De economische politiek der
regeering
BLUE BAND
Met twee kameraadjes <öp avontwremreis
a
10e Dubbelgangster I
VOORLOOPIG VERSLAG
DER RIJKSBEGROO
bij de visch!
DONDERDAG 24 OCTOBER 1935
Het volksinkomen en het volks
vermogen zijn sedert het begin
van de crisis zeer belang
rijk gedaald
Vergrooting van werk
gelegenheden
Waardeering voor het
regeeringsbeleid
De vaste lasten
Het plan van S.D.A.P.
en N.V.V.
Industrialisatie
Vervanging van contin-
genteeringen
De stijging der staatsschuld
Belastingverzwaring
I M
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Verschenen is het Voorloopig
Verslag der Tweede Kamer over de
Rijksbegrooting voor 1936. Aan de
algemeene beschouwingen hiervan
is het volgende ontleend:
Nu eerst kort geleden bij de hervatting van
de beraadslagingen over het wetsontwerp tot
verlaging van de openbare uitgaven m de Ka
mer uitvoerig van gedachten gewisseld is over
de jongste kabinetscrisis, haar oplossing en
den daardoor ingetreden staatkundigen toe
stand. was men vrijwel algemeen van oordeel,
dat het weinig zin heeft daaromtrent opnieuw
omvangrijke besprekingen te houden.
Verscheidene leden wenschten niettemin op
te merken, dat huns inziens de in September
gehouden debatten wel hebben aangetoond dat
de tegenstellingen, die in Juli zulk een spanning
veroorzaakten, geenszins hebben opgehouden te
bestaan
Er dient dan rekening mee gehouden te wor
den, dat de spanningen opnieuw kunnen toe
nemen en zelfs tot een herhaling van het con
flict kunnen leiden.
Enkele leden zouden, hoewel ook zij geen be
hoefte gevoelden de jongste kabinetscrisis uit
voerig te bespreken, toch gaarne een antwoord
ontvangen op de vraag, in hoeverre het pro.
gram van dit kabinet verschilt van dat van
het vorige.
Verscheidene leden, hoewel de moeilijkheden,
waarmede het kabinet als gevolg van de econo
mische omstandigheden heeft te worstelen
geenszins onderschattend, verklaarden tegen
het gevoerde Regeeringsbeleid overwegend be
zwaar te hebben. Zij quaiificeerden dit beleid
als eenzijdige aanpassingspolitiek Deze politiek
wekt in breede kringen van de bevolking moe
deloosheid. waardoor velen een prooi worden
van extremistische opvattingen.
Verscheidene leden spraken daarentegen
voor het door de Regeering gevoerde beleid
zonder zich daarmede overigens op elk punt
te kunnen vereenigen, groote waardering uit.
Zh achtten het in hooge mate onbillijk, de
regeering verantwoordelijk te stellen voor den
slechten economischen toestand.
Algemeen was men van oordeel, dat de
economische toestand van ons land sedert
het vorige jaar nog slechter geworden is.
De verlaging van de productiekosten zou, zoo
meenden verscheidene leden, verkregen diener.
te worden door een samenstelling van wette
lijk e maatregelen. Bij gebrek daarvan zal huns
inziens aan devaluatie niet te ontkomen zijn.
Sommige leden, waarbij zich eenige anderen
aansloten, kwamen er met kracht tegen op, dat
zij, die voorstanders zijn van devaluatie, door
de Regeering worden gedisqualificeerd op een
wijze als dat geschied is in de rede van den
minister-president bij de hervatte behandeling
van het bezuinigingsontwerp.
Zij wilden nogmaals als hun stellige meening
uitspreken, dat devaluatie in 's lands belang
noodzakelijk is.
Vele andere leden kwamen nogmaals tegen
deze beschouwingen op, en verklaarden, zonder
thans hun argumenten op dit punt te willen
herhalen, in devaluatie geen heil te zien.
Enkele leden meenden de opmerking niet
achterwege te mogen laten, dat maatregelen
tegen een verder afvloeien van goud noodza
kelijk zijn.
Verscheidene leden meenden, dat de vaste
lasten een belangrijke verlaging zullen moeter.
ondergaan, mede omdat zij een grootere betee-
kenis hebben dan de regeering daaraan toe
kent. De minister-president heeft gezegd, dat
de vaste lasten gemiddeld 20 pCt. uitmaker
van de productieprijzen. Dit is een cijfer van
1932. steunende op onvoldoende gegevens. Ech
ter is sinds 1932 de verhouding tusschen de
vaste lasten, de kosten van grondstoffen en
de loonen zeer veranderd.
Van verschillende zijden werd er op gewe
zen, dat het streven der regeering naar aan
passing aan een lager kostenpeil wordt door
kruist door allerlei maatregelen, die de strek
king hebben de kosten van het levensonderhoud
te verhoogen.
Verscheidene leden waren van oordeel, dat
voor een economisch herstel een diepgaande
hervorming op economisch gebied nooozakelijk
is, welke aan de arbeidende klassen bestaans
zekerheid waarborgt en de mogelijkheid biedt
eer behoorlijk levenspeil te bereiken.
Wat ons land noodig neeft, zoo meenden deze
leden, is het met kracht aanvatten van een
positieve welvaartspolitiek. Een zoodanige poli
tiek zagen zij in net door S.D.A.P. en N V.V
or tworpen „Plan van den Arbeid".
Van verschillende zijden werd -erkend dat
een plan als het hier geschetste niet zonder
nauwgezet onderzoek mag worden afgewezen
Er werden evenwel door verscheidene leden
ernstige bezwaren tegen aangevoerd. Hun hoofd
bezwaar was dat het plan indien men aan
neemt dat het mogelijk zal zijn de benoodigde
bedragen te leenen enorme lasten op de toe
komst zal leggen, zonder dat ook maar eenigs-
zins vaststaat dat ons land in de toekomst die
lasten zal kunnen dragen.
De schuldenlast van het Rijk zal, indien de
chiers, door de voorstanders van het pian me
degedeeld, Juist zijn in drie jaren tijds met
me er dan t 450 millioen stijgen.
Verscheidene lsden noemden voorts de tot
dusverre met het Werkfonds verkregen resul
taten teleurstellend en herhaalden de reeds
vroeger meermalen geuite klachten over de
trage werking van het Werkfonds.
Ook waren verscheidene leden van meening.
oat het bedrag van 60 millioen zoo spoedig
mogelijk verhoogd dient te worden.
Met betrekking tot de bevordering der in
dustrialisatie en industrie-financiering betreur-
der verscheidene leden, dat de regeering zoo
veel kostbaren tijd heeft laten verloren gaan
Ni. dient in ieder geval op korten termijn te
worden gehandeld. Zij drongen dan ook op
grooten spoed in dezen aan.
Andere leden hadden tegen industrie-finan-
tptz do piatiiaAO ap uba d[nqaq fout Sutwio
zeli geen bezwaar. Zij stelden echter de vraag,
weike de verschillen zijn tusschen de nu in uit
zicht gestelde maatschappij voor industrie
financiering en de nog in November door de
regeering met kracht afgewezen centrale in-
oustriebank Deze leden verwachtten van cen
tralisatie in dezen weinig goeds; zij gaven aan
regionale industriebanken de voorkeur
Verscheidene leden zouden uitbreiding van
de nijverheid hier te lande voornamelijk van
vee", belang achten, indien daardoor vermeer
dering van uitvoer kon worden verkregen, om
dat hierdoor vooral reëele vergrooting van de
koopkracht des volks zou worden bereikt. Deze
leaen drongen er dan ook bij de regeering op
aan. den uitvoer zooveel mogelijk te bevorde
ren.
Ook drongen andere leden aan op het ver
leunen van exportcredieten.
Voorts werd er van verschillende zijden bij
de regesring op aangedrongen het vinden van
nieuwe afzetgebieden voor Nederlandsche pro
ducten zooveel mogelijk te bevorderen Onder
de afzetgebieden, welke voor ons land "an nog
meer belang kunnen worden, neemt Rusland,
naar verscheidene leden meenden een van de
eerste plaatsen in. Deze leden betreurden dat
de regeerxng dit land nog steeds niet officieel
heeft erkend.
Ten aanzien van het in uitzicht gestelde on
derzoek betreffende de geleidelijke vervanging
van de contingenteeringen door andere maat
regelen tot steun aan het bedrijfsleven, meen
den verscheidene leden reeds bij voorbaat te
moeten waarschuwen tegen vervanging der
contingenteeringsmaatregelen door invoerrech
ten. Deze hebben immers een prijsverhoogende
tendenz, welke aan contingenteeringen niet
eigen behoeft te zijn.
Verscheidene andere leden meenden daaren
tegen, dat vervanging van contingenteerings
maatregelen door heffingen aan de grens in
meer dan een geval een verbetering zal betee-
kenen.
Komende tot het financieel beleid der
regeering, werd algemeen het oordeel uit
gesproken. dat de financieele toestand des
Rijks een somber beeld vertoont. Dit is on
vermijdelijk, zoolang de economische toe
stand hier te lande blijft achteruitgaan, en
dat dit het geval is, achtte men niet voor
tegenspraak vatbaar.
Hoe snel de financieele toestand slechter
wordt, leeren, zoo merkten verscheidene leden
op, de cijfers van de nadeelige saldi, welke de
regeering in den loop van dit jaar heeft ge
raamd.
De thans ingediende begrooting voor 1936 is
formeel sluitend gemaakt op papier. Vele leden
waren echter van oordeel, dat zij in werkelijk
heid geenszins sluit.
Het tekort is in den loop van dit kalender
jaar steeds groot er geworden. Sommige leden
knoopten aan deze beschouwingen de opmer
king vast, dat nog veel ingrijpender bezuini
gingen vereischt zijn.
Verscheidene andere leden betoogden, dat de
regeering voor de volkshuishouding moet doen
wat in haar vermogen ligt. doch haar beleid
moet er tevens op gericht blijven, de juiste ver
houding tusschen volkshuishouding en publieke
huishouding, ook wat de financieele zijde daar
van betreft, in het oog te houden en te her
stellen.
Verscheidene leden, die den financieelen toe
stand van het Rijk zorgwekkend noemden, ves
tigden vooral dp aandacht op de voortdurende
stijging van de staatsschuld.
Opgemerkt werd, dat op den duur art. 177
der Grondwet zal moeten worden geschrapt
teneinde de schulden van den staat te kunnen
verminderen.
Zij achten het niet rechtvaardig, dat de
uitgaven ten behoeve van degenen die den
staat geld geleend hebben, niet verlaagd zou
den mogen worden, doch betalingen aan hen
die voor den staat arbeid verrichten wei.
Bij de bespreking van de aangekondigde be-
lastingverhooging wilden verscheidene leden er
allereerst op wijzen, dat er met betrekking tot
dit punt een ernstige wending in de politiek
der regeering is gekomen.
Nog slechts enkele maanden geleden verklaar
de het vorige kabinet met groote stelligheid, dat
elke belastingverhooging ui gesloten moest wor
den geacht en belastingverlaging economisch
urgent was. Thans kondigt zij belastingverzwa
ring aan, terwijl de economische toestand nog
verder is achteruitgegaan.
Bij vele andere leden had de aankondiging,
dat de regeering belasting-verzwaring onver
mijdelijk acht. ernstige teleurstelling gewekt
Deze gaat rechtstreeks in tegen de door de re
geering gevolgde aanpassingspolitiek. De hoofd
vraag is, of verdere belastingverhoogingen eco
nomisch nog wel te verantwoorden zijn; zil
vestigden er de aandacht op, dat in geen geval
RBI64-A
mag worden overgegaan tot belastingverhoo
gingen, welke de moeilijkheden van het be
drijfsleven nog verder zouden vergrooten
Voorts werden in het bijzonder bezwaren ge
uit tegen de voorgenomen verhooging van de
Omzetbelasting.
Een aantal leden verklaarde de voorkeur te
geven aan het invoeren van een vrijgezellen
belasting of aan verhooging van bestaande De-
lastingen voor vrijgezellen.
Met de voorgestelde belasting op buitenland-
sche pleizierreizen kon men zich algemeen in
beginsel vereenigen.
De voornemens der regeering met betrek,
king tot de ambtenaarssalarissen ontmoetten
bij verscheidene leden ernstige bedenking.
Verscheidene leden verklaarden overwegend
bezwaar te hebben tegen de plannen der re-
geering tot het invoeren van een verlaagd
„jeugdsalaris" voor jeugdige ambtenaren, on
derwijzers en werklieden.
Een regeling als die, welke de regeering
Den volgenden dag kwam er een reus van
een kerel binnen met een woesten baard. Hij
had echter vriendelijke oogen en de kinderen
waren niets bang voor hem. Toen begon hij
te spreken en hij sprak zoowaar Duitsch,
dat Piet thans aardig verstond. Hij nam
Wietje op zijn schoot.
Pietje ging ook bij hem staan en vertelde
toen hun lotgevallen aan den man, die be
langstellend toeluisterde en af en toe eens
meewarig met zijn hoofd schudde toen hij
hoorde wat de kinderen al meegemaakt had
den.
Daarop vertelde de man dat hij Hermann
heette, en wegens een vergrijp in het werk
kamp terecht was gekomen. De dwangarbei
ders moesten door de bergen een tunnel bo
ren. een vreeselijk karwei. Het waren allen
ruw'a klanten. Ontsnappen was niet mogelijk,
want overal stonden gewapende soldaten op
post. Hermann had zelf een vrouw en twee
lieve kinderen, daarom had hij zich ook
dadelijk tot Piet en Wietje aangetrokken ge
voeld.
voornemens is thans in te voeren, zal, naar het
oordeel dezer leden, tot een grooten socialen
misstand leiden. Volwassen ambtenaren en
werklieden zullen jarenlang moeten wachten
eer zij een huwelijk kunnen sluiten. Van meet
af aan zullen de huwelijken verarmd zijn.
Wat het buitenlandsch beleid betreft werd
door zeer vele leden ingestemd met de rede,
welke de minister van Buitenl. Zaken te Ge
neve gehouden heeft.
Verscheidene leden hadden het echter beter
gevonden als de regeering zich eerst overtuigd
had van het gevoelen der volksvertegenwoor
diging.
Algemeen werd naar aanleiding van de me-
dedeeling in de Troonrede, dat de regering in
dit zittingsjaar voorstellen aanhangig zal ma
ken tot wijziging van sommige bepalingen der
Grondwet, de vraag gesteld, welke bepalingen
van die wet de regeering in een herziening wil
betrekken, en met welk doel en in welken geest
zij de wijziging daarvan voorbereidt.
Verscheidene leden wilden reeds thans als
hun meening te kennen geven, dat de onrustige
tyd, waarin wij thans leven, met zijn velerlei
onevenwichtigheden, ook op staatkundig ter
rein, voor een grondige revisie van onze hoog
ste Staatswet weinig geschikt is. Mochten er
echter bepaalde belangrijke punten zqn die een
herziening urgent maken, dan zouden zij be
reid zijn, aan een partieele herziening mede te
werken.
Weer anaere leden waren van oordeel, dat
het beter zou zijn een commissie te benoemen,
gelijk ook bij vorige wijzigingen is geschied, aan
welke zcu kunnen worden opgedragen, op wel
ke punten de Grondwet herziening behoeft
Eenige leden, die den tijd voor een Grond
wetsherziening gekomen achtten, zouden deze
willen gebruiken teneinde extremistische re-
volutionnairen uit de Volksvertegenwoordiging
te kunnen weren.
Zeer vele leden, van oordeel, dat de
Overheid, en zij alleen, behoort te beschik
ken over de machtsmiddelen ter handha
ving van de openbare orde, hadden met
instemming kennis genomen van de mede-
deeling, dat de regeering een wetsontwerp
zal indienen ter voorkoming van partiou-
nere machtsvorming op het terrein van de
Overheidstaak. Van verschillende zijd-u
werd op spoedige indiening aangedrongen,
mede om een einde te kunnen maken aan
op dit gebied reeds ontstane misstanden
Een aantal leden, van oordeel, dat de toe
stand op het gebied der particuliere machts
vorming ernstiger is dan de regeering zich
blijkbaar voorstelt, verklaarde in het optreden
van de N. S. B„ zoowel door haar weermiddelen
als door haar publicaties, een ernstig gevaar
voor den Staat te zien. Deze leden drongen
aan op een verbod van het orgaan „Volk en
Vaderland" Waarin de ministers der Kroon op
de ergerlijkste wijze worden beleedigd.
Verscheidene leden verklaarden in hooge
mate onvoldaan te zijn over het antwoord van
den minister van Koloniën op de schriftelijke
vragen van den heer Albarda betreffende de
ontvangst van den leider der N. S. B. door den
Gouv.-Gen. van Ned. Indië.
Verscheidene leden, thans afziende van de
vraag, of de bedoelde ontvangsten al dan niet
hadden moeten plaats hebben, achtten het
standpunt, door den minister van Koloniën in
genomen. dat het uitsluitend aan den G. G.
staat om uit te makM welke personen hij
wenscht te ontvangen, in zijn algemeenheid on
juist. Het optreden van den G. G. in dezen
beschouwden zij als een essentieel onderdeel van
het algemeen regeeringsbeleid in Indië, waar
voor de regeering verantwoordelijk is tegenover
de Staten-Generaal.
De aankondiging in de Troonrede van bijzon
dere voorzieningen in zake de middelen tot ver
dediging van het Koninkrijk was door vele le
den met instemming begroet. In het bijzonder
dachten zij daarbij aan de maritieme verdedi
ging van Ned. Indië, welke h. i. dringend ver
sterking behoeft. Ook uit het oogpunt van werk
verschaffing achtten sommige leden versnelden
vlootbouw aanbevelenswaardig. Daarna werd
door sommigen ook aangedrongen op verhoo
ging van het contingent hier te iande, mede ter
beteugeling van de werkloosheid onder de jeugd,
waartegen anderen aanvoerden, dat uitbreiding
van het contingent zonder gelijktijdige sterke
uitbreiding van het materieel geen zip zou heb
ben.
Dij een ongeval met
I 17 ARnNNP'^S op dit blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen C 7KA blJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door T7 *7Kfl
f~\ I 'B rllJV/lill Lj kJ ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerineen T verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen 1 ÜU#B doodelijken afloop
FOPA bij verlies van een hand
»m een voet of een oog
door Charles Garvice
36
„En het meisje?" vroeg Redmayne ernstig,
„Was verdwenen. Ik liet nasporingen doen
en hoorde, dat een liefdadige dame zich haar
lot had aangetrokken en dat ze in goede han
den was. Tk liet het daarbij. Veroordeel mij
als ie wilt."
„Er is in mijn hart geen plaats voor ver
wijt of veroordeeling, Mersia; het is te vol
medelijden." zei hij.
„Ik heb me niet volkomen harteloos gedra
gen zei Mersia. „Hoe zwaar haar moeder ook
jegens mij gezondigd heeft, zij was mijn vrouw
Ik heb een verklaring achtergelaten, een vei-
slag van mijn eerste huwelijk en een motivee
ring van mijn verdere handelwijze. Die zal qa
mijn dood in handen van mijn wettige doch-
te- komen, als je dat wenschelijk oordeelt Ik
leg een zwaren last op je schouders Red
mayne, maar ik smeek ,'e. dien te willen dragen."
Hjj stond op. ging naar zijn bureau, sloot
he; open. raakte een veer aan. waardoor een
geheime lade opensprong en nam er een bun
deltje papieren uit.
„Hier is de verklaring, tezamen met de
huwelijksacte en het geboortebewijs van het
kind. Ik zal ze nu weer op hun p'a"ts leg
gen. Dit is de sleutel." Hij toonde hem aan
zijn sleutelring. „Na mijn dood zul ie de
papieren vinden, tenzij ik toch nog oesiuit,
mijn geheim met me mee te nemen. In dat
geval zal ik de papieren verbranden en JU,
Redmavne, zult alles vergeten, wat ik je ver
teld heb."
Hij liep langzaam terug naar zijn stoel.
„Nu weet je, Redmayne, waarom ik mijn
toestemming weigerde voor een verloving tus
schen Terence en Irene, waarom ik zoo opge
wonden was d'en dag. dat hij b'j me was ge
weest. Dat huweMjk kan nooit p'aats hebben
Het zou een onver?ntwoordelijk bedrog zijn
Irene kan nooit trouwen, tenzij met een man,
d'e de volle waarheid kent.
Is alles je nu volkomen duide'ijk, Redmayne?
Heb je het kunnen verwerken?" vroeg
Mersia.
„Nog niet," antwoordde hij. „Ik moet tijd
hebben om na te denken. Alles is zoo inge
wikkeld, de belangen der verschillende par
tijen zijn zóó wonderlijk met elkaar verwe
ven, dat ik op het oogenblik nog geen ritweg
zie, die in alle opzichten rechtvaardig zou
blijken."
„Rechtvaardig!'' zei Mersia. „Als ie mijn
wettige dochter recht laat wedervaren, ver
woest je het leven van Irene, mijn lievelings
kind. Als je Irene toestaat, haar plaats in de
wereld te bliiven innemen, haar naam. haar
rang ais mijn wettige dochter te behouden,
laat je het onrecht, dat ik aan de andere be
ging, voortduren. Door mijn dwaasheid en
zwakheid heb ik het leven van die twee
meisjes vernietigd ik, hun vader!"
„U bent te hard voor uzelf." zei Redmayne
met zijn diepe stem. „U hebt geen misdaad
begaan u werd bedrogen. Uw lot is onver
diend wreed geweest. Mersia, ik zeg u dat,
als ik in uw plaats was geweest, ik juist zoo
zou gehandeld hebben als u gedaan hebt. Ik
had het Irene niet kunnen vertellen.
Mersia stond op en stak zijn handen uit
en Redmayne greep ze vest in de zijne. Voor
het eerst stonden er tranen in de oogen van
den ouderen man.
„God zegene je, Redmayne," zei nij. „Ik
kan geen woorden vinden voor mijn dank
baarheid. Geen man heeft ocit een waar
achtiger, trouwer vriend gehad dan ik in
jou bezit. Denk nog eens goed over alles
na. en als je tot een bes'u't gekomen oent.
kom dan bij me. Ook ik zal nadenken.
Wanneer ik mocht besluiten, Irene in onwe
tendheid te laten, zal ik deze papieren ver
nietigen en jij of ik zullen nooit meer met
een woord terugkomen op wat nu tusschen ons
besproken is."
„Ik begrijp u," zei Redmayne bijna plech
tig. „Moge God u verlichten de juiste beslis
sing te doen nemen."
Mersia liep naar de tafel, en bleef, met
zijn rug naar Redmayne gekeerd, een paar
minuten zwijgend staan; toen zei hij. met
een vreemd-kalme stem. alsof hij zijn ontroe
ring geheel had weten te bedwingen en weer
de beheerschte, gereserveerde staatsman was
geworden;
„Ik zal misschien al vroeg in den morgen
moeten vertrekken, Redmayne. Mijn werk op
het vasteland is nog niet afgeloopen. Om zes
uur krijg ik bericht door een specialen bode
Dan neem ik misschien den trein van zeven
nog; dat zal er van afhangen."
„Moet u werkelijk zelf gaan?" vroeg Red
mayne. „Kan ik het niet voor u afhandelen
Uw gezondheidstoestand in aanmerking geno
men."
„Dank je. Het is erg goed en vriendelijk
van je. Maar ik moet zelf gaan. Het is zeifs
noodig, dat 3Ü bier in Londen blijft. Mis
schien za] ik je be'angrijke telegrammen te
zenden hebben, en ik elk geval vind ik het
een rustig idee, dat jij h:er bent om onmid
dellijk mijn plaats in te nemen ais er als
er eens iets gebeuren tnccht."
„Wilt u niet liever eerst Jamieson nog eens
lalen komen?" vrceg Redmayne bezorgd.
„Waarom zou ik? Ik weet alles. wat hij me
zou kunnen vertellen. Och Redmayne. ik ben
laf genoeg om te wenschen, dat de dood aen
Gordiaanschen knoop voor me doorhakte!
Maar geen woord meer dóérover."
Irene hoorde de deur achter Redmayne
dichtvallen. Het duize'de haar en de gedachten
flitsten wild en ongecontroleerd door haar
hoofd; maar midden in al haar verwarring, in
haar doodsstrijd van schaamte en smart, was
ze zich bewust van de teedere zorg der twee
mannen voor haar welziln en geluk van
Redmayne's aan teederheid grenzende vriend
schap. Terwijl ze luisterde naar zijn wegster
vende voetstappen, scheen haar ellende met
elke seconde ondraaglijker te worden. Een of
twee keer had ze, in de intense »lilte,
slechts gebreken door het gekras van de pen van
haar vader, een gewaarwording alsof er iemand
in haar nabijheid was: een zwak geluid, ais
een snelle ademhaling, had zich nu en dan haar
aandacht opgedrongen. Maar ze lette er verder
niet op en leunde tegen de deurpost, haar
oogen strak op haar vader gericht. Ten slotte
zag ze hem achterover leunen in zijn stoei, zag,
hoe zijn handen slap nezrvielen langs zijn
zijden en zijn oogen zich sloten.
Een radelooze schrik schoot door haar heen.
Was hij Ze opende zachtjes de deur,
sloop geruisch'oos dichte bij en keek hem stiak
in het gezicht met een engst en bezorgdheid,
die voor het oogenblik elke andere emotie ver
drongen. Ze boog zich over hem heen en luis
terde gespannen. HU ademde rustig en gelijk
matig. HU was in slaap geval'en den liepen
slaap van lichamelUke en geestelUke uitput
ting.
Toen zU' weer in de donkere gang stond,
sloeg de herinnering aan al wat ze nad ge
hoord, opnieuw als een golf over haar neen.
en duizelend bracht ze de hand aan het voor
hoofd. TerwUl ze dat deed, stiet haar arm
ergens tegen aan tegen iets zachts en
menschelUk-warms; ze voelde een adem op naar
gezicht.
Haar toch al overspannen zenuwen lieten
haar geheel in den steek; ze deed een stap
achteruit en wilde een schreeuw geven;
maar op dat oogenblik, vóór er nog geluid
over haar lippen was gekomen, werd ze bU den
arm gegrepen en een hand werd tegen haar
mond gedrukt. Eveh kroop ze ineen van angst;
toen werd de vanouds beroemde moed der
Mersia's in haar wakker en ze worstelde zwU-
gend om los te komen. Wie durfde het wagen,
haar op die manier vast te houden?
Een stem siste haar in het oor:
„Sst! Wees stil! Zeg geen woord! Stel geen
vragen! Ga regelrecht naar je kamer!"
Toen Irene de deur opende, die het stukje
gang afsloot, viel het licht een oogenblik op
de gestalte van een vrouw, d.e zich naastig
weer in de schaduw terugtrok; maar ofschoon
ze het zag, ging Irene, ha fveidoofd. verder,
zooals haar gezegd was. Want ze wist dat,
als dat gevoel van onmacht nog toenam en ze
hier in de gang flauw viel, hear vader wattker
zou schrikken en misschien alles begrUpen En
tot e'ken prUs moest hem dat bespaard blijven.
De gedaante, die Irene gezien had gleed
vlug maar geruischloos naar de deur van
de bibliotheek. Het was Madge, haar gezicht
krUtwit, haar grijze oogen gloeiend als twee
kolen vuur. Ze sloop naar den stoel van lord
Mersia en boog zich over hem heen, zocals
Irene had gedaan, doch met geheel andere
gevoelens. Ze overtuigde zich, dat uU vast
sliep, toen flitste haar scherpe blik door de
kamer en bleef rusten op het bureau.
(Wordt vervolgd)