Het geheim van
IfrOM,
en. Aaftfta
LU
&et Kustpunt uttH.anesieUle.Cd ojq i$t, NicoiaaS-wancLeiüig.
BRANDSTOFFENHANDEL W. H. VAN STAVEREN
DE NIEUWE PRIJSLIJST
ERIKA
Maison des Dames van B.Prijs
Permanent Wave f 1.50
ST. NICOLAAS
HOESBERGEN KOCKMANN
ST. NICOLAAS-GESCHENKEN
P. DONDERS
m
SINT NICOLAAS-NUMMER
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
«■HHHI
CENTRAAL-IJ ZERMAGAZ IJ N
VOOR MODERNE
VERLICHTING
H.J.v.d.MEER
Waarom de eigenaar van de
,,Zonnebloe?n" voortdurend
zijn zakdoek noodig had en
hoe vader een nieuwe jas en
moeder een nieuw kleed kreeg
AVONDS
GEOPEND
koopt graag bij onder
staand adres, omdat
de sorteering geweldig
groot is, en de prijzen
zeer voordeelig zijn.
KRUISSTRAAT 34-36 - TELEFOON 1248S
Prima Eng. en Belg. Antrac., Giet- en
Brech-Cokes voor Centr. Verwarming
KOUDENHORN ÏO - GASTHUISLAAN 54
VELSERSTRAAT 31 - Kant. ZAKSTRAAT 8
TELEFOON 10497
Zeer groote keuze. Extra-lage
prijzen. Ophangen gratis.
Gen. Cronjéstraat 76
GOEDKOOPE EN NUTTIGE
DE KONINGIN DER PORTABLE SCHRIJFMACHINES
De nieuwe Erika S, met laatster —7 r—
verbeteringen, kost thans slechtsj"
Een waardevol Sint Nicolaas-Geschenk
NIEUWE GRACHT 92 - TELEFOON 16150
uitsluitend eerste klas werk op de nieuwste machines. Onze beroemde C h e m 0
Naturel Permanent het neusje van den zalm ƒ2.50
Gen. Cronjéstraat No. 54 - Telefoon 14726
Zandvoortschelaan 180, Heemstede-Aerdenhout - Tel. 26205
DE EENIGSTE KAPPERSZAAK MET DRIE FILIALEN Ons succes hebben wij
te danken aan het goede werk, de lste klas machines en de keurige bediening!
Tempeliersstraat 6062 - Telefoon 12178
Langestraat 4, Alkmaar - Telefoon 2898
1
Ze woonden in een klein, zindelijk huisje, en
breed hadden ze 't niet. Baas Pieters, timmer
man, met vrouw en acht kinderen. Janna, de
oudste telde zeventien en was moeders rechter
hand in de huishouding. De flinke deerne
wist af en toe nog tijd te vinden om met de
naald een centje te verdienen. Dat was voor
moeder. Niet dat Janna er zelf geen spaarpot
op na hield, ze had er wel een, en wat ze kreeg
ging daar in. Soms onderging de spaarpot wel
een kleine aderlating, maar dan wist moeder
altijd „waarvoor".
Ook zelfs als het was voor een kleine, ja
laten we maar zeggen, voor een kleine bontig-
heid of iets uit de kunstbloemerij. Moeder was
't geheel niet onverstandig. „Als ze 't maar vra
gen," zei 't goeie mensch, „en vader en moeder
er maar niet buiten houden." Nu wil ik niet
zeggen, dat Janna grillige eischen had. Neen!
Ze wist dat vader alléén den kost moest verdie
nen en dat ze nog zeven broertjes en zusjes
had. Nummer twee was Toon, een aardige ge
zonde knaap van vijftien jaar, met open oog en
roode bolle wangen. De pastoor die Pieters en
z'n vrouw nog als kinderen had gekend, kwam
op zekeren dag bij den braven timmerman en
zeide: „Baas Pieters, ik zou u eens graag willen
spreken." Moeder schrok een weinig, en dacht:
zou er misschien iets met de kinderen zün?
Wel kwam mijnheer Pastoor af en toe aan
huis, maar: „Baas Pieters, ik zou u eens willen
spreken," zie, dat was toch iets ongewoons,
dacht ze bij zichzelf.
„Da's goed mijnheer Pastoor," zei Pieters,
„mag ik u verzoeken mede in 't andere ka
mertje te gaan?"
„Gaarne."
„Neem plaats als 't U belieft en ik luister."
„Zie je Pieters, 't is over Toon. Toon is een
echte jongen, hij speelt gaarne en is nooit de
laatste als er iets te doen is. Maar op school,
zei de meester, is Toon ook niet de laatste
en wat den catechismus aangaat, daar is hij de
eerste. De jongen kan en wil leeren. Nu weet ik
dat Toon gaarne onderwijzer zou worden. Wel
licht heeft hij er met u al over gesproken."
Pieters had gedurende t gesprek met open
mond geluisterd.
„Neen, mijnheer Pastoor, ik wist er hoege
naamd niets van, hij heeft het wellicht niet
durven zeggen. Ik moet u bekennen, dat het
mij wel wat tegenvalt. Toon is de oudste en
na een paar jaar zou hij me al asrdig kunnen
helpen. Daarop had ik geen gedachte. En dan
nog.
„Ik begrijp u beste man, maar denk eens
even na. Als Toon achttien is kan hij zijn
examen doen en onderwijzer worden. Echter op
dien leeftijd kan hij geen timmerman zijn. Ik
ben overtuigd, dat de jongen het niet laat zit
ten bij de hulpacte. Hoofdakte met Fransch,
Duitsch of Engelsch, daarvoor heeft hij zeker
Alvorens de Sint het prachtige geschenk
geeft, wijst hij den knaap op zijn plich
ten, om toch vooral thuis lief te zijn en
ijverig op school
den moed. Hoeveel flinke jongens hebben 't op
betrekkelijk jeugdigen leeftijd al vèr gestuurd.
Daarbij, hoeveel goed kan een degelijk en braaf
onderwijzer verrichten."
„Ja, mijnheer Pastoor, da's alles goed en wel,
maar er zijn toch nogal bezwaren. Ik ben maar
alleen, en er zijn nog zooveel mondjes. Het
leven is duur, ik geef gaarne ieder het zijne.
Van de schaafbank vallen wèl krullen, maar
géén rijksdaalders. Werkelijk mijnheer Pastoor,
ik weet niet, hoe ik het leergeld bij elkaar zou
kunen krijgen."
„Pieters, wat ge zegt is waar. Leeren kost
geld! Heb daarvoor echter geen overdreven
zorg. Onze Lieve Heer heeft u die acht kin
deren geschonken. Hij weet dat ze voedsel en
kleeren noodig hebben, 't Zijn ook Zijn kinde
ren! Pieters, luister en spreek er eens over met
uw vrouw. Zeg dat Pastoor van meemng is, dat
Toon moet leeren en ge niet ongerust moet
zijn."
,,'t Is goed mijnheer Pastoör, ik zal naar u
luisteren en de vrouw op de hoogte stellen."
Ze gingen samen het kamertje uit, moeder en
kroost zeiden: „Dag mijnheer Pastoor," terwijl
Pieters hem naar de deur leidde.
Nog vóór dat vader naar zijn werk ging had
moeder de gelegenheid gevonden, om heelemaal
op de hoogte komen van 't onderhoud. Zij zag
de zaken in 't geheel niet zwaar in.
„Ik heb altijd gezegd: in onzen Toon steekt
wat in."
Toon was vijftien en ruim één jaar op de
Kweekschool.
De uitkomst bewees, dat de Pastoor goed had
geoordeeld. Toon was op 't eind van 't eerste
leerjaar ook de eerste der klas. Maar nog iets
anders! De goede Pastoor had er ook een mouw
aan weten te passen, dat, al vielen er geen
rijksdaalders vn de schaafbank, de kleine mond
jes gevuld werden, 't Jonge grut groeide als
kool. 't Was werkelijk mooi om te zien hoe
speelsch, maar tevens hoe gehoorzaam de kin
deren waren.
Als vader 's avonds van zijn karwei kwam,
liepen ze hem tegemoet. Hij werd van zijn ge
reedschap ontdaan, terwijl kleine Jantje daar
voor op zijn schouders plaats nam. Marietje,
een peuter van bijna vijf, had de bijzondere
taak vaders schoenen te nemen en de warme
sloffen aan te dragen. Na het avondeten werd
het rozenhoedje gebeden. Janna, Toon, Piet,
Greta, Nico en Toos hadden ieder hun week
van vóórbidden. Marietje en Jantje waren nog
te klein.
't Liep tegen Sinterklaas, 't Spreekt van zelf,
dat Sinterklaas het voortdurend thema was,
waarover gepraat werd. Immers als de kinde
ren naar school gingen, zagen ze de mooie win
kels met de aanlokkelijke uitstallingen. Dit was
ook reden, waarom ze wel eens wat later uit
school kwamen. Moeder begreep zulks wel. Zou
Sinterklaas dit jaar weer hier komen? Zou hij
weer speelgoed en lekkers brengen?
Ja kinderen, als je braaf zijt, dan brengt de
heilige man zeker wat; maar als je stout zijt,
dan.... dan brengt hij een roede; zei Toosje,
't Was 25 November, een koude regendag. De
kinderen waren naar bed, maar vader rookte
nog even zijn pijpje en sprak met moeder. Ook
zij hadden 't over Sinterklaas en bemerkten niet
dat de deur van de kamer waar Toon sliep,
nog half geopend was. Toon sliep nog niet.
„Zie je baas," zoo begon vrouw Pieters, „wat
zouden we den kinderen geven? Ik had gedacht,
Janna een paar nieuwe schoenen, ja, een grif
fel, een sponsendoos, een passer voor Piet. Janna
heeft nieuwe poppenjurkjes gemaakt. Dat alles
met wat speculaas. Dan zijn we daarmee klaar.
Maar dan! En met dien „maar" zit ik vast. 't Is
koud en je winterjas is héél vèr heen. Dat
hindert me. Ik heb nagedacht, maar vond geen
uitkomst, want 't is nog niet alles. Toon moet
alle dagen naar school en is uit z'n winterjas
gegroeid. Ze is goed voor Piet. Ik wou dat Onze
Lieve Heer hier eens een goede uitkomst gaf.
Nu is het wel waar dat we tegen Kerstmis 't
varken zullen slachten, en de hammen verkoo-
pen. Dan schieten we wel iets in de richting,
maar daarmede zijn we er nog lang niet."
„Och, wat zal ik daarop zeggen, Moeder? Wat
mij betreft, ik kan 't voorloopig nog best met
m'n jas doen. Ze is Qroper en nog zoo slecht
niet. Als 't noodig is, dan kan de jas nog wel
gekeerd worden.
Om het even, ik doe het er nog wel mee,
maar Toon, nee, de jongen kan niet zonder.
Als je kans ziet hem een fatsoenlijk winterjasje
te bezorgen, dan moet je 't maar doen. Als we
't niet in eens kunnen betalen, dan maar in
twee maal. Onze Lieve Heer is er ook nog."
„Vader, 't is zooals ge zegt, maar, toch...."
en de goede vrouw nam een punt van haar
schort en droogde de vochtige oogen.
Toon had alles gehoord. Hij dankte den goe
den God en zei in zich zeiven, als ik maar
eens onderwijzer ben. Den volgenden dag had
Toon een ernstig geheim onderhoud met Janna.
Trouw had ook hij zijn centen gespaard. De
som van zijn spaarpot en dien van Janna, was
juist zestien gulden.
„Neen, Toon, daarmee komen we "r niet. Een
jas voor Vader kost vijftien gulden. Zie maar in
de ,}Zonnebloem", daar zijn ze uitgestald. Dan
nog een fatsoenlijk kleed voor moeder, wat ik
zelf zal maken; ja, reken samen maar twee-
en-twintig." Daar stonden de kinderen met hun
goede bedoelingen. Wat gedaan?
„Janne, ik weet misschien een middel. Als we
samen naar 't magazijn gaan en vragen om
mijnheer te spreken."
„En dan?"
„Dan zeggen wat we willen doen, maar slechts
zestien gulden hebben en verzoeken of
we later bij mogen betalen, als we 't bijeen
gespaard zullen hebben."
„Nou, Toon, ik weet het niet. Mijnheer uit
„Zonnebloem" is wel goed, maar of hij van
zoo'n klant gediend zal zijn betwijfel ik. We
kunnen het beproeven."
's Avonds gingen Janna en Toon naar 't ma
gazijn en vroegen om mijnheer te mogen spre
ken. Dat lukte, en de zaak werd bepleit, kin
derlijk oprecht. Mijnheer had goed toegeluisterd
en luisterende meer dn eens den zakdoek noodig
gehad om den bril die 't niet noodig had, en
de oogen die het wel noodig hadden te be
werken.
„Een oogenblikje kinderen."
Na eenige minuten kwam mijnheer terug ver
gezeld van zijn echtgenoote. Kinderen hadden
ze niet.
„Hm," begon hij, „ik heb alles aan mijn
vrouw verteld en ze zal het aan niemand verder
vertellen. Zooals ik wel wist en het ook wensch,
deelt ze volkomen in mijn gevoelens."
„Inderdaad Jana en Toon, zoo heet je immers,
zeide de goede mevrouw, ik vind het mooi, dat
jullie zooveel voor je brave ouders wilt doen.
Ik ken hen, ze verdienen zulks."
Mijnheer had den zakdoek weer noodig, want
nu was het of de neus hem parten speelde.
„Nietwaar manlief?"
„Zeker, zeker, vrouwtje."
„We zullen zeggen," aldus mijnheer, „dat jas
en kleed te zaam twee-en-twintig gulden kos
ten. U zeide zestien gulden te bezitten. Als u
daar vier gulden van aftrekt, blijven er nog
twaalf over. Geef mij die sqm, de vier gulden
moogt ge samen weer in de spaarpot bergen.
Alles is dan betaald en verrekend. Een conditie
echter maak ik nog, en deze is, dat ik wensch
en ook mijn vrouw, jullie altijd als klanten te
mogen hebben en te behouden."
Met een hartelijk dankwoord gingen Toon
en Janna huiswaarts.
't Was daags vóór St. Nicolaas, 's avonds
negen uur. Bij baas Pieters waren de kinderen
ter ruste. Vader en Moeder spreidden met wel
gevallen de schatten uit, die Sinterklaas
's nachts zou brengen, met schoenen voor
Janna en een winterjas voor Toon. Doch Janna
en Toon sliepen nog niet. Om tien uur gingen
vader en moeder hun legerstede opzoeken. De
gelukkige ouders sliepen weldra rustig in. Toen
Janna en Toon veilig overtuigd waren, dat er
Wie stout is of boos Sint
Niklaas hoort alles,
Hij luistert altoos!
Men kan hem niet foppen geloof
mij oprecht,
Wat hij niet gezien heeft, vertelt
hem zijn knecht!
geen gevaar meer bestond, gehoord te worden,
slopen ze in alle stilte de kamer binnen en
legden vaders nieuwe winterjas en moeders
nieuwe kleed bij al die schatten, 't Was 's mor
gens nog donker, toen de kinderen al riepen:
„Vader, moeder, is Sinterklaas al geweest?" Ze
hadden geen tijd om op antwoord te wachten.
Even gauw, als de gelukkige ouders kwamen
ze 't kamertje binnen. Wat waren de kleinen
verheugd en rijk.
Janna en Toon stonden er ook bij. Vader en
moeder drukten hen aan hun hart. Onze Lieve
Heer heeft gehoord, wat hun ouderhart op dit
oogenblik zeide.
Wekenlang had hij zich al verheugd op de vele en mooie cucieauX, welke Sinterklaas hem in den nacht van vijf December
zou brengen. Geen wonder dus, dat, toen de geschenken eenmaal in zijn bezit waren, 't ventje er geen oogenblik afstand
van wilde doen en ze zelfs mee naar bed moesten
K
In Gereedschap voor ieder bedrijf zijn wij geheel volledig, ook
in Zakmessen, Scharen en alle fijne staalwaren zijn wij goed
gesorteerd. Neemt U eens een kijkje in onze geheel nieuw
verlichte etalages en de verlanglijst is spoedig compleet.
Een paar vernikkelde Polar Schaatsen, een Davosbobslede, een
complete kist met prima gereedschap, een stalen wringer, een
Straalkachel, een geldcassette, enz. enz. zijn alle zeer
dankbare geschenken
OP ELK GEBIED
Bezoekt onze speciale ver
lichtingszaak, Schagchelstr. 2
PULLOVERS DAMESVESTEN WOLLEN en ZIJDEN
SHAWLS GARNITUREN PELTERIJEN
DAMESHOEDEN
Repareeren en Moderniseeren van alle soorten
Mantels en Bontwerk
Tevens bij aankoop voor f 2.50 een fijne Chocoladeletter cadeau
Eendrachtzegels en Voorzorg worden aangenomen
ELKE DAME die, pKijs steJlt OJp een k&uhiga pexma*iejnl
GAAT NAAR PRIJS
alles
inbegrepen
IIIER ZIJN ONZE ADRESSEN: