Heilsverwachting
Bijna 382 duizend
werkloozen
Nederland en de
sancties
SLECHTE SITUATIE OP
KUNSTZIJDEMARKT
Sinterklaas 5 En wat zon Benito nn wel van me
en hebbel
mij maar
ZONDAG 1 DECEMBER 1935
LEEKEPREEKEN
Voorstel van de directie der
A.K.U. tot belangrijke
loonsverlaging
Premies verlaagd
AMERIKAANSCHE TARWE
NAAR ONS LAND?
In ruil voor bloembollen naar
de V.S.
m
l)
Einde October 1935
Districtsvergadering
„St. Christoffel"
Kamerlid v.d. Putt over
„Ordening"
PROF. HUGO VISSCHER
Neemt ontslag als Tweede
Kamerlid
C.A.O. meubelindustrie opgezegd
De brandstichting te
Veenhuizen
Drie en een half jaar geëischt
tegen den dader
Inbrekers slaan hun slag
f2500 buit gemaakt te Alphen
a.d. Rijn
Te Zaandam mislukt
Een brochure van het Verbond van
Nederlandsche Werkgevers
Oorlogstoestand
De toestand in de
sigarenindustrie
Leden van de moderne bonden
per 7 Dec. ontslagen
VRACHTAUTO TEGEN TRAM
Hevige botsing te Naarden
LIMONADEFABRIEK IN
VLAMMEN
ONEERLIJK POSTBEAMBTE
GEARRESTEERD
Meer dan anders trillen dit jaar de sna
ren van ons gemoed mee wanneer de
Kerk den adventstijd opent met den
hartekreet van den koninklijken psalmist: Tot
U Heer heb ik mijn ziel opgeheven: mijn God
op U vertrouw ik; ik zal niet worden be
schaamd!
Wij leven in een naargeestigen tijd: 't is som
ber om ons heen. Dit geslacht heeft veel' lij
den doorgemaakt, veel leed gezien, veel kom
mer gedragen. Toch hebben wij den druk nooit
zoo zwaar gevoeld als den laatsten tijd; dit is
het algemeene oordeel, hetwelk zich niet alleen
in woorden en in sombere gezichten uitspreekt,
maar ook in overal tastbare moedeloosheid, in
stilstand in het zakenleven, in een gebrek aan
energie en initiatief. In tegenstelling met de
donkere jaren, welke wij sinds het uitbreken
van den grooten oorlog doorleefden, is er thans
een bittere berusting bij een volslagen gebrek
aan perspectief. Toen er dooden vielen konden
wij troosten; toen er berichten kwamen van lij
ders en duiders in de loopgraven, konden wij
liefdesgaven sturen; toen er vrouwen en kin
deren vluchtten, konden wij onze huizen en
beurzen openen; toen de jeugd in de oorlogs
landen verhongerde, konden wij vreemde kin
deren als eigene in onze gezinnen opnemen.
Tegenover veel lijden en ellende konden wij
daden van naastenliefde stellen. En dan: de
oorlog mocht wreed en langdurig zijn, er zou na
twee, na drie jaren desnoods, een einde aan ko
men.
Het einde kwam en als dollemannen hebben
wij met den vrede gedanst. De weinigen, die
voorspelden, dat op ruïnes geen huizen waren
te bouwen; dat eerst de puinhoopen grondig
en voorzichtig moesten worden opgeruimd en
dat dan eerst geleidelijk aan het herstelwerk
kon worden begonnen, zij werden niet geloofd.
Er werd op zand gebouwd en tien jaar later
stortte heel die revolutiebouw ineen. En nu
leeft heel de wereld al meer dan zes jaren als
in een woestenij; de bestaansbronnen drogen
uit; de beschaving zinkt ineen; de jeugd ver
wildert; het nieuw opgekomen geslacht mist
den zegen van het leven: den arbeid. In de
oorlogsjaren heette het: 't kan niet lang duren;
nog een weinig geduld en de vrede is weer
daar! In den massamoord en in de uitputting
voelden wij inderdaad het einde naderen. Maar
de economische malaise is als drijfzand: het
eene jaar na het andere probeeren wij vooruit
te komen en zinken al dieper terug.
Troosteloos is voor honderdduizenden het le
ven geworden: krachtige mannen, die hun ar
men slap laten hangen bij gebrek aan werk;
een nieuwe jeugd, aan wie het leven niets te
bieden heeft. En wat is jeugd zonder uitzicht,
zonder idealen? Wie zal ons verder zeggen
hoeveel er door vrouwenharten geleden wordt,
door moeders, die dagelijks om de tafel een
werkloozen man en werklooze zoons zien zit
ten, morrend tegen de maatschappij, morrend
tegen een schralen pot?
Gelukkig, wie in zulk een tijd het licht van
binnen heeft. Zoolang de lamp van het geloof
brandt kan er geen wanhoop komen, maar
blijft de geestkracht bewaard voor de toch ze
ker komende uitkomst. Bijna tastbaar wordt
deze waarheid by den aanvang van den ad
ventstijd, waarin de Kerk haar kinderen door
de donkerste dagen van het jaar heen geleidt
naar het stralende licht van de Kerstkribbe,
naar den voor allen bereikbaren rijkdom van
den Kerstvrede, 't Is de koninklijke zanger, de
vurige poëet David, die onze harten aan het
trillen brengt met zijn vier en twintigsten
psalm: tot U, Heer heb ik mijn ziel verheven,
mijn God, op U vertrouw ik, ik zal niet worden
beschaamd! Welk een kracht is er in dit geloof
begrepen: welk een licht straalt er uit deze
hoop! Het moge dan lijken, alsof er geen uit
zicht is; alsof bij den triesten einder deze droe
ve wereld ophoudt: het oog van het geloof boort
door de donkere wolken heen en het hart volgt
in geloovend vertrouwen: hoog boven de donke
re wolken moet een lieve Vader wonen!
Niet enkel zij, die de economische ongunst
van deze tijden voelen, moeten steun zoeken
in een ,,sursum corda"; ook en vooral diege
nen, die gebukt gaan onder het geestelijk lijden
van dezen tijd. In veel gevallen zelfs gaan ma-
terieele nood en zieledroefheid samen of vloeien
uit elkander voort. Maar ook wie nog den zegen
van dagelijksehen arbeid geniet, wïe nog voor
zich en zijn gezin kan zorgen, wien het licha
melijk aan niets ontbreekt, ook hij mist de
ware levensvreugde, welke nog voor weinige
jaren zijn deel was en waarin duizenden zich
met hem verblijdden. De niet oppervlakkige
mensch voelt zich in dit tijdsgewricht onbe
haaglijk: er hangt iets benauwends in de lucht.
Geheel de menschheid maakt een geweldige
geestelijke crisis door en niemand kan zeggen,
hoe de afloop zal zijn. Deze onzekerheid drukt
ter neer, maakt bang en onrustig.
De leidende beginselen ontbreken: op poli
tiek en maatschappelijk terrein staan tiental
len groepen in hopelooze verdeeldheid tegen
over elkaar. Op geen enkel gebied is eenheid
of samenwerking voor een gemeenschappelijk
doel. De crisis, ook de geestelijke, wordt door
niemand ontkend. Maar de oplossing zoekt men
in duizenderlei richting. Er is een crisis van ge
zag: men spreekt eenerzijds van de noodzake
lijkheid om de jeugd vrij te laten en zich te
laten uitleven; de meest ongebonden vrijheid is
de leus van tal van voorlichters; anderen zoe
ken het medicijn in de meest krasse onder
drukking der persoonlijkheid en een concen
tratie van alle gezag, grenzend aan tyrannie.
Tusschen bandelooze vrijheid en slafelijke ge
bondenheid ligt een gansche reeks van leuzen
en eischen.
Er is een crisis van het huwelijk en er is een
sexueele crisis. Na Adam's val hebben de vlee-
schelijke hartstochten altijd een zeer grooten
invloed in het menschelijk leven en in heel de
maatschappij gehad. Maar ontucht was ontucht
en echtbreuk was echtbreuk. Onze samenleving
echter maakt de meest ergerlijke zonden tot
problemen en stelt allerlei theorieën op, om de
zonde tot een willekeurige daad en zelfs tot een
noodzakelijke behoefte te maken.
Er is een crisis van godsdienstig denken.
Nimmer misschien waren er zooveel Godzoe
kers als in dezen tijd, nu het geslacht, voort
gekomen uit de school zonder God en het gezin
zonder God volossen is geworden; nü er tien
duizenden zonder kennis van bijbel en over
levering met een leege ziel rondloopen, onbe
vredigd tegenover een wereld, waarin alleen de
materie een rol speelt. Tegenover die duizenden
zoekers staan er echter meerdere duizendtallen
onverschilligen, godloochenaars en godhaters.
Geen tijd heeft een zóó directe en getolereerde
godloozenpropaganda gekend als de onze. Wie
een wereldkaart opslaat en een blik werpt op
het terrein waarop ,,Unie van sovjetrepublie
ken" staat gedrukt; wie met één oogopslag dit
gebied als één zesde van de bewoonde wereld
meet, die huivert bij de gedachte hoe in zuil:
een onmetelijk werelddeel de naam van den
Allerhoogste officieel wordt onderdrukt en
bespot en met geweld uit de harten van de
jeugd wordt gerukt. Mocht althans van het
overblijvende deel kunnen worden getuigd:
daar brandt het Godsgeloof helder in de har
ten en hoofden van de overige millioenen aard
bewoners! Maar wij weten helaas, dat ook daar
de godsdienstige crisis hetzij in bruut materia
lisme, hetzij in onverschilligheid of Godsver
achting hevig wtedt.
Bij dit alles komen de onvrede, de geladenheid
der atmosfeer met oorlogsgeruchten, de heb
zucht en hoogmoed der heerschers en de haat
en wraakgevoelens der volkeren onderling,
waaraan de nijd en afgunst van de afzonder
lijke leden der samenleving moeten worden
toegevoegd, die elkander een plaatsje onder de
zon betwisten.
Dat alles bijeen voedt het onbehagen in de
ziel van den niet oppervlakkigen mensch. Ge
lukkig, wanneer hij met de Kerk den advents
tijd ingaat en op David's roep zijn ziel tot God
verheft met geloof en vertrouwen; wanneer hij
met den koninklijken profeet ondanks alles zijn
heil van zijn Schepper verwacht en vol over
tuiging bidden kan: ik zal niet beschaamd
worden! „Laat mijn vijanden mij niet uitla
chen" smeekte David tot zijn Heer. En iedere
geloovige christen zegt dit den profeet na. De
waanwijzen, de materialisten, de stofaanbid
ders, de nieuwlichters, de uitvinders van proef-
huwelijken en vrije liefde, de staatsvergoders en
onderdrukkers van de persoonlijkheid, zij mo
gen de Godzoekers en Godsvereerders, de ne-
aerigen en ootmoedigen van harte belachen: de
geschiedenis van alle eeuwen staat er borg
voor, dat de lachers zelfs in deze wereld reeds
hun smadelijk einde vinden. „Want allen
zingt David tot zijnen en onzen Heer die U
verwachten, zij zullen niet beschaamd vtorden."
LIBRA
De Directie van de Algemeene Kunstzijde
Unie te Arnhem deelt mede, dat zij op 26
November j.l. een schrijven aan de verschillen
de vakbonden heeft gericht, waarin zij bekend
maakt dat de verhoudingen op de kunstzijde-
markt bij voortduring buitengewoon slecht blij
ven. Zij acht dezen toestand zelfs van dien
aard, dat zij het bestaan van deze onderne
mingen bedreigt acht, indien zij geen middelen
weet te vinden om op korten termijn een finan
cieel evenwicht tot stand te brengen.
Zij staat voor het vraagstuk, op korten
termijn een belangrijke kostenvermindering
te bewerken en zij kan deze slechts berei
ken ten koste van het loon van de werk
lieden.
De directie stelt voor, zoowel de indi-
vidueele loonen als de in bijlage B. van het
contract genoemde minimum-loonen te ver
lagen en wel voor de geschoolde en ge
oefende vaklieden met vijftien procent. Voor
alle andere arbeiders en arbeidsters met tien
procent.
Voor de premies, genoemd in bijlage C., zal
een nieuwe schaal noodig zijn, waardoor het be
drag dezer premies eveneens met tien procent
verminderd wordt.
De directie is zich bewust, dat zij hiermede
van het personeel een zeer zwaar offer vraagt,
maar vertrouwt, dat de arbeiders de noodzake
lijkheid van dit offer zullen inzien en zullen
willen medewerken om het bestaan van de on
dernemingen te helpen verdedigen.
Overeenkomstig artikel 12 van onze overeen
komst noodigt de directie de bonden uit, te
onderhandelen over bovenstaand voorstel. Voor
de goede orde wijst zij er op, dat, overeenkom
stig de laatste alinea van artikel 12, bij onver
hoopte niet-overeenstemming onze overeenkomst
ontbonden zou zijn, drie maanden na dagteeke-
ning van dit schrijven, dus op 26 Februari 1936.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat het
hier niet alleen de fabriek in Ede, doch ook
die in Arnhem betreft.
Als uitvloeisel van de besprekingen over han-
öelsaangelegenheden tusschen de Vereenigde
Staten en Nederland te Washington zal, volgens
het Handelsblad, het invoerrecht op Ameri-
kaansche tarwebloem hier te lande sterk wor
den verlaagd.
By de besprekingen tusschen de handels-de
legaties is gebleken, dat de Ver. Staten alleen
concessies wilden toestaan aan den invoer van
bloembollen en anderen agrarischen import uit
Nederland in ruil voor mogelijkheden voor den
Amerikaanschen import van tarwebloem.
Hoewel het cijfer nog niet volkomen vast
staat, is het vrijwel zeker, dat het invoerrecht
op Amerikaansche bloem zal worden verlaagd
van 7 tot ongeveer 5.50, met 1.50 dus.
De Amerikaansche bloem zou dan in zoo
danige prijsverhouding komen te staan, dat
andere buitenlandsche variëteiten niet meer be
geerd zouden worden en zou haar oude plaats
herkrijgen. Alleen het Landbouwcrisisfonds zal
een offer moeten brengen.
Het Centraal Bureau voorde Statistiek ver
strekt de volgende cijfers betreffende het aan
tal geheel werkloozen, bij alle organen der open
bare arbeidsbemiddeling als werkzoekende inge
schreven. Hierbij zij opgemerkt, dat niet alle
werkloozen in Nederland zich als werkzoekende
bij de openbare arbeidsbemiddeling laten in
schrijven.
Aantal werkloozen op het einde van
Oct.'35 Oct.'34 Sept.'35
Mannen
18 jaar en ouder
350.211
304.758
335.792
jonger dan 18 Jaar.
13.695
9.854
13.214
363.906
314.612
349.006
Vrouwen
18 jaar en ouder
12.012
9.957
11.208
jonger dan 18 jaar..
6.018
4.357
5.831
18.030
14.314
17.039
Algemeen totaal
381.936
328.926
366.045
In een districtsvergadering welke de R.K. Ver-
eeniging van Handelsreizigers en agenten Za
terdagmiddag in hotel „De Pool" te Amsterdam
heeft gehouden, hield de heer H. v. d. Putt, lid
der Tweede Kamer, een inleiding over het or-
deningsvraagstuk, dit in verband met een door
hem ontworpen plan van Ordening voor de ta
baksbranche.
Bij ontstentenis, van den plaatselijken en al-
gemeenen voorzitter leidde de heer C. Bekkering
de bijeenkomst, spreker en onderwerp met een
enkel woord bij de vergadering introduceerend.
Hij verwelkomde voorts den nieuwen algemee-
nen adviseur Pater Woerdeman O.E.S.A., die
zich vervolgens met enkele hartelijke woorden
tot de vergadering richtte en de aanwezigen
aanspoorde in dezen moeilijken tijd op God te
blijven vertrouwen en sterk te blijven in het
geloof, dat zij zoo vaak tegenover anderen heb
ben te verdedigen.
Daarna was het woord aan den heer v. d.
Putt tot het toelichten van het door hem ont
worpen ordeningsplan. In de nieuwe maat
schappij, waar wij heen willen moet men niet
een overwinning van de crisis zien, dan had
de ordening eerder en internationaal moeten
zijn doorgevoerd.
Hoogstens kan zij ons onmiddellijk een beter
begrip van de verhoudingen en nationaal een
vermindering van moeilijkheden brengen.
De bedrijfsraden hebben tot nu toe nog vrij
wel geen beteekenis verworven, hetgeen te wij
ten is aan een fout in den opzet. Zij moesten
minstens zijn een bemiddelend en rechtspre
kend instituut, en zijn zij niet meer dan een
doublure van een reeds bestaand contact tus
schen werkgevers en werknemers.
De bedrijfsraad blijve een advies-college en
het zal niet veel beteekenis hebben hem verder
uit te bouwen.
Ordening beteekent de erkenning van leiding
en het aanvaarden van arbitrage. De aanhan
gers van de democratie zijn in een verdedigende
positie gedrongen, hetgeen menigeen zich niet
voldoende bewust is.
De standen moeten naar elkaar toe groeien
en dit kan niet anders dan in een langzaam
maar geregeld tempo geschieden.
Er is nog te veel dat naast de organisatiès is
opgebouwd en te weinig vooral ook wat de uit
voering v an bepaalde maatregelen betreft
wordt aan de organisatie overgelaten.
Naast een socialen bedrijfsraad past naar
spr.s meening een economische bedrijfsraad,
welke in een algemeenen bedrijfsraad waaraan
verordenende bevoegdheid behoort te worden
toegekend, zouden moeten worden vereenigd.
Een dergelijke vorm is alleen mogelijk in be
drijven, waar reeds jaren lang een kern van
samenwerking is; oplegging van bovenaf zou
tot niets leiden.
Alle centrales zouden afgevaardigden krijgen
in den economischen raad, die een soort eco
nomisch parlement zijn zou.
Door de wet op de verbindendverklaring van
ondernemersovereenkomsten kan alles zonder
wetswijziging worden geregeld. De tusschen ge-
organiseerden gesloten contracten zouden ook
geldend moeten zijn voor ongeorganiseerden.
De vestiglngseisch zou ook voor het onderne
merscontract geregeld kunnen worden door te
bepalen dat zekere nieuwe zaken niet zullen
worden bezocht.
Erkenning van de arbeidersorganisaties zal
niet te ontberen zijn en hun medewerking zal
van onderen af moeten beginnen, zoodat zij er
niet voor worden gesteld iets te behoeven aan
vaarden of verwerpen dat ook geheel, zonder
hen, is voorbereid en gereedgemaakt.
Van de politieke ordening wil spr. geheel
afblijven, want aan een economischen raad kan
men moeilijk zaken opleggen die Justitie, Fi
nanciën en Landbouw betreffen. Voor den an
deren kant voert het politieke parlement op
het oogenblik veel te veel maatregelen uit, die
tot de competentie van de belanghebbenden be-
hooren.
Alleen door hechte samenwerking is een be
tere, een gelukkiger maatschappij te bereiken,
maar dan zullen de organisaties, die groot en
sterk zijn naar buiten zich ook in de diepte,
in de hechtheid van de geloofsovertuiging ha-
rer leden sterk moeten maken.
Op de inleiding van den heer v. d. Putt volg
de daarna een geanimeerde gedachtenwisse-
ling.
Naar we vernemen, heeft prof. dr. Hugo Vis-
scher ontslag genomen als lid van de Tweede
Kamer.
Zijn opvolger op de a.-r. lijst is mr. G. van
Baren, burgemeester van Delft en lid der Prov
Staten van Zuid-Holland.
De werkgevers in de meubelindustrie en be-
hangerjj hebben aan de arbeidersorganisaties
meegedeeld, dat zij het bestaande contract, dat
op 1 Maart 1936 afloopt, niet ongewijzigd wen-
schen voort te zetten.
J. G. A. Sch., verpleegde te Veenhuizen, thans
gedetineerd, stond terecht voor de Rechtbank
te Assen wegens brandstichting in één der zalen
van de Rijkswerkinrichting te Veenhuizen, ge
pleegd op 27 October.
Verd. had deze daad gepleegd, omdat hij, zoo
lang hij in Veenhuizen was, steeds kamerwacht
had en hij niet langer tegen dat alleen zijn kon.
Getuige, de zaalopziener G. Smit, bevestigde
een en ander en verklaarde, dat er gevaar voor
de gebouwen had bestaan. Gelukkig was de
brand spoedig gebluscht.
De Officier van Justitie eischte drie jaar en
zes maanden gevangenisstraf.
Uitspraak over 14 dagen.
Zaterdagnacht hebben leden van het inbre
kersgilde te Alphen aan den Rijn een goeden
slag geslagen en f 2500 buit gemaakt.
Des morgens bemerkte een dienstmeisje, dat
de deur, welke van de woning van den procu
ratiehouder van de N.V. Dakpannen- en Klei-
warenfabriek v/h D. v. Oordt en Co. aan den
Woubrugscheweg alhier, toegang geeft tot het
kantoor der firma, open stond.
Een onmiddellijk ingesteld onderzoek bracht
aan het licht, dat inbrekers zich toegang had
den weten te verschaffen tot het kantoor. Door
middel van een valschen sleutel bleek een poort
geopend te zijn en nadat men een raam had
verwijderd en een tusschendeur had geforceerd,
was men binnengedrongen in het vertrek, waar
zich de brandkast bevond. De dieven hebben een
gat in de brandkastdeur geboord, waarna zij
den schotel konden verwijderen. Een bedrag
van f 2500, welk bedrag gereed lag voor het uit
betalen der loonen, hebben zij buit gemaakt.
Toen de chef van de sigarenfabriek „Justus
van Maurik" te Zaandam Zaterdagmorgen om
half acht binnentrad, zag hij dat alles overhoop
gehaald was. Eenige assortimenten sigaren wa
ren ontvreemd.
Het bleek, dat inbrekers zich toegang tót de
fabriek hadden verschaft door uitsnijding van
een ruit. De heeren hebben vervolgens hun
krachten besteed aan de brandkast, doch het is
hun niet gelukt, deze open te krijgen. Wel was
dit het geval met alle schrijfbureau*. Eenig geld
uit de postzegelkas, hetwelk men in een der
bureaux vond, werd meegenomen, terwijl men
zich voor het einde der operatie van eenige
pakken sigaren voorzag. Al met al is de buit
evenwel gering. De politie heeft de zaak in
onderzoek. Ook hebben inbrekers gepoogd hun
slag te slaan bij de N.V. Verffabriek Heyme Vis
en Zoon. Zij werden echter gestoord door een
waker en sloegen op de vlucht.
Ten einde handel en industrie, die ifi hun
betrekkingen met Italië door de sanctiemaat
regelen getroffen zullen worden, zoo nauwkeu
rig mogelijk op de hoogte te stellen van hetgeen
ter zake bepaald -is, heeft het Verbond van
Nederlandsche Werkgevers een brochure gepu
bliceerd, getiteld „Nederland en de Sancties",
met een volledig overzicht van de bevoegdheden
der Nederlandsche Regeering op dit gebied en
de op grond daarvan vastgestelde besluiten. Men
heeft zich daarbij beperkt tot een zakelijke
documentatie, zonder nadere bespreking van
de politieke zijde van het vraagstuk.
Als bijlagen zijn aan de brochure toegevoegd
de volledige tekst van de Uitvoerverbodenwet,
de Sanctiewet en van de Nederlandsche maat
regelen met de uitvoerverboden naar Italië,
het invoerverbod van Italiaansche goederen en
de credietsancties, benevens een opgave van de
leden van den Volkenbond.
Het Verbond van Ned. Werkgevers besluit de
brochure met een slotwoord, waaraan wij het
volgende ontleenen:
„Wij zijn er van overtuigd, dat de offers,
die door het bedrijfsleven in vele landen,
die aan de sancties deelnemen, moeten
worden gebracht, niet gering zullen zijn.
Toch meenen wij, dat Nederland niet anders
kon doen dan eveneens zijn verplichtingen
uit het Volkenbondsverdrag, waartoe het
zich destijds heeft verbonden, na te komen.
Echter mag van onze Regeering verlangd
worden, dat zij nauwkeurig zal toezien, dat
geen andere leden van den Bond zich op
een of andere wijze aan die verplichtingen
weten te onttrekken, waardoor onze handel
de dupe zou worden van onze trouw aan
de verdragsplichten.
De situatie, die door de toepassing van de
sancties is ontstaan, is inderdaad, zooals onze
minister van Buitenlandsche Zaken het uit
drukte, te vergelijken met een oorlogstoestand.
Motieven van hooger orde bewegen hier de
Regeering tot maatregelen, die diep ingrijpen
in het handelsverkeer; bestaande relaties wor
den tijdelijk, misschien zelfs blijvend verbroken.
De schade, die zoodoende voor de toekomstige
ontwikkeling van onzen handel ontstaat is niet
te overzien. Evenmin als in tijden van oorlog
kan thans van de Regeering vergoeding ver
langd worden voor hierdoor in de toekomst door
onzen handel te derven winstmogelijkheden.
Iets anders is echter, of dit standpunt ook
kan worden ingenomen ten aanzien van de ge
volgen der sancties voor reeds bestaande
rechtsverhoudingen, die ten tijde van de in
werkingtreding der sancties nog niet afgewik
keld waren. Het ingrijpen van de overheid kan
hier in bepaalde omstandigheden een zoodanige
hardheid voor den betrokkene verkrijgen, dat
de Regeering zich niet aan een zekere tegemoet
komendheid zal kunnen onttrekken. In het bij
zonder denken wij hier aan de belangen van
onze exporteurs bij het nog niet afbetaalde
clearing-saldo."
De leden van het Noordelijk Verbond van
Sigarenfabrikanten hebben Zaterdag den leden
van den Ned. Sigarenmakers- en Tabaksbe-
werkerbond en van de Ned. Federatie van Si
garenmakers medegedeeld, dat hun per 7 De
cember a.s. de dienstbetrekking wordt opge
zegd. Mochten deze organisaties tijdig de nieu
we loonen aanvaarden, dan zullen de betrokken
fabrikanten hen zoo spoedig mogelijk weer te
werk stellen.
De Gooische benzine-tram Huizen-Bussum is
Zaterdagochtend op het kruispunt Rijksweg-
Hortensiuslaan te Naarden in botsing gekomen
met een vrachtauto, die uit de richting Laren
naderde en geen voorrang wilde verleenen.
De auto, die met steenen geladen was, raak
te het midden van de tram die door 't gewicht
van den vrachtauto en door het remmen met
het achterstel uit de rails werd gelicht.
De materieele schade is aanzienlijk.
De vrachtautobestuurder kreeg slechts lichte
snijwonden. De passagiers van de tram kwamen
met den schrik vrij. Het voorstuk van den vracht
auto werd geheel vernield. Het tramverkeer is
voorloopig stil gelegd; de passagiers voor Huizen
moeten van het station Bussum naar bet
kruispunt loopen.
Zaterdagmorgen is te Kerkrade door tot nog
toe onbekende oorzaak brand uitgebroken in de
limonadefabriek van den heer Heckmans aan
de Julianastraat. Hoewel de brandweer spoedig
ter plaatse was en met drie stralen het vuur
bestreed, kon zij niet verhinderen, dat de fa
briek, welke achter eenige huizen Ingebouwd
was, geheel uitbrandde.
De rondom de fabriek staande woningen kon
den behouden blijven. De schade, die eenige
duizenden gulden bedraagt, wordt slechts laag
door verzekering gedekt.
De Bossche recherche heeft Zaterdag den 42-
jarigen postbeambte T. M. de W. gearresteerd,
die verdacht wordt van diefstal van een enve
loppe, inhoudende tien gulden. De enveloppe
is bij fouilleering op hem bevonden.
W. werd reeds geruimen tijd van het plegen
van dergelijke feiten verdacht. Hij zal ter be
schikking van den officier van justitie worden
gesteld.