Heilsverwachting Bijna 382 duizend werkloozen Nederland en de sancties SLECHTE SITUATIE OP KUNSTZIJDEMARKT Sinterklaas 5 En wat zon Benito nn wel van me en hebbel mij maar ZONDAG 1 DECEMBER 1935 LEEKEPREEKEN Voorstel van de directie der A.K.U. tot belangrijke loonsverlaging Premies verlaagd AMERIKAANSCHE TARWE NAAR ONS LAND? In ruil voor bloembollen naar de V.S. m l) Einde October 1935 Districtsvergadering „St. Christoffel" Kamerlid v.d. Putt over „Ordening" PROF. HUGO VISSCHER Neemt ontslag als Tweede Kamerlid C.A.O. meubelindustrie opgezegd De brandstichting te Veenhuizen Drie en een half jaar geëischt tegen den dader Inbrekers slaan hun slag f2500 buit gemaakt te Alphen a.d. Rijn Te Zaandam mislukt Een brochure van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers Oorlogstoestand De toestand in de sigarenindustrie Leden van de moderne bonden per 7 Dec. ontslagen VRACHTAUTO TEGEN TRAM Hevige botsing te Naarden LIMONADEFABRIEK IN VLAMMEN ONEERLIJK POSTBEAMBTE GEARRESTEERD Meer dan anders trillen dit jaar de sna ren van ons gemoed mee wanneer de Kerk den adventstijd opent met den hartekreet van den koninklijken psalmist: Tot U Heer heb ik mijn ziel opgeheven: mijn God op U vertrouw ik; ik zal niet worden be schaamd! Wij leven in een naargeestigen tijd: 't is som ber om ons heen. Dit geslacht heeft veel' lij den doorgemaakt, veel leed gezien, veel kom mer gedragen. Toch hebben wij den druk nooit zoo zwaar gevoeld als den laatsten tijd; dit is het algemeene oordeel, hetwelk zich niet alleen in woorden en in sombere gezichten uitspreekt, maar ook in overal tastbare moedeloosheid, in stilstand in het zakenleven, in een gebrek aan energie en initiatief. In tegenstelling met de donkere jaren, welke wij sinds het uitbreken van den grooten oorlog doorleefden, is er thans een bittere berusting bij een volslagen gebrek aan perspectief. Toen er dooden vielen konden wij troosten; toen er berichten kwamen van lij ders en duiders in de loopgraven, konden wij liefdesgaven sturen; toen er vrouwen en kin deren vluchtten, konden wij onze huizen en beurzen openen; toen de jeugd in de oorlogs landen verhongerde, konden wij vreemde kin deren als eigene in onze gezinnen opnemen. Tegenover veel lijden en ellende konden wij daden van naastenliefde stellen. En dan: de oorlog mocht wreed en langdurig zijn, er zou na twee, na drie jaren desnoods, een einde aan ko men. Het einde kwam en als dollemannen hebben wij met den vrede gedanst. De weinigen, die voorspelden, dat op ruïnes geen huizen waren te bouwen; dat eerst de puinhoopen grondig en voorzichtig moesten worden opgeruimd en dat dan eerst geleidelijk aan het herstelwerk kon worden begonnen, zij werden niet geloofd. Er werd op zand gebouwd en tien jaar later stortte heel die revolutiebouw ineen. En nu leeft heel de wereld al meer dan zes jaren als in een woestenij; de bestaansbronnen drogen uit; de beschaving zinkt ineen; de jeugd ver wildert; het nieuw opgekomen geslacht mist den zegen van het leven: den arbeid. In de oorlogsjaren heette het: 't kan niet lang duren; nog een weinig geduld en de vrede is weer daar! In den massamoord en in de uitputting voelden wij inderdaad het einde naderen. Maar de economische malaise is als drijfzand: het eene jaar na het andere probeeren wij vooruit te komen en zinken al dieper terug. Troosteloos is voor honderdduizenden het le ven geworden: krachtige mannen, die hun ar men slap laten hangen bij gebrek aan werk; een nieuwe jeugd, aan wie het leven niets te bieden heeft. En wat is jeugd zonder uitzicht, zonder idealen? Wie zal ons verder zeggen hoeveel er door vrouwenharten geleden wordt, door moeders, die dagelijks om de tafel een werkloozen man en werklooze zoons zien zit ten, morrend tegen de maatschappij, morrend tegen een schralen pot? Gelukkig, wie in zulk een tijd het licht van binnen heeft. Zoolang de lamp van het geloof brandt kan er geen wanhoop komen, maar blijft de geestkracht bewaard voor de toch ze ker komende uitkomst. Bijna tastbaar wordt deze waarheid by den aanvang van den ad ventstijd, waarin de Kerk haar kinderen door de donkerste dagen van het jaar heen geleidt naar het stralende licht van de Kerstkribbe, naar den voor allen bereikbaren rijkdom van den Kerstvrede, 't Is de koninklijke zanger, de vurige poëet David, die onze harten aan het trillen brengt met zijn vier en twintigsten psalm: tot U, Heer heb ik mijn ziel verheven, mijn God, op U vertrouw ik, ik zal niet worden beschaamd! Welk een kracht is er in dit geloof begrepen: welk een licht straalt er uit deze hoop! Het moge dan lijken, alsof er geen uit zicht is; alsof bij den triesten einder deze droe ve wereld ophoudt: het oog van het geloof boort door de donkere wolken heen en het hart volgt in geloovend vertrouwen: hoog boven de donke re wolken moet een lieve Vader wonen! Niet enkel zij, die de economische ongunst van deze tijden voelen, moeten steun zoeken in een ,,sursum corda"; ook en vooral diege nen, die gebukt gaan onder het geestelijk lijden van dezen tijd. In veel gevallen zelfs gaan ma- terieele nood en zieledroefheid samen of vloeien uit elkander voort. Maar ook wie nog den zegen van dagelijksehen arbeid geniet, wïe nog voor zich en zijn gezin kan zorgen, wien het licha melijk aan niets ontbreekt, ook hij mist de ware levensvreugde, welke nog voor weinige jaren zijn deel was en waarin duizenden zich met hem verblijdden. De niet oppervlakkige mensch voelt zich in dit tijdsgewricht onbe haaglijk: er hangt iets benauwends in de lucht. Geheel de menschheid maakt een geweldige geestelijke crisis door en niemand kan zeggen, hoe de afloop zal zijn. Deze onzekerheid drukt ter neer, maakt bang en onrustig. De leidende beginselen ontbreken: op poli tiek en maatschappelijk terrein staan tiental len groepen in hopelooze verdeeldheid tegen over elkaar. Op geen enkel gebied is eenheid of samenwerking voor een gemeenschappelijk doel. De crisis, ook de geestelijke, wordt door niemand ontkend. Maar de oplossing zoekt men in duizenderlei richting. Er is een crisis van ge zag: men spreekt eenerzijds van de noodzake lijkheid om de jeugd vrij te laten en zich te laten uitleven; de meest ongebonden vrijheid is de leus van tal van voorlichters; anderen zoe ken het medicijn in de meest krasse onder drukking der persoonlijkheid en een concen tratie van alle gezag, grenzend aan tyrannie. Tusschen bandelooze vrijheid en slafelijke ge bondenheid ligt een gansche reeks van leuzen en eischen. Er is een crisis van het huwelijk en er is een sexueele crisis. Na Adam's val hebben de vlee- schelijke hartstochten altijd een zeer grooten invloed in het menschelijk leven en in heel de maatschappij gehad. Maar ontucht was ontucht en echtbreuk was echtbreuk. Onze samenleving echter maakt de meest ergerlijke zonden tot problemen en stelt allerlei theorieën op, om de zonde tot een willekeurige daad en zelfs tot een noodzakelijke behoefte te maken. Er is een crisis van godsdienstig denken. Nimmer misschien waren er zooveel Godzoe kers als in dezen tijd, nu het geslacht, voort gekomen uit de school zonder God en het gezin zonder God volossen is geworden; nü er tien duizenden zonder kennis van bijbel en over levering met een leege ziel rondloopen, onbe vredigd tegenover een wereld, waarin alleen de materie een rol speelt. Tegenover die duizenden zoekers staan er echter meerdere duizendtallen onverschilligen, godloochenaars en godhaters. Geen tijd heeft een zóó directe en getolereerde godloozenpropaganda gekend als de onze. Wie een wereldkaart opslaat en een blik werpt op het terrein waarop ,,Unie van sovjetrepublie ken" staat gedrukt; wie met één oogopslag dit gebied als één zesde van de bewoonde wereld meet, die huivert bij de gedachte hoe in zuil: een onmetelijk werelddeel de naam van den Allerhoogste officieel wordt onderdrukt en bespot en met geweld uit de harten van de jeugd wordt gerukt. Mocht althans van het overblijvende deel kunnen worden getuigd: daar brandt het Godsgeloof helder in de har ten en hoofden van de overige millioenen aard bewoners! Maar wij weten helaas, dat ook daar de godsdienstige crisis hetzij in bruut materia lisme, hetzij in onverschilligheid of Godsver achting hevig wtedt. Bij dit alles komen de onvrede, de geladenheid der atmosfeer met oorlogsgeruchten, de heb zucht en hoogmoed der heerschers en de haat en wraakgevoelens der volkeren onderling, waaraan de nijd en afgunst van de afzonder lijke leden der samenleving moeten worden toegevoegd, die elkander een plaatsje onder de zon betwisten. Dat alles bijeen voedt het onbehagen in de ziel van den niet oppervlakkigen mensch. Ge lukkig, wanneer hij met de Kerk den advents tijd ingaat en op David's roep zijn ziel tot God verheft met geloof en vertrouwen; wanneer hij met den koninklijken profeet ondanks alles zijn heil van zijn Schepper verwacht en vol over tuiging bidden kan: ik zal niet beschaamd worden! „Laat mijn vijanden mij niet uitla chen" smeekte David tot zijn Heer. En iedere geloovige christen zegt dit den profeet na. De waanwijzen, de materialisten, de stofaanbid ders, de nieuwlichters, de uitvinders van proef- huwelijken en vrije liefde, de staatsvergoders en onderdrukkers van de persoonlijkheid, zij mo gen de Godzoekers en Godsvereerders, de ne- aerigen en ootmoedigen van harte belachen: de geschiedenis van alle eeuwen staat er borg voor, dat de lachers zelfs in deze wereld reeds hun smadelijk einde vinden. „Want allen zingt David tot zijnen en onzen Heer die U verwachten, zij zullen niet beschaamd vtorden." LIBRA De Directie van de Algemeene Kunstzijde Unie te Arnhem deelt mede, dat zij op 26 November j.l. een schrijven aan de verschillen de vakbonden heeft gericht, waarin zij bekend maakt dat de verhoudingen op de kunstzijde- markt bij voortduring buitengewoon slecht blij ven. Zij acht dezen toestand zelfs van dien aard, dat zij het bestaan van deze onderne mingen bedreigt acht, indien zij geen middelen weet te vinden om op korten termijn een finan cieel evenwicht tot stand te brengen. Zij staat voor het vraagstuk, op korten termijn een belangrijke kostenvermindering te bewerken en zij kan deze slechts berei ken ten koste van het loon van de werk lieden. De directie stelt voor, zoowel de indi- vidueele loonen als de in bijlage B. van het contract genoemde minimum-loonen te ver lagen en wel voor de geschoolde en ge oefende vaklieden met vijftien procent. Voor alle andere arbeiders en arbeidsters met tien procent. Voor de premies, genoemd in bijlage C., zal een nieuwe schaal noodig zijn, waardoor het be drag dezer premies eveneens met tien procent verminderd wordt. De directie is zich bewust, dat zij hiermede van het personeel een zeer zwaar offer vraagt, maar vertrouwt, dat de arbeiders de noodzake lijkheid van dit offer zullen inzien en zullen willen medewerken om het bestaan van de on dernemingen te helpen verdedigen. Overeenkomstig artikel 12 van onze overeen komst noodigt de directie de bonden uit, te onderhandelen over bovenstaand voorstel. Voor de goede orde wijst zij er op, dat, overeenkom stig de laatste alinea van artikel 12, bij onver hoopte niet-overeenstemming onze overeenkomst ontbonden zou zijn, drie maanden na dagteeke- ning van dit schrijven, dus op 26 Februari 1936. De aandacht wordt er op gevestigd, dat het hier niet alleen de fabriek in Ede, doch ook die in Arnhem betreft. Als uitvloeisel van de besprekingen over han- öelsaangelegenheden tusschen de Vereenigde Staten en Nederland te Washington zal, volgens het Handelsblad, het invoerrecht op Ameri- kaansche tarwebloem hier te lande sterk wor den verlaagd. By de besprekingen tusschen de handels-de legaties is gebleken, dat de Ver. Staten alleen concessies wilden toestaan aan den invoer van bloembollen en anderen agrarischen import uit Nederland in ruil voor mogelijkheden voor den Amerikaanschen import van tarwebloem. Hoewel het cijfer nog niet volkomen vast staat, is het vrijwel zeker, dat het invoerrecht op Amerikaansche bloem zal worden verlaagd van 7 tot ongeveer 5.50, met 1.50 dus. De Amerikaansche bloem zou dan in zoo danige prijsverhouding komen te staan, dat andere buitenlandsche variëteiten niet meer be geerd zouden worden en zou haar oude plaats herkrijgen. Alleen het Landbouwcrisisfonds zal een offer moeten brengen. Het Centraal Bureau voorde Statistiek ver strekt de volgende cijfers betreffende het aan tal geheel werkloozen, bij alle organen der open bare arbeidsbemiddeling als werkzoekende inge schreven. Hierbij zij opgemerkt, dat niet alle werkloozen in Nederland zich als werkzoekende bij de openbare arbeidsbemiddeling laten in schrijven. Aantal werkloozen op het einde van Oct.'35 Oct.'34 Sept.'35 Mannen 18 jaar en ouder 350.211 304.758 335.792 jonger dan 18 Jaar. 13.695 9.854 13.214 363.906 314.612 349.006 Vrouwen 18 jaar en ouder 12.012 9.957 11.208 jonger dan 18 jaar.. 6.018 4.357 5.831 18.030 14.314 17.039 Algemeen totaal 381.936 328.926 366.045 In een districtsvergadering welke de R.K. Ver- eeniging van Handelsreizigers en agenten Za terdagmiddag in hotel „De Pool" te Amsterdam heeft gehouden, hield de heer H. v. d. Putt, lid der Tweede Kamer, een inleiding over het or- deningsvraagstuk, dit in verband met een door hem ontworpen plan van Ordening voor de ta baksbranche. Bij ontstentenis, van den plaatselijken en al- gemeenen voorzitter leidde de heer C. Bekkering de bijeenkomst, spreker en onderwerp met een enkel woord bij de vergadering introduceerend. Hij verwelkomde voorts den nieuwen algemee- nen adviseur Pater Woerdeman O.E.S.A., die zich vervolgens met enkele hartelijke woorden tot de vergadering richtte en de aanwezigen aanspoorde in dezen moeilijken tijd op God te blijven vertrouwen en sterk te blijven in het geloof, dat zij zoo vaak tegenover anderen heb ben te verdedigen. Daarna was het woord aan den heer v. d. Putt tot het toelichten van het door hem ont worpen ordeningsplan. In de nieuwe maat schappij, waar wij heen willen moet men niet een overwinning van de crisis zien, dan had de ordening eerder en internationaal moeten zijn doorgevoerd. Hoogstens kan zij ons onmiddellijk een beter begrip van de verhoudingen en nationaal een vermindering van moeilijkheden brengen. De bedrijfsraden hebben tot nu toe nog vrij wel geen beteekenis verworven, hetgeen te wij ten is aan een fout in den opzet. Zij moesten minstens zijn een bemiddelend en rechtspre kend instituut, en zijn zij niet meer dan een doublure van een reeds bestaand contact tus schen werkgevers en werknemers. De bedrijfsraad blijve een advies-college en het zal niet veel beteekenis hebben hem verder uit te bouwen. Ordening beteekent de erkenning van leiding en het aanvaarden van arbitrage. De aanhan gers van de democratie zijn in een verdedigende positie gedrongen, hetgeen menigeen zich niet voldoende bewust is. De standen moeten naar elkaar toe groeien en dit kan niet anders dan in een langzaam maar geregeld tempo geschieden. Er is nog te veel dat naast de organisatiès is opgebouwd en te weinig vooral ook wat de uit voering v an bepaalde maatregelen betreft wordt aan de organisatie overgelaten. Naast een socialen bedrijfsraad past naar spr.s meening een economische bedrijfsraad, welke in een algemeenen bedrijfsraad waaraan verordenende bevoegdheid behoort te worden toegekend, zouden moeten worden vereenigd. Een dergelijke vorm is alleen mogelijk in be drijven, waar reeds jaren lang een kern van samenwerking is; oplegging van bovenaf zou tot niets leiden. Alle centrales zouden afgevaardigden krijgen in den economischen raad, die een soort eco nomisch parlement zijn zou. Door de wet op de verbindendverklaring van ondernemersovereenkomsten kan alles zonder wetswijziging worden geregeld. De tusschen ge- organiseerden gesloten contracten zouden ook geldend moeten zijn voor ongeorganiseerden. De vestiglngseisch zou ook voor het onderne merscontract geregeld kunnen worden door te bepalen dat zekere nieuwe zaken niet zullen worden bezocht. Erkenning van de arbeidersorganisaties zal niet te ontberen zijn en hun medewerking zal van onderen af moeten beginnen, zoodat zij er niet voor worden gesteld iets te behoeven aan vaarden of verwerpen dat ook geheel, zonder hen, is voorbereid en gereedgemaakt. Van de politieke ordening wil spr. geheel afblijven, want aan een economischen raad kan men moeilijk zaken opleggen die Justitie, Fi nanciën en Landbouw betreffen. Voor den an deren kant voert het politieke parlement op het oogenblik veel te veel maatregelen uit, die tot de competentie van de belanghebbenden be- hooren. Alleen door hechte samenwerking is een be tere, een gelukkiger maatschappij te bereiken, maar dan zullen de organisaties, die groot en sterk zijn naar buiten zich ook in de diepte, in de hechtheid van de geloofsovertuiging ha- rer leden sterk moeten maken. Op de inleiding van den heer v. d. Putt volg de daarna een geanimeerde gedachtenwisse- ling. Naar we vernemen, heeft prof. dr. Hugo Vis- scher ontslag genomen als lid van de Tweede Kamer. Zijn opvolger op de a.-r. lijst is mr. G. van Baren, burgemeester van Delft en lid der Prov Staten van Zuid-Holland. De werkgevers in de meubelindustrie en be- hangerjj hebben aan de arbeidersorganisaties meegedeeld, dat zij het bestaande contract, dat op 1 Maart 1936 afloopt, niet ongewijzigd wen- schen voort te zetten. J. G. A. Sch., verpleegde te Veenhuizen, thans gedetineerd, stond terecht voor de Rechtbank te Assen wegens brandstichting in één der zalen van de Rijkswerkinrichting te Veenhuizen, ge pleegd op 27 October. Verd. had deze daad gepleegd, omdat hij, zoo lang hij in Veenhuizen was, steeds kamerwacht had en hij niet langer tegen dat alleen zijn kon. Getuige, de zaalopziener G. Smit, bevestigde een en ander en verklaarde, dat er gevaar voor de gebouwen had bestaan. Gelukkig was de brand spoedig gebluscht. De Officier van Justitie eischte drie jaar en zes maanden gevangenisstraf. Uitspraak over 14 dagen. Zaterdagnacht hebben leden van het inbre kersgilde te Alphen aan den Rijn een goeden slag geslagen en f 2500 buit gemaakt. Des morgens bemerkte een dienstmeisje, dat de deur, welke van de woning van den procu ratiehouder van de N.V. Dakpannen- en Klei- warenfabriek v/h D. v. Oordt en Co. aan den Woubrugscheweg alhier, toegang geeft tot het kantoor der firma, open stond. Een onmiddellijk ingesteld onderzoek bracht aan het licht, dat inbrekers zich toegang had den weten te verschaffen tot het kantoor. Door middel van een valschen sleutel bleek een poort geopend te zijn en nadat men een raam had verwijderd en een tusschendeur had geforceerd, was men binnengedrongen in het vertrek, waar zich de brandkast bevond. De dieven hebben een gat in de brandkastdeur geboord, waarna zij den schotel konden verwijderen. Een bedrag van f 2500, welk bedrag gereed lag voor het uit betalen der loonen, hebben zij buit gemaakt. Toen de chef van de sigarenfabriek „Justus van Maurik" te Zaandam Zaterdagmorgen om half acht binnentrad, zag hij dat alles overhoop gehaald was. Eenige assortimenten sigaren wa ren ontvreemd. Het bleek, dat inbrekers zich toegang tót de fabriek hadden verschaft door uitsnijding van een ruit. De heeren hebben vervolgens hun krachten besteed aan de brandkast, doch het is hun niet gelukt, deze open te krijgen. Wel was dit het geval met alle schrijfbureau*. Eenig geld uit de postzegelkas, hetwelk men in een der bureaux vond, werd meegenomen, terwijl men zich voor het einde der operatie van eenige pakken sigaren voorzag. Al met al is de buit evenwel gering. De politie heeft de zaak in onderzoek. Ook hebben inbrekers gepoogd hun slag te slaan bij de N.V. Verffabriek Heyme Vis en Zoon. Zij werden echter gestoord door een waker en sloegen op de vlucht. Ten einde handel en industrie, die ifi hun betrekkingen met Italië door de sanctiemaat regelen getroffen zullen worden, zoo nauwkeu rig mogelijk op de hoogte te stellen van hetgeen ter zake bepaald -is, heeft het Verbond van Nederlandsche Werkgevers een brochure gepu bliceerd, getiteld „Nederland en de Sancties", met een volledig overzicht van de bevoegdheden der Nederlandsche Regeering op dit gebied en de op grond daarvan vastgestelde besluiten. Men heeft zich daarbij beperkt tot een zakelijke documentatie, zonder nadere bespreking van de politieke zijde van het vraagstuk. Als bijlagen zijn aan de brochure toegevoegd de volledige tekst van de Uitvoerverbodenwet, de Sanctiewet en van de Nederlandsche maat regelen met de uitvoerverboden naar Italië, het invoerverbod van Italiaansche goederen en de credietsancties, benevens een opgave van de leden van den Volkenbond. Het Verbond van Ned. Werkgevers besluit de brochure met een slotwoord, waaraan wij het volgende ontleenen: „Wij zijn er van overtuigd, dat de offers, die door het bedrijfsleven in vele landen, die aan de sancties deelnemen, moeten worden gebracht, niet gering zullen zijn. Toch meenen wij, dat Nederland niet anders kon doen dan eveneens zijn verplichtingen uit het Volkenbondsverdrag, waartoe het zich destijds heeft verbonden, na te komen. Echter mag van onze Regeering verlangd worden, dat zij nauwkeurig zal toezien, dat geen andere leden van den Bond zich op een of andere wijze aan die verplichtingen weten te onttrekken, waardoor onze handel de dupe zou worden van onze trouw aan de verdragsplichten. De situatie, die door de toepassing van de sancties is ontstaan, is inderdaad, zooals onze minister van Buitenlandsche Zaken het uit drukte, te vergelijken met een oorlogstoestand. Motieven van hooger orde bewegen hier de Regeering tot maatregelen, die diep ingrijpen in het handelsverkeer; bestaande relaties wor den tijdelijk, misschien zelfs blijvend verbroken. De schade, die zoodoende voor de toekomstige ontwikkeling van onzen handel ontstaat is niet te overzien. Evenmin als in tijden van oorlog kan thans van de Regeering vergoeding ver langd worden voor hierdoor in de toekomst door onzen handel te derven winstmogelijkheden. Iets anders is echter, of dit standpunt ook kan worden ingenomen ten aanzien van de ge volgen der sancties voor reeds bestaande rechtsverhoudingen, die ten tijde van de in werkingtreding der sancties nog niet afgewik keld waren. Het ingrijpen van de overheid kan hier in bepaalde omstandigheden een zoodanige hardheid voor den betrokkene verkrijgen, dat de Regeering zich niet aan een zekere tegemoet komendheid zal kunnen onttrekken. In het bij zonder denken wij hier aan de belangen van onze exporteurs bij het nog niet afbetaalde clearing-saldo." De leden van het Noordelijk Verbond van Sigarenfabrikanten hebben Zaterdag den leden van den Ned. Sigarenmakers- en Tabaksbe- werkerbond en van de Ned. Federatie van Si garenmakers medegedeeld, dat hun per 7 De cember a.s. de dienstbetrekking wordt opge zegd. Mochten deze organisaties tijdig de nieu we loonen aanvaarden, dan zullen de betrokken fabrikanten hen zoo spoedig mogelijk weer te werk stellen. De Gooische benzine-tram Huizen-Bussum is Zaterdagochtend op het kruispunt Rijksweg- Hortensiuslaan te Naarden in botsing gekomen met een vrachtauto, die uit de richting Laren naderde en geen voorrang wilde verleenen. De auto, die met steenen geladen was, raak te het midden van de tram die door 't gewicht van den vrachtauto en door het remmen met het achterstel uit de rails werd gelicht. De materieele schade is aanzienlijk. De vrachtautobestuurder kreeg slechts lichte snijwonden. De passagiers van de tram kwamen met den schrik vrij. Het voorstuk van den vracht auto werd geheel vernield. Het tramverkeer is voorloopig stil gelegd; de passagiers voor Huizen moeten van het station Bussum naar bet kruispunt loopen. Zaterdagmorgen is te Kerkrade door tot nog toe onbekende oorzaak brand uitgebroken in de limonadefabriek van den heer Heckmans aan de Julianastraat. Hoewel de brandweer spoedig ter plaatse was en met drie stralen het vuur bestreed, kon zij niet verhinderen, dat de fa briek, welke achter eenige huizen Ingebouwd was, geheel uitbrandde. De rondom de fabriek staande woningen kon den behouden blijven. De schade, die eenige duizenden gulden bedraagt, wordt slechts laag door verzekering gedekt. De Bossche recherche heeft Zaterdag den 42- jarigen postbeambte T. M. de W. gearresteerd, die verdacht wordt van diefstal van een enve loppe, inhoudende tien gulden. De enveloppe is bij fouilleering op hem bevonden. W. werd reeds geruimen tijd van het plegen van dergelijke feiten verdacht. Hij zal ter be schikking van den officier van justitie worden gesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5