Griekenland op weg naar de monarchie Dr. Colijn aan het woprd De Dubbelgangster ARME ZAIMIS Belang van het plebisciet miiiihiiiiiiiiiiiihiiiiiiiii^ DINSDAG 24 SEPTEMBER 1935 Ex-koning George is na zooveel in Groot-Brittannië doorgebrachte jaren „bijna Engelsch- man geworden Zaïmis Ex-koning George Landbouwvoorlichting Steun aan de Zeeuwsche oestercultuur TWEEDE KAMER Geen executie-verbodwel maat regelen tegen onredelijke executies Industrialisatie Het systeem-Brüning De zes punten NACHTDIENST OVER DEN AFSLUITDIJK De A-T.O. breidt haar busdiensten uit Jongeman mishandeld De beide daders aangehouden DE CENTRALE H.L.S. MGR. POELS BELEEDIGD Scherp protest van de mijnwerkers DE VACATURE-SNOECK HENKEMANS (Bijzondere correspondentie) Begin Augustus vertrok de Grieksche mi nister-president, Tsaldaris, naar Beieren om in een Duitsche badplaats nieuwe kracht te verzamelen voor de belangrijke weken en maanden, die Griekenland wachten, en die van den premier ongetwijfeld een maximum inspanning zullen eischen. Op het oogenblik, waarop hij den Griekschen bodem verliet, Was Tsaldaris ten aanzien van de groote kwestie: republiek of monarchie, in zekeren zin nog steeds een „onbeschreven blad". Ongetwijfeld, men wist dat de premier voor een herstel van de monarchie sympathiek gestemd was, maar hij had tot dusver geweigerd zich, in zijn kwa liteit van leider der regeering, officieel uit te spreken, van oordeel, dat alleen dan het te houden plebisciet objectieve waarde kon hebben als de regeering een positie van onzijdigheid handhaafde. Maar toen Tsaldaris op 10 September naar zijn land terugkeerde was het eerste wat mj deed zijn houding van neutraliteit opgeven en zich in duidelijke woorden vóór de monarchie en den wettigen pretendent verklaren. En de premier, die, na langdurige conferenties met de chefs der republikeinsche partijen, meer en meer geneigd scheen den datum van het ple bisciet uit te stellen tot de omstandigheden een volksraadpleging in grooter kalmte zouden ver oorloven, haastte zich den grooten dag vast te stellen. Eerst werd de 27ste October gekozen; ten slotte werd de 3e November als definitie ve datum aangewezen. Beide data blijven trou wens binnen de door de Kamer vastgestelde li miet, die de regeering tot 15 November alle vrij heid laat. Volgens niet nader bevestigde geruchten zou het referendum naar Maart van het volgende jaar zijn verschoven. Welke gebeurtenissen hebben op Tsaldaris' verandering van houding ingewerkt? Zeer zeker de roerige voorvallen, waarvan Griekenland tij dens de afwezigheid van den premier het too- neel geweest is. De volbloed-monarchisten, dat wil zeggen zij, die éérst herstel van de monar chie willen en daarna een plebisciet, dat dit herstel wettigen moet, hadden wel-is-waar hun actie tijdens Tsaldaris' afwezigheid opgeschort, maar hebben die met volle kracht opnieuw in gezet zoo spoedig de premier te Athene terug was. Profiteerend van een conflict tusschen den minister van Oorlog, generaal Kondylis, en den commandant van het Atheensche garnizoen, den republikeinschen generaal Panayotakos, haastten eenige afgevaardigden zich den eersten minister te sommeeren openlijk voor den royalist Kondylis en tegen Panayotakos, die zich tót dusver in Tsaldaris' vertrouwen had mogen ver heugen, partij te kiezen. Welke bedreigingen bü die gelegenheid geuit zijn, kan men zich inden ken. In ieder geval heeft de premier geen an deren weg dan dien der capitulatie open gezien. Hij heeft Panayotakos losgelaten en door Kon- ■saHNaii dylis doen ontslaan en hij heeft zich om erger te voorkomen? ook officieel de monar chist getoond, die hij privatim steeds geweest is. Maar hij heeft vastgehouden aan „een vrye raadpleging des volks" en weerstand weten te bieden aan den druk, die ten gunste van een onmiddellijk herstel der monarchie op hem uit geoefend Werd. Daarna heeft elke dag zijn nieuws gebracht. Rhallis, een der laatste republikeinsche ministers, heeft zijn ontslag genomen; verscheidene generaals hebben heftig tegen her optreden van hun almachtigen „collega" Kon dylis den man van morgen geprotesteerd; de Kretenzer republikeinen hebben met een nieuwen gewapenden opstand gedreigd voor het geval Kreta voor een voldongen feit mocht worden gesteld. En intusschen werden krachtige pogingen gedaan om den 80-jarigen Zaïmis president der Grieksche republiek, te bewegen zyn ontslag te nemen. Die pogingen zyn tot dusver niet geslaagd. Hellas heeft nog een president, die als laatste en vrijwel geïsoleerde handhaver der re. publikeinsche constitutie kan beschouwd wor. den. Maar hoe moeiiyk is de positie van den bejaarden Zaïmis! Hij staat, als republikein, aan het hoofd van een republiek, welker mi- nister-president zich openiyk tegen het be staande regiem uitgesproken heeft. Het is geen wonder dat de oude president in deze omstan digheden aan aftreden denkt. Hij is alléén ge. bleven, omdat hij van den premier naar het schijnt de formeele* toezegging heeft ge kregen, dat er van geen regiemsverandering sprake zal zijn vóór de resultaten van het ple bisciet bekend zullen zijn. Maar het al- of niet-herstel van het Ko ningschap is niet louter een binnenlandsche aangelegenheid. In de zeer troebele dagen die wij beleven, heeft iedere regiemsverandering óók internationale beteekenis. Het oogenblik, waarop Griekenland als Middellandsche Zee mogendheid tusschen Engeland en Italië te kiezen heeft, kan iederen dag daar zyn. Hoe die keuze zal uitvallen is niet twijfelachtig. Ofschoon Griekenland met Italië zeer correcte en zelfs niet geheel van hartehjkheid ontbloote betrekkingen onderhoudt, is er toch geen twy- fel aan het feit of de Grieksche sympathie gaat rechtstreeks naar Engeland uit. Het is niet noodig tot Lord Byron's dagen terug te gaan om zich daarvan rekenschap te geven. Zonder twijfel, tusschen Londen en Athene Is de schaduw van Cyprus, maar tusschen Rome en Athene het bombardement van Korfoe, de bezetting van de Dodekanesus en de Grieksch- Italiaansche rivaliteit in Albanië. Dan maakt Griekenland deel uit van den Volkenbond niet alleen, maar ook van de Balkan-Unie, die in bepaalde omstandigheden een „pointe" tegen Italië zou kunnen bezitten, terwül ten slotte de Helleensche republiek economisch en financieel in zekeren zin van de City afhan- keiyk is. Voor het republikeinsche Griekenland zün er dus reeds redenen te over om in elk geval een politiek van zeer welwillende neu traliteit tegenover Engeland in acht te nemen. Maar voor het monarchistische Grieken land komt er nog een nieuwe factor in het spel. Niet alleen is een der zoons van den Engelschen Koning, de Hertog van Kent, met een Grieksche Prinses, met Marina, gehuwd, maar George II, die over enkele we. ken vermoedelijk opnieuw op den Helleenschen troon zal plaats nemen, is sinds jaren in En geland gevestigd. Het is voor niemand een ge heim dat het Britsche koningshuis, uit dynas tieke overwegingen, en de Britsche regeering, uit politieke, het herstel der 'monarchie in Griekenland zouden toejuichen. Een koninkrijk Griekenland zal minder beïnvloed kunnen wor den door elkaar tegenwerkende politieke krachten en stroomingen, dan een Grieksche republiek. In een koninkrijk is de politieke stabiliteit in het algemeen grooter. En die sta biliteit kan Engeland niet anders dan voordeel brengen, vooral ook omdat de Grieksche ko. ning, die na zooveel in Groot-Brittannië door. gebrachte jaren, „bijna Engelschman" geworden is, ongetwijfeld steeds met groote sympathie naar Britsche raadgevingen zal luisteren. Het herstel der monarchie in Griekenland kan En- gelands positie in de Middellandsche Zee al leen versterken. Het behoud van de republiek daarentegen zou gemakkelijk tot terugkeer van Venizelos kunnen leiden en mét dien terugkeer zou op staanden voet een tüdperk van poli tieke intriges beginnen, waarvan de resulta ten niet te voorzien zyn. Zooals de zaken thans staan is het evenwel nagenoeg uitgesloten dat het plebisciet voor George II een ongunstig verloop zal hebben. De regeering is op zyn hand, één stem meer. derheid schy'nt reeds doorslaggevend te zullen zijn, en daarenboven zal met stembiljetten van verschillende kleur rood voor de republiek, blauw voor de monarchie gewerkt worden. Dit procédé zal vooral in kleine plaatsen vele stemmers intimideeren. Slechts is te hopen, dat het Grieksche volk in de weken, die ons van den 3en November nog scheiden, zijn koelbloedigheid zal weten te bewaren. Een „Putsch", van welke zyde die ook komt, is in staat het Grieksche land voor langen tüd in vuur en vlam te zetten. Ingediend is het Xle hoofdstuk der Ryks- begrooting (Landbouw en Visschery) voor 1936. Aan de memorie van toelichting ontleenen wy het volgende: De economische landbouwvoorlichting geniet thans algemeen de volle belangstelling en er zal naar gestreefd worden, in Nederland een rationeele landbouw-bedrijfsinrichting en be drijfsvoering te bevorderen. Met de hieraan verbonden werkzaamheden zullen bedrüfscon- sulenten aangesteld uit het bestaande corps der Rijkslandbouwconsulenten worden be last en als schakel tusschen deze ambtenaren en de boeren zullen assistenten worden werk zaam gesteld, die ook aan de technische voor lichting diensten zullen kunnen bewezen. Was reeds voor 1935 f 35.000 uitgetrokken voor de werkzaamstelling van een aantal assistenten by den voorlichtingsdienst, het verdient ten zeerste aanbeveling om dit bedrag voor 1936 tot f 90.000 te verhoogen, teneinde de plannen te kunnen uitvoeren. Teneinde de cultuurtechnische voorlichting op landbouwgebied te kunnen centraliseeren zijn de centrale commissie voor ruilverkaveling, de Rijkscommissie voor de ontwatering en de commissie van advies inzake de ontginning van woeste gronden, opgelost in één centrale cultuurtechnische adviescommissie, welke te vens zal optreden als de centrale commissie, bedoeld in artikel der Ruilverkavelingswet, ter- wyi het Rijksbureau voor de ontwatering is opgeheven en vervangen door een cultuurtech- nisehen dienst. Met de reorganisatie wordt beoogd het ver- krygen van een vereenvoudigde en verbeterde werkwijze, alsmede financieele bezuiniging, zon der dat de belangen geringere behartiging zul. len vinden. De Zeeuwsche oestercultuur verkeert in een noodtoestand. Deze toestand is een gevolg van het optreden van een schelpziekte, waaraan een groot deel der oesters ten gronde gaat, terwyi de oesters, welke in leven blijven, door de aantasting van de schelp onvoldoende groeien en vaak een onooglijk aanzien krygen. De Visscherydienst heeft het vorig jaar een proef genomen met het uitzetten van uit Frankrijk betrokken niet-geïnfecteerde zaai- oesters, welke zün uitgezaaid op enkele percee. len in de Ooster Schelde te midden van de besmette oesters. Deze uitgezaaide oesters zyn uitstekend gegroeid, hebben zich voortgeplant en tot nog toe is by deze oesters geen enkel geval van ziekte waargenomen. De uitkomsten van de proef zyn van dien aard, dat het vol komen gewettigd zou zijn haar op ruimer schaal voort te zetten. Aangezien bij het herstel van de oestercul tuur niet alleen een algemeen visscherij belang is betrokken, doch ook het belang van het De partement van Financiën als eigenaar-verpach ter van de oestergronden, is na overleg tus schen de beide Departementen overeengeko men, dat de kosten van de proefneming door elk der Departementen voor de helft zullen worden gedragen en mitsdien de helft van het benoodigde bedrag op de begrooting van Land bouw en Visschery zal worden aangevraagd. Voor den aankoop van 4% A millioen oesters en ter bestrijding van de verder te maken kosten is f 100.000 noodig. In verband hiermede wordt een bedrag van f 50.000 uit getrokken. Jecovitol levertraan wetenschappelijk de beste levertraan voor U en Uw kind. Verkrijgbaar bij apothekers en drogisten a f0./5 per flacon. Hedenmiddag werden in de Tweede Kamer de beraadslagingen over het bezuinigingsontwerp voortgezet, die in Juli op verzoek van den leider van het oude kabinet-Colijn waren opgeschort. Alle ministers van het „nieuwe" kabinet waren aanwezig. Dr. Colijn, het woord verkrijgend, sprak den dank der regeering uit voor de bereidheid der Kamer, om reeds zoo spoedig de beraadslagin- gingen te hervatten. De regeering acht het het beste, harerzyds te antwoorden op de opmerkingen door de Tweede Kamer in Juli jJ. in tweeden termyn gemaakt. Vanzelf zullen dan opmerkingen kunnen worden ingelascht omtrent hetgeen reeds in Troonrede en Millioenennota is me degedeeld. Eveneens is de regeering bereid mededeelin. gen te doen als dit gevraagd wordt over de kabinetsformatie. De heer Aalberse vroeg in Juli om een executie-verbod. In dien algemeenen zin is dit niet mogelijk, wel wil de regeering in verband met de onrust van den laatsten tyd, in bewerking nemen maatregelen te. gen onredelijke executies. Zy zullen onge veer overeenstemmen met de maatregelen, reeds getroffen t.o.v. het landelyk hypo theekwezen. Wat de moeilijkheden betreft, die in verband met het capitulanten-stelsel ryzen, gelooft de regeering voor de SDAP een redelyke oplos sing te kunnen vinden. Over opbouwende critiek wordt de regeering niet verstoord. De critiek door de Katholieke frac tie op sommige punten geoefend, heeft zij zelf verschillende malen in ernstige en tot resultaat leidende overweging genomen. Dat spr. zelf vroeger, over de handelspolitiek b.v., anders dacht, was te verklaren uit de omstandigheden, die toen anders waren. Dat overhaasting bij sommige maat regelen uit den booze is, bewijst de ontvangst, die het vaste lasten- ontwerp ten doel viel, en die de vraag doet rijzen of men dezen maatregel niet beter achterwege had moeten laten of althans anders ingekleed. Ook wat de industrialisatie betreft, heeft de regeering tot nog toe steeds gewaar, schuwd tegen het koesteren van overdre ven verwachtingen. Men moet dat niet opvatten als een ge mis aan overtuiging, dat de industrialisa tie bevorderd moet worden. De geschiedenis van den laatsten tüd bewijst trouwens het tegendeel. In het vorige kabinet werd op. zettelijk in de figuur van Prof. Gelissen een man opgenomen, die juist op dit punt geloof en overtuiging bezit. By de for matie van het nieuwe kabinet werd juist daarom de zorg voor den landbouw losge maakt van die voor de industrie. En minister Gelissen zal van zijn ambtgenoo- ten de grootst mogelyke medewerking ondervinden. De heer Aalberse werd slachtoffer van een ernstig misverstand toen hij meende dat de regeering door de critiek geprikkeld was. Herhaal delijk heeft zij zelf om critiek ge vraagd. Het ontwerp voor de financiering der in dustrialisatie zal trouwens spoedig de Ka mer bereiken. Toch waarschuwt spr. ook thans nog tegen overdreven verwachtingen. Men zal geld moe ten kunnen opnemen en de bereidheid om geld te geven is den laatsten tyd niet gestegen. Ook zullen de bedrijven rendabel moeten zijn. Op de derde plaats zal men moeten letten op den weerslag, die de industrialisatie zal hebben op den export. Op de vierde plaats mag men den invloed op bestaande industrieën niet vergeten. Tenslotte kan men al spoedig in moeilijkhe den komen wat de voorziening met grondstof fen betreft. Niettemin hopen alle ministers hoofd voor hoofd, dat hun ambtgenoot Gelis sen slagen zal. Ook terzake van de verlaging der woninghu- ren was aandrang om maatregelen, voor .het kabinet waarlyk niet noodig. Het ging alleen om het tijostip, waarop die-maatregel komen moest. Spr. vraagt zich thans af of het nog niet te vroeg is geweest. De heer Aalberse vroeg in Juli of de regecring de door haar voorgestelde maatregelen voldoende achtte voor het in evenwicht brengen van prijzen en kosten. In dit verband merkt spr. op, dat door den vasten wil der regeering om de muntparitcit te handhaven, devaluatie te vermijden is, indien het publiek zelf niet gaat vluchten in buitenlandsche valuta's.. Wordt die laatste voorwaarde vervuld dan zal devaluatie, onvoorziene omstan digheden voorbehouden, te vermijden zijn. Drie factoren doen hun invloed gelden op de productiekosten, nX de grondstoffen (voor 30 pCt.) de loonen (voor 50 pCt.) en de vaste lasten (voor 20 pCt.) De rol der vaste lasten is dus betrekkelyk ondergeschikt. Zou hier door devaluatie eenige verlichting verkregen worden, wat spr. overi gens ontkent, dan zullen toch de grondstoffen, die een grootere rol spelen, duurder worden. De keuze: devaluatie of consequente deflatie wyst de regeering daarom af als onjuist en verwarring stichtend. Devaluatie zal nooit een biyvende oplossing kunnen brengen. Wat het zoogenaamde systeem-Brüning be treft, moet men de betreffende noodverorde ning kennen, om er een behoorlijk oordeel over te kunnen vellen. Een verlaging van de hoofd sommen b.v. kwam daar niet in voor. Wel werden contractueel vastgestelde loonen, vaste renten en huren, en pry zen van cartels verlaagd. Overigens bleef de vrye prijsvorming ge handhaafd. Op dit punt is de regeering bereid nog verder te zoeken naar middelen en om onredelijke rente terug te brengen tot een redelijk peil. Voorts wil zij ook bruikbare me thoden zoeken, om te komen tot huurverlaging. Tot aantasting der hoofdsommen echter is zij niet be reid. Evenmin tot rechtstreeksche aantasting van loonen. De zes bekende punten van prof. Aalberse waren in Juli 't hoofdpunt van het debat. Met de twee eerste dier punten verklaart de regeering zich volkomen accoord. In dit kader wyst spr. op de bereidheid der regeering, om de contingentee- ring te vervangen door heffingen aan de grens Wat dit onderdeel van het beleid betreft, ik er geen reden voor conflicten tusschen regee ring en Kamer. Op een ander punt is er meer reden om een botsing te vreezen. Dat is de voortdurend gemaakte te genstelling tusschen devaluatie en con sequentie deflatie. De laatste zou al dus spr. een dusdanigen schok geven aan het vertrouwen op monetair gebied, dat zij door de kapi- taalsvlucht de eerste in het leven zou roepen. Consequente deflatie werkt bovendien hoogst willekeurig. Ze let niet op grootte, aard en tydstip van het aangaan der schulden en op de mate van gegoedheid der crediteuren en de biteuren. Ingrypen in de loonen roept dezelfde bezwaren op. Zoowel devaluatie als consequente deflatie lei den tot die onberekenbare en willekeurige ge volgen, Daarom blijft de regeering van meening, dat by de aanpassing gerekend zal moeten worden met uiteenloopende omstandigheden. Op dit punt dient in dit debat klaarheid te komen. De onzekerheid houdt het land in onrust. Conso lidatie van vlottende schuld wordt er door on mogelijk. Het geld wordt duurder, ook voor de regeering, die het voor haar plannen noodig heeft. Zoolang er tusschen Kamer en regeering een toestand van gewapenden vrede heerseht, kan het kabinet zyn omvattelijk zware taak' niet naar behooren verrichten. En ook met het oog op den gespannen toestand in de wereld is die klaarheid gewenscht. Het kabinet wil zyner- zyds de onaangename Juli-gebeurtenissen ver geten en het wil onder biddend opzien naar den Almachtige zijn uiterste krachten inspannen in het belang des volks. De A.T.O. zal met den as. winterdienst haar dienst over den Afsluitdyk uitbreiden. By den gewonen dagelykschen dienst komen, behalve in den nacht van Zondag op Maandag, twee nachtritten, een van Alkmaar naar Leeuwarden en een in omgekeerde richting. In de richting naar Leeuwarden vertrekt de bus te 23.55 van Alkmaar en komt te 2.50 te Leeuwarden aan. Hierdoor ontstaat tevens een late verbinding van Rotterdam, den Haag, Lei den, Haarlem en Amsterdam met Friesland, van welke stations men resp. te 22.00, 22.24, 22.36, 23.03 en 23.02 nog kan vertrekken. In omgekeerde richting verlaat de bus Leeu warden te 3.35, aansluiting gevende op den trein, die te 6.47 van Alkmaar vertrekt, aan komst te Amsterdam te 7.28, te Haarlem te 7.24, te Leiden te 7.51, te den Haag te 8.04 en te Rotterdam Dp. te 8.29. Ook zal de A.T.O. een deel der onlangs be stelde reiswagens, die zoo gemaakt zyn, dat zy, wat grootte en gewicht aangaat, juist aan de voor deze route gestelde eischen voldoen, voor het vervoer over den Afsluitdyk bestemmen. De politie van Eelde heeft in samenwerking met die van Peize aangehouden G. K. en diens neef, J. K., beiden woonachtig te Peize. Zij worden ervan verdacht in den nacht van Zondag op Maandag W. K. uit Eelde, die met zijn meisje naar Donderen fietste, plotseling te hebben overvallen en mishandeld waarby deze een ernstige steekwonde in den rug opliep. De gearresteerden hebben na een langdurig verhoor, tenslotte bekend. G. K. is ter beschik king van de Justitie gesteld; tegen J. K. is pro ces-verbaal opgemaakt. Vermoedelijk hebben zij uit minnenijd gehandeld. Het bestuur van den Nederlandschen Bond van Lederhandelaren heeft in een Maandag ge houden vergadering een resolutie aangenomen, waarin het besluit zijn leden te adviseeren voor 1 October 1935 het lidmaatschap der Centrale H. L. S. op te zeggen, ten einde daardoor den weg te effenen voor eene intensieve samenwer king met de Fed. van vereen, van Lederfabri kanten en de Schoenmakersorganisaties. Het bestuur overweegt daarby, dat de leder fabrikanten het lidmaatschap der Centrale H. L. S. vóór 1 Oct. 1935 hebben opgezegd. Ook bij de groep schoenmakers zyn talrijke bewijzen, dat op het voortbestaan der Centrale H. L. S. geen pry's meer wordt gesteld. Wanneer deze belangrijke groepen aan de Centrale H. L. S. ontvallen, wordt door den Lederhandel op het voortwerken der Centrale H. L. S. in den bestaanden vorm geen prijs meer gesteld. Naar het oordeel van het bestuur is het echter van buitengewoon belang, dat er een centraal orgaan bestaat, waardoor o.a. ter richtige voorbereiding van algemeen ver bindend te verklaren regelingen bespre kingen tusschen de verschillende belangen groepen mogelyk zyn. Van vele zyden werd by het jubileum van Mgr. Dr. Poels uiting gegeven van hoogachting en waardeering voor het vele werk, dat deze Jubilaris heeft verricht. Op dit mooie werk wilde een zich noemend katholiek een blaam werpen. Hij schreef in een Kerkraadsch blaadje op een zoodanige wüze, dat protest niet achterwege mag blyven. De leden der afd. Terwinselen van den R. K. Mijnwerkersbond (die voor een gedeelte wonen in de gemeente Kerkrade), namen een protest motie aan, waarin de afd. Terwinselen van den R, K. Mijnwerkersbond, in vergadering byeen op Zondag 22 Sept. 1935, door de uiteenzetting van den heer P. Kaanen, Bondssecretaris, in kennis gebracht van de meer dan lage manier, waarop het te Kerkrade verschynende blad „Recht door Zee" schrijft over Dr. Poels ter gelegenheid van zijn zilveren jubileum als aal moezenier van Sociale Werken in Limburg, scherp protesteert tegen deze laaghartige ma nier van schryven, en besluit deze motie ter kennis te brengen aan het hoofdbestuur van den R. K. Mijnwerkersbond. Binnenkort zal de heer J. R. Snoeck Henke- mans, wethouder van 's Gravenhage, voor het lidmaatschap der Tweede Kamer bedanken, in welk geval zal worden benoemd verklaard mr. dr. A. A. van Rhyn, secretaris-generaal van de Departementen van Landbouw en Vis schery en van Handel, Nyverheid en Scheep vaart. Naar wy vernemen ligt het in de bedoeling van den heer Van Rhyn dat lidmaatschap thans niet te aanvaarden. door Charles Garvice 10 Tegelijk stak ze, nog met haar eenen arm otn zyn hals, haar andere hand uit naar zuster Mary en den dokter, die het bed na derden. „Dat klinkt ondankbaar, is 't niet maar zóó moet u het vooral niet opvatten. Ik ben juist erg dankbaar u bent allemaal zoo goed voor my geweest, en als ik niet zoo naar huis verlangde, zou ik het heeihjk vin den om hier nog verder vertroeteld te wor den." „Wy zijn wat bly, dat u ons alweer zoo spoedig den rug kunt toekeeren, Lady zei dokter Marsdon met een glimlach; maar hy brak plotseling af bij dat „Lady". „Ja, ik geloof, dat we uw ontslag kunnen geven," voegde hy erbij, haar pols voelend. „Uw vader zal op u wachten in myn kamer. Zorg, dat ze zich niet te veel haast met aankleedén, zuster." Irene voelde zich tamelyk zwakjes en „wiebelig," zooals ze het lachend uitdrukte toea ze uit bed stapte; maar zuster Mgry liet haar by tusschenpoozen rustten. Ze wilde ook, dat ze zich heel stil en kalm zou houden, maar Irene had lust om te praten. „Ik ben zoolang stil geweest, zuster," zei ze naïef, „en ik vind het zoo gezellig, met u te babbelen. Ik geloof, dat ik ook best verpleeg ster in een ziekenhuis zou willen zyn. Het moet heerlyk zyn om te voelen, dat je werkelijk nuttig bent in de wereld, en iets beteekent voor de zieken en ongelukkigen. Geen wonder dat u er zoo opgewekt uitziet. Ik mag u wat bloemen sturen, is 't niet? 't Is het eenige, dat ik weet te bedenken." „Heel lief van u, juffrouw," zei zuster Mary. „Ja, u moet me maar niet kwalijk nemen; ik weet uw naam niet." „Ik heet begon Irene; toen brak ze af en kleurde. „Ik geloof, dat ik 't u niet mag vertellen. Mijnheer Redmayne zei Ze hield weer op en beet op haar lip. „U vindt 't toch, hoop ik, niet onbeleefd of ondankbaar van me, dat ik het liever niet zeg?" „O nee, juffrouw, heelemaal niet," zei zuster Mary opgewekt. Terwyl ze de gang doorliepten naar de kamer van den dokter, begluurde Madge hen om den hoek van een half-open deur, en toen zuster Mary terugkwam, kwam Madge te voorschyn en liep met haar mee. „Wel?" vroeg ze. schynbaar nonchalant, alsof ze de vraag uit zuivere nieuwsgierigheid stelde, „hoe heet ze? Wat is ze voor iemand?" „Ik weet het niet. Ze wou het me niet ver tellen; ze schijnt om de een of andere reden nje| graag te hebbep, dat het bekend wordt," „Jou eend! Jou idioot! Ik zou het uit haar gekregen hebben, zonder dat ze er iets van merkte." De wagen van den graaf stond te wachten de lange groene Lancia die byna iedereen in Londen kende en Irene nestelde zich dicht tegen haar vader aan, terwyl ze weg reden. Als by toeval bracht Sir William Johnson, de beroemde geneesheer, een paar uur later een bezoek, en luisterde glimlachend naar Irene's ziekenhuis-ervaringen; maar hy hield haar hand bij het afscheidnemen langer vast dan noodig was; en toen hij zich daarna met Lord Mersia naar de bibliotheek begaf, zei hij, terwijl hy de deur achter zich sloot: „Er is gelukkig geen ernstig onheil aan gericht, maar ze heeft toch een schok ge had. Ik zou haar eens voor eten poosje wat verandering geven." „Schotland?" vroeg de graaf. „N-neen. Die reis is te lang. Is dat buiten van u aan de Theems in orde? Het is bij zonder warm voor September en het zal heerlijk zyn aan de rivier. Laat ze zich maar wat op het water vermaken. Zie gedaan te krygen, dat ze languit in de boot bly ft lig gen en zorg, dat ze zich niet verveelt. Geen boeken, natuurlyk." De graaf riep zyn secretaris by zich en zond hem nog denzelfden avond naar Fair- lawn, het buiten in kwestie; en den volgen den dag nam Irene haar intrek in het vor stelijk landhuis, dat steeds bewonderende uitroepen ontlokte aan alwie op de rivier voorbij voer. Het was juist een verblyf voor een her stellende zieke, die er niet ernstig aan toe is, en toen ze op het groote terras stond, keek Irene stralend om zich heen naar het prachtig geboomte en de breede rivier, die statig voortstroomde naar de verre zee. „Wat is het hier verrukkelijk!" riep ze uit en keerde zich naar de hertogin van St. Or monde, die met haar meegekomen was. „Ik vraag me af, waarom we hier toch' niet vakei heengaan." „Het is de straf van de ry'ken der aarde dat ze niet kunnen gaan waar ze willen Irene," zei de hertogin lachend. „Dit is nog maar één van de dozynen goederen, die je eenmaal zult bezitten, en je zult je gunsten zoo gelijkmatig moeten verdeelen als maar mogelijk is. Wel, je hebt geloof ik nog niet eens Braeside gezien, in Schotland, is 't wel?" Irene schudde haar hoofd. „Of de villa in Windermere, of het Palazzo Vitello in Rome, of het huis in Florence?" „Ik ken alleen Hurstpoint en Carlton House Terrace," zei Irene. „Ik houd van het oude kasteel Hurstpoint, het is zoo eerbiedwaardig en by eiken stap, dien je er zet, word je herin nerd aan de een of andere heldendaad van de Mersia's. Maar ik geloof, dat ik van dit goed Fairlawn, zelfs nog meer zal gaan houden dan van Hurstpoint." „Z^l ik nu een bootje voor je laten klaar maken, zoodat je je wat kunt laten rond- roeien, lieve kind?." vroeg de hertogin. Irene ging een tochtje op de rivier maken, maar ze kwam vermoeid en in zichzelf ge keerd terug, en de hertogin, die vóór alles vreesde, haar vermoeid en in zichzelf gekeerd te zien, schreef onmiddellijk aan Lord Terence. Twee dagen gingen voorby eer hy antwoordde en toen kwam hy in persoon. De afgeloopten vier jaren hadden den jon gen Lord Terence veel veranderd. Van zyn studiën was niet al te veel terecht gekomen, maar hy was een hartstochtelyk beoefenaar van alle denkbare takken van sport en een bijzonder koen vlieger. Hy «as verbazend gegroeid en zoo recht en slank als een jonge den. Alle St. Ormonde's stonden bekend om hun opvallend knap uiterlijk en Terence hield in dat opzicht de familie-traditie glans rijk op. Dat hij nogal verkwistend en lichtzinnig was, was evenmin een verrassend verschijn sel, want de St. Ormonde's wareh dat altyd geweest; en dat hy flink kon drinken en hoog en roekeloos speelde, was slechts te verwachten, want heel zyn familie, met uit zondering van den tegenwoordigen hertog, had altyd zwaar gedronken en zwaar ge speeld. Als erfgenaam van een der klinkendste titels in het land, was Terence byzonder populair en gezocht. Het briefje van zyn tante, waarin ze hem vroeg, eens naar Fair lawn te komen, bereikte hem na een büzon- der vroolijken nacht: in gezelschap van een aantal sportvrienden had hij een souper ge- gegeven voor een bekende balletdanseres, Hij voelde dat na zoo'n inspannende fuif die tot vyf uur 's morgens geduurd had, een paar rustige dagen op het land hem goed zouden doen, en daarom aarzelde hy niet, aan het ver zoek gevolg te geven. Hij nam den middagtrein, en aan het kleine, landelijke stationnetje by de rivier wachtte Irene hem in haar grys two-seatertje met de oud-rose kussens. Zyn hart leek op te sprin gen, toen hy haar frissche, ongerepte schoon heid in zich opnam. „Ik ben bly, dat je gekomen bent, Terence," zei ze met haar heldere stem, een onschul dige vreugde om het weerzien in haar stralende oogen. ,,'t Is zoo aardig van je, nu je 't nog wel zoo druk hebt met toebereidselen voor Je recordvlucht." „Nu, 't spreekt toch vanzelf, ,dat ik naar je toevloog, zoodra ik wist, dat je me graag hier had!" ,,'t Was de hertogin, die je uitnoodigde, Terence," zei ze. Hy klemde en beet op zijn lip, maar her stelde zich byna onmiddellyk. „Ja, dat weet ik. Dat is eten verduiveld aardig wagentje, dat je daar hebt. Was 't niet te vermoeiend voor je/ zelf te rijden? Je bent toch immers nog zoo'n beetje pa tiënt?" „Ik voel er niets meer van," lachte Irene. „Maar jy moogt op den terugweg het stuur wel van me overnemen. Wat zal de hertogin bly zyn, je te zienl" .(Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 9