IN EN OM HAARLEM
Laatste Nieuws
SCHOENEN VAN SMIT
STOOPS BAD
OPENING
Haarlem, 31 Oct.
IDe Dubbelgangster I
bF
SITTERS S To KAR
DONDERDAG 31 OCTOBER 1935
Uit den Haarlemschen
Gemeenteraad
PERMAHEHTDUPLEX
HAARDEN»
U0RRDKRCHELS
Als U morgen na Kerkdienst
Zaterdag 2 Nov. a.s.
opening van de firma
SMIT&v. RIJSBERGEN
AGENDA
De Zondagsrust in
Italië
SCHOTERWEG 1 - TELEF. 16659
Engelsche Eenheidskleermakerij
Telefoon 16176.
PLEBAAN WESTERWOUDT
EEN UIT DE SERIE
Inbraak op het Plein
HEBBEN PASVORM EN SNIT
Nassaustr. 1 - Haarlem - Tel. 13490
Statuten
PARKHERSTELLINGSOORD
GEOPEND
H.K.H. Prinses Juliana reikt kruis
en medaille van verdienste van
het Roode Kruis uit
Rede dr. Land
Rede H.K.H. Prinses Juliana
DE HEER CASTRICUM EN DE
R.K. FRACTIE
VAN ONZE RECHTBANK
Verduistering
Dood door schuld?
Oplichting:
Brutaal
Gouden en zilveren voor
werpen gestolen
Autodiefstal
(Gedeeltelijk gecorrigeerd)
DE MISDRIJVEN TE OSS
De moord op v. d. Pas
HERENKLEDING NAAR MAAT
ZIJLSTRAAT 87, TEL. 16963
Bioscopen
1 November
Bioscopen
2 November
HEEMSTEDE
„Neep, bet spyt qje te moeten seggsa»
-< (Wordt vervflted)
[mmiiiiiiimiiiiiinmitiiiHiiiitimiiiiiiiimiiiimmimniiiiiiimiirmmiimniiimtiiiiiiimiitiiiiiiiiiimmiitiHiiniiiiimiiiinmttnifnie
BuuiiiiiHuiiiiiiiiiiiiiiiimiiimiiiiutiiiiiuiiiiuiiiiiuiiiiiiiiiiiuiiuiiiiiuiiuiinitiiiiuiiiiiiiuiimiiMriiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuuimiiniiiiiiiuiB
Den aandachtigen lezer van de Haarlem-
sche raadsdebatten, die wij gisteren
avond en hedenmorgen publiceerden,
moeten twee feiten opgevallen zijn: de on-
eenighoid in de R. K. raadsfractie, en de on
smakelijke demagogie, waaraan enkele raads
leden zich schuldig maakten.
Het eerste de oneenigheid in de R. K.
raadsfractie brengen wij met grooten ernst
onder de aandacht van de bevoegde instanties
in onze R. K. Staatspartij. Want de katholieke
bevolking van Haarlem kan en mag niet dul
den, dat in den Raad onze zoo hooggeroemde
eenheid en saamhoorigheid telkens weer tot
een aanfluiting wordt gemaakt. Als er een ver
schil van meening is in de fractie en waarom
zou die er in een zoo vitale partij als de onze
niet wezen? dan moet als regel getracht
worden binnenskamers overeenstemming te be
reiken. althans moet er een compromis worden
gevonden, waardoor de katholieken gespaard
Wijven van de besDottelijke vertooning, dat
menschen, die hetzelfde levensbeginsel belijden,
eikander dwars zitten en onvriendelijke, zelfs
hatelijke woorden toevoegen. Het is nu in den
Haarlemschen raad al zoover gekomen, dat de
leider van de socialisten zich de vrijheid per
mitteert de katholieke fractie te bemoederen
en zachte vermaningen aan haar adres uitdeelt.
Hii doet dit om het belachelijke van de situa
tie in het licht te stellen ofwel omdat hij het
een Haarlemsch gemeentebelang acht, dat de
katholieke fractie eensgezind blijft. Het een
zocwel als het andere is echter beneden onze
waardigheid. Ieder lid van de fractie moet er
zich van bewust zijn. dat hij niet in den raad
zit voor zijn eigen eer, maar dat hij van de
katholieke kiezers opdracht heeft gekregen,
met de behartiging van het algemeen welzijn,
ae glorie van het katholieke vaandel in onze
vertegenwoordigende lichamen hoog te hou
den. Wat de reden van de zoo helder aan den
dag komende tweespalt in de katholieke fractie
is. willen wij niet bespreken en het laat ons
koud. Wij brengen alleen den uitdrukkelijken
wensch van de Haarlemsche katholieken .over,
dat zij in den Haarlemschen raad door hun
eigen vertegenwoordigers niet belachelijk wor
den gemaakt.
Het tweede feit, dat gisterenmiddag uit de
debatten naar voren drong, was de onverant
woordelijke demagogie, welke door enkele
raadsleden gepleegd werd. Dat herinnerde aan
den slechtsten tijd, die voorafging aan de be
treurenswaardige gebeurtenissen op de „Zeven
Provinciën" Het overgroote deel der Haarlem
sche burgerij daar zijn wij zeker van is
oaar niet van gediend. En in het belang van
de heeren zelf is het te hopen, dat zij geen
te grooten bijval hebben. De ondervinding in
Italië, waar de fascisten aan het bewind kwa
men; in Duitschland, waar Hitier en zijn aan
hang het gezag overnamen; in Spanje, waar de
communistische agitatie door het beter den
kende deel der natie werd weggevaagd; in
Frankrijk, waar van dag tot dag bloedige on
lusten dreigen, moge den heeren een leering
zijn. dat zij op den duur hun eigen graf gra
ven. Overal blijft de weldenkende meerderheid
der bevolking de ophitserij langen tijd geduldig
aanhooren, maar uiteindelijk jaagt zij de op
ruiers weg. Dóch voordat het zoover is wordt
er veel leed geleden.
Er waren door de communisten voorstellen
ingediend om de regeering te verzoeken de
maximum-steunbedragen met 15 pet. te ver-
hoogen wegens de prijsverhooging van verschil
lende levensmiddelen en om B. en W. uit te
noodigen bij den raad voorstellen in te dienen
om den door de prijsstijging veroorzaakten
noodtoestand bij groote groepen der bevolking
te verzachten. Op echt ouderwetsche manier
ram de heer Peper deze gelegenheid waar om
voor de tribune te praten. Iedereen weet ech
ter. dat er een veel betere manier is om aan
ae regeering dergelijke wenschen kenbaar te
maken dan moties te laten aannemen door een
gemeenteraad. Er bestaat een innig contact
tusschen de regeering en de organisaties en
wie iets weet van het organisatiewezen in Ne
derland weet ook, dat de behartiging van de
belangen oer werkloozen aan de bestuurders
van die organisaties ten volle kan worden over
gelaten. Maar het gaat bij de communisten nu
eenmaal niet om de knikkers, doch om het
spel der goedkoope reclame voor eigen partij
en daarom betreurden wij het, dat de heeren
Castricum en v. d. Veldt zich voor him wagen
tje lieten spannen. Nog daargelaten de vraag
of de communistische voorstellen kunnen wor
den uitgevoerd, moest het feit, dat het hier
propaganda gold voor onze ergste vijanden, hen
hebben weerhouden daaraan hun stem en steun
ZONDER
VOORUITBETALING
KI
te geven. Het onmiddellijk gevolg was, dat de
arme eenling der kath. dem. partij, de heer
Engelen, niet voor zijn collega's van de Ka
tholieke Staatspartij onder wilde doen en, tot
groote teleurstelling van de socialisten, die hem
tot een der hunnen rekenen, ook naar de com
munisten overliep. Omdat hij van het nut der
ingediende voorstellen overtuigd was? Weineen,
bij verklaarde, dat hij er geen heil in zag. Wel
een karaktervol standpunt! En zoo vertoonde
de Haarlemsche Raad het weinig eervolle beeld,
dat niet minder dan drie katholieken op het
karretje van de communisten werden geladen.
De zesde man, die zijn stem aan het voorstel
der communisten gaf, was de heer Schaafsma
van de Christ. Dem. Unie.
Wij zouden voor de toekomst van Haarlem
in de komende vier jaar het ergste vreezen als
wij niet met genoegen hadden mogen consta-
teeren, dat de sociaal-democratische partij zich
haar verantwoordelijkheid ten volle bewust is.
De heer Reinalda hekelde het onverantwoor
delijke van de hetze der communisten en wees
op het gevaar, dat daarin schuilt voor de on
der steunden zelf. De heer Castricum had tij
dens het debat een feilen aanval op het college
van B. en W .gedaan. De afgeloopen vier Jaar,
zeide hij, hebben bewezen, dat van dit college
voor de werkloozen niets te wachten is. Hij
was niet billijk in zijn beoordeeling van
het moeilijke werk van B. en W. inzake
de zorg voor de werkloozen en het protest
van den heer Bijvoet, die namens het over-
g-oote deel der rechtsche fractie hulde bracht
aan het college van B. en W. en speciaal aan
den wethouder voor armenzorg, was volkomen
ad rem.
Bij het voorstel om de gemeente Haarlem voor
10.000 te doen deelen in het garantiefonds
voor de te houden wereldjamboree te Bloemen-
aaal, welk voorstel werd aangenomen, kregen
wij een herhaling van het debat. De aanleiding
was de uitlating van wethouder Roodenburg,
dat hij niet zeker wist of de voor het in orde
brengen van het padvinderskamp noodige werk
zaamheden tegen normaal loon zouden worden
uitgevoerd. De raadsleden die vaststelden, dat
als iets als normaal werk moet worden be
schouwd dan dit, hadden gelijk, maar het
debat hoorde thuis in het jaar 1937 wanneer
de Jamboree zal worden gehouden. Ook bij
dit debat viel menig scherp woord.
Er zal bij de behandeling van de gemeente-
begrooting van den voorzitter een strakke lei-
ling worden vereischt, anders vreezen wij, dat
er in den raad menig onaangenaam woord zal
vallen.
De nieuwe brandveiligheidsvoorschriften wer
den door den raad aangenomen, maar het kost
te nog heel veel spraakwater der Haarlemsche
raadsheeren. Het bleek daarbij dat wij in Haar
lem niet erg dik in goede vergadergelegenhe-
oen zitten. Een punt om eens te overwegen.
even de etalages komt kijken van
88 GR. HOUTSTRAAT 88, t/o Haarl. Dagbl.
dan bestelt U bij ons beslist
EEN 1ste KLAS WINTERJAS NAAR MAAT
a 30.Geheel op zijde gevoerd.
Prima, prima Costuum n. maat a f Afï
met 2 PantalonsrtU."
Vraagt U stalen.
Naar wij vernemen geeft de verbetering in
den gezondheidstoestand van den hoogeerwaar
den heer L. A. A. M. Westerwoudt, plebaan der
Kathedrale kerk van Haarlem, alle reden tot
tevredenheid. Z. H. E. is zeer opgewekt, alleen
gevoelt hij zich nog wat stijf. Zijn algeheele
herstel is, naar verwacht wordt, slechts een
kwestie van betrekkelijk korten tijd meer. Wan
neer Z. H. E. zijn parochiewerk zal kunnen her
vatten, is echter nog niet te zeggen. Sinds Z.H.E.
de Mariastichting heeft verlaten, vertoeft hij
bij familie te Vught.
Aan de reeks van inbraken en inbraakjes
van de laatste week schijnt geen einde te
willen komen. Het nieuwste nummer in de reeks
is een bezoek, dat het gilde in den nacht van
Dinsdag op Woensdag aan een sigarenwinkel
op het Plein heeft gebracht. Men is binnen
gekomen door de keuken, langs denzelfden weg
heeft men het huis ook weer verlaten. Uit een
lessenaar in een tusschenkamer wordt een be
drag van f 21.vermist, terwijl uit den winkel
voor f 550.— aan sigaren en sigaretten werd
ontvreemd.
De Staatscourant bevat de statuten van de
N.V. Bouw- en Aannemersbedrijf Gebr. Mole
naar te Haarlem.
Hedenmiddag is officieel het Parkherstellings-
oord van het Ned. Roode Kruis aan den
Zijlweg heropend door de presidente van
het Nederlandsche Roode Kruis. H. K. H.
Prinses Juliana. Het is niet de eerste maal dat
een lid van het Koninklijk Huis een bezoek
aan het Herstellingsoord brengt. Zeven
jaar geleden werd het, toen staande aan den
Rijksstraatweg te Haarlem-Noord, officieel ge
opend door Z.K.H. Prins Hendrik. Eenige jaren
daarna kwam H.M. Koningin-Moeder Emma
haar belangstelling toonen.
De verhuizing naar den Zijlweg is inmiddels
noodzakelijk geworden, doordat de stand
plaats van het Parkherstellingsoord te Haar
lem-Noord in het uitbreidingsplan is opgeno
men. De verhuizing heeft nog dit voordeel op
geleverd, dat het thans in een wat rustiger
omgeving ligt, temidden van bollenland. Het
is thans omzoomd door bloemen, al moet het
de prachtige boomengroepen van den Rijks
straatweg missen.
De vroolijk wapperende vlag verkondigt van
daag de feestvreugde om het Koninklijk be
zoek.
Uitgenoodigd waren bij de plechtigheid aan
wezig te zijn: Jhr. Mr. Dr. A. Röell, Commis
saris der Koningin in de Provincie Noord-
Holland en echtgenoote, de heer C. Maarschalk
van Egmond en Rinnegom, burgemeester van
Haarlem, eere-voorzitter van de afd. Haarlem
van het Ned. Roode Kruis, het Hoofdbestuur
van het Ned. Roode Kruis, het afdeelingsbe-
stuur, directeuren van ziekenhuizen uit Haar
lem, de architect van het Parkherstellingsoord,
de heer Peereboom, de directeur van Open
bare werken, Ir. M. H. Maas, de aannemer enz.
Het woord is hierbij gevoerd door dr. A. A.
G. Land, voorzitter van de Haarlemsche afdee-
ling van het Ned. Roode Kruis en vervolgens
door Prinses Juliana.
Na een woord van welkom aan H. K. H.
Prinses Juliana verklaarde Dr. A. A. G. Land in
zijn toespraak, hoe het bestuur er toe gekomen
is om in de huidige omstandigheden deze
nieuwe inrichting te stichten en het zelfs ge
waagd heeft daartoe de hulp van officieele in
stanties in te roepen.
Het terrein aan den Rijksstraatweg moest be
bouwd worden en toen begon het zoeken naar
een ander terrein.
In dit verband bracht spr. dank aan den
burgemeester, aan den directeur van Openbare
Werken, aan den architect en den aannemer.
In het zeven-jarig bestaan van de lighal zijn
606 patiënten opgenomen met 29.360 verpleeg-
dagen. De patiënten behooren grootendeels tot
de categorie der zwakken, nerveuzen etc. T.b.c.-
lijders worden niet opgenomen. Spr. verklaarde
dat het Parkherstellingsoord in vele gevallen
voordeel aan de gemeente heeft gebracht. Een
eere-saluut bracht spr. aan Dr. v. d. Breggen
en aan de verpleegster Zr. A. Windhouwer. Spr.
meende dat een herinnering aan het werk van
mevr. Levenkamp op dezen feestdag niet mocht
ontbreken. Dr. Land herinnerde dan aan het
bezoek van H. M. de Koningin-Moeder en
noodigde alle doktoren van Haarlem uit om
het Parkherstellingsoord te komen bezichtigen.
Tenslotte verzoet spr. aan H. K. H. Prinses
Juliana de openingsrede te willen uitspreken.
Dames en Heeren,
Toen op 30 November 1928 te Haarlem een
Parkherstellingsoord kon worden geopend, was
dat een gebeurtenis van beteekenis, eene groote
voldoening voor allen, die den voorbereidenden
arbeid met hunne beste krachten hadden on
dersteund. Mijn Vader heeft zich destijds dan
ook gaarne bereid verklaard de opening te ver
richten en nu mij thans, na zeven jaren, het
verzoek bereikte het in nieuwe gedaante her
boren Herstellingsoord in te wijden heb ik ge
meend mij aan die taak niet te moeten ont
trekken.
Op eenen dag als heden ligt het weer voor
de hand den blik terug te wenden. Dr. Land,
wiens naam aan de geschiedenis van het Park-
herstellingsoord met de namen van anderen zoo
nauw verbonden is, gaf ons reeds eene schets
van het verleden. Ook het Hoofdbestuur kan
niet nalaten terug te denken aan den ijver,
waarmede wijlen mevrouw LevenkampPlan
ten, in wier persoon het Roode Kruis zulk eene
trouwe arbeidster heeft verloren, de verwezen
lijking der eerste plannen steeds heeft bevor
derd. Tezamen met freule Van der Wijck ver
wierf zij zich niet minder groote verdiensten bij
de huishoudelijke inrichting van het Parkher
stellingsoord.
Zooals de Jaarverslagen het met een kort
woord vermelden, bleek reeds aanstonds uit de
vele verpleegden, dat inderdaad het pas ge
stichte Parkherstellingsoord in een bestaande
behoefte voorzag. Dat evenals alle Parkherstel
lingsoorden ook het jonge Haarlemsche door
de ongunst der tijden met exploitatie-moeilijk
heden had te kampen, behoeft geenszins ver
wondering te wekken. Evenmin dat zich in de
practijk al ras eenige desiderata deden gevoe
len. Niettemin, door liefde en toewijding bleef
de inrichting drijvende totdat de ure kwam,
waarop de Afdeeling Haarlem bericht ontving,
dat het terrein, waarop het Parkherstellings
oord stond, moest worden ontruimd. Men heeft
echter, de volhardende tradities van de Haar
lemsche burgerij niet verloochenend, de handen
ineen geslagen en van den nood eene deugd
weten te maken. Het is niet gebleven bij eene
verhuizing, doch de verandering is geworden tot
wat men zou kunnen noemen eene wederge
boorte.
Indien ergens, dan kan hier met recht het
oude woord worden toegepast: „Niet het oude
is nieuw geworden het is alles nieuw ge
worden."
Alles is nieuw, behalve de persoon dergenen,
die aan het Parkherstellingsoord hunne trouwe
diensten plegen te wijden en dan denk ik be
halve aan Dr. Van der Breggen zeer in het
bijzonder aan de verpleegster, die hare taak nu
reeds zoovele jaren eiken dag weder met dezelf
de opgewektheid en toewijding vervult. Als
teeken van waardeering van Uwen arbeid is het
mij een genoegen U, Dr. Van der Breggen het
Kruis van Verdienste en U, Zuster Windhou
wer, de Medaille van Verdienste in zilver van
het Nederlandsche Roode Kruis op dezen ge-
denkwaardigen dag te kunnen uitreiken. Moge
het U gegeven zijn nog lange jaren in dit
nieuwe gebouw werkzaam te zijn tot heil van
allen, die hier komen om verloren krachten te
herwinnen
Dit nieuwe Parkherstellingsoord verklaar ik
hiermede geopend.
Eiken morgen 7—10 FAMILIE-ZWEMMEN
Eén bad - een kwartje
Speciale abonnementsprijzen
Vrijdagavond 8.30—10 DAMES-ZWEMMEN
In „Het Volk" van hedenmorgen lezen wij,
dat de heer Castricum in de gisteren gehouden
zitting van den Haarlemschen gemeenteraad
heeft aangekondigd, te zullen trachten, tezamen
met sociaal-democraten, Kath. Dem. Unie,
Christ. Dem. Unie, eenige katholieken en de
communisten, een nieuwe meerderheid te vor
men, omdat de vorige zittingsperiode be
leerd heeft, dat van dit college van B. en W.
niets voor de arbeiders te wachten is.
Dien indruk hadden wij van het door den heer
Castricum gesprokene niet gekregen en daarom
hebben wij bij hem zelf naar de juistheid van
de weergave van zijn woorden door „Het Volk"
geïnformeerd. De heer Castricum bevestigde
ons, dat dit verslag niet juist is.
Hij heeft gezegd, geen vertrouwen in het
huidige college van B. en W. te stellen voor wat
betreft de sociale politiek. Het is in de afge
loopen zittingsperiode wel gebleken, dat de ar
beiders van dit college niets te wachten
hebben. Hij heeft er toen op gewezen, dat er
sinds de laatste verkiezingen iets veranderd is
in de samenstelling van den raad en dat er nu,
als het betreft de behartiging van de arbei
dersbelangen, een meerderheid in den raad
moet kunnen worden gevonden, waarmede voor
de arbeiders meer te bereiken zal zijn dan
tot nu toe het geval is geweest. Hij rekende
daarvoor op de S.D.A.P., die de behartiging
van de arbeidersbelangen vooropstelt; op de
communisten; op de Christ. Dem. Unie; op
de Kath. Dem. Partij en veronderstelde, dat er
onder de kath. raadsleden wel enkelen zou
den zijn, die voor dergelijke voorstellen zouden
stemmen. Zelf zou hij elk voorstel, ongeacht
van welke zijde het zou komen, steunen als
het de belangen der arbeiders zou helpen.
Nadrukkelijk verklaarde ons de heer Castri
cum, dat het niet zijn bedoeling is te streven
naar een nieuwe meerderheid. Het gaat hier
alleen om incidenteele voorstellen, waarbij de
arbeiders betrokken zijn. Er is dus geen sprake
van, dat hij zou breken met de katholieke
Staatspartij of de Katholieke fractie zou willen
verlaten. Hij denkt er ook niet aan over te gaan
naar de Katholieke Democraten, zooals in een
blad gesuggereerd wordt. Hij blijft in de Katho
lieke Staatspartij zoolang hem niet gebleken
is, dat hij geen voldoenden steun voor de ar
beiders kan krijgen en zelfs wanneer hij tot die
ontdekking mocht komen, verzekerde hij ons,
zou hij nog niet tot de Kath. Dem. Partij
overgaan.
Voor de Haarlemsche Rechtbank stond terecht
een winkelier, V., uit IJmuiden, verdacht van
verduistering.
De Officier eischte negen maanden gevange
nisstraf tegen hem.
De Rechtbank veroordeelde verd. tot f 50 of 30
dagen hechtenis.
Op 15 Maart heeft op den Haarlemmerweg
tusschen Halfweg en Haarlem een aanrijding
plaats gehad, die aan den motorrijder J. J.
Jochem het leven kostte.
De bestuurder van dten auto, welke de aanrij
ding veroorzaakt had, stond terecht wegens
„dood door schuld."
De eisch luidde: een hechtenisstraf van zes
weken.
De Rechtbank maakte er van een maand
hechtenis voorwaardelijk met drie jaar proeftijd
en f 100 boete sub. 25 dagen.
Een caféhouder te Haarlem stond terecht ver
dacht van oplichting van een costuum.
De Officier van Justitie eischte drie maanden
gevangenisstraf.
Het vonnis luidde: Drie maanden voorwaarde
lijk met drie jaar proeftijd en de voorwaarde dat
binnen zes maancten een schadevergoeding van
f 50 aan den betrokkene gegeven zal worden.
Een 22-jarige los-werkman L. en de 26-jarige
los-werkman B., beiden uit IJmuiden, stonden
terecht omdat zij in den nacht van 28 op 29 Au
gustus benzine gestolen hadden, en deze gebruikt
hadden voor een gestolen auto.
De Officier van Justitie eischte zes maanden
gevangenisstraf tegen ieder.
De Rechtbank veroordeelde verdachten ieder
conform den eisch.
Een 55-jarige timmerman zonder vaste woon
plaats, stond terecht verdacht van inbraak en
diefstal van gouden hangers, een gouden ring en
allerlei tafelzilver. Verd. had dezen diefstal ge
pleegd op 25 Juli in een perceel aan de Midden-
laan, ten nadeele van den bewoner Mr. J. A. P.
C. ten Bokkel.
De Officier van Justitie eischte veertien dagen
geleden tegen verd. anderhalf jaar gevangenis
straf. De man werd thans tot een jaar gevange
nisstraf veroordeeld.
Dan stond terecht de 22-jarige los-werkman
uit IJmuiden, die den in de vorige zaak genoem
den auto op 28 Augustus te IJmuiden gestolen
heeft.
De eisch luidde een jaar gevangenisstraf.
De Rechtbank maakte er van acht maanden.
(Vervolg)
In zijn requisitoir constateerde mr, Van Ever-
dingen, dat het bewijs geen moeilijkheden op
levert. Twee daders zijn al berecht; later is aan
het licht gekomen, wie de anderen waren. Nu is
het hun beurt en tegen hen is het bewijs ge
leverd. Wel geven de verschillende getuigen en
verdachten elkander de schuld van de ernstige
mishandelingen, maar alle vier zijn zij verant
woordelijk.
Wat de straf betreft, deze moet zwaar zijn,
omdat de roofmoord een misdrijf is van
zeer emstigen aard.
In aanmerking genomen, dat reeds voor
een ander misdrijf tien Jaar gevangenisstraf
tegen belden is geëischt, kan hier met een
mildere straf worden volstaan,
Spr. eischte tegen leder der verdachten
een gevangenisstraf van vijf jaren-
De verdediger van H., mr. baron van Hugen-
poth, pleitte een mildere straf op te leggen.
Mr. Bauduin, die optrad voor verdachte v. d.
P., wees er op, dat ook deze verdachte voor cle
mentie in aanmerking komt, wtaartoe hij con
cludeerde.
Terecht stond dan de 23-jarige J. P. C.
voor den door hem op 9 November 1932 te
Berghumgepleegden moord op den caféhou
der J. M. C. v. d. Pas, op wien hij van zeer
korten afstand met een revolver herhaal
delijk heeft geschoten, waardoor verschei
dene kogels doel troffen en het slachtoffer
spoedig overleed.
De verdachte bekent, opzettelijk J. v .d. Pas
van het leven te hebben beroofd. Hij heeft zes
schoten op hem gelost. Hij heeft het niet ge
daan in een opwelling van drift, doch na kalm
en rijp beraad.
De président vraagt, of de vrouw van v. d. Pas
hem tot het misdrijf heeft aangezet.
C. zegt, dat de vrouw dit meermalen heeft
gedaan.
De vrouw, als getuige gehoord, ontkent dit.
De Officier van Justitie bleef even stilstaan
bij het leven van den verdachte, die een zeer
goede opvoeding heeft gehad. Later is hij beland
in de woning van den caféhouder Van der Pas,
die als hij dronken was, zijn vrouw mishandelde.
C. kwam op voor de vrouw, die mishandeld
werd en schoot Van der Pas neer. Ofschoon
hij wroeging gevoelde, is het te betreuren, dat
C. geen beterschap heeft getoond, doch het pad
dei- misdrijven is opgegaan.
Thans heeft hü oprecht berouw en hij
heeft volledig bekend, maar ware dit niet
het geval, dan zou een levenslange straf op
haar plaats zijn. Twintig jaar gevangenis
straf is het minimum, dat hem kan worden
opgelegd. Spr. had straks tien jaar gevan
genisstraf tegen hem geëischt.
Thans eischte hü wegens moord weer tien
jaar gevangenisstraf.
De wielrenner C. gaat dan naar voren en zegt,
terwijl hij snikt, spijt te hebben van hetgeen
hij heeft misdaan. Hij hoopt, dat zijn. leven niet
door de gevangenis zal worden verwoest.
De verdediger, mr. Bloemarts merkt op, dat
de omstandigheden een mildere straf voor C.
rechtvaardigen.
Uitspraak over veertien dagen.
A
v/h coupeur en bedrijfschef bij de
Fa. v. Dusseldorp.
Deze zaak wordt onder de bestaande
leiding en op de bekende solide wijze
voortgezet.
Wij zullen Uw bezoek ten zeerste op
prijs stellen.
Gebouw „St. Bavo" Onderling Belang 8 uur
R. K. Bevolkingsbureau 8 uur.
Groote of St Bavokerk; Orgelbespeling van
3 tot 4 uur
Frans Halsmuseum Tentoonstelling 10
5 uur.
Stadsschouwburg „Vlaamsch Voikstooneel"
„Tijl Uilenspiegel", kwart over 8.
Rembrandt-theater „Amphitryon". Op het
tooneel „The flying Banvards", 2.30, 7 en
9.15 uur.
Palace „In de macht der geheime politie".
Op het tooneel „Kalil Agra trio", 7 en 9.15 u.
Luxor-theater „De bonte sluier", 7 en 9.15
uur.
Frans Halstheater „Nachten in China
town", 230, 7 en 9.15 uur.
Stadsschouwburg Ensemble Maurice
Rostand „La Gloire", kwart over 8.
Rembrandt „Königswalzer", 2.30, 7 en 9.15
uur.
Palace „Roode Wagten", 7 en 9.15 uur.
Frans Hals „Eten vrouw van de wereld",
2.30, 7 en 9.15 uur.
Luxor „De bonte sluier", 7 en 9.15 uur.
Gebouw „St. Bavo" Cursus R. K. Volksbond
3 uur Onderling Genoegen, 8 uur; Geel-Wit 6
uur —Kieskring Velsen, 3 uur; Gewone zittingen
47 uur.
Bioscopen: Als Vrijdag,
Onze Romeinsche correspondent seint ons d.d.
31 Oct.:
Het Italiaansche ministerie '"an Binntenland-
sche Zaken heeft bepaald, dat op Zondag 3 No
vember a.s. in afwijking van vroeger gegeven
voorschriften, de Zondagsrust zal in acht worden
genomen.
Zooals men weet, heeft de „Osservatore Roma
no" dezer dagen een scherp protest laten hooren
tegen de schending van de Zondagsrust op 27
Oct. j.l. den feestdag van Christus' Koningschap.
Op dien dag werd in alle openbare gebouwen
gewerkt. Op Zondag 3 November a.s. zou even
eens als op een gewonen dag gewerkt worden )n
verband met de viering van den marsch naar
Rome op 4 November a.s.
De Regeering heeft dus blijkbaar het protest
van het Vaticaan ter harte genomen.
Jubileum aan de gasfabriek. Vandaag her
denkt de heer C. Sluiter zijn zilveren jubileum
in dienst van het Gemeentelijk Gasbedrijf.
In de smaakvol versierde directiekamer voer
de allereerst het woord wethouder jhr. A. v. d.
Poll by verhindering van den burgemeester.
Spr. herinnerde er aan, dat de jubilaris kort na
de oprichting van de fabriek in dienst kwam
en dus de geheele reorganisatie heeft mede
gemaakt.
Door de verbeterde techniek is uw arbeid niet
meer zoo moeiiyk, maar daartegenover meer
intellectueel geworden. Altyd heeft u uw plicht
gedaan en dat is vooral in een bedrijf als dit
van groot belang.
Als stoffeiyk blijk van waardeering der ge
meente bood spr. de gebruikelijke enveloppe
met inhoud aan.
Dan sprak de directeur van de bedrijven ir.
Duynstee. Spr. schetste de veelal in den nacht
uitgevoerde, zeer veTantwoordelyke taak van
den jubilaris, aan wien hij, namens het perso
neel, een fraaie regulateur met gongslag aan
bood.
De jubilaris sprak een harteiyk dankwoord.
Hedenavond om 8 uur zal het fanfarecorps
„Excelsior" den heer Sluiter aan zyn woning,
Berkenlaan 2, een serenade brengen.
door Charles Garvice
42
De halldeur stond open en de butler kwam
haar onmiddeliyk tegemoet met een smalle
enveloppe op een zilveren blaadje.
„Een buitenlandsch telegram, my lady," zei
hy.
Madge stond op het punt, het meteen open
te scheuren; maar plotseling herinnerde ze
zich, dat ze voorzichtig moest zijn en nam het
mee naar haar kamer.
Het telegram was kort, maar veelbeteekenend.
lord Mersia ongesteld; kom onmid
deliyk Hotel Meurice. BARWELL.
Ze herinnerde zich den naam Barwell
was een van Lord Mersla's secretarissen
Ze aarzelde geen oogenblik en was volmaakt
kalm, onrust of verdriet kon dit telegram haar
niet bezorgen h&éir niet! Ze belde, en toen
Lucy verscheen, zei ze byna achteloos:
„Ik zal onmiddeliyk naar Parys moeten ver
trekken. Wil je myn toilettasch en een kleinen
handkoffer pakken en zeggen, dat over een
kwartier de wagen vóór moet staan?."
,3a, my lady," zei Lucy prompt. „Ik hoop,
dat u gëen slechte berichten hebt, my lady?"
voegde ze er by, maar niet met al te veel
ontsteltenis, want Madge's gezicht en manier
van doen waren volmaakt rustig.
„O nee," antwoordde Madge. „Lord Mersia
myn vader wenscht, dat ik eenige dagen
met hem doorbreng, dat is alles."
Ze verkleedde zich vlug, terwyi Lucy in
pakte, en naaide haar huweiyksacte en de
papieren, die ze uit het bureau gestolen had,
zorgvuldig in een lapje zyde, dat ze binnen
in haar jurk vastspelde. Een paar minuten iater
was ze klaar voor de reis en ging naar bene
den, waar de wagen reeds wachtte.
„U zult nog juist tud hebben om den trein
te halen, my lady. Ik heb al iemand gestuurd
om een kaartje te nemen en een coupé te
reserveeren. zyn lordschap is toch niet ziek,
my lady?"
„O, dat hoop ik niet!" zei Madge met een
passende gelaatsuitdrukking en een zucht.
In de hall van het station vond ze een knecht
al wachten met haar kaartje.
„Zeg aan Lucy, dat het me nu byna spyt, dat
ik haar toch maar niet heb meegenomen,
zooals ze me verzocht," zei ze tegen den man
„Maar misschien telegrafeer Ik nog wel om
haar. Denk er aan, noch zij, noch iemand
anders moet komen, zonder dat ik het ultdruk-
keiyk laat weten."
..Uitstekend, my lady," zei James, terwfjl
hij zyn hoed aanraakte. „Ik heb getelegra-
Jgescl o®, een bjjt op de boot ep een coupé,
den trein van Calais voor uw ladyschap te
reserveeren.''
Toen de trein knarsend stilstond in het
Parijsche station, verscheen een neer aan de
coupédeur en nam zijn hoed af.
„Lady Irene?" vroeg hy.
„Ja, ik ben lady Irene," zei ze.
„Myn naam is Barwell ik ben secretaris
van Lord Mersia. Buiten staat een wagen,
Lady Irene. Ik hoop dat u een comfortabele
ik durf zeggen prettige reis hebt gehad?"
„Hoe is het met myn vader is hy erg
ziek? Ik heb me aldoor zoo vreeseiyk onge
rust gemaakt, mynheer Barwell. Ik heb geen
seconde rust gehad. Is het hotel ver? Vertelt
u me toch alles. O, als we er toch maar vast
waren!"
„Toe, weest u kalm, Lady Irene," zei de
heer Barwell, die een schuchter en nogal
zenuwachtig jongmensch was en geheel in de
war door de ziekte van zyn chef en de ont
moeting met de mooie Lady Irene. „Lord
Mersia is ziek, maar naar ik hoop niet ern
stig. Hy werd gisterenmiddag ongesteld tydens
een conferentie. Terwyi hy sprak, zag ik hem
opeens even wankelen, maar hy verzette zich
tegen den aanval en ging voort met spreken
tot zyn rede ten einde was; toen sloeg hy
plotseling neer en we brachten hem naar
ztJn kamer. Gelukkig werd de conferentie gehou
den in het hotel, waar hij verbiyf hield."
„Myn arme vader! Is hy by kennis?" vroeg
zy.
Lady Irene, dat hij bewusteloos is. Hij ligt
onbeweegiyk stil Schreit u niet, Lady Irene"
want Madge snikte achter haar zakdoek met
meesterlyk nagebootste geluidjes. „Ik weet
zeker, dat hy geen pyn ïydt; en en dat is
ten minste een troost."
„Ja, Ja! Zeker!" snikte Madge.
„Hier zyn we al aan het hotel," zei Barwell.
„Gaat u eerst naar uw kamer of wilt u liever,
dat ik u meteen by Lord Mersia breng?"
„O, laat me dadeiyk naar hem toe gaan,',
mompelde Madge gebroken.
Met gebogen hoofd volgde ze hem door het
gebouw naar een groote zitkamer op de eerste
verdieping. De heer Barwell verdween even in
de slaapkamer en kwam byna onmiddeliyk
terug met oen Engelschen dokter, die voor
Madge boog en haar aankeek met die plech
tige, ondoorgrondelijke uitdrukking op zyn ge
zicht, die elke medicus als een strak masker
draagt, zoodra hy geen hoop meer kan geven.
„Ik ben biy, dat u gekomen bent, Lady
Irene," zei hy. „Ik wil u niet verbergen, dat
Lord Mersia zeer ziek is, dat zyn toestand
my buitengew /m ernstig ïykt. Benigen tyd
geleden waarschuwde ik hem al voor de ge
volgen van zyn onophoudeiyk werken zon
der behooriyk rust te nemen, en bezwoer
hem, eens een kuur te doen; maar tever
geefs. Hy is nu bewusteloos; ik ben
biy, dat ik u verzekeren kan, dat hij
niet lijdt. Volstrekte rust is gebiedend nood-
zakeiyk. Het ls mogelijk, dat hy zóó nog
urenlang ligt; maar ook kan hy ieder oogen-
geval mocht zijn, vertrouw ik, dat u hem
alle onnoodige opwinding zult besparen."
„Och toe, neemt u me meteen mee naar
hem toe! Ik zal heel rustig en kalm zyn; ik
beloof u, dat ik hem niet zal opwinden."
Ze gingen het schemerige slaapvertrek
binnen. Daar lag de graaf, zyn gezicht zoo
wit als het kussen, de diep-gegroefde lijnen
wan zorg en leed duldelyker zichtbaar dan
ooit.
Madge zonk op haar knieën voor het bed
neer en verborg een oog'enblik haar gezicht;
toen hief ze het hoofd op en staarde naar
de bleeke, roerlooze gedaante in de kussens.
De dokter, Barwell en de verpleegster
stonden zwijgend op eenigen afstand, ln
eerbiedige deernis. Ze konden niets meer doen;
ze konden alleen maar wachten. Byna een
uur ging voorbij; toen zag de scherpe blik van
den dokter de oogleden van den patiënt even
trillen; hy kwam geruischloos op het bed toe
en waarschuwde Madge met een teeken. Ze
stond op en boog zich over den graaf heen,
terwijl ze haar tanden opeen klemde en al
haar moed verzamelde voor de beslissende
oogenblikken, die komen gingen. Haar lot hing
aan een zyden draad.
De oogen gingen open, keken enkele secon
den vermoeid en verwezen door de kamer rond:
tosn bleven ze rusten op Madge's gezicht. Het
licht van de afgeschutte schemerlamp viel er
vol op; het was krytwit, de lippen weken even
vaneen, de grijze oogen waren onnatuurlyk
verwijd door vrees en spanning.
tot feasaistaün komen, wanneer dat bfttl ïïaar OQB steeds aaDStarend, richtte hii
zich op een elleboog op, greep haar bij den
arm en trok haar dichter naar zich toe. Toen
hijgde hij, met een vreemde, doffe stem:
„Ik ken ik ken Hy snakte naar lucht,
trachtte de kracht te verzamelen om verder te
spreken. De anderen kwamen dichter om het
bed staan, de dokter ondersteunde hem.
Madge week zóó ver terug als zijn kramp
achtige greep toeliet, schrik en ontzetting op
haar wit gezicht, in haar wijdopsngesperde
oogen.
„Ik ken haar," hygde de gTaaf. „Zij is mijn
dochter
Hij trachtte voort te gaan, worstelde met
geweldige wilskracht om nog één woord meer
te uiten; maar geen geluld wilde komen. Met
eon gebaar van wanhoop zonk hy achterover.
Zyn lippen weken vaneen „irenelT zuchtte
hy nauwelyks hoorbaar. Er volgde een intense
stilte; de dokter ging op Madge toe en nam
zachtjes haar arm.
,AUes ia voorby," zei hy. „Gaat u mee,
Lady Irene. Uw vader heeft nu rust gevonden.
Hy heeft u herkend, tegen u gesproken; hU
wist, dat u naar hem toe waart gekomen. Da.,
moet u ©en troost zyn."
HOOFDSTUK XXV
In de prachtige kamer, die men voor haar
gereserveerd had, zat Madge de uren na Lord
Mersia's dood en trachtte haar toestand r«
overzien. Wat ze had doorgemaakt, had veel
van haar zenuwen gevergd; maar wat haar
nog Jlfig J5ÊI?1 zwaarder biyken.