De „vrije" vrouw
W erkloozenzorg
ZONDAG 3 NOVEMBER 1935
LEEKEPREEKEN
Bedrïjfsraden voor het
landbouwbedrijf
Tijdelijke leden toegevoegd aan
adviescommissie
Mr. Dr. A. VAN DOORN1NCK
Aftreden als thesaurier-generaal?
OVERNEMING VAN RADIO-
PROGRAMMA'S
Het arrest van het Haagsche Hof
Communistische actie
in Tilburg
Een verklaring van het hoofd
bestuur van „St. Lambertus"
BEZUINIGING BIJ DE
SPOORWEGEN
Aantal ingenieurs-secties met drie
verminderd
NEDERLAND TE BRUSSEL
Laatste rondgang op de wereld
tentoonstelling
VRIJHEID VAN DRUKPERS
MISBRUIKT
Afkeuring door den Ned. Jour
nalistenkring
Verzekering opgelicht
Een duim afgehakt voor f19.000
ONDER WIJ S B EZ UINIGING
Buitengewone vergadering van
het K.O.V.
DE HAARLEMMERMEER
SPOORLIJNEN
H.IJ.S.M. zal ze exploiteeren
Economisch Technologisch
Instituut
Minister Oud over de voorgestelde
heffing op enkele belastingen
PALEIS VOOR VOLKSVLIJT-
ZAAK
Voortgezet pleidooi
Lijk van kapitein aangespoeld
GEEN VERTROUWEN IN
DE LEIDING
Daarom uit de NS.B. getreden
Wanneer Marguerite Perroy haar hoofd
stuk voor de vrouw als het cement van
het familieleven schrijft, dan begint zij
met dezen hartekreet van een uit Moskou te
ruggekeerden reiziger, aangehaald door Mauriac
„Het bewonderenswaardige daar is, dat er geen
familieleven meer is."
Wij moeten daar tegenover, maar dan als
een alarmkreet stellen: Het verschrikkelijke bij
ons is, dat er hoe langer hoe minder gezinnen
komen. Geldt dit laatste in erge mate in landen
als Frankrijk, geen enkel land onder de tegen
woordige cultuurstaten vormt hierop een uit
zondering. Het familieleven verliest hoe langer
hoe meer van zijn oude waarde wat, wanneer
er geen reactie ten goede komt, op barbaarsch-
heid moet uitloopen.
Nemen wij eerst de ergste gevallen, de ver
scheurde, de krakende, de geruïneerde gezinnen.
De echtscheidingen vermeerderen in ontstellen
de mate. In sommige landen lokt een slappe
wetgeving er bijna toe uit; en, waar de wet
hog ernstige hinderpalen in den weg legt, daar
hebben zaakwaarnemers van bedenkelijk ge
halte geraffineerde methoden uitgevonden om
scheiding en hertrouwen op korten termijn, te
bevorderen. Het bedenkeiijkste is, dat de pu
blieke opinie zich hoe langer hoe minder tegen
<ht euvel verzet. Vroeger wekte de gedachte
„gescheiden vrouw" een zekere huivering op
van deernis of van afkeer. Thans is scheiden
voor velen onmiddellijk aan het begrip huwelijk
verbonden: men trouwt, met de overtuiging
Vooraf, dat, wanneer de verbintenis niet mee
valt, men „er weer af kan" en een nieuwe kan
aangaan. En wie nog niet zoo ver zijn, die
hebben toch in ieder geval scheiden en her
trouwen leeren zien als een verschijnsel, dat nu
eenmaal van onzen tijd is en waarover men
niet zoo'n drukte behoeft te maken. Zelfs in
onze eigen katholieke kringen is deze verslapte
moraal al bezig veroveringen te maken. Gees
telijken en hoogstaande advocaten kunnen u de
meest krasse voorbeelden noemen van jonge,
Roomsche vrouwen, die na eenige jaren van
huwelijksleven pogingen komen doen om ds
Verbintenis te verbreken en die maar niet kun
nen begrijpen dat zulk een eventueele scheiding
beteekent: ongehuwd blijven, zoolang de andere
Partij nog leeft. „Ik ben toch nog veel te jong;
dat kan O. L. Heer toch nooit bedoeld hebben
en zeker niet van mij vergen" is de stereotype
opwerping, welke jongevrouwen maken, die
meenen haar huwelijk te moeten laten ont
binden.
Dit alles w'ijst zeker op een ernstig gebrek
aan kennis van het huwelijk als Sacrament,
maar het wijst ook op een hopeloos gemis aan
begrip van het huwelijk zelf, omtrent de
Plichten van echtgenoot en huisvrouw. Wij
lazen het onlangs zoo teekenend uitgedrukt:
sinds het „hart aan hart" veranderd is in „tête
a tête" keert men elkaar heel spoedig den rug
toe. Wanneer de oude bronnen van de ouder-
ivetsche huwelijken opdrogen, n.m. geduld en
V'ederzijdsche toegeeflijkheid, dan behoeven wij
°ns over de vele gebroken huwelijken niet te
verbazen.
Wij hebben in een vorige beschouwing het
bittere maar ware woord van mevr. Ackermann
al eens aangehaald en willen het nog eens
herhalen: „het huwelijk is een verlangen om te
beginnen en een begeerte om uit te scheiden
van menschen die elkaar ontmoeten."
Is het wonder dat bij zulk een mentaliteit
al heel spoedig wederkeerig het verlangen ont
staat om elders weer eens opnieuw te beginnen?
Dn zelfs gedurende den tijd van samenleving
kan er, wanneer de mogelijkheid van een
scheiding reeds te voren vaststaat, van geen
Waarachtig familieleven gesproken worden,
hoch van een eensgezind verbond, strevend
haar een gemeenschappelijk doel.
„In de oude wereld zegt Zamansky die
°P het verleden was afgestemd, was alles voor
hen vader; in de christelijke samenleving, ge
richt op de toekomst, was alles voor het kind;
ih de moderne wereld, levend naar het voor
bijgaande oogenblik, is alles gericht op het:
„elk voor zich".
Ook het gezin is voortaan een vlottende
groep, waar de verhoudingen voortdurend wor
den aangeknoopt en ontbonden, 't Is nog een
Verblijfplaats en dan voor niet te langen tijd;
maar men waarschuwt ons er tegen. Het gezin
is door de profeten der toekomst veroordeeld:
„de familie is een burgerlijke instelling." Wan-
heer het communistisch ideaal, zooals in Rus
land, eenmaal zal verwezenlijkt zijn, zal het de
Vrouw bevrijden van het moederschap.
Hier in West Europa is men zoo ver nog niet:
maar heimelijk wordt er naar gestreefd, door
bij allen en bij de vrouw in het bijzonder een
fanatieke begeerte naar persoonlijke vrijheid op
vakken onder het mom van emancipatie.
Reeds nu, zegt Chanasson in zijn mooi boekje
°Ver de moeder, heeft de moderne vrouw geen
kinderen. Men heeft haar teveel herhaald, dat
sij daardoor zal verliezen haar lijn en
kaar vrijheid.
Hoe zouden deze onbezonnenen, in wie de
erfzonde toch haar gewone trekken: de begeer
lijkheid der oogen, de begeerlijkheid des
vteesches en de hoovaardy des levens heeft
^htergelaten; hoe zouden deze „vrije
Ssesten" niet dronken worden van het nieuwe
évangelie? „Indien een vrouw zegt Bernard
shaw geen afstand doet van haar vrouwe
nheld, van haar plichten ten opzichte van
bian en kinderen, van het gezelschapsleven, ja
Van heel de wereld met uitzondering alleen van
kïchzelf, kan zij geen geëmancipeerde worden.
vrouw moet al haar plichten gezamenlijk
Verzaken. Daaruit wordt haar vrijheid geboren.
De vrijheid, dat is de godin Kali: Men wordt
'ktgenoodigd om alles op haar altaar te offe
nd: plichten, moederschap, ware liefde. Wat
ki^akt het: men zal vrij zijnl
Toch blijft het instinct heerschen. Soms is
**et door den hartstocht naar sport of naar het
^ereldsche leven nog niet zóó zeer verstikt, dat
de sluimerende moederliefde in de harten
vrouwen kan vervangen. Dan offert men
zich op, om een, soms meer kinderen het leven
te schenkenzonder verplichting ze op te
voeden; zonder verplichting ook om waan
neer de groöle passie beveelt ze slachtoffer
te laten worden van de risico's van een echt
scheiding.
Hoeveel gezinnen, uiterlijk onberispelijk, le
ven niet enkel op de sleur van overgeërfde
christelijke gewoonten, welke aan den man en
vooral aan de vrouw huwelijkstrouw voor
schrijven en de ouderwetsche verhoudingen van
gehuwden instinctmatig doen aanvaarden
totdat de storm van een feilen hartstocht los
breekt, somtijds, doordat hij lang werd onder
drukt, van een vervaarlijke kracht.
Men lacht om die late echtscheidingen, waar
bij de echtgenooten dertig jaar te laat de on-
vereenigbaarheid van hun karakters ontdekken.
Men zou er om moeten huilen, omdat er de
ernst van het kwaad door wordt bewezen, dat
aan het instinct de eerste plaats wordt inge
ruimd.
De vrije vrouw wil alles doorvoelen, alles
doormaken, zij slaat uit haar evenwicht en, wat
nog erger is, zij draagt het hare bij aan de
algemeene onevenwichtigheid. Zij doet meer:
zij verwoest alle evenwicht met de vernielende
kracht van haar gepassionneerde natuur, omdat
in de door God geschapen orde de vrouw, die
in het gezin niet het regelende en bevelende
element is, toch de essentieele factor is.
„Indien zegt Pius XI, de man het hoofd
is, zoo is de vrouw het hart". De slagen daar
aan toegebracht, zijn des te erger, omdat ze
doodelijk zijn.
Daarom heeft dezelfde Paus onze ontredderde
samenleving opnieuw heengewezen naar het
christelijk gezin, als de rots, waar zij uiteinde
lijk haar hulk zal kunnen vasthaken. Het gezin
van de naaste toekomst zal christelijk zijn of
het zal niet zijn.
En zoo komen we aan de vraag: welke rol
speelt de vrouw in het christelijke gezin?
LitsRA.
De minister van Sociale Zaken heeft aan de
vaste leden van de Commissie van advies, be
doeld in artikel 8 der Beörijfsradenwet (kern-
commissie-landbouw)de navolgende personen
als tijdelijke leden toegevoegd:
A. I. Leenhouts te Retranchement, J. W.
Scheele te Boschkapelle, F. van Campen te
Graauw, A. H. de Milliano te W'aterlandkerkje,
J. Ramondt te Schoondijke, M. de Regt Lzn. te
Axel, O. Hilgenga te Utrecht, A. Vingerling te
Goes en G. van Unnik te Haarlem.
Deze toevoeging is geschied ten behoeve van
het uitbrengen door vorengenoemde commissie
van een advies omtrent de wenschelijkheid van
het instellen van een bedrijfsraad voor het land
bouwbedrijf in Zeeuwsch-Vlaanderen, en om
trent andere daarmede verband houdende on
derwerpen, in artikel 8 der Bedrijfsradenwet be-
Qoeld.
Voorts heeft de Minister aan die commissie
als tijdelijke leden toegevoegd:
M. P. van Nieuwenhuyzen te Heiningen, ge
meente Fijnaart; A. Bax te Zevenbergschenhoek;
C. Moors te Nieuw-Vosmeer; J. Hilgenga te
Utrecht, A. Vingerling te Goes en B. N. Loerak
ker te Haarlem, ten behoeve van het uitbrengen
van een advies omtrent de wenschelijkheid van
het instellen van een bedrijfsraad voor het land
bouwbedrijf in Westelijk Noord-Brabant, en om
trent andere daarmede Verband houdende on
derwerpen, in artikel 8 der Bedrijfsradenwet
bedoeld.
In verband met een verschenen bericht in
een der bladen, volgens hetwelk de thesaurier-
generaal van het Departement van Financiën
mr. dr. A. van Doorninck, als zoodanig ontslag
heeft verzocht, hebben wij ons om inlichtingen
gewend te bevoegder plaatse waar men ons
verklaarde dit bericht noch te kunnen beves
tigen, noch te kunnen tegenspreken.
Van bevoegde zijde wordt ons geschreven:
De dagbladen hebben dezer dagen melding ge
maakt van een arrest van het Gerechtshof te
's-Gravenhage in de zaak van de vier omroep-
vereenigingen tegen den heer J. H. S, uitgever
van den Haagschen Telefoonradiogids. Het Hof
bevestigde daarbij 't vonnis van den President
der Haagsche Rechtbank, in kort geding gewe
zen, waarbij de actie der omroepvereenigingen,
welke ten doel had van den President een ver
bod van overneming van radio-programma's uit
de omroepgidsen in den Haagschen Telefoon
Radiogids te verkrijgen, niet-ontvankelijk was
verklaard.
De omroepvereenigingen waren door den Pre
sident in hun actie niet-ontvankelijk verklaard,
omdat zij verzuimd hadden in hun dagvaarding
te stellen, dat zij volgens het bepaalde bij art.
15 der Auteurswet zich het auteursrecht op hun
radioprogramma's, gepubliceerd in de omroep
gidsen, hadden voorbehouden. Op dit verzuim
strandde hun actie. De K. R. O. en de V. A. R.
A. hadden wel reeds vóór de procedure in eer
ste instantie uitdrukkelijk in hun gidsen ver
meld, dat de nadruk van den inhoud dier gidsen
verboden was de A. V. R. O. en de N. C. R. V.
hebben dit eerst gedaan na het vonnis van den
President doch zij maakten de processueele
fout dit niet te vermelden in hun dagvaarding.
Voor het Hof trachtten de omroepvereeni
gingen aan deze consequentie te ontkomen door
te betoogen, dat hun gidsen niet vielen onder
de nieuwsbladen of tijdschriften, bedoeld in
art. 15 der Auteurswet. Wanneer zij hierin ge
lijk hadden, zou hun actie wèl ontvankelijk ge
weest zijn. Dit betoog heeft het Hof verworpen,
waarmede dus echter geenszins is uitgemaakt,
dat overneming van radioprogramma's geoor
loofd is. Integendeel, volgens President en Hof
beiden is deze overneming niet geoorloofd nu
in de omroepgidsen de radiovereenigingen door
de woorden „nadruk verboden" zich uitdruk
kelijk het auteursrecht op hun programma's
hebben voorbehouden.
Wij lezen in de „Volkskrant" de volgende
„verklaring van het Hoofdbestuur van „St.
Lambertus":
Het voormalige stakingscomité te Tilburg
gaat voort met vergaderen. Het roept de fabrieks-
commissies bijeen, en in de vorige week is er
zelfs een oproep verspreid waarin de textiel
arbeiders tot personeelsvergaderingen worden
opgeroepen. De toeleg is duidelijk: De actie
wordt levendig gehouden, is het niet in dan
buiten de organisatie en 't liefst nog op beiderlei
manier. Geheel en al volgens het communistisch
recept.
Wij zijn er zeker van dat de hoofdleiders, zoo-
al niet officieel bij de communistische partij
aangesloten, dan toch zeer sterk communistisch
georiënteerd zijn en dat de geheele opzet van
communisten uitgaat, zooals dat ook met de
staking het geval was.
Er zijn aanwijzingen in ons bezit, die het
reeds bestaande vermoeden in dit opzicht vol
komen bevestigen.
De katholieke textielarbeiders, die zich niet
met het communisme wenschen in te laten, zijn
bij deze gewaarschuwd.
Bij den dienst van weg en werken der Ned.
Spoorwegen heeft men, volgens het Volk, beslo
ten het aantal ingenieurs-secties in het land van
elf op acht te verminderen. De sectie Alkmaar
zal op 1 Mei 1936 worden opgeheven, de sectie
Amersfoort op 1 Augustus d.a.v. en Zwolle op
1 November van het zelfde jaar.
Tevens is het aantal opzichters der baan
vakken van 94 tot 72 ingekrompen. Het bureau
personeel in de drie genoemde secties zal wor
den overgeplaatst.
Het gevolg van deze inkrimping is bovendien,
dat bij 20 k 25 man personeel zonder vaste aan
stelling het dienstverband niet zal worden
verlengd. Een drietal ingenieurs, die de oudste
in jaren zijn, zou op wachtgeld worden gesteld.
Door deze maatregelen hebben de spoorwegen
opnieuw een belangrijke jaarlijksche bezuiniging
verkregen.
van meening over den gang van zaken voort
komt.
Men wil nu trachten door samenwerking van
de in Haarlem en enkele andere plaatsen be
staande vereenigingen tot bestudeering van het
fascisme te komen tot de vorming van een bi
bliotheek; er zullen lezingen en debatavonden
worden gehouden en langs dezen weg hoopt men
te komen tot de vorming van een groep, die in
zelfwerkzaamheid getraind wordt. Aanvankelijk
had de leider der N. S. B. steun toegezegd, maar
die is teruggenomen. Daarin hebben de uitgetre-
denen aanleiding gevonden de N. S. B. te ver
laten.
Prof. Hessing deelde mee, dat de reden, dat-
als lid van de N. S. B. ontslag is genomen is,
dat men geen vertrouwen meer in de leiding van
de N. S. B. had.
Donderdagnamiddag heeft in het paviljoen
van Nederland op de Wereldtentoonstelling te
Brussel, onder leiding van H. M.'s gezant een
laatste officieele rondgang plaats gehad.
Donderdagavond zijn, naar de „Msb." meldt,
de betrokkenen van de Nederlandsche afdeeling
bijeengekomen in Métropole. Het banket werd
gepresideerd door den adjunct-commissaris-
generaal, mr. H. van Romburgh, consul-gene
raal van Nederland te Brussel. H. M.'s gezant,
wegens den hofrouw verhinderd, had zich doen
vertegenwoordigen door gezantschapsraad jhr.
van Lennep. Aan de eeretafel zaten aan de
leden van de uitvoerende comité's der NederL
deelneming aan de Wereldtentoonstelling: de
heeren ir. van Dusseldorp, mr. van Woelderen,
prof. van Roijen, ir. Damme, Britzei, Snoek en
Geraets. Verder waren o.m. nog aanwezig de
kunstschilders Joep Nicolas en Charles Ejjck.
Als blijk van waardeering, overhandigde de
heer van Romburgh aan al de medewerkers
aan de Nederlandsche deelneming, een zeer ar
tistiek uitgevoerde bronzen plaquette, met in
relief den voorgevel van het Nederlandsch
paviljoen.
Na het diner, werd een documentarische film
van de tentoonstelling vertoond, die herhaal
delijk werd toegejuicht, vooral toen de opnamen
van het bezoek van H. M. Koningin Wilhelmina
en H. K. H. Prinses Juliana aan de Wereld
tentoonstelling, op het witte doek verschenen.
Een inwoner van Bolsward, de ruim 50-jarige
M. B., heeft zich door oplichting van twee
verzekeringsmaatschappijen in het bezit weten
te stellen van een bedrag van niet minder dan
f 19.000.
Bij de Verzekeringsmaatschappij „Oceaan" te
Zürich in Zwitserland had hij zich verzekerd
voor een bedrag van f 100.000, terwijl hij een
tweede verzekering was aangegaan bij de Alge
meene Verzekering Maatschappij „De Philan-
troop" te Bolsward. In 1931 heeft B. zich een
duim laten afhakken. Hoewel er onmiddellijk
reeds verdachte omstandigheden waren, heeft
men toen niet kunnen bewijzen, dat het licha
melijk letsel opzettelijk was toegebracht. De
Zwitsersche Verzekeringsmaatschappij heeft den
heer B. toen een bedrag van f 18.000 moeten
uitbetalen en de Verzekeringsmaatschappij „De
Philantroop" betaalde bovendien nog f 1.000.
Gedurende den laatsten tijd waren de politie
te Bolsward geruchten ter oore gekomen, die
een bevestiging inhielden van de reeds in 1931
geuite vermoedens, dat hier oplichting in het
spel was. Thans is de politie tot arrestatie van
den heer B. overgegaan, die daarna een vol
ledige bekentenis aflegde. Zaterdagochtend is
B. naar Leeuwarden overgebracht en ter be
schikking van de justitie aldaar gesteld.
Intusschen zoekt de politie nog naar een
tweeden persoon, die bij deze zaak betrokken
schijnt te zijn.
Het Katholieke Onderwijzersverbond in Ne
derland zal Zaterdag 9 November, om 16 uur 30,
in hotel „Noord-Brabant" te Utrecht, een bui
tengewone Verbondsvergadering houden, ter
bespreking van den algemeenen toestand van
het onderwijs en de onderwijzers, in verband
met de voorgenomen maatregelen van de
Regeering.
In de Zaterdag te Utrecht gehouden aandeel
houdersvergadering der N. V. Holl. IJzeren
Spoorweg-Mij. is machtiging verleend tot aan
koop van de spoorwegen AmsterdamHaarlem
mermeerAalsmeer/Uithoorn en Nieuwersluis
HoofddorpHaarlem. Met den Staat der Neder
landen zal een overeenkomst worden gesloten
betreffende de exploitatie van deze lijnen.
De koopsom bedraagt 950.000.
Het Bestuur van het Economisch-Technolo-
gisch-Instituut te Tilburg heeft met 1 Novem
ber benoemd tot Secretaris van het Directoraat
van bovengenoemd Instituut den heer A. van
Vugt, te Tilburg.
Verschenen is de Memorie van Antwoord op
het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer
nopens het wetsontwerp tot heffing van op
centen op enkele belastingen ter versterking
van de inkomsten van het Werkloosheidssub-
sidiefonds.
In deze Memorie zet de minister van Finan
ciën uiteen, dat de meening, dat hier een be
lastingverzwaring ten bate der algemeene mid
delen wordt voorgesteld onder den schijn, dat
dit geschiedt ten bate van het Werkloosheids-
subsidiefonds, er van uitgaat, dat het Rijk ver
plicht zou zijn voor de kosten der werkloos
heidsverzekering 53 millioen bij te dragen. Dit
uitgangspunt is echter onjuist.
De minister wijst er op, dat er geen sprake
van is, dat tusschen de voorgestelde nieuwe
heffingen en de werkloosheidsuitgaven geen
enkel verband bestaat.
Het is de hoogte der werkloosheidsuit
gaven, die de heffingen noodig maakt. Zou
men zonder nieuwe heffingen het budget
sluitend willen maken, dan is aan een zeer
ingrijpende besnoeiing der werkloosheidsuit
gaven, die dan zeker het peil daarvan niet
onaangetast zou laten, niet te ontkomen.
Juist omdat de regeering dit wil voorkomen
is zij over haar eigen groote bezwaren tegen
verdere belastingverhooging heengestapt.
Iedere gedachte om een pil te vergulden is
aan het onderhavige voorstel vreemd geweest.
De leden, die bezwaar maken tegen de toe
voeging aan het Werkloosheidssubsidiefonds
van heffingen, welker opbrengst niet bij voor
baat vast staat en die bovendien een tijdelijk
karakter dragen, zien volgens den minister over
het hoofd, dat ook bij de bestaande regeling
de positie van het fonds allerminst blijvend is
geregeld. Niet alleen is de instelling van het
fonds zelf aanvankelijk slechts voor twee jaren
geschied, doch bovendien moet de Rijksbijdrage
daaraan telken jare opnieuw worden vastge
steld. Dit is welbewust aldus geregeld omdat
op het stuk der werkloosheidsuitgaven alle fac
toren zoo onzeker zijn, dat het niet anders
mogelijk is dan dat de positie van het fonds
ieder jaar opnieuw onder het oog wordt gezien.
Het sedert ruim een jaar in werking zijnde
tarief van invoerrechten is na zeer zorgvul
dige voorbereiding tot stand gekomen. Dat tarief
om louter fiscale redenen na zoo korten tijd
opnieuw te wijzigen komt den minister weinig
aanbevelenswaardig voor.
Verhoogde heffingen van opcenten op de ver
mogens- en inkomstenbelasting acht hij niet
gewenscht, uit hoofde van de verzwaring, die
de belastingdruk op het vermogen en het in
komen, mede door de sterke vermeerdering der
heffing in de verschillende gemeenten, in den
laatsten tijd heeft ondergaan.
Met betrekking tot de verhooging der suc
cessierechten merkt de minister nog op, dat
hij voor het oogenblik geen minder ongunstigen
uitweg ziet en daarom genoodzaakt is de na-
deelen te aanvaarden teneinde ernstiger ge
varen te ontgaan.
Buiten volstrekte noodzakelijkheid zou hij dit
voorstel dan ook niet hebben gedaan.
Wat de heffing van opcenten op het zegel
recht van buitenlandsche effecten aangaat,
heeft nadere overweging den minister geleerd,
dat hier een eenigszins eenvoudiger regeling kan
worden getroffen dan aanvankelijk in het ont
werp is opgenomen.
Op deze effecten worden reeds opcenten ge
heven, nj. 80 op aandeelen in buitenlandsche
maatschappijen en 100 op andere buitenlandsche
effecten. De eenvoudigste wijze van heffing is
daarom deze getallen te verhoogen tot 100 en
120 opcenten. De daartoe noodige verandering
wordt aangebracht door de bij deze Memorie
gevoegde Nota van Wijziging.
De bezwaren, verbonden aan de heffing
van opcenten op de omzetbelasting worden
door den minister allerminst onderschat.
Hij meende echter dat het de voorkeur ver
diende deze te doen drukken op een zoo
groot mogelijk aantal artikelen, omdat dan
de last over een zoo breed mogelijk vlak
zou worden verdeeld. De omzetbelasting was
voor dit doel het meest geschikt.
Inderdaad zou een heffing van 25 opcenten
tot een iets eenvoudiger berekening leiden. De
minister wenscht echter de belastingverhooging
tot het volstrekt onvermijdelijke te beperken en
geeft daarom aan een aantal van 20 opcenten
dè voorkeur.
De vijfde Kamer der Arr. rechtbank zette
Zaterdag de behandeling voort van de straf
zaak tegen den ex-directeur en den ex-com
missaris van het Paleis voor Volksvlijt.
Mr. dr. Benno J. Stokvis, de verdediger van
den ex-commissaris, zette zijn Donderdag jJL
afgebroken pleidooi voort en besloot met aan te
dringen op vrijspraak van zijn cliënt.
In zijn repliek sloot mr. Muller Massis zich
bij dit verzoek aar, pL drong aan op de invrij
heidstelling van den ex-directeur.
Na de uitvoerige re- en duplieken trok de
rechtbank zich in raadkamer terug om te be
slissen over de verzoeken der beide verdedigers
tot invrijheidstelling van hun cliënten, waar
tegen de officier zich verzette.
Het late middaguur, waarin de behandeling
van deze geruchtmakende strafzaak is besloten,
bracht geen verrassingen; de verzoeken tot in
vrijheidstelling werden afgewezen.
Vonnis Zaterdag 16 November te 10 uur.
Aan de Duitsche kust van Sleeswijk-Holstein
is een aantal lijken aangespoeld, waaronder
men herkend heeft het stoffelijk overschot van
den kapitein van de in September vergane
„Poolster", den heer Kajuiter.
Het stoffelijk overschot zal naar Groningen
worden overgebracht, om daar te worden be
graven.
Zooals reeds gemeld, hebben bestuursleden
van de Nederlandsche vereeniging tot studie
van het fascisme, bedankt als leden van de N.
S. B.
Naar aanleiding van dit bedanken heeft het
„Handelsblad" een onderhoud met deze heeren
gehad.
Ir. Wigersma en mr. ten Bokkel verklaarden
dat hun uittreden niet het gevolg is van ruzie
en vijandschap, maar uitsluitend uit verschil
In de jongste bestuursvergadering van den
Nederlandschen Journalistenkring heeft de voor
zitter er op gewezen, dat in den laatsten tijd
van bepaalde zijde systematisch misbruik wordt
gemaakt van de vrijheid van drukpers.
Terwijl dit aan den eenen kant de mogelijk
heid opent op beperkende maatregelen en voor
stellen van regeeringswege, waardoor wellicht
ook de drukpers-vrijheid zelve eenigszins in
gevaar zou kunnen geraken, is, naar 's voor
zitters meening, de Nederlandsche Journalisten
kring anderzijds verplicht, tegen het misbruik
op te komen en speciale maatregelen daartegen
niet als een aanslag op de drukpers-vrijheid te
beschouwen. Juist ter bescherming van de vrij
heid kunnen zulke maatregelen noodig zijn.