Rond den kerktoren k w~r tr 0 Droevig ongeluk te Ommen OORLOG ABESSINIE HEFFING OP VARKENS- VLEESCH Romeinsche adelaar en het zwarte schaap ZONDAG 6 OCTOBER 1935 LEEKEPREEKEN RADIOPRIJSVRAAG N.C.C. wÊm®.m H— Malaise in het café bedrijf De op fooien aangewezen kellners kunnen niet helpen WAAROM VERSTEEGH HEENGING Hartige woorden van Het Vliegveld" VERZEKERING VAN DE „ROTTERDAM" Ter waarde van anderhalf millioen NED. FORDFABRIEK Interim-dividend van 3 pCt. Jeugdige roovers gevlucht Nederlands positie te Genève Ministerraad vergadert over de te volgen gedragslijn Burgerlijke stand Voorschriften inzake vervanging van verloren of verminkte registers GEEN FAILLISSEMENT VAN DE R. T.M. Ter vermijding van prijsschomme- lingen weer verhoogd Opschorting gevraagd Maandag worden te Rotter dam geen varkens geslacht Jeugdige wielrijder en iemand die hem wilde redden in het kanaal verdronken H. DEN HERTOG OVERLEDEN Directeur Haagsche Koninklijke Schouwburg ROYEMENT ALS AVRO-LID Zaak komt 8 October voor het Hof te Amsterdam VALSCH DU1TSCH GELD IN OMLOOP Er is in het vrouwenvraagstuk een pro bleem, dat heel bijzonder van dezen tijd is; dat vooral in het buitenland drin gend om een oplossing vraagt, maar ook voor °ns land van groot belang is. Wü bedoelen de tegenstelling: groote stad platte land. In een land als Frankrijk bijv. is het vinden Van een uitkomst in deze moeilijkheid zonder teeer een levensvraag voor de natie. Houdt het opslorpen der plattelandsbevolking door de groote steden aan; komt er geen einde aan de ontvolking van het land, dan bloedt het volk langzamerhand dood. Oogenschijnlijk is dit ge vaar bij ons afwezig. Wanneer men in de dag bladen leest van de overproductie aan land- en tuinbouwproducten zou men zelfs geneigd zijn te ZeSgen: er leven teveel menschen op het platte 'and: er moet voor afvloeiing der boerenbevol king gezorgd worden. Zonder meer is dit echter averechtsche redeneering. Het valt niet te ontkennen, dat de snelle aan was onzer bevolking geen gelijken tred houdt toet de vermeerdering der werkgelegenheid. De oorzaak hiervan moet echter niet hierin ge zocht worden, dat de steden niet meer als de natuurlijke afnemers van het overschot der landelijke bevolking optreden, maar aan den al gemeen slechten economischen toestand. De Werkloosheid is een universeele kwaal, die de industriecentra en de handelsplaatsen eerder nieer dan minder treft dan het platteland. Wil toen dus over afvloeiing der bevolking spre ken, dan kan men alleen denken aan emigratie naar andere landen en werelddeelen, niet aan verplaatsing binnen de grenzen. Emigratie nu k altjjd een riskante onderneming geweest; in °nzen tijd is ze vrijwel onmogelijk. Wij kun nen de abnormale tijdsomstandigheden in ons betoog buiten beschouwing laten. Op den duur zullen öf wel meer normale toe standen intreden, óf wel, ook ons land zal den Weg der z. g. autarkie worden opgedrongen en tooeten trachten heel het volk met eigen bo demproducten te voeden. Het vraagstuk is dus nog altijd actueel in den ouden vorm: de trek naar de groote ste den, de afkeer van het land is betreurenswaar dig en moet worden tegengegaan. Hog steeds doet het óetoog opgang, dat de trek van het platteland naar de steden in de laatste helft der vorige eeuw is begonnen en tot op onzen tijd wordt voortgezet door de boe renzoons en landarbeiders, die het zware werk °P den akker, de lage loonen in hun dorp, de Verveling der eentonigheid van het buitenleven den rug toekeeren, en zich door de genoegens en lichtreclames van de steden laten verlokken hun geboortegrond vaarwel te zeggen. Aan de groote rol, welke de vrouw in dit proces speelt, Wordt meestal niet gedacht. Toch is het waar dat in klimmende mate juist de jonge vrouw en het meisje van het land den sterkeren we derhelft naar de steden getrokken hebben ^°or de vrouwelijke jeugd toch heeft de stad meer bekoring dan voor den man. Win kelstraten met de uitstalling van alle mode- snufjes, danszalen en bioscopen, de gemakken Vah het moderne huishouden, in één woora het vlotte leven der groote steden werkt fas- cineerer.d op de verbeelding van iedere jonge vrouw. Bovendien heeft de jongeman veel meer ge legenheid om zich op Zondagen en vrije uren te verplaatsen; het ouderlijk gezag houdt de dochters gemakkelijker vast dan de zoons. Zoo is het aandeel van de vrouwelijke plattelands bevolking in de verschuiving van het land naar de stad zeer beduidend geweest. Hat er aan die verplaatsing, groote nadeelen verbonden zijn, behoeft geen betoog, üit den trcure zijn ze in de afgeloopen jaren in boek, geschrift en redevoering herhaald. Een zekere kentering in de mentaliteit valt zelfs niet te ontkennen. He stad met de huurkazernes, met haar ge brek aan lucht en licht en ruimte heeft haar teleurstellingen gebracht. Zelfs de geboren ste delingen zoeken naar een uitweg uit de stee ten woestijn. Aan de randen der groote ste den zien wij tuinwijken en villadorpen verrij zen. De lof van het buitenleven wordt weer ge- Zongen. Bij deze kentering moet de vrouw gereed staan om de liefde voor het land aan te wak keren. Haar invloed is hier van beslissende be- teekenis. Immers, bij ieder goed huwelijk wordt Pret de'keuze van een woning aan de stem van de vrouw groote waarde gehecht. De man heeft Zijn bezigheden buitenshuis, maar voor de Vrouw is de woning het heele leven. De tijd geest heeft hier veel kwaad gedaan. Tal van vrouwen hadden zonder eenig bezwaar het bui tenleven kunnen kiezen, maar gaven de voor keur aan een benauwde stadswoning, alleen °ni de zoogenaamde stadsgenoegens te kunnen ëenieten. Voor een deel is de ongezonde op stapeling van tienduizenden gezinnen in de dijken met hooge etagewoningen onzer groote Steden daaraan te wijten. Heze groote steden zullen er natuurlijk altijd blijven en het is ook mogelijk daar gelukkig en tevreden, zelfs in een eenvoudige woning te teven. Vooral degenen, die van geslacht op ge slacht aan het stadsleven gewend zijn, ver staan deze kunst. Maar er moet in de maat schappij naar een gezond evenwicht worden gestreefd. Geforceerde drang van het land naar be stad is voor beide verderfelijk. De vrouw, hie het gezonde buitenleven bevordert, doet eeti Weldaad aan de samenleving en aan haar gezin. Hit kan in menig geval opofferingen kosten. Hij het sluiten van een huwelijk komt dikwijls he vraag op: in eenvoud te blijven leven in he landelijke geboorteplaats of een avontuur te de stad tegemoet te gaan. Omgekeerd lokt Voor stadsmeisjes dikwijls een huwelijkskans, Wanneer zij het rumoer van de grootstad voor he stilte van een dorp zouden willen verruilen. ^ij kennen zelfs gevallen dat de man, na een hrukke dagtaak in de city, zijn avonden en Zondagen rustig verlangt door te brengen in een forensengemeente, maar 'dat dfe vrouw Weigert de grootstad te verlaten, omdat daar- hoor haar dans- en bridgepartijen verloren Zouden gaan; meeningsverschillen, die nood wendig op een breuk uitloopen. He vrouw, die haar levensplicht begrijpt, laat te zulke vragen de beslissing niet vallen ten voordeele van haar eigen grillen en genoegens, maar laat uitsluitend het belang van het ge zin wegen. Geboren en opgevoed temidden van het stadsrumoer en door de levensomstandig heden geheel op de groote stad aangewezen, is het heel goed mogelijk daar zijn tijdelijk cn eeuwig geluk te bereiken. Ontelbaren hebben dit bewezen. Maar, bestemd of geroepen voor het buitenleven, loopt men groot gevaar naar lichaam en ziel, wanneer men zich door val- schen schijn naar de steden laat lokken. En waarom zou de vrouw met zooveel harts tocht naar de groote stad verlangen? Wan neer zij wuft en koopziek van aard is, gaat zij daar haar ondergang tegemoet. Is zij hui selijk en zuinig, dan behoeft het landelijke le ven haar niet af te schrikken. Integendeel! Vooral in onzen tijd ligt er op het land een mooie roeping voor de vrouw. Het is n.m. niet te ontkennen, dat het buitenleven zijn bijzonde re moeilijkheden heeft: de arbeid is zwaar, het leven eentonig, zonder comfort; de stad heeft allerlei levensgemakken en bekoorlijkhe den, welke men buiten moet missen. Hand en hart der verstandige, toegewijde vrouw kun nen juist hier zooveel hulp bieden. De hard heid van het buitenleven kan door een ge zellige en aantrekkelijke woning veel verzacht worden. En wie beter dan de vrouw kan door zindelijkheid en honderden weinig kostbare kleinigheden ook een eenvoudig interieur tot een behaaglijk onderdak maken? En dan de befaamde eentonigheid, welke de jeugd naar de groote steden heet te drijven! Wij raken hier een vraagstuk aan, dat niet en kel voor de dorpen geldt. Ontspanning en ver maak zijn in onzen tijd zeer belangrijke facto ren, waarmee iedere volksleider rekening diem te houden. Een der voornaamste redenen waar om, naar onze wijze van zien, er zulk een ga pende wanverhouding is tusschen het gods dienstig leven van den christen en de wijze, waarop diezelfde christen zich buiten de kerk en buitenshuis vaak vermaakt, is de veel te losse band tusschen parochie en geloovigen. In den ouden tijd hoorde het tooneel en zelfs de kermis bij de kerk. Het kerkplein was de plaats voor openbare ontspanning. Wij weten wel, dat er ook toen dikwijls uitspattingen plaats had den en afkeurenswaardige dingen gebeurden. Maar er is een groot verschil tusschen een in zichzelf goeden toestand, waaraan menschelijke fouten kleven en een geheel verkeerd systeem En verkeerd moet het genoemd worden, dat cie christen in een totaal heidensche wereld, tas tend en zoekend, dikwyis op goed geluk af, zijn ontspanning moet vinden. Er wordt door vele parochiegeestelijken en goedwillende leeken in onzen tijd getracht, om de geloofsgenooten, vooral de jeugd, in organi saties bijeen te houden en in eigen vereeni- gingsgebouwen samen te brengen. De practijk schiet hier echter nog in heel veel opzichten te kort. En het is al weer de vrouw, die op dit gebied ontzaglijk veel kan doen. De ontwik kelde vrouw kan haar kennis in dienst stel len van de parochiale bibliotheek, van de bioscoopzaal, om te zorgen voor documentaire en goede ontspanningsfilms en van ontwikke lingscursussen. Allen kunnen helpen om oude tradities te doen herleven. Daar is een ver klaarbare trek in onzen tijd naar het verle den; de menschheid is zat van de moderne confectie en sensatie. Men gaat terug naar het oude. Waarom en daarvoor is de vrouw bij zonder geschikt niet gezocht naar oude ge bruiken, oude gewoonten, oude feestvieringen, die dikwijls met den godsdienst, met de hei lige geheimen of de levens der heiligen verband houden; tradities, die door de kerk geadeld zijn. Wanneer zü weer opleven en vat krijgen op de massa, is dit een uitermate waardeerbare versterking van den band tusschen geloovigen en parochiekerk. Wie is hier meer de aangewezene dan de vrouw? Zij heeft vindingrijkheid en verbeel ding, vuur en volharding! Een Fransche geestelijke verhaalt, hoe in zijn provincie de oude linten van de boerio- nenmutsen te slapen lagen onder in de laden der oude kasten. De meisjes van tegenwoordig bekommerden zich er niet om. Totdat op een zekeren dag hoe en wanneer kan niemand zeggen de gebrocheerde zijden strooken be gonnen te zuchten. Men haalde ze te voorschijn. Niet om de kortgeknipte hoofden tot grootmoe ders van Auvergne om te tooveren. Neen, iedere parochie verzamelde haar eigen linten en strikken. Deze linten van moiré of satijn of geborduurd met rozen, werden gesorteerd en op kleur gelegd en van het geheel werden vaan dels gemaakt: het vaandel van de parochie; elk een eigen vaandel. En zoo trok men op naar Lourdes, waar ieder jaar de wind van de sneeuw bergen, gebalsemd met den bloesem van den ege lantier, blaast in de vaandels, waarin van iede re parochie de herrezen ziel leeft. In plaats van de banale blauwe of roode pluche vaandels met gouden opschriften, is thans weer het verleden herleefd en wijzen de linten, die eens om de hoofden van de grootmoeders wapperden, aan de jeugd van te genwoordig den weg naar de Onbevlekt Ont- vangene en naar de Hostie in de Sacraments processie. Ziedaar het werk van de vrouw: het rijke ge moed, de levendige verbeelding, de vinding rijkheid, het initiatief van de katholieke vrouw hebben wij noodig om ons leven, vol van ba naliteiten en confectie, weer een eigen stem pel te geven en het te adelen met christelijken geest. LIBRA. Reeds een 45.000 oplossingen kwamen bij het Nationaal Crisiscomité binnen op de radioprijs- vraag van 1 October „Wie zijn hoed is dit?" Hoewel dit reeds een zeer fraai resultaat is, zou het Comité dit aantal nog gaama zoo mo gelijk verdubbeld willen zien. Tot en met 16 October kunt u hiertoe medewerken en be houdt gij een kans om een der meer dan 1200 fraaie prijzen, waaronder een auto, te winnen. Aangezien voorts gebleken is, dat voor het oplossen sommige punten niet duidelijk genoeg zijn begrepen, wordt er nog op gewezen, dat de inzending der oplossing op elk soort briefkaart kan plaats vinden, dat slechts de hoedanig heden der hoedeneigenaars moeten worden ge noemd en dat de beginletters van onderen naar boven de inzamelingsleuze van het N. C. C. vormen. Het Comité doet een beroep op allen, om het inzenden van briefkaarten niet uit te stellen. Doet het nu! Ieder kwartje is welkom! Zoo gij twijfelt of uwe oplossing de juiste is zendt dan toch uw briefkaart in. Gij steunt daarmede ons werk. Het Hoofdbestuur van den Nederlandschen R. K. Bond van Hotel-, Café- en Restaurant geëmployeerden „St. Antonius" heeft, naar aanleiding van de openingsrede van den voor zitter van Horecaf te Utrecht, waarbij het op fooien aangewezen personeel uitgenoodigd werd een steentje bij te dragen, een adres aan Hore caf gezonden, waarin het bestuur er op wijst, dat dit een aderlating zou beteekenen voor de op fooien aangewezen kellners. Het bestuur spreekt als zijn meening uit, dat het onmogelijk is op deze wijze iets bij te dragen. Het inkomen van het op fooien aangewezen personeel is door een slechte prijspolitiek en door het mindere bezoek reeds gedaald bene den het „ethisch minimum". Een verwijzing naar de cafetaria's gaat niet op, omdat daar het fooienstelsel is afgeschaft. Voorts dringt het bestuur aan orn onverwijld een vergadering bijeen te roepen van werk nemers en werkgevers, teneinde te komen tot ordening van het bedrijf, regeling der sociale vraagstukken en afschaffing van het fooien stelsel. „Het Vliegveld" schrijft: In alle toonaarden hebben de dagbladen den lof van kapitein Versteegh bezongen, die 1 Oc tober den militairen dienst heeft verlaten, om verder in de Verre Gewesten als technnisch leider van de K. N. I. L. M. een nieuwe le venstaak te vinden. Alle bladen zijn het er over eens, dat met Wim Versteegh een groote kracht heen gaat. En daarin hebben de bla den ook allemaal gelijk. Maar niet één krant is nog op het idee gekomen eens de vraag te stellen, hoe het eigenlijk mogelijk is, dat een man als Versteegh, die militair is in hart en nieren, een man die onze vaderlandsche mili taire luchtvaart heeft gevormd en opgebouwd van den dag der schepping van de L. A. tot aan den dag van heden een man die de halve Nederlandsche vliegergeneratie door zijn handen heeft laten gaan en gekneed tot vlieg kerels van de beste soort, hoe het mogelijk is, dat zóó'n man na een kleine kwarteeuw dienst met den rang van kapitein van het militaire tooneel moest verdwijnen. Verdwijnen voor goed. We zullen hier het antwoord geven. Dat alles is mogelijk, omdat onze militaire luchtvaart haar menschen geen toekomst biedt Hier niet en in Indië niet. Onze militaire luchtvaart is geen wapen. Hare dienaren wor den gerecruteerd uit de verschillende wapens en kunnen dan wel vliegen, maar geen pro motie maken. Om promotie te maken moet men terug naar zijn wapen. En zóó is het mogelijk, dat de man die zoo ontzaglijk veel voor de militaire luchtvaart heeft gedaan, de man die mede om de geweldige diensten den lande bewezen, allang bijv. luitenant-kolone had moeten zijn, zich na een kwart-eeuw ver plicht zag zijn huis op te breken en de vlieg hei vaarwel te zeggen om zich aan de andere zijde van den equator „een toekomst te gaan scheppen." Is het eigenlijk niet in en in droef, dat op deze wijze mannen die het militaire lucht vaartbedrijf groot hebben gemaakt, mannen aie om hun kostbare, vooral in de luchtvaart zoo ontzaglijk waardevolle ervaringen voor 's lands verdediging hun gewicht in goud waard zijn, dat zulke figuren ten einde raad verplicht zijn den dienst te verlaten? Welke re denen o.m., deden een kracht als kapitein Pat- tist van de Indische L. A. de militaire jas ver wisselen tegen de K. L. M.-uniform en waar om trok een kapitein Küpfer de burgerjas aan? Waarom moesten waardevolle krachten als een kapitein Kengen en een kapitein Koster weer terug naar hun wapen, terug naar de in fanterie? Waarom dat alles? Ze moesten gaan en 't was alles verloren waardevolle vlieger ervaring, nutteloos opgedane militaire lucht- vaartwijsheid, verloren kennis voor de jonge ren die na deze groote mannen kwamen. Zeker, allen doen hun plicht. Maar bet machtige heilige vuur, dat van een gezond ge organiseerd militair luchtvaartbedrijf, een wonderinstituut, een wapen van ontembare macht en kracht kan maken, dat vuur krijgt van hoogerhand geen voedsel, geen lucht, doch is gedoemd een smeulvuur te blijven. In alle landen wordt al het mogelijke ge daan, om van het luchtwapen het beste te maken wat er van te maken valt. Behalve bil ons! Overal is de militaire luchtvaart gede centraliseerd. Behalve bij ons. Ziet het kleine België, dat zijn militaire luchtvaart verdeeld heeft, uitgespreid over vele punten, waardoor ze, in verhouding tot haar grootte, een prach tig rendement .kan leveren. Bij ons is goed- koopheidshalve alles samengebracht op één hei, binnen één kring. Bij ons geen prikkel tot gezonden onderlingen naijver, tot zegenrijke krachtmeting, tot heilvolle energie-ontplooiing. 's Lands regeering maakte van onze militaire luchtvaart een tredmolenbestaan. Zonder perspectieven. Zonder toekomst. Zie aan kapitein Versteegh. Die alleen daar om heenging! Volgens het „Amsterdamsche Effectenblad" is het s.s. „Rotterdam" van de Holland-Amerika Lijn betrekkelyk laag verzekerd en wel voor een bedrag van f 1.500.000 hetgeen echter nog iets hooger is dan de boekwaarde, waarop bij de jongste reorganisatie ingrijpende afschrijvingen zijn verricht. De vergadering van commissarissen van de N. V. Nederlandsche Ford Automobielfabriek heeft besloten een interim dividend uit te kee- ren van 3 pCt. op rekening van het jaardivi dend. Twee Iedien van de jeugdige rooversbende, die te Geleen ontdekt is, zijn thans verdwenen. Ver moedelijk zijn zfj naar België gevlucht. In verband met het lidmaatschap van Nederland van den Volkenbond bestaat de mogelijkheid, dat ons land geroepen zal worden mede te werken bij de toe passing van economische en financieele sancties, welke een gevolg zijn van het conflict in Oost-Afrika. De Nederlandsche regeering heeft aanleiding gevonden dit vraagstuk nader onder de oogen te zien en is daartoe Zaterdagmiddag in een bijzon- deren Ministerraad bijeengekomen. Ingediend is een wetsontwerp, houdende voorschriften inzake vervanging van verloren of verminkte registers van den burgerlijken stand. De minister van Justitie schrijft in de toe lichting: Het is gebleken, dat enkele registers van den burgerlijken stand, ter griffie van de arr.- rechtbank te Leeuwarden berustende, door vocht zoodanig zijn aangetast, dat vernieuwing wenschelijk is. Deze vernieuwing kan geschie den door de registers te vervangen door af schriften, te maken van de in de archieven van gemeenten berustende dubbelen. Natuur lijk worden daarnaast maatregelen getroffen om verder bederf te voorkomen. De bij dit ontwerp van wet voorgestelde rege ling zal deze vervanging mogelijk maken. Het ontwerp heeft echter wijdere strekking doordien het algemeen voorziet in de moge lijkheid van vervanging van verloren of ver minkte registers, zoodat, mocht zich nogmaals een geval voordoen van overeenkomstigen aard, het wetgevende apparaat niet in werking behoeft te worden gesteld. Is een meer gecom pliceerde regeling noodig, dan zal deze echter ook in de toekomst bij de wet moeten worden vastgesteld. Voor de tweede maal zijn de obligatiehouders van de N.V. Rotterdamsche Tramweg Maat schappij bijeengekomen om te beraadslagen over de voorstellen van de directie der R.T.M., welke in het kort beoogen opschorting van de rente betaling en bedoeld zijn om de aanvrage van het faillissement, namens een der obligatiehou ders gedaan, door de rechtbank niet in behan deling te late» nemen. Na eenige discussie zijn de voorstellen met 281 tegen 7 stemmen aangenomen. In verband met de dalende tendenz, welke ten aanzien van de varkensprijzen viel waar te nemen, is de heffing, welke bij slach ting voor varkens betaald moet worden, reeos geruimen tijd geleden van 9 tot 6 cent per Kg. geslacht gewicht verlaagd. Thans kan met voldoening geconstateerd wor den, dat het aanbod van varkens de vraag niet meer overtreft. Dientengevolge heeft in de laatste paar maanden een niet onbelangrijke stijging der varkensprijzen plaats gehad. Het gevaar bestaat bij deze steeds stijgende tendenz, dat de varkenshouders, hopende op een doorgaan van deze stijging, het aanbod zullen verminderen, waardoor natuurlijk deze sterke stijging door een evenredige daling moet worden gevolgd. Een der middelen, om deze groote prijss.chom- melingen te voorkomen, ligt in de heffing. Evenals indertijd de heffing werd verlaagd, moet nu dit middel omgekeerd worden aan gewend. Een regelmatige afzet en productie met ver mijding van sterke prijsfuctuaties is in het belang van allen, die bij de productie en afzet van varkens en varkensvleesch betrokken zijn, terwijl het consumentenbelang ook allerminst is gediend met sterke prijsschommelingen. Mc-t het oog hierop zal met ingang van as. Maan dag, 7 October, de heffing op varkensvleesch wederom van 6 op 9 cent per Kg. geslacht ge wicht gebracht worden. Mocht blijken, dat dit middel onvoldoende uitwerking heeft, dan zullen andere middelen, om dit doel te bereiken, worden overwogen. De heer Turksma, voorzitter van den Neder landschen Bond van Varkenshandelaren heeft Zaterdag aan den Minister van Landbouw en Visscherij een telegram verzonden waarin hij wijst op de zeer nadeeiige gevolgen van de ver hooging der crisisheffing voor den varkenshan del en de zware financieele verliezen. Een der gelijke maatregel beteekent verdere ontwrich ting van het grossiers- en slagersbedrijf, houdt in een extra-belasting voor den consument en heeft ten gevolge prijsdaling van de varkens tot schade van de varkenshouders. De Bond ver zoekt opschorting van het besluit. De samenwerkende vereeniging in den vleeschhandel te Rotterdam hebben besloten, Maandag geen varkens te slachten als protest maatregel tegen het besluit der Veehouderij- Centrale, waarbij de crisisheffing op geslachte varkens met 50 pet. werd verhoogd. Maandagmiddag zullen de samenwerkende vereenigingen in vergadering bijeenkomen om te overwegen, of voortzetting der actie ge- wenscht is. Zaterdagmiddag is in de gemeente Ommen een droevig ongeluk gebeurd, waarbij twee men schen om het leven zijn gekomen. Het zoontje van den heer K. uit Lemelerveld fietste langs het Kanaal ZwolleAlmelo en raakte op een gegeven oogenblik de macht over het stuur kwijt, waardoor hij te water reed. De timmermansknecht Blekkenhorst, die het ventje zag drijven, haastte zich met een derde in een bootje naar de plaats van het ongeluk, doch toen hij den drenkeling wilde grijpen sloeg het bootje om, zoodat de beide inzittenden even eens te water raakten. Er waren op dat oogenblik geen andere men schen in de nabijheid, zoodat geen hulp van den kant kon worden geboden. De tweede in zittende van het bootje wist zich nog te redden, hoewel hij niet kon zwemmen, doch Blekken horst en de jeugdige wielrijder verdronken. Te 's-Gravenhage is plotseling overleden de heer H. den Hertog, directeur van den Kon. Schouwburg aldaar. Hij voerde reeds 12 jaar voor de gemeente het beheer en is 47 jaar ge worden. Dinsdag 8 October a.s. zullen voor het Hof te Amsterdam in hooger beroep de pleidooien ge houden worden in het proces dat door mr. van Doorne wordt gevoerd tegen het AVRO-bestuur naar aanleidng van zijn royement als lid van de AVRO op 30 December 1930. De rechtbank heeft eischer niet ontvanke lijk verklaard op formeele gronden, waardoor over de gegrondheid der beschuldigingen en ae gerechtvaardigheid van het royement geen uitspraak is gedaan. De geheele zaak wordt thans opnieuw voor het Hof behandeld, waarbij gepleit zal worden voor eischer door mr. R. van Woelderen te Utrecht en door mr. van Doorne zelf, en voor de AVRO door mr. J. Adriaanse te Middel burg, lid van het Algemeen Bestu.ir van de AVRO en door mr. G. J. Salm te Amsterdam. In verband met diverse valsche vijf-mark stukken, welke tijdens de kermisdagen te Venlo in omloop zijn gebracht, is de politie Vrijdag kunnen overgaan tot arrestatie van den Ven- Ionaar P. B. Gebleken is, dat hier een uitge breid complot van valsche munters aan het werk is geweest, welk complot ergens in Duitsch- land zijn zetel heeft. In samenwerking met de Duitsche politie kon in Duitschland nog een Duitscher worden ge arresteerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5