BOTERLETTERS FRANKEN ABR. MEIJER 51REINOLDU5HUIS PA TH PA INI MA JAC. VAN WEERT ELEN o> :X Schoorsteen EEN GULDEN EEMANDJE PRULLEMAND HDERDEEEErL, U WILT DIT JAAR VOOR DE ST. NICOLAAS Banketbakkerij P. A. Broers Beslissend Gesprek - - VVVVV s WIES H. J. van der Meer ST. WCOUtt bleef maar uit WJ Vriend van rijk en arm en Schoen SINT NICOLAAS-NUMMER NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VAN OUDS HET ADRES VOOR DROGISTERIJ A. J. VAN DER PIGGE GR. HOUTSTRAAT 16 VOOR NUTTIGE GESCHENKEN UW ADRES EEN AUTOPED EEN POPPENWAGEN EEN POPPENWIECJE BABY EEN LIEF PAKJE ALLES VOOR SINT NICOLAAS BIJ ONZE BOTERLETTERS f l.io PER POND Prij svr ife m 4 VERKRIJGBAAR VOOR PER PONDSLETTER IH ONZE FILIALEN, TERWIJL DE BEZORGER U ZE GAARNE THUIS BEZORGT LAAT FRANKEN OOK U DAGELIJKS BROOD BEZORGEN Pullovers, Vesten, Sjaals, Peignoirs en Muiltjes, Truien voor jongens en meisjes, Kinderjurkjes, Bleyle-artikelen, Pyama's en Nachthemden J. P. MAAS Zn., Emmastraat 16 ht voor Ma een voor Pa een kochten voor voor en voor GIERSTRAAT 20 EN 23 f - Maar Sinterklaas- avo nd k wam En met hem een groote verrassing f Begeerige blikken werpt de jeugd in de étalages, welke in de dagen voor St- Nico laas met meer dan gewone belangstelling bestudeerd worden Geschenken ontvangen is steeds iets aan genaams, doch ook het geven hiervan kan dikwijls een waar genoegen vormen, voor al als U bemerkt, dat Uw geschenk op hoo- gen prijs gesteld wordt Om hiervan ver zekerd te zijn kunt U niet beter doen dan de toonzaal van de beeldhouwers te bezoeken. Voor artistieke St. Nicolaas- cadeaux géén beter en vcordeeliger adres. Elk voorwerp, afkomstig uit het St. Helnoi- dus-huls, van religieuze of profane kunst, is smaakvol en blijft een waardevol Dezit. Een groote Keuze in etsen, schilderijen en platen. Onder de verschillende beelden en kerstgroepen treft U vele eigen ontwer pen aan. MA voor voor Handwarmers vanaf 29 ct. Jasbeschermers 44 ct. Regenpijpen 1.19 Fietshandschoenen met kap 1.98 Stuurtasschen vanaf 29 ct. Electp. Rijwiellamp compl. 2.25 - 2.48 - 2.95 met garantie Schagchelstraat 7 en Cronjéstr., h. Sehoterweg MINDER UITGEVEN DAN VOORHEEN. WIJ HEBBEN ONS DAAROP INGESTELD, ZIJN 100 AMANDELEN. 100 BOTER. EEN WERKELIJK FIJNE VULLING, EEN BIJZONDER BROOS EN SMAKELIJK OM HULSEL ZULK EEN LETTER IS EEN PRACHT SINT NICOLAAS-CADEAU. EIGEN FABRIKAAT. MARSEFAIN FIGUREN EN STUKJES 20 CENT PER ONS H°utftr^fr auto om steeds P6* - uut en btijtt 104 0ntvangen UW ^dereen gratis vet- f 4? v X 1~ Tot 1 December kont meedoen aan oi DINGT .VlfcU Ziet de prijscourant, die wij verspreiden. ANEGANG 42 TELEFOON 16535 Haastig schoot Arthur Horwood zijn smoking aan, wierp nog een laatsten blik in den spie gel, om te zien of zijn met veel zorg gestrikte dasje wel goed zat, koos daarna met zorg een enkele bloem uit het tuiltje, dat hij een half uur geleden by den bloemist gekocht bad, en bleef eenige oogenblikken in gedachien verzon ken voor den spiegel staan. Over een uur zou hij weer in een gezelligen familiekring verkeeren, zou hij voor enkele uren in een lichte, vroolijke omgeving zijn en zijn sombere huurkamer voor een tijdje kun nen vergeten, maar bovenal hij zou bij Alice zijn, de eenige dochter van het echtpaar War rington. De oude heer Warrington was een studie vriend van zijn vader geweest en had zich het lot van diens zoon, loen deze zijn werk kring in de groote stad kwam zoeken, gaarne aangetrokken. Zoodoende stond het huis van de Warringtons doorloopend voor den jongen man open. Zoo ook dezen avond. Het was Sint-Nicolaasavond een feestdag, die bij de familie Warrington altijd gevierd werd met een soupertje, waarbij dan enkele van de meest intieme kennissen uitgenoodigd werden. Natuurlijk was onze vriend Arthur daar ook by. Pa Warrington mocht hem graag zien, en hoorde hem gaarne praten, maar één ding ver ontrustte hem een weinig, n.l. Arthur's ver standhouding tot zijn dochter Alice. Hij mocht Arthur graag, en toen hij bemerkte, dat die twee meer dan gewone vriendschap voor el kaar gingen voelen, had hij dit zelfs aange moedigd. Maar maanden verliepen en niets gebeurde. Het jonge, 20-jarige meisje was steeds meer van Arthur gaan houden, maar deze zelf? De oudelui Warrington konden er geen hoogte van krijgen. De jongen was dol op haar, dat was zoo duidelijk als wat, maar waarom stelde hij het beslissende gesprek dan altijd uit en vroeg hij Alice niet, die hem zeker met open armen ontvangen zou? Het scheen hem toe, dat achter dit alles iets schuilde, dat ze niet ontwarren konden, iets, dat Arthur niet ont hullen wilde, en dat het geluk van de twee kinderen in den weg stond. Arthur had wel degelijk een reden, om Alice steeds op een afstand te houden. En dat was een onthulling, die zijn vader hem kort voor zijn vertrek naar de hoofdstad gedaan had. Steeds was hij in de meening, dat zijn vader, een invloedrijk handelsman, goed gefortuneerd was. Eenige dagen, vóór hij naar zijn werk vertrok, had zijn vader hem echter in een particulier onderhoud medegedeeld, dat zijn fortuin zoo goed als geheel verspeculeerd was en dat Arthur met de grootste zuinigheid moést leven, wilde hij zijn ouders niet geheel tot den bedelstaf brengen. Toen nu Arthur Alice ont moette en hij bemerkte, dat hij zich hoe lan ger hoe meer aan haar begon te hechten, had hij een zwaren innerlijken strijd te voeren gehad. Aan den eenen kant Alice, met haar groote liefde, aan den anderen kant de meedoogen- looze wetenschap, dat hij haar niets aan te bieden had dan zijn liefde en zijn klein in komen. En dat voor Alice, die, als dochter van een zakenman, weliswaar geen buitensporige weelde gewend was, maar toch niet opgewassen zou zijn legen het moeilijke leven met een schraal inkomentje. Hij wilde niet, dat haar figuur gebogen zou worden onder den aanhoudenden last van zor gen, dat haar kleine handjes ruw zouden wor den van den arbeid. Dat Alice misschen eenig geld mee ten hu welijk zou brengen, maakte het geval voor hem nog moeilijker. De schijn, dat hij haar om dat geld trouwde, stond hem tegen En zoo had hij langen tijd geweifeld, tot hij op een goeden avond, thuis gekomen van een feestje bij de Warringtons, het besluit nam, om zijn liefde te overmannen en Alice niet te vragen, of zij zijn levensgezellin wilde worden. Een besluit, dat hem veel pijn deed Alice's moeder was in die dagen de eenige geweest, die een blik geslagen had op de oor zaak van zijn verdriet. Maar als verstandige moeder had ze er niet van gerept, en het ge heim voor zich zelf bewaard, overtuigd, dat, als deze twee jonge menschen voor elkaar be stemd waren, zij elkander toch wel krijgen zou den, in weerwil van alle moeilijkheden Arthur zou nu dezen avond ook weer naar een feestje ten huize van de Warringtons gaan. Al kon hij Alice niet de zijne noemen hij was toch in haar nabijheid en kon met haar praten Even later liep hij met de handen diep in zijn zakken door de mistige Decemberkou naar het huis van de familie Warrington. Nog slechts weinige oogenblikken was hij uit zijn woning vertrokken, of een auto hield voor het huis stil. Twee heeren stapten er uit, en belden na even zoeken aan de woning van Arthur aan. De vrouw van den huiseigenaar deelde hun op hun vraag naar den heer Arthur Horwood echter mede, dat deze naar een feestje bij de Warringtons was. Na eenig heen en weer praten besloten de beide heeren dan daar maar heen te gaan. Arthur, die juist Alice bij haar vioolspel accompagneerde, keek onaangenaam verrast op, toen hem medegedeeld werd, dat twee heeren hem dringend te spreken vroegen. „Jongen, daar heb je Sint Nicolaas met zijn knecht al. Heb je wat uitgehaald, zoodat je mee t: i'.i. tf, Sfet fyi Boven op den schoorsteen legt de Sint zijn oor te luisteren- Hoort Hij, dat er stoute kinderen zijn, dan gaat Hij verder, zonder iets moois of lekkers naar beneden te laten zakken Sint Nicolaas, de kindervriend, Deed schier niets dan geven, Had voor allen alles veil, Lijf en ziel en leven. Ziet daar sluipt hij in den nacht, Blijder dan een koning. Met een welgevulde beurs Naar een sehaamle woning. Volendamsche meisjes op zoek naar passende St. Nicolaascadeaux moet? Of komen ze je alleen maar een pre sentje brengen?" vroeg Alice. Spoedig werd het hem duidelijk, wat er aan 't handje was. De beide heeren waren Duit- sche advocaten, die in opdracht van zijn oom, die inmiddels overleden was, hem kwamen op zoeken, om hem mede te deelen, dat hü tot universeel erfgenaam van al diens bezittingen was benoemd. Zijn oom was voor tientallen jaren naar Duitschland vertrokken en had nooit meer iets van zich laten hooren. Nu bleek echter, dat deze een zeer groot fortuin load vergaard en dit nu in zijn geheel had nage laten aan zijn neef Arthur Horwood. Het was Arthur of hij duizelde. Een afgrond van geluk opende jch voor zijn voeten en als een van de beide heeren hem niet gesteund had, zou hij gevallen zijn. Zij vertrokken met de belofte, den volgenden dag terug te komen, om de zaak geheel af te handelen en lieten Arthur alleen achter in de kamer, aan een hevige ontroering ten prooi. In gedachten zag hij reeds zich zelf met Alice verloofd, getrouwd en onbewust van wat er om hem heen gebeurde, bleef hij in diep nadenken verzonken zitten. Alice, ietwat ongerust geworden, verwonderde zich over zijn lange uitblijven, nadat de heeren reeds vertrokken waren en vreezende, dat hem misschien een onaangename tijding gebracht was, ging ze eens zien waar hij bleef. Spoedig zag ze hem in de zijkamer zitten, ge heel verdiept in zijn droomerijen. Daar hij totaal niet scheen te bemerken, dat zij naast hem stond, legde zij haar hand op zijn hoofd en vroeg: „Arthur, wat scheelt er aan? Heb je zorgen?" Hij schrok op uit zijn gepeins. „Wat heb je toch? herhaalde ze. Als je moei lijkheden hebt, vertel mij ze dan; dan kan ik je misschien helpen." „Moeilijkheden!" antwoordde hij. .Moeilijk heden had ik, Alice, vele zelfs; maar nu is er maar één meer en die zal ook wel uit den weg geruimd worden Ze kwam naast hem zitten op den rand van de crapeau. „Kom, misschien kan ik je daarmede helpen, vertel het me maar eens!" zei ze. Even bleef Arthur's blik over haar dwalen totdat hij dien opeens richtte diep in de klare kijkers van het meisje, dat haar oogen niet neersloeg, maar hem integendeel rustig en, toch teeder verlangend aanzag. .Liefste! er is nog maar één moeilijkheid en dat is de vraag, of jij mijn vrouw wilt worden, of jij met mij verder wilt gaan, samen me, mij?" Haar antwoord was slechts een liefdevolle blik. Toen boog ze zich over hem en kuste hem. Denzelfden avond nog werd de verloving be kend gemaakt, die wel niet door St. Nicolaas, maar wel door een St. Nieolaas-verrassing tot stand was gebracht. Heiliger Sanct Nicolaus Wir stell'n dir unsere Shuh' hinaus Leg uns doch was schönes ein, Wir woll'n recht fromm und fleissig sein. Zoo zong eertijds de jeugd te Weenen en in dien geest zingt nog heden onze Neder- landsche spes patriae. Onder den schoorsteen wordt de „schoen" gezet: „een schoen bij iemand zetten" is synoniem van „iemand iets afbedelen". De schoen van Sinterklaas staat niet alleen in het Germaansche folklore. Ook de Wilde Jager, deze getransformeerde Wodan, vult schoenen en laarzen met goud. Op zijn bevel trekt de boer in het Grimm'sche verhaal zijn laarzen uit en vult die met het bloed van een pas geschoten hert. Thuis gekomen blijkt het bloed in goud te zijn veranderd. Ook in een Hessisch sprookje komt het vullen van laarzen met goud voor. Legt in Mecklenburg de bruid vóór de hu welijksplechtigheid in eiken schoen een stuk geld, dan heeft _e later nooit geldgebrek; een slangen-oog in eiken schoen gelegd, maakt onkwetsbaar; wie 's nachts ruggelings drie stroohalmen uit het dak trekt en in zijn schoen legt, wordt niet door den hond aan geblaft. Maar er is meer: de schoen van St. Nico laas dient op de eerste plaats om het voer te bevatten „voor Sinterklaas zijn paard". In heel Limburg en op verschillende plaatsen van onze Noordelijke provincies wordt haver en hooi voor het beestje gereed gezet. Zoo ook in de Rijnprovincie, Tirol en Vorarlberg. Verge lijkt men nu hiermee het op vele plaatsen van Duitschland en Skandinavië heerschende oogst- gebruik, eenige halmen op den akker te laten staan, zooals het uitdrukkelijk heet, „voor Wo dan en zijn paard", dan dunkt me, dat de oor sprong van bedoeld Sinterklaasgebruik naar dat land verlegd moet worden. Er zijn dan meer aanknoopingspunten te vinden tusschen den met hooi of haver gevulden schoen en het oogstoffer, dat tusschen dienzelfden schoen op de legende der drie maagden, te meer, daar wü weten, dat het Joeltijdperk het tijdperk der vruchtbaarheid is. In dit hooi toch zou ik een schamele, overigens onschuldige, rest willen zien van een voormalig offer aan den God, of liever aan het paard van den God der Vrucht baarheid en wel een offer van hooi, dat im mers reeds in de Edda „Sleipnis verdr" ge noemd wordt. Dit hooi legt men soms op een bord, bij voorkeur echter in den schoen, we gens diens betrekking tot de tooverwereld. Maar laten we eenige feiten aangeven. In Schonen en Blekingen bleef het lang ge bruik, dat de maaiers op den akker een gave „für odem pferde" achterlieten; in Beieren, in den omtrek van Beilngries, is de korenschoof voor den Wandlgaul bestemd; daarenboven zet men bier, melk en brood op den akker voor de Wandihunde, die den derden nacht komen en de gaven verslinden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 10