Rond den kerktoren
k
w~r
tr
0
Droevig ongeluk
te Ommen
OORLOG
ABESSINIE
HEFFING OP VARKENS-
VLEESCH
Romeinsche adelaar en het zwarte schaap
ZONDAG 6 OCTOBER 1935
LEEKEPREEKEN
RADIOPRIJSVRAAG N.C.C.
wÊm®.m
H—
Malaise in het café
bedrijf
De op fooien aangewezen
kellners kunnen niet
helpen
WAAROM VERSTEEGH
HEENGING
Hartige woorden van Het
Vliegveld"
VERZEKERING VAN DE
„ROTTERDAM"
Ter waarde van anderhalf millioen
NED. FORDFABRIEK
Interim-dividend van 3 pCt.
Jeugdige roovers gevlucht
Nederlands positie te
Genève
Ministerraad vergadert over de te
volgen gedragslijn
Burgerlijke stand
Voorschriften inzake vervanging
van verloren of verminkte
registers
GEEN FAILLISSEMENT VAN
DE R. T.M.
Ter vermijding van prijsschomme-
lingen weer verhoogd
Opschorting gevraagd
Maandag worden te Rotter
dam geen varkens geslacht
Jeugdige wielrijder en iemand die
hem wilde redden in het
kanaal verdronken
H. DEN HERTOG OVERLEDEN
Directeur Haagsche Koninklijke
Schouwburg
ROYEMENT ALS AVRO-LID
Zaak komt 8 October voor het Hof
te Amsterdam
VALSCH DU1TSCH GELD
IN OMLOOP
Er is in het vrouwenvraagstuk een pro
bleem, dat heel bijzonder van dezen tijd
is; dat vooral in het buitenland drin
gend om een oplossing vraagt, maar ook voor
°ns land van groot belang is. Wü bedoelen de
tegenstelling: groote stad platte land.
In een land als Frankrijk bijv. is het vinden
Van een uitkomst in deze moeilijkheid zonder
teeer een levensvraag voor de natie. Houdt het
opslorpen der plattelandsbevolking door de
groote steden aan; komt er geen einde aan de
ontvolking van het land, dan bloedt het volk
langzamerhand dood. Oogenschijnlijk is dit ge
vaar bij ons afwezig. Wanneer men in de dag
bladen leest van de overproductie aan land- en
tuinbouwproducten zou men zelfs geneigd zijn te
ZeSgen: er leven teveel menschen op het platte
'and: er moet voor afvloeiing der boerenbevol
king gezorgd worden. Zonder meer is dit echter
averechtsche redeneering.
Het valt niet te ontkennen, dat de snelle aan
was onzer bevolking geen gelijken tred houdt
toet de vermeerdering der werkgelegenheid. De
oorzaak hiervan moet echter niet hierin ge
zocht worden, dat de steden niet meer als de
natuurlijke afnemers van het overschot der
landelijke bevolking optreden, maar aan den al
gemeen slechten economischen toestand. De
Werkloosheid is een universeele kwaal, die de
industriecentra en de handelsplaatsen eerder
nieer dan minder treft dan het platteland. Wil
toen dus over afvloeiing der bevolking spre
ken, dan kan men alleen denken aan emigratie
naar andere landen en werelddeelen, niet aan
verplaatsing binnen de grenzen. Emigratie nu
k altjjd een riskante onderneming geweest; in
°nzen tijd is ze vrijwel onmogelijk. Wij kun
nen de abnormale tijdsomstandigheden in ons
betoog buiten beschouwing laten.
Op den duur zullen öf wel meer normale toe
standen intreden, óf wel, ook ons land zal den
Weg der z. g. autarkie worden opgedrongen en
tooeten trachten heel het volk met eigen bo
demproducten te voeden.
Het vraagstuk is dus nog altijd actueel in
den ouden vorm: de trek naar de groote ste
den, de afkeer van het land is betreurenswaar
dig en moet worden tegengegaan.
Hog steeds doet het óetoog opgang, dat de
trek van het platteland naar de steden in de
laatste helft der vorige eeuw is begonnen en
tot op onzen tijd wordt voortgezet door de boe
renzoons en landarbeiders, die het zware werk
°P den akker, de lage loonen in hun dorp, de
Verveling der eentonigheid van het buitenleven
den rug toekeeren, en zich door de genoegens
en lichtreclames van de steden laten verlokken
hun geboortegrond vaarwel te zeggen. Aan de
groote rol, welke de vrouw in dit proces speelt,
Wordt meestal niet gedacht. Toch is het waar
dat in klimmende mate juist de jonge vrouw
en het meisje van het land den sterkeren we
derhelft naar de steden getrokken hebben
^°or de vrouwelijke jeugd toch heeft de stad
meer bekoring dan voor den man. Win
kelstraten met de uitstalling van alle mode-
snufjes, danszalen en bioscopen, de gemakken
Vah het moderne huishouden, in één woora
het vlotte leven der groote steden werkt fas-
cineerer.d op de verbeelding van iedere jonge
vrouw.
Bovendien heeft de jongeman veel meer ge
legenheid om zich op Zondagen en vrije uren
te verplaatsen; het ouderlijk gezag houdt de
dochters gemakkelijker vast dan de zoons. Zoo
is het aandeel van de vrouwelijke plattelands
bevolking in de verschuiving van het land naar
de stad zeer beduidend geweest.
Hat er aan die verplaatsing, groote nadeelen
verbonden zijn, behoeft geen betoog, üit den
trcure zijn ze in de afgeloopen jaren in boek,
geschrift en redevoering herhaald. Een zekere
kentering in de mentaliteit valt zelfs niet te
ontkennen.
He stad met de huurkazernes, met haar ge
brek aan lucht en licht en ruimte heeft haar
teleurstellingen gebracht. Zelfs de geboren ste
delingen zoeken naar een uitweg uit de stee
ten woestijn. Aan de randen der groote ste
den zien wij tuinwijken en villadorpen verrij
zen. De lof van het buitenleven wordt weer ge-
Zongen.
Bij deze kentering moet de vrouw gereed
staan om de liefde voor het land aan te wak
keren. Haar invloed is hier van beslissende be-
teekenis. Immers, bij ieder goed huwelijk wordt
Pret de'keuze van een woning aan de stem van
de vrouw groote waarde gehecht. De man heeft
Zijn bezigheden buitenshuis, maar voor de
Vrouw is de woning het heele leven. De tijd
geest heeft hier veel kwaad gedaan. Tal van
vrouwen hadden zonder eenig bezwaar het bui
tenleven kunnen kiezen, maar gaven de voor
keur aan een benauwde stadswoning, alleen
°ni de zoogenaamde stadsgenoegens te kunnen
ëenieten. Voor een deel is de ongezonde op
stapeling van tienduizenden gezinnen in de
dijken met hooge etagewoningen onzer groote
Steden daaraan te wijten.
Heze groote steden zullen er natuurlijk altijd
blijven en het is ook mogelijk daar gelukkig en
tevreden, zelfs in een eenvoudige woning te
teven. Vooral degenen, die van geslacht op ge
slacht aan het stadsleven gewend zijn, ver
staan deze kunst. Maar er moet in de maat
schappij naar een gezond evenwicht worden
gestreefd. Geforceerde drang van het land naar
be stad is voor beide verderfelijk. De vrouw,
hie het gezonde buitenleven bevordert, doet eeti
Weldaad aan de samenleving en aan haar gezin.
Hit kan in menig geval opofferingen kosten.
Hij het sluiten van een huwelijk komt dikwijls
he vraag op: in eenvoud te blijven leven in
he landelijke geboorteplaats of een avontuur
te de stad tegemoet te gaan. Omgekeerd lokt
Voor stadsmeisjes dikwijls een huwelijkskans,
Wanneer zij het rumoer van de grootstad voor
he stilte van een dorp zouden willen verruilen.
^ij kennen zelfs gevallen dat de man, na een
hrukke dagtaak in de city, zijn avonden en
Zondagen rustig verlangt door te brengen in
een forensengemeente, maar 'dat dfe vrouw
Weigert de grootstad te verlaten, omdat daar-
hoor haar dans- en bridgepartijen verloren
Zouden gaan; meeningsverschillen, die nood
wendig op een breuk uitloopen.
He vrouw, die haar levensplicht begrijpt, laat
te zulke vragen de beslissing niet vallen ten
voordeele van haar eigen grillen en genoegens,
maar laat uitsluitend het belang van het ge
zin wegen. Geboren en opgevoed temidden van
het stadsrumoer en door de levensomstandig
heden geheel op de groote stad aangewezen, is
het heel goed mogelijk daar zijn tijdelijk cn
eeuwig geluk te bereiken. Ontelbaren hebben
dit bewezen. Maar, bestemd of geroepen voor
het buitenleven, loopt men groot gevaar naar
lichaam en ziel, wanneer men zich door val-
schen schijn naar de steden laat lokken.
En waarom zou de vrouw met zooveel harts
tocht naar de groote stad verlangen? Wan
neer zij wuft en koopziek van aard is, gaat
zij daar haar ondergang tegemoet. Is zij hui
selijk en zuinig, dan behoeft het landelijke le
ven haar niet af te schrikken. Integendeel!
Vooral in onzen tijd ligt er op het land een
mooie roeping voor de vrouw. Het is n.m. niet
te ontkennen, dat het buitenleven zijn bijzonde
re moeilijkheden heeft: de arbeid is zwaar,
het leven eentonig, zonder comfort; de stad
heeft allerlei levensgemakken en bekoorlijkhe
den, welke men buiten moet missen. Hand en
hart der verstandige, toegewijde vrouw kun
nen juist hier zooveel hulp bieden. De hard
heid van het buitenleven kan door een ge
zellige en aantrekkelijke woning veel verzacht
worden. En wie beter dan de vrouw kan door
zindelijkheid en honderden weinig kostbare
kleinigheden ook een eenvoudig interieur tot
een behaaglijk onderdak maken?
En dan de befaamde eentonigheid, welke de
jeugd naar de groote steden heet te drijven!
Wij raken hier een vraagstuk aan, dat niet en
kel voor de dorpen geldt. Ontspanning en ver
maak zijn in onzen tijd zeer belangrijke facto
ren, waarmee iedere volksleider rekening diem
te houden. Een der voornaamste redenen waar
om, naar onze wijze van zien, er zulk een ga
pende wanverhouding is tusschen het gods
dienstig leven van den christen en de wijze,
waarop diezelfde christen zich buiten de kerk
en buitenshuis vaak vermaakt, is de veel te
losse band tusschen parochie en geloovigen. In
den ouden tijd hoorde het tooneel en zelfs de
kermis bij de kerk. Het kerkplein was de plaats
voor openbare ontspanning. Wij weten wel, dat
er ook toen dikwijls uitspattingen plaats had
den en afkeurenswaardige dingen gebeurden.
Maar er is een groot verschil tusschen een in
zichzelf goeden toestand, waaraan menschelijke
fouten kleven en een geheel verkeerd systeem
En verkeerd moet het genoemd worden, dat cie
christen in een totaal heidensche wereld, tas
tend en zoekend, dikwyis op goed geluk af,
zijn ontspanning moet vinden.
Er wordt door vele parochiegeestelijken en
goedwillende leeken in onzen tijd getracht, om
de geloofsgenooten, vooral de jeugd, in organi
saties bijeen te houden en in eigen vereeni-
gingsgebouwen samen te brengen. De practijk
schiet hier echter nog in heel veel opzichten te
kort. En het is al weer de vrouw, die op dit
gebied ontzaglijk veel kan doen. De ontwik
kelde vrouw kan haar kennis in dienst stel
len van de parochiale bibliotheek, van de
bioscoopzaal, om te zorgen voor documentaire
en goede ontspanningsfilms en van ontwikke
lingscursussen. Allen kunnen helpen om oude
tradities te doen herleven. Daar is een ver
klaarbare trek in onzen tijd naar het verle
den; de menschheid is zat van de moderne
confectie en sensatie. Men gaat terug naar het
oude. Waarom en daarvoor is de vrouw bij
zonder geschikt niet gezocht naar oude ge
bruiken, oude gewoonten, oude feestvieringen,
die dikwijls met den godsdienst, met de hei
lige geheimen of de levens der heiligen verband
houden; tradities, die door de kerk geadeld
zijn. Wanneer zü weer opleven en vat krijgen
op de massa, is dit een uitermate waardeerbare
versterking van den band tusschen geloovigen
en parochiekerk.
Wie is hier meer de aangewezene dan de
vrouw? Zij heeft vindingrijkheid en verbeel
ding, vuur en volharding!
Een Fransche geestelijke verhaalt, hoe in
zijn provincie de oude linten van de boerio-
nenmutsen te slapen lagen onder in de laden
der oude kasten. De meisjes van tegenwoordig
bekommerden zich er niet om. Totdat op een
zekeren dag hoe en wanneer kan niemand
zeggen de gebrocheerde zijden strooken be
gonnen te zuchten. Men haalde ze te voorschijn.
Niet om de kortgeknipte hoofden tot grootmoe
ders van Auvergne om te tooveren. Neen,
iedere parochie verzamelde haar eigen linten
en strikken. Deze linten van moiré of satijn of
geborduurd met rozen, werden gesorteerd en op
kleur gelegd en van het geheel werden vaan
dels gemaakt: het vaandel van de parochie;
elk een eigen vaandel. En zoo trok men op naar
Lourdes, waar ieder jaar de wind van de sneeuw
bergen, gebalsemd met den bloesem van den ege
lantier, blaast in de vaandels, waarin van iede
re parochie de herrezen ziel leeft.
In plaats van de banale blauwe of roode
pluche vaandels met gouden opschriften, is
thans weer het verleden herleefd en wijzen
de linten, die eens om de hoofden van de
grootmoeders wapperden, aan de jeugd van te
genwoordig den weg naar de Onbevlekt Ont-
vangene en naar de Hostie in de Sacraments
processie.
Ziedaar het werk van de vrouw: het rijke ge
moed, de levendige verbeelding, de vinding
rijkheid, het initiatief van de katholieke vrouw
hebben wij noodig om ons leven, vol van ba
naliteiten en confectie, weer een eigen stem
pel te geven en het te adelen met christelijken
geest.
LIBRA.
Reeds een 45.000 oplossingen kwamen bij het
Nationaal Crisiscomité binnen op de radioprijs-
vraag van 1 October „Wie zijn hoed is dit?"
Hoewel dit reeds een zeer fraai resultaat is,
zou het Comité dit aantal nog gaama zoo mo
gelijk verdubbeld willen zien. Tot en met 16
October kunt u hiertoe medewerken en be
houdt gij een kans om een der meer dan 1200
fraaie prijzen, waaronder een auto, te winnen.
Aangezien voorts gebleken is, dat voor het
oplossen sommige punten niet duidelijk genoeg
zijn begrepen, wordt er nog op gewezen, dat de
inzending der oplossing op elk soort briefkaart
kan plaats vinden, dat slechts de hoedanig
heden der hoedeneigenaars moeten worden ge
noemd en dat de beginletters van onderen naar
boven de inzamelingsleuze van het N. C. C.
vormen.
Het Comité doet een beroep op allen, om het
inzenden van briefkaarten niet uit te stellen.
Doet het nu! Ieder kwartje is welkom!
Zoo gij twijfelt of uwe oplossing de juiste is
zendt dan toch uw briefkaart in. Gij steunt
daarmede ons werk.
Het Hoofdbestuur van den Nederlandschen
R. K. Bond van Hotel-, Café- en Restaurant
geëmployeerden „St. Antonius" heeft, naar
aanleiding van de openingsrede van den voor
zitter van Horecaf te Utrecht, waarbij het op
fooien aangewezen personeel uitgenoodigd werd
een steentje bij te dragen, een adres aan Hore
caf gezonden, waarin het bestuur er op wijst,
dat dit een aderlating zou beteekenen voor de
op fooien aangewezen kellners.
Het bestuur spreekt als zijn meening uit,
dat het onmogelijk is op deze wijze iets bij te
dragen.
Het inkomen van het op fooien aangewezen
personeel is door een slechte prijspolitiek en
door het mindere bezoek reeds gedaald bene
den het „ethisch minimum".
Een verwijzing naar de cafetaria's gaat niet
op, omdat daar het fooienstelsel is afgeschaft.
Voorts dringt het bestuur aan orn onverwijld
een vergadering bijeen te roepen van werk
nemers en werkgevers, teneinde te komen tot
ordening van het bedrijf, regeling der sociale
vraagstukken en afschaffing van het fooien
stelsel.
„Het Vliegveld" schrijft:
In alle toonaarden hebben de dagbladen den
lof van kapitein Versteegh bezongen, die 1 Oc
tober den militairen dienst heeft verlaten, om
verder in de Verre Gewesten als technnisch
leider van de K. N. I. L. M. een nieuwe le
venstaak te vinden. Alle bladen zijn het er
over eens, dat met Wim Versteegh een groote
kracht heen gaat. En daarin hebben de bla
den ook allemaal gelijk. Maar niet één krant
is nog op het idee gekomen eens de vraag te
stellen, hoe het eigenlijk mogelijk is, dat een
man als Versteegh, die militair is in hart en
nieren, een man die onze vaderlandsche mili
taire luchtvaart heeft gevormd en opgebouwd
van den dag der schepping van de L. A. tot
aan den dag van heden een man die de
halve Nederlandsche vliegergeneratie door zijn
handen heeft laten gaan en gekneed tot vlieg
kerels van de beste soort, hoe het mogelijk is,
dat zóó'n man na een kleine kwarteeuw dienst
met den rang van kapitein van het militaire
tooneel moest verdwijnen. Verdwijnen voor
goed.
We zullen hier het antwoord geven.
Dat alles is mogelijk, omdat onze militaire
luchtvaart haar menschen geen toekomst biedt
Hier niet en in Indië niet. Onze militaire
luchtvaart is geen wapen. Hare dienaren wor
den gerecruteerd uit de verschillende wapens
en kunnen dan wel vliegen, maar geen pro
motie maken. Om promotie te maken moet
men terug naar zijn wapen. En zóó is het
mogelijk, dat de man die zoo ontzaglijk veel
voor de militaire luchtvaart heeft gedaan, de
man die mede om de geweldige diensten den
lande bewezen, allang bijv. luitenant-kolone
had moeten zijn, zich na een kwart-eeuw ver
plicht zag zijn huis op te breken en de vlieg
hei vaarwel te zeggen om zich aan de andere
zijde van den equator „een toekomst te gaan
scheppen."
Is het eigenlijk niet in en in droef, dat op
deze wijze mannen die het militaire lucht
vaartbedrijf groot hebben gemaakt, mannen
aie om hun kostbare, vooral in de luchtvaart
zoo ontzaglijk waardevolle ervaringen voor
's lands verdediging hun gewicht in goud
waard zijn, dat zulke figuren ten einde raad
verplicht zijn den dienst te verlaten? Welke re
denen o.m., deden een kracht als kapitein Pat-
tist van de Indische L. A. de militaire jas ver
wisselen tegen de K. L. M.-uniform en waar
om trok een kapitein Küpfer de burgerjas aan?
Waarom moesten waardevolle krachten als
een kapitein Kengen en een kapitein Koster
weer terug naar hun wapen, terug naar de in
fanterie? Waarom dat alles? Ze moesten gaan
en 't was alles verloren waardevolle vlieger
ervaring, nutteloos opgedane militaire lucht-
vaartwijsheid, verloren kennis voor de jonge
ren die na deze groote mannen kwamen.
Zeker, allen doen hun plicht. Maar bet
machtige heilige vuur, dat van een gezond ge
organiseerd militair luchtvaartbedrijf, een
wonderinstituut, een wapen van ontembare
macht en kracht kan maken, dat vuur krijgt
van hoogerhand geen voedsel, geen lucht, doch
is gedoemd een smeulvuur te blijven.
In alle landen wordt al het mogelijke ge
daan, om van het luchtwapen het beste te
maken wat er van te maken valt. Behalve bil
ons! Overal is de militaire luchtvaart gede
centraliseerd. Behalve bij ons. Ziet het kleine
België, dat zijn militaire luchtvaart verdeeld
heeft, uitgespreid over vele punten, waardoor
ze, in verhouding tot haar grootte, een prach
tig rendement .kan leveren. Bij ons is goed-
koopheidshalve alles samengebracht op één
hei, binnen één kring. Bij ons geen prikkel
tot gezonden onderlingen naijver, tot zegenrijke
krachtmeting, tot heilvolle energie-ontplooiing.
's Lands regeering maakte van onze militaire
luchtvaart een tredmolenbestaan. Zonder
perspectieven. Zonder toekomst.
Zie aan kapitein Versteegh. Die alleen daar
om heenging!
Volgens het „Amsterdamsche Effectenblad" is
het s.s. „Rotterdam" van de Holland-Amerika
Lijn betrekkelyk laag verzekerd en wel voor een
bedrag van f 1.500.000 hetgeen echter nog iets
hooger is dan de boekwaarde, waarop bij de
jongste reorganisatie ingrijpende afschrijvingen
zijn verricht.
De vergadering van commissarissen van de
N. V. Nederlandsche Ford Automobielfabriek
heeft besloten een interim dividend uit te kee-
ren van 3 pCt. op rekening van het jaardivi
dend.
Twee Iedien van de jeugdige rooversbende, die
te Geleen ontdekt is, zijn thans verdwenen. Ver
moedelijk zijn zfj naar België gevlucht.
In verband met het lidmaatschap van
Nederland van den Volkenbond bestaat
de mogelijkheid, dat ons land geroepen
zal worden mede te werken bij de toe
passing van economische en financieele
sancties, welke een gevolg zijn van het
conflict in Oost-Afrika.
De Nederlandsche regeering heeft
aanleiding gevonden dit vraagstuk
nader onder de oogen te zien en is
daartoe Zaterdagmiddag in een bijzon-
deren Ministerraad bijeengekomen.
Ingediend is een wetsontwerp, houdende
voorschriften inzake vervanging van verloren
of verminkte registers van den burgerlijken
stand.
De minister van Justitie schrijft in de toe
lichting:
Het is gebleken, dat enkele registers van den
burgerlijken stand, ter griffie van de arr.-
rechtbank te Leeuwarden berustende, door
vocht zoodanig zijn aangetast, dat vernieuwing
wenschelijk is. Deze vernieuwing kan geschie
den door de registers te vervangen door af
schriften, te maken van de in de archieven
van gemeenten berustende dubbelen. Natuur
lijk worden daarnaast maatregelen getroffen
om verder bederf te voorkomen.
De bij dit ontwerp van wet voorgestelde rege
ling zal deze vervanging mogelijk maken.
Het ontwerp heeft echter wijdere strekking
doordien het algemeen voorziet in de moge
lijkheid van vervanging van verloren of ver
minkte registers, zoodat, mocht zich nogmaals
een geval voordoen van overeenkomstigen
aard, het wetgevende apparaat niet in werking
behoeft te worden gesteld. Is een meer gecom
pliceerde regeling noodig, dan zal deze echter
ook in de toekomst bij de wet moeten worden
vastgesteld.
Voor de tweede maal zijn de obligatiehouders
van de N.V. Rotterdamsche Tramweg Maat
schappij bijeengekomen om te beraadslagen over
de voorstellen van de directie der R.T.M., welke
in het kort beoogen opschorting van de rente
betaling en bedoeld zijn om de aanvrage van
het faillissement, namens een der obligatiehou
ders gedaan, door de rechtbank niet in behan
deling te late» nemen.
Na eenige discussie zijn de voorstellen met
281 tegen 7 stemmen aangenomen.
In verband met de dalende tendenz, welke
ten aanzien van de varkensprijzen viel
waar te nemen, is de heffing, welke bij slach
ting voor varkens betaald moet worden, reeos
geruimen tijd geleden van 9 tot 6 cent per Kg.
geslacht gewicht verlaagd.
Thans kan met voldoening geconstateerd wor
den, dat het aanbod van varkens de vraag niet
meer overtreft. Dientengevolge heeft in de
laatste paar maanden een niet onbelangrijke
stijging der varkensprijzen plaats gehad.
Het gevaar bestaat bij deze steeds stijgende
tendenz, dat de varkenshouders, hopende op
een doorgaan van deze stijging, het aanbod
zullen verminderen, waardoor natuurlijk deze
sterke stijging door een evenredige daling moet
worden gevolgd.
Een der middelen, om deze groote prijss.chom-
melingen te voorkomen, ligt in de heffing.
Evenals indertijd de heffing werd verlaagd,
moet nu dit middel omgekeerd worden aan
gewend.
Een regelmatige afzet en productie met ver
mijding van sterke prijsfuctuaties is in het
belang van allen, die bij de productie en afzet
van varkens en varkensvleesch betrokken zijn,
terwijl het consumentenbelang ook allerminst
is gediend met sterke prijsschommelingen. Mc-t
het oog hierop zal met ingang van as. Maan
dag, 7 October, de heffing op varkensvleesch
wederom van 6 op 9 cent per Kg. geslacht ge
wicht gebracht worden.
Mocht blijken, dat dit middel onvoldoende
uitwerking heeft, dan zullen andere middelen,
om dit doel te bereiken, worden overwogen.
De heer Turksma, voorzitter van den Neder
landschen Bond van Varkenshandelaren heeft
Zaterdag aan den Minister van Landbouw en
Visscherij een telegram verzonden waarin hij
wijst op de zeer nadeeiige gevolgen van de ver
hooging der crisisheffing voor den varkenshan
del en de zware financieele verliezen. Een der
gelijke maatregel beteekent verdere ontwrich
ting van het grossiers- en slagersbedrijf, houdt
in een extra-belasting voor den consument en
heeft ten gevolge prijsdaling van de varkens tot
schade van de varkenshouders. De Bond ver
zoekt opschorting van het besluit.
De samenwerkende vereeniging in den
vleeschhandel te Rotterdam hebben besloten,
Maandag geen varkens te slachten als protest
maatregel tegen het besluit der Veehouderij-
Centrale, waarbij de crisisheffing op geslachte
varkens met 50 pet. werd verhoogd.
Maandagmiddag zullen de samenwerkende
vereenigingen in vergadering bijeenkomen om
te overwegen, of voortzetting der actie ge-
wenscht is.
Zaterdagmiddag is in de gemeente Ommen
een droevig ongeluk gebeurd, waarbij twee men
schen om het leven zijn gekomen.
Het zoontje van den heer K. uit Lemelerveld
fietste langs het Kanaal ZwolleAlmelo en
raakte op een gegeven oogenblik de macht over
het stuur kwijt, waardoor hij te water reed.
De timmermansknecht Blekkenhorst, die het
ventje zag drijven, haastte zich met een derde
in een bootje naar de plaats van het ongeluk,
doch toen hij den drenkeling wilde grijpen sloeg
het bootje om, zoodat de beide inzittenden even
eens te water raakten.
Er waren op dat oogenblik geen andere men
schen in de nabijheid, zoodat geen hulp van
den kant kon worden geboden. De tweede in
zittende van het bootje wist zich nog te redden,
hoewel hij niet kon zwemmen, doch Blekken
horst en de jeugdige wielrijder verdronken.
Te 's-Gravenhage is plotseling overleden de
heer H. den Hertog, directeur van den Kon.
Schouwburg aldaar. Hij voerde reeds 12 jaar
voor de gemeente het beheer en is 47 jaar ge
worden.
Dinsdag 8 October a.s. zullen voor het Hof te
Amsterdam in hooger beroep de pleidooien ge
houden worden in het proces dat door mr. van
Doorne wordt gevoerd tegen het AVRO-bestuur
naar aanleidng van zijn royement als lid van
de AVRO op 30 December 1930.
De rechtbank heeft eischer niet ontvanke
lijk verklaard op formeele gronden, waardoor
over de gegrondheid der beschuldigingen en
ae gerechtvaardigheid van het royement geen
uitspraak is gedaan.
De geheele zaak wordt thans opnieuw voor
het Hof behandeld, waarbij gepleit zal worden
voor eischer door mr. R. van Woelderen te
Utrecht en door mr. van Doorne zelf, en voor
de AVRO door mr. J. Adriaanse te Middel
burg, lid van het Algemeen Bestu.ir van de
AVRO en door mr. G. J. Salm te Amsterdam.
In verband met diverse valsche vijf-mark
stukken, welke tijdens de kermisdagen te Venlo
in omloop zijn gebracht, is de politie Vrijdag
kunnen overgaan tot arrestatie van den Ven-
Ionaar P. B. Gebleken is, dat hier een uitge
breid complot van valsche munters aan het
werk is geweest, welk complot ergens in Duitsch-
land zijn zetel heeft.
In samenwerking met de Duitsche politie kon
in Duitschland nog een Duitscher worden ge
arresteerd.