DOUWE EGBERTS Schim van millioenenschat waart rusteloos rond De nieuwe Oostenrijksche regeering BOOL t KWALI R NEDERLANDS CEURIGSTE fokte FRIESCHE HEEREN BAAI en BAAI-TABAK DE A.B.T.B. VERGADERT BERUCHTE INBREKERS GEARRESTEERD NEELTJE PAATER UIT BROEK LIET HAAR NA VUISTEN IN DEN ZAK DINSDAG 22 OCTOBER 1935 ^ouvv^ 0: Ivli' i§? 1Ü> ANNO 1753 Het Eerste Kamerlid Ruyter houdt een inleiding over crisis- politiek Agitatie Bij een inbraak in Amsterdamsche fabriek op heeterdaad betrapt Gesnapt Weer heeft begeerte de schaar van erfgenamen geraakt Een profeet onder hen opgestaan Geheim mee in het graf? Geen belangstelling voor suikertante De Italiaansche koers wordt ge handhaafd, ofschoon het over groot e deel van het volk daar niet mee instemt Voor- en nadeelen Vertrouwen in minister Deckers Een andere koers MET HET HOOFD BEKNELD GERAAKT §ri ^ugg I>ati \icortnV.m aVcri ROOKTABAK Hoe is het mogelijk, dat de crisis- en opspo ringsambtenaren de boeren mochten opzetten tegen de organisaties? Bij informatie in Den Haag hoorde spr., dat de officier van Justitie te Arnhem dien menschen opdracht had gegeven voor het onderzoek. De officier ontkende dit. De opsporingsdienst wees eveneens de verant woordelijkheid af. De officier zei niets te maken te hebben met die ambtenaren. Door de activiteit van surveilleerende agenten is in den afgeloopen nacht om streeks vier uur door de politie de hand gelegd op een paar gevaarlijke inbre kers, naar wie men reeds lang had ge zocht en die gerekend kunnen worden tot het vakkundig inbrekersgilde. Reeds eenige keeren was er ingebroken in de fabriek van Meelproducten van den heer Johan P. Scholten, Brouwersgracht 288 te Amsterdam. Reeds verschillende pogingen waren aangewend om de inbrekers te kunnen arresteeren en op verschillende tijdstippen werd des nachts en ook 's avonds laat door de directie controle in de fabriek en kantoren gehouden. Ook de politie, die reeds eenige malen assisten tie had verleend hield het fabrieksgebouw goed in het oog en hieraan is het te danken, dat men hedennacht de twee beruchte inbrekers onschadelijk heeft weten te maken. Omstreeks kwart voor vier hoorde een pas- seerende politie-agent eenige geluiden in het fabriekspand. Voorzichtig stelde hü zich op de hoogte en kreeg de zekerheid, dat er menschen binnen moesten zijn. Hü waarschuwde het na- bij-gelegen posthuis Haarlemmerplein en het sectiebureau Spaamdammerstraat en spoedig was een brigadier met een tiental agenten ter plaatse. De omgeving van het fabrieksgebouw werd afgezet en ook in de achtergelegen Vin- kenstraat en op de Brouwersgracht werd als het ware een politiecordon om het bewuste pand getrokken. De politie had per telefoon den directeur, den heer Scholten, die op den Over toom woont, van een en ander op de hoogte gesteld en spoedig waren zoons aanwezig. Men maakte de deur open en met de revolvers in de hand en voorzien van zaklantaarns betraden de politie en directie het gebouw. Reeds bij het binnen komen werd een groote chaos geconstateerd. In het kantoor en privé- kantoor, dat zich beneden gelijkvloers aan de straat bevindt, heerschte een volslagen wan orde. Bureau, laden en kasten waren open ge broken en over den grond waren papieren en orderbriefjes verspreid. Ook constateerde men, dat er pogingen waren aangewend om de brand kast te forceeren. De politie vermoedde echter, dat de daders zich nog wel in het fabrieksge bouw zouden bevinden en een zeer nauwkeurig onderzoek werd ingesteld. In het parterre ge legen gedeelte van de fabriek ontdekte men ook, dat hier de ongenoode gasten een bezoek hadden gebracht. Achter de talrijke opgestapel de balen meel werd nauwkeurig gekeken, doch niets verdachts gevonden. Toen besloot men de eerste verdieping te inspecteeren. Nauwelijks was men boven en was er licht gemaakt of men trof daar aan twee mannen. De bevelvoerende brigadier gelastte dadelijk „handen op", waaraan de twee mannen gehoor gaven. Oogenblikkelijk begonnen de agenten het tweetal te fouilleeren. Op hen werd bevonden een veertigtal loopers, benevens een groot aan tal inbrekerswerktuigen. De kerels hielden zich zeer rustig en deden net of de geheele zaak hun niets aanging. Alleen gaven zij toe te zijn gesnapt en het nuttelooze er van te hebben ingezien om te ontvluchten. Daarna staken zij doodkalm een cigaret op. Terwijl het tweetal onder bewaking was ge steld, stelden de agenten een verder onderzoek in, hoe de heeren waren binnengekomen. Dit bleek te zijn door een naast gelegen pand, waar van een gedeelte onverhuurd is. Men was over de daken geklommen, had een stuk uit een deur weggezaagd, zich door middel van een ketting af laten zakken en vervolgens op de fabriek van den heer S. geland. Het tweetal werd later geboeid naar het bureau Spaamdammerstraat overgebracht, terwijl hedenmorgen de recherche een nader onderzoek in het fabriekspand in stelde. De hoofdinspecteur E. Joosten van het bu reau Spaamdammerstraat heeft den arrestanten hedenmorgen een verhoor afgenomen. De heer Joosten deelde ons mede, dat het tweetal ook aan andere, nog onopgehelderde inbraken de bet is. Rechercheurs van verschillende bureaux zijn reeds in de Spaamdammerstraat pools hoogte komen nemen. de erfenis van de rijke Neeltje Paater welke hij op 200 miliioen schat, nog niet als verloren be hoeft te worden beschouwd. Hij heeft een nieuw spoor gevonden, dat wijst in de richting der Noordelijke provinciën. Daar hoopt hij in de archieven de ontbrekende documenten en ge gevens te vinden, die klaarheid kunnen brengen in de oogenschijnlijk hopelooze zaak. Verschillende belanghebbenden, o. a. zelfs uit Zuid-Afrika, zouden zich reeds met Reek in verbinding hebben gesteld en hem groote som men hebben geboden voor de documenten, die Reek zegt in zijn bezit te hebben. Reek echter verklaart uitsluitend uit idealistische motieven te handelen en niet te rusten voor hij alles heeft opgehelderd. De erfgenamen, wier aantal naar de 1000 loopt, hebben thans een vereeniging gesticht, terwijl een commissie, bestaande uit de heeren K. Me- demblik te Amsterdam, G. de Haas en J. Pa ter te Laren, het contact met Reek onderhoudt. In spanning wacht men thans op resultaat: de meesten der erfgenamen kunnen de miliioentjes best gebruiken! In het mooie, oude kerkje van Broek, waarvan de ranke torenspits over het groene Waterland domineert, ligt tusschen de zitplaatsen links van den ingang een grafsteen. Sedert bijna 150 jaren dekt deze het stoffelijk over schot van Huysvrouw Neeltje Cornelis Paater en het is de schim van deze eer zame of juister de schim van haar fa- belachtigen rijkdom, welke van tijd tot tijd gaat rondwaren onder de men schen. Want al is Neeltje dood, zijn de schatten, die zij bezeten moet hebben, verstrooid of verteerd, gebleven is haar herinnering in de begeerte van een staag groeiende groep, die als „erfgena men van Neeltje Paater" jaagt naar de verdwenen millioenen. De heel oude historie van deze Neeltje en haar erfenis, waarmee een schaar nakomelin gen van eenige generaties en in velerlei afstam ming zich reeds bij voortduring heeft bezig ge houden, is onlangs in een nieuw stadium ge treden. Van heinde en ver, uit alle deelen des lands en zelfs van over de grenzen zijn men schen van allen rang en stand samengekomen in Amsterdam, waar zij in een tweetal rumoe rige vergaderingen hun familieband hebben be kend. De strijdbijl is toen weer opgegraven en een nieuwe gemeenschappelijke aanval inge luid tot verovering van de hun toekomende spoorloos verdwenen schatten. Men heeft toen nog aan den Kerkeraad van Broek verzocht het graf van Neeltje te mogen openen. Zij zou in haar doodkist belangrijke do cumenten hebben meegekregen. De Kerkeraad weigerde echter in de kerk te laten graven, daal de grafsteenen na den watersnood van 1916, welke den bodem der kerk loswoelde, niet op hun oude plaatsen zijn teruggevoegd. Waar Neeltje precies rust zou dientengevolge niet meer te zeggen zijn. Want onder deze erfgenamen is een ge heimzinnig man opgestaan als een oud- testamentarische ziener of richter. Het is de heer J. J. Reek uit de Van Spilbergen straat in Amsterdam-West, die het vaan weer hoog heeft geheven uit het stof der vergetelheid en gewapend met in jaren van onderzoek opgedane wetenschap, de vertwij felde belanghebbenden voorgaat naar recht en rijkdom. Nog slechts enkele schakels ont breken den heer Reek, nog één stap scheidt de erfgenamen van het begeerde doel. Ge zamenlijk zal men nu trachten den beslis- senden stap te zetten. Wie was deze Neeltje, die thans nog, bijna 150 jaren na haar dood in het stille Broek, hon derden in den lande in beweging brengt en tot rumoerige bijeenkomsten inspireert? Neeltje Cornelis Paater werd op 1 Februari 1730 geboren als laatste directe afstammelinge Van een rijk Broeksch geslacht van kooplieden en bierbrouwers. Zij had broers noch zusters en erfde geheel alleen de fabelachtige rijkdommen van haar familiebezit, bestaande uit groots complexen pakhuizen en woningen te Amster dam, landerijen en hofsteden door bijkans ge heel Noord-Holland en vooral "een belangrijk aandeelen-bezit in de Vereenigde Oost-Indi sche Compagnie. Betrekkelijk iaat zij was 38 jaar trouwde Neeltje op huwelijksvoorwaarden met den 11 jaar ouderen Cornelis Comeliszoon Schoon. Het huwelijk bleef kinderloos. Na den dood van Schoon in 1778 leefde zij stil en teruggetrok ken in haar woning in Broek in Waterland, Waar zij op 8 Maart 1789 overleed. Enkele dagen voor haar dood had Neeltje Paater den notaris Gerrit de Ruijter uit Amster dam bij zich ontboden en hem opdracht gege ven haar testament te maken. Haar nabestaan den, verre neven en nichten, die zich vreemd genoeg blijkbaar niets aan de rijke tante gelegen lieten liggen, kende zij niet. Zij be noemde daarom een huisvriend, burgemeester Corn. Koker van Broek, tot uitvoerder van het testament. Hij ontving een groote som aan con tanten en had daarvoor tot taak na te gaan aan wie Neeltje Paaters rijkdommen moesten Worden vermaakt. Na Neeltjes dood viel echter een ge heimzinnige duisternis over de erfenis. Be langrijke papieren en documenten, betrek king hebbende op Neeltje's bezit, bleken spoorloos verdwenen. Uit het „Kerkeboek" van Broek scheurde een onbekende hand de bladzijden waarop Neeltje's familierela ties stonden vermeld. Van een verdeeling van de erfenis is dan ook practisch geen sprake geweest. De roerende goederen, zoo als goud, juweelen en aandeelen, zijn zelfs nooit getaxeerd. Er is een tegenstelling gemaakt tusschen groote en kleine boeren. De organisatie heeft altijd geëischt dat de kleine boeren worden geholpen, evenals de groote. De Kath. bond on dervond voor zijn verlangens bij andere organi saties geen steun, wat de hulpverleening aan den kleinen boer betreft. De actie van Bouman e.a. komt ten nadeele van de heele crisispolitiek. Het bestuur betreurt, dat die actie beteekent een direct verzet tegen de richtlijnen van de geestelijke overheid voor de sociale organisatie en dat ze gericht is tegen de groote boeren. De splitsing in organisatie van groote en kleine boeren is in strijd met de belangen van den heelen boerenstand. Er zijn waarborgen, dat de belangen der kleine boeren voldoenden steun krijgen in de organisatie. Spr. wijst voorts op de verkeerde bemoeiing van de regeering inzake de varkens. Het voor stel om de Varkenscentrale af te schaffen kwam niet van Ruyter, maar van den Kath. Boeren- en Tuindersbond. Er zijn groote verliezen gele den op het vleesch en spek. Dat geld uit den boerenpot is verknoeid. De baconbedrijven werkten voorheen met ver liezen. Men wilde de bedrijven nog voor grof geld overdoen aan de organisaties. Spr. noemde typische staaltjes van wanbeleid op dit gebied. De laatste poging van erfgenamen om hierin licht te brengen dateert van 1931. De helder ziende dame Mad. Sylvia opereerde in Noord- Holland o.a. te Zaandam, op zoek naar het ver dwenen goud en de juweelen van Neeltje, welke toch ergens verborgen moesten zijn. (Van onzen Weenschen correspondent) Nu er althans oogenschijnlijk en voorloo- pig eenige ontspanning is ingetreden in de gespannen verhouding tusschen Ita lië, Engeland en den Volkenbond en er zelfs weer sprake is van proefbesprekingen om een houdbare basis voor een compromis te vinden, besprekingen, welke natuurlijk door Laval, die zoo juist bij de Senaatsverkiezingen in Frank rijk een groot persoonlijk succes heeft behaald, worden geleid, dienen wij nog even terug te komen op het Starhembergsche staatsgreepje in Oostenrijk. De vorming van het tweede ministe rie Schuschnigg-Starhemberg is niet zoo on schuldig.als men in officieele kringen wel heeft willen doen voorkomen. De bevolking werd plot seling voor een fait accompli gesteld, al wisten de ingewijden ook, dat er sinds eenige weken gedacht werd over een reorganisatie van de re- geéring. Men leefde in de overtuiging, dat er van een hervorming van de regeering wel niets meer zou komen, omdat men het onderling niet eens kon v/orden. Men heeft zich echter ver gist. De plannen bleken eensklaps rijp. Zooals men Weet, streefde de Heimatschutz (Heimwehr)" naar steeds grooteren invloed, om niet te zeggen naar totaliteit, doch de Heimwehr was en is. niet homogeen. Er bestaat een groote tegenstel ling tusschen de zwaarbewapende Weensche Heimwehr, waarvan tot voor een paar dagen minister Fey de leiding had, en de nog sterkere Heimwehr in de provincie, welke onder het be vel staat van vice-kanselier vorst Starhemberg, die in naam ook het oppercommando over alle Oostenrijksche Heimwehren voert, een tegen stelling, welke ook nu nog na den val van ma joor Fey in werkelijkheid niet is overbrugd. Op den dag der publicatie van het nieuwe kabinet Schuschnigg-Starhemberg demonstreerde 25.000 man provinciale Heimwehr in Weenen en aan deze demonstratie deed de Weensche Heimwehr niet mee. Dit machtsvertoon der Starhemberg sche troepen diende waarschijnlijk alleen om de Weensche Heimwehr den lust tot tegenstand te doen vergaan en naar buiten den indruk te v,*ekken alsof de nieuwe regeering met groot enthousiasme door Oostenrijk werd begroet. Dat de van hun vereerden leider beroofde Ween sche Heimwehr de vuist gebald in den zak heeft gedragen, is niet te verwonderen. Het ziet er echter niet naar uit, dat deze vuist uit den zak zal komen. Men hoopt nu op den duur een meer eensgezinde en dus sterkere Heimwehr te verkrijgen waarin alle andere gewa pende formaties zooals de Sturmscharen, de Freiheitsbund en de Turner moeten worden op genomen. Het is mogelijk dat dit lukt. Veel zal afhangen van de houding van de Weensche Heimwehr, met name van den thans, politiek geëxecuteerden Theresienritter majoor Fey, van de houding der oorspronkelijk geprononceerd katholieke Sturmscharen van Schuschnigg en van de in den Freiheitsbund georganiseerde christelijke werklieden. Schikken dezen zich ter- wille van de discipline en het eene groote doel in den nieuwen stand van zaken, dan is er een groote stap in de door de regeering gewenschte richting gedaan. Schikken zij zich niet, dan zal er bloed vloeien. Schikken zij zich, maar niet uit overtuiging en vrijen wil, dan zal de Heim wehr niet één, maar drie, of misschien zelfs vier ontplofbare vuurhaarden in den kelder hebben. Het is de bedoeling van de Heimwehr de tota liteit der jeugd te bewerken. Zij \Vil een zgn. Heimwehrjeugd vormen. Niet alleen de school, maar naast en na de school zal ook het Vader- landsche Front respectievelijk de Heimwehr zich met de opvoeding der jeugd bezig houden. De opperleider van het Vaderlandsche Front, het eenige politieke instrument van den staat, is niet bondskanselier dr. von Schuschnigg, maar Starhemberg, zoodat in het Vaderlandsche Front de bondskanselier onder den vice-kanselier staat. Het streven naar een staatsjeugd op grond van het totaliteitsbeginsel sluit niet in, dat de cultureele (christelijke) jeugdvereenigingen ontbonden zullen worden, want dit zou lijn recht in strijd zijn met het met het Vaticaan gesloten concordaat, maar het sluit wel in, dat de staatsjeugd op de eerste plaats den steun, dat is practisch financieelen steun, van den Staat zal krijgen. Dit kan groote gevaren met zich meebrengen, indien de autoritaire Staat niet stijf vast zou houden aan de zuiver chris telijke beginselen, zooals die door Dr. Dollfuss werden beleden en in practijk gebracht. Kenmerkend voor de nieuwe regeering is de vervanging van den oud-christelijk- socialen minister van financiën, dr. Buresch, door den juridischen raadsman der Heimwehr, dr. Drauier, een veelzijdig man, fei len tegenstander van den oud-christoelijk- socialen president der Nationale Bank, dr. Kienböck en trouw vriend van vorst Star hemberg. Dat de temperamentvolle verdediger der boerenbelangen, de christelijk-sociale minister Reither, politiek ten doode opgeschreven was, wisten niet alleen ingewijden. Diens opvolger in het nieuwe ministerie, dr. Strobl (over wien onlangs in een correspondentie over de Oosten rijksche Arbeiterbank werd geschreven) is zeker 'n goede keuze. De boeren zien minister Reither niet graag gaan. Intusschen krijgt hij zijn oude positie van gouverneur van het land Beneden- Oostenrijk terug, terwijl minister Buresch in het ministerie blijft als minister zonder por tefeuille. Zooals de boeren minister Reither niet graag verliezen, betreuren de arbeiders het heengaan van staatssecretaris Grossauer, die steeds eer lijk voor de belangen van den werkman is op gekomen. Diens opvolger Znidaric zal het niet makkelijk hebben. Van den anderen kant moet het in de kringen van de arbeiders, vooral van de socialistisch gezinde, eenige voldoening wekken, dat de held van de bloedige Februari- revolte, majoor Fey, „erledigt" is geworden. De vervanging van minister Karwinsky door dr. Winterstein, is zeker niet zonder beteeke- nis, maar lang niet zoo teekenend als de ver- 'vanging van den Weenschen Heimwehrleider Fey door den provincie-Heimwehrleider Baar- Barenfels. Voor den opbouw van de corpora tieve maatschappij in den geest van „Quadra- gesimo Anno" is de nieuwe minister prof. dr. Dobretsberger (school MünchenGladbach) zeker meer geëigend dan diens voorganger, de Heimwehrman NeustadterStürmer. Of het aanblijven van den Heimwehr-minis- ter Berger—Waldenegg, als minister van Bui- tenlandsche Zaken, al dan niet toegejuicht dient te worden, is vooral sinds het uitbreken van den Italiaansch-Abessinischen oorlog, een kwestie van standpunt. De Heimwehr, welke moreel en materieel door Italië wordt ge steund, is de groote drijfkracht van den ge prononceerd pro-Italiaanschen koers in Oos tenrijk. En deze politiek is in Oostenrijk niet populair en zal in Oostenrijk nooit populair worden, allerminst na den aanval van Italië op het onafhankelijke Abessinië. Ik, lees in een veel verspreid strooibiljet: „Een staat, lid van den Volkenbond, die een anderen staat, even eens lid van den Volkenbond, met geweld van wapenen aanvalt, zonder oorlogsverklaring, heeft het recht verbeurd voor de onafhanke lijkheid van een anderen staat, en dat nog wel in naam van de Europeesche veiligheid, op te treden. Wij protesteeren, dat een dergelijke staat zijn gevechtsklare divisies aan onze Zuidgrens opstelt onder voorwendsel, onze on afhankelijkheid te verdedigen. Wie den vrede breekt, heeft geen recht als verdediger van den vrede op te treden." De Oostenrijksche regeering verkeert in een moeilijke positie. Zij wil de vriendschap met Italië niet opgeven en is zich bewust daardoor in oppositie te staan tegenover het overgroote gedeelte van haar eigen volk. Ook na de vorming van het tweede minis terie SchuschniggStarhemberg blijft deze pro- Italiaansche koers gehandhaafd. De Heimwehr wil dezen koers en de Heimwehr is in 't minis terie SchuschniggStarhemberg II niet zwak ker doch sterker vertegenwoordigd dan in het ministerie Schuschnigg I. Het huis waarin Neeltje Paater woonde, naar een teekening van haar echtgenoot Cornelis Schoon. De eenige betrekkingen die iets kregen, wa ren een neef in den zevenden en een nicht in den achtsten graad. Hun werden pakhuizen en landerijen toegewezen. De overige bloedverwan ten waaronder er heel wat dichter in de fa milie waren, hadden het nakijken. Geen cent werd hun uitgekeerd. Generaties van erfgenamen hebben nadien processen gevoerd, maar zonder succes. Wat hun deel werd, was spot en hoon. Men voerde zelfs een klucht op „De erfgenamen van Neeltje Paater uit Broek in Waterland." Geleidelijk raakte toen de geschiedenis, althans voor de buitenwereld, in het vergeetboek. Want wat de heele actie uiterst zwak maakte: waar de zoo vurig begeerde schatten vandaan moeten komen, wist eigenlijk niemand en... weet nog nie mand! Het eenige wat op den huidigen dag als afkomstig van Neeltjes nalaten schap valt aan te wijzen, is het Neeltje Paaterfonds te Broek dat jaarlijks een f 300 voor de behoeftigen van het dorp uitkeert. Op de voortgezette vergadering van den A. B. T. B. te Arnhem werden nog een aantal af- deelingsvoorstellen behandeld. Door Utrecht wa ren o.m. de volgende voorstellen ingediend: Gevraagd wordt te bevorderen, dat de re geering door een bepaald aantal jaren behoor lijke richtprijzen garandeert voor akkerbouw producten. Gevraagd wordt dat de regeering overgaat tot beperking der margarineproductie, waardoor de verliesgevende export r.aar het bui tenland kan worden stopgezet en de zuivelprjjs op een behoorlijk peil komt. De vergadering betuigde hiermede haar in stemming. De heer H. Ruyter, secretaris van den A.B. T.B., hield een inleiding over het onderwerp: „Crisispolitiek". De nieuwe minister van Land bouw, aldus spr., heeft een anderen koers inge slagen, Minister Deckers is pas een maand mi nister en heeft nu reeds blijk gegeven van durf en moed.. Degene, die oorzaak is van de agitatie en die aanhanger is van de N. S. B., heeft een aan stelling gekregen als hulpambtenaar van den opsporingsdienst Een ingenieur van onbesproken gedrag werd zes dagen opgesloten in het huis van bewaring en, na in een paar minuten gehoord te zijn, vrijgelaten. Spr. liet tegen een en ander een scherp protest hooren. Van geen enkele crisisorganisatie gaat in vloed uit op de te nemen maatregelen. Spr. wijst er op, dat de boeren het zelf willen doen onder toezicht der regeering. De commis sarissen mogen dan slechts controle uitoefenen en de regeering behoudt het veto-recht. Spreker vraagt met nadruk om in de afdeelingen harder te werken. De dag werd beëindigd met een praatavond. Vandaag werd de algemeene vergadering voort gezet. Bij het afzetten van een kraan viel de 34- jarige arbeider A. Visser uit Zwanenburg op de Suikerfabriek te Halfweg voorover, waar door hij met het hoofd bekneld geraakte tus schen muur en mengeltrog. Aangezien de man zich zelf niet kon bevrij den en zich niemand in de nabijheid bevond om hem uit zijn hachelijke positie los te maken moest de ongelukkige, die met het hoofd naar beneden vast was blijven zitten, den verstik kingsdood sterven. Toen men Visser na eenigen tijd ging zoeken, werd hij in den boven beschreven toestand aan getroffen. Hoewel hij onmiddellijk werd bevrijd, bleken de levensgeesten reeds te zijn geweken. De gemeentepolitie nam het lijk in beslag, dat later, nadat Mr. Andringa, Officier van Justitie te Haarlem, ter plaatse een onderzoek had in gesteld, weer werd vrijgegeven. Visser was ongehuwd. Zijn lijk is overgebracht naar de verbandkamer op de fabriek. Nu echter is, zooals medegedeeld, een heer Reek, van beroep bouwvakarbeider, maar sinds jaren werkloos, in de kringen der belanghebben den verschenen. Gedurende verscheidene jaren heeft deze heer Reek uit liefhebberij onderzoe kingen verricht in archieven en daarbij belang rijke vondsten gedaan. Hij beweert thans, dat Maandag werd in het gebouw „De Vereenigingte Nijmegen het congres geopend, georganiseerd door de Natio nale R. K. Commissie voor Jeugdwerkloozenzorg. Een overzicht van de bestuurstafel tijdens de openingsrede van Directeur Frencken

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5