De economische politiek der regeering BLUE BAND Met twee kameraadjes <öp avontwremreis a 10e Dubbelgangster I VOORLOOPIG VERSLAG DER RIJKSBEGROO bij de visch! DONDERDAG 24 OCTOBER 1935 Het volksinkomen en het volks vermogen zijn sedert het begin van de crisis zeer belang rijk gedaald Vergrooting van werk gelegenheden Waardeering voor het regeeringsbeleid De vaste lasten Het plan van S.D.A.P. en N.V.V. Industrialisatie Vervanging van contin- genteeringen De stijging der staatsschuld Belastingverzwaring I M AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL Verschenen is het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over de Rijksbegrooting voor 1936. Aan de algemeene beschouwingen hiervan is het volgende ontleend: Nu eerst kort geleden bij de hervatting van de beraadslagingen over het wetsontwerp tot verlaging van de openbare uitgaven m de Ka mer uitvoerig van gedachten gewisseld is over de jongste kabinetscrisis, haar oplossing en den daardoor ingetreden staatkundigen toe stand. was men vrijwel algemeen van oordeel, dat het weinig zin heeft daaromtrent opnieuw omvangrijke besprekingen te houden. Verscheidene leden wenschten niettemin op te merken, dat huns inziens de in September gehouden debatten wel hebben aangetoond dat de tegenstellingen, die in Juli zulk een spanning veroorzaakten, geenszins hebben opgehouden te bestaan Er dient dan rekening mee gehouden te wor den, dat de spanningen opnieuw kunnen toe nemen en zelfs tot een herhaling van het con flict kunnen leiden. Enkele leden zouden, hoewel ook zij geen be hoefte gevoelden de jongste kabinetscrisis uit voerig te bespreken, toch gaarne een antwoord ontvangen op de vraag, in hoeverre het pro. gram van dit kabinet verschilt van dat van het vorige. Verscheidene leden, hoewel de moeilijkheden, waarmede het kabinet als gevolg van de econo mische omstandigheden heeft te worstelen geenszins onderschattend, verklaarden tegen het gevoerde Regeeringsbeleid overwegend be zwaar te hebben. Zij quaiificeerden dit beleid als eenzijdige aanpassingspolitiek Deze politiek wekt in breede kringen van de bevolking moe deloosheid. waardoor velen een prooi worden van extremistische opvattingen. Verscheidene leden spraken daarentegen voor het door de Regeering gevoerde beleid zonder zich daarmede overigens op elk punt te kunnen vereenigen, groote waardering uit. Zh achtten het in hooge mate onbillijk, de regeering verantwoordelijk te stellen voor den slechten economischen toestand. Algemeen was men van oordeel, dat de economische toestand van ons land sedert het vorige jaar nog slechter geworden is. De verlaging van de productiekosten zou, zoo meenden verscheidene leden, verkregen diener. te worden door een samenstelling van wette lijk e maatregelen. Bij gebrek daarvan zal huns inziens aan devaluatie niet te ontkomen zijn. Sommige leden, waarbij zich eenige anderen aansloten, kwamen er met kracht tegen op, dat zij, die voorstanders zijn van devaluatie, door de Regeering worden gedisqualificeerd op een wijze als dat geschied is in de rede van den minister-president bij de hervatte behandeling van het bezuinigingsontwerp. Zij wilden nogmaals als hun stellige meening uitspreken, dat devaluatie in 's lands belang noodzakelijk is. Vele andere leden kwamen nogmaals tegen deze beschouwingen op, en verklaarden, zonder thans hun argumenten op dit punt te willen herhalen, in devaluatie geen heil te zien. Enkele leden meenden de opmerking niet achterwege te mogen laten, dat maatregelen tegen een verder afvloeien van goud noodza kelijk zijn. Verscheidene leden meenden, dat de vaste lasten een belangrijke verlaging zullen moeter. ondergaan, mede omdat zij een grootere betee- kenis hebben dan de regeering daaraan toe kent. De minister-president heeft gezegd, dat de vaste lasten gemiddeld 20 pCt. uitmaker van de productieprijzen. Dit is een cijfer van 1932. steunende op onvoldoende gegevens. Ech ter is sinds 1932 de verhouding tusschen de vaste lasten, de kosten van grondstoffen en de loonen zeer veranderd. Van verschillende zijden werd er op gewe zen, dat het streven der regeering naar aan passing aan een lager kostenpeil wordt door kruist door allerlei maatregelen, die de strek king hebben de kosten van het levensonderhoud te verhoogen. Verscheidene leden waren van oordeel, dat voor een economisch herstel een diepgaande hervorming op economisch gebied nooozakelijk is, welke aan de arbeidende klassen bestaans zekerheid waarborgt en de mogelijkheid biedt eer behoorlijk levenspeil te bereiken. Wat ons land noodig neeft, zoo meenden deze leden, is het met kracht aanvatten van een positieve welvaartspolitiek. Een zoodanige poli tiek zagen zij in net door S.D.A.P. en N V.V or tworpen „Plan van den Arbeid". Van verschillende zijden werd -erkend dat een plan als het hier geschetste niet zonder nauwgezet onderzoek mag worden afgewezen Er werden evenwel door verscheidene leden ernstige bezwaren tegen aangevoerd. Hun hoofd bezwaar was dat het plan indien men aan neemt dat het mogelijk zal zijn de benoodigde bedragen te leenen enorme lasten op de toe komst zal leggen, zonder dat ook maar eenigs- zins vaststaat dat ons land in de toekomst die lasten zal kunnen dragen. De schuldenlast van het Rijk zal, indien de chiers, door de voorstanders van het pian me degedeeld, Juist zijn in drie jaren tijds met me er dan t 450 millioen stijgen. Verscheidene lsden noemden voorts de tot dusverre met het Werkfonds verkregen resul taten teleurstellend en herhaalden de reeds vroeger meermalen geuite klachten over de trage werking van het Werkfonds. Ook waren verscheidene leden van meening. oat het bedrag van 60 millioen zoo spoedig mogelijk verhoogd dient te worden. Met betrekking tot de bevordering der in dustrialisatie en industrie-financiering betreur- der verscheidene leden, dat de regeering zoo veel kostbaren tijd heeft laten verloren gaan Ni. dient in ieder geval op korten termijn te worden gehandeld. Zij drongen dan ook op grooten spoed in dezen aan. Andere leden hadden tegen industrie-finan- tptz do piatiiaAO ap uba d[nqaq fout Sutwio zeli geen bezwaar. Zij stelden echter de vraag, weike de verschillen zijn tusschen de nu in uit zicht gestelde maatschappij voor industrie financiering en de nog in November door de regeering met kracht afgewezen centrale in- oustriebank Deze leden verwachtten van cen tralisatie in dezen weinig goeds; zij gaven aan regionale industriebanken de voorkeur Verscheidene leden zouden uitbreiding van de nijverheid hier te lande voornamelijk van vee", belang achten, indien daardoor vermeer dering van uitvoer kon worden verkregen, om dat hierdoor vooral reëele vergrooting van de koopkracht des volks zou worden bereikt. Deze leaen drongen er dan ook bij de regeering op aan. den uitvoer zooveel mogelijk te bevorde ren. Ook drongen andere leden aan op het ver leunen van exportcredieten. Voorts werd er van verschillende zijden bij de regesring op aangedrongen het vinden van nieuwe afzetgebieden voor Nederlandsche pro ducten zooveel mogelijk te bevorderen Onder de afzetgebieden, welke voor ons land "an nog meer belang kunnen worden, neemt Rusland, naar verscheidene leden meenden een van de eerste plaatsen in. Deze leden betreurden dat de regeerxng dit land nog steeds niet officieel heeft erkend. Ten aanzien van het in uitzicht gestelde on derzoek betreffende de geleidelijke vervanging van de contingenteeringen door andere maat regelen tot steun aan het bedrijfsleven, meen den verscheidene leden reeds bij voorbaat te moeten waarschuwen tegen vervanging der contingenteeringsmaatregelen door invoerrech ten. Deze hebben immers een prijsverhoogende tendenz, welke aan contingenteeringen niet eigen behoeft te zijn. Verscheidene andere leden meenden daaren tegen, dat vervanging van contingenteerings maatregelen door heffingen aan de grens in meer dan een geval een verbetering zal betee- kenen. Komende tot het financieel beleid der regeering, werd algemeen het oordeel uit gesproken. dat de financieele toestand des Rijks een somber beeld vertoont. Dit is on vermijdelijk, zoolang de economische toe stand hier te lande blijft achteruitgaan, en dat dit het geval is, achtte men niet voor tegenspraak vatbaar. Hoe snel de financieele toestand slechter wordt, leeren, zoo merkten verscheidene leden op, de cijfers van de nadeelige saldi, welke de regeering in den loop van dit jaar heeft ge raamd. De thans ingediende begrooting voor 1936 is formeel sluitend gemaakt op papier. Vele leden waren echter van oordeel, dat zij in werkelijk heid geenszins sluit. Het tekort is in den loop van dit kalender jaar steeds groot er geworden. Sommige leden knoopten aan deze beschouwingen de opmer king vast, dat nog veel ingrijpender bezuini gingen vereischt zijn. Verscheidene andere leden betoogden, dat de regeering voor de volkshuishouding moet doen wat in haar vermogen ligt. doch haar beleid moet er tevens op gericht blijven, de juiste ver houding tusschen volkshuishouding en publieke huishouding, ook wat de financieele zijde daar van betreft, in het oog te houden en te her stellen. Verscheidene leden, die den financieelen toe stand van het Rijk zorgwekkend noemden, ves tigden vooral dp aandacht op de voortdurende stijging van de staatsschuld. Opgemerkt werd, dat op den duur art. 177 der Grondwet zal moeten worden geschrapt teneinde de schulden van den staat te kunnen verminderen. Zij achten het niet rechtvaardig, dat de uitgaven ten behoeve van degenen die den staat geld geleend hebben, niet verlaagd zou den mogen worden, doch betalingen aan hen die voor den staat arbeid verrichten wei. Bij de bespreking van de aangekondigde be- lastingverhooging wilden verscheidene leden er allereerst op wijzen, dat er met betrekking tot dit punt een ernstige wending in de politiek der regeering is gekomen. Nog slechts enkele maanden geleden verklaar de het vorige kabinet met groote stelligheid, dat elke belastingverhooging ui gesloten moest wor den geacht en belastingverlaging economisch urgent was. Thans kondigt zij belastingverzwa ring aan, terwijl de economische toestand nog verder is achteruitgegaan. Bij vele andere leden had de aankondiging, dat de regeering belasting-verzwaring onver mijdelijk acht. ernstige teleurstelling gewekt Deze gaat rechtstreeks in tegen de door de re geering gevolgde aanpassingspolitiek. De hoofd vraag is, of verdere belastingverhoogingen eco nomisch nog wel te verantwoorden zijn; zil vestigden er de aandacht op, dat in geen geval RBI64-A mag worden overgegaan tot belastingverhoo gingen, welke de moeilijkheden van het be drijfsleven nog verder zouden vergrooten Voorts werden in het bijzonder bezwaren ge uit tegen de voorgenomen verhooging van de Omzetbelasting. Een aantal leden verklaarde de voorkeur te geven aan het invoeren van een vrijgezellen belasting of aan verhooging van bestaande De- lastingen voor vrijgezellen. Met de voorgestelde belasting op buitenland- sche pleizierreizen kon men zich algemeen in beginsel vereenigen. De voornemens der regeering met betrek, king tot de ambtenaarssalarissen ontmoetten bij verscheidene leden ernstige bedenking. Verscheidene leden verklaarden overwegend bezwaar te hebben tegen de plannen der re- geering tot het invoeren van een verlaagd „jeugdsalaris" voor jeugdige ambtenaren, on derwijzers en werklieden. Een regeling als die, welke de regeering Den volgenden dag kwam er een reus van een kerel binnen met een woesten baard. Hij had echter vriendelijke oogen en de kinderen waren niets bang voor hem. Toen begon hij te spreken en hij sprak zoowaar Duitsch, dat Piet thans aardig verstond. Hij nam Wietje op zijn schoot. Pietje ging ook bij hem staan en vertelde toen hun lotgevallen aan den man, die be langstellend toeluisterde en af en toe eens meewarig met zijn hoofd schudde toen hij hoorde wat de kinderen al meegemaakt had den. Daarop vertelde de man dat hij Hermann heette, en wegens een vergrijp in het werk kamp terecht was gekomen. De dwangarbei ders moesten door de bergen een tunnel bo ren. een vreeselijk karwei. Het waren allen ruw'a klanten. Ontsnappen was niet mogelijk, want overal stonden gewapende soldaten op post. Hermann had zelf een vrouw en twee lieve kinderen, daarom had hij zich ook dadelijk tot Piet en Wietje aangetrokken ge voeld. voornemens is thans in te voeren, zal, naar het oordeel dezer leden, tot een grooten socialen misstand leiden. Volwassen ambtenaren en werklieden zullen jarenlang moeten wachten eer zij een huwelijk kunnen sluiten. Van meet af aan zullen de huwelijken verarmd zijn. Wat het buitenlandsch beleid betreft werd door zeer vele leden ingestemd met de rede, welke de minister van Buitenl. Zaken te Ge neve gehouden heeft. Verscheidene leden hadden het echter beter gevonden als de regeering zich eerst overtuigd had van het gevoelen der volksvertegenwoor diging. Algemeen werd naar aanleiding van de me- dedeeling in de Troonrede, dat de regering in dit zittingsjaar voorstellen aanhangig zal ma ken tot wijziging van sommige bepalingen der Grondwet, de vraag gesteld, welke bepalingen van die wet de regeering in een herziening wil betrekken, en met welk doel en in welken geest zij de wijziging daarvan voorbereidt. Verscheidene leden wilden reeds thans als hun meening te kennen geven, dat de onrustige tyd, waarin wij thans leven, met zijn velerlei onevenwichtigheden, ook op staatkundig ter rein, voor een grondige revisie van onze hoog ste Staatswet weinig geschikt is. Mochten er echter bepaalde belangrijke punten zqn die een herziening urgent maken, dan zouden zij be reid zijn, aan een partieele herziening mede te werken. Weer anaere leden waren van oordeel, dat het beter zou zijn een commissie te benoemen, gelijk ook bij vorige wijzigingen is geschied, aan welke zcu kunnen worden opgedragen, op wel ke punten de Grondwet herziening behoeft Eenige leden, die den tijd voor een Grond wetsherziening gekomen achtten, zouden deze willen gebruiken teneinde extremistische re- volutionnairen uit de Volksvertegenwoordiging te kunnen weren. Zeer vele leden, van oordeel, dat de Overheid, en zij alleen, behoort te beschik ken over de machtsmiddelen ter handha ving van de openbare orde, hadden met instemming kennis genomen van de mede- deeling, dat de regeering een wetsontwerp zal indienen ter voorkoming van partiou- nere machtsvorming op het terrein van de Overheidstaak. Van verschillende zijd-u werd op spoedige indiening aangedrongen, mede om een einde te kunnen maken aan op dit gebied reeds ontstane misstanden Een aantal leden, van oordeel, dat de toe stand op het gebied der particuliere machts vorming ernstiger is dan de regeering zich blijkbaar voorstelt, verklaarde in het optreden van de N. S. B„ zoowel door haar weermiddelen als door haar publicaties, een ernstig gevaar voor den Staat te zien. Deze leden drongen aan op een verbod van het orgaan „Volk en Vaderland" Waarin de ministers der Kroon op de ergerlijkste wijze worden beleedigd. Verscheidene leden verklaarden in hooge mate onvoldaan te zijn over het antwoord van den minister van Koloniën op de schriftelijke vragen van den heer Albarda betreffende de ontvangst van den leider der N. S. B. door den Gouv.-Gen. van Ned. Indië. Verscheidene leden, thans afziende van de vraag, of de bedoelde ontvangsten al dan niet hadden moeten plaats hebben, achtten het standpunt, door den minister van Koloniën in genomen. dat het uitsluitend aan den G. G. staat om uit te makM welke personen hij wenscht te ontvangen, in zijn algemeenheid on juist. Het optreden van den G. G. in dezen beschouwden zij als een essentieel onderdeel van het algemeen regeeringsbeleid in Indië, waar voor de regeering verantwoordelijk is tegenover de Staten-Generaal. De aankondiging in de Troonrede van bijzon dere voorzieningen in zake de middelen tot ver dediging van het Koninkrijk was door vele le den met instemming begroet. In het bijzonder dachten zij daarbij aan de maritieme verdedi ging van Ned. Indië, welke h. i. dringend ver sterking behoeft. Ook uit het oogpunt van werk verschaffing achtten sommige leden versnelden vlootbouw aanbevelenswaardig. Daarna werd door sommigen ook aangedrongen op verhoo ging van het contingent hier te iande, mede ter beteugeling van de werkloosheid onder de jeugd, waartegen anderen aanvoerden, dat uitbreiding van het contingent zonder gelijktijdige sterke uitbreiding van het materieel geen zip zou heb ben. Dij een ongeval met I 17 ARnNNP'^S op dit blad zijn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen C 7KA blJ levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door T7 *7Kfl f~\ I 'B rllJV/lill Lj kJ ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerineen T verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen 1 ÜU#B doodelijken afloop FOPA bij verlies van een hand »m een voet of een oog door Charles Garvice 36 „En het meisje?" vroeg Redmayne ernstig, „Was verdwenen. Ik liet nasporingen doen en hoorde, dat een liefdadige dame zich haar lot had aangetrokken en dat ze in goede han den was. Tk liet het daarbij. Veroordeel mij als ie wilt." „Er is in mijn hart geen plaats voor ver wijt of veroordeeling, Mersia; het is te vol medelijden." zei hij. „Ik heb me niet volkomen harteloos gedra gen zei Mersia. „Hoe zwaar haar moeder ook jegens mij gezondigd heeft, zij was mijn vrouw Ik heb een verklaring achtergelaten, een vei- slag van mijn eerste huwelijk en een motivee ring van mijn verdere handelwijze. Die zal qa mijn dood in handen van mijn wettige doch- te- komen, als je dat wenschelijk oordeelt Ik leg een zwaren last op je schouders Red mayne, maar ik smeek ,'e. dien te willen dragen." Hjj stond op. ging naar zijn bureau, sloot he; open. raakte een veer aan. waardoor een geheime lade opensprong en nam er een bun deltje papieren uit. „Hier is de verklaring, tezamen met de huwelijksacte en het geboortebewijs van het kind. Ik zal ze nu weer op hun p'a"ts leg gen. Dit is de sleutel." Hij toonde hem aan zijn sleutelring. „Na mijn dood zul ie de papieren vinden, tenzij ik toch nog oesiuit, mijn geheim met me mee te nemen. In dat geval zal ik de papieren verbranden en JU, Redmavne, zult alles vergeten, wat ik je ver teld heb." Hij liep langzaam terug naar zijn stoel. „Nu weet je, Redmayne, waarom ik mijn toestemming weigerde voor een verloving tus schen Terence en Irene, waarom ik zoo opge wonden was d'en dag. dat hij b'j me was ge weest. Dat huweMjk kan nooit p'aats hebben Het zou een onver?ntwoordelijk bedrog zijn Irene kan nooit trouwen, tenzij met een man, d'e de volle waarheid kent. Is alles je nu volkomen duide'ijk, Redmayne? Heb je het kunnen verwerken?" vroeg Mersia. „Nog niet," antwoordde hij. „Ik moet tijd hebben om na te denken. Alles is zoo inge wikkeld, de belangen der verschillende par tijen zijn zóó wonderlijk met elkaar verwe ven, dat ik op het oogenblik nog geen ritweg zie, die in alle opzichten rechtvaardig zou blijken." „Rechtvaardig!'' zei Mersia. „Als ie mijn wettige dochter recht laat wedervaren, ver woest je het leven van Irene, mijn lievelings kind. Als je Irene toestaat, haar plaats in de wereld te bliiven innemen, haar naam. haar rang ais mijn wettige dochter te behouden, laat je het onrecht, dat ik aan de andere be ging, voortduren. Door mijn dwaasheid en zwakheid heb ik het leven van die twee meisjes vernietigd ik, hun vader!" „U bent te hard voor uzelf." zei Redmayne met zijn diepe stem. „U hebt geen misdaad begaan u werd bedrogen. Uw lot is onver diend wreed geweest. Mersia, ik zeg u dat, als ik in uw plaats was geweest, ik juist zoo zou gehandeld hebben als u gedaan hebt. Ik had het Irene niet kunnen vertellen. Mersia stond op en stak zijn handen uit en Redmayne greep ze vest in de zijne. Voor het eerst stonden er tranen in de oogen van den ouderen man. „God zegene je, Redmayne," zei nij. „Ik kan geen woorden vinden voor mijn dank baarheid. Geen man heeft ocit een waar achtiger, trouwer vriend gehad dan ik in jou bezit. Denk nog eens goed over alles na. en als je tot een bes'u't gekomen oent. kom dan bij me. Ook ik zal nadenken. Wanneer ik mocht besluiten, Irene in onwe tendheid te laten, zal ik deze papieren ver nietigen en jij of ik zullen nooit meer met een woord terugkomen op wat nu tusschen ons besproken is." „Ik begrijp u," zei Redmayne bijna plech tig. „Moge God u verlichten de juiste beslis sing te doen nemen." Mersia liep naar de tafel, en bleef, met zijn rug naar Redmayne gekeerd, een paar minuten zwijgend staan; toen zei hij. met een vreemd-kalme stem. alsof hij zijn ontroe ring geheel had weten te bedwingen en weer de beheerschte, gereserveerde staatsman was geworden; „Ik zal misschien al vroeg in den morgen moeten vertrekken, Redmayne. Mijn werk op het vasteland is nog niet afgeloopen. Om zes uur krijg ik bericht door een specialen bode Dan neem ik misschien den trein van zeven nog; dat zal er van afhangen." „Moet u werkelijk zelf gaan?" vroeg Red mayne. „Kan ik het niet voor u afhandelen Uw gezondheidstoestand in aanmerking geno men." „Dank je. Het is erg goed en vriendelijk van je. Maar ik moet zelf gaan. Het is zeifs noodig, dat 3Ü bier in Londen blijft. Mis schien za] ik je be'angrijke telegrammen te zenden hebben, en ik elk geval vind ik het een rustig idee, dat jij h:er bent om onmid dellijk mijn plaats in te nemen ais er als er eens iets gebeuren tnccht." „Wilt u niet liever eerst Jamieson nog eens lalen komen?" vrceg Redmayne bezorgd. „Waarom zou ik? Ik weet alles. wat hij me zou kunnen vertellen. Och Redmayne. ik ben laf genoeg om te wenschen, dat de dood aen Gordiaanschen knoop voor me doorhakte! Maar geen woord meer dóérover." Irene hoorde de deur achter Redmayne dichtvallen. Het duize'de haar en de gedachten flitsten wild en ongecontroleerd door haar hoofd; maar midden in al haar verwarring, in haar doodsstrijd van schaamte en smart, was ze zich bewust van de teedere zorg der twee mannen voor haar welziln en geluk van Redmayne's aan teederheid grenzende vriend schap. Terwijl ze luisterde naar zijn wegster vende voetstappen, scheen haar ellende met elke seconde ondraaglijker te worden. Een of twee keer had ze, in de intense »lilte, slechts gebreken door het gekras van de pen van haar vader, een gewaarwording alsof er iemand in haar nabijheid was: een zwak geluid, ais een snelle ademhaling, had zich nu en dan haar aandacht opgedrongen. Maar ze lette er verder niet op en leunde tegen de deurpost, haar oogen strak op haar vader gericht. Ten slotte zag ze hem achterover leunen in zijn stoei, zag, hoe zijn handen slap nezrvielen langs zijn zijden en zijn oogen zich sloten. Een radelooze schrik schoot door haar heen. Was hij Ze opende zachtjes de deur, sloop geruisch'oos dichte bij en keek hem stiak in het gezicht met een engst en bezorgdheid, die voor het oogenblik elke andere emotie ver drongen. Ze boog zich over hem heen en luis terde gespannen. HU ademde rustig en gelijk matig. HU was in slaap geval'en den liepen slaap van lichamelUke en geestelUke uitput ting. Toen zU' weer in de donkere gang stond, sloeg de herinnering aan al wat ze nad ge hoord, opnieuw als een golf over haar neen. en duizelend bracht ze de hand aan het voor hoofd. TerwUl ze dat deed, stiet haar arm ergens tegen aan tegen iets zachts en menschelUk-warms; ze voelde een adem op naar gezicht. Haar toch al overspannen zenuwen lieten haar geheel in den steek; ze deed een stap achteruit en wilde een schreeuw geven; maar op dat oogenblik, vóór er nog geluid over haar lippen was gekomen, werd ze bU den arm gegrepen en een hand werd tegen haar mond gedrukt. Eveh kroop ze ineen van angst; toen werd de vanouds beroemde moed der Mersia's in haar wakker en ze worstelde zwU- gend om los te komen. Wie durfde het wagen, haar op die manier vast te houden? Een stem siste haar in het oor: „Sst! Wees stil! Zeg geen woord! Stel geen vragen! Ga regelrecht naar je kamer!" Toen Irene de deur opende, die het stukje gang afsloot, viel het licht een oogenblik op de gestalte van een vrouw, d.e zich naastig weer in de schaduw terugtrok; maar ofschoon ze het zag, ging Irene, ha fveidoofd. verder, zooals haar gezegd was. Want ze wist dat, als dat gevoel van onmacht nog toenam en ze hier in de gang flauw viel, hear vader wattker zou schrikken en misschien alles begrUpen En tot e'ken prUs moest hem dat bespaard blijven. De gedaante, die Irene gezien had gleed vlug maar geruischloos naar de deur van de bibliotheek. Het was Madge, haar gezicht krUtwit, haar grijze oogen gloeiend als twee kolen vuur. Ze sloop naar den stoel van lord Mersia en boog zich over hem heen, zocals Irene had gedaan, doch met geheel andere gevoelens. Ze overtuigde zich, dat uU vast sliep, toen flitste haar scherpe blik door de kamer en bleef rusten op het bureau. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 9