Weer een schip bij Egmond gestrand 1 X k: t; Werkt Uw stamboomen uit; zoekt aansluiting!" J utter bemerkte de noodsignalen Koning George toont ruggegraat goed helpend goed smakend GR00TE FABRIEKSBRAND TE ALPHEN a.d. RIJN VOLLEDIGE AMNESTIE ADVIES VAN DE ERVEN NEELTJE PATER MAANDAG 2 DECEMBER 1935 Kranige redding De kranige bemanning der red dingsboot haalde bij noodweer de vijf opvarenden van boord Een onderhoud met den kapitein De kapitein vertelt De geredde bemanning INBRAAK IN KANTOOR DER SPOORWEGEN 15.000 a f 16.000 gestolen Kerkinbraak te Zeerijp Het geheele gebouwencomplex in de asch gelegd Kondylis weggeridderd De dood langs den weg Leeren chauffeeren ten koste van een menschenleven HMNDAG li* DECEMBER J J /I4&j&uzr Op de Bank of England zou nog negen millioen pond voor hen staan Vereeniging opgericht Reek afgezworen Wel 50 Neeltjes? DOOD IN TREIN GEVONDEN Vreeselijke ontdekking van conducteur INBRAAK TE LEIMUIDEN Vier verdachten te Aalsmeer gearresteerd Autobus bekneld geraakt De Koningin ontvangt gouverneur Kielstra Voor de tweede maal binnen kor ten tijd heeft een hevige storm bij Egmond aan Zee een stranding veroorzaakt. Het was thans de be manning van het kustvaartuig ,,Jos Maria", die met moeilijk heden te kampen kreeg en eenige spannende uren meemaakte. De „Jos Maria" is een motorjacht van 230 ton, eigendom van E. Pleurbaay, die tevens de kapitein is. Het schip was met een lading van 200 ton stijfsel van Zaandam vertrokken en Zaterdagmiddag te 4 uur IJmuiden gepas seerd. Zaterdagavond om elf uur begonnen de eerste moeilijkheden. De motor geraakte de fect en alle pogingen om het defect te repa- reeren bleven zonder resultaat. Ten slotte heeft de kapitein dien nacht te 2 uur be sloten voor anker te gaan. Het schip lag toen tusschen IJmuiden en Egmond. Het weer werd in den loop van den Zon dag steeds ongunstiger. Een felle wind woei uit het Zuid-Westen, die in den avond de kracht van een storm aannam. Bij één der hevige vlagen raakte het vaartuig los en dreef hulpeloos af. De bemanning, die uit vijf kop pen bestond, kon niets uitrichten in deze omstandigheden en had af te wachten wat er zou gebeuren. Om half twee Maandag ochtend liep het schip op de banken, 2% K.M. ten Zuiden van Egmond aan Zee. De kapitein gaf onmiddellijk een noodsein met het knalsignaal, doch op de kust werd dit niet opgemerkt. Toen liet hij drie vuur pijlen afschieten. Deze werden door een in woner van Egmond gezien. Terstond werd de bemanning van de reddingsboot gewaar schuwd, die zich terstond gereed maakte hulp te verleenen. Om 2 uur werd de reddingsboot uitge bracht en de tocht naar de plaats des on- heils aangevangen. Tegen drie uur kwam de boot langszij van het gestrande motor jacht. Er stond toen nog zeven voet water, zoodat het langszij komen met betrekkelijk weinig moeilijkheden gepaard ging. De be manning stond op het achterschip gereed en kon goed overstappen. Tegen vier uur zag de kranige bemanning van de reddingsboot haar pogen beloond, doordat de opvarenden van het gestrande schip veilig te Egmond aan wal werden ge zet. De geredden, die van de doorgestane emoties zeer vermoeid waren, werden in café „De Boei" binnengebracht. w V- De geredde opvarenden van de ,Jos Maria" en de bemanning van de Egmondsche reddingsboot, in de g.elag kamer van café „De Boei" Omtrent de stranding van de „Jos Maria" wordt ons nog uit Egmond aan Zee gemeld: Voor de derde maal binnen weinige weken is een schip op de Egmondsche kust gestrana. Het is zooals reeds gemeld het 230 ton meten de motorvrachtschip de „Jos Maria", eigenaar de kapitein H. Fleurbaay uit Schiedam. De uit vijf koppen bestaande bemanning is door de Egmondsche roeireddingsboot gered. Of het schip als verloren moet worden beschouwd, staat nog niet vast. Nauwelijks is Egmond bekomen van den schrik van de stranding van de „Kerkplein" en „Drente", of opnieuw heeft de storm een schip op de kust geworpen. Het is Maandagnacht half drie. Stil en ver laten liggen de straten van Egmond aan Zee in het schijnsel der lantaarns. We ontmoeten nie mand op onzen weg naar het strand, alles slaapt. Maar reeds zijn de roeiers van de red dingsboot gewaarschuwd en komen zij aange sneld. Er is weer een schip in nood! Een strandjutter heeft een noodsignaal op gevangen, 2 K.M. ten Zuiden van Egmond. Hij spoedde zich naar het dorp om hulp en nog geen uur later is de reddingsboot reeds onder weg. Spookachtige schimmen bewegen zich over het strand. De paarden trekken de reddings boot, de bemanning spoedt zich er achter aan. De storm buldert uit het Zuid-Westen, de regen valt bij stroomen. Daar klieft een bliksem schicht de lucht, om het geheel nog spookach- tiger te maken. De donder ratelt. Met eentonige regelmaat werpt de vuurtoren zijn schijnsel op de woeste zee. Als de boot ter hoogte van het schip is ge komen, wordt met vereende krachten de boot in zee gebracht. Tot aan zijn borst loopt Jozef van der Pol in het kokende water om zijn paar den aan te zetten. Het weinige publiek helpt mee en zeer spoedig is de boot vlot en zet schip per Jan van der Plas, die onderweg reeds een lichtsignaal gaf, dath hulp in aantocht was, koers naar het schip. Wat een geluk dat het zoeklicht uit Petten thans te Egmond gestationneerd is! Fel be schijnt zijn lichtbundel de reddingsboot. Op het achterschip van de „Jos Maria" ziet men de be manning, de zwemvesten bij de hand, gereed staan. Daar ligt de reddingsboot reeds langszij, een lijn wordt uitgeworpen en als de boot vast ligt, springt de bemanning in de reddingboot. Even appèl! Ja, allen zijn gered. Het kost nog al moeite om de boot, die door de woeste zee, welke over de „Jos Maria" heen slaat en de be manning in de reddingsboot bedelft, vastgezogen wordt tegen het schip, los te krijgen. Maar het lukt. en weldra hebben de stoere Egmondsche redders de aan de zee ontrukte prooi veilig aan wal gebracht. Weer is het reünie in café „De Boei", nog be kend door de vorige strandingen. Weer dragen de eigenaar P. van der Pol met vrouw en doch ter dampende koppen koffie en heeten cognac grog aan. Sigaretten worden rondgedeeld. Glun der warmt de bemanning zich om de warme kachel. Kapitein Fleurbaay vertelde ons van de ramp spoedige reis. De „Jos Maria" was Zaterdag middag met een lading stijfsel van Zaandam vertrokken met bestemming naar Rochester, waar hij Maandagmorgen hoopte aan te komen. Omstreeks vier uur Zaterdagmiddag passeerde hij IJmuiden. Alles was wel. Zaterdagavond! omstreeks elf uur geraakte door het ontzettend slechte weer de motor defect. „De motor liep op één been," zooals de kapitein het uitdrukte, op één cylinder. Hij had te weinig kracht om de schroef te trekken. Voortdurend is toen ge tracht den motor weer op gang te krijgen met behulp van de luchtpomp. Ook deze weigerde echter. Tenslotte gaf de motor geheel op. Men was toen nog 20 mijl uit de kust, ongeveer half weg tusschen IJmuiden en Egmond. Intusschen was het Zondagmiddag 3 uur geworden. Besloten werd de ankers te presenteeren. Aanvankelijk gelukte dit wel. De storm nam evenwel in he vigheid toe en draaide naar het Zuid-Westen. Toen begonnen de ankers mee te krabben en dreef de „Jos Maria" dichter naar de Egmond sche kust. Nog dacht men niet aan gevaar. Als de storm bedaarde, zou de motor nagezien wor den en de reis naar Rochester worden voortge zet. Maar in den loop van Maandagnacht werd de toestand steeds kritieker. Om half twee sloeg het schip, vermoedelijk doordat de ankers ge broken waren, op de zandbanken. De kapitein liet noodseinen geven. Een knal- signaal werd door niemand opgemerkt. Toen werden drie vuurpijlen afgeschoten, die ten slotte opgemerkt werden door W. Sander, die in de buurt aan het strandjutten was. Deze gaf met zijn lichten een sein, dat hij de noodsignalen begrepen had en snelde naar het dorp om hulp te halen. De bemanning bestaat, behalve uit kapitein Fleurbaay, uit D. Zwama, stuurman, Leeuwar den, B. van de Peet, machinist, Rotterdam, H. Geval, matroos, Amsterdam en F. R. Rijpsma, kok, Amsterdam. De „Jos Maria" ligt thans precies evenwijdig aan het strand met den kop naar IJmuiden. Het schip maakt geen water. De „Jos Maria" is voors f 35000 bij Lloyd verzekerd. Ook de lading stijfsel, toebehooren- de aan de „Bijenkorf" te Zaandam, is verze kerd. De „Jos Maria" had radio aan boord, doch alleen een ontvangtoestel, zoodat geen seinen gegeven konden worden. Het was een geluk, dat de noodseinen door een strandjutter werden opgemerkt. Anders zou de opheffing van de kustwacht misschien ernstige gevolgen gehad hebben, want met het opkomende water on geveer half zeven was het hoog water zou de positie der bemanning steeds kritieker gewor den zijn. De reddingsboot was bemand met J. van der Plas, schipper; T. C. van Pel, Alb. Gul, G. ten Bruggencate, W. en D. Dekker, Cor Wijker, Arie Wijker, Arie Wijker Hzn„ Joh. Wijker, N. de Graaff, P. de Zwart en Alb. Dekker. Dank zij hun kranig optreden is deze stran ding weder verloopen, zonder dat menschen- levens te betreuren zijn. Vermoedelijk in den nacht van Zaterdag op Zondag is ingebroken in het kantoor van de ambtenaren van het bestelgoederenbureau der Nederlandsche Spoorwegen aan den Stations weg te Leeuwarden. Met een valschen sleutel is de brandkast opengemaakt, waarna de dieven den inhoud ten bedrage van f 15.000 a f 16.000 hebben medegenomen. De gepensionneerden, die hedenochtend hun pensioen in ontvangst zouden nemen, moeten thans tot morgen op de uitbetaling wachten. Van de dieven heeft men geen spoor kunnen ontdekken. De politie stelt een uitgebreid on derzoek in. Zondagnacht hebben ongenoode gasten een bezoek gebracht aan de Ned. Herv. Kerk te Zeeryp. De inbrekers zijn door de achterdeur, welke geforceerd is, naar binnen gekomen. Zij hebben de offerblokken gelicht, waaruit een bedrag aan geld is ontvreemd. Hoe groot dit is staat nog niet vast. Tot nog toe ontbreekt van de daders elk spoor. vit. Een felle brand heeft in den afgeloopen nacht te Alphen a. d. Rijn het kantoor en het fabrieksgebouw van de N.V. Rhenania, fabriek van geasphalteerde gas- en water leidingbuizen in de asch gelegd. Te ongeveer half twee bemerkte de restau ratiehouder van het station te Alphen a. d. Rijn, dat er in het ketelhuis van de fabriek, hetwelk op een terrein naast de spoorlijn is ge legen, brand was uitgebroken. Nog voor hij de brandweer kon waarschuwen, was deze reeds ter plaatse, daar op het terrein van de gasfa briek, waar de brandspuiten gestationneerd zijn, de brand eveneens was opgemerkt. Hoewel men onmiddellijk met de beide mo torspuiten uitrukte, stond men reeds van het eerste oogenblik af machteloos tegenover de vuurzee, die, aangewakkerd door den hevigen Noordwester storm, zoowel het fabrieks- als he^ kantoorgebouw, welke beide geheel uit hout zijn cpgetrokken, in lichter laaie zette. Boven dien vond het vuur gretig voedsel in een groote hoeveelheid teer en afval, welke in de lood^r waren opgeslagen en die door den hevigen wind tientallen meters ver werden weggeslingerd. Een ware vonkenregen was oorzaak, dat niet tegenstaande het slechte weer, honderden nieuwsgierigen naar het terrein van den brand gingen. Een gelukkige omstandigheid was, dat de gebouwen buiten de bebouwde kom liggen, daar anders bij den heerschenden storm uitbrei ding van den brand zeker niet te voorkomen zou zijn geweest. Nu dreigde slechts een oogen blik gevaar voor een nabij gelegen boerderij, welk gevaar evenwel kon worden afgewend. Hoewel door de brandweer volop water werd ge geven, kon men niet voorkomen, dat het ge heele gebouw tot den grond toe afbrandde. Niets is gered. Omtrent de oorzaak vernemen wij, dat deze vermoedelijk moet worden gezocht in het feit, dat een plaatsvervangend stoker, die Zondag avond om tien uur den stoomketel heeft aange maakt, vermoedelijk wat te hard heeft ge stookt, hoewel het ook mogelijk is, dat door den storm het vuur in den ketel feller dan ge woonlijk is gaan branden. Hoewel het bedrijf door een en ander uiter aard stagnatie zal ondervinden, zullen de leve ranties gewoon voortgang kunnen hebben, daar de voorraad buiten de fabriek was opgeslagen. Deken Th. Knuvelder verricht de absoute bij de teraardebestelling van den heer Vinkesteijn op de R. K. Begraafplaats te Utrecht In het algemeen geldt de stelregel, dat het geen aanbeveling verdient een eenmaal ont slagene weder in dienst te nemen. Immers de eenmaal ontslagene kan door een weder - indienststelling licht de pretentie krijgen van onmisbaar of onvervangbaar te zijn en in de verleiding komen wraak te zoeken voor de al tijd onaangename ervaring van een gedwongen ontslag. Zoowel het een als het ander werkt gewoonlijk niet bevorderend op zijn prestaties. Deze ongewenschte, maar begrijpelijke psycho logische reacties plegen zich voor te doen zoo wel bij dagmeisjes, kantoorklerkenals zelfs bij vorsten. Slechts zelden weet een weer in dienst genomene zich boven het niveau van deze kleine en daarom juist zoo veelvuldig voorkomende menschelijkheid uit te Werken. Niettemin hebben de Grieken met hun laatste koningen herhaaldelijk deze ietwat riskante proef genomen. Koning Konstantijn werd af gedankt en teruggeroepen en weer weggejaagd en zijn zoon George is op weg het voetspoor van zijn vader, althans in dit opzicht, te volgen. Na een korte regeeringsperiode moest hij het land verlaten, omdat de republiek werd uitge roepen, maar thans is hij uit zijn jarenlange ballingschap gehaald om weer plaats te nemen op den voorvaderlijken troon, die zoolang heeft leeg gestaan. Koning George, die nooit officieel afstand had gedaan van den troon, was er niet bijster op gebrand om zich bloot te stellen aan de zorgen en de risico's van het koningschap over een volk, dat in politieke wispelturigheid nauwelijks zijns gelijke in Europa vindt. Niet temin heeft hij gemeend aan zijn familietradi tie verplicht te zijn geweest aan de roepstem van zijn „geliefde volk" gehoor te geven en het niet onaangename leven van vorstelijk particulier te Londen te moeten verwisselen met het of- ficieele en weinig aantrekkelijke van officieel monarch in een land, dat door partijzucht en persoonlijke ambities van politici verdeeld en gedompeld in economische ellende voor alles een sterke en boven de partijen staande, de felle tegenstellingen verzoenende figuur hoog- noodig heeft om weer tot rust en welvaart te kunnen komen. V oen na de mislukte revolutie der Venize- listen, die beweerden voor het behoud van de republiek te strijden, maar in werkelijkheid voor het herstel van de per soonlijke macht van den w'itten leeuw van Kreta vochten, de monarchisten begonnen aan te dringen op een restauratie, stelde Koning George den eisch, dat het Grieksche volk zich in meerderheid en door middel van een vol komen vrij referendum vóór het koningschap zou moeten uitspreken, alvorens hij er toe zou overgaan den eens verlaten troon weer te be stijgen. De monarchisten onder leiding van ge neraal Kondylis, die van verwoed republikein op slag tot niet minder verwoed monarchist geëvolueerd was, verzetten echter, vóórdat het volksreferendum werd gehouden, de wet. De regeering Tsaldaris, die stipt aan het konink lijk verlangen wenschte te voldoen, werd opzij gedrongen. De nationale vergadering herstelde de constitutie van de monarchie, generaal Kon dylis bombardeerde zichzelf tot koninklijk re- .gent en bij de voorbereidende campagne en het volksreferendum zelf werden de republikeinen en Venizelisten door dwangmaatregelen zoozeer gehandicapt, dat van een onpartijdige leiding bij het plebisciet geen sprake meer was. De geweldige meerderheid, welke zich bij het referendum, vóór het herstel der monarchie heette uitgesproken te hebben, kon onder deze omstandigheden moeilijk geheel „au sérieux" worden genomen. Desniettegenstaande besloot Koning George toch naar zijn land terug te keeren om er persoonlijk de leiding weer in han den te nemen. Al de pompa, vertoond bij zijn feestelijken intocht, kon toch niet verhinderen, dat Koning George een ietwat pijnlijke koel heid van de zijde van het Grieksche volk on dervond. Deze koelheid was begrijpelijk. Zou Koning George zijn belofte, om het verleden te vergeven en te vergeten en als een democra tisch en verzoenend vorst overeeenkomstig de constitutie te regeeren nakomen, of zou hij een generaalscamarilla instellen en de slaaf worden van de ambitieuze officieren, die hem in de hoop op vorstelijke gunsten hadden terugge haald? oning George heeft ruggegraat getoond en metterdaad bewezen, dat hij woord wenschte te houden. De „kingmaker" ge neraal Kondylis heeft hij met een hooge on derscheiding weggeridderd en daarmee het ge vaar voor 'n dictoriaal koningschap van de baan geschoven. Ook van de diensten van de andere politieke kopstukken, die in de jongste geschie denis van Griekenland een rol van beteekenis hebben gespeeld, heeft hij geen gebruik ge maakt, doch een verzoeningskabinet geformeerd onder leiding van prof. Demerdzis, dat tot taak heeft een volledige amnestie af te kondigen ook voor Venizelos en generaal Piastiras, vrije ver kiezingen uit te schrijven, op de begrooting te bezuinigen, de verdediging van het land te versterken, en de internationale verplichtingen stipt na te komen. Het heeft den Koning veel moeite gekost zijn wil door te zetten en hij heeft zelfs, naar het heet, met weer weggaan moeten dreigen, alvorens hij den tegenstand van hen die hem weer op den troon hebben geholpen, kon overwinnen. Met één slag heeft koning George de democratische republikeinen daar door tot democratische monarchisten gemaakt en de felle royalisten, wier macht niet op de meerderheid des volks steunde, voelen zich lee- lijk gedupeerd, nu de koning zich niet voor het wagentje van hun ambities heeft laten spannen, Alle begin is moeilijk en voor koning George was het al bijzonder moeilijk maar hij heeft het er goed afgebracht en dat geeft eenig vertrouwen voor de toekomst. Hij blijkt realist genoeg te zijn om zich niet te laten bedriegen door politieke intriges en schijnvertooningen en tracht eerlijk het verleden te liquideeren. Hij heeft zich boven de partijen gesteld en de politieke partijen zullen straks bij de nieuwe verkiezingen hebben te bewijzen, dat zij dit weten te waardeeren. Zoo niet, dan zullen zij zichzelf disqualificeeren. Zaterdagavond omstreeks elf uur heeft op den Utreclitschen straatweg te Jutphaas, ter hoogte van het complex der Amsterdamsche Ballast Maatschappij, een ernstig ongeluk plaats ge had. De 25-jarige Th. J. Bos, uit Utrecht, bracht zijn verloofde naar Jutphaas, waar zij woont. De beide jonge menschen reden per rij wiel rechts van den straatweg, toen zij achterop werden gereden door een auto, bestuurd door den heer De V. uit Vreeswijk, die nog slechts enkele malen een auto had bestuurd en geen rijbewijs had. Naast den bestuurder zat de lieer U. uit Doom, die wel een rijbewijs heeft en toe zicht op het besturen hield. De heer Bos werd door het rechtervoorspatbord van den auto ge grepen, tegen de voorruit geworpen en 25 meter meegesleurd, waarna hij in een sloot terecht kwam. De auto kwam eerst 80 meter verder tot stilstand. Het slachtoffer werd op den berm ge bracht en nadat een medicus ter plaatse was gekomen, moest geconstateerd worden, dat de heer Bos het leven had gelaten. Het lijk is in beslag genomen, evenals de auto, die vrij ern stig gehavend was, zoodat de botsing wel zeer hevig moet zijn geweest. Meer dan 300 afstammelingen van de schatrijke Neeltje Pater, die in 1789 te Broek in Waterland overleed, zijn Zondagmiddag te Amsterdam bijeen gekomen, om hun actie om het bezit van de verdwenen millioenenerfenis voort te zetten. In deze vergadering werd besloten tot oprichting, of juister tot wederoprichting van een „Vereeni ging van Erfgenamen". De groote zaal van het feestgebouw „de Ruy- ter" liep Zondagmiddag te één uur tot de laat ste plaats vol, terwijl nog heel wat „Patertjes" langs den kant moesten blijven staan. Het was slechts een deel der erfgenamen, dat hier met uitnoodigingen was samengeroepen; voor de anderen zal nog een tweede vergadering wor den uitgeschreven. Het was een merkwaardig gezelschap, deze verre verwanten, die uit alle deelen van het land waren opgekomen. Men zag gegoede bur gerheertjes met milden oogopslag achter glan zende brillenglazen. Naast hen zaten achter- achterneven, stoppelig in het gelaat en met eeltige handen. Dames in bontmantel schoven naast mannen zonder boord. Er waren jongen en ouden, uit de stad en uit de provincie, men hoorde er alle dialecten, men speurde er wis selende stemmingen, maar allen waren één in het nadrukkelijk verlangen: zoo spoedig moge lijk geld, hun geld, te zien. Want een stem uit de vergadering zei duidelijk waar het op stond: „Het kan ons niet schelen, of wij al van die Neeltje Pater afstammen, maar \dèl kan Ret ons schelen, of er wat te halen valt!" Omtrent het laat ste is men echter niet veel wijzer geworden; voorloopig blijft den erven nog niets te doen dan met vlijt hun stamboom af te leiden en aansluiting te zoeken op de verwant schap van Tante Neeltje. Zoo althans luidde het advies. In de zaal waren voorin, op en bij het po dium, groote plakkaten opgehangen, wAelke den erfgenamen o.a. vertelden, dat Neeltje Pater in Amsterdam 17 pakhuizen had bezeten met goede, oud-vaderlandsche namen als „Cameel". „Fortuijn", „de Groote Kop" enz. Verder kon men een uittreksel lezen uit een dossier van de stad Canterbury in Engeland, waarbij een Cornelis Pater voor zijn dochters Eegje en Neeltje Pater groote bedragen op de Bank of England vastzet. Eindelijk een schrijven uit Londen, gedateerd 1894, dat de verdeeling van gelden mededeelt. Veel zorg was besteed aan het uitwerken der stamboomen van Neeltje's verwanten in tal van aftakkingen en het nageslacht, menschen, die zich anders wellicht nooit om hun voorouders zouden hebben bekom merd, stonden thans naarstig met potlood en papier hun „aansluiting" te zoeken. Zooals men weet is de geheele erfeniszaak weer aan het rollen gebracht door een zekeren heer J. M. Reek, werkloos bouwvakarbeider, die zeide gewichtige documenten te bezitten en op het spoor te zijn van de oplossing. Deze heer doet inmiddels al niet meer mee en wat men op de vergadering over hem te hooren kreeg, kan nu niet bepaald het vertrouwen in dezen grooten geheimzinnige, die liefst alles alléén doet, versterken. De leden van de commissie uit de erfgena men de heeren Medemblik uit Amsterdam en Pater uit Laren deden mededeeling van den stand van zaken. Men wil, gebruik makend van de ervaring bij vroegere acties, de onder zoekingen voortzetten, om thans tot een defi nitief resultaat te komen: hetzij geld, hetzij de uiteindelijke wetenschap, dat er niets te halen valt en dus ook volgende geslachten zich ver dere moeite kunnen besparen. Wat het geld betreft, meende de com missie aanwijzingen te hebben, dat op de Bank of England uit de erfenis nog 9.000.000 pond van het oorspronkelijk bedrag van 63.000.000 pond, zouden staan, die nog niet waren opgevraagd. Behalve dit bedrag had men nog enkele andere „douceurtjes" op het oog, welke men nog wilde verzwijgen, om er de spanning in te houden. De grootste aandacht van de vergadering werd zooals gezegd, besteed aan de stamboomen. Hierin is een heer Jochem Westerveld, wo nende Bilderdijkkade 110, Amsterdam, de groote expert, genegen ieder van advies te die nen. Over de stamboomen ontwikkelde zich een levendige gedachtenwisseling met vaak heftige accenten. Zoo bezwoer een nerveus erfgenaam, dat Neeltje drie maal getrouwd zou zijn geweest, oja., met zekeren Corn. Huismans, wat door de commissie en den heer Westerveld ten stelligste werd ontkend. „Maar mijn schoonzuster heeft het toch al aan U blootgelegd!" „Hebt U bewijzen?" „Nee die heb ik niet." „Wij ook niet." „Zie je wel, daar heb je het nou!" „Overigens: er benne wel 50 Neeltje Paters geweest, het gaat er alleen maar om, of het de goeie is." Erg duidelijk werd de zaak met dat al niet. De zaal murmereerde hevig met uitzondering van één erfgenaam die in een hoek zat te slapen met een vredigen glimlach om de lippen. Hij droomde wellicht, dat hij het goud al in zijn zakken voelde rinkelen. Een ander riep: „Ik wou, dat ik maar vast een tientje had!" Laat in den middag liep de vergadering af. In principe was nog besloten een vereeniging van erfgenamen op te richten, zooals ook een vorig geslacht reeds heeft gedaan. Op een vol gende bijeenkomst zal een bestuur worden ge constitueerd. Intusschen gaan de leden de ver schillende stammen voort hun aansluiting te zoeken of te perfectionneeren. Nadat Zondagavond te ongeveer half zeven de trein uit Bazel aan hèt Hollandsche Spoor Station te Den Haag was binnengekomen, deed een van de conducteurs in een tweede klasse coupé 'n vreuselijke ontdekking. Op den grond van de coupé lag n.l. een heer van middelbaren leeftijd, wiens levensgeesten bij onderzoek reeds geweken bleken te zijn. Hij had een schotwond in het hoofd, terwijl een revolver naast hem lag. De wagon, waarin het drama zich had af gespeeld, werd uit den trein gehaakt en op dood spoor gereden, waarna de inmiddels ge waarschuwde politie een grondig onderzoek in stelde. De medereizigers in dezen wagon wer den aan een verhoor onderworpen, doch nie mand kon verklaren een schot te hebben ge hoord. Bij het verder ingestelde onderzoek wees alles erop, dat hier geen misdrijf in het spel is geweest. De Geneeskundige Dienst heeft het lijk naar het ziekenhuis aan den Zuidwal te Den Haag overgebracht. Naar wij vernemen is de bqyniste persoon uit Gouda afkomstig. Zaterdagmiddag heeft de politie te Aalsmeer naar aanleiding van een huiszoeking bij den chauffeur S. aldaar, vier mannen gearresteerd, die er Zaterdagnacht met een auto op uit wa ren geweest. Bij een van hen werd een bedrag van ca. f 100 onder het bed gevonden; de man kon geen afdoende verklaring geven van de aanwezigheid van dit geld. Inmiddels bereikte de politie het bericht van de inbraak bij de autobusondememing. Maar- se en Kroon. De vier mannen werden daarheen vervoerd en aan een scherp verhoor onder worpen. Hoewel zij hardnekkig ontkennen met de inbraak iets uitstaande te hebben, meent de politie voldoende aanleiding te hebben, om hen voor dit misdrijf in verzekerde bewaring te houden. S. en zijn kornuiten zijn derhalve te Leimuiden opgesloten. Zondagavond tegen acht uur is op de brug over het Eemskanaal bij Appingedam een auto bus van de N.V. Van Dam bekneld geraakt tusschen de brugleuning en de Oost-Groning- sche tram. Dank zij het krachtig remmen van den be stuurder van de tram kon een ernstig ongeluk worden voorkomen. De zijwand van den autobus werd gedeeltelijk weggescheurd. Persoonlijke ongelukken hadden evenwel niet plaats. De passagiers van den bus zetten in een anderen autobus him reis voort. De tram had ruim een kwartier vertraging. H. M. de Koningin heeft Zaterdag in audiën tie ontvangen den gouverneur van Suriname, Z. Exc. prof. mr. J. C. Kielstra en diens echtge- noote.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5