Bossche rechtbank behandelt
weer Ossche zaken
BLUE BAND
Hët drama te Wildervank
Het kolenvervoer per schip
eên
oanda
TELEFUMCEN
ROOFO VER VALLEN AAN
DE ORDE
MOORDZAAK VOOR DE
RECHTBANK
ALS HET WA TER DICHT IS
i
DONDERDAG 31 OCTOBER 1935
Verdachten legden voor de recht
bank volledige bekentenissen af
Straffen van tien jaar
geëischt
Roofoverval te Oyen
Optreden der Justitie
tegen de N.S.B.
Maatregelen om het orgaan te
laten verschijnen
R.K. Universiteit
Apothekers-assistent
(Ingezonden Mededeeling)
Wie niet horen wil... enz.
Hij valt met zijn neus in de
v0' 7-
V
Verraderlijke roofoverval van
twee individuen op een
zamen ouden man
Geknoei met Paleisloten
Tegen verdachten M. en P. resp.
drie en twee jaar geëischt
De Winnipegs
GESCHIEDENIS CRISIS.
wetgeving
De heer Bückmann is met de te-
boekstelling belast
De Ned. Spoorwegen vreezen dan
voor de voorziening van Neder
land ernstige gevaren
Gevolg der bezuiniging
Het kolenvervoer door het
Jul ianakanaal
Het rangeerterrein Susteren
Dood door schuld?
Onderzoek niet volledig geacht
Velser pontwachter in
hooger beroep
Doordat klep open bleef, reed
auto te water
OVERNEMING RADIO
PROGRAMMA'S
Vordering om de overneming te
staken, door het Haagsche
Gerechtshof niet ontvan
kelijk verklaard
RAMING EN OPBRENGST
P.T.T.
Nog steeds terugloopende cijfers
Vandaag wordt de vijfde strafzitting van
de Arrondissementsrechtbank te 's-Her-
togenbosch gehouden, ter behandeling van
de misdaden der Ossche bende.
Dezen dag is de toeloop van het publiek,
zoowel voor het Paleis van Justitie als in
de rechtzaal, grooter dan ooit. Door den
ernst der zaken, die voor zullen komen, is
dit te verklaren.
Het eerst wordt behandeld de zaak tegen
den 23-jarigen J. P. C., den 23-jarigen opper
man A. v. d. P., den 20-jarigen fa
brieksarbeider P. W. de B. en den 23-ja
rigen landbouwer A. J. H„ bijgenaamd
de Jonge Toon de Soep. terzake van den in
den nacht van 20 op 21 Februari 1934 te Uden
gepleegden roofoverval in de woning van het
echtpaar Bouwman.
Volgens de dagvaarding hebben zij zich tot
deze woning toegang verschaft door inklim
ming door een gat in het dak en door een gat
in een muur, terwijl zij den diefstal van 'n geld
bedrag van f 1900.deden vergezeld gaan en
volgen door geweld tegen den 65-jarigen land
bouwer Bouwman en zijn 55-jarige echtgenoote,
hierin bestaande, dat zij beiden geslagen, vast
gegrepen en vastgebonden hebben.
Van der P. (De Rut) die rap van tong is,
legt een vlotte bekentenis af.
C. had van een persoon, die hij niet kende,
inlichtingen gekregen, dat er bij Bouwman
iets te stelen was. Met z'n vieren zijn zij daar
des nachts naar toe gegaan. Verd. zelf had
eerst op de deur geklopt, doch er werd niet
opengedaan. Toen heeft hij met H. in het dak
een gat gemaakt en daardoor zijn zij naar
binnen geklommen.
De president vraagt hem dan, wie de vrouw
heeft vastgegrepen.
De Rut zegt, dat hij de vrouw had vastgegre
pen, terwijl P. de B. zich met den man be
moeide.
President: „U hebt onder een plavuis in de
kast het geld gevonden. Hoe wist u dat het daar
lag?"
De Rut antwoordt, dat hij dat wist van den
verdachte H. In de woning van F. C. hadden zij
het geld verdeeld. Ieder kreeg f 450.
De verdachten H. en P. de B. legden eveneens
een bekentenis af.
C. zeide, dat wat De Rut had verteld, de vol
le waarheid was. Hij had inlichtingen gekregen
van den verzekeringsagent K. en daarop werd
besloten, daar een inbraak te gaan plegen.
De Officier van Justitie mr. Van Everdingen,
na het getuigenverhoor requisitoir nemend, zei-
de, dat door de bekentenissen van de verdach
ten en de verklaringen van de getuigen volko
men bewezen is, wat ten laste is gelegd. De ver
dachten moeten dus worden veroordeeld. De
moeilijkheid zit in het opleggen van de straf.
De roofoverval is een van zeer ernstigen aard.
ofschoon er roofovervallen zijn gepleegd, die nog
ernstiger zijn. Maar van den anderen kant staan
de vier verdachten zeer ongunstig bekend; zij
zijn, behalve C., reeds meermalen veroordeeld.
In hun voordeel pleit niet anders, dan dat zij
een volledige bekentenis hebben afgelegd. In
ieder geval zal hun een zware straf moeten
worden opgelegd, behalve dan aan P. de B.,
die reeds voor doodslag tot vijftien jaar ge
vangenisstraf is veroordeeld.
Spr. eischte hierna tegen de verdachten
v. d. P., H. en C. een gevangenisstraf van
tien jaren met aftrek der preventieve hech
tenis. Tegen den verdachte P. de B. eisch
ic hü een gevangenisstraf van drie jaren
met aftrek van het voorarrest-
De verdachte v. d. P. vroeg aan den presi
dent, rekening te willen houden met de an
dere straffen die hem nog te wachten staan.
President: „Natuurlijk zullen wij dat doen.
De verdedigers, mr. Bauduin, mr. baron van
Hugenpoth en mr. Bloemarts stellen hun plei
dooien uit, totdat de andere zaken behandeld
zullen zijn.
Mr. E. Lion, die optrad voor P. de B. pleitte
vrijspraak.
De verdachten H. A. van der P. en A. J. H.
hebben zich dan te verantwoorden terzake van
den in den nacht van 15 op 16 Mei 1934 te
Oyen gepleegden roofoverval in de woning van
de gebroeders Verhoeven, die verdachten en
hun neelgenooten hebben gepleegd, na zich toe
gang tot die woning verschaft te hebben door
een gesloten raam open te breken en alvoren;
met een buit van ongeveer f 150 te verdwijnen,
zoodanig o.a. met een stuk ijzer A. Ver
hoeven hebben mishandeld, dat deze is over
leden en de thans 62-jarige P. Verhoeven ver
scheidene bloedende wonden bekwam.
Verdachte van der P. gaf een uitvoerig relaas
over de toedracht van den overval.
Van o. en W. de B. zijn het eerst de woning
binnengedrongen en hebben A. Verhoeven vast
gebonden. ,,De Rut" had tegen hem gezegd:
„Man houd je kalm, want dan gebeurt je niet".
Toen grepen zij F. Verhoeven vast. Daar A.
Verhoeven zich wilde verroeren, gaf Van O. hem
een klap op het hoofd met een vijl, terwijl W. de
B. hem tegen de borst schopte. Verdachte zelf
heeft toen W. de B. naar buiten gestuurd, om
op den uitkijk te gaan staan. Daarna hebben
zij met hun drieën het huis doorzocht. H. voelde
toen eens over het gelaat van A. Verhoeven en
zei; ,,Ik geloof, dat de man dood is, want zijn
gezicht is heelemaal koud." Tot hun schrik
constateerden zij, dat Verhoeven inderdaad
overleden was. Verdachte zei, dat het nooit in
zijn bedoeling heeft gelegen een der gebroeders
Verhoeven te vermoorden. Nadat wat geld ge
vonden was, hebben zij haastig de woning ver
laten.
De president vroeg aan den verdachte H.: „Is
het allemaal waar, wat Van der P. heeft ge
zegd?"
H. antwoordde, dat het ongeveer wel zoo was.
De president: „Wie heeft de vijl gedragen?,
en wie heeft daarmee geslagen?"
Verdachte H.: Van O. heeft hem gedragen.
Ik heb evenwel niet gezien, dat hij met de vijl
geslagen heeft.
Wij hebben den heer Van Geelkerken, alge
meen secretaris van de N. S. B., in het hoofd
kwartier te Utrecht opgezocht, teneinde hem
te vragen of er maatregelen genomen worden
om „Volk en Vaderland" opnieuw te doen
verschijnen.
„Ja zeker," antwoordde de heer Van Geel
kerken ons, „alle maatregelen zullen genomen
worden om het verschijnen van „Volk en Va
derland" Zaterdag te verzekeren. „Meer kan ik
er niet over zeggen."
„In den vorm, waarin het nu verscheen?
Daarvoor is tcich een rotatiepers noodig?",
vroegen wy.
,,Dat zal er van af hangen."
Natuurlijk is voor de drukkers door de jus
titie een afschrikwekkend voorbeeld gesteld,
zoodat het de vraag is of er een drukker ge
vonden wordt, die het waagt „Volk en Vader
land" te drukken en er niet voor vreest, dat
de persen opnieuw in beslag genomen zuilen
worden.
De heer Van Geelkerken meende, dat dit
niet het geval zou zijn, daar z.i. de maatregelen
niet gingen tegen het verschijnen van het blad
als zoodanig. Het ging alleen over de vier be
wuste artikelen en de advertentie.
De heer Van Geelkerken vroeg zich verder
af, of de vervolging ook ingesteld zou worden
tegen de bladen, die de advertentie hebben
overgenomen. Zij hebben toch medegewerkt aan
de verspreiding daarvan.
Wij vernemen nog, dat zich aanvankelijk een
drukker bereid had verklaard om het blad te
drukken, doch zich kort daarop weer terugtrok.
De keuze van een drukker te Utrecht is be
perkt, omdat het orgaan gedrukt moet worden
op een rotatiepers. Met een snelpers kan alleen
wörden volstaan, indien het orgaan in verklein
den vorm wordt uitgegeven.
Den geheelen dag stond een groep menschen
voor het gebouw van „Volk en Vaderland" aan
de Oude Gracht te Utrecht, die het gebeuren
bespraken.
Wij hebben nog getracht een onderhoud te
krijgen met den leider, den heer ir. A. A. Mus-
sert, tenein'de diens opinie over het geval te
vernemen, doch aan zijn woning werd ons me
degedeeld, dat hij met vacantie afwezig is.
NIJMEGEN. Candidaatsexamen Ned. taal- en
letterkunde.de heer J. W. H. M. Dols te Sit-
tard.
AMSTERDAM. Geslaagd de dames J. M. A.
ten Broeke, Haarlem; J. A. Leliveld. Amster
dam en de heeren L. M. F. van der Lande,
Amsterdam; J. van der Poel, Amersfoort.
Als men U aanraadt tegen ongeregelde stoel
gang een laxeermiddel te gebruiken, en U slaat
deze raad in de wind, zult U zeker de onaan
gename gevolgen daarvan ondervinden. De voor
Uw gezondheid nadelige gevolgen kunnen voor
komen worden door bijtijds de bekende
ISTIZIN-TABLETTEN te gebruiken. ISTIZIN-
TABLETTEN werken prompt, zonder schade
lijke nevenwerkingen.
t- V''
De rechtbank te Groningen behandelde
heden de zaak tegen den 33-j. K. S. en den
27-jarigen B. B., beiden werklooze arbei
ders te Wildervank, verdacht van moord
op den ouden heer Jacob Kroeze te Wil
dervank in den nacht van 12 op 13 Juni j.l.
Men zal zich herinneren, dat omstreeks Jialf
Juni van dit jaar de Groningsche Veenkoloniën
werden opgeschrikt door een afschuwelijken
roofmoord op den alleenwonenden heer Jacob
Kroeze aan het Oosterdiep te Wildervank.
Vastgebonden aan een ijzeren koevoet werd
diens lijk gevonden in het kanaal voor zijn
woning. Hoewel zeer moeilijk viel vast te stel
len, wat uit de woning van Kroeze eigenlijk
werd vermist bleek toch reeds spoedig, dat een
bedrag van circa 700.was gestolen.
Politie en justitie onder leiding van den of
ficier van justitie, mr. A. W. baron van Im-
hoff, stonden aanvankelijk voor een uiterst
moeilijk probleem. Nadat verschillende huis
zoekingen waren verricht werden aangehouden
de reeds bovengenoemde verdachten, die aan
vankelijk hardnekkig ontkenden. De bewiizen
tegen hen stapelden zich echter met den dag
hooger op en nadat eerst S. op 29 Augustus
een volledige bekentenis had afgelegd, viel
reeds den volgenden dag B. door de mand.
Uit hun bekentenissen bleek, op welk een
afschuwwekkende wijze de moord is gepleegd.
B., die dicht bij den ouden heer Kroeze
woonde, was met de plaatselijke situatie ge
heel op de hoogte. In den avond van Woens
dag 12 Juni ongeveer om half negen, ging B.
naar Kroeze onder het voorwendsel wat poot-
boontjes te komen halen. De oude man begon
deze alvast te doppenOp het afgesproken
uur half elf klopte S. aan de achterdeur
van Kroeze. De oude man, gerustgesteld door
de aanwezigheid van B., deed open. Gemaskerd,
met een revolver in de hand, stond daar S.
B. sprong daarna onverhoeds op den ouden
Kroeze en worgde hem. Het slachtoffer werd
een zakdoek in de keel gestopt en gebonden.
Met een koevoet werd de brandkast geforceerd.
De buit bedroeg 700.aan bankpapier. De
onverlaten bonden vervolgens den koevoet aan
het lijk, droegen het ontzielde lichaam naar
buiten, waarna B. het in het Oosterdiep liet
verdwijnen.
Dat met het gevangen nemen van deze mis
dadigers belangrijke arrestaties zijn verricht,
moge o.m. nog blijken uit het feit, dat de twee
verdachten op 21 Mei jJ. een inbraak pleegden
in het gebouw van de arbeidsbemiddeling te
Wildervank, waarbij 160.werd buitgemaakt.
Men had reeds meer inbraken besproken,
doch eerst zou B. den gemeente-veldwachter
Koster neerschieten, aangezien die „te lastig"
werd.
Beide verdachten zijn gehuwd en hebben
kinderen.
Na verhoor eischte de officier van
justitie tegen beide verdachten le
venslange gevangenisstraf.
Nadat in de strafzaak tegen den ex-direc
teur en den gewezen commissaris van het Pa
leis voor Volksvlijt zes zittingen zijn gewijd aan
liet getuigenverhoor was vandaag het woord
san den Officier van Justitie, mr. van Arkel.
Wat betreft het onderzoek ter terechtzitting
sprak de vertegenwoordiger van het O. M. een
woord van lof tot den president mr. Briët voor
zijn leiding. Dank zij deze leiding is de sfeer in
de rechtszaal rustig gebleven. Ook het voor
onderzoek van den rechter-commissaris mr. van
Lier was prachtig; spr. brengt hulde aan den
rechter-commissaris en sluit zich aan bij de
waardeerende woorden in de vorige zitting door
den president gericht tot den inspecteur van
politie Roscher en den accountant Meyer.
Uitvoerig gaat spr. de financieele manipula
ties van de N. V, na, aan de hand van cijfers
en jaartallen. Spr. somt verschillende feiten
op, die z.i. belastend zijn voor den directeur,
o.a. wijst hij op het aanschaffen van het val-
sche stempeltje met de woorden „werkelijke
schuld".
De ex-commissaris PI. heeft de verschillende
brieven geschreven om uitbetaling van de obli
gaties mogelijk te maken. Deze briefjes moes
ten getoond kunnen worden aan den president
commissaris.
In 1932 en 1933 heeft verd. P. een groot aantal
van deze valsche briefjes geschreven. Op geen
van die briefjes stond ooit een adres van den
p f zender; er moest immers toch niet op wor-
oen geantwoord. De nummers van de obligaties
kon P. slechts gekregen hebben van verd. M.,
hij immers had het obligatieboek. In denzelf-
dene tijd werden echte obligaties ingediend, af
komstig van bona-fide houders; die moesten
echter maanden wachten voor er eindelijk geld
kwam. Een vriendin van verd. P. schreef op
zijn verzoek een brief, enkele dagen later wer
den deze stukken reeds uitbetaald. Er bestond op
dit punt tusschen den ex-directeur en den ex-
commissaris een sterke samenwerking. Het is on
mogelijk, dat de commissaris dit alléén heeft
gedaan; de gegevens moesten hem zijn ver
schaft door den directeur.
Ook de Winnipeg-obligaties zijn een sprekend
bewijs voor de samenwerking tusschen M. en
P. Het waren „aangebrande" obligaties, in het
beek gemerkt met een P. Grif werden deze
Wrnnipeg-obligaties uitbetaald, hoewel in den-
zellden tijd een stuk, waar niets op aan te
merken was, werd geweigerd.
Betreffende de vervalsching van obligatie
4089 merkt spr. op, dat gezien het rapport
van de deskundigen vast staat, dat verd.
M. deze vervalsching heeft gepleegd.
Voorts herinnert de Officier aan de wijze,
waarop de coupons zijn geponst: de jaartallen
en nummers zijn uitgeslagen.
Samenwerking tusschen en kwade trouw van
vernachten acht de Officier voldoende bewe
zen. Zoo wijst hij er o.a. nog op, dat juffrouw
oen O. op verzoek van P. een briefje schreef,
waarin ze verzilvering vroeg van een aantal
obligaties. Op dit briefje stond geen adres van
de afzendster en verd. M. beweert, dat hij niet
geantwoord heeft. Toch is er bij een huiszoe
king bij juffrouw den O. een antwoord van M.
gevonden.
Tot de dagvaarding komende zeide spr. dat
er in de balans was geknoeid, omdat verd. wilde
bedekken, dat er obligaties, die reeds vroeger
waren uitbetaald opnieuw werden gehonoreerd.
Na nog de aandacht te hebben gevestigd op
verschillende onwaarheden in de verklaringen
van de verdachten, zegt de Officier, dat de
rechtbank misschien niet op alle punten in de
dagvaarding een veroordeeling zal geven, doch
dat zij misschien daarbij zal denken aan een
gezegde: „aan een boom zoo volgeladen mist
men
Verd. M. (de directeur) is schuldig aan het
openbaar maken van een valsche balans, twee
maal gepleegd en aan verduistering meermalen
gepleegd.
De ex-commissaris heeft zich aan medeplegen
van verduistering schuldig gemaakt. Neemt de
rechtbank de in de dagvaarding gestelde ver
duisteringen aan, dan staat er f 100.000 ten na
me van den directeur en f 11.000 ten name van
den commissaris.
Er is misschien veel meer geknoeid dan bij het
onderzoek, dat ruim een jaar duurde, voor den
dag is gekomen. Bij de strafmaat zal men het
voorarrest voor den directeur niet in mindering
moeten brengen: door zijn houding immers heeft
het onderzoek zoo lang geduurd.
Tenslotte requireerde de Officier tegen den
ex-directeur drie Jaar gevangenisstraf en tegen
den ex-commissaris twee jaar gevangenisstraf
met aftrek van de helft van den tijd in voor
arrest doorgebracht.
Hierop is het woord aan den verdediger van
den ex-directeur mr. Muller Massis.
De Regeeringscommissaris voor den Zuivel-
steun, de heer L. Bückmann, die, naar men
weet op 1 December a.s'. als zoodanig zal af
treden, zal o.m. worden belast met de te boek
stelling van de geschiedenis der crisiswetgeving.
Daar de heer Bückmann van het begin af
de crisismaatregelen heeft helpen opbouwen,
mag verwacht worden, dat een samenvatting
zal worden verkregen, die groote waarde zal
blaken te bezitten.
Hoe zal 't in den winter, wanneer bij stren
ge vorst de scheepvaart gestremd is en de
wegen door gladheid onberijdbaar worden,
staan met de voorziening van hetgeen ons
land noodig heeft?
Zoo ongeveer begon de heer A. G. Jagt,
chef van Handelszaken der Nederlandsche
Spoorwegen, zijn uiteenzetting, toen hij tij
dens een persconferentie wees op de geva
ren, die de kolenvoorziening van het Ne
derlandsche volk dezen winter zullen bedrei
gen, waarbij hy ernstige critiek uitoefende op
de kanalenpolitiek der regeering. Vooral had
de heer Jagt den aanleg van Juliana-kanaal
en Twentekanalen op het oog.
Er is in de laatste jaren door de Spoorwegen
enorm bezuinigd. De exploitatiekosten welke in
1921 194 millioen gulden bedroegen, zijn in 1934
gedaald tot 104 millioen. Het personeel is over
hetzelfde tijdsbestek teruggebracht van 51.000 op
35.000 man, terwijl ook wagens en locomotieven
in aantal sterk zijn verminderd.
Nu den laatsten tijd een geweldige verschui
ving van spoorvervoer naar watervervoer plaats
vindt en nog wel van goederen, welke juist in
den winter niet te missen zijn, is het noodig te
gen dergelijke vervoersverplaatsingen het Ne
derlandsche volk te waarschuwen, aldus de heer
Jagt.
Het gaat hier vooral om de steeenkolenvoor-
ziening van ons volk door de Limburgsche Mij
nen.
Van het totale kolenvervoer ad pl.m. 10 mil
lioen ton worden nu reeds 3.2 millioen ton door
het Julianakanaal verzonden. En wanneer de
overslaggelegenheden te Stein en Born aan ge
noemd kanaal zullen zijn uitgebreid zooals men
voornemens is, zullen er jaarlijks ruim 6 mil
lioen ton per water kunnen worden vervoerd.
Zelfs in de drukste tijden, wanneer dagelijks
2400 wagens werden gesteld, hetgeen neer komt
op een jaargemiddelde van 13 millioen ton, is de
kolenvoorziening door de Ned. Spoorwegen steeds
zonder eenige stoornis verloopen. Doch nu steeds
meer vervoer naar den waterweg overgaat is
het personeel, het wagenpark en het aantal lo
comotieven belangrijk ingekrompen.
Het valt te betwijfelen, of de N. S. in tijden
van gestremde vaart wagens bij hun buren kun
nen huren. Men moet n.l. niet vergeten, dat ook
onze buren hun wagenpark hebben ingekrom
pen en dat zij juist in tijden van gesloten vaart
ook krap in hun materieel zullen zitten. Doch
gesteld eens, dat zij ons aan materieel zouden
kunnen helpen, dan zou men nog niet gered
zijn, daar dan de dienstuitvoering zou stranden
op het gebrek aan locomotieven en geschoold
personeel.
Wanneer er dicht water komt, zouden de ko
len, welke nu via het Julianakanaal worden
vervoerd, alleen over Susteren kunnen gaan, in
dien de capaciteit van dat station dit zou toe
laten.
Daar de hoeveelheid kolen, welke Susteren dan
echter zou moeten verwerken met 3.2 millioen
ton zou toenemen, zijnde de hoeveelheid, welke
nu via het Julianakanaal gaat, zou dit station
in totaal 6.2 millioen ton moeten verwerken,
dus ruim 100 pCt. meer, wat ten eenenmale uit
gesloten is.
V
De Staatsmijnen, welke nu over hun eigen lijïi
naar Stein vervoeren zullen voor dat vervoer
op geen enkelen spoorwagen kunnen rekenen.
Geeft men aan de plannen uitvoering om nog
meer per water te gaan vervoeren, waartoe de
ontworpen nieuwe overslaginrichtingen gelegen
heid geven en worden die overslaginrichtingen
tot hun volle capaciteit benut, zoodat in totaal
ruim 6 millioen ton kan worden overgeslagen,
dan zal, daar deze meerdere 3 millioen ton
steenkolen voornamelijk aan Susteren worden
onttrokken, zoodat er dan bijna niets meer over
blijft, dit rangeerterrein terugvallen tot een der
de rangs stationnetje.
Het zal dan ook absoluut onmogelijk
zijn bij dicht water deze 6 millioen ton, die
een daggemiddelde vertegenwoordigen van
20.000 ton, te vervoeren, zoodat de kolen
voorziening van het Nederlandsche volk zeer
ernstig in gevaar wordt gebracht.
Mocht men er aan denken dit vervoer per auto
te bewerkstelligen, dan zouden hiervoor per dag
noodig zijn 2000 auto's van 10 ton laadvermogen,
nog daargelaten dat dit vervoer per auto niet
mogelijk zou zijn, omdat de laadgelegenheden op
de mijnen hiervoor niet zijn ingericht.
Gesteld dat het eenige redmiddel zou zijn om
buitenlandsche kolen aan te voeren en dat dit
niet op het hiervoren vermelde bezwaar (gebrek
aan locomotieven en personeel) zou afstuiten,
dan vergete men niet, dat zulks niet in 't belang
zou zijn van onze mijnwerkers, waaronder veel
werkeloosheid zou ontstaan, terwijl tevens onze
betalingsbalans ongunstig zou worden beïnvloed.
In werkelijkheid is het vervoer niet goedkoo-
per geworden, daar men niets anders gedaan
heeft en doet, dan eenvoudig een deel der kos
ten ten laste van het Rijk te brengen.
Dat deze kosten niet gering zijn, moge blij
ken uit het feit, dat alleen reeds het Juliana
kanaal het Rijk aan rente, afschrijving, onder
houd en bediening pl.m. 5 millioen gulden per
jaar kost. Voegt men daarbij de vrachtderving,
die voor de Spoorwegen uit het bestaan van dit
kanaal voortvloeit en die als de afvoer per wa
ter op pl.m. 6 millioen ton is gebracht op pl.m.
8 millioen gulden 's jaars mag worden geschat,
dan komen wij op een bedrag van plan. 13 mil
lioen gulden.
Daar staat tegenover, dat voor de mijnen een
voordeel aan vracht is ontstaan van pl.m. 5
millioen gulden.
Trekt men dit van vorenbedoelde 13 millioen
gulden af, dan blijft er nog een bedrag van 8
millioen gulden over, dat door de gemeenschap
moet worden opgebracht.
Het zal, wanneer tijdens een strengen winter
de regelmatige kolenvoorziening van ons land
in het gedrang zou komen en de Spoorwegen dus
niet aan alle gestelde eischen zouden kunnen
voldoen gemakkelijk zijn critiek op hen uit te
oefenen, doch men vergete dan niet, zoo besloot
de heer Jagt, dat dit niet hun schuld is, doch
dat dit te wijten is aan de bezuinigingsmaatre
gelen tot welker toepassing zij zijn gedwongen
door de verplichting naar middelen te zoeken
om de tekorten op te heffen, die door buiten
hun macht liggende oorzaken zijn ontstaan en
waaronder de hun door de nieuwe kanalen ont
trokken vrachtbedragen een voorname plaats
innemen.
van Teletunken, als U de volmaakte
weergave dezer radio-toestellen
slechts éénmaal hebt gehoordI
Prijzen: van f106.- tot f250.-
Hedenmorgen heeft de Haarlemsche recht
bank uitspraak gedaan in de zaak van den bur
gemeester van Haarlem, die veertien dagen ge
leden terecht stond, verdacht van het veroor
zaken van dood door schuld. Het betrof de aan
rijding op den Rijksweg AmsterdamHaarlem,
waarbij een inwoner uit Haarlem gedood werd.
De eisch luidde 5000 subs. 50 dagen hech
tenis, en intrekking van het rijbewijs voor den
tijd van 1 jaar.
De rechtbank wees hedenmorgen de zaak terug
naar den rechter-Commissaris, omdat zij het
onderzoek niet volledig achtte. Zij wtenscht, dat
alsnog de deskundige Dr. Hulst en andere des
kundigen en getuigen gehoord worden.
Het Gerechtshof te Amsterdam heeft het ern
stige ongeluk behandeld, dat op 10 Augustus van
het vorig jaar is gebeurd met de Velserpont, als
gevolg waarvan de tweede gezagvoerend pont
wachter, aan wiens onachtzaamheid dit ongeluk
te wijten zou zijn geweest, zich op 24 Januari
1.1. te verantwoorden heeft gehad voor de Haar
lemsche Rechtbank en deswege tot een hechte-
nisstraf van twee maanden is veroordeeld.
Het ongeluk is geschied toen een door den
heer G. H. Heyneman uit Amsterdam bestuur
de gesloten personenauto van de pont in het
kanaal is gestort, doordat het vaartuig reeds
vertrok, alvorens de klep waarop de auto nog
gedeeltelijk stond, was opgehaald. Van de zes
inzittenden wisten zich vier te redden; 'echter
konden de 20-jarige dochter en een Duitsche
dienstbode niet meer uit den auto loskomen,
met het gevolg, dat zij jammerlijk verdronken.
Op een vraag van president Mr. Jolles deelde
verdachte mede, in hooger beroep te zijn geko
men. omdat hij de straf te zwaar vindt, ofschoon
hij toegeeft, een ernstig verzuim te hebben ge
pleegd.
De procureur-generaal eischte, behalve ten
aanzien van de kwalificatie, bevestiging van het
vonnis dezer Rechtbank.
De verdediger, mr. P. Tideman, drong op vrij
spraak aan. Mocht het Hof echter van meening
zijn, dat pl.'s cliënt veroordeeld moet worden,
dan verzoekt pl. met klem, deze voorwaardelijk
te doen zijn.
Arrest 13 November.
Het Gerechtshof te Den Haag heeft arrest
gewezen in de civiele procédure van de de vier
groote radio-omroepvereenigingen contra den
uitgever van de „Haagsche Telefoon Radiogids",
die zonder toestemming van de radio-omroep-
vereenigingen radioprogramma's in genoemden
gids heeft overgenomen.
In kort geding had de president der recht
bank de vordering van de omroepvereenigingen
tot bevel om de overneming te staken niet ont
vankelijk verklaard. Het Hof heeft thans het
vonnis bevestigd.
De diensten der P. T. T. hebben over de
maand September opgebracht:
Posterijen: f 2.833.124 (f 34.936 minder dan
vorig jaar en f 169.626 minder dan de be
grooting).
Telegrafie: f 334.704 (f 3946 minder dan vorig
jaar en f 22.696 minder dan de begrooting).
Telefonie: f 1.953.768 (f 98.145 minder dan
vorig jaar en f 72.832 minder dan de begrooting).
Postcheque- en Girodienst: f 622.485 (f 90.311
meer dan vorig jaar en f 94.585 meer dan de
begrooting)
Totaal f 5.704.081 (f 46.716 minder dan vorig
jaar en f 140.569 minder dan de begrooting).
Voor de eerste negen maanden van het jaar
te zamen, bedroeg de opbrengst:
Posterijen: f 25.628.794 (f 966.511 minder dan
vorig jaar en f 1.189.606 minder dan de begroo
ting).
Telegrafie: f 2.903.652 (f 523.196 minder dan
vorig jaar en f 242.548 minder dan de begroo
ting.)
Telefonie: f 17.212.077 (f 1.228.043 minder dan
vorig jaar en f 196.183 minder dan de begroo
ting).
Postcheque- en Girodienst f 5.553.574 (f 545.598
meer dan vorig jaar en f 583.924 meer dan de
begrooting)
Totaal f 51.298.037 (f 1.972.152 minder dan
vorig jaar en f 1.044.413 minder dan de begroo
ting).