Het Julianakanaal geopend
door de Prinses
^mx
1
«■Ur m
DE NIEUWE RIJKSWETTEN
Indië en Japan
Garage uitgebrand
H.M. DE KONINGIN OOK
TEGENWOORDIG
HITLER SPRAK SLECHTS
KORT
HOTELBEDRIJF IN NOOD
STAKINGSMOEHEID TE
TILBURG
MAANDAG 16 SEPTEMBER 1935
Het voltooide werk een symbool
van den ondernemingsgeest
van ons volk
Historische dag voor
Limburg
Aankomst der Vorstinnen
In het Gouvernementsgebouw
Rede Minister van Waterstaat
De lekkages
Rede Commissaris der Koningin
Plechtigheid op het stadhuis
H. K. H. Prinses Juliana
reilip
Met de komst van den herfst begint ook weer de wijnoogst
Binnenkort hervatting van de
scheepvaartonderhand elingen
Boottocht naar Born
Gras verwelkte voor
zijn voeten
De openstelling van het kanaal
Regeeringssteun bepleit
Ongeval tijdens voetballen
Brandmeester bij de blusschings-
werkzaamheden gewond
Twaalf auto's vernield
Hofhouding
Zal tot uitsluiting worden
overgegaan?
ALCOHOL EN SNELVERKEER
Chauffeurdie ongeluk veroor
zaakte, in arrest gesteld
DE MARGARINEPRIJS
Motorrijder zwaar gewond
Voor de bevolking van Limburg
is de dag van heden een historische
dag geweest. Vandaag toch heeft, in
tegenwoordigheid van H.M. de Ko
ningin, H. K. H. Prinses Juliana het
naar haar genoemde kanaal officieel
opengesteld en daarmede de kroon
gezet op een schitterend stuk inge
nieurswerk, waar voor zij ook op 22
October 1925 haar groote belang
stelling betoonde, toen zij eveneens
in gezelschap van de Landsvrouwe,
zoomede van wijlen Z. K. H. Prins
Hendrik de eerste spade in den
grond stak.
Tijdens den boottocht, welken als 't be
langrijkste onderdeel van de feestelijkheden,
door Rijkswaterstaat georganiseerd Koningin
en Prinses vanmiddag aan boord van de „Prins
Hendrik" der Alkmaar Packet van Maastricht
haar Bom gemaakt hebben in het gezelschap
van talrijke voorname genoodigden, zullen bei
den ongetwijfeld onder den indruk zijn geko
men van de grootsche schepping, die in dit ge
bied is tot stand gekomen en als een nieuw
bewijs gelden mag van Nederlands technisch
kunnen.
Het kanaal bestaat uit het ongeveer 34 K.M.
lange kanaal MaasbrachtMaastricht, het on
geveer 4 K.M. lange gekanaliseerde riviervak te
Maastricht en het korte verbindingskanaal
met schutsluis bü St. Pieter, dat verbinding
tot stand brengt met het kanaal van Luik naar
Maastriths. Door vier schutssluizen wordt 't ge-
heele kanaal verdeeld in drie panden.
Dank zij de zeer moderne inrichting der slui
zen geschiedt het schutten zeer snel. Het vullen
van de kolk met 't grootste verval (11.35 M.)
duurt niet langer dan ongeveer 8'A minuut.
Bij eventueele latere uitbreiding van de vaart
tot schepen van 2000 ton zal de St. Servaasbrug
te Maastricht tot hefbrug worden ingericht.
Te Maastricht was de op til zijnde intocht
der Vorstinnen reeds in de morgenuren in het
stadsbeeld waar te nemen. Van de openbare
gebouwen was de driekleur uitgestoken, welk
Voorbeeld spontaan dobr vele particulieren was
hagevolgd. In de straten heerschte een gezel
lige drukte.
De belangstelling bij het Station en in de
omgeving daarvan was uiteraard groot.
Overigens viel het den opmerkzamen toe
schouwer op, dat in het stadsbeeld elk uitbun
dig feestbetoon ontbrak. Behalve de nationale
driekleur, welke op dezen dag niet mocht ont
breken, waren nergens versieringen aange
bracht, wat\t het stadsbestuur en de burgerij
badden volgaarne voldaan aan den uitdrukke-
liiken wensch van de Landsvrouwe, dat in ver
band met het tragische verscheiden van Ko
ningin Astrid, de plechtigheid van heden, met
alles wat daaraan zou zijn verbonden, een so
ber karakter zou dragen.
Te 12.28 uur rolde de D.-trein waarin het sa
lonrijtuig der vorstinnen was gekoppeld, het
station binnen. Op het afgezette gedeelte wer
den H. M. de Koningin en H.K.H. Prinses Ju-
ühana, vergezeld van den minister van Water
staat, Z. Exc. Jhr. ir. O. C. A. van Lidth de
Jeude o.m. ontvangen door den burgemeester
Van Maastricht, mr. L. B. J. van Oppen.
Toen de vorstinnen uit het stationsgebouw
^aden, klonk een hartelijk gejuich op, dat
0°or Koningin en Prinses met een vriendelijk
handgebaar werd beantwoord.
In matige vaart reed de Koninklijke stoet
Öoor de Stationsstraat, Wijker Brugstraat, St.
Servaasbrug, Brugstraat, Kleine Staat, Groote
Staat, Vrijthof O., St. Jacobstraat en Papen-
straat naar het Gouvernementsgebouw, waar de
?®rste plechtige samenkomst zou plaats vinden.
®et langs den weg saamgestroomde publiek gaf
hoor herhaalde toejuichingen uiting aan zijn
bjdschap over de aanwezigheid der beide var-
finnen in de stad.. Het hart van Maastricht,
zooals trouwens van geheel Limburg, klopt warm
voor het Huis van Oranje en het was onze
Landsvrouwe en haar Dochter aan te zien, dat
dit huldebetoon van,de zijde der bevolking, haar
goed deed.
In de stemmige, groote zaal van het Gouver
nementsgebouw was intusschen het groote ge
zelschap genoodigden saamgekomen. Hoogge
plaatste ambtenaren, Kamerleden, burgemeesters
van in hoofdzaak Limburgsche gemeenten, leden
van Kamers van Koophandel, industrieelen en
persvertegenwoordigers ook de Belgische en
Duitsche pers had blijk gegeven van haar be
langstelling in de openstelling van het Juliana
kanaal waren daar i ngeanimeerde gesprekken
gewikkeld. Tot de genoodigden behoorden o.m.
de heeren Jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beeren-
hrouck, voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, Jhr. mr. A. W. L. Tjarda van
Starkenborgh Stachouwer, gezant der Neder
landen te Brussel, dr. ir. J. A. Ringers, directeur-
generaal van den Rijkswaterstaat; de oud
hoofdingenieur-directeur ir. A. A. H. W. König;
de oud-minister van Waterstaat mr. P. J. Rey-
mer.
Voorts leden van beide Kamers der Staten-
Generaal; van Gedeputeerde Staten van Lim
burg; burgemeesters van Limburgsche gemeen
ten, het voltallig college van B. en W. van
Maastricht; mr. P. Droogleever Fortuyn, bur
gemeester van Rotterdam, vertegenwoordigers
van Kamers van Koophandel, industrieelen, ker
kelijke en enkele Belgische autoriteiten.
Het stemmengegons nam plotseling een einde
en een plechtige stilte trad in, toen te kwart
voor één de komst der Vorstelijke Personen werd
aangekondigd. Nadat de Koningin en de Prin
ses, die met een vriendelijke buiging den eer
biedigen groet der aanwezigen hadden beant
woord, met de leden van het gevolg op de voor
haar gereserveerde zetels hadden plaatsgenomen,
was het Z. Exc. jhr. ir. O. C. A. van Lidth de
Jeude, Minister van Waterstaat, die zich naar
den spreeklesseaar begaf voor het uitspreken
van een rede, waaraan het volgende is ontleend:
Thans, nu het Julianakanaal over zijn volle
lengte volledig voor de scheepvaart beschikbaar
is, zij het mij vergund mijn eerbiedigen dank
uit te spreken voor de ruime belangstelling, wel
ke Uwe Majesteit voor dit Rijkswaterstaatswerk
betoont, door ook ditmaal ons met Uwe tegen
woordigheid te willen vereeren en U Koninklijke
Hoogheid voor Hare bereidwilligheid het kanaal,
dat Haar naam draagt, voor de scheepvaart te
willen openstellen.
In aanmerking nemende, dat de aanleg van
het kanaal op 10 millioen gulden lager werd ge
raamd dan kanalisatie van het aangrenzende
riviergedeelte ,is het duidelijk dat dit laterale
kanaal groote voordeden uit technisch en
scheepvaartkundig oogpunt biedt.
Na de vaarroute, die dezen middag gevolgd
zal worden, te hebben geschetst, wees spr. op
een drietal technische moeilijkheden, welke te
overwinnen waren.
In de eerste plaats op de doorgraving te
Elsloo ongeveer in het midden van het pand1
Limmel-Borm gelegen, waar over een lengte van
1 y, K.M. een terreinrand moest worden ont
graven tot een diepte van 26 M.
In de tweede plaats zij erop gewezen, dat vrij
wel over de geheele lengte van het kanaal het
kanaalpeil booger is gelegen dan de grond-
waterstaat. Dit maakte een vaste kleibeklee-
d'ing van bodem en beloopen, welke uit water-
doorlatende grondsoorten bestaan, noodzakelijk,
ter voorkoming van lekverliezen.
Niettegenstaande de getroffen voorzorgsmaat
regelen kon niet voorkomen worden, dat bij het
vullen van de kanaalpanden op verschillende
plaatsen lekkages optraden waarvan de aan
grenzende landen bewesten het kanaal hinder
ondervonden. Hoewel verwacht mag worden,
dat dit ook elders voorgekomen verschijnsel
van tijdelijken aard zal zijn, kan niet ontkend
worden, dat al zijn reeds veel bezwaren weg
genomen, zij zich toch nog op eenige plaatsen
doen gevoelen. Daaraan werd zooveel doenijlk
tegemoet gekomen door de dichtslibbing te be
vorderen en door de afwatering van deze ter
reinen naar de Maas te verbeteren, terwijl over
wogen wordt op welke wijze in de geleden
^-artsbisschoppelijk pectoraal kruis in goud.
Vervaardigd door de Utrechtsche edelsme
den Jan Eloy en Leo Brom, aangeboden
aan Z. H. Exc. Mgr. Dr. Jde Jong door
hen, die met hem de H- Priesterwijding
ontvingen
schade redelijkerwijze kan worden tegemoetge
komen.
In de derde plaats zij eraan herinnerd, dat
het kanaal over een lengte van 7K.M. tusschen
Elsloo en Born gelegen is in het zakkingsgebied
van de Staatsmijn Maurits en moest gerekend
worden op een maximum zakking van den bo
dem van niet minder dan 7 M.
Uit de technische moeilijkheden van bijzon
deren aard, welke spr. hier aanstipte, blijkt wel,
dat groote inspanning werd gevorderd, om deze
te overwinnen en allen, die daaraan hebben
medegewerkt, verdienen lof voor hun arbeid.
„Tenslotte wijdde de minister enkele woorden
aan de overlaadbavens te Born en te Stein.
De commissaris der Koningin in de provincie
Limburg, mr. E. O. J. M. baron van Hövell tot
Westerflier, vervolgens het woord verkrijgende,
sprak o.m. als volgt:
Majesteit, Koninklijke Hoogheid; het is voor
mij een groot voorrecht Uwe Majesteit en Uwe
Koninklijke Hoogheid zeer eerbiedig welkom te
mogen heeten in de province Limburg, vooral
nu ik dit kan doen in dit fraaie, eerst onlangs
in gebruik genomen nieuwe Gouvernementsge
touw.
Ik ben zeker de tolk van de geheele bevol
king van deze provincie, wanneer ik op dit
oogenblik uiting geef aan de vreugde en dank
baarheid, die ons allen bezielt, nu Uwe Majes
teit ons wederom 'de eer van een bezoek be
wijst.
Slechts zelden is in Limburg een openbaar
werk tot stand gebracht, dat voor de economi
sche ontwikkeling van deze landstreek van zoo
groot belang was als de aanleg van het Juliana
kanaal, d'e bevaarbaarmaking van de Maaspan
den en de aanleg,der hiermede verband hou
dende havenwerken.
De beteekenis van deze werken voor de toe
komstige ontwikkeling van deze provincie kan
men op één lijn stellen met de functie van d'e
oude Maas in de tijden van opkomst van dit
gewest.
Bijzonderen dank en hulde verdient de Ne-
derlandsche Rijkswaterstaat, die niet ten on
rechte ver buiten onze landsgrenzen den roem
van buitengewone bekwaamheid geniet. Met den
aanleg van dit grootsche en moeilijke werk
heeft deze dienst eens te meer getoond den
roem waardig te zijn, dat voor hem geen on
overkomelijke technische moeilijkheden be
staan.
Spr. eindigt met een hartgrondigen wensch,
dat Hare Majesteit en Hare Koninklijke Hoog
heid blijvend zullen ervaren, dat het Juliana-
•kanaal, waaraan H. K. H. de eerste en de
laatste hand heeft willen leggen, de belang
rijke voordeelen voor Nederland en Limburg
gebracht heeft, welke wij er allen van verwach
ten.
In de fraaie, statige hall van het raadhuis,
bij uitstek geschikt voor een Koninklijke ont
vangst, hadden zich opgesteld de musici van
het Stedelijk Orkest al soos het bekend? koor
van de Maastreechter Staar. Plechtig en in
drukwekkend klonk het Wilhelmus, door het
orkest ten gehoore gebracht, toen de vorstinnen
het raadhuis betraden. En dan kwam de
schoonheid, waartoe de menschelijke stem in
staat is, op ontroerende wijze tot uiting toen
het koor van de Maastreechter Staar, warm en
gedragen, een hymne zong en daarmede wijding
gaf aan deze korte plechtigheid.
In de stilte, welke hierna intrad, was het
Maastrichts burgemeester, mr. L. B. J. VAN
OPPEN, die den beiden vorstinnen namens het
gemeentebestuur en namens de geheele
In leidende Japansche kringen acht men de
atmosfeer ten gunste van de hervatting der
scheepvaartbesprekingen met Nederlandsch-
Indië in den laatsten tijd aanzienlijk verbeterd
en verwacht men de hervatting der Japansch-
Nederlandsche handelsbesprekingen nog vóór
het einde van dit jaar.
Verwacht wordt, dat in den loop van de ko
mende week een bespreking zal worden gehou
den van de Japansche regeering met de verte
genwoordigers der Japansche scheepvaart-be
langen, waar de toekomstige Japansche politiek
zal worden besproken.
Voorts verwacht men, dat de Japansche re
geering den Japanschen consul-generaal te Ba
tavia zal opdragen, onderhandelingen te openen
met de regeering van Nederlandsch Indië over
de hervatting der handelsbesprekingen in het
begin van December a.s.
Maastrichtsche bevolking een hartelijk welkom
in de stad toeriep.
Al zullen ook de economische moeilijkheden
van dezen tijd wellicht oorzaak zijn, dat het
grootsche werk dat heden officieel in gebruik
wordt gesteld, aanvankelijk niet de over
vloedige vruchten zal afwerpen, die er van ver
wacht worden, toch zal het bij het aanbreken
van hopelijk betere tijden ongetwijfeld bijdra
gen tot spoediger herstel en tot bevordering
van den terugkeer van welvaart en bloei in
deze streken.
De burgemeester sprak de hoop uit, dat dit
spoedig moge zijn en dat het wijs beleid van
Hare Majesteit en Harrer Majesteits Regeering
onder Gods zegen het Vaderland moge kunnen
leiden naar een betere toekomst.
Een Limburgsch volkslied, gezongen door de
Maastreechter Staar, bracht het einde van de
plechtigheid op het stadhuis. Terwijl het
Stedelijk Orkest het „Wien Neèrlands Bloed"
speelde, verlieten Koningin en Prinses het
raadhuis, om opnieuw door de wachtende
menigte hartelijk toegejuicht, in de auto's den
derden en laatsten rijtoer door de stad te
maken, zich uitstrekkend tot Wijk aan de over
zijde der rivier. Het werd een kleine triomf
tocht, welke zijn einde vond in het Stads
park, waar in de Maas, ten Zuiden van de St.
Servaasbrug, de booten lagen, waarmede naar
Bom zou worden gevaren.
Van het land en op het water klonk hoera
geroep toen de Koningin en de Prinses de
„Prins Hendrik" betraden.
Kort na de aankomst van de Vorstelijke Per
sonen zette de stoet van booten, die met haar
vlaggen en wimpels van den wal af een fleurig
schouwspel vormden, zich in beweging en ving
de tocht naar Bom aan, een afstand van onge
veer 24 K.M. met het afleggen waarvan 2y, uur
gemoeid zouden zijn.
De Minister van Waterstaat, alsmede de
De plotseling bijeengeroepen Rijksdag te
Nuerenberg, welke met zooveel spanning
werd tegemoet gezien, heeft geen bijzon
dere sensaties gebracht. De gissingen omtrent
den inhoud van Hitler's aangekondigde rede
en de af te kondigen besluiten zijn voor het
grootste deel juist gebleken. De Rijksdag is wel-
is-waar niet opgedoekt, maar het formeel nog
bestaande reglement van orde is thans officieel
vervangen door het „Führerprinzip". Feitelijk
is daardoor geen noemenswaardige wijziging in
de positie van den Rijksdag gekomen, whnt
deze instelling had al sinds lang geen ander
doel meer dan regeeringsverklaringen (alias
Hitler-verklaringen) gedwee te aanhooren en
met eenstemmig gejuich te beamen volgens het
oud-testamentarische woord van den profeet
Samuel: „Spreek, Heer, uw dienaar luistert".
Nu, de Heer van het nieuwe Duitschland hééft
zij het ook slechts kort, gesproken en de Rijks
dag heeft niet enkel geluisterd, maar gejubeld.
Men had verwacht, dat de Führer eens flink
tegen Amerika zou uithalen naar aanleiding van
den zeer onwelvoeglijke taal, welke rechter
Brodsky heeft gevoerd in het proces in verband
met de relletjes bij het vertrek van de „Bre
men" uit de haven van New York, waarbij de
swastica-vlag door communisten werd belee-
digd en in het water geworpen. De Amerikaan-
sche regeering is door het aanbieden van ver
ontschuldigingen echter den „Fuhrer" vóór ge-
weest, zoodat dit sappige gras voor zijn voeten
verwelkte en het maaien nog nauwelijks wfeard
bleek. Niettemin is thans bij Rijkswet de Ha-
kenkruisvlag tot Rijksvlag verklaard, zoodat elke
beleediging, welke in de toekomst dit „eere
symbool" van het anti-semietische nationaal-
socialistische Duitschland zal worden aange
daan, beschouwd kan worden als een beleediging
van geheel de natie, welke zich met deze vlag
wenscht te dekken.
De roemrijke, maar door het Weimar-systeem
bevuilde en door Hitier weder schoon gewas-
schen wij spreken hier natuurlijk in den geest
van hen, die begiftigd zullen worden met den
Rijksburgerbrief oftewel het eerediploma der
Arische en Hitlerbejuichende Duitschers) oude
Rijksvlag: Zwart-wit-rood, is ondanks haar
luisterrijk verleden gedegradeerd tot Rijkskleu-
ren. Heelemaal oprollen en weggooien heeft Hit-
Ier blijkbaar nog niet aangedurfd, ook al wordt
zij vaak door reactionnaire elementen gebruikt
om hun niet volledige instemming met het
Hitler-régime te kennen te geven. Als Joden
voortaan in Duitschland willen vlaggen, zullen
zij dat met de Jodenvlag moeten doen. Hoe die
er uit ziet, is ons niet beken£. Veel lust tot
vlaggen zullen de Joden in Duitschland echter
wel niet meer hebben, want door de nieuwe wet
op het Duitsche staatsburgerschap en het Rijks-
burgerschap zijn zij thans definitief tot twee
de-rangsburgers met nagenoeg uitsluitend
plichten en geen rechten gedisqualificeerd. De
tekst van het desbetreffende wetsartikel is ech
ter ruimer dan dat het alleen op Joden kan
worden toegepast. Zij luidt n.l.: „Rijksburger is
slechts de staatsonderdaan van Duitsch of
aanverwant bloed, die door zijn gedrag bewijst,
dat hij het Duitsche volk en rijk trouw wil die
nen en daartoe ook geschikt is." Door deze for
muleering heeft de Führer zich de mogelijkheid
geschapen eventueel ook hen, die zich niet kun
nen en mogen onderwerpen aan de sterilisatie-
wetten en aan den steeds sterker wordenden
dwang der nationaal-socialistische jeugdorgani
satie, als staatsburgers te ontrechten en te de-
classeeren. Bijzondere aandacht verdient nog het
wetsartikel, waarin het buitenechtelijk verkeer
tusschen Joden en onderdanen van Duitsch of
aanverwant bloed is verboden en strafbaar wordt
gesteld. Wat Jodén onder elkaar en onderdanen
van Duitsch of aanverwant bloed onder elkaar
uitspoken, daarmee bemoeit de wet zich na
tuurlijk niet. Ja, Hitler mag wel met recht ver
klaren, dat Duitschland thans gezond en sterk
is, dank zij de zegeningen van het nationaal-
socialisme.
In zijn korte rede heeft Hitier nog een paar
opmerkingen gemaakt, welke in het bijzon
der vermeld dienen te worden. Ten eerste
is het van belang, dat hij zeer duidelijk de ge
legenheidsvriendschap van het thans vrijwel
geïsoleerde Italië heeft afgewezen. Duitschland
wenscht zich angstvallig buiten elke buiten,
landsche politieke kwestie te houden, waarbij
geen Duitsche belangen rechtstreeks gemoeid
zijn. Maar dat houdt natuurlijk niet in, dat
Duitschland eventueel niet zijn voordeel zal
doen met het niet rechtstreeks zijn belangen
rakende politieke geharrewar in Europa en van
de oneenigheden van anderen zoo noodig zal
profiteeren om zijn eigen rechtstreeksche belan
gen te behartigen. Dit komt duidelijk aan het
licht in het dreigement, dat Hitier uitte naar
aanleiding van het werkelijk onrechtmatig op
treden van Litauen in het Memelgebied. Hij
deed een beroep op den verguisden Volkenbond,
waaruit Duitschland is weggeloopen, om de con
sequenties te aanvaarden van den „diefstal,"
welken de Volkenbond gelegaliseerd heeft, want
indien Genève en de het Memelstatuut garan-
deerende mogendheden in gebreke zouden blij
ven, zoudfn er wel eens dingen kunnen gebeuren,
die door iedereen betreurd zouden worden. Dit
is een wonderlijke figuur. Hitler verzoekt dus
dringend him, die een „diefstal" goedkeurden
en in bescherming namen te zorgen, dat de dief
het gestolene als een goed en eerlijk huis
vader beheert. Stormen van enthousiasme heeft
Hittler's redeneering onttketend en de Rijks
dag bewees daardoor, dat, zooals Hitier zeide,
het verstand thans in het Duitsche Rijk regeert.
hoofdingenieur-directeur en de ingenieur van
den Rijkswaterstaat, resp. de heeren ir. C. J.
Witteveen en ir. C. F. Egelie, dienden de
Vorstinnen van voorlichting op dezen voor allen
hoogst interessanten tocht.
En zoo naderde dé „Prins Hendrik", langzaam
door de gekanaliseerde Maas varend, het punt,
waar een drietal waterwegen zichtbaar werden.
Ter linkerzijde werden de Vorstelijke Personen
opmerkzaam gemaakt op het verbindingksanaal
tuschen de Maas en de Zuid-Willemsvaart door
het Bossche veld, met de daarin gelegen schut
sluis. Recht vooruit de Maas, met, hoog op
rijzend. het trotsche bouwwerk van de stuw
met schuisluis bij Borgharen en. ter rechter
zijde, het doel van den tocht, het Julianakanaal,
met, nabij den mond, de sluis te Limmel.
Het was op deze plaats, dat de Prinses,
op uitnoodiging van den Minister van Wa
terstaat, door het inschakelen van een elec-
trisch contact een lichtsein deed aan
gloeien, dat het symbool was, dat Hare Ko
ninklijke Hoogheid 't Julianakanaal voor de
scheepvaart had opengesteld. Voor de oogen
van de talrijke toeschouwers rees de groote
hefdeur, welke het sluishoofd afsluit, sta
tig omhoog, waarmede de openstelling van
het kanaal een voldongen feit was gewor
den. Een historisch moment, dat op allen,
die er getuigen van waren, een diepen indruk
maakte
Hierna ving de vaart aan door het kanaal-
pand Limmel—Bom, over een asftand van 21
kilometer en uit de vele vragen, welke de Vor
stelijke Personen over technische bijzonderhe
den stelden, bleek wel overduidelijk, hoe groot
haar belangstelling was. Onderweg werd afzon
derlijk een bezoek gebracjit aan de Mijnhaven te
Stein.
Na de aankomst te Born werd de „Prins Hen
drik" verlaten voor een bezichtiging van het af
laten van het water uit de schutsluis. Ook de
sluis zelve met haar ingenieuze technische in
richting als slot van het programma werd
door de Vorstelijke Personen met groote be
langstelling bezichtigd.
In de hofauto's welke naar Born waren gere
den, begaven de Koningin en de Prinses zich
vervolgens, na over het gebodene Haar groote
ingenomenheid te hebben betuigd, naar Sittard,
vanwaar onder groote belangstelling van de zijde
der inwoners met den sneltrein van 5.38 uur,
van welken het salonrijtuig der Vorstelijke Per
sonen deel uitmaakte, de terugreis naar Den
Haag werd aanvaard.
Dezer dagen heeft het bestuur van H. O. R. E.
C. A. F. in een persconferentie nog eens den
nadruk gelegd op den onhoudbaren toestand,
waarin de hotel- en café-restaurantbedrijven
langzamerhand zijn geraakt.
Ook de afgeloopen zomer is weder slecht
geweest. Gebleken is, dat 75 pet. van de beter
gesitueerden de vacantie in het buitenland
doorbrengt. Dat wil zeggen, dat de groote massa
van vacantiegangers onze Nederlandsche gul
dens naar het buitenland brengt, een bidrag,
dat voor den afgeloopen zomer met 50 millioen
zeker niet te hoog geschat is.
Tegenover dezen enormen export staat vrijwel
geen import. Wanneer men dit nu eens ver
gelijkt met hetgeen de overheid doet voor den
handel, dan moet men constateeren, dat het
hotelbedrijf wel zeer achtergesteld wordt.
De Nederlandsche bedrijven hebben reeds
heel veel gedaan om zich bij het buitenland
aan te passen, maar tegen devaluatie van de
munt elders kan men niet op. In dit verband
wordt het ook noodzakelijk geacht, óf met onze
munt hetzelfde te doen, óf wanneer men dat niet
wil, de noodzakelijke consequenties te trekken,
hetgeen zou beteekenen aan het hotelbedrijf
dezelfde hulp te verleenen als gegeven wordt
aan andere takken van industrie. De gloei
lampenindustrie wordt gesteund met contin-
genteering, maar het hotelbedrijf betaalt met
ruim 2 gulden een lamp, die b.v. in Denemarken
68 cent kost.
Het café- en hotelbedrijf zoo wordt ge
zegd heeft dus ook recht op regeeringssteun,
Het reizen naar het buitenland zou moeten
worden bemoeilijkt. Wanneer zij, die naar het
buitenland gaan, b.v. 1/3 van den prijs er bij
zouden moeten betalen, zouden velen hun va
cantie liever in eigen land boorbrengen.
H. O. R. E. C. A. F. zou bereid zijn, lnede te
werken aan een nog verdergaande prijsver
laging, mits daartoe in staat gesteld door mede
werking van de regeering. De vaste lasten,
waarvoor het bedrijf zit, kan het niet meer
opbrengen. Ook op het gebied van beperking
der hotelvergunningen is nog veel te bereiken.
In den wedstrijd Alcmaria II—West-Frisia II
kwam door een ongelukkig toeval de linksbuiten
van W.-F. T. Peereboom te vallen, waarbij hij
zijn been brak.
De wedstrijd werd gestaakt.
Vannacht omstreeks één uur is brand uit
gebroken in de Autokoetswerken en rijtuigfa-
briek van de firma Dolk aan de Maurits-
straat 65 te Rotterdam.
De brand, die door tot nu toe onbekende
oorzaak is ontstaan, woedde vooral in de
werkplaatsen en magazijnen, die gelegen zijn
tusschen den Mauritsweg en de Mauritsstraat.
De brandweer tastte het vuur aan met elf
stralen van den slangenwagen en vier van de
motorspuit.
Om twee uur stortte de zoldering van de
garage in. Hierbij werd de brandmeester van
Dieten aan het hoofd gewond. Hij werd ter
plaatse verbonden en kon de blusschings-
werkzaamheden nog bijwonen.
Met de nablussching van het perceel was
men nog tot tegen de morgenuren bezig.
Omtrent den brand, welke Maandagnacht
gewoed heeft in een perceel aan den Maurits
weg te Rotterdam vernemen wij nog het vol
gende
Omstreeks één uur werd de brand door om
wonenden ontdekt, die onmiddellijk de brand
weer waarschuwden. Het vuur woedde in de ga
rage van den heer J. Kamminga. In verband
met eventueel gevaar werden de woningen van
een zich in de nabijheid bevindend hofje door
de bewoners verlaten.
De brandweer tastte onmiddellijk het vuur
met groot materiaal aan. Na ongeveer een uur
was men het vuur meester en kon gezegd wór
den, dat gevaar voor uitbreiding geweken was.
Er werd met 15 stralen gewerkt.
De garage, die voor een gedeelte onderver
huurd was aan den heer Raber, werd geheel 'n
prooi der vlammen. Twaalf auto's welke niet
tijdig meer uit de garage gehaald konden wor
den werden geheel door het vuur vernield.
Ook de boven de garage gelegen verdieping
welke in gebruik was bij de N. V. Autokoets
werken en rijtuigenfabriek van de firma v.h.
J. C. Dolk brandde geheel uit. Hier was een
hoeveelheid materiaal voor het bekleeden van
auto's opgeslagen.
De fabriek zelf, welke achter het pand in een
andere straat gelegen was, werd niet door het
vuur aangetast.
Omtrent de schade kon nog niets vastgesteld
worden. Het uitgebrande pand, dat eigendom
was van de N. V. J. Schijndel, was tegen brand
schade verzekerd. Zoowel de huurder, de heer
J. Kamminga, als de onderhuurder de heer Ra
ber waren niet verzekerd.
Omtrent de oorzaak van den brand staat nog
niets vast. Men heeft nog niet kunnen nagaan
of de brand in de garage, dan wel op de daar
boven gelegen verdieping is ontstaan.
Met ingang van 1 October is benoemd tot
hofdame van H. K. H. Prinses Juliana Jkvr.
M. J. Baronesse van Heemstra.
•ow
„ir
(97
In het conflict te Tilburg is tot nog toe wei
nig verandering te bekennen. Uit enkele symp
tomen zou zijn op te maken, dat onze berichten
over de stakingsmoeheid bevestigd worden.
Bij de firma Van Dooren en Dams, een der
firma's, waar nog het langst gewerkt is, zijn
hedenmorgen vijftig arbeiders aan het werk ge
gaan tegen de nieuwe voorwaarden.
De verschillende geruchten, die in de stad
de ronde doen over het toegeven van enkele
fabrikanten individueel worden zoowel door de
fabrikanten zelf als door de Vereeniging van
wollenstoffenfabrikanten uitdrukkelijk tegen
gesproken.
Het secretariaat van genoemde vereeniging
deelde ons bij informatie mede, dat op het
oogenblik een uitsluiting nog niet is uitgespro
ken.
De arbeiders kunnen dus tegen de nieuwe
voorwaarden aan het werk gaan. Of bij voort
during van het conflict tot uitsluiting zal wor
den overgegaan, kon men ons thans nog niet
mededeelen.
Het totaal aantal stakers was hedenmorgen
slechts met een kleine 80 man verminderd en
bedraagt nog 4228.
Zondagnacht is een auto, bestuurd door O.,
afkomstig uit Wageningen, die onder invloed
van sterken drak verkeerde, een vluchtheuvel
aan de Steenstraat te Arnhem opgereden.
Hij reed twee personen aan, die op den vlucht
heuvel op een tram wachtten. Beiden moesten
gewond naar het ziekenhuis te Arnhem wor
den overgebracht.
Een van hen, de sergeant Wernink, afkomstig
uit Enschede, bleek het ernstigst gewond te
zijn. Hij had een hersenschudding bekomen en
zijn linkerarm gebroken.
Het tweede slachtoffer, een dame, bleek en
kele snijwonden te hebben bekomen en kdn
na verbonden te zijn, naar huis worden vervoerd.
De chauffeur is in arrest gesteld fn de auto
in beslag genomen.
Dezer dagen werd bericht, dat het meng-
percentage van boter in margarine met ingang
van heden werd teruggebracht van 25 op 10
pet. en dat de heffing op boter wordt verlaagd
tot 95 ct. per kg. Dit zou den indruk kunnen
wekken, dat de margarine goedkooper zou wor
den. Ons bericht dient echter aangevuld te
worden met de mededeeling, dat eveneens met
ingang van heden de heffing op margarine van
36 tot 51.7 ct. per kg. is verhoogd.
Op een wegkruising bij Hulst is Zondagmid
dag de motorrijder P. van Delft, muziekleeraar
te Hulst, door een vrachtauto aangereden en
zwaar gewond. Zijn motorrijwiel werd vernield.
Het ongeluk is veroorzaakt door het beperkt
uitzicht ter plaatse.