De autonomie der gemeenten FONGERS ENGELAND IN DE LUWTE jfr_ en nu heb ik nog kans op de extra f 50®.-! rsis&t PALMOLIVE Rijdende verkeerspaedagoog der K.N.A.C. ZADELHOFFl ONGEREGELDHEDEN BIJ COLPORTAGE IK fieb mijn gewonnen! ROOKWORST KOEKOEK EEN ZANG f T ras fiHi IN HET BELANG VAN EEN VEILIG VERKEER o DONDERDAG 24 OCTOBER 1935 Voorloopig verslag der Tweede Kamer over de begrooting van Binnenlandsche Zaken Bij de opheffing van het N.C.C. Volkslied en nationale vlag C olportage-excessen Gemeente financiën en salarissen Het Nationaal Crisiscomité KONINKLIJK BEZOEK AAN WERKKAMP H. M. de Koningin op ,,'t Wijde Veld" te Ede DE RIJNVAARTCLAUSULE Een geschil omtrent de evenredige vrachtverdeeling Slachtoffer van een motor-ongeluk Begrooting der P.T.T. De verhouding tusschen radio en pers Pers en radio GRONDVERSCHUIVING TE NIJMEGEN Bij de Waalbrugwerken Ook Baldwin laat vragen open Iedere automobilist moet zich van zijn groote verantwoordelijk' heid meer en meer door drongen voelen Veiligheid voor alles De bekende actrice mevr. Van KerckhovenKling is Woensdagavond in den Stadsschouwburg te Amsterdam gehuldigd ter gelegenheid van haar zilveren tooneeljubileum. De heer Ketelaar spreekt de jubilaresse toe namens het gemeentebestuur In het Voorloopig Verslag der Tweede Ka mer over de begrooting van Binnenlandsche Zaken voor 1936, dat thans verschenen is, wa ren vele leden van meening, dat ten aanzien van het bevorderen der goede zeden te weinig door de gemeentebesturen wordt verricht. Zij wezen op allerhande misstanden en uit wassen, welke zich op aan het strand gelegen plaatsen voordoen en verklaarden scherpere bepalingen ten aanzien van onwelvoeglijke kleeding en zonnebaden noodig te achten. Een lid maakte de opmerking, dat plaatselijke be sturen ten aanzien van het treffen van maat regelen, als hier bedoeld, veel te ver gaan. De hoop werd uitgesproken, dat de Minister de gemeenten ernstig zou aansporen met meer kracht de zedenverwildering tegen te gaan. Er waren leden, die het gewenscht achtten er bij de gemeentebesturen op aan te drin gen mede te werken tot beperking van het spelen en zingen van ons Volkslied. Deze leden achtten het in het belang van het kweeken Van eerbied voor ons Volkslied, dat dit niet bij allerhande openbare en feestelijke gelegen heden, vaak van onbeduidenden aard, wordt ten gehoore gebracht. Eenige leden vroegen, of de Minister zou willen bevorderen, dat al gemeen dan wel bij officieele gelegenheden de rood-wit-blauwe vlag ais de juiste Nederland- sche vlag wordt aangemerkt. Naar aanleiding van de ongeregeldheden, Welke zich hier en daar bij colportage voor doen, werd er van verschillende zijden op aangedrongen, dat de Overheid ten deze tegen elke terreur zal waken. Sommige leden stel den de vraag, of het niet wenschelijk zou zijn ten aanzien van het recht van colportage van Rijkswege algemeene normen te stellen. Thans wordt in de gemeenten op zeer uiteenloopen- de wijze gehandeld. Eenige andere leden drongen er op aan, dat van Rijkswege een colportageverbod in het leven zou worden geroepen, zoomede, dat een wettelijke bepaling zou worden tot stand ge bracht ter zake van het houden van optoch ten en demonstraties op den openbaren weg. Vele andere leden waren echter van oordeel, dat de regeling van het colporteeren, van op tochten en van demonstraties aan de hoofden van plaatselijke politie moest worden over gelaten. Van verschillende zijden werd gevraagd, of de Regeering nauwkeurige gegevens bezit om trent de z.g. weerorganisaties van de N.S.B. en of daaruit blijkt, dat deze willen treden op het terrein der Overheid, die als een van haar eerste plichten heeft het handhaven van de openbare orde en dat bij uitsluiting zelf heeft te doen. Opnieuw werd van verschillende zijden het beleid van den Minister tegenover de lagere organen, in het bijzonder de gemeenten, ter sprake gebracht. Vele leden, die overigens niet wilden betwisten, dat de financieele moeilijk heden onvermijdelijk invloed moesten oefenen op de verhouding tusschen de Regeering en de gemeentebesturen, bleven van oordeel, dat de Regeering te ver gaat met haar ingrijpen in het beleid van de gemeenten, zoowel bij het geven van algemeene voorschriften als van beslissingen, waarbij zij aan bepaalde ge meenten haar wil oplegt. Handhaving van de gemeentelijke autonomie heeft, zoo betoogden verschillende leden, al leen zin, indien de gemeenten werkelijk in staat zijn haar eigen zaken te regelen en te verzorgen. Ook deze leden onderschreven de wenschelijkheid, dat zoo lang mogelijk de zelf standigheid der gemeenten worde geëerbie digd. Aangedrongen werd op het vaststellen van algemeene richtlijnen voor de begrootingen, waaraan de Rijksaccountants zich zouden moe ten houden, en op het stellen van vaste rege len, waarnaar de noodlijdendheid zou worden vastgesteld. Verscheidene leden legden er den nadruk op, dat de boven besproken moeilijkheden voor namelijk het gevolg zijn van het feit, dat, binnen het kader van de regeling der finan cieele verhouding tusschen het Rijk en de ge meenten en van de verdeeling der kosten voor de werkloozenzorg, een groeiend aantal ge meenten, waaronder zeer groote als bijv. Rot terdam, buiten staat is de noodzakelijke uit gaven zelf te dekken. Er werd bezwaar gemaakt tegen de circu laire van 4 September j.l. door den Minister aan 200 gemeentebesturen gezonden, waarin op nieuwe salaris- en loonsverlagingen werd aangedrongen. Het werd door deze leden drin gend noodig geacht indien wordt voortgegaan met centrale beïnvloeding van de arbeidsvoor waarden van het personeel der lagere orga nen, over te gaan tot instelling van centraal overleg. Als voorbeeld van een niet juiste toepassing van art. 126 der Ambtenarenwet wezen enkele leden op den uitgeoefenden drang om de ge meenten te nopen, de huwende ambtenares niet kostwinster te ontslaan. Gevraagd werd hoe het thans met deze kwestie staat in die gemeenten, welke daartegen bezwaar hebben, zooals de gemeente Groningen. Verscheidene leden gaven te kennen, dat naar hun meening te ruim gebruik wordt ge maakt van de bevoegdheid der Kroon om be sluiten van gemeentebesturen te vernietigen wegens strijd met het algemeen belang. Opnieuw werd door verscheidene leden aan gedrongen op bevordering van samenvoeging van gemeenten. Vele leden zouden gaarne vernemen, wat de regeering voornemens is te doen wanneer in 't volgende jaar het Nationaal Crisiscomité zal zijn opgeheven. De aandacht werd gevestigd op het hooge bedrag, dat voor de uitkeeringen aan behoef tige Nederlanders in het buitenland benoodigd wordt geacht, n.l. f 1.900.000. Zij vroegen of door het verschaffen van minder werkgelegen heid hier te lande aan Duitschers en het te werk stellen in Nederland van thans in Duitsch- land gevestigde Nederlanders, het voor steun in Duitschland uit te geven bedrag niet be langrijk zou kunnen worden verminderd. Het initiatief voor dit bezoek was van H.M. zelf uitgegaan. Om precies half drie kwamen de beide ko ninklijke auto's voor den hoofdingang van 't kamp aan. Nadat de Kampcommandant, de heer D. Tamminga, in zijn gewone kamptenue aan Haar was voorgesteld, maakte H.M. een rondwande ling over het terrein van het kamp waarbij Zij de barakken en de huishoudelijke vertrekken in oogenschouw nam. Nadat H.M. in de conversatiezaal een kop thee had gebruikt, werden de auto's bestegen en ging de kleine stoet naar het eigenlijke werkobject, een kwartier rijdens verder het bosch in. Temidden van een groep jongens, die bezig waren met het egaliseeren van een weg hiel den de auto's stil en stapten allen uit. H.M. wandelde eerst den weg waaraan gewerkt werd af, om daarna terug te keeren en Zich met de jongens te onderhouden. Aan allen vroeg Zij, waar ze vandaan kwamen, welk vak zij be oefenden en hoe het hun hier beviel. Ook bij de andere groepen, die bezocht werden, deed Zij dit. Herhaaldelijk maakte H.M. daarbij opmerkingen over de werkloosheid in het be trokken bedrijf, of stelde vragen in verband daarmee. Het was treffend, hoe ongekunsteld zich dit alles afspeelde. De jongens, die pas op 't laat ste moment hoorden, wie hen kwam bezoeken, spraken op geheel ongedwongen wijze met hun Landsvrouwe. De meeste deden dit met gepaste vrijmoedigheid. Vooral als Zij zich met een groepje van hen tegelijk onderhield, was er van verlegenheid niets te bespeuren. Sommigen waren wat beduusd, vergaten hun pet af te zetten, zochten naar hun woorden of spitten ijverig voort tot vlak voor de voeten van H.M. Tegen half vjjf verlieten de auto's het ter rein van de werkverschaffing om zich weer naar 's-Gravenhage te spoeden. Woensdag heeft H.M. de Koningin een strikt onofficieel bezoek gebracht aan het werkkamp van „Jong Holland snakt naar Werk", georganiseerd door de Centrale voor Werkloozenzorg ,,'t Wijde Veld" nabij Ede. In de binnenscheepvaart bestaat reeds eeni- gen tijd een conflict tusschen de wettelijke be palingen inzake de evenredige vrachtverdeeling en de opvattingen omtrent de Rijnvaartclau sule. De Minister heeft in verband met een en an der onlangs bepaald, dat de laatstgenoemde clausule ook betrekking heeft op die vaarwegen, waar eb en vloed zich doen gelden, zulks dus ten dienste van de Rotterdamsche havens. Als gevolg hiervan valt het inladen in de Rotter damsche buitenhavens buiten de werkingssfeer van de Commissie inzake de evenredige vracht verdeeling. Doch een moeilijkheid is gerezen tengevolge van het feit, dat enkele schippers die in genoemde havens te Rotterdam goederen hadden ingeladen, deze naar elders in het land vervoerden, waarbij dus geen vergunning van de commissie voor Evenredige Vrachtverdeeling was verstrekt. Deswege is ook tegen een expeditie-onder neming uit Rotterdam verbaal opgemaa,kt, waarbij echter van de zijde der verdediging uiteen werd gezet dat het alleen gaat over het inladen van goederen en daarover de bedoelde commissie zeggenschap bezit, welke evenwel eindigt indien de goederen in het vaartuig aan wezig zijn. De w.n.d. kantonrechter te Delft, voor wien deze zaak heeft gediend, concludeerde Woens dag in zijn uitspraak dat de Rijnvaartclausule de werking van de wet op de Evenredige Vrachtverdeeling niet in den weg staat, en aan haar een voldoende ruimte is gelaten. En daar onder valt z.i. ook het vervoer in de vaarwegen zooals de Schie bü Delft, waar verdachte was bekeurd. De Rijnacte zou hierdoor buiten wer king worden gesteld op bedoelde vaarwegen. De verdachte werd veroordeeld tot f 30. boete subs. 15 dagen. De heer P. W. uit Amsterdam, die op 13 Oct. met zijn motor op de Van der Helstlaan te Bilthoven tegen een auto botste, is aan de be komen verwondingen in het St. Antonius- Ziekenhuis te Utrecht overleden. De toestand van zijn vrouw, die als duo passagier mede reed, is ernstig, doch niet zorg wekkend. f Verschenen is het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de begrooting van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Tele fonie voor het dienstjaar 1936. Ontleend is daaraan: Vrij algemeen sprak men er zijn voldoening over uit, dat de financieele resultaten van het bedrijf gunstig blijven. Aangedrongen werd op het langer openstellen van de hulppostkantoren ten plattelande op Zaterdag. Men drong aan op krachtige telefoniseering van het platteland. Aangedrongen werd op verlaging van het enkel voudige briefport in het binnenlandsch verkeer van 6 op 5 cent. Voorts achtte men het tarief van 10 cent voor celtelefoongesprekken te hoog. Verscheidene leden waren van oordeel, dat de Radio-contrölecommissie bij het schrappen van passages uit redevoeringen, die aan haar oordeel worden onderworpen, herhaaldelijk te ver gaat. Vele leden vroegen, in aansluiting aan de ten vorigen jare gevoerde discussie, of de minister reeds inlichtingen kan verstrekken over den stand van het vraagstuk van de ver houding tusschen Radio en pers. Verscheidenen leden was het bekend, dat de onderhandelingen tusschen de radiovereenigin- gen en de pers nog niet tot een bevredigende oplossing zijn gekomen. Dit werd betreurd en men vroeg welke bemoeiingen de regeering in dezen heeft gehad en of de minister van oordeel is, dat een bevredigende oplossing verkregen kan worden. Enkele leden vroegen, of de mi nister zich niet door een commissie zou laten voorlichten, alvorens stappen te doen. Door sommige leden werd opgemerkt, dat de omroepvereenigingen zich bij de exploitatie van haar bladen onnoodig hebben begeven op het terrein van de eeuwenoude dagbladpers en dat zij, dit doende, het feitelijke doel van de radio bladen uit het oog verliezen. Deze leden vroe gen den minister met nadruk te waken voor de belangen van de Nederlandsche pers, die in de wereldpers zulk een uitstekende plaats in neemt. Verscheidene leden vroegen of het juist is, dat tusschen de omroeporganisaties en de radiodistributiediensten ten opzichte van hun onderlinge verhouding overeenstemming is ver kregen en, zoo ja, of de minister bereid is tot de oplossing van deze reeds zoo vele jaren han gende quaestie zijn medewerking te verieenen. Eenige leden voegden hieraan toe, dat zij ver nomen hadden, dat het hoofdbestuur der P.T.T. zich tegen de verkregen regeling zou verzetten. Het komt nog al eens voor, dat er in de groote zanddammen, welke de verbinding vor men tusschen bruggehoofden en toegangswegen te Nijmegen grondverschuivingen ontstaan. Woensdag werd de arbeider V., uit Groes- btek, er het slachtoffer van. Hij raakte bekneld tusschen een kipkar en losgeraakten grond met het gevolg, dat hij een gecompliceerde been breuk kreeg en naar het St. Canisiusziekenhuis moest vervoerd worden. U houdi natuurlijk ook van i echte Geldersche Vraagt daarom Uw leverancier het merk DOETINCHEM l dan eerst smult UI Na Sir Samuel Hoare heeft nu ook de premier Baldwin in het Lagerhuis ge sproken en het is natuurlijk koekoek eén zang geworden. De nationale regeering in Engeland legt een overtuigende homogeniteit aan den dag, maar haar officieele uitlatingen zijn toch niet alle even zoo overtuigend geweest. Er zijn ook na de rede van Baldwin eenige be langrijke vragen blijven openstaan, vragen, die de oude toovenaar van Wales Lloyd George scherp en fel heeft geformuleerd en uitgespro ken. Naar de meening van Baldwin en van ge heel de Engelsche regeering bevindt Engeland zich thans na een periode van dreigende inter- nationaal-politieke stormen in de luwte, in zulk een luwe luwte, dat Engeland met een gerust hart ter stembus kan tijgen om er een nieuw parlement uit te blazen, vóór de internationale barometer weer hevig zal gaan schommelen, hetzij naar regen en wind, hetzij naar gunstiger weer. Waarop is deze meening gebaseerd? Op het feit, dat zoo er al ooit sprake is geweest van militaire sancties inzake het Italiaansch- Abessinisch conflict, deze thans definitief van de baan zijn? Maar Wat zal er dan gebeuren, wanneer de financieele en economische sancties, waartoe de Volkenbond op aandrang van Enge land besloten heeft en waarvan de toepassing nog niet eens afdoende gewaarborgd is door vele staten, niet toereikend zullen blijken om Italië te dwingen zich naar de internationale rechts regelen te gedragen? Zoowel Sir Samuel Hoare als Baldwin hebben gezegd vertrouwen te heb ben in de eventueele uitwerking van de even- tueele toepassing der financieele en economi sche sancties tegen Italië en de Volkenbond minister Anthony Eden heeft verklaard, dat men deze sancties niet moet onderschatten. Vanwaar dit vertrouwen op dit oogenblik, waarop nog niet eens vaststaat hoevele leden van den Vol kenbond bereid zullen zijn het sanctie-advies ook in de practijk op te volgen? Blijkbaar legt de Engelsche regeering de voorloopig nog slechts schijnbaar grootere geneigdheid van Mussolini om weer tot praten te komen uit als een bewijs voor diens beduchtheid voor de inwerkingtre ding van de maatregelen, waartoe Genève be sloten heeft. Italië staat er economisch en fi nancieel slecht voor. Het heeft den buikriem benauwend moeten aanhalen over de uit melk- wol vervaardigde uniform, want de oorlog in Abessinië verslindt wekelijks schatten gelds, ter wijl de Italiaansche troepen slechts met mond jesmaat kunnen knabbelen aan het steenharde rijk van den Negus. Het is dus mogelijk, dat het betrekkelijk zwakke sanctiestelsel, indien het tenminste toegepast wordt, en niet als een ver giet gaat lekken, op Italië onder de huidige om standigheden een sterken invloed zal uitoefenen. Maar die mogelijkheid nu reeds voor een zeker heid te houden, waarop de politiek der naaste toekomst hecht kan worden gefundeerd, lijkt zacht gezegd minstens lichtvaardig. Dat Musso lini bereid is een legerdivisie uit Lybië terug te roepen om uitdrukking te geven aan de tusschen Rome en Londen ingetreden ontspanning, be wijst o.i. alleen, dat Mussolini gaarne bevrijd wil worden van de hinderlijke en onaangename Engelsche pressie en dat de sterkte der Italiaan sche troepen in Lybië dus wel degelijk op een conflict met Engeland was berekend en niet op het in bedwang houden der inheemsche bevol king, zooals Italië steeds heeft beweerd. Uit deze geste van den Duce valt o.i. vooralsnog niet af te leiden, dat hij ook maar eenigermate van de doeleinden, wfclke hij zich met zijn veldtocht in Abessinië gesteld heeft, afziet. Wanneer Enge land alias de Volkenbond hem niet al te groote moeilijkheden in den weg legt, zal zijn veld- heersappetijt al etend net zoo goed kunnen toe als afnemen. Indien er momenteel van een luwte gesproken kan worden dan is het alleen een luwte, welke in Engeland en Italië wordt gevoeld. Merkwaardig is, dat Baldwin deze luwte thans uitspeelt als een motief om het houden van verkiezingen op 14 Novem ber a.s. te rechtvaardigen, terwijl het besluit de Engelsche verkiezingen aanmerkelijk te ver vroegen, reeds zoo goed als vast stond, lang voor er nog een uiterlijk teeken van luwte viel waar te nemen. Hoe weet Baldwin zoo zeker, dat op 14 November a.s. er nog luwte zal zijn? Weet de Engelsche regeering misschien, dat de sancties vóór dien tijd nog niet algemeen in werking zullen zijn getreden? Engeland zou dit kunnen weten, want Engeland heeft in Genève de touwtjes in handen gehouden, en er voort durend aan getrokken. Engeland heeft zijn politiek zoozeer vereenzelvigd met die van den Volkenbond, dat Baldwin alleen over een con flict tusschen Italië, Abessinië en den Volken bond heeft gesproken, waarvoor een regeling moet getroffen worden, welke alle drie deze partijen bevredigt. Dit vooropgesteld doet het eenigszins inconsequent aan, wanneer Baldwin verder prijzend gewaagt van een regeling, wel ke alleen maar den duur van den oorlog aan merkelijk zou bekorten of slechts de wereld zou bevrijden van de vrees voor een uitbrei ding van den oorlog. Hoe zulke regelingen met de eerst genoemde principiëele regeling te rijmen zouden zijn, zal Baldwin waarschijnlijk zelf alleen maar zien, indien hij het tenminste ziet. Italië is den oorlog in Abessinië begonnen en dient hem dus onmiddellijk te staken. De Negus zegt niet bereid te zijn om met Italië te onderhandelen, zoolang er nog 'n Italiaansch soldaat op Abessinisch grondgebied staat. Het Kelloggpact en het Volkenbondsprincipe verbie den erkenning van toestanden, welke met wa pengeweld zijn geforceerd. Hoe kan Engeland eventueel genoegen nemen met een regeling, waarbij alleen maar de uitbreiding van den oorlog wordt voorkomen? De Engelsche regee ring betracht op het oogenblik een opvallende gematigdheid en het lijkt ons niet onwaar schijnlijk, dat juist het feit, dat Engeland straks bij de verkiezingen zich over het al of niet handhaven van de nationale regeering zal gaan uitspreken, een der hoofdmotieven vormt voor den zachten pedaaltoon, welke thans van regeeringswege wordt aangeslagen. In Canada hebben de liberalen een opzienbarend succes behaald, en dat zal Baldwin cum suis wel het noodige te denken hebben gegeven. Zij hopen zich weer voor langen tijd vast in het zadel te kunnen zetten, vóór de oppositie sterk genoeg is geworden om hen eruit te lichten. Daarna? Ja, over de periode daarna heeft Baldwin woorden gesproken, welke nu niet zoo heel be moedigend zijn. Hij gewaagde van de mogelijk heid van nieuwe spanning en falen van den Volkenbond en logenstrafte daardoor eigenlijk min of meer hetgeen hij in den aanvang van zijn rede had betoogd. Dagelijks een dames- of heerenrijwiel (waarde f39.50) of f35.- contant en 50 waardevolle prijzen Eéns per maand: 500 gulden! Zoudt U niet graag een mooi Fongers rijwiel willen hebbengloednieuw, voorzien van prima banden en rem Een dames- of heeren model - net zoo U wilt. Of misschien verkiest U f35.- in contanten? Bovendien dingt U mee naar den extra prijs van f 500.- per maand. En 50 personen winnen dagelijks nog een spe- cialen prijs. Om deel te nemen aan dezen wedstrijd hoeft U slechts het volgende te doen: Palmolive biedt iederen dag een Fongers 4a (of f 35.-) aan voor den besten brief van den dag, waarin wordt gezegd waarom men Palmolive zeep verkiest. Op literaire waarde komt het niet aan het gaat veeleer om de goede idee. De brieven mogen niet langer zijn dan 30 woor den en zoon brief schrijven kan iedereen! U weet dat Palmolive de schoonheidszeep der wereld is en dat de olijf- en palmoliën die erin verwerkt worden de beste natuurlijke schoon- heicjs-middelen zijn. Ook weet U dat vrouwen, in alle landen der aarde, verklaren dat Palmolive méér dan zeep een schoonheids-middel is! Probeert U Palmolive nu ook, en schrijf ons dan waarom U ze verkiest. Met dien brief kunt U een mooien prijs winnen. Vergeet niet dat U zooveel antwoorden kunt inzenden als U wenscht. Schrijf ons Uw oordeel vandaag nog i LEES DEZE EENVOUDIGE REGELS: Ga naar Uw winkelier en koop drie stukken Palmolive zeep voor 37)4 ct. Van hem ontvangt U alle bizonderheden. 0 Schrijf ons in 30 woorden of minder waarom U Palmolive zeep verkiest. Vermeld ook den naam van Uw winkelier. Wij kijken niet naar literaire waarde - de beste idee zal winnen. Stuur Uw opgave naar Palmolive, Postbus 671, Amsterdam-C., onder bijvoeging van 3 zwarte banden van de Palmolive verpakking. Het staat ieder vrij zoo vaak in te zenden als hij wil. Voor iedere inzending 3 zwarte banden bijvoegen. Dagelijks: een rijwiel en 50 extra prijzen. Hoofdprijs: ééns per maand van f 500.- bi9rt Weggebruikers, die zondigen tegen de ge schreven of ongeschreven wetten van een vlot en veilig verkeer, zou men in drie groepen kun nen verdeelen: de onervarenen, de onopletten- den en de onverschilligen. Voor de laatste ca tegorie is geen ander kruid gewassen dan scherpe politie-maatregelen, omdat die onverschillig heid een vorm is van onwil, voortspruitend uit verregaand egoïsme. Maar naar we mogen ver onderstellen, staat het anders met hen en zij zijn talrijk die onwillend en onwetend de regels van het soms niet eenvoudige, moderne verkeersspel overtreden, hetzij wat hun manier van rijden, hetzij wat de uitrusting van hun voertuig betreft. Zij zullen volkomen geneigd zijn de dwalingen huns weegs in te zien, te her stellen en tegen recidive te waken, wanneer zij slechts op doeltreffende en gepaste wijze op die tekortkomingen opmerkzaam worden gemaakt. Het is tot deze categorieën „verkeerszondaars", dat de K.N.A.C. zich richt met de concrete uit voering van een geheel nieuw idee: de Rijdende Verkeerspaedagoog. In het kader van de door haar georganiseerde Vijfde Jaarlijksche Veiligheidsweek laat de K.N.A.C. in de groote steden en op de drukke buitenwegen een auto rijden, welke speciaal tot het geven van verkeersadviezen is ingericht adviezen van algemeenen aard, gericht tot iede ren weggebruiker en toegediend, niet in de cou rant, niet in een voordracht, maar op d e n weg verzoeken tot één bepaalden weggebrui ker, hem overgebracht op het goede psycholo gische moment: het tijdstip, waarop hij door onnadenkendheid een verkeersfout begaat, of juist heeft begaan! Boven op den auto is een toestel aange bracht, dat het mogelijk maakt, elk gewenscht exemplaar van een aantal borden met korte, kernachtige adviezen van verkeerstechnischen aard tusschen twee vaste borden te brengen. De bovenste der twee permanente teksten luidt: De K.N.A.C. verzoekt U; de onderste die onder het verwisselbare bord Dank U! De bediening van het bordenstelsel, licht en rammelvrij uitgevoerd en stof- en waterdicht in een kast gesloten, geschiedt met behulp van een staal-kabel-systeem van de voorste passagiers zitplaats af; elk bord kan „a l'instant" worden geheschen en weer in ruststand gebracht. De kast boven op 't dak en de verwisselbare borden achter haar glazen vensters, dragen de op schriften op voor- en achterzijde en het geheel, in sprekende kleuren geschilderd en 's avonds helder verlicht, zal niet nalaten zoowel van te genliggers als van achterliggers de gewenschte aandacht te trekken. Wanneer de proef met den „rijdende Verkeers paedagoog" tijdens de a.s. Veiligheidsweek aan de verwachting voldoet en de loyale mede werking van het publiek kan daartoe niet wor den gemist zal worden overwogen dit opbou wend werk te continueeren, eventueel daaraan uitbreiding te geven. Men wil de weggebruikers er telkenmale aan herinneren, dat verkeersveiligheid alleen kan worden bereikt, door steeds indachtig te zijn, dat iedereen moet meewerken om de voor naamste verkeersregels stipt in acht te nemen. Het is evenwel niet voldoende, dat uitsluitend de bestuurders van motorrijtuigen zich aan de regels van den weg houden. Ieder weggebruiker moet daartoe meewerken en het zijn vooral de fietsrijders en voetgangers, waarop thans een beroep gedaan wordt, om méér dan voorheen, ook uit een oogpunt van welbegrepen eigenbe lang, daar aan mee te willen helpen. Er vallen dagelijks slachtoffers van het snelverkeer en hoewel het ieders streven is deze zooveel mo gelijk te beperken, zal het in deze eeuw, waarin alles is ingesteld op „tempo" en snelheid, wel een utopie blijven om te geraken tot een verkeer zonder ongevallen. Wanneer echter iedere weggebruiker het zijne er toe wil bijdragen om te komen tot een be tere en stiptere verkeersdiscipline, waarbij het gezond verstand den alles beheerschenden factor vormt, dan zal het streven der K.N.A.C. door het organiseeren van een Veiligheidsweek in Nederland, het gewenschte succes kunnen heb ben. Geen tijdstip is daartoe beter geschikt dan dat van den herfst, als overgang tot den winter. Het zijn niet alleen de automobilisten en be stuurders van bedrijfsauto's, die in dezen tijd van het jaar de kans loopen van de grootere gevaren van slippen op natte wegdekken, extra glibberig geworden door straatvuil en gevallen bladeren. Ook de motorrijders en fietsrijders loopen meer risico dan in de 'afgeloopen maan den door ongevallen tengevolge van regen en storm, waardoor de tweewielers eerder dan vier wielige voertuigen het stuur kwijt raken en zoo doende in botsing met andere weggebruikers kunnen komen. Wie zijn verstand gebruikt, zal onder dergelijke omstandigheden minder risico nemen en derhalve het rijtempo verlangzamen om zoodoende meer tijd te hebben voor het uitvoeren van een, door de omstandigheden noodzakelijk geworden, veiligheidsmaatregel. De een zal zich beveiligen door sterk remmen, de ander door maar even af te springen om een botsing te vermijden. Sterk remmen op natte wegdekken is altijd een gevaarlijke manoeuvre, onverschillig of men het met een auto, motor fiets of een rijwiel ten uitvoer brengt. Het ge voel voor eigen behoud leidt er toe het nood lot niet te trotseeren en daarom het rijtempo te verlangzamen, zoodra de straten door een re genbui gevaarlijk glad zijn geworden. Al zijn de remmen nog zoo goed in orde, de banden nieuw, geadériseerd of van een speciaal niet slippend Ioopvlak voorzien, het gevaar dreigt overal. De automobiel neemt in het verkeer zulk een voorname plaats in, dat ook de automobi list zich van zijn groote verantwoordelijkheid en zijn bijzondere verplichtingen tegenover alle andere weggebruikers meer en meer doordron gen moet gaan voelen. Bij het organiseeren van deze Veiligheidsweek is de K.N.A.C. dan ook van de gedachte uitgegaan, dat op automobilis ten de plicht rust zooveel mogelijk mee te wer ken om een grootere verkeersveiligheid te hel pen bevorderen. Het zich stipt houden aan de regels van den weg en de wettelijke verkeers- voorschriften, die eigenlijk niets anders beoogen dan de wederzijdsche eerbiediging van elkan ders rechten te waarborgen, zal daartoe in hoo ge mate meewerken. Hoezeer echter ook auto mobilisten er toe kunnen bijdragen het aantal ongevallen zooveel mogelijk te helpen beperken door het geven van een goed voorbeeld, toch kan een verhooging van de veiligheid op den weg slechts worden verkregen, indien alle weggebruikers, dus ook fietsrijders en voetgan gers, steeds de leus: „Veiligheid vóór alles" indachtig zijn.... en ook dienovereen komstig handelen!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5