HOLLAND Reprise van het cijferraadsel m VOOR WAT HOORT WAT brieven I Dré III en Bartje drie dagen bij hun ouders geweest ZONDAG 24 NOVEMBER 1935 Prof. Steger tegen den Staat Het salaris van den buitengewoon hoogleeraar MARGARET HA SINCLAIR KLEINE DICTATORTJES IN DE N.S.B. Een verklaring van ontevreden leden VOOR VEILIGER VERKEER K.N.A.C. bepleit verkeersonder- wijs aan militairen TUBERCULOSEBESTRIJDING ,,Uiver"-enveloppen DE HAAGSCHE POLITIE GEREORGANISEERD Verschenen en in elke Boekhandel verkrijgbaar: EEN SCHITTEREND UITGEVOERD PLATENBOEK Samengesteld door: W. P. F. van Deventer, A. F, J. Beckers en Herman van den Eerenbeemt. Kleurenbandstempel van Machiel Wilmink. Dit buitengewoon verzorgde Platenboek in 4 0 royal for maat bevat: Dit Platenboek geeft een volledig beeld van de rijke archi tectuur, het heerlijke landschap en het eigenaardige volksleven van ons mooie Nederland. De verschijning van dit boek is een daad van nationale betekenis PRIJS GEBONDEN IN KLEURENSTEMPELBAND slechts f 3.90 Alom verkrijgbaar m de Boekhandel N.V. VAN MUNSTER'S UITG.-MAATSCHAPPIJ Haarlemmerweg B 378 Amsterdam ZEGELS EN KAARTEN VOOR HET KIND Contingenteeringen Nijverheidsonderwijs en bezuiniging UIT DE STAATSCOURANT Burgemeester Onderscheiden ONS PRIJSRAADSEL n De talrijke goede oplossers van onze vorige opgave ver dienen ongetwijfeld een compliment Wat waren de 36 woorden Het nieuwe raadsel Populaire liedjes Een brief van de 1 schoondochter Het jaar spoedt ten ende |j limn Voor den Hoogen Raad is gepleit in een procedure tusschen prof. Steger, buitengewoon hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft, tegen den Staat der Nederlanden. De heer Steger was van 1912 tot 1918 gewoon hoog leeraar in de scheikundige technologie. Toen hij die functie vervulde was hij tevens adviseur van het Jurgens-concem. Dit had tot gevolg, dat hij van tijd tot tijd verlof moest vragen om op reis te kunnen gaan Om aan dit bezwaar tegemoet te komen, werd op zijn verzoek zijn hoogleer- aarschap omgezet in een^buitengewoon hoog- leeraarschap in een onderdeel van het vak, namelijk de technologie der oliën en vetten. In 1925, toen prof. Steger eenige jaren bui tengewoon hoogleeraar was, hield zijn advi seurschap van het Jurgensconcern op. Nu kwam er op 13 Februari 1930 een ministerieele be schikking, waarin werd vastgesteld, dat met ingang van 1 Mei 1928 de jaarwedden van buitengewoon-hoogleeraren. voor wie dit ambt niet als nevenbetrekking is aan te merken, is vastgesteld op 5500 met drie tweejaarlijksche verhoogingen van 500 tot 7000. Prof. Ste ger heeft nu van den Staat gevorderd Jen salaris van 7000 van 1 Mei 1928 af. De mi nister, die een lager salaris had vastgesteld, beriep zich op 't Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1928, waarin voor de buiten gewoon hoogleeraren in het algemeen is be paald een jaarwedde van ten hoogste 7000. De Haagsche rechtbank heeft den eisch van prof. Steger toegewezen, doch in hooger beroep vernietigde het Haagsche Hof dit vonnis met afwijzing van den eisch. Voor den Hoogen Raad pleitte voor prof. Ste ger mr. P. A. Roeper Bosch. Hij zette uiteen, dat de omvang van het werk van prof. Steger feitelijk steeds dezelfde is gebleven. Door de beschikking van 13 Februari 1930 heeft de mi nister zichzelf beperkt in zijn bevoegdheid om elk willekeurig bedrag beneden 7000 toe te kennen. Voor den Staat pleitte mr. W. A. Telders, die er op wees, dat art. 63 der Grondwet aan de Kroon de bevoegdheid geeft, regelen omtrent de salarieering van haar ambtenaren vast te stellen. De procureur-generaal zal in deze zaak op 6 December conclusie nemen. Pater F. J. Zantvoort O..FM. schrijft ons uit Venlo Tien jaar geleden 24 November 1925 stierf Margaretha Sinclair, 25 jaar oud, en nau welijks een jaar later, 29 December 1926, werd een Schotsch Nationaal Comité samengesteld met het ocg op een mogelijke Zaligverklaring, waarvan het proces intusschen reeds enkele jaren geleden werd ingeleid. 't Moet dan ook wel "n heel bijzonder leven geweest zijn, 't leven van dat eenvoudig volks kind, de werkmansdochter, die als Dochter van St. Clara, als Zuster Maria Francisca van de Vijf Wonden, uit dit leven scheidde. Bijzonder? Ja, d.wz. bij Margaretha Sinclair lag het bijzondere in het gewone. Voor 't groot ste gedeelte is dat leven 'n leven geweest, het welk met de hulp der goddelijke genade binnen het bereik van iederen christen ligt. Gewoon, heel gewoon was dat leven, maar toch niet zoo gewoon, of het maakte op hen, die haar gekend hadden, een heel bijzonderen indruk. Nauwelijks toch was zij gestorven, of men begon haar te vereeren en aan te roepen. Want men was ervan overtuigd, dat aan dat gewone in Margaretha's leven iets hoogers, iets bovennatuurlijks ten grondslag lag. „Ik moet God geven, wat Hem toekomt," had zij zoo dik wijls gezegd en daarmede had zij zelf het die pere geheim van haar oogenschijnlijk zoo heel gewone leventje ontsloten. Margaretha zag in alles wat het leven meebracht, een beschik king van Boven. Voorspoed of tegenspoed, ge zondheid of ziekte, genoegens of beslommerin gen, 't was alles voor haar een openbaring van Gods H. Wil en daaraan onderwierp zij zich gaarne uit liefde tot Hem, ook al kostte het somtijds groote offers. Zoo is haar leven, hoe gewoon, hoe alle- daagsch ook, iets bijzonders geweest. Zoo heeft het de aandacht getrokken, niet slechts van hen, die haar van nabij gekend hebben, doch van heel de wereld mogen wij wel zeggen. Zoo is zij de aantrekkelijke figuur geworden, net Schotsche Trees je, wier deugden geroemd wor den door leeken van allerlei rang en stand, door kloosterlingen, door Priesters en Bisschoppen, ja zelfs door het Hoogste Gezag op aarde; de aantrekkelijke figuur, wier voorspraak in aller lei moeilijkheden wordt ingeroepen en verkre gen. Moge haar voorbeeld ons leeren, haar voor spraak ons sterken, om, vooral in deze moei lijke tijden, ons eveneens in alles aan Gods H. Wil te onderwerpen! Binnen enkele weken verschijnt een geïl lustreerd boekje, waarin eenige grepen uit Mar garetha's leven en tal van gunsten aan haar voorspraak toegeschreven. Verkrijgbaar aan bo vengenoemd adres of bij mej. C. Drabbe, Laan van N. O, I. 24, Den Haag. Aan een verklaring, gedaan in een vergade ring van ieden en oud-leden van de N. S. B_ kring IJmuiden, ontleenen wij: Met name willen wij er op wijzen, dat o.i. door de lagere leiding de organisatie geleid wordt naar een voorbeeld, dat ons in ons land niet aanbevelenswaardig voorkomt, vooral nu door den zoo snellen groei der Beweging nog niet verwacht mag worden, dat alle leden vol doende disciplinair besef hebben. Waar de leden bij toetreding noch in woord, noch in geschrift voorbereid worden tot een organisatie-leiding als zich in de N. S. B. heeft ontwikkeld, kunnen veelvuldige en ernstige botsingen, benevens teleurstellingen niet uit blijven. Het volkomen eigenmachtig en dictato riaal optreden van allerlei functionarissen in de blijkbaar te snel gegroeide Beweging, waarin door de verkiezingsperiode en Landdagvoor bereidingen vermoeidheid en lusteloosheid vallén te bespeuren, verontrust de leden, maakt ons wrevelig en een gevoel van rechteloosheid heeeft zich van ons meester gemeekt. Het bestuur van de Koninklijke Nederland- sche Automobielclub heeft zich met een adres tot den Minister van Defensie gewend, waarin wordt gewezen op de betrekkelijk hooge statistische cijfers van verkeersongevallen m ons land, welke, naar haar meening alleszins aanleiding geven om in het algemeen belang ernstig te overwegen, welke mogelijkheden be staan om te bevorderen, dat de verschillende categorieën van weggebruikers op de beste wijze deelnemen aan het verkeer. Adressante gelooft, dat het in het belang van een veiliger verkeer zou zijn, indien aan de militiepüchtigen ge durende hun eersten oefeningstijd eenig een voudig verkeersonderwijs zou kunnen worden gegeven, dat in hoofdzaak zou moeten be staan uit de voornaamste verkeersregels voor alle soorten weggebruikers. Het hoofdcomité voor de tuberculose-bestry- ding in Ned.-Indië heeft op 5 October 1934 een aantal speciaal ontworpen couverten, voorzien van ca. 2.25 aan postwaarden, welke thans reeds uit de circulatie zijn of spoedig zullen zijn, per vliegtiug naar Amsterdam gezonden, alwaar ze zijn gepost per TJiver voor Melbourne. Van deze fraaie couverten van historische en philate- lislische waarde, die de geheele race hebben meegevlogen, zijn nog een beperkt aantal be schikbaar en verkrijgbaar bij de Nederlandsche Centrale Vereeniging tot Bestrijding der Tu berculose, Riouwstraat 7, Den Haag, voor den prijs van 3.50 per stuk. Ook een klein aantal speciale „Uiver"-enve- loppen Batavia-Melbourne zijn nog te verkrij gen voor 2.50 per stuk. Na ontvangst van het bedrag per postwissel of per giro (no. 6031, Den Haag), vermeerderd met 25 ct., worden de enve loppen aangeteekend toegezonden. Een fraai St. Nicolaas of Kerstgeschenk, waarmee een zeer sympathiek doel wordt gesteund. Nar wij vernemen is de reorganisatie der Haagsche politie, onder leiding van den nieu wen hoofdcommissaris, den heer N. G. van der Mey voorbereid, door den burgemeester goed gekeurd. De reorganisatie komt op het volgende neer. De politie wordt verdeeld in 4 dien sten, n.l.: I. den administratieven dienst, n. den justitieelen dienst A, III. den justitieelen dienst B. IV den gemeentelijken dienst. Tot chef van deze diensten worden onder den hoofdcommis saris aangewezen: I. Commissaris P. Kramer, II. Commissaris W. Hol, III. Commissaris H. B. Paré, IV. Commissaris H. M. J. Rugers. 256 Reproducties, uitgevoerd in koperdiepdruk, over de volle bladzijde, met tintelende onderschriften in de Neder landse, Franse, Duitse, Engelse en Spaanse taal. IEDERE NEDERLANDER, die trots is op de schoonheid van zijn eigen land zal dit kostelijke boek willen bezitten, hij zal het doorbladeren en nog eens doorbladeren en het met vreugde tonen aan familieleden, vrienden en kennissen en allen zullen zich verheugen in de heerlijke aanblik van deze zo fraai uitgevoerde gravures. Voor hen, die zich zelf, hunne buitenlandse vrien den of wel hunne familieleden in Indië met een standaardwerk over NEDERLAND willen ver rassen is deze prachtige uitgave ten zeerste aan te bevelen, want dit is een boek van blijvende waarde. Van 4 December tot en met 9 Januari zullen op de postkantoren wederom weldadigheidspost zegels verkrijgbaar worden gesteld, waarvan de netto-opbrengst boven de frankeerwaarae ten bate komt van den Nederlandschen Bond tot Kinderbescherming. Evenals vorige jaren worden de zegels uit gegeven met een frankeerwaarde van resp. l'/j, 5, 6 en 12'4 cent en een verkoopprijs van 3, 8, 10 en 16 cent. De zegels zijn ontworpen door den kunstenaar A. A. Henriët te Amsterdam en zijn vervaar digd in rotogravure Tegelijkertijd worden prentbriefkaarten uit gegeven: een serie van vijf bloemenkaarten door J. Voerman Jr., prijs 35 cent, voorts een Kerst kaart in couvert door Ch. Eyck, prijs 15 cent, een Oudejaarsavondkaart in couvert door Louis Apol', prijs 15 cent en twee losse kaarten door Lies van Willes en Louis Apol. prijs ieder 7 ct. De winst, op postzegels en kaarten gemaakt, wordt verdeeld onder de instellingen, die ver zorgen zieke, zwakke, blinde, doove, doofstomme, achterlijke, gebrekkige, verwaarloosde kinderen van alle gezindten. Omstreeks 21 December zullen de bladen een prijsvraag kunnen plaatsen, waarvoor de op lossingen moeten worden gefrankeerd met twee Weldadigheidspostzegels van zes cent. De hoofdprijs, een schilderij van Hanraót. is beschikbaar gesteld door H. K. H. Prinses Juliana. De tweede prijs door de K.L.M. Verder 1200 prijzen vervaardigd door directeuren, directrices en kinderen der inrichtingen, die in de opbrengst deelen. De K. R. O. wijdt wekelijks enkele minuten aan de voornaamste punten van de actie, o.a. op Oudejaarsavond. Men verzoekt ons mede te deelen, dat naar mag worden verwacht bij de verlenging der hierna te noemen contingenteeringen per 1 December a.s. de volgende bepalingen betref fende de autonome percentages en de perio den zullen worden vastgesteld. Naaigaren 25 pet. der waarde gedurende 1 jaar; Badkuipen 40 pet. gewicht gedurende 1 jaar; Closetreservoirs 20 pet. aantal stuks ge durende 1 jaar; Damesbovenkleeding 15 pet. waarde gedurende 1 jaar; Heerenbovenklee- ding 30 pet. waarde gedurende 1 jaar; Rubber- bovenkleeding 40 pet., waarde gedurende 1 jaar. De vereeniging, die te Amersfoort een am bachtsschool heeft, besloot, zich tot den Mi nister te wenden inzake diens voorslag, om uit bezuinigingsoverwegingen den 3-jarigen cursus om te zetten in een 2-jarigen. De Amersfoortsche vereeniging erkent, dat zoo'n omzetting in theorie mogelijk is, maar dan moet men aanvaarden, dat een belangrijk deel van het onderwijs een schijnopleiding wordt, waarvan het bedrijfsleven gauw genoeg inzicht krijgt en waardoor dus de ambachts school betrekkelijk spoedig in discrediet komt. De vereeniging doet een ander plan aan de hand, n.l. met iets beperkt aantal lesuren be houd van een 3-jarigen cursus. Bij K. B. is aan mr. M. P. Thomassen a Thuesink van der Hoop van Glochteren op zijn verzoek met ingang van 1 December eervol ontslag verleend als burgemeester der ge meente Doorn. Bij K. B. is benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau, D. Huizinga, secretaris der gemeente Heerenveen. Ons eerste cijferraadsel van eenige weken geleden is bijzonder in den smaak gevallen en wij vermoeden, dat onze getrouwe puzzelaars een nieuw raadsel van dezelfde strek king met vreugde zullen begroeten. Deze week krijgt men n.l. een reprise van deze interessante op gave. We geven gaarne toe, dat het een heele toer was om het raadsel van Zondag j.l. goed uit te pluizen, n.l. om 36 verschillende woorden van dezelfde grootte en met eenzelfden staart te vinden. Dit houdt een compliment in voor de honderden puzzelaars, die het zaakje wat fijn opknapten! Daar we in onze opgave de opmerking weglieten, dat alle woorden ver schillend moesten zijn (we beschouwden dit, misschien wat voorbarig, als vanzelfsprekend!) mochten we de vele oplossingen, waarin de „adelaar" öf de „sperwer" tweemaal werd ge geven, niet foutief rekenen. Maar wat we wel terstond wegschoven was een zoogenaamde „oplossing", die ons enkel de rijmspreuk en niet de woordreeksen gaf. Het was maar een half dozijntje, dus een buitengewoon klein percentage, doch we hadden stellig op nul percent gerekend. En dat er bij dit halve dozijntje één was, die de vorige week met een van de „riksen" ging strijken, dat hadden we nooit kunnen denkentenzij deze „op losser" dacht: Geen twee keer achter elkander Voor my een prijsje: een ander Zij ook eens gelukkig dat stemt tevrêe Een andermaal doe ik weer dapper mee. De 18 woorden in de bovenhelft onzer figuur waren: stamper vrijster badkuur kellner kantoor boender pastoor klinker bankier cadaver bestuur tamboer adelaar luister Arabier onweder pandoer mijnheer En die in de benedenhelft: drinker dossier postkar scheper Jodhpur sperwer dienaar editeur bewaker wedijver Vrijheer spinner monteur r ij d s t e r evenaar eskader graveur zondaar Alzoo vertoont zich met de derde letters de ernstige spreuk: Als de wijn is in den man Is de wijsheid in de kan. De vier gelukkigen, aan wie een prijs ten deel viel, die per postwissel zal worden toegezonden, zijn: Mevr. P. C. v. d. BERG, Kerklaan 119, Heemstede. Mej. R. DEKKER, Turnstraat 5, Sportpark I, Breda. J. A. W. TER HART, Gagelstraat 19, Almelo. C. TEUNEN, Passeerdergracht 19 hs., Amsterdamse. „Voor wat hoort wat": wijl van zoo vele zijden ons eerste Cijferraadsel zeer interessant werd genoemd, en zeer welkom werd geheeten, komen we eens vlug door dit tweede nummer voldoen aan het verzoek om een spoedige reprise. Er wachten weer vier rijksdaalders om onder de goede oplossers te worden verloot. Hier kan onze V. K. P., die natuurlijk „mee doet" bij de vorming der woorden, verkregen uit de vervanging der cijfers door letters, een flinke sleutel heeten. Zoodat we alleen nog het volgende willen opmerken: 1. Behalve de V. K. P. zijn er nog enkele an dere afkortingen, en wel: in de middelste vertikale en de middelste horizontale rij; in de 6e horizontale rij van boven en de Be vertikale rij van links; 2. van het cijfer 11 rechts onder het bovenste kruis uit loopen 2 aardrijkskundige namen naar rechts en naar beneden en precies hetzelfde heeft plaats van het cijfer 13 rechts onder het linksche kruis uit. Is de zaak nu „voor mekaar", Dan hebben we weer een uitgewerkt „cross- word", nietwaar? Oplossingen tot Donderdag 12 uur aan den heer G. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat 60, Utrecht. „Als de tros wordt losgesmetenbehoort zeker ook tot een van de populairste lied jes, die vrij kennen. Onze teekenaar had het vorige week in beeld gebracht. Het is een liedje, dat bij den een vreugdevolle en bij den ander weemoedige herinneringen opwekt. Als onze lezers niet raden, wat er met bovenstaande afbeelding bedoeld wordt, kunnen zij het in ons volgende Zondag ochtendblad vernemen. illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll ULVENHOUT, 19 Nov. 1935 Menier, Rap spoeit het jaar tenende, nou. Waant ieverans in de kranten, achter de winkelra men, ja, op Dré III zijnen correspondentie ieverans loop ik teugen den baard van Sinter klaas aan. Ja als ge dieën ouwen kameraad zoo dik wijls gaat teugenkomen, dan gaat 't ouwe jaar op z'n leste beenen. Ik moet zeggen: den ouwen Nico ziet er ook niet voordeelig uit. 'k Heb 'm wel 'ns florisanter gekend. Tenzijz'n leste portret, „peinture Dré m", minder goed ge slaagd is. Na langen tijd ontving ik dan weer "ns een briefke van m'n baaske, uit den Ouwenbosch. En 'n fijnzinnig diepelmaatje als ie is, gaf ie „tusschen de regels" te kennen, dat Sinter klaas nog bestaat. „Tusschen de regels," ja! Want hy schreef eerst twee regels: JLieve Opa en Opoe, Ik maak het goed in de Mulo. U ook? Bartje is al goed gewent. Toen volgde over de heele lengte van dc kaart 'n penteekening van St. Baardmans met zynen staf ('t kost ook wel 'nen puthaak zijn) en dan volgde: ,,'t Weer is hier maar slecht. Nu, vrij stellen het allentwee goed. Tot Kerst miVeel groeten aan Opoe van Br. Overste, Br. Directeur en De klasbr. maar vooral van Dré III en Bartje Saluut" Ge ziet, lijk ik zei: „tusschen de regels" door gaf ie 'n vin gerwijzing Aan den adreskant stond nog 'nen soortement van rebus, die oeteekende: „Wij hebben van de week concours. Druk Opa.' Voor de cijfers op mijn rap port. Het zal mijn benieuwen Opa. D. III." Mij ook, amicol Maarzynen „klasfrère" maakt *n goeie kans, onder ons gezegd en gezwegen! Sinter klaas, Kerstvacantiet is alty nog de moeite waard geweest voor den Dré, om er min of meer rekening mee te houwen! En toch, amico, da's nou geen „familietrots" maar hy kan puik mee, op de Kostschool. Ook den kleinen Bart, zyn broerke, dat hard nekkig in de eerste klas bleef zitten hy was er met geenen stok uit te slaan doet z'n best. Toen ie voor den derden keer bleef zitten en beweerd had dat het in de eerste klas zoo pel- zierig en gemakkelyk was; dat ie had hooren beweren dat er in de tweede klas zoo'n „onge- makkewyke" juffrouw stond, die zóó keek en dan zette-n-ie z'n vergeetmeniehoogskes heel wyd open toen vond mijnen zoon 't maar gerajen, om ook deuzen prentenboek mee 'n „enkelreisje" naar den Ouwenbosch te sturen. Daar hebben ze 't met 'm in de tweede klas geprobeerd en.... den kleinen Bart heeft t probeersel genadiglyk laten gelukken, 't Gaat vaneigens! Schryven doet ie niet. Zyn broer, Dré m, heeft ie aangesteld als zynen particulieren secretaris. Die brengt Bart's berichten trouw over, in twee woorden. Nee 't zijn geen tiepkens-van-veul-woor- den! En wat ik zeker nooit had kunnen den ken: den kleinen Dré „vadert" over Bartje. Hy doet 't dan wel op zyn manier, maar hij doet t volgens zyn talenten zoo goed mogelyk. Bijvoorbeeld: als 't tyd van spelen is, dan kuiert Dré III, met z'n handen in de zakken van zyn plusfours naar den kleinen cour waar de mannekens van beneden de tien jaar samen zyn en dan houdt ie 'n oogske in 't zeil. Hij is er 'ns mee in de moeilijkheden geraakt. Want Bartje kost éenen keer niet aan 'n auto komen. De kleinen hebben daar groote speel goedauto's, van wel twee meter lang. Dré III stapte op zoo'nen racewagen af, keerde 'm on derstboven, schudde den „chauffeur" er uit en liet toen Bart instappen. Toen mocht Dré III niet meer op den kleinen cour verschijnen. Maar dan verscheen ie met zynen kop om 't hoekske en dan dan stroom den de auto's vanzelf leegBart rydt dus alty in zijn „eigen merk", want hy heeft 't voor het uitzoeken nou. Maar ook op andere manier vadert Dré UI. Onderlest mochten ze samen, ter gelegenheid van Allerheiligen, Allerzielen mee den daarop- volgenden Zondag naar huis komen. Naar Am sterdam. Wieske, m'n schoondochterke, schreef daar over het volgende: .Amsterdam, 6 November 1935 Lieve Ouders, 't Is hier in huis zoo akelig stil, Truitje is naar school, Dré op z'n ate lier en 't kleintje slaapt, dat ik m'n troost ga zoeken in het schrijven van 'n brief. Ochja, jk ben 'n beetje ver wend, ziet U, want mijn twee lekkere schatten van jongens zijn drie dagen thuis geweest. U hebt zeker de ansicht wel ontvangen? Heerlijk was dat, mijn heele nestje weer eens compleet! Och, U had eens moeten zien, toen het span daar uit het station kwam stappen! Voor het eerst hebben wij het eens gewaagd. (Dré wilde dat zoo, maar ik zat toch in duizend angsten) om den kleinen Dré de reis naar Amsterdam op eigen beenen te laten doen. (Toen docht Trui, amico, dat ze 't geloopen haddenZeker, het is goed, het is fijn, z'n jongens zelfstandig te zien worden. Maar ik wist eigenlijk nog niet, hoe flink m'n oudste lieveling al was. Want Moeder, U zult die onder vinding ook hebben gehad, de kinders worden toch zoo gquw groot, hè! Veels te gauw, hè?! Je denkt altijd dat ze nog „klein" zijn, ook al steken ze al boven je schouder uit, Dréke is al net zoo groot als ik, maar je kunt het als moe der telkens maar niet gelooven. 't Gaat allemaal te vlug. De kinders ontgroeien je zoo snel. ('t Is toch 'n echt moederke, die Wies, amico!) Maar ja, daar is nu eenmaal niets tegen te doen. Hoe kort lijkt het toch geleden, dat U beiden na Dré's telegram, naar Amsterdam kwaamt toen „Dré III" zooals vader hem altijd noemt, weet U dat ze hem op Kostschool ook zoo noemen? in zijn wiegje lag. Maar laat ik nu mijn papier niet vol droomen! Daar kwamen ze dan aan, mijn twee kleine mannen. Ik dorst niet op het perron te gaan, bang ze mis te loopen. 't Is hier tóch zoo groot, in Amsterdam! Dréke droeg het koffertje en met zijn andere handje hield ie Bartje vast in de drukte. Wilt U gelooven dat die Dré 'n sigaret in z'n mond had? Ja, toen ie me kitste, toen rook hij naar tabak!! En net zoo rustig stapte hij met z'n broertje tusschen al dat reizigerspu bliek, ik had zoo wel al die menschen opzij willen duwen om mijn schatten te pakken. Ja, dacht ik, m'n man had ge lijk. Dré is wezenlijk groot genoeg ge worden om alleen te reizen. Gek, va ders zien dat veel eerder dan moeders hè? En toen mijn kleine baas. Klam waren zijn handjes. Van zenuwachtig heid. Hij kwam voor 't éérst thuis Maar toen zei Dré: „ik zal 'n taxi roe pen, moe." Toen heb ik met natte oogen j gelachen, zeg. Als 'n groote kerel, met de sigaret in de hand, wenkte hij 'n j taxi, die prompt kwam aanrijden. Hij stopte mij en Bartje achterin, wezenlijk waar, en zelf ging Dré naast den chauffeur zitten! Net zoo'n klein ga lant echtgenootje. Nou zijn ze weer weg. Hè! Daar wen ik nooit aan, hoor. Nooit! Toch moet het. Ze zijn daar toch zoo goed op hun plaats hè, in Oudenbosch. Ze lééren er! Dré spreekt wezenlijk al een aardig mondje Fransch. Met Bartje is het zonneke uit huis getrokken. Al tijd zingen, van af dat ie wakker wordt, tot dat ie naar bed gaat. „Lamoer toe- zoer, toezoer lamoer," is door de radio zijn lijflied geworden. Hè, wat was dat akelig, als ze Zondagnamiddag weer vertrokken. Bartje zong het laatste-uur-thuis geen oogenblikje meer. Hij was heele- maal weer zoo gewend In 't begin keek ie even vreemd rond. En na tien minuten zei hij„moeke, wat is het hier awwemaaw kwein. Bij ons op school is aunves veew grooter. Wilt U gelooven, dat ik, nu ik alles zoo op schrijf, zoo wel naar Oudenbosch zou willen vliegen. Al was 't alleen maar, om ze vanavond toe te dekken in hun bedjes! Vanmorgen kwam er van Dré 'n brief je. Hij schreef: „Bartje heeft in den trein geen woord gezegd. Hij heeft stil letjes voor zich uit zitten kijken. In Oudenbosch zei hij ook niets. Alleen, als we op school kwamen en wij ieder naar onzen eigen refter gingen, zei hij tegen mij saluu! Maar wij zijn goed aangekomen!" Wilt U gelooven, dat die kleine schat van 'n vent van me geen traantje liet, als hij vertrok? Wel waren z'n blauwe vergeetmenietjes vochtig, maar hij draaide zich op 'n oogenblik bruusk om en veegde met den rug van z'n handje kwaad langs z'n oogjes. Nou ik had er genoeg aan, hoor! En Dré ook. En al zijn wij dan groote menschen, wij hebben onderweg, naar huis, óók geen woord gezegd in de tram. En thuis heb ik toen maar eens lekker uitge huild. Ik snak naar de Kerstvacantie! Kom, nu moet ik toch gaan eindigen, beste vader en moeder! 't Is kwart over vieren geworden. Nu komt Truitje gauw thuis. En Dré zal ook wel spoedig in de huiskamer komen, want het wordt nu op het atelier toch ook veels te donker! Fijn! Dan heb ik weer wat om me heen. Nou, daaag. Veel hartelijke groeten van Dré en vooral van mij, met een zoen aan allebei de kanten, Uw liefhebbende WIESKE P.S. U krijgt Dré III niet de hééle va- cantie hoor! W." Amico, ge hadt in langen tijd niks over mijn baaske vernomen! Hier hebt ge nou de leste in lichtingen, eigenlijk verstrekt door zyn eigen moeder. Beter kunt ge 't niet verlangen. En ge ziet, hoe mijn baaske opgegroeid is! Twaalf ja ren is ie nou. „Niks, niks komt er van dieën ondeugd te recht!" Ik hoor 't mijnen zeun nog zeggen. Wat heb ik 'm toen uitgelachen! Hum aan zyn verstand gebracht, wat hyzelf voor 'n lievenheeren beestje was geweest. Neeë, ik ben nooit bang geweest voor mijnen Dré m. Ik ken toch zekers myne eigen zeun! En zyn wefke? Zijn Wieske? Daar zijn geen betere te genwoordig. O zoo! En dat hoeft niet ook. Ik heb dat meer geschreven, amico, als ik over mynen eigen toeteloeris schreef, uit vroe ger dagen, zoo ongeveer, ,,'t is voor deuze goeie, zorgzame, blomzoete brave moederkens die in heur dappere en brave goedheid de kinderkens aan 'n handje tot Onzenlievenheer brengen 't is voor deuze wijvekens, dat later den stoel in den hemel gereserveerd staat, vlak bij Onsliev- vrouwke. 't Gaat nou Sinterklaas worden. Sinterklaas, Kerstmis, Oud en Nieuw! Ge zult er meer van hooren! Prachtige, blommige dagen om in oeW warme huiske al oew aan 't hart gewassen kin ders en kleinkinders weer 's vlak by oe te heb ben en vol te stoppen mee de gaven van den Goeien God, die Hij gaf op mynen grond! Hah! Den schoonsten kant van 't leven, die kan toch maar niet belast worden met slechte tijen, met ondraaglyke lasten, ja met geen dwangbevelen en innaamderkoninginnekens Want van den Grooten Koning hebben we alle gelukgratis! Genoeg. Nou kom ik op geheel ainder terrein, waar nog zooveul van te zeggen valt enm n velleke is meer dan vol. Dus ik schei er af me® veul groeten van Trui en als alty geen haarke minder van oewen toet a voe DRJÈ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 6