0
Wie zal een prijs behalen?
au.ad.ait.as.as.at
ct.de. de. de. di .du.
e&.ec.eL.el.eL.ek.el.
eLen.en.en.ei.ei.ei.
et.eL.et.ei.cjCL.gc.cil.
Ld.Lc.Lif.la.lL.lp .mL.
Tici.rid.nd.rid.nt.nt.Tit
nij ok.op.op.oi.oic.po.
id.ic.iij.si.sjD.ss.st.
st.tcL.le.ti .uz.ifc.ife.
ufc.xcL.ijV.
ZONDAG 3 NOVEMBER 1935
DE AANHOUDER WINT
Een prachtspreekwoord
Populaire liedjes
BIJBELSCHE GESCHIEDENIS
OP DE OPENBARE SCHOOL
Het vraagstuk op de vergadering
van „Volksonderwijs"
NEDERLAND—DUITSCHLAND
Stand der clearing per 31 October
UITGAVE LUCHTVAART
POSTZEGEL
Wedstrijd voor de jeugd
INSTITUUT VOOR KERKE
LIJKE KUNST
De nieuwe toonzalen
GEEN VERGUNNING VOOR
AUTOBUSDIENSTEN
POSTVLUCHTEN NAAR INDIË
De „Kwak" opent den
winterdienst
TIEN JAREN R.K. VREDESBOND
Kom vlieg mee!
DREIGENDE NOOD GEKEERD
De toestand in het Banjoemasche
beter
DE PEST OP JAVA
Geen audiëntie
Paedagogiek M. O.
Hofhouding
R. K. Leergangen
Academische examens
Apothekersassistent
Examen Wiskunde L. O.
UIT DE STAATSCOURANT
Politie
Rechterlijke macht
In vele dichterlijke bijschriften
wordt ons verzekerd, dat
men een niet te gemak
kelijke puzzle zeer
op prijs stelt
„Daar ging een patertje langs den kant"
in ons ochtendblad van Zondag j.l. Waarop
heeft thans bovenstaande teekening be
trekking? In het volgende Zondagochtend
blad kunt U het antwoord op deze vraag
vinden.
^iiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiitiiiiiig^g^^j5(;|]£ BRIEVEN
I Den Fielp, den Tiest en den D ré gaan kermis hoaen
Ze brengen 't
er ferm af!
Voor 15 cent
weareldwonderen 1
In de algem. vergadering van „Volksonder
wijs" wees de voorzitter aer afd. Amsterdam,
dr. M. W. Marsman op den treurigen toestand,
waarin het openbaar onderwijs verkeert: zoo
zijn in Amsterdam zeventig openbare scholen
gesloten, terwijl in ongeveer honderd een eerste
klas mankeert.
In behandeling kwam het rapport inzake het
onderzoek betreffende ae invoering van Bijbel-
sche geschiedenis als leervak bij het openbaar
lager onderwijs. Over deze kwestie is onder de
afdeelingen een enquête gehouden.
Het rapport omtrent het resultaat van dit
onderzoek noemt dit onvolledig en de enquête
als zoodanig niet geslaagd.
De voorzitter, de heer De Vrij, heeft het rap
port ter vergadering nader toegelicht. Degenen,
die zich tegen Bijbelsche geschiedenis als leer
vak op de openbare school verklaarden, zoo
zeide hij, hebben ait niet gedaan op principi-
eele gronden De voorstanders zijn dit over het
algemeen uit het oogpunt van de cultureele en
opvoedende waarde van de Bijbelsche geschie
denis, die niet aan het kina mag worden ont
houden. Slechts weinigen erkenden de waarde
ervan niet. De weinige tegenstanders vreezen,
dat aan het karakter van de openbare school'
geweld aangedaan zal worden, dat Bijbelsch on
derwijs van Godsdienstonderwijs niet te scheiden
is en de Bijbel in een bepaalde richting (ortho
doxe of vrijzinnige) uitgelegd zal worden. Sor.
betoogt hiertegen, dat men dit bezwaar niet zal
ontmoeten, als men het kind weet te geven wat
het behoeft en meer niet: het geven van les
in Bijbelsche geschiedenis is zeer wel mogelijk
zonder iemand in zijn godsdienstige gevoelens
te kwetsen.
31-10-35 23-10-35
Stortingen in Neder
land 183.456.000 179.291.100
waarvan bestemd voor
a> Achterstallige vor
deringen 27.774.000 27.205.000
fc) Rentedienst Dawes-
en Youngleening en
Stillhalte; Rente
transfer 19.864.000 19.015.000
c) Vrije rekening
Reichsbank 7.314.400 7.151.800
d) Nieuwe onder de
Clearing vallende
vorderingen 128.503.600 125.919.300
Stortingen in Duitsch-
land (nieuwe onder
de Clearing vallende
vorderingen) (inclu
sief saldo 1934 ad
11501.466) 166.556.800 „161.845.000
Uitbetalingen in Neder
land op nieuwe vor
deringen (in minde
ring komend van het
bedrag onder d.) 127.088.100 123.643.500
Laatst uitbetaald num
mer van storting
132405.
Speciale verrekening.
Stortingen in Neder
land tegen afgegeven
reischèques 2.787.800
Uitbetaling in Nederl. 1.642.800
Overgebracht naar al-
gemeene rekening 700.000
Nog beschikbaar 445.000
2.771.700
1.635.500
600.000
536.200
In verband met de uitgifte van den Nationaal
Luchtvaart Fonds Postzegel, welke tot 30 No
vember as. bij de postkantoren verkrijgbaar is,
heeft de Centrale Jeugdcommissie, van de Kon.
Ned. Vereenfging voor Luchtvaart een wedstrijd
voor de Jeugd georganiseerd. De deelnemers
(sters) aan den wedstrijd moeten een prijsraad
sel oplossen en de oplossing vermelden op een
kaart, die bij elk formulier is gevoegd. Niet al
leen dat men hierdoor het doel, waarvoor de
postzegel wordt uitgegeven steunt, doch men
dingt tevens mede naar een aantal fraaie prij
zen op luchtvaartgebied, welke voor dezen wed
strijd beschikbaar zijn gesteld. De uitvoerige cir
culaire met bijbehoorende kaart, is verkrijgbaar
bij de kantoren der KjL.M., het secretariaat van
de K. N. V. v. L., Anna Paulownaplein 3, Den
Haag, de secretarissen van de Jeugd Luchtvaart
Clubs en wordt op aanvraag toegezonden door
den secretaris der C. J. C., Leeuwendaallaan 19,
Rijswijk, Z.H.
Hoewel de circulaire speciaal gericht is tot de
jeugd, hoopt de C. J. C., dat ook ouderen het
slagen van deze Nationale Actie zullen willen
bevorderen, door zelf oplossingen in te zenden
en de jeugdige luchtvaartenthousiasten in hun
omgeving in de gelegenheid te stellen een groot
aantal oplossingen in te zenden. Men verhoogt
zijn kansen door het inzenden van meer oplos
singen.
In het perceel Vondelstraat 158 te Amster
dam zijn Vrijdagmiddag geopend de nieuwe
toonzalen van het Instituut voor Kerkelijke
Kunst (directie Clemens Meuleman), dat tot
nu toe was gevestigd aan de Leidschegracht no.
18. Door deze verhuizing is het Instituut een
fraaie en ruime expositie-gelegenheid rijker ge
worden, waardoor het ook ongetwijfeld zijn be
middelende taak (bemiddeling tusschen op
drachtgevers en talentvolle hedendaagsche kun
stenaars, die Godsdienstig werk maken) beter
zal kunnen vervullen.
De eerste tentoonstelling, die in de nieuwe
zalen wordt gehouden, is gewijd aan het werk
van den schilder Lambert Simon.
Bij de opening werd een lezing over kerkelijke
kunst gehouden door den heer Jan Engelman,
die veel over dit onderwerp heeft gepubliceerd.
Hij besprak het onderscheid tusschen „religi
euze" kunst en „kerkelijke" kunst en wees op
het gelukkige karakter van de tijden, waarin
het beste van de profane kunst en het beste
van de kerkelijke kunst elkander naderden,
zonder moeilijkheid, toen pausen en kardinalen
rustig aan hun kunstenaars opdrachten gaven
van de meest verstrekkende beteekends. De
waakzaamheid van thans is wel begrijpelijk,
maar toe te juichen zijn de teekenen, dat men
in het diepe verval der kerkelijke kunst niet
weer wil berusten en vernieuwing wil met oor
spronkelijke kracht. Er zijn nog veel weerstan
den te overwinnen, maar er zijn althans kun
stenaars van beteekenis die een kans krijgen,
er is wantrouwen tegen de serie-ateliers ge
komen. De spreker wees ook op het betrekkelijk
onbillijke van 't vergelijken der oude kunst, die
een atmosfeer om zich heen heeft gekregen, een
pate, met de nieuwe, die zoo juist ontstaat
uit den strijd van den huidigen dag. Hij sprak
nog over het bijgeloof, dat de Renaissance, zoo
als men generaliseerend zegt, alles zou hebben
bedorven en wijdde tenslotte eenige woorden
aan het werk van Lambert Simon.
Wij komen op de tentoonstelling nog nader
terug.
Bij K. B. zijn ongegrond verklaard de beroe
pen, ingesteld door de N.V. Autobus Exploitatie
Stormvogels, te IJmuiden, tegen de beschikking
van Ged. Staten van Noord-Holland van 30 Mei
1934, voor zoover daarbij is afgewezen haar ver
zoek om vergunning tot het in werking bren
gen van een autobusdienst tusschen Haarlem en
Zandvoort, gedurende de maanden April tot en
met October;
de N.V. Autobus Onderneming Van Geelen
Van den Berkhof te Heiloo met de N.V. Auto
bus Exploitatie Maatschappij Stormvogels, te
IJmuiden, de N.V. Autobus Exploitatie Storm
vogels voornoemd en de N.V. Ned. Brockway-
Bus Maatschappij, te Heemstede, tegen de be
schikking van Ged. Staten van Noord-Holland'
van 29 Augustus 1934, voor zoover daarbij aan
de N.V. Noord- en Zuid-Hollandsche Tramweg
Mij., te Haarlem, vergunning is verleend tot het
in werking brengen van autobusdiensten tus
schen Overveen en Bloemendaal en tusschen
Haarlem en Zandvoort.
Beschikkende op het beroep, ingesteld door
de directie der Ned. Spoorwegen tegen de be
schikking van Ged. Staten van Noord-Holland
van 6 Februari 1935, waarbij aan de N.V. Maat
schappij „Alkmaar Packet", te Alkmaar, ver
gunning is verleend tot het in werking brengen
van autobusdiensten tusschen Santpoort en 't
pontveer Hembrug en tusschen wormerveer en
Castricum aan Zee (gedurende die periode van
het jaar, waarin genoemde onderneming haar
bootdienst AlkmaarZaanstreekAmsterdam
uitoefent), heeft de Kroon, met vernietiging
van het bestreden besluit van Ged. Staten de
gevraagde vergunningen alsnog geweigerd.
Op de AmsterdamBatavia lijn der K.L.M.
is Zaterdag de winterdienst ingegaan. De PH-
AKQ, die Zaterdagmorgen van Schiphol ver
trokken is met den heer J. B. Scholte als ge
zagvoerder en den heer H. A. A. Kooper als
tweeden bestuurder, vliegt dus niet meer over
Halle-Leipzig, Bratislava en Boedapest naar
Athene, doch gaat via Marseille en Rome.
Ook de PH-AKN „Nachtegaal", die met de
heeren E. van Dijk, gezagvoerder en J. J. van
Balkom, tweeden bestuurder, Zaterdagmorgen
uit Bandoeng vertrokken is, volgt de Zuidelijke
route door Europa.
De reisduur in de richting AmsterdamBata
via wordt 6% dag, terwijl de thuisvlucht in 5'A
dag geschiedt.
De „Kwak" heeft 260 K.G. briefpost, 23 K.G.
pakketpost en 44 K.G. goederen aan boord. Er
is een passagier voor Cairo, een voor Calcutta,
een voor Rangoon en twee voor Batavia: ver
der stapt te Bagdad een passagier voor Bang
kok en te Rangoon ook een passagier voor
Bangkok in.
Nader wordt bericht, dat de „Kwak" op de
uitreis te Rome is gearriveerd.
De „Nachtegaal" op de thuisreis, is te Bagdad
aangekomen.
De „Kievit" is op de uitreis te Rangoon ge
land.
De „Perkoetoet" is Zaterdagmorgen van het
vliegveld Tjililitan naar Nederland vertrokken.
De „Oeverzwaluw" is nog niet vertrokken,
daar de motorstoring nog niet verholpen is.
Ter gelegenheid van het tweede lustrum van
den R. K. Vredesbond is van het orgaan „Pro
Pace" een feestuitgave verschenen. Het lustrum
nummer opent met een artikel van Prof. Dr. J.
B. Kors, O.P., waarin deze o.a. schrijft;
„Men moge toch eens inzien dat wij katholie
ken niet onverschillig moeten blijven in dagen
welke zoo diepe beroering teweeg brengen bij
allen, die van goeden wille zijn. Er zijn nog zoo
veel plaatsen waar een afdeeling van den bond
kon worden opgericht en er zijn nog zooveel
afdeelingen, waar meer tot stand kon worden
gebracht.
Mogen de komende jaren een nieuwen bloei
brengen voor onzen R. K. Vredesbond, opdat
onder ons het devies van onzen roemrijk regee
renden Paus Pius XI steeds meer werkelijkheid
worde: „Pax Christi in regno Christi."
Onder dezen titel is een met talrijke foto's ge-
illustreerde propaganda-brochure der K. L. M.
verschenen, waarin het geheele bedrijf der maat
schappij als een film aan het oog van den lezer
voorbij trekt. De tekst is bijzaak in dit boekje,
alles is aanschouwelijk voorgesteld, zoowel de
Europeesche luchtverbindingen als de Amster
damBatavia-dienst, de K. L. M. in de West,
luchtpost, luchtvaart, vliegveldbezoek, zieken-
vervoer, taxiverkeer en fototechnische dienst.
Het geheel is volgens het ontwerp van den
teekenaar Paul Erkelens in tweekleurendruk
uitgevoerd door de N.V. Drukkerij Albani, Den
Haag.
SEMARANG, 2 Nov. (Aneta). Gouverneur
Drossaers keerde terug van zijn toumée in Ban-
joemas. Hij verklaarde dat de toestand in
Kroja hem is meegevallen. De dreigende nood
door de mislukking van de padi en gadoe is
afgewend, dank zij de intensieve erfbeplanting
in de dessa's met vruchtboomen en groenten.
Wat het Klein-Kroja-plan betreft verklaarde
de heer Drossaers dat dit afhankelijk is van
het resultaat van het geologisch onderzoek in
zake den tunnelbouw. Thans is een nieuw tracé
ontworpen, waarvan de verwachting gunstig is.
De beslissing komt in November af.
BANDOENG, 2 Nov. (Aneta). In de week
van 20 tot 26 October kwamen in het Ban-
doengsche 31 en in het Soemedangsche 4 pest-
gevallen voor. Al deze gevallen hadden een
doodelijken afloop.
Wil je een verfris-
sching Mac O Neil.
Dolgraag Pat.
Goed, dan zal ik
het raam voor je
openen. (Hummeh
De gewone audiëntie van den minister van
Sociale Zaken zal op Woensdag 6 November
niet plaats hebben.
De gewone audiëntie van den minister van
Handel, Nijverheid en Scheepvaart zal op Don
derdag 7 November niet plaats hebben.
Aan het Psychologisch-Faed'agogisch Insti
tuut der R. K Leergangen te Tilburg slaagden
voor het diploma Paedagogiek M.O. B. de eerw.
Zuster M. Clara (M. E. Reijnen) te Mook en
voor diploma A de eerw. Zuster Mattheo (E. J.
Schmitt) te Rotterdam en de eerw. Frater
Theodoor (P. W. J. Jansen) te Tilburg. De
laatste verkreeg daarbij het praedicaat: „Met
lof".
Tot jagermeester van H. M. de Koningin is
benoemd Hoogstderzelver jachtjonker de heer
W. Brantsma.
Aan het Centraal Instituut voor Lichamelijke
Opvoeding, onderafdeeling van de R. K. Leer
gangen te Tilburg, heeft het Curatorium be
noemd tot tijdelijk docent in de vakken zwem
men en zelfverdediging de heer H. B. de Vries
te Breda.
AMSTERDAM. Candidaatsexamen in de
rechtsgeleerdheid de heer W. Droogleever For-
tuyn.
LEIDEN. Candidaats examen rechten, de heeren
J. H. R. Sassen en W. W. van Valkenburg.
LEIDEN. Bevorderd tot doctor in de Wis- en
Natuurkunde, op proefschrift getiteld: ,.Het
probleem van Dirichlet", de heer A. F. Monna,
geboren te 's Gravenhage.
Candidaatsexamen rechten, de heeren
Brinkgreve en Ch. Meyer en mejuffrouw H. W.
Seckei, Rijswijk.
Economisch doctoraal examen indologie, de
heer S. Hoekstra.
LEIDEN. Candidaats-examen rechten mej.
A. E. A. Kramer.
AMSTERDAM. Geslaagd: mej. C. P. Vlug,
Zandvoort en de heer P. J. van Sprong, A'dam.
LEIDEN. Geslaagd: de heer J. Fros, Lelden.
DEN HAAG. Geslaagd de heer M. J. Bos te Rot
terdam.
Benoemd tot commissaris van politie te
's Gravenhage, met 15 Nov., W. Hol en H. M. J.
Rugers, beiden hoofd-inspecteur van politie al
daar.
Op verzoek is aan mr. P. W. M. J. Russel
onder dankbetuiging eervol ontslag verleend als
kantonrechter-pl.verv. in het kanton Maastricht.
„Wie zal een prijs behalen?" Ziedaar
de vraag, die de goede oplossers van
het vorig raadsel op de aangewezen
plaatsen en in de opgegeven richtingen
te lezen kregen. In de vele dichterlijke
bijschriften werd ons weder herhaal
delijk verzekerd, dat men een niet te
gemakkelijke puzzle zeer op prijs stelt.
Men kan dan, vooral op zoo'n Zondag
middag vol regen en wind, eens een
paar gezellige uurtjes doorbrengen met
wikken en mikken, gissen en missen,
ploeteren en foeteren.totdat men
kan uitroepen:
'k heb 'm zoowaar
tóch voor mekaar ziedaar!
Van de enthousiaste bijschriften, waarvan
vele oplossingen ook nu weer vergezeld gingen,
laten wij er hier nog een paar volgen:
A. Zou ik het zijn?
Dat v.'as nog 'ris fijn!
B. Was ik nu eens een van de vier:
Te deksel! dat gaf een plezier!
C. Wie zal een prijs behalen? is de vraag.
En elke puzzelaar antwoordt: „Ik wel
graag,
Doch wordt er soms een ander mee
verrast,
Voor 't puzzlen zelf blijf 'k toch
enthousiast."
Enz. enz.
De prijzen werden ditmaal behaald door:
Mevr.G.van Rijn, Bellamystraat 17 bis,
Utrecht.
J. J. Rijnja, Reguliersgracht 130, Amster
dam C.
A. C. J. Grootenboer, Tïmorstraat 95, Haar
lem en
Eerw. Frater M. Michel, Instituut „St. Ni-
colaas," Oss.
aan wie per postwissel een rijksdaalder zal
worden overgemaakt.
Hier volgt de oplossing van het vorig
raadsel:
We vormen:
uit
walsengel
het woord
W
e 1 s 1 a g
e
n
n
kinatrein
n
ft
t
i r a n n i
e
k
tt
stijfkerel
n
ft
s
t e r f e 1
k
ft
zwevernar
t*
n
v
e r z w a r
e
n
geithaard
M
ff
t
r a a g h e
i
d
elkgewest
ff
ft
k
w e 1 g e e
s
t
rarebaard
tt
ff
r
a d e r b a
a
r
salieidem
tt
tt
i
d e a 1 i s
m
e
komijneelt
a
ft
O
n m e t e 1
k
tf
edelpaard
tt
tf
P
e d d e 1 a
a
r
Op de aangewezen plaatsen en in de gegeven
richtingen krijgt men dus de vraag te lezen:
WIE ZAL EEN PRIJS BEHALEN?
Onze lezers kunnen zich thans met het voe
gende interessante koppel-raadsel bezig hou
den, onder de goede oplossers waarvan weer vier
rijksdaalders zullen worden verloot.
Men verbinde telkens vier van de gegeven
woordparen tot een woord van 8 letters dus.
Daar er 72 woordparen gegeven zijn, krijgt men
alzoo 18 woorden. Plaatst men deze recht onder
elkaar, dan leest men bij juiste oplossing in de
le en de 5e vertikale kolom, beide van boven
naar beneden, het prachtige spreekwoord,
waarvan het opschrift gewaagt.
De 18 te vormen woorden hebben achtereen
volgens deze beteekenissen:
een Europeesch koninkrijk rekbare stof
een knaap, die moet „schoolblijven" galerij
rechtop, staande groote eierensoort stad
in Overijsel barometer aanhitser tot twist
of gevecht ruziemaker regeeringspersoon
in Indië kleine eierensoort waarop men
bij een overzetveer wordt vervoerd liefhebber
van droombeelden groot dikhuidig zoogdier
een „Mussolini" schatter toelating tot een
school na afgelegd examen.
Oplossingen tot Donderdag 12 uur aan den
heer G. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat 60,
Utrecht.
illlllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIII!
ULVENHOUT, 29 Oct. 1935
Menier,
Nadat me dan lijk ik oe
verlejen week schreef dat
roemruchte verbaal van den
Jaan hadden afgewerkt daar op
de Rechtbank in die ge-
tuigenkamer, waarvan we, onder ons gezegd en
gezwegen, 'n lollig „Gouwen Koeike" hadden
gemaakt, zijn we de kermis opgegaan.
Het eerste proces-verbaal wat den Jaan dan
na dertig jaren tegen den Blaauwe had kun
nen maken, liep dan zóó af, dat den Jaan
eigenlijk den „beklaagde" was geworden.
Dertig lange jaren had Janus geprakizeerd,
gesurveilleerd, gerechercheerd en wel 'ns zoo'n
bietje geprovoceerd om den Blaauwe voor den
Rechter te krijgen en dan eindelijk dan
dan sloeg ie zóó op zijnen eigen duim.
't Was wezenlijk de moeite dubbel-en-dik
waard, om daar 'ns 'nen stevigen kermis op te
gaan vieren!
Den Jaan kost niet mee, want ,den ouwe"
had 'm verzocht, om „zoow rap as indirect
maar meugelijk was," zei Janus, verslag uit te
brengen na het verhoor op de Rechtbank.
„Daar meugen wij 'm dan nie van teugen-
houwen," zei den Blaauwe: „waant ik kan me
veurstellen, dat den Jaan brandt van verlaan-
gens, om zijnen burgemeester verslag te doen!"
„Kunde gij oew eigen da veurstellen, Blaau
we?" vroeg Janus.
„Zekers, Jaan!"
„Dan meugde gij oew veurstellingsvermogen
wel 's uit laten stoomen," raadde Janus den
Blaauwe aan.
Wij probeerden toen, zooveel als in ons ver
mogen lag, niet te lachen.
Janus merkte dat natuurlijk en draaide z'n
eigen driftig om, om weg te stappen, maar....
„Zègges hoe mot ik op Ulvenhout komen?
vroeg ie toen. ,,'k Heb gin fiets bij me, juilie
hebben de bus van van Hooydonk afgehuurd,
mot ik nou soms op m'n nooten terug....?!
Aanderhalf uur minstens tippe
len....?" Hij keek er allemaal
angstig van. Angstig, vragend
en driftig blonkeri z'n oogskes
onder de lakken klep vandaan.
„Ik heb er niks teugen"
zei den Tiest.
„Waarteugen?" kwekte den Jaan.
„Da ge naar Ulvenhout gaat op den pooten-
wagel," antwoordde den Blaauwe droog.
„Mijn goedkeuring kan da-d-ok ten volle
wegdragen," knikte den bakker op z'n deftigst:
,,'t is 'n gezonde bewegink volgens de doktoren;
wa-d-is jouw hopvattink in deuze kwestie,
Dré?"
„Ik loop den weg iederen dag twee keeren,
m'n leven laank," moest ik wel zeggen.
Razend van woede wierd den Jaan. En hij
viel uit terwijl ie z'n pet verzette: „val dan
allemaal
„Houwes," viel van Hooydonk in z'n rede:
„wittewa, mannen, ik gaai maar naar huis. 't Is
nog vroeg op den middag, drie uren omtrent, as
guilie me betaalt, dan krats ik maar op, dan
kan den Jaan meerijen as ie me 'n sigaar gift."
Nou dat was 'n gouwen oplossing!
Wij betaalden, den-man-'n-kwartje en toen
zei Janus: „Zeg, Dré, gif me 's efkens 'n si
gaar."
En mee, da 'k in mijnen zak zocht: ,,'t Is nie
veur mijn, 't is veur van Hooydonk, ziede. Veur
m'n eigen za 'k er nie om vragen."
„Asteblieft," zei ik: „maar twee krijgde 'r
toch nie, Ratjan."
En zoo ree den Jaan, heelegaar alleen, in de
bus naar Ulvenhout.
Lang hebben wij staan wuiven, maar den
Jaan dee niks terug. Strak, verwijtend zat ie
ons aan te kijken.
Toen maakte van Hooydonk 'nen scherpen
draai en Janus vloog naar den overkant van de
bus, waarop ie naar ons zijnen vuist opstak.
Zoo verdween ie in de richting Ulvenhout, naar
zijnen „Ouwe" en.... naar z'n Tonia. En 'kzal
nooit precies te weten komen hoewel ik 'n
sterk vermoeden heb wie van die twee „poli
tiehoofden" den Jaan 't warmste ontving!
Den Joost, ge kent 'm, 1 dat vijftigjarig we-
duwmanneke, vergeten weareldkampioen, den
Joost kost ook niet mee. Hij moest den dag nog
gaan goedmaken voor zijnen baas. Hij reist in
„worsterijen en aanverwanten," lijk ge weet.
„Reizen", dat wil zeggen „fietsen", alle dorpen
en stejen af, op zijn „lijkwageltje", dat ie drie
jaar gelejen voor drie gulden vijf en twintig
tweede hands kocht.
Den Joep ging „zoover" met den Joost mee,
welk „zoover" eigenlijk daarin bestaat, dat den
Joep, vader van tien kinderen, nog dieper onder
't juk van z'n wijf zit dan den Joost onder dat
van zijnen worstpatroon.
Zoo schoten over, wat te voorzien was, den
Fielp, den Tiest en ik.
We hebben echter wel 'ns meer met z'n ge
drieën kermis gehouwen, en eh ge weet,
amico, we hebben'teraltij ferm afgebracht....!
„Ik stel veur," zei den Fielp, die zelfs met 'nen
kermis nog „voorzittert", „ik stel veur, om eerst
in „de Druif" er eentje te gaan koopen op de
gezondheid van dieën rechter-commissaris.
'Nen vlotten tiep. As ik straks op de kermis 'n
schemerlaamp gooi of 'n flesch zuurtjes, dan
laat ik ze 'm brengen, uit naam van de prop-
club."
Den bakker zijn voorstel wierd bij acclamatie
aangenomen door ons tweeën. Als me op den
rechter-commissaris hadden geklonken, gaf den
Blaauwe 'n rondje weg op denBrigges, ik daar
na eentje op den Jaan en ten langen leste kos'
ten we alleen maar hopen, dat we de heele
Rechterlijke Macht eer hadden betoond want
't corps is nog al uitgebreid
Den Fielp, die zijn bolhoedje weer op had en
't is vergimd, maar voor zijn maat worden die
dingskes niet gemaakt, doch koppig houdt ie
aan die dracht vast den Fielp dan had dat
dingske al op zijnen kraag staan. Da's 'n eigen
aardig gezicht, amico! Ge kunt niet gelooven,
hoe erg zijnen kalen kop afsteekt tegen den
achtergrond van 't zwarte hoedrandje.
Ook keek ie triest. Maar dat weet ie niet,
als ie in „feeststemming" is.
De wallen onder z'n oogen blazen dan op tot
de grootte van 'nen gehalveerden citroen en
dat geeft 'm iets „voornaams" en triestigs. Daar
zijn zelfs wel menschen geweest, die 'm dan 'n
oogenblik voor „vol" aanzagen. (Hij was dan
misschien wel „vol", maar op 'n andere manier!
Ge verstaat). Rose builden z'n wangen als ie
„triestig" is, dan blaast ie geregeld en wit
ter nog stak zijnen „gletscher" daarbij af.
Aan den Blaauwe Is nooit iets te zien, as ge
'm niet heel goed kent. Da's één (leelijk) stuk
pees. Alleen: z'n oogskens zwemmen dan onder
z'n „blonde" wenkbrauwen, dingen als tanden-
borstels-zonder-steel. De fundamenten om er
'n solied gebouw van kermisleut op te bouwen,
waren solied gelegd: „We zouwen dan maares
hopstappen," zei den Fielp principieel.
Driehonderd pond lichaamsgewicht richtte-
n-ie uit zijn krakend stoeltje, z'n hoedje schoof
ie 'nen kwartmeter naar voren en toen sprak
den Blaauwe de woorden: „Fielp, gij gift 't eer
ste nommer!"
„Mijn 'n biet," sprak den bakker: „we heb
ben veur heetere vuurkes gestaan!"
't Eerste wat onzen aandacht trok, was 'n
„etablissement" van weareldwonders. Die we
zien kosten voor 15 cents-den-man.
„Da's nie overvraagd," zei den bakker:
„waant ik heb in gin tijen 'n wonder gezien,
uitgezonderd dan dieën vuilen piek, daarstraks
op de Rechtbaank." Weer blaasde-n-ie en zij
nen kollesalen kop stak als iets „verdrietigs" bo
ven de menschen uit, die voor de tent der wea'
reldwonders stonden te dringen om binnen te
komen.
't Was 'n soortement klein circus.
Na ennigte nommers kwam „den sterken
man," die hoefijzers brak met z'n tanden, van
'n ijzeren staaf stukken beet en na die snoe
perij iemand uitnoodigde om mee hum te wor
stelen. 'tWas 'n tamelijk klein manneke, maar
hij scheen te tellen voor drie grooten.
„Zijn er liefhebbers of amateurs!" riep den
directeur van de weareldwonders.
„Jawel!" zee den bakker rustig, die staan
ging en z'n bolhoedje recht zette.
De tent begost zachtjes te lachen.
Daar wachtte 'n aardig nommer.
Onderwijl stapte den Fielp seerjeus de „are
na" binnen, met z'n handen in z'n zakken en
de parapluie aan zijnen arm. Hij blaasde, keek
triest en overzag 't „geëerde publiek" als 'nen
ras-voorzitter, die de menigte zal toespreken.
,,'t Begin is nie kw&ad, Dré," fluisterde den
Blaauwe.
„Gaai wilt worstelen met den sterken man?
vroeg den directeur.
Den Fielp knikte. Bleef staan mee z'n han
den in z'n jaszakken en de parapluie aan den
arm.
Den worstelaar gaf den Fielp 'n hand.
„Ok 'n goeienmiddag," wenschte den Fielp.
Den directeur pakte naar den Fielp z'n pa
rapluie, maar dat scheen den bakker nie te
vertrouwen. „Afblijven," sprak ie kalm maar
zeker.
„Hij wil de bui afwachten," riepen ze uit 't
publiek.
Eindelijk was ie overtuigd dat. die parapluie
weg moest en hij bracht ze bij mij, 'n oogske
knippend.
Zijn hoedje hield ie op. En telkens, als t
scheef ging, zette-n-ie 't recht.
„Frak uit!" zei den directeur.
„Daar zitten vrouwen bij," sprak den Fielp in
eer en deugd.
Den directeur wier driftig-moedeloos.
„Allez, ontdoet u van den frak, menier, ge
kunt toch, nonde, niet worstelen alsof gij te
begraven gaat
„Op jouw verantwoording" zei den Fielp;
„ik ben vandenmiddag maar haastig wegge-
loopen, en...."
Toen was zijnen jas uit. Hij stond.... in z'n
bloote armen....! En wat voor armen, amico!!
Dijen waren 't, zoo waar mijnen naam Dré is!
Alleen 'n bakkerstrico, van rooie-witte strepen
spande de bovenste ronding van «He verschrik-
kelijk-bloote armen!
De tent gierde.
Den Fielp stond daar, met z'n bolhoedje op,
en met 'n triestig, wezenlijk „edelachtbaar"
raadslid-gezicht of ie zeggen wou: ik heb oe
vooruit gewaarschuwd.
Nou, als worstelpartij wier 't 'n droevig fiasco.
Den Fielp hield z'n hoedje op. En telkens als
't viel, douwde-n-ie den ijzersnoeper weg en
ging ie 't bolhoedje ergens uit de arena opvis-
schen, om 't dan weer zorgzaam, met twee han
den, op zijn hcofd te zetten.
Den worstelaar kost mee deuze driehonderd
pond niks beginnen. Want den Fielp zijn
„taille" is pl.m. 2.25 M. En als ie rukte en
snukte aan den bakker, dan hield den Fielp
met één hand z'n hoedje vast en keek ie triest
naar de „menigte".
„Kunde gaai wel worstelen?" vroeg den ster
ken man.
Neeë," zei den Fielp: „natuurlijk nie, ik
ben bakker, maar worstelde gij nouw maar mee
mijn, ik zal wel kijken....!"
De tent gierde, 'n Juffrouwke, naast me, glee
van 't bankske af en smeekte: „lot me, lot me!
Ik kan 't nie meer zien. Ik gaai er aan dood.I"
En wezenlijk, 't mensch zou lachstuipen ge
kregen hebben, dus ik liet ze maar onder de
bank liggen; hoewel zonde van heur drie
stuivers
Afijn, ik vond dat den Fielp z'n nommer
puik gegeven had, maar den Blaauwe zei: „da-
d-et niks was gewist!"
Hij zou wel 's wat anders laten zien. Daar
kwam toen 'nen goochelaar, 'nen soortement
Chinees of Japannees in de arena, daar zijn we
eigenlijk niet precies achter kunnen komen. Hij
had 'nen „slaapjas" aan, lijk de wijfkens, als ik
's morgens vroeg met de groenten aan huilie
deur kom. Ook had ie 'nen kolessaal langen
baard van vijf tot zeuven haren.
Op 'n «jogenblik zou deuzen toovenaar uit 't
Pindamannenrijk bij „iemand uit het geëerde
publiek", aldus den directeur: ,,'n ei uit den
neus halen. Is er iemand, die...."
„Ja!" riep den Blaauwe en meteen beende-
n-ie over de bankskes naar den „Chinees".
„Brabbel de kwaks retteketet," zei ie tegen
den Tiest.
„Vastgelijke, gin haar minder," antwoordde
den Blaauwe.
„Kwabbei de babbel kommeke soep," zei den
Chinees weer, mee 'n plechtige buiging.
Ook den Blaauwe boog en sprak: „dominus
vobiscum et cum spiritu tuo."
't Juffrouwke naast me begost weer van de
bank te schuiven.
„Ik zult halen, boer, eenen hei uit jouw snot
ter, biebelebom sjasja!" aldus den Chinees.
„Witte gij da zeker, Pinda-Mandarijn?"
vroeg den Tiest.
De tent begost weer hoorbaar te genieten
voor z'n drie stuivers.
„Zekers, zekers, een hei uit jouwen snotter,
sjasja."
Toen stak ie 'n wit armke uit zijnen wijden
mouw naar den Tiest.
„Een hei, een kippenhei," triomfeerde 't „Chi-
neeske."
„Kukeleku, toktoktok," kraaide «len Blaauwe,
en' week terug.
De tent gierde.
„Heen ei, heen ei, boeblewatsj, ei, ei," en 't
manneke greep weer: „kippenhei, ik zeg: hocus,
pokus, pilatus
„Psscht," dee den Tiest en in 't manneke z'n
witte handje lag 'n dampende tabakspruim
't Juffrouwke weer onder de bank, de tent
buikpijn, ik kreeg 't in m'n lenden en den Fielp
schaterde als 'nen boerenwagen over de keien.
En den Blaauwe riep: „toktoktok, tuuuuk
toktok, 't is 'n kiviets-ei!"
Hoe we buiten gekomen zijn, amico, dat weet
ik niet meer!
Wel kan 'k oe zeggen, dat Trui altij nog maar
met één lettergreep tegen mij praat en de ker
mis is al afgebroken....!
Of we dus plazier hebben gehad.
Ja, 't was 'nen drukken dag, 'n rechtzaak en
'nen kermis samen!
Afijn, veul groeten van Trui en als altij geen
haarke minder van oewen toet a voe DRÉ.