Per fiets naar Zuid-Afrika
Gemeente kan oude Postkantoor huren
VERBREEDING RAAKS
IR
1
DORPSHOOFD INVITEERT
L
VRIJDAG 13 SEPTEMBER 1935
STADSNIEUWS
Burgerlijke Stand en Belasting
kantoren worden dan tijdelijk
overgebracht in het te
huren pand
De stadhuisplannen
TWEE INBRAKEN
De buit nog niet bekend
DE KATHOLIEKE SCHOOL
IN AFRIKA
DE FLORALIATENTOON-
STELLING
Met medewerking van Eigen Tuin
AUTOBUSDIENST ZAANDAM
—WIJK AAN ZEE v.v.
Een afgewezen verzoek
Personalia
Zandpoort zooals die in vroeger tijd
en die bij de uitbreiding van het
luis in heel modern gezélschap zal ko
men te verkeeren.
VRAGENBIJS
In boomstammen den Nijl overge
stokenomringd door kroko
dillen en nijlpaarden
Bij Nederlandsche
missionarissen
Slachtoffers van onzen
eetlust
k-AAP3TAP
Tropische regenbui
Bij een dorpshoofd
Gevaarlijke overtocht
Hartelijke ontvangst
Dan maar weer terug
'el kom thuis
Uitstappenhet einde van dea
rit. Het portier gaat open
voorzichtig Ianders is het
uit met de vreugde. Want het
roekeloos openen van het por*
tier kan f 150,— boete kosten I
en autodeuren voorzichtig!
De verbreeding van de Raaks is reeds lang
Noodzakelijk en gewensclit. Voor dit plan kan
borden uitgevoerd moet ook het gebouw waar-
thans de Burgerlijke Stand gevestigd is ver
fijnen. En daarmede hangen de raadhuis-
Wannen weer samen. Hoe staat het nu met al
^eze dringende zaken?
Deze vraag stelden wij aan den wn. wethouder
van Openbare Werken, den heer W. J. B. van
kiemt.
Wij troffen het, want er bleken inderdaad
belangrijke gebeurtenissen op til te zijn.
Zooals u reeds eerder berichtte, aldus de wet
houder zijn 3 van de 5 objecten die Haarlem
Wet behulp van het Werkfonds wenschte uit te
voeren goedgekeurd, terwijl voor de overblijven
de; uitbreiding van het stadhuis en het stich-
^n van een nieuw gebouw voor den Gemeente-
jüken Geneeskundigen Dienst de onderhande
lingen voortduren. Naast de blijdschap over de
*Wagsche medewerking hebben velen zich ech-
Wr afgevraagd of de toestand van het stadhuis
hil nog weer langer bestendigd moet blijven,
ke bureaux van den Burgerlijken Stand huizen
W een oud huis, veel te ver van de andere af
delingen; de gemeentelijke belastingkantoren
W de Koningstraat zijn ook niet meer waardig
dn onze stader is geen economische con
centratie en de archieven der Bevolking zijn niet
volkomen safe tegen brandgevaar. Allemaal
baarheden, maar even waar is, dat de ge-
Weente-financiën verbetering absoluut niet toe-
aten. Hoe noodzakelijk een en ander ook is,
hit de gewone middelen kunnen geen gelden
voor dit doel geput worden."
„Dus we blijven op Den Haag wachten?"
„Voor de uitbreiding van het stadhuis wel,
Waar voor de verbreeding van de Raaks niet."
Het is het gemeentebestuur n.1. gelukt het
°hde postkantoor aan de Zijlstraat, dat in bezit
van de Twentsche Bank en dat na het ver
bek van de firma Hylenhoed leeg staat, in
"banden te krijgen". Den raad zal worden
Voorgesteld dit gebouw voor b.v. 2 jaar te huren
indien dit voorstel aangenomen wordt, kan
bet huurcontract direct geteekend worden.
De Burgerlijke Stand zal dan worden onder
bracht in dit pand en het oude huis aan de
•vaaks zal onder sloopershanden komen, waar-
,°°r de verbreeding van dezen steeds belang
ijker geworden weg spoedig een feit zal kun
nen zyn.
„Een belangrijk nieuwtje," interrumpeerden
Mi, „maar nu blijven de stadhuisplannen zeker
Mer op zolder liggen?"
„Volstrekt niet," antwoordde de heer v. Liemt,
f ïÜ?06 eerder de toestemming van Den Haag
'Wttit hoe beter. En om te laten zien, dat het
Ms ernst is, zal worden voorgesteld om
de belastingkantoren van de Koningstraat
°°k in het oude postkantoor onder te brengen,
fardoor de huidige panden voor afbraak vrij
'toftien.
„Er gaan allerlei verhalen over de uitbreiding
.an het stadhuis, hoeveel huizen zullen nu fei-
Wlijk tegen den grond gaan, als de medewer-
van het Werkfonds verkregen is?"
jj- Alle panden in de Koningstraat van de
ahdpoort tot aan de jacobijnestraat en alle
tanden in de Jacobijnestraat van heek Koning-
traat tot aan den muur van de stadsbibliotheek
b leeszaal."
v IVij hebben later opgenomen, dat dan zullen
„Mdwijnen naast de belastingkantoren, café
akker, het kleedingmagazijn van Gaarkeuken,
Patronenhuis van Roemers en de horlogerie
atl. firma Fortgens. In de Jacobijnestraat
Nige ondergeschikte huisjes.
Al deze huizen zijn reeds in het bezit van de
'heente.
i fMk al zou dus nog vandaag de toestemming
den bouw afkomen, dan zou er toch nog
buimen tijd verstrijken vooraleer de nieuw-
Miiw gereed zou zijn. De huur van het voor-
JMlige postkantoor zou dan ook een prachtige
vMossing zijn, die de Haarlemmers van harte
W>nen toejuichen.
Ifderdaad. er zit leven in de Haarlemsche
Muwerij en ons gemeentebestuur is dag aan
bezig om verfraaiing van de stad, econo
mische concentratie van de verschillende ge
meentediensten en werkgelegenheid voor de
Mkloozen mogelijk te maken.
wij wijzen er nog eens op, dat de uitbreiding
b het stadhuis onder de werkfondsloonen zal
allen, d.w.z. onder bijna normale loonen. Een
aen temeer om dankbaar gestemd te zijn en
j," baarde van bovenstaande
Mg aan te slaan!
mededeelingen
Voor de uitbreiding van het stadhuis
heeft wijlen ir. De Bordes teekeningen ge
maakt. Als de plannen verwezenlijkt wor
den, zal het stadhuis aan de zijde van de
Jacobijnestraat bovenstaand entree krijgen.
In den onbestemden tijd, gelegen tusschen
Donderdagmiddag twaalf uur en Donderdag
avond tien uur, heeft men zich toegang ver
schaft tot een woning aan de Crayenesterlaan,
door aan de achterzijde van het huis een glas
ruit te verbrijzelen. De bewoners waren afwezig.
In de voorkamer is alles overhoop gehaald, maar
voor zoover bekend, is er niets ontvreemd.
In den volgenden nacht is men op gelijke
wijze, door een tuimelraam aan de achterzijde
open te breken, binnengedrongen in een perceel
aan de Princessekade. Ook hier was de bewoon
ster afwezig. Men kan niet vaststellen of er iets
vermist wordt.
In beide gevallen stelt de politie een diep
gaand onderzoek in.
„Gaat en onderwijst alle volkeren," was
Christus' laatste bevel aan Zijn Apostelen. Het
lijdt geen twijfel, dat de Goddellijke Zaligmaker
hiermede niet alleen bedoeld heeft het docee-
ren van de Christelijke Geloofspunten, maar
ook de wetenschappelijke opvoeding der hei
denen, waardoor zij de schoone, maar ook moei
lijk te begrijpen waarheden van het H. Geloof
beter zouden leeren kennen en waardeeren en
ze daarom beter zouden kunnen beleven.
De Katholieke Kerk heeft deze zending van
Christus dan ook altijd zoo verstaan en ter be
oefening aan Haar dienaren voorgehouden. Wie,
die de geschiedenis zonder vooroordeel bestu
deert, komt niet tot de conclusie, dat juist de
Katholieke Kerk aan Europa de beschaving
geschonken heeft? Waar de .*.ath. Kerk haar in
trede doet, daar gaat beschaving met haar hand
in hand. De Kerk erkent als eenige ware be
schaving de Christ, beschaving, die een afstra
ling is van God zelf. Zij weet en is er van over
tuigd dat Zij alleen boven alle andere kerk
genootschappen God kent zooals Hij is in al
Zijn wijsheid en schoonheid en Zij rekent het
zich tot een duren plicht om door de natuurlijke
middelen van de ontwikkeling der zie! al haar
kinderen in staat te stellen al het schoons dat
God haar heeft toevertrouwd naar volle waar
de te schatten en te beleven. En iedere missio
naris die uittrekt tot het bekeeren der heidenen
draagt dienzelfden plicht met zich tot de ver
vulling waarvan hij zijn beste krachten moet
geven.
Vandaar de groote beteekenis der katholieke
scholen in de missielanden.
Doch de oprichting van katholieke scholen in
de missielanden is niet alleen een plicht geba
seerd op een Goddelijk bevel, het is ook een
absolute noodzakelijkheid voor de cultureele
ontwikkeling der heidenvolkeren. En zoo be-
school in Afrika nog sterker uit. Geen bescha-
schouwd komt de beteekenis der katholieke
ving kan stand houden, die niet de christelijke
beginselen tot grondslag heeft. We behoeven
slechts een beeld te vormen van de gedrochten
der menschheid, die het niet-christelijk onder
wijs in Afrika in zoo ruime mate oplevert. Hoe
veel duizenden Negers zijn er in Afrika, die na
de intrede der Blanken al de Europeesche
wetenschap, die de gouvernementsscholen hun
bijna voor niets aanbieden, in enkele jaren tijds
gulzig opslokken. Al die geleerdheid in zoo'n
betrekkelijk korten tijd verworven, maakt hun
zwarte koppen dol. Christelijke beginselen, die
hun evenwicht zouden doen behouden, bezitten
zij niet. De ethica, berustend op natuurlijke
motieven, die de plaats inneemt van de christe
lijke moraal, is niet opgewassen tegen hun
passies, die sterker worden naargelang ontwik
keling, daar juist de ontwikkeling overal wegen
vrij maakt voor de botviering van de laagste
menschelijke hartstochten.
„God beware ons voor den ontwikkelden
neger", is een gewone uitroep onder de Blanken
in Afrika. Weliswaar hebben velen, die den
Neger dit verwijt naar het hoofd slingeren,
dikwijls door hun eigen afschuwelijk gedrag,
schuld aan de droevige resultaten van de be
schaving in Afrika, maar de oorsprong van het
euvel moet teruggebracht worden op de afwe
zigheid van alle christelijke beginselen, daar
velen der Blanken in Afrika deze beginselen
zelf niet bezitten en de Neger geen verweer'
middelen in zich draagt tegen den invloed van
het gedrag van hen, waarnaar zij opzien als
leiders naar het geluk.
Het resultaat? Een mismaakte menschheid,
overgegeven aan alle hartstochten. Men kan
zich moeilijk een meer weerzinwekkend schep
sel voorstellen. Oh, men komt er zooveel tegen
in de havenplaatsen langs de Afrikaansche
kust, deftig gestoken in Europeesche kleeding,
stinkend van parfum, het hoofd zelfbewust in
den nek, elkander overschreeuwend om voor
rang in gezag. Tuchteloosheid, trots, hebzucht,
onrechtvaardigheid zijn hun gewone ondeugden.
Een paar jaren terug waren zij bijna allen een
groote nul in hun land en onder hun stamge-
nooten, nu beschouwen zij zich verheven boven
vele Blanken. Hun hebzucht voert tot onrecht
vaardigheid tegenover den onwetenden mede
broeder. Zij zijn het ook die met hun kennis
de inlandsche Opperhoofden ter zijde staan in
de bestrijding van het Christendom. Hiervoor
gebruiken ze leugen en bedrog.
Wat moet er van Afrika terecht komen als
wij katholieken geen groote en uitgebreide
schoolcampagne beginnen? Afrika ontwaakt! In
alle plaatsen schreeuwt men om scholen. Geen
Protestantsche scholen, want die doceeren alleen
in de inlandsche taal. Neen, Engelsche scholen
moeten ze hebben. Hun kinderen moeten groot
worden, zij moeten allen onderwijzers, gerechts
klerken, politieagenten, handelslui worden! En
dit is alleen te bereiken door opleiding in
Engelsche scholen. Elke school is goed zoolang
ze maar Engelsch is. Is er een gouvernements-
school in de buurt, dan gaan ze daar heen, is
er een katholieke school nabij, den vervoegen
ze zich daar. Komen ze op de gouvei nements-
school, dan kunnen ze groot worden op mate
rieel gebied, maar zij zijn voor God verloren.
Komen ze op de katholieke school, dan worden
ze omgevormd tot goede christenen en nuttige
menschen in de maatschappij. Alleen de katho
lieke school is in staat aan Afrika bouwers te
geven van de eenige en ware beschaving, bou
wers ook van het Christendom onder de hei
denen.
De katholieke school is daarom absoluut
noodzakelijk. De missionaris is in staat die te
verschaffen, doch zijn werk wordt lam geslagen
door den financieelen nood.
In onze missie te Njinikom is een school van
230 leerlingen. Iedere maand moet er tachtig
gulden aan salarissen voor onderwijzers wor
den uitgegeven. De meeste leerlingen zijn niet
in staat de contributie van 10 ct. in de maand
te betalen. We boeken iedere maand een ver
lies van zestig gld. Is het wonder dat we terug
schrikken voor de opening van nieuwe scholen?
En toch ze zijn zoo hard noodig. In vele plaat
sen is de school het eenige middel tot bekee
ring. Hadden we het geld ervoor, dan konden
we dit jaar zeven scholen openen. Dat betee-
kent zevenhonderd catechumenen meer in een
jaar tijd. Zevenhonderd zielen meer in de
Katholieke Kerk! Zevenhonderd opbouwers van
Afrika
Er is slechts één noodkreet in Afrika; Geeft
ons katholieke scholen. Wie moet die geven?
Iedere katholiek moet Apostel zijn.
Alle giften worden dankbaar aanvaard.
NJINIKOM SCHOOL,
Missiehuis Roosendaal.
Father A. KERKVLIET,
Miss. Mill-Hill.
Zaterdag en Zondag houdt de Floraliaveree-
niging in het Bavogebouw, Smedestraat, weer
haar jaarlijksche tentoonstelling. Honderden
kinderen zenden hun plantje in en laten zien,
hoe zij dit met zorg en liefde opgekweekt heb
ben. De jury staat Zaterdagmorgen weer voor
haar moeilijke taak, om te beslissen, welke
Geranium, Begonia of Afrikaan de mooiste is.
Ongeveer 200 prijzen worden toegekend, be
staande uit boeken, planten en praktische
voorwerpen.
Dit jaar zal de tentoonstelling door de me
dewerking van de Vereeniging „Eigen Tuin",
die haar complex volkstuinen aan de Zomer-
vaart heeft, een bijzonder karakter dragen.
Men weet, hoe tal van volkstuinders Dahlia's,
Begonia's en Crysanthen kweeken, waarvan de
cultuur door een vakman niet verbeterd kan
worden. Geheel belangeloos vullen zij onge
veer 40 vierk. M. voor het podium in het St.
Bavogebouw met een keur van afgesneden
bloemen, door hen zelf smaakvol gearrangeerd.
Het is een mooie combinatie, want uit elk
kind, dat zijn plantje met zorg heeft opge
kweekt, groeit ongetwijfeld een tuinliefhebber,
terwijl de kinderen hier kunnen zien, welke re
sultaten zij later door liefhebberij kunnen be
reiken. Zoowel de Floraliavereeniging als de
volkstuinder hebben eenzelfde streven, n.l. om
door liefde voor alles wat groeit en leeft het
goede in den mensch aan te kweeken en te
behouden.
Ongetwijfeld zullen velen deze interessante
tentoonstelling, die Zaterdag' om 2 uur door
den directeur Van Hout en Plantsoenen, den
heer J. L. Bouwer, geopend wordt, bezoeken.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
hebben afwijzend beschikt op het verzoek van
de N.V. Omnibus Maatschappij „Zaanland" te
Koog a. d. Zaan, de N.V. Autobus Onderneming
van Geelen en van den Berkhof, te Heiloo, en
de N.V. Autobus-Exploitatie „Stormvogels", te
ÏJmuiden, om vergunning tot het in werking
brengen van een autobusdienst van Zaandam
over Buitenhuizen en Beverwijk naar Wijk aan
Zee en terug.
Als voornaamste overweging geldt, dat de ver
binding tusschen Zaandam en Wijk aan Zee
wordt gevormd door den spoorweg op het tra
ject ZaandamBeverwijk met aansluitenden
autodienst tusschen Beverwijk en Wijk aan Zee
van de N.V. Autobus-Onderneming voorheen
Waterdrinker, te Beverwijk, dat de uitoefening
van dezen autobusdienst eertijds te wenschen
heeft overgelaten, doch thans bevredigend kan
worden genoemd.
Te Amsterdam zijn geslaagd voor het diplo
ma van den algemeenen Nederlandschen Poli
tiebond: A. van Munster en F. Numan, beiden
te Beverwijk, K. L. Miljon te Bloemendaal, Ch.
Noordman te ÏJmuiden en Th. J. Molenkamp te
Velzen.
Aan den kant van de Koningstraat zal een
zeer fraaie gevel aansluiten aan het
bestaande stadhuis
Vraag betreffende het verdrijven van mieren.
Een onzer abonné's wenscht het antwoord op
deze vraag, zooals wij dat deze week gaven, nog
aan te vullen met het volgende:
Men bestrijkt den vloer van binnen en van
buiten langs de kanten van de kamer en de
muren, alsmede alle toegangswegen tot de kamer
en alle gaatjes waar mieren uit komen met
onverdunde creoline. Er mag dus geen water bij
gedaan worden. Bestrijkt een strook van onge
veer 20 c-M. breed en iederen keer, dat de creo
line droog is, maar weer smeren. Dit houdt men
3 4 dagen vol. De mieren zijn dan dood en
verdwijnen voor goed. Ze komen ook het vol
gende jaar niet meer terug. De creoline regent
buiten wel weg. En binnen op den vloer kan
men ze gemakkelijk verwijderen.
Dit is een probaat middel, door mij in de
practijk geprobeerd.
Vraag: Mijn geit heeft last van luis. Zij eet
minder en geeft minder melk. Wat is hier tegen
te doen?
Antw.: Wasch eens met de volgende oplos
sing. 50 gram koolzure soda, opgelost in een
liter lauw water en in die oplossing 10 gram
poeder van staverzaad trekken. Na het was-
schen goed afdrogen en niet te gauw in de
open lucht laten komen. Hokken enz. wasschen
met lysol. Indien dit alles te omslachtig is,
wend u dan tot een drogist.
Vraag: Mijn hond is maar steeds aan het
ruien, hoewel ik hem dikwerf borstel en laat
zwemmen. Wat kan ik hier tegen doen? De
hond is 2lA jaar oud en niet vet.
Antw.: De hoofdoorzaak zal wel moeten ge
zocht worden in een minder doelmatige voe
ding. In sommige gevallen is ook huidziekte de
oorzaak er van. Geef den hond, indien moge
lijk, eiken dag minstens een ons rauw vleesch,
onverschillig waarvan, mits gezond.
Vraag: In de inkomstenbelasting, 19351935
ben ik als volgt aangeslagen: Inkomen 1.098;
Opcenten Werkloosheidssubsidie 10; Provincie
20. Bedrag 7.22. Gemeentefondsbelasting: hoofd
som 18; Opcenten 25; Werkloosheidssubsidie-
fonds 18. Totaal generaal ƒ43.22. Tijdens den
aanslag was ik weduwnaar, met een zoon van
21 jaar. Ik woon te Beverwijk. Is deze aanslag
juist?
Antw.: Ja.
Vraag: Waar is het Zuid-Afrikaansch Con
sulaat gevestigd? Tot hoe laat is de Consul te
spreken?
Antw.: Heerengracht 258, Amsterdam.
Vraag: Is het lot Serie 07171 No. 06 van de
Holl. Grondcredietbank reeds uitgeloot?
Antw.: Nog niet.
Vraag: Op welke dagen en uren is het IJk-
kantoor te Amsterdam geopend?
Antwoord: Iederen Maandag en Vrijdag van
half 10 tot half 4, Brouwersgracht 276, Amster
dam.
Vraag: Waar moet men zich vervoegen om
trent het leeren voor kraamverzorgster? Hoe
lang duurt zoo'n studie? Wat zijn de kosten?
Is er voor deze studie nog een leeftijdsgrens?
Antw.: Bureau Kraamverzorgsters Goudsche-
singel 203, Rotterdam. Dat ligt aan de voor
opleiding. Waarschijnlijk een anderhalf jaar.
De kasten zijn ons niet bekend. De leeftijds
grens is pl.m. 21 jaar.
Vraag: Wat is de kortste weg van Assen
delft naar Heusden bij Den Bosch?
Antw.: Assendelft, Westzaan, Zaandam, Am
sterdam, Abcoude, Loenen, Breukelen, Maars-
sen, Utrecht, Culemborg, Geldermalsen, Zalt-
bommel, Hedel, Heusden. 116 K.M. ongeveer.
Vraag: 1. Waar is de Kunst- en Nijverheid-
school gelegen te Amsterdam? 2. Hoe lang
duurt een cursus voor sierkunst en wat zijn de
kosten? 3. Tot wien moet ik mij wenden om
mij op te geven?
Antw.: Wend u om inlichtingen tot der-
directeur van het Instituut voor Kunstnijver
heid, Gabriël Metsustraat, Amsterdam.
Vraag: Wat is de kortste weg van Noord-
wijkerhout naar Abbekerk-Weere per fiets?
Antw.: Noordwijkerhout, Vogelenzang, Over-
veen, Haarlem, Spaarndam, Buitenhuizen, As-
sendelft, Krommenie, Knollendam, De Rijp,
Schermerhorn, Avenhorn, Hoorn, Wognum,
Benningbroek, Abbekerk. Totaal 78 K.M.
Vraag: 1. Is de verhuurder van een winkel
huis wettelijk verplicht den hutyprys te verla
gen met 20 pet. van den betaalden huurprijs in
1931? 2. Gaat die eventueele verlaging in na
afloop van het bestaande huurcontract? 3. Als
de verhuurder niet geneigd is die verlaging toe
te passen en de huurder de met twintig pet.
verlaagde huur wil betalen, kan er dan een
wettelijke uitzetting volgen?
Antw.: Het wetsontwerp, dat deze zaak zou
regelen en waarschijnlijk aanleiding tot uw
vragen werd, is nog niet in de Tweede Kamer
behandeld. Het is dus nog geen wet en nie
mand weet of het ooit wet zal worden en
mocht dit wel het geval zijn, hoe of het er uit
zal zien. Er kunnen in de Tweede Kamer aller
lei veranderingen worden aangebracht.
Vraag: Is serie 21825 no. 8 van de Holland-
sche Grondcredietbank al uitgeloot?
Antw.: Niet uitgeloot.
Vraag: Bestaat er in Noordholland een com
missie voor het veebedrijf? Hoe is het adres
van deze commissie?
Antw.: Het adres van de Provinciale Com
missie voor de rundveefokkerij in Noordhol
land is: Landbouwhuis te Alkmaar.
Vraag: Tot wien moet ik mij wenden voor
het huren van een boerderij met bouwland in
den Wiernige„meerpolder
Antw.: Wend u tot de directie van den Wie-
ringermeerpolder, domeinkantoor, Slootdorp.
Vraag: Mijn dochter, oud 15 jaar, wil apo
thekeres worden. Zij heeft 7 klassen van de
MULO-school op den KI. Houtweg te Haarlem
doorloopen. Waar moet ze nu verder leeren om
tot apothekeres te worden bevorderd?
Antw.: Daarvoor is een academische oplei
ding noodig en dus zal uw dochter moeten be
ginnen met middelbaar onderwijs te volgen
of zich te bekwamen voor het afleggen van
staatsexamen.
Vraag: Ik heb een dochter van 12 jaar (wordt
in Febr. 13 jaar). Zij heeft het 7de leerjaar
met goed gevolg voleind. Zijn wij nu verplicht
haar nog een jaar die klas te laten volgen (huis
houdschool buitengesloten)? Maar mag zij ook
naar een naaischool?
Antw.: Zij moet nog een school volgen of blij
ven volgen, waar zij een geheelen dagcursus
meemaakt.
Vraag: Bestaat er in Haarlem of omgeving een
kantoor of inrichting, waar men tegen betaling
van een tarief betrouwbare inlichtingen kan be
komen over een bepaald persoon uit de omge
ving van Haarlem? De bedoeling is in hoofd
zaak over moraliteit.
Antw.: Ja, er zijn van die detective-bureaux,
maar adressen daarvan kunnen wij in deze ru
briek niet opgeven. Misschien kan en wil de
politie u in een bepaald geval helpen. Ook de
R.K. en neutrale middënstandsvereenigingen
hebben een informatiebureau.
Vraag: Hoe verwijder ik een levertraanvlek
uit een wollen japon?
Antw.: De vlek stevig schuieren met per-
chlooraethyleen, stevig afwrijven met hand
doek. De vochtige plek bedekken met talcum;
als het droog is afschuieren. De gele vlek die
ontstaat schuieren met lauw water, waarin een
paar druppels mierenzuur.
Vraag: Bestaat er nog verschil tusschen agent
en depóthouder? Zoo ja, welk verschil bestaat
hierin?
Antw.: Daar behoeft geen verschil in te be
staan. hoewel alle agenten geen depothouders,
evenmin als alle depothouders agenten zijn.
zijn.
Vraag: Ik ben aangeslagen voor inkomsten
belasting op een inkomen van f 1370 voor een
bedrag van f 71.48. Rijksinkomstenbelasting
f 17.48; gemeente f 27; diverse opcenten f 27.
Ik ben ongehuwd en woon in Beverwijk. Is dit
juist?
Antw.: Ja.
Vraag: Als men zich te Antwerpen of in de
omgeving dier stad zou willen vestigen, tot welke
vereeniging of welke personen kan men zich
het best wenden ter verkrijging van inlichtin
gen betreffende den levensstandaard, belasting,
scholen, enz.?
Antw.: Tot de vereeniging tot bevordering
van het Vreemdelingenverkeer waarschijnlijk.
Ook sommige gemeentebesturen hebben een
aparten dienst ingericht voor het beantwoorden
van dergelijke vragen
MWOMBA, 1 Juli 1935.
Donderdag 13 Juni zijn wij uit Nimule ver'
trokken. Wij wilden door het gebied van de
slaapziekte trekken, doch daar wij geen papie
ren daarvoor hadden, heeft onze gastheer te
Nimule ons een weg gewezen om de grens over
te komen. Eenmaal de grens gepasseerd
daarvoor moesten wij een riviertje doorwaden
stond ons een 40 K.M. lange weg voor den boeg.
Deze weg was zeer smal en aan beide kanten
stond gras van ongeveer twee meter hoog. Van
fietsen kwam niet veel en meestentijds moesten
wij onzen weg op goed geluk af op kompas
volgen. Het duurde niet lang of onze beener.
en gezichten zaten vol schrammen van de
scherpe grashalmen. Wilden wij elkaar niet
kwijtraken, dan moesten wij zoo dicht mogelijk
bij elkaar blijven, daar het hooge gras elk uit
zicht belemmerde. Den meesten last veroorzaak
te nog een soort kruipplanten met taaie sten
gels en scherpe doornen, welke dwars over het
pad groeiden. De doornen hebben ons heel wat
lekke banden bezorgd. Door dit alles vorderden
wij maar langzaam en toen wij eindelijk in
Attyak aankwamen hadden wij een verscheu
renden honger.
Het was een zndelijk negerdorp en zag er
veel beter uit dan de dorpen die wij in den
Soedan gezien hadden. Hier troffen wij de
eerste Indiërs, meestal afkomstig uit Engelsch-
Indië. Dezen leggen zich in Afrika hoofdzake
lijk,op den handel toe en houden eetgelegen-
heden, magazijnen of winkels.
Onze verdere reis zal u een idee geven, hoe
wij deze menschen uitkozen als „slachtoffers"
van onzen eetlust. Wij vroegen zoo aan iemand
of hij brood voor ons te koop had. In het heele
dorp was echter geen brood te krijgen. Hü ont
haalde ons evenwel direct op een paar kippen,
heerlijke thee met pannekoeken en na afloop
sigaretten. Wij konden gratis rijst en suiker
krijgen, want van betalen wilde hij niets weten.
Na in het dorp nog een malsche kip gekocht te
hebben, zochten wij het rusthuis op. Toen wij
binnentraden, bleek al een paar Engelschen zich
geïnstalleerd te hebben. Het waren koffieplan
ters, zeer geschikte lui, die op de olifanten-
jacht waren geweest. Zij droegen hun boy direct
op, thee voor ons te zetten en onze kip te bra
den. De heeren hadden dien dag jjist het geluk
gehad een olifant te schieten. De inwoners van
het dorp waren allen met vleesch van den
olifant aan het sjouwen. Twee negers kwamen
de tanden brengen, die elk 45 pond wogen. Per
pond wordt zeven shilling betaald. De olifant
met de zwaarste tanden is eens in Kenya ge
schoten; elke tand woog 245 pond.
De handel in Oeganda maakt ook een crisis
door. volgens onzen zegsman staat het met de
koffie zeer slecht; er worden geen prijzen ge
maakt; alleen de katoen is dit jaar beter. We
hebben nog geprobeerd of wij iets konden
schieten, maar zooals het ons meer overkomen
was, geen stukje wild kwam ons voor den loop.
Toen het donker begon te worden, kwam de boy
ons in het oerwoud zoeken, bang dat wij ver
dwaald waren, 's Avonds kregen wij nog bezoek
van het opperhoofd, dat kwam informeeren hoe
wij het maakten.
HOOFD BOUTS FEB BFWIEL
DEB «BIS HSABLEnnSBD
HAÓCLEM
heerlijk op slapen. Jammer genoeg konden wij
geen oog dicht doen van de muggen.
Reeds vroeg stonden wij op, omdat wij onzen
tijd hard noodig hadden, om de 100 K.M. af te
leggen, die ons scheidden van Masindi.
Den anderen morgen gingen wij op stap naar
Gulu. Toen wij aan een dorp kwamen, werden
wij door het dorpshoofd uitgenoodigd in zijn
hut. Kippen werden geslacht, rijst gekookt enz.
Zes man waren bezig om den maaltijd gereed te
maken. De tafel werd gedekt en spoedig was
alles gereed om te beginnen. Water werd bin
nen gebracht om onze handen te wasschen
de menschen zijn hier erg zindelijk. Toen wü
aan tafel gingen, gingen de inboorlingen weg,
omdat zij ons niet wilden storen. Nadat alles
verorberd was, kwam de gastheer eens zien, hoe
het er mee stond. Hij had respect voor onzen
eetlust. Van eenige vergoeding wilde men niet
weten, waarom wij hartelijk bedankten voor de
gastvrijheid.
Maandag 17 Juni startten wij voor Port-
Attura. Eerst gingen wij naar den districts-com-
missaris om onze paspoorten te laten afstempe
len wat nog niet gebeurd was, daar wij geen
douane gepasseerd waren. De commissaris was
erg geschikt; hij stelde tenminste geen lastige
vragen. Wü hadden het zelfs voor het uitzoeken
of wü een verblijfs-visum voor drie of zes
maanden wilden hebben. Tevens vertelde de
commissaris ons, dat het ook zonder geld te
storten mogelijk was in Oeganda te blijven, al
leen moesten wij dan zorgen dat wü „zooge
naamd" bij iemand in betrekking waren. De
Engelsche regeering staat Hollanders toe, in
Oeganda een bedrijf te beginnen, doch dan moet
bü het gouvernement een bedrag, dat niet wei
nig is, gedeponeerd worden. Daar het haast
niet mogelijk is zonder veel kapitaal een ren
dabel bedrüf te stichten, houdt men het echter
doorgaans niet lang uit. Tegen de inboorlingen
en de Indiërs is niet te concurreeren. Wanneer
men dan zijn zaak opheft, krügt men de ge
storte som terug, die toereikend is om de terug
reis naar het vaderland te betalen.
's Middf gs kwamen wij weer aan den Nijl, die
ter plaatse nogal breed is. Dadelük waren
zwartjes bereid, ons over te zetten. Dat over
zetten ging echter op een zeer primitieve ma
nier. De vaartuigen waren uitgeholde boom
stammen zonder kiel en lagen dus niet erg vast
op het water.
Omdat wü in elk geval naar de overzüde
moesten, zetten wü ons na eenig beraad, zoo
goed en zoo kwaad als het ging, in de schuiten,
ons gewicht zooveel mogelijk v_-rd°elend. Hier
en daar doken de koppen van Nijlpaarden op
en wü hoopten maar dat zij ons met rust zou
den laten, zij vinden het een leuk spelletje de
booten om te kantelen. Eerst ging het een eind
voorzichtig langs den kant. Toen de „beman
ning" dacht dat alles veilig was, ging het
snel peddelend naar de overzüde. Kwam er een
krokodil in zicht, dan werd zooveel mogelük la
waai gemaakt door met de pagaaien op 't water
te slaan. Na drie kwartier varen waren wü
eindelijk veilig en wel aan den overkant. Zoo
stilletjes is er wel een schietgebedje g.daan. Na
c„nige kilometers gefietst te hebben, kwamen
wü aan een rusthuis, waar by besloten te over
nachten. Een neger kwam water brer om
ons te wasschen, en hü kreeg van ons rijst en
thee om die te koken. Hij kweet zich goed van
zün taa„, want binnen een half uur stond alles
keurig op tafel. Het dorpshoofd kwam nog even
op de the en liet -ns nog drie bedden brengen,
een raamwerk op vier pooten, waartusschen
reepen dierenvel gespannen zün. Men kan er
Wü hadden nog niet lang gereden of plotse
ling werden wü overvallen door een echte tro
pische regenbui. Als hazen vluchtten wü bü een
inboorling binnen om te schuilen. Deze inboor
ling die een beetje Engelsch kon spreken, was
erg trotsch met het „hooge bezoek". Hü kookte
aardappels die hij ons voorzette met een stuk
gebraden Kinifal (kalkoen). Het rieesch smaak
te best, maar aan den zoeten smaak van de
aardappels kunnen wü nog niet erg wennen.
Nadat de regen even plotseling als hü begonnen
was opgehouden had, gingen wij verder. De weg
was er natuurlük niet veel beter op geworden.
Niet alleen moesten wü oppassen voor slippen,
wü moesten ook nog zwaar trappen door de
papperige, vette klei, die in dikke klonten aan
onze banden en wielen bleef kleven.
Omstreeks vijf uur in den middag kwamen
wü te Masindi aan, een aardige plaats met mooi
aangelegde plantsoenen en breede wegen. Spoe
dig zagen wy de Missiegebouwen, welke op een
heuvel lagen. Met hun wit gepleisterde muren,
roode pannendaken en het vriendelüke groen
er omheen maakte het geheel een bekooriyken
indruk, vooral voor ons, vermoeide reizigers, die
daar een onderdak hoopten te vinden.
Een Fransche pater stond op het terras. Wy
wilden eerst aan hem uitleggen wie wü waren,
hoe wü hier kwamen en wat wü widen, maar
wü kregen daartoe den tüd niet. Hü kwam ons
tegemoet met de woorden: „hoe maken jullie
het, hebben jullie een goede reis gehad, jullie
zullen wel honger hebben." Echte Fransche har
telijkheid en gastvrijheid. Toen hü hoorde, dat
wü Hollanders waren riep hij: „hé, pater Put
ters, landgenooten van je". Een c'.ur werd ge
opend en er kwam een groote pater kalm op
ons toe geloopen, die ons in onze moedertaal
welkom heette. Pater Putters kwam uit 's Her
togenbosch. Wij hebben zelden zulke hartelijke
menschen meegemaakt. De Fransche pater be
gon daarna verschrikkelüke jachtverhalen te
vertellen; hü was reeds dertig jaar in de Missie
werkzaam en had in zijn jongen tüd veel ge
jaagd. Maar nu gaf hij er niets meer om. Wel
vertelde hij ons in vertrouwen dat hü nu boeken
aan het schrijven was. Het cahier werd voor den
dag gehaald en wü werden onthaald op werkelyk
interessante jachtavonturen.
Na een paar gezellige dagen vertrokken wü
Donderdag 20 Juni 's middags half vier naar
l.oïma. De weg voerde ons heuvel op, heuvel
af. Zoo nu en dan kwamen wü voorbü koffie-
of tabaksplantages. Ook de 'nboorlingen hebben
kleine plantages de zij voor eigen gerief bebou
wen. Voor hen is dit niet moeilük, want grond
is er genoeg. Hebben zij twee jaar het zelfde
stuk grond verbouwd, dan nemen zü weer een
ander stuk grond in gebrui.
's Avonds half negen kwamen wy in Hoïma
can, aardig stadje met enkele winkelstraten en
plantsoenen. Ook hier werden de winkels hoofd
zakelijk gehouden door Indiërs. De koopwaar
beston. hoofdzakelijk uit geïmporteerd Japansch
goed. Hier was ook een Missie van de Witte
Paters van Lavigerie, waar wü weer gastvrij
werden ontvangen. Hoewel de paters ons den
anderen morgen bü herhaling uitnoodigden,
nog een dagje te blüven, zün wü toch opgestapt
omdat wü zoo uiterst verlangend waren naar
de post, die zeer zeker in Kampala op ons
wachtte.
Wij znllen ongeveer 20 K.M. gereden hebben,
toen de trapas van Ber z'n fiets brak. Den
zekersten weg kiezend, besloten wü maar weer
terug te keeren naar Hoïma. Deze terugweg
duurde nogal lang, omdut wü het meest moesten
loopen, want het valt niet mee, opgaande wegen
te berijden met nog een vrachtje op sleeptouw.
Na de fiets bü een Indiër gebracht te hebben
stevenden wü maar weer naar het Missiehuis.
Natuurlyk konden wy weer blüven slapen.
Den olgenden dag, 22 Juni, gingen wü weer
op stap. Na ongeveer 80 K.M. afgelegd te heb
ben kwamei. wij in Mwomba. Ook hier was
wederom een missiestatie, waar wü een Fran-
schen pater en een Hollandse'-en broeder, af
komstig uit Amsterdam, aantroffen. Wy hebben
het op deze Missiestatie weer buitengewoon
goed gehad. De pater ga- ons een motorfiets en
Jan en ik trokken er met het vehikel op uit
om te gaan jagen. Als buit brachten wü vier
wilde kalkoenen thuis.
Op 23 Juni, Sacramentsdag, gingen wij reeds
om zes uur ter H. Communie. Heel wat bekeer
lingen naderden ter H. Tafel. Hoogmis was
om half negen. Op den vloer van de kerk had
men een laag droog gras neergelegd en hierop
knielden de negertjes! Na de Hoogmis was er
processie waarin alle negertjes meeliepen. Het
valt ons steeds op hoe buitengewoon godsvruch
tig en eerbiedig deze menschen zyn. Ook zyn zy
erg naïef. Daarover den volgenden keer.