Griekenland op weg naar de
monarchie
Dr. Colijn aan het
woprd
De Dubbelgangster
ARME ZAIMIS
Belang van het
plebisciet
miiiihiiiiiiiiiiiihiiiiiiiii^
DINSDAG 24 SEPTEMBER 1935
Ex-koning George is na zooveel in
Groot-Brittannië doorgebrachte
jaren „bijna Engelsch-
man
geworden
Zaïmis
Ex-koning George
Landbouwvoorlichting
Steun aan de Zeeuwsche
oestercultuur
TWEEDE KAMER
Geen executie-verbodwel maat
regelen tegen onredelijke
executies
Industrialisatie
Het systeem-Brüning
De zes punten
NACHTDIENST OVER DEN
AFSLUITDIJK
De A-T.O. breidt haar busdiensten
uit
Jongeman mishandeld
De beide daders aangehouden
DE CENTRALE H.L.S.
MGR. POELS BELEEDIGD
Scherp protest van de mijnwerkers
DE VACATURE-SNOECK
HENKEMANS
(Bijzondere correspondentie)
Begin Augustus vertrok de Grieksche mi
nister-president, Tsaldaris, naar Beieren
om in een Duitsche badplaats nieuwe
kracht te verzamelen voor de belangrijke weken
en maanden, die Griekenland wachten, en die
van den premier ongetwijfeld een maximum
inspanning zullen eischen. Op het oogenblik,
waarop hij den Griekschen bodem verliet, Was
Tsaldaris ten aanzien van de groote kwestie:
republiek of monarchie, in zekeren zin nog
steeds een „onbeschreven blad". Ongetwijfeld,
men wist dat de premier voor een herstel van
de monarchie sympathiek gestemd was, maar
hij had tot dusver geweigerd zich, in zijn kwa
liteit van leider der regeering, officieel uit te
spreken, van oordeel, dat alleen dan het te
houden plebisciet objectieve waarde kon hebben
als de regeering een positie van onzijdigheid
handhaafde.
Maar toen Tsaldaris op 10 September naar
zijn land terugkeerde was het eerste wat mj
deed zijn houding van neutraliteit opgeven en
zich in duidelijke woorden vóór de monarchie
en den wettigen pretendent verklaren. En de
premier, die, na langdurige conferenties met de
chefs der republikeinsche partijen, meer en
meer geneigd scheen den datum van het ple
bisciet uit te stellen tot de omstandigheden een
volksraadpleging in grooter kalmte zouden ver
oorloven, haastte zich den grooten dag vast te
stellen. Eerst werd de 27ste October gekozen;
ten slotte werd de 3e November als definitie
ve datum aangewezen. Beide data blijven trou
wens binnen de door de Kamer vastgestelde li
miet, die de regeering tot 15 November alle vrij
heid laat.
Volgens niet nader bevestigde geruchten zou
het referendum naar Maart van het volgende
jaar zijn verschoven.
Welke gebeurtenissen hebben op Tsaldaris'
verandering van houding ingewerkt? Zeer zeker
de roerige voorvallen, waarvan Griekenland tij
dens de afwezigheid van den premier het too-
neel geweest is. De volbloed-monarchisten, dat
wil zeggen zij, die éérst herstel van de monar
chie willen en daarna een plebisciet, dat dit
herstel wettigen moet, hadden wel-is-waar hun
actie tijdens Tsaldaris' afwezigheid opgeschort,
maar hebben die met volle kracht opnieuw in
gezet zoo spoedig de premier te Athene terug
was. Profiteerend van een conflict tusschen den
minister van Oorlog, generaal Kondylis, en den
commandant van het Atheensche garnizoen,
den republikeinschen generaal Panayotakos,
haastten eenige afgevaardigden zich den eersten
minister te sommeeren openlijk voor den royalist
Kondylis en tegen Panayotakos, die zich tót
dusver in Tsaldaris' vertrouwen had mogen ver
heugen, partij te kiezen. Welke bedreigingen bü
die gelegenheid geuit zijn, kan men zich inden
ken. In ieder geval heeft de premier geen an
deren weg dan dien der capitulatie open gezien.
Hij heeft Panayotakos losgelaten en door Kon-
■saHNaii
dylis doen ontslaan en hij heeft zich om
erger te voorkomen? ook officieel de monar
chist getoond, die hij privatim steeds geweest
is. Maar hij heeft vastgehouden aan „een vrye
raadpleging des volks" en weerstand weten te
bieden aan den druk, die ten gunste van een
onmiddellijk herstel der monarchie op hem uit
geoefend Werd.
Daarna heeft elke dag zijn nieuws gebracht.
Rhallis, een der laatste republikeinsche
ministers, heeft zijn ontslag genomen;
verscheidene generaals hebben heftig tegen her
optreden van hun almachtigen „collega" Kon
dylis den man van morgen geprotesteerd;
de Kretenzer republikeinen hebben met een
nieuwen gewapenden opstand gedreigd voor het
geval Kreta voor een voldongen feit mocht
worden gesteld. En intusschen werden krachtige
pogingen gedaan om den 80-jarigen Zaïmis
president der Grieksche republiek, te bewegen
zyn ontslag te nemen.
Die pogingen zyn tot dusver niet geslaagd.
Hellas heeft nog een president, die als laatste
en vrijwel geïsoleerde handhaver der re.
publikeinsche constitutie kan beschouwd wor.
den. Maar hoe moeiiyk is de positie van den
bejaarden Zaïmis! Hij staat, als republikein,
aan het hoofd van een republiek, welker mi-
nister-president zich openiyk tegen het be
staande regiem uitgesproken heeft. Het is geen
wonder dat de oude president in deze omstan
digheden aan aftreden denkt. Hij is alléén ge.
bleven, omdat hij van den premier naar het
schijnt de formeele* toezegging heeft ge
kregen, dat er van geen regiemsverandering
sprake zal zijn vóór de resultaten van het ple
bisciet bekend zullen zijn.
Maar het al- of niet-herstel van het Ko
ningschap is niet louter een binnenlandsche
aangelegenheid. In de zeer troebele dagen die
wij beleven, heeft iedere regiemsverandering
óók internationale beteekenis. Het oogenblik,
waarop Griekenland als Middellandsche Zee
mogendheid tusschen Engeland en Italië te
kiezen heeft, kan iederen dag daar zyn. Hoe
die keuze zal uitvallen is niet twijfelachtig.
Ofschoon Griekenland met Italië zeer correcte
en zelfs niet geheel van hartehjkheid ontbloote
betrekkingen onderhoudt, is er toch geen twy-
fel aan het feit of de Grieksche sympathie
gaat rechtstreeks naar Engeland uit. Het is
niet noodig tot Lord Byron's dagen terug te
gaan om zich daarvan rekenschap te geven.
Zonder twijfel, tusschen Londen en Athene Is
de schaduw van Cyprus, maar tusschen Rome
en Athene het bombardement van Korfoe, de
bezetting van de Dodekanesus en de Grieksch-
Italiaansche rivaliteit in Albanië. Dan maakt
Griekenland deel uit van den Volkenbond
niet alleen, maar ook van de Balkan-Unie,
die in bepaalde omstandigheden een „pointe"
tegen Italië zou kunnen bezitten, terwül ten
slotte de Helleensche republiek economisch en
financieel in zekeren zin van de City afhan-
keiyk is. Voor het republikeinsche Griekenland
zün er dus reeds redenen te over om in elk
geval een politiek van zeer welwillende neu
traliteit tegenover Engeland in acht te nemen.
Maar voor het monarchistische Grieken
land komt er nog een nieuwe factor in
het spel. Niet alleen is een der zoons
van den Engelschen Koning, de Hertog van
Kent, met een Grieksche Prinses, met Marina,
gehuwd, maar George II, die over enkele we.
ken vermoedelijk opnieuw op den Helleenschen
troon zal plaats nemen, is sinds jaren in En
geland gevestigd. Het is voor niemand een ge
heim dat het Britsche koningshuis, uit dynas
tieke overwegingen, en de Britsche regeering,
uit politieke, het herstel der 'monarchie in
Griekenland zouden toejuichen. Een koninkrijk
Griekenland zal minder beïnvloed kunnen wor
den door elkaar tegenwerkende politieke
krachten en stroomingen, dan een Grieksche
republiek. In een koninkrijk is de politieke
stabiliteit in het algemeen grooter. En die sta
biliteit kan Engeland niet anders dan voordeel
brengen, vooral ook omdat de Grieksche ko.
ning, die na zooveel in Groot-Brittannië door.
gebrachte jaren, „bijna Engelschman" geworden
is, ongetwijfeld steeds met groote sympathie
naar Britsche raadgevingen zal luisteren. Het
herstel der monarchie in Griekenland kan En-
gelands positie in de Middellandsche Zee al
leen versterken. Het behoud van de republiek
daarentegen zou gemakkelijk tot terugkeer van
Venizelos kunnen leiden en mét dien terugkeer
zou op staanden voet een tüdperk van poli
tieke intriges beginnen, waarvan de resulta
ten niet te voorzien zyn.
Zooals de zaken thans staan is het evenwel
nagenoeg uitgesloten dat het plebisciet voor
George II een ongunstig verloop zal hebben.
De regeering is op zyn hand, één stem meer.
derheid schy'nt reeds doorslaggevend te zullen
zijn, en daarenboven zal met stembiljetten van
verschillende kleur rood voor de republiek,
blauw voor de monarchie gewerkt worden.
Dit procédé zal vooral in kleine plaatsen vele
stemmers intimideeren.
Slechts is te hopen, dat het Grieksche volk
in de weken, die ons van den 3en November
nog scheiden, zijn koelbloedigheid zal weten
te bewaren. Een „Putsch", van welke zyde die
ook komt, is in staat het Grieksche land voor
langen tüd in vuur en vlam te zetten.
Ingediend is het Xle hoofdstuk der Ryks-
begrooting (Landbouw en Visschery) voor 1936.
Aan de memorie van toelichting ontleenen
wy het volgende:
De economische landbouwvoorlichting geniet
thans algemeen de volle belangstelling en er
zal naar gestreefd worden, in Nederland een
rationeele landbouw-bedrijfsinrichting en be
drijfsvoering te bevorderen. Met de hieraan
verbonden werkzaamheden zullen bedrüfscon-
sulenten aangesteld uit het bestaande corps
der Rijkslandbouwconsulenten worden be
last en als schakel tusschen deze ambtenaren
en de boeren zullen assistenten worden werk
zaam gesteld, die ook aan de technische voor
lichting diensten zullen kunnen bewezen. Was
reeds voor 1935 f 35.000 uitgetrokken voor de
werkzaamstelling van een aantal assistenten
by den voorlichtingsdienst, het verdient ten
zeerste aanbeveling om dit bedrag voor 1936 tot
f 90.000 te verhoogen, teneinde de plannen te
kunnen uitvoeren.
Teneinde de cultuurtechnische voorlichting
op landbouwgebied te kunnen centraliseeren
zijn de centrale commissie voor ruilverkaveling,
de Rijkscommissie voor de ontwatering en de
commissie van advies inzake de ontginning
van woeste gronden, opgelost in één centrale
cultuurtechnische adviescommissie, welke te
vens zal optreden als de centrale commissie,
bedoeld in artikel der Ruilverkavelingswet, ter-
wyi het Rijksbureau voor de ontwatering is
opgeheven en vervangen door een cultuurtech-
nisehen dienst.
Met de reorganisatie wordt beoogd het ver-
krygen van een vereenvoudigde en verbeterde
werkwijze, alsmede financieele bezuiniging, zon
der dat de belangen geringere behartiging zul.
len vinden.
De Zeeuwsche oestercultuur verkeert in een
noodtoestand. Deze toestand is een gevolg van
het optreden van een schelpziekte, waaraan
een groot deel der oesters ten gronde gaat,
terwyi de oesters, welke in leven blijven, door
de aantasting van de schelp onvoldoende
groeien en vaak een onooglijk aanzien krygen.
De Visscherydienst heeft het vorig jaar een
proef genomen met het uitzetten van uit
Frankrijk betrokken niet-geïnfecteerde zaai-
oesters, welke zün uitgezaaid op enkele percee.
len in de Ooster Schelde te midden van de
besmette oesters. Deze uitgezaaide oesters zyn
uitstekend gegroeid, hebben zich voortgeplant
en tot nog toe is by deze oesters geen enkel
geval van ziekte waargenomen. De uitkomsten
van de proef zyn van dien aard, dat het vol
komen gewettigd zou zijn haar op ruimer
schaal voort te zetten.
Aangezien bij het herstel van de oestercul
tuur niet alleen een algemeen visscherij belang
is betrokken, doch ook het belang van het De
partement van Financiën als eigenaar-verpach
ter van de oestergronden, is na overleg tus
schen de beide Departementen overeengeko
men, dat de kosten van de proefneming door
elk der Departementen voor de helft zullen
worden gedragen en mitsdien de helft van het
benoodigde bedrag op de begrooting van Land
bouw en Visschery zal worden aangevraagd.
Voor den aankoop van 4% A millioen
oesters en ter bestrijding van de verder te
maken kosten is f 100.000 noodig. In verband
hiermede wordt een bedrag van f 50.000 uit
getrokken.
Jecovitol levertraan
wetenschappelijk de
beste levertraan
voor U en Uw kind.
Verkrijgbaar
bij apothekers en
drogisten a f0./5 per flacon.
Hedenmiddag werden in de Tweede
Kamer de beraadslagingen over
het bezuinigingsontwerp voortgezet,
die in Juli op verzoek van den leider
van het oude kabinet-Colijn waren
opgeschort.
Alle ministers van het „nieuwe"
kabinet waren aanwezig.
Dr. Colijn, het woord verkrijgend,
sprak den dank der regeering uit
voor de bereidheid der Kamer, om
reeds zoo spoedig de beraadslagin-
gingen te hervatten.
De regeering acht het het beste, harerzyds
te antwoorden op de opmerkingen door de
Tweede Kamer in Juli jJ. in tweeden termyn
gemaakt. Vanzelf zullen dan opmerkingen
kunnen worden ingelascht omtrent hetgeen
reeds in Troonrede en Millioenennota is me
degedeeld.
Eveneens is de regeering bereid mededeelin.
gen te doen als dit gevraagd wordt over de
kabinetsformatie.
De heer Aalberse vroeg in Juli om een
executie-verbod. In dien algemeenen zin is
dit niet mogelijk, wel wil de regeering in
verband met de onrust van den laatsten
tyd, in bewerking nemen maatregelen te.
gen onredelijke executies. Zy zullen onge
veer overeenstemmen met de maatregelen,
reeds getroffen t.o.v. het landelyk hypo
theekwezen.
Wat de moeilijkheden betreft, die in verband
met het capitulanten-stelsel ryzen, gelooft de
regeering voor de SDAP een redelyke oplos
sing te kunnen vinden.
Over opbouwende critiek wordt de
regeering niet verstoord.
De critiek door de Katholieke frac
tie op sommige punten geoefend,
heeft zij zelf verschillende malen in
ernstige en tot resultaat leidende
overweging genomen. Dat spr. zelf
vroeger, over de handelspolitiek
b.v., anders dacht, was te verklaren
uit de omstandigheden, die toen
anders waren.
Dat overhaasting bij sommige maat
regelen uit den booze is, bewijst
de ontvangst, die het vaste lasten-
ontwerp ten doel viel, en die de
vraag doet rijzen of men dezen
maatregel niet beter achterwege
had moeten laten of althans anders
ingekleed.
Ook wat de industrialisatie betreft, heeft
de regeering tot nog toe steeds gewaar,
schuwd tegen het koesteren van overdre
ven verwachtingen.
Men moet dat niet opvatten als een ge
mis aan overtuiging, dat de industrialisa
tie bevorderd moet worden. De geschiedenis
van den laatsten tüd bewijst trouwens het
tegendeel. In het vorige kabinet werd op.
zettelijk in de figuur van Prof. Gelissen
een man opgenomen, die juist op dit punt
geloof en overtuiging bezit. By de for
matie van het nieuwe kabinet werd juist
daarom de zorg voor den landbouw losge
maakt van die voor de industrie. En
minister Gelissen zal van zijn ambtgenoo-
ten de grootst mogelyke medewerking
ondervinden.
De heer Aalberse werd slachtoffer
van een ernstig misverstand toen
hij meende dat de regeering door
de critiek geprikkeld was. Herhaal
delijk heeft zij zelf om critiek ge
vraagd.
Het ontwerp voor de financiering der in
dustrialisatie zal trouwens spoedig de Ka
mer bereiken.
Toch waarschuwt spr. ook thans nog tegen
overdreven verwachtingen. Men zal geld moe
ten kunnen opnemen en de bereidheid om geld
te geven is den laatsten tyd niet gestegen. Ook
zullen de bedrijven rendabel moeten zijn. Op
de derde plaats zal men moeten letten op den
weerslag, die de industrialisatie zal hebben op
den export. Op de vierde plaats mag men den
invloed op bestaande industrieën niet vergeten.
Tenslotte kan men al spoedig in moeilijkhe
den komen wat de voorziening met grondstof
fen betreft. Niettemin hopen alle ministers
hoofd voor hoofd, dat hun ambtgenoot Gelis
sen slagen zal.
Ook terzake van de verlaging der woninghu-
ren was aandrang om maatregelen, voor .het
kabinet waarlyk niet noodig. Het ging alleen
om het tijostip, waarop die-maatregel komen
moest. Spr. vraagt zich thans af of het nog
niet te vroeg is geweest.
De heer Aalberse vroeg in Juli of de
regecring de door haar voorgestelde
maatregelen voldoende achtte voor het
in evenwicht brengen van prijzen en
kosten.
In dit verband merkt spr. op, dat door
den vasten wil der regeering om de
muntparitcit te handhaven, devaluatie
te vermijden is, indien het publiek zelf
niet gaat vluchten in buitenlandsche
valuta's..
Wordt die laatste voorwaarde vervuld
dan zal devaluatie, onvoorziene omstan
digheden voorbehouden, te vermijden
zijn.
Drie factoren doen hun invloed gelden op
de productiekosten, nX de grondstoffen (voor
30 pCt.) de loonen (voor 50 pCt.) en de vaste
lasten (voor 20 pCt.)
De rol der vaste lasten is dus betrekkelyk
ondergeschikt. Zou hier door devaluatie eenige
verlichting verkregen worden, wat spr. overi
gens ontkent, dan zullen toch de grondstoffen,
die een grootere rol spelen, duurder worden.
De keuze: devaluatie of consequente deflatie
wyst de regeering daarom af als onjuist en
verwarring stichtend. Devaluatie zal nooit een
biyvende oplossing kunnen brengen.
Wat het zoogenaamde systeem-Brüning be
treft, moet men de betreffende noodverorde
ning kennen, om er een behoorlijk oordeel over
te kunnen vellen. Een verlaging van de hoofd
sommen b.v. kwam daar niet in voor.
Wel werden contractueel vastgestelde loonen,
vaste renten en huren, en pry zen van cartels
verlaagd.
Overigens bleef de vrye prijsvorming ge
handhaafd.
Op dit punt is de regeering bereid
nog verder te zoeken naar middelen
en om onredelijke rente terug te
brengen tot een redelijk peil.
Voorts wil zij ook bruikbare me
thoden zoeken, om te komen tot
huurverlaging. Tot aantasting der
hoofdsommen echter is zij niet be
reid. Evenmin tot rechtstreeksche
aantasting van loonen.
De zes bekende punten van prof. Aalberse waren
in Juli 't hoofdpunt van het debat. Met de twee
eerste dier punten verklaart de regeering zich
volkomen accoord. In dit kader wyst spr. op de
bereidheid der regeering, om de contingentee-
ring te vervangen door heffingen aan de grens
Wat dit onderdeel van het beleid betreft, ik
er geen reden voor conflicten tusschen regee
ring en Kamer.
Op een ander punt is er meer reden
om een botsing te vreezen.
Dat is de voortdurend gemaakte te
genstelling tusschen devaluatie en con
sequentie deflatie. De laatste zou al
dus spr. een dusdanigen schok geven
aan het vertrouwen op monetair
gebied, dat zij door de kapi-
taalsvlucht de eerste in het leven zou
roepen.
Consequente deflatie werkt bovendien hoogst
willekeurig. Ze let niet op grootte, aard en
tydstip van het aangaan der schulden en op
de mate van gegoedheid der crediteuren en de
biteuren. Ingrypen in de loonen roept dezelfde
bezwaren op.
Zoowel devaluatie als consequente deflatie lei
den tot die onberekenbare en willekeurige ge
volgen,
Daarom blijft de regeering van meening, dat
by de aanpassing gerekend zal moeten worden
met uiteenloopende omstandigheden. Op dit
punt dient in dit debat klaarheid te komen. De
onzekerheid houdt het land in onrust. Conso
lidatie van vlottende schuld wordt er door on
mogelijk. Het geld wordt duurder, ook voor de
regeering, die het voor haar plannen noodig
heeft. Zoolang er tusschen Kamer en regeering
een toestand van gewapenden vrede heerseht,
kan het kabinet zyn omvattelijk zware taak'
niet naar behooren verrichten. En ook met het
oog op den gespannen toestand in de wereld is
die klaarheid gewenscht. Het kabinet wil zyner-
zyds de onaangename Juli-gebeurtenissen ver
geten en het wil onder biddend opzien naar den
Almachtige zijn uiterste krachten inspannen in
het belang des volks.
De A.T.O. zal met den as. winterdienst haar
dienst over den Afsluitdyk uitbreiden. By den
gewonen dagelykschen dienst komen, behalve
in den nacht van Zondag op Maandag, twee
nachtritten, een van Alkmaar naar Leeuwarden
en een in omgekeerde richting.
In de richting naar Leeuwarden vertrekt de
bus te 23.55 van Alkmaar en komt te 2.50 te
Leeuwarden aan. Hierdoor ontstaat tevens een
late verbinding van Rotterdam, den Haag, Lei
den, Haarlem en Amsterdam met Friesland,
van welke stations men resp. te 22.00, 22.24,
22.36, 23.03 en 23.02 nog kan vertrekken.
In omgekeerde richting verlaat de bus Leeu
warden te 3.35, aansluiting gevende op den
trein, die te 6.47 van Alkmaar vertrekt, aan
komst te Amsterdam te 7.28, te Haarlem te 7.24,
te Leiden te 7.51, te den Haag te 8.04 en te
Rotterdam Dp. te 8.29.
Ook zal de A.T.O. een deel der onlangs be
stelde reiswagens, die zoo gemaakt zyn, dat zy,
wat grootte en gewicht aangaat, juist aan de
voor deze route gestelde eischen voldoen, voor
het vervoer over den Afsluitdyk bestemmen.
De politie van Eelde heeft in samenwerking
met die van Peize aangehouden G. K. en diens
neef, J. K., beiden woonachtig te Peize.
Zij worden ervan verdacht in den nacht van
Zondag op Maandag W. K. uit Eelde, die met
zijn meisje naar Donderen fietste, plotseling te
hebben overvallen en mishandeld waarby deze
een ernstige steekwonde in den rug opliep.
De gearresteerden hebben na een langdurig
verhoor, tenslotte bekend. G. K. is ter beschik
king van de Justitie gesteld; tegen J. K. is pro
ces-verbaal opgemaakt. Vermoedelijk hebben zij
uit minnenijd gehandeld.
Het bestuur van den Nederlandschen Bond
van Lederhandelaren heeft in een Maandag ge
houden vergadering een resolutie aangenomen,
waarin het besluit zijn leden te adviseeren voor
1 October 1935 het lidmaatschap der Centrale
H. L. S. op te zeggen, ten einde daardoor den
weg te effenen voor eene intensieve samenwer
king met de Fed. van vereen, van Lederfabri
kanten en de Schoenmakersorganisaties.
Het bestuur overweegt daarby, dat de leder
fabrikanten het lidmaatschap der Centrale
H. L. S. vóór 1 Oct. 1935 hebben opgezegd.
Ook bij de groep schoenmakers zyn talrijke
bewijzen, dat op het voortbestaan der Centrale
H. L. S. geen pry's meer wordt gesteld.
Wanneer deze belangrijke groepen aan de
Centrale H. L. S. ontvallen, wordt door den
Lederhandel op het voortwerken der Centrale
H. L. S. in den bestaanden vorm geen prijs meer
gesteld.
Naar het oordeel van het bestuur is het
echter van buitengewoon belang, dat er een
centraal orgaan bestaat, waardoor o.a. ter
richtige voorbereiding van algemeen ver
bindend te verklaren regelingen bespre
kingen tusschen de verschillende belangen
groepen mogelyk zyn.
Van vele zyden werd by het jubileum van
Mgr. Dr. Poels uiting gegeven van hoogachting
en waardeering voor het vele werk, dat deze
Jubilaris heeft verricht.
Op dit mooie werk wilde een zich noemend
katholiek een blaam werpen. Hij schreef in een
Kerkraadsch blaadje op een zoodanige wüze,
dat protest niet achterwege mag blyven.
De leden der afd. Terwinselen van den R. K.
Mijnwerkersbond (die voor een gedeelte wonen
in de gemeente Kerkrade), namen een protest
motie aan, waarin de afd. Terwinselen van den
R, K. Mijnwerkersbond, in vergadering byeen
op Zondag 22 Sept. 1935, door de uiteenzetting
van den heer P. Kaanen, Bondssecretaris, in
kennis gebracht van de meer dan lage manier,
waarop het te Kerkrade verschynende blad
„Recht door Zee" schrijft over Dr. Poels ter
gelegenheid van zijn zilveren jubileum als aal
moezenier van Sociale Werken in Limburg,
scherp protesteert tegen deze laaghartige ma
nier van schryven, en besluit deze motie ter
kennis te brengen aan het hoofdbestuur van
den R. K. Mijnwerkersbond.
Binnenkort zal de heer J. R. Snoeck Henke-
mans, wethouder van 's Gravenhage, voor het
lidmaatschap der Tweede Kamer bedanken, in
welk geval zal worden benoemd verklaard mr.
dr. A. A. van Rhyn, secretaris-generaal van
de Departementen van Landbouw en Vis
schery en van Handel, Nyverheid en Scheep
vaart.
Naar wy vernemen ligt het in de bedoeling
van den heer Van Rhyn dat lidmaatschap
thans niet te aanvaarden.
door Charles Garvice
10
Tegelijk stak ze, nog met haar eenen arm
otn zyn hals, haar andere hand uit naar
zuster Mary en den dokter, die het bed na
derden.
„Dat klinkt ondankbaar, is 't niet maar
zóó moet u het vooral niet opvatten. Ik ben
juist erg dankbaar u bent allemaal zoo
goed voor my geweest, en als ik niet zoo
naar huis verlangde, zou ik het heeihjk vin
den om hier nog verder vertroeteld te wor
den."
„Wy zijn wat bly, dat u ons alweer zoo
spoedig den rug kunt toekeeren, Lady
zei dokter Marsdon met een glimlach; maar
hy brak plotseling af bij dat „Lady". „Ja, ik
geloof, dat we uw ontslag kunnen geven,"
voegde hy erbij, haar pols voelend. „Uw vader
zal op u wachten in myn kamer. Zorg, dat
ze zich niet te veel haast met aankleedén,
zuster."
Irene voelde zich tamelyk zwakjes en
„wiebelig," zooals ze het lachend uitdrukte
toea ze uit bed stapte; maar zuster Mgry
liet haar by tusschenpoozen rustten. Ze wilde
ook, dat ze zich heel stil en kalm zou houden,
maar Irene had lust om te praten.
„Ik ben zoolang stil geweest, zuster," zei ze
naïef, „en ik vind het zoo gezellig, met u te
babbelen. Ik geloof, dat ik ook best verpleeg
ster in een ziekenhuis zou willen zyn. Het moet
heerlyk zyn om te voelen, dat je werkelijk
nuttig bent in de wereld, en iets beteekent
voor de zieken en ongelukkigen. Geen wonder
dat u er zoo opgewekt uitziet. Ik mag u wat
bloemen sturen, is 't niet? 't Is het eenige,
dat ik weet te bedenken."
„Heel lief van u, juffrouw," zei zuster Mary.
„Ja, u moet me maar niet kwalijk nemen; ik
weet uw naam niet."
„Ik heet begon Irene; toen brak ze af
en kleurde. „Ik geloof, dat ik 't u niet mag
vertellen. Mijnheer Redmayne zei Ze hield
weer op en beet op haar lip. „U vindt 't toch,
hoop ik, niet onbeleefd of ondankbaar van
me, dat ik het liever niet zeg?"
„O nee, juffrouw, heelemaal niet," zei zuster
Mary opgewekt.
Terwyl ze de gang doorliepten naar de kamer
van den dokter, begluurde Madge hen om den
hoek van een half-open deur, en toen zuster
Mary terugkwam, kwam Madge te voorschyn
en liep met haar mee.
„Wel?" vroeg ze. schynbaar nonchalant,
alsof ze de vraag uit zuivere nieuwsgierigheid
stelde, „hoe heet ze? Wat is ze voor iemand?"
„Ik weet het niet. Ze wou het me niet ver
tellen; ze schijnt om de een of andere reden
nje| graag te hebbep, dat het bekend wordt,"
„Jou eend! Jou idioot! Ik zou het uit haar
gekregen hebben, zonder dat ze er iets van
merkte."
De wagen van den graaf stond te wachten
de lange groene Lancia die byna iedereen
in Londen kende en Irene nestelde zich
dicht tegen haar vader aan, terwyl ze weg
reden.
Als by toeval bracht Sir William Johnson,
de beroemde geneesheer, een paar uur later
een bezoek, en luisterde glimlachend naar
Irene's ziekenhuis-ervaringen; maar hy hield
haar hand bij het afscheidnemen langer vast
dan noodig was; en toen hij zich daarna
met Lord Mersia naar de bibliotheek begaf,
zei hij, terwijl hy de deur achter zich sloot:
„Er is gelukkig geen ernstig onheil aan
gericht, maar ze heeft toch een schok ge
had. Ik zou haar eens voor eten poosje wat
verandering geven."
„Schotland?" vroeg de graaf.
„N-neen. Die reis is te lang. Is dat buiten
van u aan de Theems in orde? Het is bij
zonder warm voor September en het zal
heerlijk zyn aan de rivier. Laat ze zich maar
wat op het water vermaken. Zie gedaan te
krygen, dat ze languit in de boot bly ft lig
gen en zorg, dat ze zich niet verveelt. Geen
boeken, natuurlyk."
De graaf riep zyn secretaris by zich en
zond hem nog denzelfden avond naar Fair-
lawn, het buiten in kwestie; en den volgen
den dag nam Irene haar intrek in het vor
stelijk landhuis, dat steeds bewonderende
uitroepen ontlokte aan alwie op de rivier
voorbij voer.
Het was juist een verblyf voor een her
stellende zieke, die er niet ernstig aan toe
is, en toen ze op het groote terras stond,
keek Irene stralend om zich heen naar het
prachtig geboomte en de breede rivier, die
statig voortstroomde naar de verre zee.
„Wat is het hier verrukkelijk!" riep ze uit
en keerde zich naar de hertogin van St. Or
monde, die met haar meegekomen was. „Ik
vraag me af, waarom we hier toch' niet vakei
heengaan."
„Het is de straf van de ry'ken der aarde
dat ze niet kunnen gaan waar ze willen
Irene," zei de hertogin lachend. „Dit is nog
maar één van de dozynen goederen, die je
eenmaal zult bezitten, en je zult je gunsten
zoo gelijkmatig moeten verdeelen als maar
mogelijk is. Wel, je hebt geloof ik nog niet
eens Braeside gezien, in Schotland, is 't wel?"
Irene schudde haar hoofd.
„Of de villa in Windermere, of het Palazzo
Vitello in Rome, of het huis in Florence?"
„Ik ken alleen Hurstpoint en Carlton House
Terrace," zei Irene. „Ik houd van het oude
kasteel Hurstpoint, het is zoo eerbiedwaardig
en by eiken stap, dien je er zet, word je herin
nerd aan de een of andere heldendaad van de
Mersia's. Maar ik geloof, dat ik van dit goed
Fairlawn, zelfs nog meer zal gaan houden dan
van Hurstpoint."
„Z^l ik nu een bootje voor je laten klaar
maken, zoodat je je wat kunt laten rond-
roeien, lieve kind?." vroeg de hertogin.
Irene ging een tochtje op de rivier maken,
maar ze kwam vermoeid en in zichzelf ge
keerd terug, en de hertogin, die vóór alles
vreesde, haar vermoeid en in zichzelf gekeerd
te zien, schreef onmiddellijk aan Lord Terence.
Twee dagen gingen voorby eer hy antwoordde
en toen kwam hy in persoon.
De afgeloopten vier jaren hadden den jon
gen Lord Terence veel veranderd. Van zyn
studiën was niet al te veel terecht gekomen,
maar hy was een hartstochtelyk beoefenaar
van alle denkbare takken van sport en een
bijzonder koen vlieger. Hy «as verbazend
gegroeid en zoo recht en slank als een jonge
den. Alle St. Ormonde's stonden bekend om
hun opvallend knap uiterlijk en Terence
hield in dat opzicht de familie-traditie glans
rijk op.
Dat hij nogal verkwistend en lichtzinnig
was, was evenmin een verrassend verschijn
sel, want de St. Ormonde's wareh dat altyd
geweest; en dat hy flink kon drinken en
hoog en roekeloos speelde, was slechts te
verwachten, want heel zyn familie, met uit
zondering van den tegenwoordigen hertog,
had altyd zwaar gedronken en zwaar ge
speeld.
Als erfgenaam van een der klinkendste
titels in het land, was Terence byzonder
populair en gezocht. Het briefje van zyn
tante, waarin ze hem vroeg, eens naar Fair
lawn te komen, bereikte hem na een büzon-
der vroolijken nacht: in gezelschap van een
aantal sportvrienden had hij een souper ge-
gegeven voor een bekende balletdanseres, Hij
voelde dat na zoo'n inspannende fuif die tot
vyf uur 's morgens geduurd had, een paar
rustige dagen op het land hem goed zouden
doen, en daarom aarzelde hy niet, aan het ver
zoek gevolg te geven.
Hij nam den middagtrein, en aan het kleine,
landelijke stationnetje by de rivier wachtte
Irene hem in haar grys two-seatertje met de
oud-rose kussens. Zyn hart leek op te sprin
gen, toen hy haar frissche, ongerepte schoon
heid in zich opnam.
„Ik ben bly, dat je gekomen bent, Terence,"
zei ze met haar heldere stem, een onschul
dige vreugde om het weerzien in haar stralende
oogen. ,,'t Is zoo aardig van je, nu je 't nog
wel zoo druk hebt met toebereidselen voor Je
recordvlucht."
„Nu, 't spreekt toch vanzelf, ,dat ik naar je
toevloog, zoodra ik wist, dat je me graag hier
had!"
,,'t Was de hertogin, die je uitnoodigde,
Terence," zei ze.
Hy klemde en beet op zijn lip, maar her
stelde zich byna onmiddellyk.
„Ja, dat weet ik. Dat is eten verduiveld
aardig wagentje, dat je daar hebt. Was 't
niet te vermoeiend voor je/ zelf te rijden?
Je bent toch immers nog zoo'n beetje pa
tiënt?"
„Ik voel er niets meer van," lachte Irene.
„Maar jy moogt op den terugweg het stuur
wel van me overnemen. Wat zal de hertogin
bly zyn, je te zienl"
.(Wordt vervolgd).