Weer
een schip bij Egmond gestrand
1
X
k:
t;
Werkt Uw stamboomen uit;
zoekt aansluiting!"
J utter bemerkte de
noodsignalen
Koning George toont ruggegraat
goed helpend
goed smakend
GR00TE FABRIEKSBRAND
TE ALPHEN a.d. RIJN
VOLLEDIGE AMNESTIE
ADVIES VAN DE ERVEN
NEELTJE PATER
MAANDAG 2 DECEMBER 1935
Kranige redding
De kranige bemanning der red
dingsboot haalde bij noodweer
de vijf opvarenden van
boord
Een onderhoud met den
kapitein
De kapitein vertelt
De geredde bemanning
INBRAAK IN KANTOOR DER
SPOORWEGEN
15.000 a f 16.000 gestolen
Kerkinbraak te Zeerijp
Het geheele gebouwencomplex in
de asch gelegd
Kondylis weggeridderd
De dood langs den weg
Leeren chauffeeren ten koste van
een menschenleven
HMNDAG
li*
DECEMBER
J J /I4&j&uzr
Op de Bank of England zou nog
negen millioen pond voor
hen staan
Vereeniging opgericht
Reek afgezworen
Wel 50 Neeltjes?
DOOD IN TREIN GEVONDEN
Vreeselijke ontdekking van
conducteur
INBRAAK TE LEIMUIDEN
Vier verdachten te Aalsmeer
gearresteerd
Autobus bekneld geraakt
De Koningin ontvangt gouverneur
Kielstra
Voor de tweede maal binnen kor
ten tijd heeft een hevige storm bij
Egmond aan Zee een stranding
veroorzaakt. Het was thans de be
manning van het kustvaartuig
,,Jos Maria", die met moeilijk
heden te kampen kreeg en eenige
spannende uren meemaakte.
De „Jos Maria" is een motorjacht van 230
ton, eigendom van E. Pleurbaay, die tevens
de kapitein is. Het schip was met een lading
van 200 ton stijfsel van Zaandam vertrokken
en Zaterdagmiddag te 4 uur IJmuiden gepas
seerd. Zaterdagavond om elf uur begonnen de
eerste moeilijkheden. De motor geraakte de
fect en alle pogingen om het defect te repa-
reeren bleven zonder resultaat. Ten slotte
heeft de kapitein dien nacht te 2 uur be
sloten voor anker te gaan. Het schip lag toen
tusschen IJmuiden en Egmond.
Het weer werd in den loop van den Zon
dag steeds ongunstiger. Een felle wind woei
uit het Zuid-Westen, die in den avond de
kracht van een storm aannam. Bij één der
hevige vlagen raakte het vaartuig los en dreef
hulpeloos af. De bemanning, die uit vijf kop
pen bestond, kon niets uitrichten in deze
omstandigheden en had af te wachten wat
er zou gebeuren. Om half twee Maandag
ochtend liep het schip op de banken, 2% K.M.
ten Zuiden van Egmond aan Zee.
De kapitein gaf onmiddellijk een noodsein
met het knalsignaal, doch op de kust werd
dit niet opgemerkt. Toen liet hij drie vuur
pijlen afschieten. Deze werden door een in
woner van Egmond gezien. Terstond werd de
bemanning van de reddingsboot gewaar
schuwd, die zich terstond gereed maakte hulp
te verleenen.
Om 2 uur werd de reddingsboot uitge
bracht en de tocht naar de plaats des on-
heils aangevangen. Tegen drie uur kwam de
boot langszij van het gestrande motor
jacht. Er stond toen nog zeven voet water,
zoodat het langszij komen met betrekkelijk
weinig moeilijkheden gepaard ging. De be
manning stond op het achterschip gereed
en kon goed overstappen.
Tegen vier uur zag de kranige bemanning
van de reddingsboot haar pogen beloond,
doordat de opvarenden van het gestrande
schip veilig te Egmond aan wal werden ge
zet. De geredden, die van de doorgestane
emoties zeer vermoeid waren, werden in
café „De Boei" binnengebracht.
w V-
De geredde opvarenden van de ,Jos Maria" en de bemanning van de Egmondsche
reddingsboot, in de g.elag kamer van café „De Boei"
Omtrent de stranding van de „Jos Maria"
wordt ons nog uit Egmond aan Zee gemeld:
Voor de derde maal binnen weinige weken is
een schip op de Egmondsche kust gestrana. Het
is zooals reeds gemeld het 230 ton meten
de motorvrachtschip de „Jos Maria", eigenaar
de kapitein H. Fleurbaay uit Schiedam. De uit
vijf koppen bestaande bemanning is door de
Egmondsche roeireddingsboot gered. Of het
schip als verloren moet worden beschouwd,
staat nog niet vast.
Nauwelijks is Egmond bekomen van den
schrik van de stranding van de „Kerkplein" en
„Drente", of opnieuw heeft de storm een schip
op de kust geworpen.
Het is Maandagnacht half drie. Stil en ver
laten liggen de straten van Egmond aan Zee in
het schijnsel der lantaarns. We ontmoeten nie
mand op onzen weg naar het strand, alles
slaapt. Maar reeds zijn de roeiers van de red
dingsboot gewaarschuwd en komen zij aange
sneld. Er is weer een schip in nood!
Een strandjutter heeft een noodsignaal op
gevangen, 2 K.M. ten Zuiden van Egmond. Hij
spoedde zich naar het dorp om hulp en nog
geen uur later is de reddingsboot reeds onder
weg. Spookachtige schimmen bewegen zich over
het strand. De paarden trekken de reddings
boot, de bemanning spoedt zich er achter aan.
De storm buldert uit het Zuid-Westen, de regen
valt bij stroomen. Daar klieft een bliksem
schicht de lucht, om het geheel nog spookach-
tiger te maken. De donder ratelt. Met eentonige
regelmaat werpt de vuurtoren zijn schijnsel op
de woeste zee.
Als de boot ter hoogte van het schip is ge
komen, wordt met vereende krachten de boot in
zee gebracht. Tot aan zijn borst loopt Jozef
van der Pol in het kokende water om zijn paar
den aan te zetten. Het weinige publiek helpt
mee en zeer spoedig is de boot vlot en zet schip
per Jan van der Plas, die onderweg reeds een
lichtsignaal gaf, dath hulp in aantocht was,
koers naar het schip.
Wat een geluk dat het zoeklicht uit Petten
thans te Egmond gestationneerd is! Fel be
schijnt zijn lichtbundel de reddingsboot. Op het
achterschip van de „Jos Maria" ziet men de be
manning, de zwemvesten bij de hand, gereed
staan. Daar ligt de reddingsboot reeds langszij,
een lijn wordt uitgeworpen en als de boot vast
ligt, springt de bemanning in de reddingboot.
Even appèl! Ja, allen zijn gered. Het kost nog al
moeite om de boot, die door de woeste zee,
welke over de „Jos Maria" heen slaat en de be
manning in de reddingsboot bedelft, vastgezogen
wordt tegen het schip, los te krijgen. Maar het
lukt. en weldra hebben de stoere Egmondsche
redders de aan de zee ontrukte prooi veilig
aan wal gebracht.
Weer is het reünie in café „De Boei", nog be
kend door de vorige strandingen. Weer dragen
de eigenaar P. van der Pol met vrouw en doch
ter dampende koppen koffie en heeten cognac
grog aan. Sigaretten worden rondgedeeld. Glun
der warmt de bemanning zich om de warme
kachel.
Kapitein Fleurbaay vertelde ons van de ramp
spoedige reis. De „Jos Maria" was Zaterdag
middag met een lading stijfsel van Zaandam
vertrokken met bestemming naar Rochester,
waar hij Maandagmorgen hoopte aan te komen.
Omstreeks vier uur Zaterdagmiddag passeerde
hij IJmuiden. Alles was wel. Zaterdagavond!
omstreeks elf uur geraakte door het ontzettend
slechte weer de motor defect. „De motor liep op
één been," zooals de kapitein het uitdrukte, op
één cylinder. Hij had te weinig kracht om de
schroef te trekken. Voortdurend is toen ge
tracht den motor weer op gang te krijgen met
behulp van de luchtpomp. Ook deze weigerde
echter. Tenslotte gaf de motor geheel op. Men
was toen nog 20 mijl uit de kust, ongeveer half
weg tusschen IJmuiden en Egmond. Intusschen
was het Zondagmiddag 3 uur geworden. Besloten
werd de ankers te presenteeren. Aanvankelijk
gelukte dit wel. De storm nam evenwel in he
vigheid toe en draaide naar het Zuid-Westen.
Toen begonnen de ankers mee te krabben en
dreef de „Jos Maria" dichter naar de Egmond
sche kust. Nog dacht men niet aan gevaar. Als
de storm bedaarde, zou de motor nagezien wor
den en de reis naar Rochester worden voortge
zet. Maar in den loop van Maandagnacht werd de
toestand steeds kritieker. Om half twee sloeg
het schip, vermoedelijk doordat de ankers ge
broken waren, op de zandbanken.
De kapitein liet noodseinen geven. Een knal-
signaal werd door niemand opgemerkt. Toen
werden drie vuurpijlen afgeschoten, die ten slotte
opgemerkt werden door W. Sander, die in de
buurt aan het strandjutten was. Deze gaf met
zijn lichten een sein, dat hij de noodsignalen
begrepen had en snelde naar het dorp om hulp
te halen.
De bemanning bestaat, behalve uit kapitein
Fleurbaay, uit D. Zwama, stuurman, Leeuwar
den, B. van de Peet, machinist, Rotterdam, H.
Geval, matroos, Amsterdam en F. R. Rijpsma,
kok, Amsterdam.
De „Jos Maria" ligt thans precies evenwijdig
aan het strand met den kop naar IJmuiden.
Het schip maakt geen water.
De „Jos Maria" is voors f 35000 bij Lloyd
verzekerd. Ook de lading stijfsel, toebehooren-
de aan de „Bijenkorf" te Zaandam, is verze
kerd.
De „Jos Maria" had radio aan boord, doch
alleen een ontvangtoestel, zoodat geen seinen
gegeven konden worden. Het was een geluk,
dat de noodseinen door een strandjutter werden
opgemerkt. Anders zou de opheffing van de
kustwacht misschien ernstige gevolgen gehad
hebben, want met het opkomende water on
geveer half zeven was het hoog water zou de
positie der bemanning steeds kritieker gewor
den zijn.
De reddingsboot was bemand met J. van der
Plas, schipper; T. C. van Pel, Alb. Gul, G. ten
Bruggencate, W. en D. Dekker, Cor Wijker, Arie
Wijker, Arie Wijker Hzn„ Joh. Wijker, N. de
Graaff, P. de Zwart en Alb. Dekker.
Dank zij hun kranig optreden is deze stran
ding weder verloopen, zonder dat menschen-
levens te betreuren zijn.
Vermoedelijk in den nacht van Zaterdag op
Zondag is ingebroken in het kantoor van de
ambtenaren van het bestelgoederenbureau der
Nederlandsche Spoorwegen aan den Stations
weg te Leeuwarden. Met een valschen sleutel is
de brandkast opengemaakt, waarna de dieven
den inhoud ten bedrage van f 15.000 a f 16.000
hebben medegenomen.
De gepensionneerden, die hedenochtend hun
pensioen in ontvangst zouden nemen, moeten
thans tot morgen op de uitbetaling wachten.
Van de dieven heeft men geen spoor kunnen
ontdekken. De politie stelt een uitgebreid on
derzoek in.
Zondagnacht hebben ongenoode gasten een
bezoek gebracht aan de Ned. Herv. Kerk te
Zeeryp. De inbrekers zijn door de achterdeur,
welke geforceerd is, naar binnen gekomen. Zij
hebben de offerblokken gelicht, waaruit een
bedrag aan geld is ontvreemd. Hoe groot dit is
staat nog niet vast.
Tot nog toe ontbreekt van de daders elk
spoor.
vit.
Een felle brand heeft in den afgeloopen
nacht te Alphen a. d. Rijn het kantoor en
het fabrieksgebouw van de N.V. Rhenania,
fabriek van geasphalteerde gas- en water
leidingbuizen in de asch gelegd.
Te ongeveer half twee bemerkte de restau
ratiehouder van het station te Alphen a. d.
Rijn, dat er in het ketelhuis van de fabriek,
hetwelk op een terrein naast de spoorlijn is ge
legen, brand was uitgebroken. Nog voor hij de
brandweer kon waarschuwen, was deze reeds
ter plaatse, daar op het terrein van de gasfa
briek, waar de brandspuiten gestationneerd zijn,
de brand eveneens was opgemerkt.
Hoewel men onmiddellijk met de beide mo
torspuiten uitrukte, stond men reeds van het
eerste oogenblik af machteloos tegenover de
vuurzee, die, aangewakkerd door den hevigen
Noordwester storm, zoowel het fabrieks- als he^
kantoorgebouw, welke beide geheel uit hout
zijn cpgetrokken, in lichter laaie zette. Boven
dien vond het vuur gretig voedsel in een groote
hoeveelheid teer en afval, welke in de lood^r
waren opgeslagen en die door den hevigen wind
tientallen meters ver werden weggeslingerd.
Een ware vonkenregen was oorzaak, dat niet
tegenstaande het slechte weer, honderden
nieuwsgierigen naar het terrein van den brand
gingen. Een gelukkige omstandigheid was, dat
de gebouwen buiten de bebouwde kom liggen,
daar anders bij den heerschenden storm uitbrei
ding van den brand zeker niet te voorkomen
zou zijn geweest. Nu dreigde slechts een oogen
blik gevaar voor een nabij gelegen boerderij,
welk gevaar evenwel kon worden afgewend.
Hoewel door de brandweer volop water werd ge
geven, kon men niet voorkomen, dat het ge
heele gebouw tot den grond toe afbrandde. Niets
is gered.
Omtrent de oorzaak vernemen wij, dat deze
vermoedelijk moet worden gezocht in het feit,
dat een plaatsvervangend stoker, die Zondag
avond om tien uur den stoomketel heeft aange
maakt, vermoedelijk wat te hard heeft ge
stookt, hoewel het ook mogelijk is, dat door
den storm het vuur in den ketel feller dan ge
woonlijk is gaan branden.
Hoewel het bedrijf door een en ander uiter
aard stagnatie zal ondervinden, zullen de leve
ranties gewoon voortgang kunnen hebben, daar
de voorraad buiten de fabriek was opgeslagen.
Deken Th. Knuvelder verricht de absoute bij de teraardebestelling van den heer
Vinkesteijn op de R. K. Begraafplaats te Utrecht
In het algemeen geldt de stelregel, dat het
geen aanbeveling verdient een eenmaal ont
slagene weder in dienst te nemen. Immers
de eenmaal ontslagene kan door een weder -
indienststelling licht de pretentie krijgen van
onmisbaar of onvervangbaar te zijn en in de
verleiding komen wraak te zoeken voor de al
tijd onaangename ervaring van een gedwongen
ontslag. Zoowel het een als het ander werkt
gewoonlijk niet bevorderend op zijn prestaties.
Deze ongewenschte, maar begrijpelijke psycho
logische reacties plegen zich voor te doen zoo
wel bij dagmeisjes, kantoorklerkenals zelfs
bij vorsten. Slechts zelden weet een weer in
dienst genomene zich boven het niveau van
deze kleine en daarom juist zoo veelvuldig
voorkomende menschelijkheid uit te Werken.
Niettemin hebben de Grieken met hun laatste
koningen herhaaldelijk deze ietwat riskante
proef genomen. Koning Konstantijn werd af
gedankt en teruggeroepen en weer weggejaagd
en zijn zoon George is op weg het voetspoor
van zijn vader, althans in dit opzicht, te volgen.
Na een korte regeeringsperiode moest hij het
land verlaten, omdat de republiek werd uitge
roepen, maar thans is hij uit zijn jarenlange
ballingschap gehaald om weer plaats te nemen
op den voorvaderlijken troon, die zoolang heeft
leeg gestaan. Koning George, die nooit officieel
afstand had gedaan van den troon, was er niet
bijster op gebrand om zich bloot te stellen aan
de zorgen en de risico's van het koningschap
over een volk, dat in politieke wispelturigheid
nauwelijks zijns gelijke in Europa vindt. Niet
temin heeft hij gemeend aan zijn familietradi
tie verplicht te zijn geweest aan de roepstem
van zijn „geliefde volk" gehoor te geven en het
niet onaangename leven van vorstelijk particulier
te Londen te moeten verwisselen met het of-
ficieele en weinig aantrekkelijke van officieel
monarch in een land, dat door partijzucht en
persoonlijke ambities van politici verdeeld en
gedompeld in economische ellende voor alles
een sterke en boven de partijen staande, de
felle tegenstellingen verzoenende figuur hoog-
noodig heeft om weer tot rust en welvaart te
kunnen komen.
V
oen na de mislukte revolutie der Venize-
listen, die beweerden voor het behoud
van de republiek te strijden, maar in
werkelijkheid voor het herstel van de per
soonlijke macht van den w'itten leeuw van
Kreta vochten, de monarchisten begonnen aan
te dringen op een restauratie, stelde Koning
George den eisch, dat het Grieksche volk zich
in meerderheid en door middel van een vol
komen vrij referendum vóór het koningschap
zou moeten uitspreken, alvorens hij er toe zou
overgaan den eens verlaten troon weer te be
stijgen. De monarchisten onder leiding van ge
neraal Kondylis, die van verwoed republikein
op slag tot niet minder verwoed monarchist
geëvolueerd was, verzetten echter, vóórdat het
volksreferendum werd gehouden, de wet. De
regeering Tsaldaris, die stipt aan het konink
lijk verlangen wenschte te voldoen, werd opzij
gedrongen. De nationale vergadering herstelde
de constitutie van de monarchie, generaal Kon
dylis bombardeerde zichzelf tot koninklijk re-
.gent en bij de voorbereidende campagne en het
volksreferendum zelf werden de republikeinen
en Venizelisten door dwangmaatregelen zoozeer
gehandicapt, dat van een onpartijdige leiding
bij het plebisciet geen sprake meer was.
De geweldige meerderheid, welke zich bij het
referendum, vóór het herstel der monarchie
heette uitgesproken te hebben, kon onder deze
omstandigheden moeilijk geheel „au sérieux"
worden genomen. Desniettegenstaande besloot
Koning George toch naar zijn land terug te
keeren om er persoonlijk de leiding weer in han
den te nemen. Al de pompa, vertoond bij zijn
feestelijken intocht, kon toch niet verhinderen,
dat Koning George een ietwat pijnlijke koel
heid van de zijde van het Grieksche volk on
dervond. Deze koelheid was begrijpelijk. Zou
Koning George zijn belofte, om het verleden te
vergeven en te vergeten en als een democra
tisch en verzoenend vorst overeeenkomstig de
constitutie te regeeren nakomen, of zou hij een
generaalscamarilla instellen en de slaaf worden
van de ambitieuze officieren, die hem in de
hoop op vorstelijke gunsten hadden terugge
haald?
oning George heeft ruggegraat getoond
en metterdaad bewezen, dat hij woord
wenschte te houden. De „kingmaker" ge
neraal Kondylis heeft hij met een hooge on
derscheiding weggeridderd en daarmee het ge
vaar voor 'n dictoriaal koningschap van de baan
geschoven. Ook van de diensten van de andere
politieke kopstukken, die in de jongste geschie
denis van Griekenland een rol van beteekenis
hebben gespeeld, heeft hij geen gebruik ge
maakt, doch een verzoeningskabinet geformeerd
onder leiding van prof. Demerdzis, dat tot taak
heeft een volledige amnestie af te kondigen ook
voor Venizelos en generaal Piastiras, vrije ver
kiezingen uit te schrijven, op de begrooting te
bezuinigen, de verdediging van het land te
versterken, en de internationale verplichtingen
stipt na te komen. Het heeft den Koning veel
moeite gekost zijn wil door te zetten en hij heeft
zelfs, naar het heet, met weer weggaan moeten
dreigen, alvorens hij den tegenstand van hen
die hem weer op den troon hebben geholpen,
kon overwinnen. Met één slag heeft koning
George de democratische republikeinen daar
door tot democratische monarchisten gemaakt
en de felle royalisten, wier macht niet op de
meerderheid des volks steunde, voelen zich lee-
lijk gedupeerd, nu de koning zich niet voor het
wagentje van hun ambities heeft laten spannen,
Alle begin is moeilijk en voor koning George
was het al bijzonder moeilijk maar hij heeft
het er goed afgebracht en dat geeft eenig
vertrouwen voor de toekomst. Hij blijkt realist
genoeg te zijn om zich niet te laten bedriegen
door politieke intriges en schijnvertooningen
en tracht eerlijk het verleden te liquideeren.
Hij heeft zich boven de partijen gesteld en de
politieke partijen zullen straks bij de nieuwe
verkiezingen hebben te bewijzen, dat zij dit
weten te waardeeren. Zoo niet, dan zullen zij
zichzelf disqualificeeren.
Zaterdagavond omstreeks elf uur heeft op den
Utreclitschen straatweg te Jutphaas, ter hoogte
van het complex der Amsterdamsche Ballast
Maatschappij, een ernstig ongeluk plaats ge
had. De 25-jarige Th. J. Bos, uit Utrecht,
bracht zijn verloofde naar Jutphaas, waar zij
woont. De beide jonge menschen reden per rij
wiel rechts van den straatweg, toen zij achterop
werden gereden door een auto, bestuurd door
den heer De V. uit Vreeswijk, die nog slechts
enkele malen een auto had bestuurd en geen
rijbewijs had. Naast den bestuurder zat de lieer
U. uit Doom, die wel een rijbewijs heeft en toe
zicht op het besturen hield. De heer Bos werd
door het rechtervoorspatbord van den auto ge
grepen, tegen de voorruit geworpen en 25 meter
meegesleurd, waarna hij in een sloot terecht
kwam. De auto kwam eerst 80 meter verder tot
stilstand. Het slachtoffer werd op den berm ge
bracht en nadat een medicus ter plaatse was
gekomen, moest geconstateerd worden, dat de
heer Bos het leven had gelaten. Het lijk is in
beslag genomen, evenals de auto, die vrij ern
stig gehavend was, zoodat de botsing wel zeer
hevig moet zijn geweest.
Meer dan 300 afstammelingen van
de schatrijke Neeltje Pater, die in 1789
te Broek in Waterland overleed, zijn
Zondagmiddag te Amsterdam bijeen
gekomen, om hun actie om het bezit
van de verdwenen millioenenerfenis
voort te zetten. In deze vergadering
werd besloten tot oprichting, of juister
tot wederoprichting van een „Vereeni
ging van Erfgenamen".
De groote zaal van het feestgebouw „de Ruy-
ter" liep Zondagmiddag te één uur tot de laat
ste plaats vol, terwijl nog heel wat „Patertjes"
langs den kant moesten blijven staan. Het was
slechts een deel der erfgenamen, dat hier met
uitnoodigingen was samengeroepen; voor de
anderen zal nog een tweede vergadering wor
den uitgeschreven.
Het was een merkwaardig gezelschap, deze
verre verwanten, die uit alle deelen van het
land waren opgekomen. Men zag gegoede bur
gerheertjes met milden oogopslag achter glan
zende brillenglazen. Naast hen zaten achter-
achterneven, stoppelig in het gelaat en met
eeltige handen. Dames in bontmantel schoven
naast mannen zonder boord. Er waren jongen
en ouden, uit de stad en uit de provincie, men
hoorde er alle dialecten, men speurde er wis
selende stemmingen, maar allen waren één in
het nadrukkelijk verlangen: zoo spoedig moge
lijk geld, hun geld, te zien.
Want een stem uit de vergadering zei
duidelijk waar het op stond: „Het kan ons
niet schelen, of wij al van die Neeltje Pater
afstammen, maar \dèl kan Ret ons schelen,
of er wat te halen valt!" Omtrent het laat
ste is men echter niet veel wijzer geworden;
voorloopig blijft den erven nog niets te doen
dan met vlijt hun stamboom af te leiden
en aansluiting te zoeken op de verwant
schap van Tante Neeltje.
Zoo althans luidde het advies.
In de zaal waren voorin, op en bij het po
dium, groote plakkaten opgehangen, wAelke den
erfgenamen o.a. vertelden, dat Neeltje Pater in
Amsterdam 17 pakhuizen had bezeten met
goede, oud-vaderlandsche namen als „Cameel".
„Fortuijn", „de Groote Kop" enz. Verder kon
men een uittreksel lezen uit een dossier van
de stad Canterbury in Engeland, waarbij een
Cornelis Pater voor zijn dochters Eegje en
Neeltje Pater groote bedragen op de Bank of
England vastzet. Eindelijk een schrijven uit
Londen, gedateerd 1894, dat de verdeeling van
gelden mededeelt.
Veel zorg was besteed aan het uitwerken
der stamboomen van Neeltje's verwanten
in tal van aftakkingen en het nageslacht,
menschen, die zich anders wellicht nooit
om hun voorouders zouden hebben bekom
merd, stonden thans naarstig met potlood
en papier hun „aansluiting" te zoeken.
Zooals men weet is de geheele erfeniszaak
weer aan het rollen gebracht door een zekeren
heer J. M. Reek, werkloos bouwvakarbeider, die
zeide gewichtige documenten te bezitten en op
het spoor te zijn van de oplossing. Deze heer
doet inmiddels al niet meer mee en wat men
op de vergadering over hem te hooren kreeg,
kan nu niet bepaald het vertrouwen in dezen
grooten geheimzinnige, die liefst alles alléén
doet, versterken.
De leden van de commissie uit de erfgena
men de heeren Medemblik uit Amsterdam en
Pater uit Laren deden mededeeling van den
stand van zaken. Men wil, gebruik makend
van de ervaring bij vroegere acties, de onder
zoekingen voortzetten, om thans tot een defi
nitief resultaat te komen: hetzij geld, hetzij de
uiteindelijke wetenschap, dat er niets te halen
valt en dus ook volgende geslachten zich ver
dere moeite kunnen besparen.
Wat het geld betreft, meende de com
missie aanwijzingen te hebben, dat op de
Bank of England uit de erfenis nog 9.000.000
pond van het oorspronkelijk bedrag van
63.000.000 pond, zouden staan, die nog niet
waren opgevraagd. Behalve dit bedrag had
men nog enkele andere „douceurtjes" op
het oog, welke men nog wilde verzwijgen,
om er de spanning in te houden.
De grootste aandacht van de vergadering werd
zooals gezegd, besteed aan de stamboomen.
Hierin is een heer Jochem Westerveld, wo
nende Bilderdijkkade 110, Amsterdam, de
groote expert, genegen ieder van advies te die
nen. Over de stamboomen ontwikkelde zich een
levendige gedachtenwisseling met vaak heftige
accenten.
Zoo bezwoer een nerveus erfgenaam, dat
Neeltje drie maal getrouwd zou zijn geweest,
oja., met zekeren Corn. Huismans, wat door de
commissie en den heer Westerveld ten stelligste
werd ontkend.
„Maar mijn schoonzuster heeft het toch al
aan U blootgelegd!"
„Hebt U bewijzen?"
„Nee die heb ik niet."
„Wij ook niet."
„Zie je wel, daar heb je het nou!"
„Overigens: er benne wel 50 Neeltje Paters
geweest, het gaat er alleen maar om, of het
de goeie is."
Erg duidelijk werd de zaak met dat al niet.
De zaal murmereerde hevig met uitzondering
van één erfgenaam die in een hoek zat te
slapen met een vredigen glimlach om de lippen.
Hij droomde wellicht, dat hij het goud al in
zijn zakken voelde rinkelen. Een ander riep:
„Ik wou, dat ik maar vast een tientje had!"
Laat in den middag liep de vergadering af.
In principe was nog besloten een vereeniging
van erfgenamen op te richten, zooals ook een
vorig geslacht reeds heeft gedaan. Op een vol
gende bijeenkomst zal een bestuur worden ge
constitueerd. Intusschen gaan de leden de ver
schillende stammen voort hun aansluiting te
zoeken of te perfectionneeren.
Nadat Zondagavond te ongeveer half zeven
de trein uit Bazel aan hèt Hollandsche Spoor
Station te Den Haag was binnengekomen, deed
een van de conducteurs in een tweede klasse
coupé 'n vreuselijke ontdekking. Op den grond
van de coupé lag n.l. een heer van middelbaren
leeftijd, wiens levensgeesten bij onderzoek reeds
geweken bleken te zijn. Hij had een schotwond
in het hoofd, terwijl een revolver naast hem
lag.
De wagon, waarin het drama zich had af
gespeeld, werd uit den trein gehaakt en op
dood spoor gereden, waarna de inmiddels ge
waarschuwde politie een grondig onderzoek in
stelde. De medereizigers in dezen wagon wer
den aan een verhoor onderworpen, doch nie
mand kon verklaren een schot te hebben ge
hoord. Bij het verder ingestelde onderzoek wees
alles erop, dat hier geen misdrijf in het spel
is geweest.
De Geneeskundige Dienst heeft het lijk naar
het ziekenhuis aan den Zuidwal te Den Haag
overgebracht.
Naar wij vernemen is de bqyniste persoon uit
Gouda afkomstig.
Zaterdagmiddag heeft de politie te Aalsmeer
naar aanleiding van een huiszoeking bij den
chauffeur S. aldaar, vier mannen gearresteerd,
die er Zaterdagnacht met een auto op uit wa
ren geweest. Bij een van hen werd een bedrag
van ca. f 100 onder het bed gevonden; de man
kon geen afdoende verklaring geven van de
aanwezigheid van dit geld.
Inmiddels bereikte de politie het bericht van
de inbraak bij de autobusondememing. Maar-
se en Kroon. De vier mannen werden daarheen
vervoerd en aan een scherp verhoor onder
worpen. Hoewel zij hardnekkig ontkennen met
de inbraak iets uitstaande te hebben, meent
de politie voldoende aanleiding te hebben, om
hen voor dit misdrijf in verzekerde bewaring te
houden. S. en zijn kornuiten zijn derhalve te
Leimuiden opgesloten.
Zondagavond tegen acht uur is op de brug
over het Eemskanaal bij Appingedam een auto
bus van de N.V. Van Dam bekneld geraakt
tusschen de brugleuning en de Oost-Groning-
sche tram.
Dank zij het krachtig remmen van den be
stuurder van de tram kon een ernstig ongeluk
worden voorkomen. De zijwand van den autobus
werd gedeeltelijk weggescheurd. Persoonlijke
ongelukken hadden evenwel niet plaats. De
passagiers van den bus zetten in een anderen
autobus him reis voort. De tram had ruim een
kwartier vertraging.
H. M. de Koningin heeft Zaterdag in audiën
tie ontvangen den gouverneur van Suriname,
Z. Exc. prof. mr. J. C. Kielstra en diens echtge-
noote.