DOUWE EGBERTS
Schim van millioenenschat
waart rusteloos rond
De nieuwe Oostenrijksche
regeering
BOOL
t KWALI
R NEDERLANDS
CEURIGSTE
fokte FRIESCHE
HEEREN BAAI en BAAI-TABAK
DE A.B.T.B. VERGADERT
BERUCHTE INBREKERS
GEARRESTEERD
NEELTJE PAATER UIT
BROEK LIET HAAR NA
VUISTEN IN DEN ZAK
DINSDAG 22 OCTOBER 1935
^ouvv^
0:
Ivli' i§? 1Ü>
ANNO 1753
Het Eerste Kamerlid Ruyter houdt
een inleiding over crisis-
politiek
Agitatie
Bij een inbraak in Amsterdamsche
fabriek op heeterdaad betrapt
Gesnapt
Weer heeft begeerte de schaar van
erfgenamen geraakt
Een profeet onder hen
opgestaan
Geheim mee in het graf?
Geen belangstelling voor
suikertante
De Italiaansche koers wordt ge
handhaafd, ofschoon het over
groot e deel van het volk
daar niet mee instemt
Voor- en nadeelen
Vertrouwen in minister
Deckers
Een andere koers
MET HET HOOFD BEKNELD
GERAAKT
§ri ^ugg I>ati \icortnV.m aVcri
ROOKTABAK
Hoe is het mogelijk, dat de crisis- en opspo
ringsambtenaren de boeren mochten opzetten
tegen de organisaties? Bij informatie in Den
Haag hoorde spr., dat de officier van Justitie
te Arnhem dien menschen opdracht had gegeven
voor het onderzoek. De officier ontkende dit.
De opsporingsdienst wees eveneens de verant
woordelijkheid af. De officier zei niets te maken
te hebben met die ambtenaren.
Door de activiteit van surveilleerende
agenten is in den afgeloopen nacht om
streeks vier uur door de politie de hand
gelegd op een paar gevaarlijke inbre
kers, naar wie men reeds lang had ge
zocht en die gerekend kunnen worden
tot het vakkundig inbrekersgilde.
Reeds eenige keeren was er ingebroken in de
fabriek van Meelproducten van den heer Johan
P. Scholten, Brouwersgracht 288 te Amsterdam.
Reeds verschillende pogingen waren aangewend
om de inbrekers te kunnen arresteeren
en op verschillende tijdstippen werd des
nachts en ook 's avonds laat door de directie
controle in de fabriek en kantoren gehouden.
Ook de politie, die reeds eenige malen assisten
tie had verleend hield het fabrieksgebouw goed
in het oog en hieraan is het te danken, dat
men hedennacht de twee beruchte inbrekers
onschadelijk heeft weten te maken.
Omstreeks kwart voor vier hoorde een pas-
seerende politie-agent eenige geluiden in het
fabriekspand. Voorzichtig stelde hü zich op de
hoogte en kreeg de zekerheid, dat er menschen
binnen moesten zijn. Hü waarschuwde het na-
bij-gelegen posthuis Haarlemmerplein en het
sectiebureau Spaamdammerstraat en spoedig
was een brigadier met een tiental agenten ter
plaatse. De omgeving van het fabrieksgebouw
werd afgezet en ook in de achtergelegen Vin-
kenstraat en op de Brouwersgracht werd als
het ware een politiecordon om het bewuste
pand getrokken. De politie had per telefoon den
directeur, den heer Scholten, die op den Over
toom woont, van een en ander op de hoogte
gesteld en spoedig waren zoons aanwezig. Men
maakte de deur open en met de revolvers in
de hand en voorzien van zaklantaarns betraden
de politie en directie het gebouw.
Reeds bij het binnen komen werd een groote
chaos geconstateerd. In het kantoor en privé-
kantoor, dat zich beneden gelijkvloers aan de
straat bevindt, heerschte een volslagen wan
orde. Bureau, laden en kasten waren open ge
broken en over den grond waren papieren en
orderbriefjes verspreid. Ook constateerde men,
dat er pogingen waren aangewend om de brand
kast te forceeren. De politie vermoedde echter,
dat de daders zich nog wel in het fabrieksge
bouw zouden bevinden en een zeer nauwkeurig
onderzoek werd ingesteld. In het parterre ge
legen gedeelte van de fabriek ontdekte men
ook, dat hier de ongenoode gasten een bezoek
hadden gebracht. Achter de talrijke opgestapel
de balen meel werd nauwkeurig gekeken, doch
niets verdachts gevonden. Toen besloot men de
eerste verdieping te inspecteeren.
Nauwelijks was men boven en was er licht
gemaakt of men trof daar aan twee mannen.
De bevelvoerende brigadier gelastte dadelijk
„handen op", waaraan de twee mannen gehoor
gaven. Oogenblikkelijk begonnen de agenten het
tweetal te fouilleeren. Op hen werd bevonden
een veertigtal loopers, benevens een groot aan
tal inbrekerswerktuigen.
De kerels hielden zich zeer rustig en deden
net of de geheele zaak hun niets aanging.
Alleen gaven zij toe te zijn gesnapt en het
nuttelooze er van te hebben ingezien om te
ontvluchten. Daarna staken zij doodkalm een
cigaret op.
Terwijl het tweetal onder bewaking was ge
steld, stelden de agenten een verder onderzoek
in, hoe de heeren waren binnengekomen. Dit
bleek te zijn door een naast gelegen pand, waar
van een gedeelte onverhuurd is. Men was over
de daken geklommen, had een stuk uit een deur
weggezaagd, zich door middel van een ketting
af laten zakken en vervolgens op de fabriek
van den heer S. geland. Het tweetal werd later
geboeid naar het bureau Spaamdammerstraat
overgebracht, terwijl hedenmorgen de recherche
een nader onderzoek in het fabriekspand in
stelde.
De hoofdinspecteur E. Joosten van het bu
reau Spaamdammerstraat heeft den arrestanten
hedenmorgen een verhoor afgenomen. De heer
Joosten deelde ons mede, dat het tweetal ook
aan andere, nog onopgehelderde inbraken de
bet is. Rechercheurs van verschillende bureaux
zijn reeds in de Spaamdammerstraat pools
hoogte komen nemen.
de erfenis van de rijke Neeltje Paater welke hij
op 200 miliioen schat, nog niet als verloren be
hoeft te worden beschouwd. Hij heeft een nieuw
spoor gevonden, dat wijst in de richting der
Noordelijke provinciën. Daar hoopt hij in de
archieven de ontbrekende documenten en ge
gevens te vinden, die klaarheid kunnen brengen
in de oogenschijnlijk hopelooze zaak.
Verschillende belanghebbenden, o. a. zelfs
uit Zuid-Afrika, zouden zich reeds met Reek in
verbinding hebben gesteld en hem groote som
men hebben geboden voor de documenten, die
Reek zegt in zijn bezit te hebben. Reek echter
verklaart uitsluitend uit idealistische motieven
te handelen en niet te rusten voor hij alles
heeft opgehelderd.
De erfgenamen, wier aantal naar de 1000 loopt,
hebben thans een vereeniging gesticht, terwijl
een commissie, bestaande uit de heeren K. Me-
demblik te Amsterdam, G. de Haas en J. Pa
ter te Laren, het contact met Reek onderhoudt.
In spanning wacht men thans op resultaat: de
meesten der erfgenamen kunnen de miliioentjes
best gebruiken!
In het mooie, oude kerkje van
Broek, waarvan de ranke torenspits
over het groene Waterland domineert,
ligt tusschen de zitplaatsen links van
den ingang een grafsteen. Sedert bijna
150 jaren dekt deze het stoffelijk over
schot van Huysvrouw Neeltje Cornelis
Paater en het is de schim van deze eer
zame of juister de schim van haar fa-
belachtigen rijkdom, welke van tijd tot
tijd gaat rondwaren onder de men
schen. Want al is Neeltje dood, zijn de
schatten, die zij bezeten moet hebben,
verstrooid of verteerd, gebleven is haar
herinnering in de begeerte van een
staag groeiende groep, die als „erfgena
men van Neeltje Paater" jaagt naar de
verdwenen millioenen.
De heel oude historie van deze Neeltje en
haar erfenis, waarmee een schaar nakomelin
gen van eenige generaties en in velerlei afstam
ming zich reeds bij voortduring heeft bezig ge
houden, is onlangs in een nieuw stadium ge
treden. Van heinde en ver, uit alle deelen des
lands en zelfs van over de grenzen zijn men
schen van allen rang en stand samengekomen
in Amsterdam, waar zij in een tweetal rumoe
rige vergaderingen hun familieband hebben be
kend. De strijdbijl is toen weer opgegraven en
een nieuwe gemeenschappelijke aanval inge
luid tot verovering van de hun toekomende
spoorloos verdwenen schatten.
Men heeft toen nog aan den Kerkeraad van
Broek verzocht het graf van Neeltje te mogen
openen. Zij zou in haar doodkist belangrijke do
cumenten hebben meegekregen. De Kerkeraad
weigerde echter in de kerk te laten graven, daal
de grafsteenen na den watersnood van 1916,
welke den bodem der kerk loswoelde, niet op
hun oude plaatsen zijn teruggevoegd. Waar
Neeltje precies rust zou dientengevolge niet
meer te zeggen zijn.
Want onder deze erfgenamen is een ge
heimzinnig man opgestaan als een oud-
testamentarische ziener of richter. Het is
de heer J. J. Reek uit de Van Spilbergen
straat in Amsterdam-West, die het vaan
weer hoog heeft geheven uit het stof der
vergetelheid en gewapend met in jaren van
onderzoek opgedane wetenschap, de vertwij
felde belanghebbenden voorgaat naar recht
en rijkdom. Nog slechts enkele schakels ont
breken den heer Reek, nog één stap scheidt
de erfgenamen van het begeerde doel. Ge
zamenlijk zal men nu trachten den beslis-
senden stap te zetten.
Wie was deze Neeltje, die thans nog, bijna
150 jaren na haar dood in het stille Broek, hon
derden in den lande in beweging brengt en tot
rumoerige bijeenkomsten inspireert?
Neeltje Cornelis Paater werd op 1 Februari
1730 geboren als laatste directe afstammelinge
Van een rijk Broeksch geslacht van kooplieden
en bierbrouwers. Zij had broers noch zusters en
erfde geheel alleen de fabelachtige rijkdommen
van haar familiebezit, bestaande uit groots
complexen pakhuizen en woningen te Amster
dam, landerijen en hofsteden door bijkans ge
heel Noord-Holland en vooral "een belangrijk
aandeelen-bezit in de Vereenigde Oost-Indi
sche Compagnie.
Betrekkelijk iaat zij was 38 jaar trouwde
Neeltje op huwelijksvoorwaarden met den 11
jaar ouderen Cornelis Comeliszoon Schoon.
Het huwelijk bleef kinderloos. Na den dood van
Schoon in 1778 leefde zij stil en teruggetrok
ken in haar woning in Broek in Waterland,
Waar zij op 8 Maart 1789 overleed.
Enkele dagen voor haar dood had Neeltje
Paater den notaris Gerrit de Ruijter uit Amster
dam bij zich ontboden en hem opdracht gege
ven haar testament te maken. Haar nabestaan
den, verre neven en nichten, die zich vreemd
genoeg blijkbaar niets aan de rijke tante
gelegen lieten liggen, kende zij niet. Zij be
noemde daarom een huisvriend, burgemeester
Corn. Koker van Broek, tot uitvoerder van het
testament. Hij ontving een groote som aan con
tanten en had daarvoor tot taak na te gaan
aan wie Neeltje Paaters rijkdommen moesten
Worden vermaakt.
Na Neeltjes dood viel echter een ge
heimzinnige duisternis over de erfenis. Be
langrijke papieren en documenten, betrek
king hebbende op Neeltje's bezit, bleken
spoorloos verdwenen. Uit het „Kerkeboek"
van Broek scheurde een onbekende hand
de bladzijden waarop Neeltje's familierela
ties stonden vermeld. Van een verdeeling
van de erfenis is dan ook practisch geen
sprake geweest. De roerende goederen, zoo
als goud, juweelen en aandeelen, zijn zelfs
nooit getaxeerd.
Er is een tegenstelling gemaakt tusschen
groote en kleine boeren. De organisatie heeft
altijd geëischt dat de kleine boeren worden
geholpen, evenals de groote. De Kath. bond on
dervond voor zijn verlangens bij andere organi
saties geen steun, wat de hulpverleening aan
den kleinen boer betreft. De actie van Bouman
e.a. komt ten nadeele van de heele crisispolitiek.
Het bestuur betreurt, dat die actie beteekent
een direct verzet tegen de richtlijnen van de
geestelijke overheid voor de sociale organisatie
en dat ze gericht is tegen de groote boeren.
De splitsing in organisatie van groote en kleine
boeren is in strijd met de belangen van den
heelen boerenstand. Er zijn waarborgen, dat de
belangen der kleine boeren voldoenden steun
krijgen in de organisatie.
Spr. wijst voorts op de verkeerde bemoeiing
van de regeering inzake de varkens. Het voor
stel om de Varkenscentrale af te schaffen kwam
niet van Ruyter, maar van den Kath. Boeren-
en Tuindersbond. Er zijn groote verliezen gele
den op het vleesch en spek. Dat geld uit den
boerenpot is verknoeid.
De baconbedrijven werkten voorheen met ver
liezen. Men wilde de bedrijven nog voor grof
geld overdoen aan de organisaties. Spr. noemde
typische staaltjes van wanbeleid op dit gebied.
De laatste poging van erfgenamen om hierin
licht te brengen dateert van 1931. De helder
ziende dame Mad. Sylvia opereerde in Noord-
Holland o.a. te Zaandam, op zoek naar het ver
dwenen goud en de juweelen van Neeltje, welke
toch ergens verborgen moesten zijn.
(Van onzen Weenschen correspondent)
Nu er althans oogenschijnlijk en voorloo-
pig eenige ontspanning is ingetreden in
de gespannen verhouding tusschen Ita
lië, Engeland en den Volkenbond en er zelfs
weer sprake is van proefbesprekingen om een
houdbare basis voor een compromis te vinden,
besprekingen, welke natuurlijk door Laval, die
zoo juist bij de Senaatsverkiezingen in Frank
rijk een groot persoonlijk succes heeft behaald,
worden geleid, dienen wij nog even terug te
komen op het Starhembergsche staatsgreepje in
Oostenrijk. De vorming van het tweede ministe
rie Schuschnigg-Starhemberg is niet zoo on
schuldig.als men in officieele kringen wel heeft
willen doen voorkomen. De bevolking werd plot
seling voor een fait accompli gesteld, al wisten
de ingewijden ook, dat er sinds eenige weken
gedacht werd over een reorganisatie van de re-
geéring. Men leefde in de overtuiging, dat er
van een hervorming van de regeering wel niets
meer zou komen, omdat men het onderling niet
eens kon v/orden. Men heeft zich echter ver
gist. De plannen bleken eensklaps rijp. Zooals
men Weet, streefde de Heimatschutz (Heimwehr)"
naar steeds grooteren invloed, om niet te zeggen
naar totaliteit, doch de Heimwehr was en is.
niet homogeen. Er bestaat een groote tegenstel
ling tusschen de zwaarbewapende Weensche
Heimwehr, waarvan tot voor een paar dagen
minister Fey de leiding had, en de nog sterkere
Heimwehr in de provincie, welke onder het be
vel staat van vice-kanselier vorst Starhemberg,
die in naam ook het oppercommando over alle
Oostenrijksche Heimwehren voert, een tegen
stelling, welke ook nu nog na den val van ma
joor Fey in werkelijkheid niet is overbrugd. Op
den dag der publicatie van het nieuwe kabinet
Schuschnigg-Starhemberg demonstreerde 25.000
man provinciale Heimwehr in Weenen en aan
deze demonstratie deed de Weensche Heimwehr
niet mee. Dit machtsvertoon der Starhemberg
sche troepen diende waarschijnlijk alleen om
de Weensche Heimwehr den lust tot tegenstand
te doen vergaan en naar buiten den indruk te
v,*ekken alsof de nieuwe regeering met groot
enthousiasme door Oostenrijk werd begroet. Dat
de van hun vereerden leider beroofde Ween
sche Heimwehr de vuist gebald in den zak
heeft gedragen, is niet te verwonderen. Het ziet
er echter niet naar uit, dat deze vuist uit den
zak zal komen.
Men hoopt nu op den duur een meer
eensgezinde en dus sterkere Heimwehr
te verkrijgen waarin alle andere gewa
pende formaties zooals de Sturmscharen, de
Freiheitsbund en de Turner moeten worden op
genomen. Het is mogelijk dat dit lukt. Veel zal
afhangen van de houding van de Weensche
Heimwehr, met name van den thans, politiek
geëxecuteerden Theresienritter majoor Fey, van
de houding der oorspronkelijk geprononceerd
katholieke Sturmscharen van Schuschnigg en
van de in den Freiheitsbund georganiseerde
christelijke werklieden. Schikken dezen zich ter-
wille van de discipline en het eene groote doel
in den nieuwen stand van zaken, dan is er een
groote stap in de door de regeering gewenschte
richting gedaan. Schikken zij zich niet, dan zal
er bloed vloeien. Schikken zij zich, maar niet
uit overtuiging en vrijen wil, dan zal de Heim
wehr niet één, maar drie, of misschien zelfs vier
ontplofbare vuurhaarden in den kelder hebben.
Het is de bedoeling van de Heimwehr de tota
liteit der jeugd te bewerken. Zij \Vil een zgn.
Heimwehrjeugd vormen. Niet alleen de school,
maar naast en na de school zal ook het Vader-
landsche Front respectievelijk de Heimwehr zich
met de opvoeding der jeugd bezig houden. De
opperleider van het Vaderlandsche Front, het
eenige politieke instrument van den staat, is
niet bondskanselier dr. von Schuschnigg, maar
Starhemberg, zoodat in het Vaderlandsche Front
de bondskanselier onder den vice-kanselier staat.
Het streven naar een staatsjeugd op grond
van het totaliteitsbeginsel sluit niet in, dat
de cultureele (christelijke) jeugdvereenigingen
ontbonden zullen worden, want dit zou lijn
recht in strijd zijn met het met het Vaticaan
gesloten concordaat, maar het sluit wel in, dat
de staatsjeugd op de eerste plaats den steun,
dat is practisch financieelen steun, van den
Staat zal krijgen. Dit kan groote gevaren met
zich meebrengen, indien de autoritaire Staat
niet stijf vast zou houden aan de zuiver chris
telijke beginselen, zooals die door Dr. Dollfuss
werden beleden en in practijk gebracht.
Kenmerkend voor de nieuwe regeering is
de vervanging van den oud-christelijk-
socialen minister van financiën, dr.
Buresch, door den juridischen raadsman der
Heimwehr, dr. Drauier, een veelzijdig man, fei
len tegenstander van den oud-christoelijk-
socialen president der Nationale Bank, dr.
Kienböck en trouw vriend van vorst Star
hemberg.
Dat de temperamentvolle verdediger der
boerenbelangen, de christelijk-sociale minister
Reither, politiek ten doode opgeschreven was,
wisten niet alleen ingewijden. Diens opvolger
in het nieuwe ministerie, dr. Strobl (over wien
onlangs in een correspondentie over de Oosten
rijksche Arbeiterbank werd geschreven) is zeker
'n goede keuze. De boeren zien minister Reither
niet graag gaan. Intusschen krijgt hij zijn oude
positie van gouverneur van het land Beneden-
Oostenrijk terug, terwijl minister Buresch in
het ministerie blijft als minister zonder por
tefeuille.
Zooals de boeren minister Reither niet graag
verliezen, betreuren de arbeiders het heengaan
van staatssecretaris Grossauer, die steeds eer
lijk voor de belangen van den werkman is op
gekomen. Diens opvolger Znidaric zal het niet
makkelijk hebben. Van den anderen kant moet
het in de kringen van de arbeiders, vooral
van de socialistisch gezinde, eenige voldoening
wekken, dat de held van de bloedige Februari-
revolte, majoor Fey, „erledigt" is geworden.
De vervanging van minister Karwinsky door
dr. Winterstein, is zeker niet zonder beteeke-
nis, maar lang niet zoo teekenend als de ver-
'vanging van den Weenschen Heimwehrleider
Fey door den provincie-Heimwehrleider Baar-
Barenfels. Voor den opbouw van de corpora
tieve maatschappij in den geest van „Quadra-
gesimo Anno" is de nieuwe minister prof. dr.
Dobretsberger (school MünchenGladbach)
zeker meer geëigend dan diens voorganger, de
Heimwehrman NeustadterStürmer.
Of het aanblijven van den Heimwehr-minis-
ter Berger—Waldenegg, als minister van Bui-
tenlandsche Zaken, al dan niet toegejuicht
dient te worden, is vooral sinds het uitbreken
van den Italiaansch-Abessinischen oorlog, een
kwestie van standpunt. De Heimwehr, welke
moreel en materieel door Italië wordt ge
steund, is de groote drijfkracht van den ge
prononceerd pro-Italiaanschen koers in Oos
tenrijk. En deze politiek is in Oostenrijk niet
populair en zal in Oostenrijk nooit populair
worden, allerminst na den aanval van Italië
op het onafhankelijke Abessinië. Ik, lees in een
veel verspreid strooibiljet: „Een staat, lid van
den Volkenbond, die een anderen staat, even
eens lid van den Volkenbond, met geweld van
wapenen aanvalt, zonder oorlogsverklaring,
heeft het recht verbeurd voor de onafhanke
lijkheid van een anderen staat, en dat nog wel
in naam van de Europeesche veiligheid, op te
treden. Wij protesteeren, dat een dergelijke
staat zijn gevechtsklare divisies aan onze
Zuidgrens opstelt onder voorwendsel, onze on
afhankelijkheid te verdedigen. Wie den vrede
breekt, heeft geen recht als verdediger van
den vrede op te treden."
De Oostenrijksche regeering verkeert in een
moeilijke positie. Zij wil de vriendschap met
Italië niet opgeven en is zich bewust daardoor
in oppositie te staan tegenover het overgroote
gedeelte van haar eigen volk.
Ook na de vorming van het tweede minis
terie SchuschniggStarhemberg blijft deze pro-
Italiaansche koers gehandhaafd. De Heimwehr
wil dezen koers en de Heimwehr is in 't minis
terie SchuschniggStarhemberg II niet zwak
ker doch sterker vertegenwoordigd dan in het
ministerie Schuschnigg I.
Het huis waarin Neeltje Paater
woonde, naar een teekening van
haar echtgenoot Cornelis Schoon.
De eenige betrekkingen die iets kregen, wa
ren een neef in den zevenden en een nicht in
den achtsten graad. Hun werden pakhuizen en
landerijen toegewezen. De overige bloedverwan
ten waaronder er heel wat dichter in de fa
milie waren, hadden het nakijken. Geen cent
werd hun uitgekeerd.
Generaties van erfgenamen hebben nadien
processen gevoerd, maar zonder succes. Wat
hun deel werd, was spot en hoon. Men voerde
zelfs een klucht op „De erfgenamen van Neeltje
Paater uit Broek in Waterland." Geleidelijk
raakte toen de geschiedenis, althans voor de
buitenwereld, in het vergeetboek.
Want wat de heele actie uiterst zwak
maakte: waar de zoo vurig begeerde
schatten vandaan moeten komen, wist
eigenlijk niemand en... weet nog nie
mand! Het eenige wat op den huidigen
dag als afkomstig van Neeltjes nalaten
schap valt aan te wijzen, is het Neeltje
Paaterfonds te Broek dat jaarlijks een
f 300 voor de behoeftigen van het dorp
uitkeert.
Op de voortgezette vergadering van den A. B.
T. B. te Arnhem werden nog een aantal af-
deelingsvoorstellen behandeld. Door Utrecht wa
ren o.m. de volgende voorstellen ingediend:
Gevraagd wordt te bevorderen, dat de re
geering door een bepaald aantal jaren behoor
lijke richtprijzen garandeert voor akkerbouw
producten. Gevraagd wordt dat de regeering
overgaat tot beperking der margarineproductie,
waardoor de verliesgevende export r.aar het bui
tenland kan worden stopgezet en de zuivelprjjs
op een behoorlijk peil komt.
De vergadering betuigde hiermede haar in
stemming.
De heer H. Ruyter, secretaris van den A.B.
T.B., hield een inleiding over het onderwerp:
„Crisispolitiek". De nieuwe minister van Land
bouw, aldus spr., heeft een anderen koers inge
slagen, Minister Deckers is pas een maand mi
nister en heeft nu reeds blijk gegeven van durf
en moed..
Degene, die oorzaak is van de agitatie en die
aanhanger is van de N. S. B., heeft een aan
stelling gekregen als hulpambtenaar van den
opsporingsdienst
Een ingenieur van onbesproken gedrag werd
zes dagen opgesloten in het huis van bewaring
en, na in een paar minuten gehoord te zijn,
vrijgelaten. Spr. liet tegen een en ander een
scherp protest hooren.
Van geen enkele crisisorganisatie gaat in
vloed uit op de te nemen maatregelen.
Spr. wijst er op, dat de boeren het zelf willen
doen onder toezicht der regeering. De commis
sarissen mogen dan slechts controle uitoefenen
en de regeering behoudt het veto-recht. Spreker
vraagt met nadruk om in de afdeelingen harder
te werken.
De dag werd beëindigd met een praatavond.
Vandaag werd de algemeene vergadering voort
gezet.
Bij het afzetten van een kraan viel de 34-
jarige arbeider A. Visser uit Zwanenburg op
de Suikerfabriek te Halfweg voorover, waar
door hij met het hoofd bekneld geraakte tus
schen muur en mengeltrog.
Aangezien de man zich zelf niet kon bevrij
den en zich niemand in de nabijheid bevond om
hem uit zijn hachelijke positie los te maken
moest de ongelukkige, die met het hoofd naar
beneden vast was blijven zitten, den verstik
kingsdood sterven.
Toen men Visser na eenigen tijd ging zoeken,
werd hij in den boven beschreven toestand aan
getroffen. Hoewel hij onmiddellijk werd bevrijd,
bleken de levensgeesten reeds te zijn geweken.
De gemeentepolitie nam het lijk in beslag, dat
later, nadat Mr. Andringa, Officier van Justitie
te Haarlem, ter plaatse een onderzoek had in
gesteld, weer werd vrijgegeven.
Visser was ongehuwd. Zijn lijk is overgebracht
naar de verbandkamer op de fabriek.
Nu echter is, zooals medegedeeld, een heer
Reek, van beroep bouwvakarbeider, maar sinds
jaren werkloos, in de kringen der belanghebben
den verschenen. Gedurende verscheidene jaren
heeft deze heer Reek uit liefhebberij onderzoe
kingen verricht in archieven en daarbij belang
rijke vondsten gedaan. Hij beweert thans, dat
Maandag werd in het gebouw „De Vereenigingte Nijmegen het congres geopend, georganiseerd door de Natio
nale R. K. Commissie voor Jeugdwerkloozenzorg. Een overzicht van de bestuurstafel tijdens de openingsrede
van Directeur Frencken