De „vrije" vrouw W erkloozenzorg ZONDAG 3 NOVEMBER 1935 LEEKEPREEKEN Bedrïjfsraden voor het landbouwbedrijf Tijdelijke leden toegevoegd aan adviescommissie Mr. Dr. A. VAN DOORN1NCK Aftreden als thesaurier-generaal? OVERNEMING VAN RADIO- PROGRAMMA'S Het arrest van het Haagsche Hof Communistische actie in Tilburg Een verklaring van het hoofd bestuur van „St. Lambertus" BEZUINIGING BIJ DE SPOORWEGEN Aantal ingenieurs-secties met drie verminderd NEDERLAND TE BRUSSEL Laatste rondgang op de wereld tentoonstelling VRIJHEID VAN DRUKPERS MISBRUIKT Afkeuring door den Ned. Jour nalistenkring Verzekering opgelicht Een duim afgehakt voor f19.000 ONDER WIJ S B EZ UINIGING Buitengewone vergadering van het K.O.V. DE HAARLEMMERMEER SPOORLIJNEN H.IJ.S.M. zal ze exploiteeren Economisch Technologisch Instituut Minister Oud over de voorgestelde heffing op enkele belastingen PALEIS VOOR VOLKSVLIJT- ZAAK Voortgezet pleidooi Lijk van kapitein aangespoeld GEEN VERTROUWEN IN DE LEIDING Daarom uit de NS.B. getreden Wanneer Marguerite Perroy haar hoofd stuk voor de vrouw als het cement van het familieleven schrijft, dan begint zij met dezen hartekreet van een uit Moskou te ruggekeerden reiziger, aangehaald door Mauriac „Het bewonderenswaardige daar is, dat er geen familieleven meer is." Wij moeten daar tegenover, maar dan als een alarmkreet stellen: Het verschrikkelijke bij ons is, dat er hoe langer hoe minder gezinnen komen. Geldt dit laatste in erge mate in landen als Frankrijk, geen enkel land onder de tegen woordige cultuurstaten vormt hierop een uit zondering. Het familieleven verliest hoe langer hoe meer van zijn oude waarde wat, wanneer er geen reactie ten goede komt, op barbaarsch- heid moet uitloopen. Nemen wij eerst de ergste gevallen, de ver scheurde, de krakende, de geruïneerde gezinnen. De echtscheidingen vermeerderen in ontstellen de mate. In sommige landen lokt een slappe wetgeving er bijna toe uit; en, waar de wet hog ernstige hinderpalen in den weg legt, daar hebben zaakwaarnemers van bedenkelijk ge halte geraffineerde methoden uitgevonden om scheiding en hertrouwen op korten termijn, te bevorderen. Het bedenkeiijkste is, dat de pu blieke opinie zich hoe langer hoe minder tegen <ht euvel verzet. Vroeger wekte de gedachte „gescheiden vrouw" een zekere huivering op van deernis of van afkeer. Thans is scheiden voor velen onmiddellijk aan het begrip huwelijk verbonden: men trouwt, met de overtuiging Vooraf, dat, wanneer de verbintenis niet mee valt, men „er weer af kan" en een nieuwe kan aangaan. En wie nog niet zoo ver zijn, die hebben toch in ieder geval scheiden en her trouwen leeren zien als een verschijnsel, dat nu eenmaal van onzen tijd is en waarover men niet zoo'n drukte behoeft te maken. Zelfs in onze eigen katholieke kringen is deze verslapte moraal al bezig veroveringen te maken. Gees telijken en hoogstaande advocaten kunnen u de meest krasse voorbeelden noemen van jonge, Roomsche vrouwen, die na eenige jaren van huwelijksleven pogingen komen doen om ds Verbintenis te verbreken en die maar niet kun nen begrijpen dat zulk een eventueele scheiding beteekent: ongehuwd blijven, zoolang de andere Partij nog leeft. „Ik ben toch nog veel te jong; dat kan O. L. Heer toch nooit bedoeld hebben en zeker niet van mij vergen" is de stereotype opwerping, welke jongevrouwen maken, die meenen haar huwelijk te moeten laten ont binden. Dit alles w'ijst zeker op een ernstig gebrek aan kennis van het huwelijk als Sacrament, maar het wijst ook op een hopeloos gemis aan begrip van het huwelijk zelf, omtrent de Plichten van echtgenoot en huisvrouw. Wij lazen het onlangs zoo teekenend uitgedrukt: sinds het „hart aan hart" veranderd is in „tête a tête" keert men elkaar heel spoedig den rug toe. Wanneer de oude bronnen van de ouder- ivetsche huwelijken opdrogen, n.m. geduld en V'ederzijdsche toegeeflijkheid, dan behoeven wij °ns over de vele gebroken huwelijken niet te verbazen. Wij hebben in een vorige beschouwing het bittere maar ware woord van mevr. Ackermann al eens aangehaald en willen het nog eens herhalen: „het huwelijk is een verlangen om te beginnen en een begeerte om uit te scheiden van menschen die elkaar ontmoeten." Is het wonder dat bij zulk een mentaliteit al heel spoedig wederkeerig het verlangen ont staat om elders weer eens opnieuw te beginnen? Dn zelfs gedurende den tijd van samenleving kan er, wanneer de mogelijkheid van een scheiding reeds te voren vaststaat, van geen Waarachtig familieleven gesproken worden, hoch van een eensgezind verbond, strevend haar een gemeenschappelijk doel. „In de oude wereld zegt Zamansky die °P het verleden was afgestemd, was alles voor hen vader; in de christelijke samenleving, ge richt op de toekomst, was alles voor het kind; ih de moderne wereld, levend naar het voor bijgaande oogenblik, is alles gericht op het: „elk voor zich". Ook het gezin is voortaan een vlottende groep, waar de verhoudingen voortdurend wor den aangeknoopt en ontbonden, 't Is nog een Verblijfplaats en dan voor niet te langen tijd; maar men waarschuwt ons er tegen. Het gezin is door de profeten der toekomst veroordeeld: „de familie is een burgerlijke instelling." Wan- heer het communistisch ideaal, zooals in Rus land, eenmaal zal verwezenlijkt zijn, zal het de Vrouw bevrijden van het moederschap. Hier in West Europa is men zoo ver nog niet: maar heimelijk wordt er naar gestreefd, door bij allen en bij de vrouw in het bijzonder een fanatieke begeerte naar persoonlijke vrijheid op vakken onder het mom van emancipatie. Reeds nu, zegt Chanasson in zijn mooi boekje °Ver de moeder, heeft de moderne vrouw geen kinderen. Men heeft haar teveel herhaald, dat sij daardoor zal verliezen haar lijn en kaar vrijheid. Hoe zouden deze onbezonnenen, in wie de erfzonde toch haar gewone trekken: de begeer lijkheid der oogen, de begeerlijkheid des vteesches en de hoovaardy des levens heeft ^htergelaten; hoe zouden deze „vrije Ssesten" niet dronken worden van het nieuwe évangelie? „Indien een vrouw zegt Bernard shaw geen afstand doet van haar vrouwe nheld, van haar plichten ten opzichte van bian en kinderen, van het gezelschapsleven, ja Van heel de wereld met uitzondering alleen van kïchzelf, kan zij geen geëmancipeerde worden. vrouw moet al haar plichten gezamenlijk Verzaken. Daaruit wordt haar vrijheid geboren. De vrijheid, dat is de godin Kali: Men wordt 'ktgenoodigd om alles op haar altaar te offe nd: plichten, moederschap, ware liefde. Wat ki^akt het: men zal vrij zijnl Toch blijft het instinct heerschen. Soms is **et door den hartstocht naar sport of naar het ^ereldsche leven nog niet zóó zeer verstikt, dat de sluimerende moederliefde in de harten vrouwen kan vervangen. Dan offert men zich op, om een, soms meer kinderen het leven te schenkenzonder verplichting ze op te voeden; zonder verplichting ook om waan neer de groöle passie beveelt ze slachtoffer te laten worden van de risico's van een echt scheiding. Hoeveel gezinnen, uiterlijk onberispelijk, le ven niet enkel op de sleur van overgeërfde christelijke gewoonten, welke aan den man en vooral aan de vrouw huwelijkstrouw voor schrijven en de ouderwetsche verhoudingen van gehuwden instinctmatig doen aanvaarden totdat de storm van een feilen hartstocht los breekt, somtijds, doordat hij lang werd onder drukt, van een vervaarlijke kracht. Men lacht om die late echtscheidingen, waar bij de echtgenooten dertig jaar te laat de on- vereenigbaarheid van hun karakters ontdekken. Men zou er om moeten huilen, omdat er de ernst van het kwaad door wordt bewezen, dat aan het instinct de eerste plaats wordt inge ruimd. De vrije vrouw wil alles doorvoelen, alles doormaken, zij slaat uit haar evenwicht en, wat nog erger is, zij draagt het hare bij aan de algemeene onevenwichtigheid. Zij doet meer: zij verwoest alle evenwicht met de vernielende kracht van haar gepassionneerde natuur, omdat in de door God geschapen orde de vrouw, die in het gezin niet het regelende en bevelende element is, toch de essentieele factor is. „Indien zegt Pius XI, de man het hoofd is, zoo is de vrouw het hart". De slagen daar aan toegebracht, zijn des te erger, omdat ze doodelijk zijn. Daarom heeft dezelfde Paus onze ontredderde samenleving opnieuw heengewezen naar het christelijk gezin, als de rots, waar zij uiteinde lijk haar hulk zal kunnen vasthaken. Het gezin van de naaste toekomst zal christelijk zijn of het zal niet zijn. En zoo komen we aan de vraag: welke rol speelt de vrouw in het christelijke gezin? LitsRA. De minister van Sociale Zaken heeft aan de vaste leden van de Commissie van advies, be doeld in artikel 8 der Beörijfsradenwet (kern- commissie-landbouw)de navolgende personen als tijdelijke leden toegevoegd: A. I. Leenhouts te Retranchement, J. W. Scheele te Boschkapelle, F. van Campen te Graauw, A. H. de Milliano te W'aterlandkerkje, J. Ramondt te Schoondijke, M. de Regt Lzn. te Axel, O. Hilgenga te Utrecht, A. Vingerling te Goes en G. van Unnik te Haarlem. Deze toevoeging is geschied ten behoeve van het uitbrengen door vorengenoemde commissie van een advies omtrent de wenschelijkheid van het instellen van een bedrijfsraad voor het land bouwbedrijf in Zeeuwsch-Vlaanderen, en om trent andere daarmede verband houdende on derwerpen, in artikel 8 der Bedrijfsradenwet be- Qoeld. Voorts heeft de Minister aan die commissie als tijdelijke leden toegevoegd: M. P. van Nieuwenhuyzen te Heiningen, ge meente Fijnaart; A. Bax te Zevenbergschenhoek; C. Moors te Nieuw-Vosmeer; J. Hilgenga te Utrecht, A. Vingerling te Goes en B. N. Loerak ker te Haarlem, ten behoeve van het uitbrengen van een advies omtrent de wenschelijkheid van het instellen van een bedrijfsraad voor het land bouwbedrijf in Westelijk Noord-Brabant, en om trent andere daarmede Verband houdende on derwerpen, in artikel 8 der Bedrijfsradenwet bedoeld. In verband met een verschenen bericht in een der bladen, volgens hetwelk de thesaurier- generaal van het Departement van Financiën mr. dr. A. van Doorninck, als zoodanig ontslag heeft verzocht, hebben wij ons om inlichtingen gewend te bevoegder plaatse waar men ons verklaarde dit bericht noch te kunnen beves tigen, noch te kunnen tegenspreken. Van bevoegde zijde wordt ons geschreven: De dagbladen hebben dezer dagen melding ge maakt van een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage in de zaak van de vier omroep- vereenigingen tegen den heer J. H. S, uitgever van den Haagschen Telefoonradiogids. Het Hof bevestigde daarbij 't vonnis van den President der Haagsche Rechtbank, in kort geding gewe zen, waarbij de actie der omroepvereenigingen, welke ten doel had van den President een ver bod van overneming van radio-programma's uit de omroepgidsen in den Haagschen Telefoon Radiogids te verkrijgen, niet-ontvankelijk was verklaard. De omroepvereenigingen waren door den Pre sident in hun actie niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij verzuimd hadden in hun dagvaarding te stellen, dat zij volgens het bepaalde bij art. 15 der Auteurswet zich het auteursrecht op hun radioprogramma's, gepubliceerd in de omroep gidsen, hadden voorbehouden. Op dit verzuim strandde hun actie. De K. R. O. en de V. A. R. A. hadden wel reeds vóór de procedure in eer ste instantie uitdrukkelijk in hun gidsen ver meld, dat de nadruk van den inhoud dier gidsen verboden was de A. V. R. O. en de N. C. R. V. hebben dit eerst gedaan na het vonnis van den President doch zij maakten de processueele fout dit niet te vermelden in hun dagvaarding. Voor het Hof trachtten de omroepvereeni gingen aan deze consequentie te ontkomen door te betoogen, dat hun gidsen niet vielen onder de nieuwsbladen of tijdschriften, bedoeld in art. 15 der Auteurswet. Wanneer zij hierin ge lijk hadden, zou hun actie wèl ontvankelijk ge weest zijn. Dit betoog heeft het Hof verworpen, waarmede dus echter geenszins is uitgemaakt, dat overneming van radioprogramma's geoor loofd is. Integendeel, volgens President en Hof beiden is deze overneming niet geoorloofd nu in de omroepgidsen de radiovereenigingen door de woorden „nadruk verboden" zich uitdruk kelijk het auteursrecht op hun programma's hebben voorbehouden. Wij lezen in de „Volkskrant" de volgende „verklaring van het Hoofdbestuur van „St. Lambertus": Het voormalige stakingscomité te Tilburg gaat voort met vergaderen. Het roept de fabrieks- commissies bijeen, en in de vorige week is er zelfs een oproep verspreid waarin de textiel arbeiders tot personeelsvergaderingen worden opgeroepen. De toeleg is duidelijk: De actie wordt levendig gehouden, is het niet in dan buiten de organisatie en 't liefst nog op beiderlei manier. Geheel en al volgens het communistisch recept. Wij zijn er zeker van dat de hoofdleiders, zoo- al niet officieel bij de communistische partij aangesloten, dan toch zeer sterk communistisch georiënteerd zijn en dat de geheele opzet van communisten uitgaat, zooals dat ook met de staking het geval was. Er zijn aanwijzingen in ons bezit, die het reeds bestaande vermoeden in dit opzicht vol komen bevestigen. De katholieke textielarbeiders, die zich niet met het communisme wenschen in te laten, zijn bij deze gewaarschuwd. Bij den dienst van weg en werken der Ned. Spoorwegen heeft men, volgens het Volk, beslo ten het aantal ingenieurs-secties in het land van elf op acht te verminderen. De sectie Alkmaar zal op 1 Mei 1936 worden opgeheven, de sectie Amersfoort op 1 Augustus d.a.v. en Zwolle op 1 November van het zelfde jaar. Tevens is het aantal opzichters der baan vakken van 94 tot 72 ingekrompen. Het bureau personeel in de drie genoemde secties zal wor den overgeplaatst. Het gevolg van deze inkrimping is bovendien, dat bij 20 k 25 man personeel zonder vaste aan stelling het dienstverband niet zal worden verlengd. Een drietal ingenieurs, die de oudste in jaren zijn, zou op wachtgeld worden gesteld. Door deze maatregelen hebben de spoorwegen opnieuw een belangrijke jaarlijksche bezuiniging verkregen. van meening over den gang van zaken voort komt. Men wil nu trachten door samenwerking van de in Haarlem en enkele andere plaatsen be staande vereenigingen tot bestudeering van het fascisme te komen tot de vorming van een bi bliotheek; er zullen lezingen en debatavonden worden gehouden en langs dezen weg hoopt men te komen tot de vorming van een groep, die in zelfwerkzaamheid getraind wordt. Aanvankelijk had de leider der N. S. B. steun toegezegd, maar die is teruggenomen. Daarin hebben de uitgetre- denen aanleiding gevonden de N. S. B. te ver laten. Prof. Hessing deelde mee, dat de reden, dat- als lid van de N. S. B. ontslag is genomen is, dat men geen vertrouwen meer in de leiding van de N. S. B. had. Donderdagnamiddag heeft in het paviljoen van Nederland op de Wereldtentoonstelling te Brussel, onder leiding van H. M.'s gezant een laatste officieele rondgang plaats gehad. Donderdagavond zijn, naar de „Msb." meldt, de betrokkenen van de Nederlandsche afdeeling bijeengekomen in Métropole. Het banket werd gepresideerd door den adjunct-commissaris- generaal, mr. H. van Romburgh, consul-gene raal van Nederland te Brussel. H. M.'s gezant, wegens den hofrouw verhinderd, had zich doen vertegenwoordigen door gezantschapsraad jhr. van Lennep. Aan de eeretafel zaten aan de leden van de uitvoerende comité's der NederL deelneming aan de Wereldtentoonstelling: de heeren ir. van Dusseldorp, mr. van Woelderen, prof. van Roijen, ir. Damme, Britzei, Snoek en Geraets. Verder waren o.m. nog aanwezig de kunstschilders Joep Nicolas en Charles Ejjck. Als blijk van waardeering, overhandigde de heer van Romburgh aan al de medewerkers aan de Nederlandsche deelneming, een zeer ar tistiek uitgevoerde bronzen plaquette, met in relief den voorgevel van het Nederlandsch paviljoen. Na het diner, werd een documentarische film van de tentoonstelling vertoond, die herhaal delijk werd toegejuicht, vooral toen de opnamen van het bezoek van H. M. Koningin Wilhelmina en H. K. H. Prinses Juliana aan de Wereld tentoonstelling, op het witte doek verschenen. Een inwoner van Bolsward, de ruim 50-jarige M. B., heeft zich door oplichting van twee verzekeringsmaatschappijen in het bezit weten te stellen van een bedrag van niet minder dan f 19.000. Bij de Verzekeringsmaatschappij „Oceaan" te Zürich in Zwitserland had hij zich verzekerd voor een bedrag van f 100.000, terwijl hij een tweede verzekering was aangegaan bij de Alge meene Verzekering Maatschappij „De Philan- troop" te Bolsward. In 1931 heeft B. zich een duim laten afhakken. Hoewel er onmiddellijk reeds verdachte omstandigheden waren, heeft men toen niet kunnen bewijzen, dat het licha melijk letsel opzettelijk was toegebracht. De Zwitsersche Verzekeringsmaatschappij heeft den heer B. toen een bedrag van f 18.000 moeten uitbetalen en de Verzekeringsmaatschappij „De Philantroop" betaalde bovendien nog f 1.000. Gedurende den laatsten tijd waren de politie te Bolsward geruchten ter oore gekomen, die een bevestiging inhielden van de reeds in 1931 geuite vermoedens, dat hier oplichting in het spel was. Thans is de politie tot arrestatie van den heer B. overgegaan, die daarna een vol ledige bekentenis aflegde. Zaterdagochtend is B. naar Leeuwarden overgebracht en ter be schikking van de justitie aldaar gesteld. Intusschen zoekt de politie nog naar een tweeden persoon, die bij deze zaak betrokken schijnt te zijn. Het Katholieke Onderwijzersverbond in Ne derland zal Zaterdag 9 November, om 16 uur 30, in hotel „Noord-Brabant" te Utrecht, een bui tengewone Verbondsvergadering houden, ter bespreking van den algemeenen toestand van het onderwijs en de onderwijzers, in verband met de voorgenomen maatregelen van de Regeering. In de Zaterdag te Utrecht gehouden aandeel houdersvergadering der N. V. Holl. IJzeren Spoorweg-Mij. is machtiging verleend tot aan koop van de spoorwegen AmsterdamHaarlem mermeerAalsmeer/Uithoorn en Nieuwersluis HoofddorpHaarlem. Met den Staat der Neder landen zal een overeenkomst worden gesloten betreffende de exploitatie van deze lijnen. De koopsom bedraagt 950.000. Het Bestuur van het Economisch-Technolo- gisch-Instituut te Tilburg heeft met 1 Novem ber benoemd tot Secretaris van het Directoraat van bovengenoemd Instituut den heer A. van Vugt, te Tilburg. Verschenen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer nopens het wetsontwerp tot heffing van op centen op enkele belastingen ter versterking van de inkomsten van het Werkloosheidssub- sidiefonds. In deze Memorie zet de minister van Finan ciën uiteen, dat de meening, dat hier een be lastingverzwaring ten bate der algemeene mid delen wordt voorgesteld onder den schijn, dat dit geschiedt ten bate van het Werkloosheids- subsidiefonds, er van uitgaat, dat het Rijk ver plicht zou zijn voor de kosten der werkloos heidsverzekering 53 millioen bij te dragen. Dit uitgangspunt is echter onjuist. De minister wijst er op, dat er geen sprake van is, dat tusschen de voorgestelde nieuwe heffingen en de werkloosheidsuitgaven geen enkel verband bestaat. Het is de hoogte der werkloosheidsuit gaven, die de heffingen noodig maakt. Zou men zonder nieuwe heffingen het budget sluitend willen maken, dan is aan een zeer ingrijpende besnoeiing der werkloosheidsuit gaven, die dan zeker het peil daarvan niet onaangetast zou laten, niet te ontkomen. Juist omdat de regeering dit wil voorkomen is zij over haar eigen groote bezwaren tegen verdere belastingverhooging heengestapt. Iedere gedachte om een pil te vergulden is aan het onderhavige voorstel vreemd geweest. De leden, die bezwaar maken tegen de toe voeging aan het Werkloosheidssubsidiefonds van heffingen, welker opbrengst niet bij voor baat vast staat en die bovendien een tijdelijk karakter dragen, zien volgens den minister over het hoofd, dat ook bij de bestaande regeling de positie van het fonds allerminst blijvend is geregeld. Niet alleen is de instelling van het fonds zelf aanvankelijk slechts voor twee jaren geschied, doch bovendien moet de Rijksbijdrage daaraan telken jare opnieuw worden vastge steld. Dit is welbewust aldus geregeld omdat op het stuk der werkloosheidsuitgaven alle fac toren zoo onzeker zijn, dat het niet anders mogelijk is dan dat de positie van het fonds ieder jaar opnieuw onder het oog wordt gezien. Het sedert ruim een jaar in werking zijnde tarief van invoerrechten is na zeer zorgvul dige voorbereiding tot stand gekomen. Dat tarief om louter fiscale redenen na zoo korten tijd opnieuw te wijzigen komt den minister weinig aanbevelenswaardig voor. Verhoogde heffingen van opcenten op de ver mogens- en inkomstenbelasting acht hij niet gewenscht, uit hoofde van de verzwaring, die de belastingdruk op het vermogen en het in komen, mede door de sterke vermeerdering der heffing in de verschillende gemeenten, in den laatsten tijd heeft ondergaan. Met betrekking tot de verhooging der suc cessierechten merkt de minister nog op, dat hij voor het oogenblik geen minder ongunstigen uitweg ziet en daarom genoodzaakt is de na- deelen te aanvaarden teneinde ernstiger ge varen te ontgaan. Buiten volstrekte noodzakelijkheid zou hij dit voorstel dan ook niet hebben gedaan. Wat de heffing van opcenten op het zegel recht van buitenlandsche effecten aangaat, heeft nadere overweging den minister geleerd, dat hier een eenigszins eenvoudiger regeling kan worden getroffen dan aanvankelijk in het ont werp is opgenomen. Op deze effecten worden reeds opcenten ge heven, nj. 80 op aandeelen in buitenlandsche maatschappijen en 100 op andere buitenlandsche effecten. De eenvoudigste wijze van heffing is daarom deze getallen te verhoogen tot 100 en 120 opcenten. De daartoe noodige verandering wordt aangebracht door de bij deze Memorie gevoegde Nota van Wijziging. De bezwaren, verbonden aan de heffing van opcenten op de omzetbelasting worden door den minister allerminst onderschat. Hij meende echter dat het de voorkeur ver diende deze te doen drukken op een zoo groot mogelijk aantal artikelen, omdat dan de last over een zoo breed mogelijk vlak zou worden verdeeld. De omzetbelasting was voor dit doel het meest geschikt. Inderdaad zou een heffing van 25 opcenten tot een iets eenvoudiger berekening leiden. De minister wenscht echter de belastingverhooging tot het volstrekt onvermijdelijke te beperken en geeft daarom aan een aantal van 20 opcenten dè voorkeur. De vijfde Kamer der Arr. rechtbank zette Zaterdag de behandeling voort van de straf zaak tegen den ex-directeur en den ex-com missaris van het Paleis voor Volksvlijt. Mr. dr. Benno J. Stokvis, de verdediger van den ex-commissaris, zette zijn Donderdag jJL afgebroken pleidooi voort en besloot met aan te dringen op vrijspraak van zijn cliënt. In zijn repliek sloot mr. Muller Massis zich bij dit verzoek aar, pL drong aan op de invrij heidstelling van den ex-directeur. Na de uitvoerige re- en duplieken trok de rechtbank zich in raadkamer terug om te be slissen over de verzoeken der beide verdedigers tot invrijheidstelling van hun cliënten, waar tegen de officier zich verzette. Het late middaguur, waarin de behandeling van deze geruchtmakende strafzaak is besloten, bracht geen verrassingen; de verzoeken tot in vrijheidstelling werden afgewezen. Vonnis Zaterdag 16 November te 10 uur. Aan de Duitsche kust van Sleeswijk-Holstein is een aantal lijken aangespoeld, waaronder men herkend heeft het stoffelijk overschot van den kapitein van de in September vergane „Poolster", den heer Kajuiter. Het stoffelijk overschot zal naar Groningen worden overgebracht, om daar te worden be graven. Zooals reeds gemeld, hebben bestuursleden van de Nederlandsche vereeniging tot studie van het fascisme, bedankt als leden van de N. S. B. Naar aanleiding van dit bedanken heeft het „Handelsblad" een onderhoud met deze heeren gehad. Ir. Wigersma en mr. ten Bokkel verklaarden dat hun uittreden niet het gevolg is van ruzie en vijandschap, maar uitsluitend uit verschil In de jongste bestuursvergadering van den Nederlandschen Journalistenkring heeft de voor zitter er op gewezen, dat in den laatsten tijd van bepaalde zijde systematisch misbruik wordt gemaakt van de vrijheid van drukpers. Terwijl dit aan den eenen kant de mogelijk heid opent op beperkende maatregelen en voor stellen van regeeringswege, waardoor wellicht ook de drukpers-vrijheid zelve eenigszins in gevaar zou kunnen geraken, is, naar 's voor zitters meening, de Nederlandsche Journalisten kring anderzijds verplicht, tegen het misbruik op te komen en speciale maatregelen daartegen niet als een aanslag op de drukpers-vrijheid te beschouwen. Juist ter bescherming van de vrij heid kunnen zulke maatregelen noodig zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5