien kan en wil de politie u in een bepaald geval helpen. Ook de R.K. en neutrale middënstandsvereenigingen hebben een informatiebureau. Vraag: Hoe verwijder ik een levertraanvlek uit een wollen japon? Antw.: De vlek stevig schuieren met per- chlooraethyleen, stevig afwrijven met hand doek. De vochtige plek bedekken met talcum; als het droog is afschuieren. De gele vlek die ontstaat schuieren met lauw water, waarin een paar druppels mierenzuur. Vraag: Bestaat er nog verschil tusschen agent en depóthouder? Zoo ja, welk verschil bestaat hierin? Antw.: Daar behoeft geen verschil in te be staan. hoewel alle agenten geen depothouders, evenmin als alle depothouders agenten zijn. zijn. Vraag: Ik ben aangeslagen voor inkomsten belasting op een inkomen van f 1370 voor een bedrag van f 71.48. Rijksinkomstenbelasting f 17.48; gemeente f 27; diverse opcenten f 27. Ik ben ongehuwd en woon in Beverwijk. Is dit juist? Antw.: Ja. Vraag: Als men zich te Antwerpen of in de omgeving dier stad zou willen vestigen, tot welke vereeniging of welke personen kan men zich het best wenden ter verkrijging van inlichtin gen betreffende den levensstandaard, belasting, scholen, enz.? Antw.: Tot de vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer waarschijnlijk. Ook sommige gemeentebesturen hebben een aparten dienst ingericht voor het beantwoorden van dergelijke vragen MWOMBA, 1 Juli 1935. Donderdag 13 Juni zijn wij uit Nimule ver' trokken. Wij wilden door het gebied van de slaapziekte trekken, doch daar wij geen papie ren daarvoor hadden, heeft onze gastheer te Nimule ons een weg gewezen om de grens over te komen. Eenmaal de grens gepasseerd daarvoor moesten wij een riviertje doorwaden stond ons een 40 K.M. lange weg voor den boeg. Deze weg was zeer smal en aan beide kanten stond gras van ongeveer twee meter hoog. Van fietsen kwam niet veel en meestentijds moesten wij onzen weg op goed geluk af op kompas volgen. Het duurde niet lang of onze beener. en gezichten zaten vol schrammen van de scherpe grashalmen. Wilden wij elkaar niet kwijtraken, dan moesten wij zoo dicht mogelijk bij elkaar blijven, daar het hooge gras elk uit zicht belemmerde. Den meesten last veroorzaak te nog een soort kruipplanten met taaie sten gels en scherpe doornen, welke dwars over het pad groeiden. De doornen hebben ons heel wat lekke banden bezorgd. Door dit alles vorderden wij maar langzaam en toen wij eindelijk in Attyak aankwamen hadden wij een verscheu renden honger. Het was een zndelijk negerdorp en zag er veel beter uit dan de dorpen die wij in den Soedan gezien hadden. Hier troffen wij de eerste Indiërs, meestal afkomstig uit Engelsch- Indië. Dezen leggen zich in Afrika hoofdzake lijk,op den handel toe en houden eetgelegen- heden, magazijnen of winkels. Onze verdere reis zal u een idee geven, hoe wij deze menschen uitkozen als „slachtoffers" van onzen eetlust. Wij vroegen zoo aan iemand of hij brood voor ons te koop had. In het heele dorp was echter geen brood te krijgen. Hü ont haalde ons evenwel direct op een paar kippen, heerlijke thee met pannekoeken en na afloop sigaretten. Wij konden gratis rijst en suiker krijgen, want van betalen wilde hij niets weten. Na in het dorp nog een malsche kip gekocht te hebben, zochten wij het rusthuis op. Toen wij binnentraden, bleek al een paar Engelschen zich geïnstalleerd te hebben. Het waren koffieplan ters, zeer geschikte lui, die op de olifanten- jacht waren geweest. Zij droegen hun boy direct op, thee voor ons te zetten en onze kip te bra den. De heeren hadden dien dag jjist het geluk gehad een olifant te schieten. De inwoners van het dorp waren allen met vleesch van den olifant aan het sjouwen. Twee negers kwamen de tanden brengen, die elk 45 pond wogen. Per pond wordt zeven shilling betaald. De olifant met de zwaarste tanden is eens in Kenya ge schoten; elke tand woog 245 pond. De handel in Oeganda maakt ook een crisis door. volgens onzen zegsman staat het met de koffie zeer slecht; er worden geen prijzen ge maakt; alleen de katoen is dit jaar beter. We hebben nog geprobeerd of wij iets konden schieten, maar zooals het ons meer overkomen was, geen stukje wild kwam ons voor den loop. Toen het donker begon te worden, kwam de boy ons in het oerwoud zoeken, bang dat wij ver dwaald waren, 's Avonds kregen wij nog bezoek van het opperhoofd, dat kwam informeeren hoe wij het maakten. HOOFD BOUTS FEB BFWIEL DEB «BIS HSABLEnnSBD HAÓCLEM heerlijk op slapen. Jammer genoeg konden wij geen oog dicht doen van de muggen. Reeds vroeg stonden wij op, omdat wij onzen tijd hard noodig hadden, om de 100 K.M. af te leggen, die ons scheidden van Masindi. Den anderen morgen gingen wij op stap naar Gulu. Toen wij aan een dorp kwamen, werden wij door het dorpshoofd uitgenoodigd in zijn hut. Kippen werden geslacht, rijst gekookt enz. Zes man waren bezig om den maaltijd gereed te maken. De tafel werd gedekt en spoedig was alles gereed om te beginnen. Water werd bin nen gebracht om onze handen te wasschen de menschen zijn hier erg zindelijk. Toen wü aan tafel gingen, gingen de inboorlingen weg, omdat zij ons niet wilden storen. Nadat alles verorberd was, kwam de gastheer eens zien, hoe het er mee stond. Hij had respect voor onzen eetlust. Van eenige vergoeding wilde men niet weten, waarom wij hartelijk bedankten voor de gastvrijheid. Maandag 17 Juni startten wij voor Port- Attura. Eerst gingen wij naar den districts-com- missaris om onze paspoorten te laten afstempe len wat nog niet gebeurd was, daar wij geen douane gepasseerd waren. De commissaris was erg geschikt; hij stelde tenminste geen lastige vragen. Wü hadden het zelfs voor het uitzoeken of wü een verblijfs-visum voor drie of zes maanden wilden hebben. Tevens vertelde de commissaris ons, dat het ook zonder geld te storten mogelijk was in Oeganda te blijven, al leen moesten wij dan zorgen dat wü „zooge naamd" bij iemand in betrekking waren. De Engelsche regeering staat Hollanders toe, in Oeganda een bedrijf te beginnen, doch dan moet bü het gouvernement een bedrag, dat niet wei nig is, gedeponeerd worden. Daar het haast niet mogelijk is zonder veel kapitaal een ren dabel bedrüf te stichten, houdt men het echter doorgaans niet lang uit. Tegen de inboorlingen en de Indiërs is niet te concurreeren. Wanneer men dan zijn zaak opheft, krügt men de ge storte som terug, die toereikend is om de terug reis naar het vaderland te betalen. 's Middf gs kwamen wij weer aan den Nijl, die ter plaatse nogal breed is. Dadelük waren zwartjes bereid, ons over te zetten. Dat over zetten ging echter op een zeer primitieve ma nier. De vaartuigen waren uitgeholde boom stammen zonder kiel en lagen dus niet erg vast op het water. Omdat wü in elk geval naar de overzüde moesten, zetten wü ons na eenig beraad, zoo goed en zoo kwaad als het ging, in de schuiten, ons gewicht zooveel mogelijk v_-rd°elend. Hier en daar doken de koppen van Nijlpaarden op en wü hoopten maar dat zij ons met rust zou den laten, zij vinden het een leuk spelletje de booten om te kantelen. Eerst ging het een eind voorzichtig langs den kant. Toen de „beman ning" dacht dat alles veilig was, ging het snel peddelend naar de overzüde. Kwam er een krokodil in zicht, dan werd zooveel mogelük la waai gemaakt door met de pagaaien op 't water te slaan. Na drie kwartier varen waren wü eindelijk veilig en wel aan den overkant. Zoo stilletjes is er wel een schietgebedje g.daan. Na c„nige kilometers gefietst te hebben, kwamen wü aan een rusthuis, waar by besloten te over nachten. Een neger kwam water brer om ons te wasschen, en hü kreeg van ons rijst en thee om die te koken. Hij kweet zich goed van zün taa„, want binnen een half uur stond alles keurig op tafel. Het dorpshoofd kwam nog even op de the en liet -ns nog drie bedden brengen, een raamwerk op vier pooten, waartusschen reepen dierenvel gespannen zün. Men kan er Wü hadden nog niet lang gereden of plotse ling werden wü overvallen door een echte tro pische regenbui. Als hazen vluchtten wü bü een inboorling binnen om te schuilen. Deze inboor ling die een beetje Engelsch kon spreken, was erg trotsch met het „hooge bezoek". Hü kookte aardappels die hij ons voorzette met een stuk gebraden Kinifal (kalkoen). Het rieesch smaak te best, maar aan den zoeten smaak van de aardappels kunnen wü nog niet erg wennen. Nadat de regen even plotseling als hü begonnen was opgehouden had, gingen wij verder. De weg was er natuurlük niet veel beter op geworden. Niet alleen moesten wü oppassen voor slippen, wü moesten ook nog zwaar trappen door de papperige, vette klei, die in dikke klonten aan onze banden en wielen bleef kleven. Omstreeks vijf uur in den middag kwamen wü te Masindi aan, een aardige plaats met mooi aangelegde plantsoenen en breede wegen. Spoe dig zagen wy de Missiegebouwen, welke op een heuvel lagen. Met hun wit gepleisterde muren, roode pannendaken en het vriendelüke groen er omheen maakte het geheel een bekooriyken indruk, vooral voor ons, vermoeide reizigers, die daar een onderdak hoopten te vinden. Een Fransche pater stond op het terras. Wy wilden eerst aan hem uitleggen wie wü waren, hoe wü hier kwamen en wat wü widen, maar wü kregen daartoe den tüd niet. Hü kwam ons tegemoet met de woorden: „hoe maken jullie het, hebben jullie een goede reis gehad, jullie zullen wel honger hebben." Echte Fransche har telijkheid en gastvrijheid. Toen hü hoorde, dat wü Hollanders waren riep hij: „hé, pater Put ters, landgenooten van je". Een c'.ur werd ge opend en er kwam een groote pater kalm op ons toe geloopen, die ons in onze moedertaal welkom heette. Pater Putters kwam uit 's Her togenbosch. Wij hebben zelden zulke hartelijke menschen meegemaakt. De Fransche pater be gon daarna verschrikkelüke jachtverhalen te vertellen; hü was reeds dertig jaar in de Missie werkzaam en had in zijn jongen tüd veel ge jaagd. Maar nu gaf hij er niets meer om. Wel vertelde hij ons in vertrouwen dat hü nu boeken aan het schrijven was. Het cahier werd voor den dag gehaald en wü werden onthaald op werkelyk interessante jachtavonturen. Na een paar gezellige dagen vertrokken wü Donderdag 20 Juni 's middags half vier naar l.oïma. De weg voerde ons heuvel op, heuvel af. Zoo nu en dan kwamen wü voorbü koffie- of tabaksplantages. Ook de 'nboorlingen hebben kleine plantages de zij voor eigen gerief bebou wen. Voor hen is dit niet moeilük, want grond is er genoeg. Hebben zij twee jaar het zelfde stuk grond verbouwd, dan nemen zü weer een ander stuk grond in gebrui. 's Avonds half negen kwamen wy in Hoïma can, aardig stadje met enkele winkelstraten en plantsoenen. Ook hier werden de winkels hoofd zakelijk gehouden door Indiërs. De koopwaar beston. hoofdzakelijk uit geïmporteerd Japansch goed. Hier was ook een Missie van de Witte Paters van Lavigerie, waar wü weer gastvrij werden ontvangen. Hoewel de paters ons den anderen morgen bü herhaling uitnoodigden, nog een dagje te blüven, zün wü toch opgestapt omdat wü zoo uiterst verlangend waren naar de post, die zeer zeker in Kampala op ons wachtte. Wij znllen ongeveer 20 K.M. gereden hebben, toen de trapas van Ber z'n fiets brak. Den zekersten weg kiezend, besloten wü maar weer terug te keeren naar Hoïma. Deze terugweg duurde nogal lang, omdut wü het meest moesten loopen, want het valt niet mee, opgaande wegen te berijden met nog een vrachtje op sleeptouw. Na de fiets bü een Indiër gebracht te hebben stevenden wü maar weer naar het Missiehuis. Natuurlyk konden wy weer blüven slapen. Den olgenden dag, 22 Juni, gingen wü weer op stap. Na ongeveer 80 K.M. afgelegd te heb ben kwamei. wij in Mwomba. Ook hier was wederom een missiestatie, waar wü een Fran- schen pater en een Hollandse'-en broeder, af komstig uit Amsterdam, aantroffen. Wy hebben het op deze Missiestatie weer buitengewoon goed gehad. De pater ga- ons een motorfiets en Jan en ik trokken er met het vehikel op uit om te gaan jagen. Als buit brachten wü vier wilde kalkoenen thuis. Op 23 Juni, Sacramentsdag, gingen wij reeds om zes uur ter H. Communie. Heel wat bekeer lingen naderden ter H. Tafel. Hoogmis was om half negen. Op den vloer van de kerk had men een laag droog gras neergelegd en hierop knielden de negertjes! Na de Hoogmis was er processie waarin alle negertjes meeliepen. Het valt ons steeds op hoe buitengewoon godsvruch tig en eerbiedig deze menschen zyn. Ook zyn zy erg naïef. Daarover den volgenden keer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 9