Verkeersfonds aan de orde Vijf jaren op „Bouvigne" WEE GESTOLEN AFGODSBEELDJES DE TOESTAND BIJ DE SPOORWEGEN EEN MIJLPAAL VERDER DONDERDAG 5 DECEMBER 1935 TWEEDE KAMER Interdepartementale commissie onderzoekt thans hoe sanee ring mogelijk is De opheffing van de Haarlemmermeerlïjnen Leening aan Werkspoor' DE ROODE KRUIS-EXPEDITIE Film van het vertrek naar Abessinië WERKVERSCHAFFING EN WERKFONDS Bespreking met de regeering „AMAZONE" DER K. N. S. M. NAAR CURASAO „Amor" keert naar Nederland terug JEUGDWERKLOOSHEID H. J. Kuiper lid der Rijkscommissie van Advies Directeur Luchtvaartdienst Mr. J. A. de Visser Afscheid als advocaat-generaal bij het Haagsch Gerechtshof Installatie te Arnhem ,IK VIND U EEN BUFFEL" Wethouder van 'sGraveland beleedigd Jhr. Mr. F. v. RIJCKEVORSEL f Veel belangstelling bij de begrafenis STAALDRAAD IN SCHROEF Noorsch schip naar Amsterdam teruggekeerd INBRAAK TE HENGELO 1100 verdwenen HET AUTO-ONGELUK TE BUDEL Begrafenis der slachtoffers door FR. L. PACKARD Vijftig fabrieksmeisjes omgeleid tot volleerde dienstboden Sfeer van dienende liefde CONFLICT BIJ DE ETNA? UIT DE STAATSCOURANT Eervol ontslag Rechterlijke macht Privaat-docent Onderscheiding Den Haag, 4 December 1935 Met de Algemeene Beschouwingen over de begrooting van het Verkeersfonds is de Kamer gauw klaar geweest. Na de vier sprekers van des nachts volgde er des middags nog een achttal. En minister VAN LIDTH DE JEUDE, minder lang van stof dan de vorige dagen, vatte de aangeroerde onderwerpen op nuttige wijze samen. Aan de verkeersordening, aldus de minister, wordt binnenshuis flink gewerkt. Men bedenke nechter ook hier, dat haastige spoed zelden goed is. Wat de Spoorwegtekorten betreft, is thans een interdepartementale commissie bezig, naar ingrijpende maatregelen te zoeken, die in combinatie met de reeds doorgevoerde en nog door te voeren bezuinigingen den toestand zullen moeten saneeren. De minister acht het niet noodig, zooals de Christelijk-Historische afgevaardigde KRIJGER heden had bepleit, commercieele deskundigen hit het bedrijfsleven en de handelswereld aan deze commissie toe te voegen, omdat de proble men, welke zij beziet, in hoofdzaak de verhou ding tusschen de Spoorwegen en het Riik be treffen. Nakaarten over vroeger begane fouten b.v. den aanleg van de lijntjes GoudaBoskoop en SchaesbergKerkrade acht de Regeering van weinig nut. De liberaal VAN KEMPEN, die in de Kamer altijd ijverig met artikelen hit liberale bladen werkt, had dit gedaan. Een zeer ernstige druk de vrijzinnig-de mocraat EBELS wees daar nog eens op Wordt op het Spoorwegbedrijf uitgeoefend door den geweldigen kapitaallast. Daar zal allereerst moeten worden ingegrepen. Hier echter dient jhr. DE GEER en ook d'e minister we zen daarop te worden gedacht aan het cre- diet van den Staat, hetwelk zou worden onder mijnd, wanneer men de door den Staat ge garandeerde verplichtingen der Spoorwegen met dwang zou gaan verminderen. De Regeering is dan ook zoekende naar een oplossing langs minnelijken weg. Een ander belangrijk vraagstuk, bij de Alge meene Beschouwingen aangeroerd, is de druk van de scheepvaartrechten op de binnenvaart. De heer EBELS had de suggestie aan de hand gedaan, om deze rechten in navolging van de bij het verkeer te land gevolgde methode - voortaan uniform te gaan heffen. Want de druk varieert zeer naar gelang de onderschei dene streken des lands. Blijkens 's ministers antwoord komt ook de verkeerscommissie-Pa- tijn tot de conclusie, dat een ander systeem van heffing noodzakelijk is. Over het geheele land genomen worden de onderhoudskosten der Waterwegen op geen stukken na door de op brengst van de scheepvaartrechten gedekt. Dan is het natuurlijk een wantoestand, dat, zooals generaal DUYMAER VAN TWIST bleef vol houden, in het Noorden des lands een kanaal zóóveel aan rechten opbrengt, dat met het saldo een weg te land kon worden aangelegd. Verder leverden de Algemeene Beschouwingen niet veel op. De sociaal-democraat JAN TER Laan had geklaagd, dat de vaste oeververbin ding te Rotterdam maar niet opschiet, omdat nu weer door proef aanbestedingen de prijzen van een tunnel en een brug nauwkeurig moeten Worden vergeleken. De Minister antwoordde hem terecht, dat een eventueel verschil van eênige milüoenen met een uitstel niet te duur gekocht is. Bij de afdeeling „Spoorwegen" is de Katho lieke afgevaardigde VAN POLL nog eens terug gekomen op de leening door de Spoorwegen Verstrekt aan „Werkspoor". De Minister ging op het al of niet wenschelijke van deze leening en de daaraan door zijn ambtsvoorganger ge geven goedkeuring niet diep meer in. De rente Wordt regelmatig betaald. De aflossing moet eerst tegen het einde van 1938 geschieden. En Zelf zal de Minister, als zich nog eens derge lijke gevallen mochten voordoen, zeer angstval lig te werk gaan. De Katholieke afgevaardigde VAN DER WEIJDEN maakte bezwaar, dat door de op heffing van de Haarlemmermeerlïjnen met name de lijn AlfenUithoorn deze streek geïsoleerd zal worden. Hij wenschte voortzetting van het personenvervoer met goedkoope motorwagens, 's Ministers eenige toezegging was, dat hij nog eens wil over wegen, of niet de treinen van Amsterdam naar Uithoorn voortaan kunnen doorloopen naar Nieuwersluis, omdat tusschen Uithoorn en Nieuwersluis geen behoorlijke wegverbin ding bestaat. Ook de Katholieke afgevaardigde VAN DER PUTT had niet veel succes met zijn pleidooi voor Eindhoven, waar de spoorwegovergang nog altijd een ergernis is. Plet ophoogen van de spoorbanen kost 9 millioen, zei de Minister. Be zwaren dus! De Dieseltreinen, aldus de Minister tot zijn partijgenoot Van Kempen, zijn in ieder geval zuinig in exploitatie. Uit een oogpunt van be drijfszekerheid en bedrijfsvoordeel voldoen zij zeer goed. Een wensch op het gebied van de tariefsver laging, n.m.l. de invoering van weekend-retours, zal de Minister aan de Directie der Spoorwe gen overbrengen. Bij de afdeelingen „Waterwegen" en „Land wegen" in de laatste afdeeling bleef de Ka mer steken zijn diverse plaatselijke belangen verdedigd, o.a. door de Katholieke afgevaar digden VAN DE BILT en LOCKEFEER. We komen daar morgen aan de hand van 's Minis ters antwoord op terug. In de avondvergadering gaat de Kamer de Defensiebegrooting aansnijden. Van het afscheid van H. K. H. Prinses Ju liana van de Roode Kruis ambulance, welke naar Ethiopië is vertrokken, heeft Polygoon een journaalfilm-reportage vervaardigd, waar in o.a. is opgenomen de rede van H. K. H. Prinses Juliana, terwijl dr. Winckel voor de microfoon enkele woorden richt tot het Ne- derlandsche volk. Gebruik makend van lichtfakkels is Polygoon tevens nog in de gelegenheid geweest het be zoek van H. K. H. Prinses Juliana aan het s.s. Kota Radja te filmen en deze opname wordt nu in de belangrijkste theaters van Nederland vertoond. Naar de Volkskr. meldt is te 's Gravenhage op verzoek der drie groote vakcentrales, tus schen vertegenwoordigers dezer centrales en de ministers van Waterstaat en van Sociale Zaken, waarbij tegenwoordig waren eenige hoofdambtenaren en vertegenwoordigers der drie groote bouwvakarbeidersbonden, een be spreking gehouden over de vraag of het juist geacht moet worden, dat door het Werkfonds gelden worden gevoteerd om de uitvoering van werkverschaffingswerken mogelijk te maken. Van de zijde der organisatie werden daar tegen bezwaren ontwikkeld. De bespreking, welke geruimen tijd duurde, had tot resultaat, dat wederzijds een en ander nader zal worden overwogen. Naar wij vernemen zal Zaterdag het s.s. „Amazone" van de Kon. Ned. Stoomboot Mij. naar Curasao vertrekken om den geregelden dienst op de New York—Venezueladijn waar te nemen. Het s.s. „Amor" van dezelfde maat schappij, dat tot dusver op deze route voer, keert naar Nederland terug. De Minister van Sociale Zaken heeft op diens verzoek en ginder dankbetuiging voor de door hem als zoodanig bewezen diensten van het lidmaatschap der Rijkscommissie van Advies in zake het vraagstuk van de jeugdwerkloos heid eervol ontheven den heer J. Th. Nijkamp. De Minister heeft in plaats van genoemden heer Nijkamp tot lid van bovengenoemde Com missie benoemd den heer H. J. Kuiper, be stuurslid van het R. K. Werklieden Verbond in Nederland. Naar wij vernemen zal de heer H. C. E. van Ede van der Plas, inspecteur bij den luchtvaart dienst, benoemd worden tot directeur van dien dienst als opvolger van den heer E. T. de Veer, die, zooals gemeld, om gezondheidsredenen ont slag uit zijn functie heeft verzocht. Kleine deugnietenzonder einde! Woensdagmiddag heeft na afdoening van de gewone strafrol van de Vierde Kamer van het Haagsch Gerechtshof, in een buitengewone zit ting, gepresideerd door mr. D. Lodder, vice- president, het plechtig afscheid plaats gehad van den advocaat-generaal bij het Hof mr. J. A. de Visser, die benoemd is tot procureur-ge neraal bij het Gerechtshof te Arnhem. Bij deze plechtigheid waren aanwezig de pre sident van het hof mr. E. Jellinghaus, de vice- president mr. C. W. Schlingemann, alle raads- heeren, de procureur-generaal mr. A. Brants, de oud-procureur-generaal, Jhr. mr. P. A. J. van den Brandeler, de griffier mr. Van Griet- huijsen, de officier van justitie bij de Haag- sche Rechtbank mr. Nysingh, met alle substi tuut-officieren, Jhr. mr. E. C. U. van Doom, deken van de oide der advocaten, Commissaris Paré, het personeel van het parket, de griffie en de Rijksveldwacht en vele leden van de Haagsche Balie. Het woord werd gevoerd door mr. D Lodder en mr. Brants. De laatste zeide o.m.: Met den dag wordt de taak van den procu reur-generaal, die ook waarnemend directeur van politie in zijn ressort is, omvangrijker. In dezen tijd van collectieven waanzin tracht men een rechtsorde, die in den loop der eeuwen met veel moeite is opgebouwd, in één slag af te breken, maar wie in ons democratisch vader land het in het hoofd krijgt wanorde te ver wekken, loopt met het hoofd te pletter tegen een muur. Hij zal tegenover zich vinden een koel hoofd en een ijzeren vuist en spr. ver trouwde dat mr. de Visser, die op de hoogte is van de maatschappelijke stroomingen, in zijn ressort die taak in de beste orde zou weten te volbrengen. Daarvoor staan borg diens vast karakter, zijn groote menschenkennis en krach tige wil. Vervolgens werd het woord gev'oerd door den deken der Orde van Advocaten jhr. mr. E. C. U. van Doorn, waarna mr. de Visser een dank woord sprak. Des avonds heeft het Hof den scheidenden advocaat-generaal een maaltijd aangeboden. De nieuwbenoemde procureur-generaal bij het Gerechtshof te Arnhem, mr. J. de Visser, zal a.s. Vrijdag in een buitengewone zitting van dat Hof door den president mr. dr. C. W. Ma- ris, als zoodanig worden geïnstalleerd. Te 's Graveland werd in September j 1. een weg geasfalteerd en dit zou 26 September de aanleiding worden tot een twist tusschen den wegenbouwer W. B. uit Naarden, die het werk uitvoerde en wethouder Gorter te 's Grave land. De heer Gorter reed op genoemden dag des morgens tegen 9 uur, over den weg, die ge asfalteerd werd. Officieeel was de weg niet door B. en W. afgesloten en de heer Gorter was dan ook reeds meermalen voorzichtig ge passeerd. Ook ditmaal was hiertoe z.i. geen be zwaar. De uitvoerder van het werk dacht er anders over; een d'er arbeiders plaatste een greep midden op den weg, doch de heer Gor ter liet zich hier niet door weerhouden en reed voorzichtig door. B. kwam toeloopen en riep: „Als je dat nog eens probeert, sla ik je hersens in." De heer Gorter bewaarde zijn kalmte en raadde den wegenbouwer slechts aan, zich een weinig te matigen. Het resultaat was echter negatief: „Je bent een schoft" voegde hij den wethouder toe. De heer Gorter reed door om zijn kinderen naar school te brengen, doch kwam even later bij het werk terug om nog eens rustig met B. te praten. Nog was 'smans gemoedsrust niet weergekeerd; integendeel: hij greep den heer Gorter bij de borst en riep hem toe: „Buffel die je bent." De arbeiders kwamen tussehenbeiden en wisten hun baas te kalmeeren. De heer Gorter diende een klacht in en Woensdag stond de wegenbouwer voor den Amsteraamschen politierechter mr. Muller te recht wegens beleediging. Hij gaf een eenigs- zins andere lezing van het geval dan de wet houder. Volgens hem was hij driftig geworden, omdat de weg door den auto werd bedorven, Hij had zijn kalmte verloren en gezegd: „Je bent een buffel." „En hebt u ook het woord „schoft" gebruikt?" vroeg de politierechter. Verdachte ontkende dit echter; volgens hem had de heer G. gezegd: „Ik heb met jou en je werk niets te maken." Bovendien verklaarde verd. dat de weg offi cieel was afgesloten. De politierechter was het hier echter niet mee eens: „De stukken bewijzen, dat er var: een afsluiting geen sprake was." Wegens beleediging requireerde de officier 10 boete, subs. 10 dagen hechtenis. De politie rechter deed er nog iets af: ƒ7 of zeven dagen. Verdachte: „Het is teveel; ik heb niet ge zegd: „u bent een buffel," maar „ik vind u een buffel." Woensdag heeft te Berlicum de plechtige uit vaart en begrafenis plaats gehad van jhr. mr P. J. J. M. van Rijckevorsel, in leven Kamer heer i.b.d. van H. M. de Koningin, oud-lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, oud wethouder van 's-Hertogenbosch en voorzitter van de Ridderschap in Noord-Brabant. Nadat het stoffelijk overschot van het land goed „De Wamberg" per lijkauto, gevolgd dooi een honderdtal auto's met genoodigden en be langstellenden naar de R.K. kerk te Berlicum was overgebracht, werd daar de plechtige Re quiemmis gecelebreerd. Als afgevaardigde van H. M. de Koningin was hierbij tegenwoordig mr. E. L. M. H. baron Speyart van Woerden, kamerheer i.b.d. van H. M. de Koningin en procureur-generaal bij het Bossche gerechtshof. Ook had H. M. de Konin gin een groote krans van witte chrysanthen en aronskelken gezonden. Verder waren tegenwoordig de commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, mr. dr. A. B. G. M. van Rijckevorsel, het Eerste-kamerlid mr W. van Lanschot, leden van Gedeputeerde en Provinciale Staten, gemeentebesturen van om liggende gemeenten en talrijke familieleden. Na de Requiemmis had de begrafenis plaats op het R.K. Kerkhof te Berlicum. Behalve door de vele familieleden en autori teiten werd deze plechtigheid bijgewoond door do gilden van Vught, Nuenen, Tongelre en Ber licum in hun folkloristische drachten. Aan de groeve werd niet gesproken. De oud ste zoon van den overledene mr. E. van Rijcke vorsel, burgemeester van Berlicum, dankte na mens de familie voor de laatste eer, aan zijn vader bewezen. Toen Woensdagmorgen het Noorsche stoom schip „Kjorrefjord," dat op weg van Amster dam naar Great Yarmouth, enkele dagen te IJmuid'en was opgehouden wegens het slechte weer, de reis zou vervolgen, heeft het schip bij het manoeuvreeren voor de middensluis een staaldraad met ketting in de schroef gekregen. Behalve dit feit kwam uit het duikeronder- zoek tevens vast te saan, dat het koper van de schroefas beschadigd was. In overleg met het bureau Veritas is het schip naar Amsterdam teruggekeerd, waar het in een der dokken van de Amsterdamsche Droogdok Mij. zal worden opgenomen. Te Hengelo is een inbraak gepleegd in de villa van de familie S. aan den straatweg naar Enschede. De bewoners hebben van het onge- wenschte bezoek niet eerder iets bemerkt dan bij het ontwaken. Een keukenraam bleek open te staan. Aan genomen wordt, dat de inbrekers langs dezen weg zqn binnengekomen en ook weer zijn ver dwenen. In totaal wordt een bedrag vermist van 1100, bestaande uit bankbiljetten van 10, een aantal gouden tientjes, een gouden vijfje en wat klein geld. Dit alles werd gehaald uit een lederen damestaschje, dat ook bleek te zijn meegenomen, uit een geldkistje, uit een spaar- kokertje en uit een doosje in de keuken. De marechaussee van de brigade Hengelo heeft het onderzoek in deze zaak in handen genomen. Woensdag is onder enorme belangstelling het stoffelijk overschot van drie slachtoffers van het auto-ongeluk te Budel, de gebroeders Pee- ters en H. Dielen, ten grave gedragen. Des morgens werd te Roermond een plechtige II. Requiemmis opgedragen, waarna de teraarde bestelling op het nabij de kerk gelegen kerkhof plaats vond. Een groote menigte volgde de drie lijkbaren, die met een schat van bloemen gedekt waren. Het vierde slachtoffer werd begraven te Weert, na een Requiemmis in de St. Martinuskerk al daar. Ook hier was de belangstelling zeer groot. 49 Hij liep het dek op en neer. Een schoener stak bi zee. Onderbewust merkte hij het dat was natuurlijk kapitein de Schram. Het begon donker te worden. Nog liep hij op het dek vechtende tegen de bekoring, het verlangen van iederen ve zel van zijn wezen, om een bootje te laten uitzet ten en aan wal te gaan, om haar te zoeken. Hij Wide, dat die blauwe oogten de zijne ontmoetten, bonder den afkeer er in, die tot nog toe zijn deel tvas geweest; hij wilde een glimlach zien op die lippen, die nog nooit tegen hem gelachen had den; hij wilde voor haar staan als iemand, die Vrii zijn zaak kön bepleiten. Hij wenschte God, hiet zijn heele ziel hij wenschte haar te zien! ■Maar hij kon niet gaan. Hij mocht niet gaan. LTog met! Het was te gevaarlijk voor haar. Chbn-su en de anderen wisten niet, dat ze in Singapore was. Maar ofschoon ze zich den boelen dag stil hadden gehouden, konden ze hem wel ®ens bespieden. En in dat geval, zou naar haar gaan haar verraden zijn. Weliswaar wisten Be, dat zy niet langer het ééne beeldje had, en zooals hij kapitein de Schram gezegd had, dacht hij niet, dat ze daarom nog gevaar liep; maar toch kon men niet zeggten wat Chen-su, gedwars boomd en wraakzuchtig, nog kon doen, als hij de kans kreeg, tegen iemand, die hij Bob Kingsleys liefste" had genoemd. „Liefste!" Bob Kingsley's lippen vormden zacht dat woord en hij glimlachte in de duis ternis, die nu volkomen was. Toen trok plotseling het zwakke geluid van riemen dicht langszij zijn aandacht. Wie was dat? Kwam er eenig licht? Hij had gehoopt, dat er bericht zou kom'en van Java Dick. Misschien was het Java Dick. Hij liep naar de verschan sing en keek er overheen. Ja, dat was het! Niet Java Dick zelf, maar hij kon juist uitmaken wie het was, toen de ander rechtop in de boot stondhet was Tao Lin. „Hallo, Tao Lin!" zei hij. „Hallo, Zwarte Bob!" antwoordde Tao Lin. „Ik kon niet vóór donker komen, uit vrees dat het bekend zou worden, dat er iemand van Java Dick naar u toe werd gezonden. Java Dick wacht in zijn zaak. Hij heeft ontdekt wat u wilde we ten." „Goed!" zei Bob Kingsley gretig uit. „Zal ik met u meegaan, of in mijn eigen boot komen?" „Het is beter, uw eigten boot te nemen, Zwarte Bob," antwoordde Tao Lin; „want het is niet goed, dat we samen gezien worden; en u zult de boot ook noodig hebben om terug te keeren. Bootslui zijn allemaal dieven. Waarom zoudt u hun een afzettersprijs betalen?" „Goed!" zei Bob Kingsley weer, en vijf minu ten later roeide hij naar de kust. HOOFDSTUK XIX Het verraad Tao Lin was alweer terug aan zijn strijkplank met het eeuwige hemd, toen Bob Kingsley de zaak van Java Dick binnenkwam. „Zwarte Bob is vlug gekomen," glimlachte Tao Lin hem begroetend. „Hij' is maar één minuut na mij." ,,Ik heb onder deze omstandigheden geen tijd te'verliezen," zei Bob Kingsley met 'n glimlach. „Waar is Java?" „Hij wacht," antwoordde Tao Lin. „Hij is in de kamer, die niemand dan hij betreedt, zoodat men niet zal weten, dat hij daar praat met Zwarte Bob." Tao Lin draaide zich om en «{rukte zijn hand tegen den muur. „Zie!" Een deur ach ter de strijkplank, waarvan Bob Kingsley het bestaan niet kende, ging open, of liever, scheen terug te schuiven en in den muur te verdwijnen en hij keek in een onverlichte gang. „Vlug alsje blieft, Zwarte Bob," ging Tao Lin verder. „Het zou een slechte dag voor mij zijn, als er iemand uit het steegje binnenkwam, zooals u bent bin nengekomen en zag, wat u nu ziet. De deur van de kamer van Java Dick is direct aan den bin nenkant en aan uw linkerhand." Bob Kingsley stapte snel de gang in, toen, om dat hij plotseling een idee kreeg, dat er gevaar dreigde, draaide hij zich vlug om, om weer terug te gaan. Te laat! De schuifdeur sloot zich vlak vóór zijn oogen en hij bevond zich in een diepe duisternis. Hij hoorde het geruisch van gemuilde voeten, het geritsel van kleeren. Hij voelde een onzichtbare hand aan zijn keel. Hij trok die er woest af. Ze kwam weer terug. Andere nanden omklemden hem en hielden hem bij de armen vast. Hij sloeg er met één hand wild op los, ter wijl hij met de andere trachtte, zijn revolver uit zijn zak te wringen, maar het wapen werd hem ontnomen, vóór hij het er nog uit had. Nu wor stelde hij woest, worstelde met de woede der wanhoop, worstelde tevergeefs. Hij was in het midden van een kring snauwende, hijgende we zens, die zóó dicht opeen stonden, dat hij zich nauwelijks kon bewegen; zijn handen en armen werden zóó strak tegen hem aangedrukt, dat hij niet langer slaan kon. Toen werd hem plotseling beentje gelicht en werd hij opgenomen. Het vol gend oogenblik werd de deur van een vertrek ge opend en hij werd languit door de deuropening gegooid. Hij viel met zijn gezicht op den grond. De deur ging dicht. Hij ging recht zitten en, een oogenblik versuft, wreef hij met zijn handen heen en weer over zijn oogen. Het was vlug gebeurd, het heele zaakje kon niet langer dan een minuut geduurd hebben, en nu was hij alleen, ze hadden hem hier binnen gegooid of hij een zak meel was. Hij lachte barsch. Neen, met meel zouden ze voorzichtiger geweest zijn; de zak zou kunnen barsten, en 1 Zijn lach stierf weg. Verschrikt en geboeid staarde hij recht voor zich uit. Op den stoel bij aten muur, zoodat hij ze bijna met zijn hand kon grijpen, stonden de twee ivoren afgodsbeeldjes. De béide paren gevouwen handen waren verwij derd en lagen met twee kleine reepjes papier, aie hij direct terug kende, vóór de beeldjes. Ginneken. 2 December. Scherp-geteekend rijzen de lijnen van het elegante kasteel Bouvigne en zijn ronke toren uit den breeden vijver langs den weg op. Over het wijde land eromheen ligt de stille rust van een koelen, vochtigen win termorgen. Kwakkerend trekt een troepje eenden een lange golfsliert door het v*ater. Bouvigne viert feest. Het oude Ridder-slot, dat in den tijd der Noormannen werd gebouwd, dat in testamenten uit eeuwen her van het eene geslacht der familie van Breght overging op het andere, dat meermalen tot de eigendom men der Oranje's behoorde, dat Hunne Hoog mogende Heeren de Staten van Holland binnen zijn muren ontving en een Maurits en een Frederik Hendrik in htm volle militaire glorie tot verblijf diende, dat zelfs nog korten tijd in het bezit was van Koning Willem III hei oude Ridder-slot hangt vol blij jong meisjes leven. Vijf jaar geleden kocht de gemeente Ginne ken, op initiatief van haar voortvarenden bur gemeester, Jhr. Serraris, het kasteel, dat in zeer deplorabelen toestand verkeerde, op, om het gelijktijdig te verhuren aan de „Pius X-stich- ting", die het sindsdien beheert als centrale van de Katholieke Actie voor de Vrouwelijke Jeugd. Er is heel wat over te doen geweest indertijd, dat dit monument voortaan tot „zoeten inval" zou dienen voor fabrieksmeisjes en jonge boerinnetjes. Dat was goed om het den laatsten trap te geven, beweerde men. Onder zulk een bestemming zou het heelemaal bezwijken en de fraaie tuinen zouden plat geloopen worden on der de voeten van zulk een onbeschaafd gezel schap. Van af deze sombere voorspellingen is niets uitgekomen. Integendeel. Het kasteel is grondig gerestaureerd; ernaast is geheel in den so- beren stijl van het oude slot een lagere „Boerderij" opgetrokken, die eenmaal een vol ledig carré zal vormen, evenals het kasteel zelf „uit het w'ater opgemetseld". De tuin bleef een juwteeltje van aanleg en wordt deo volente in de toekomst uitgebreid met een even keu- rigen „Maria-tuin", waarin alles, om het cen trum der reeds door jonge werkloozen gebouw de Maria-kapel, zal wijzen op de Onbe vlekte, de Moeder van Bouvigne". En ieder die even in dit milieu heeft vertoefd, ieder die den stilzorgenden eenvoud der leidende catechis ten zag, weet, dat hier de sfeer van den waren vrede hangt een eerste eisch voor alle diepe beschaving der ziel. Het apostolaat der catechisten heeft weer een stuk sociale zielzorg onder de arbeiden de meisjes voltooid: het eerste groote werk kamp, waarin vijftig fabrieksmeisjes volle dig werden opgeleid, of beter „omgeleid" tot dienstbode, is vandaag beëindigd. Daarmee is ongetwijfeld een mijlpaal verder geschreden op den weg der ontwikkeling van het vrouwelijk jeugdwerk in dit centrum, dat aanvankelijk werd opgezet als vacantiekolonie en geleidelijk-aan in de veel dringender be hoefte aan cursusopleiding tot den socialen arbeid en cursus-inleiding „tot het volle leven" ging voorzien om nóg later, toen het duidelijk werd, dat de nood onder de werklooze fabrieks meisjes dringend om leniging vroeg, door mid del van de werkkampen ook hieraan tegemoet te komen en wel zóó, dat hier voor het #erst op grootere schaal geen lapmiddel doch een posi tieve opbouw werd bereikt. De nood onder de fabrieksmeisjes was groot. Van tweeën een: zij kwamen op een veel te jeugdigen leeftijd met een veel te gering zede lijk weerstandsvermogen als goedkoope krach ten in de fabriek en ontwikkelden zich daar op een weinig stichtelijke wijze. Of zij werden op lateren leeftijd ontslagen en kw'amen werkloos in huis zonder ooit den orde en gezelligheid scheppenden huiselijken arbeid te hebben ge daan. En dat kwam haar óók niet ten goede. Men heeft uitgaande van deze waarneming der feiten, op Bouvigne gemeend den al te vroegen fabrieksarbeid en de gevolgen der latere werkloosheid van het arbeidersmeisje niet krachtiger te kunnen bestrijden dan door haar in korte kampen op te leiden tot eenige hulp in het eigen huishouden of in lange kampen tot volledige dienstbode. En die opzet is volko men geslaagd! Het is gebleken, dat het Nederlandsche meisje zich, wanneer het de gelegenheid krijgt, spontaan aanbiedt voor den huise lijken arbeid en dat het met een hooge op vatting van dienende liefde dien arbeid wil aanvaarden. De opleiding van drie volle maanden, thans in Bouvigne voltooid, heeft vijftig meisjes, behalve een nieuwe plaats in het leven, ook een nieuw levensgeluk, De gedachte van het werkkamp in beeld: de dienende liefde beoefenend jegens elkander een krachtigen steun in haar arbeid gege ven. Op dit succes zal Bouvigne voortbouwen, ver klaarde Mgr. Frencken op den afscheidsmaal tijd der meisjes. Voortbouwen niet alleen in den vorm Van een nieuw kamp, dat in Januari met 80 nieuwe kinders begint, doch ook in den vorm van nazorg en voorselectie. Nazorg zal geschieden door enkele daartoe in samenwer king met het Rijk aangestelde functionaressen, wier taak in nauw verband staat met de ar beidsbemiddeling. Voorselectie zal plaats hebben door het in combinatie met den arbeid der nazorgsters organiseeren van reizende huishoudcursussen, die met steun van Rijks- en gemeentewege honderden meisjes de eerste be ginselen van den nuttigen en aangenamen ar beid in eigen huiselijke omgeving zullen leeren en de besten uit haar zullen aanwijzen voor de groote kampen op het kasteel. Deze eerste groep meisjes gaat heen blij en enthousiast, met de stralende oogen, trtaar- mee ze vanmiddag in de stemmige, groote zaal bijeenzaten toen Mgr. Frencken haar nog eens op het hart drukte vooral de idealen, die haar hier voor oogen waren gesteld, niet te vergeten en toen haar allen de diploma's werden over handigd. Deze groep gaat heen en een nieuwe komt. Nieuwe arbeid voor de nederige cate chisten, die weer nieuwen fabrieksmeisjes de oogen zullen openen voor de idealen der die nende liefde in het huisgezin. De directie van de N. V. Ijzergieterijen en Emailleerfabrieken „Etna" te Breda heeft haar personeel medegedeeld, dat zij voornemens is een loonsverlaging van 10 pet. in te viseren. Volgens de Volkskr. zullen de arbeidereor ganisaties zich beraden over het stellen van een ultimatum. Bij K.B. is met ingang van 1 Januari 1936^ aan E. H. Beereboom, referendaris met den persoon lijken titel van Administrateur bij het Departe ment van Financiën, op zijn verzoek eervol ont slag verleend uit zijne gemelde betrekking, met dankbetuiging voor de vele diensten d<x>r hem aan den Lande bewezen. Bij K.B. is benoemd tot Raadsheer-plaatsver- vanger in het Gerechtshof te Amsterdam mr. F. L. Neppérus, voorzitter van den Raad van Be roep (S.V.), plaatsvervangend voorzitter van den Raad van Beroep (D.B.), en rechter-plaatsver- vanger in de Arrondissementsrechtbank, te Am sterdam. Bjj beschikking van den minister van Onder wijs. Kunsten en Wetenschappen is C. P. van Nes, arts-directeur van de Annakliniek te Lei den, tot wederopzeggen toegelaten als privaat docent in de faculteit der geneeskunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden om onderwijs te ge ven in de orthopaedie. Bij K.B. is aan S. Kulker, koopman, wonende te Amsterdam, verlof verleend tot het aannemen van zijn benoeming tot Ridder in de Orde van het Legioen van Eer van Frankrijk. Benoemd tot Ridder in de Orde van den Ne- derlanschen Leeuw E. H. Beereboom. referenda ris, met den persoonlijken titel van Administra teur gij het Departement van Financiën. Het Oosten bezig met zijn duivelsche strekten! Hij klemde de kaken opeen. Hij begreep de stom me bedreiging heel goed, de stomme belofte, dat het nog erger kon worden, de arglistige kans tot nadenken, die hem nu gegeven werd, was klaar blijkelijk bedoeld om hem den moed te ontnemen en hem tot was te maken in hun handtenHij zat in de val! Java Dick had hem gevangen. Java Dick! Hij bewoog ironisch de lippen. Hij had Java Dick tot bondgenoot gekozen! Tengevolge daarvan zat hij in de klem, en in een leelijke klem ook! Hij stond op en keek om zich heen. De kamer werd verlicht, ofschoon niet al te best, door een groote lamp, die van het midden van de zolde ring afhing. Er waren geen ramen, en ook heele maal geen meubelen, met uitzondering van den stoel waar de ivoren beeldjes op stonden. Zijn oogen rustten weer op de kleine beeldjes, maar hij keek er nu naar van onder gefronste wenkbrauwen. Ze schenen een geheel nieuwe be langstelling te vragen, een nieuwe beteekenis te krijgen. Hoe waren ze eigenlijk hier gekomen? Die vraag stemde tot nadenken, als hij zin had om na te denken. Beteekende het, dat Java Dick en Mindar Singh samenwerkten? Het leek er wel op. Hij herinnerde zich hoe sluw en voorzichtig Java Dick er gisteravond op aangedrongen had, om naar zijn hol terug te keeren, nadat hij had toegegeven, dat hij één van de beeldjes op dat oogenblik in zijn bezit had. Toen Java Dick hier mee geen succes had, herinnerde hij zich, hoe deze over Mindar Singh was begonnen, en ver teld had, dat Chen-su alle hoeken afzocht, in de hoop dten Oost-Indiër te pakken te krijgen. Dat was waarschijnlijk een leugen. Het was veel waarschijnlijker, dat Java Dick zoo slim en sluw was geweest, op dat oogenblik maar iets te ver zinnen, daarna hadden Mindar Singh en hij de hoofden bij elkaar gestoken en de kleinigheden verzonnen, die Mindar Singh op de Alita was komen vertellen. Maar waar was het andere beeldje dat Mindar Singh mee naar den schoe ner had gebracht, vandaan gekomen? Hoe had Chen-su het verloren? Wat was ex van Chen-su géworden? De eene vraag bracht de andere mee, en ze waren verwantend en niet te beantwoorden. Bob Kingsley stak met een vlug en ongeduldig gebaar de hand uit, als om ze uit zijn gedachten te ban nen. Wat hielp het, of hij ze stelde? Hij kwam er niet verder mee. Het eenige, wat geen twijfel overliet was het overduidelijke getuigenis van die dreigende uitstalling op den stoel: dat men wist, dat het geheimschrift valsch was en dat mten hem zou verzoeken het echte te laten zien. Hij begon te lachen. Het echte bestond niet meer, en kapitein de Schram was al op weg naar Luala, zoodatZijn geacht nam plotseling een nuchtere uitdrukking aan. Daar waren twee kanten aan de zaak. Misschien was het toch nog niet zoo vermakelijk! Wat moest hij zeggen? Wat moest hij doen? (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 3