Verkeersfonds aan de orde
Vijf jaren op „Bouvigne"
WEE GESTOLEN
AFGODSBEELDJES
DE TOESTAND BIJ DE
SPOORWEGEN
EEN MIJLPAAL VERDER
DONDERDAG 5 DECEMBER 1935
TWEEDE KAMER
Interdepartementale commissie
onderzoekt thans hoe sanee
ring mogelijk is
De opheffing van de
Haarlemmermeerlïjnen
Leening aan Werkspoor'
DE ROODE KRUIS-EXPEDITIE
Film van het vertrek naar
Abessinië
WERKVERSCHAFFING EN
WERKFONDS
Bespreking met de regeering
„AMAZONE" DER K. N. S. M.
NAAR CURASAO
„Amor" keert naar Nederland
terug
JEUGDWERKLOOSHEID
H. J. Kuiper lid der Rijkscommissie
van Advies
Directeur Luchtvaartdienst
Mr. J. A. de Visser
Afscheid als advocaat-generaal bij
het Haagsch Gerechtshof
Installatie te Arnhem
,IK VIND U EEN BUFFEL"
Wethouder van 'sGraveland
beleedigd
Jhr. Mr. F. v. RIJCKEVORSEL f
Veel belangstelling bij de
begrafenis
STAALDRAAD IN SCHROEF
Noorsch schip naar Amsterdam
teruggekeerd
INBRAAK TE HENGELO
1100 verdwenen
HET AUTO-ONGELUK
TE BUDEL
Begrafenis der slachtoffers
door FR. L. PACKARD
Vijftig fabrieksmeisjes omgeleid
tot volleerde dienstboden
Sfeer van dienende
liefde
CONFLICT BIJ DE ETNA?
UIT DE STAATSCOURANT
Eervol ontslag
Rechterlijke macht
Privaat-docent
Onderscheiding
Den Haag, 4 December 1935
Met de Algemeene Beschouwingen over de
begrooting van het Verkeersfonds is de Kamer
gauw klaar geweest. Na de vier sprekers van
des nachts volgde er des middags nog een
achttal. En minister VAN LIDTH DE JEUDE,
minder lang van stof dan de vorige dagen,
vatte de aangeroerde onderwerpen op nuttige
wijze samen.
Aan de verkeersordening, aldus de minister,
wordt binnenshuis flink gewerkt. Men bedenke
nechter ook hier, dat haastige spoed zelden
goed is.
Wat de Spoorwegtekorten betreft, is thans
een interdepartementale commissie bezig,
naar ingrijpende maatregelen te zoeken, die
in combinatie met de reeds doorgevoerde
en nog door te voeren bezuinigingen den
toestand zullen moeten saneeren.
De minister acht het niet noodig, zooals de
Christelijk-Historische afgevaardigde KRIJGER
heden had bepleit, commercieele deskundigen
hit het bedrijfsleven en de handelswereld aan
deze commissie toe te voegen, omdat de proble
men, welke zij beziet, in hoofdzaak de verhou
ding tusschen de Spoorwegen en het Riik be
treffen.
Nakaarten over vroeger begane fouten b.v.
den aanleg van de lijntjes GoudaBoskoop en
SchaesbergKerkrade acht de Regeering
van weinig nut. De liberaal VAN KEMPEN,
die in de Kamer altijd ijverig met artikelen
hit liberale bladen werkt, had dit gedaan.
Een zeer ernstige druk de vrijzinnig-de
mocraat EBELS wees daar nog eens op
Wordt op het Spoorwegbedrijf uitgeoefend door
den geweldigen kapitaallast. Daar zal allereerst
moeten worden ingegrepen. Hier echter dient
jhr. DE GEER en ook d'e minister we
zen daarop te worden gedacht aan het cre-
diet van den Staat, hetwelk zou worden onder
mijnd, wanneer men de door den Staat ge
garandeerde verplichtingen der Spoorwegen met
dwang zou gaan verminderen. De Regeering is
dan ook zoekende naar een oplossing langs
minnelijken weg.
Een ander belangrijk vraagstuk, bij de Alge
meene Beschouwingen aangeroerd, is de druk
van de scheepvaartrechten op de binnenvaart.
De heer EBELS had de suggestie aan de hand
gedaan, om deze rechten in navolging van
de bij het verkeer te land gevolgde methode -
voortaan uniform te gaan heffen. Want de
druk varieert zeer naar gelang de onderschei
dene streken des lands. Blijkens 's ministers
antwoord komt ook de verkeerscommissie-Pa-
tijn tot de conclusie, dat een ander systeem
van heffing noodzakelijk is. Over het geheele
land genomen worden de onderhoudskosten der
Waterwegen op geen stukken na door de op
brengst van de scheepvaartrechten gedekt. Dan
is het natuurlijk een wantoestand, dat, zooals
generaal DUYMAER VAN TWIST bleef vol
houden, in het Noorden des lands een kanaal
zóóveel aan rechten opbrengt, dat met het
saldo een weg te land kon worden aangelegd.
Verder leverden de Algemeene Beschouwingen
niet veel op. De sociaal-democraat JAN TER
Laan had geklaagd, dat de vaste oeververbin
ding te Rotterdam maar niet opschiet, omdat
nu weer door proef aanbestedingen de prijzen
van een tunnel en een brug nauwkeurig moeten
Worden vergeleken. De Minister antwoordde hem
terecht, dat een eventueel verschil van eênige
milüoenen met een uitstel niet te duur gekocht
is.
Bij de afdeeling „Spoorwegen" is de Katho
lieke afgevaardigde VAN POLL nog eens terug
gekomen op de leening door de Spoorwegen
Verstrekt aan „Werkspoor". De Minister ging
op het al of niet wenschelijke van deze leening
en de daaraan door zijn ambtsvoorganger ge
geven goedkeuring niet diep meer in. De rente
Wordt regelmatig betaald. De aflossing moet
eerst tegen het einde van 1938 geschieden. En
Zelf zal de Minister, als zich nog eens derge
lijke gevallen mochten voordoen, zeer angstval
lig te werk gaan.
De Katholieke afgevaardigde VAN DER
WEIJDEN maakte bezwaar, dat door de op
heffing van de Haarlemmermeerlïjnen
met name de lijn AlfenUithoorn deze
streek geïsoleerd zal worden. Hij wenschte
voortzetting van het personenvervoer met
goedkoope motorwagens, 's Ministers eenige
toezegging was, dat hij nog eens wil over
wegen, of niet de treinen van Amsterdam
naar Uithoorn voortaan kunnen doorloopen
naar Nieuwersluis, omdat tusschen Uithoorn
en Nieuwersluis geen behoorlijke wegverbin
ding bestaat.
Ook de Katholieke afgevaardigde VAN DER
PUTT had niet veel succes met zijn pleidooi
voor Eindhoven, waar de spoorwegovergang nog
altijd een ergernis is. Plet ophoogen van de
spoorbanen kost 9 millioen, zei de Minister. Be
zwaren dus!
De Dieseltreinen, aldus de Minister tot zijn
partijgenoot Van Kempen, zijn in ieder geval
zuinig in exploitatie. Uit een oogpunt van be
drijfszekerheid en bedrijfsvoordeel voldoen zij
zeer goed.
Een wensch op het gebied van de tariefsver
laging, n.m.l. de invoering van weekend-retours,
zal de Minister aan de Directie der Spoorwe
gen overbrengen.
Bij de afdeelingen „Waterwegen" en „Land
wegen" in de laatste afdeeling bleef de Ka
mer steken zijn diverse plaatselijke belangen
verdedigd, o.a. door de Katholieke afgevaar
digden VAN DE BILT en LOCKEFEER. We
komen daar morgen aan de hand van 's Minis
ters antwoord op terug.
In de avondvergadering gaat de Kamer de
Defensiebegrooting aansnijden.
Van het afscheid van H. K. H. Prinses Ju
liana van de Roode Kruis ambulance, welke
naar Ethiopië is vertrokken, heeft Polygoon
een journaalfilm-reportage vervaardigd, waar
in o.a. is opgenomen de rede van H. K. H.
Prinses Juliana, terwijl dr. Winckel voor de
microfoon enkele woorden richt tot het Ne-
derlandsche volk.
Gebruik makend van lichtfakkels is Polygoon
tevens nog in de gelegenheid geweest het be
zoek van H. K. H. Prinses Juliana aan het s.s.
Kota Radja te filmen en deze opname wordt
nu in de belangrijkste theaters van Nederland
vertoond.
Naar de Volkskr. meldt is te 's Gravenhage
op verzoek der drie groote vakcentrales, tus
schen vertegenwoordigers dezer centrales en
de ministers van Waterstaat en van Sociale
Zaken, waarbij tegenwoordig waren eenige
hoofdambtenaren en vertegenwoordigers der
drie groote bouwvakarbeidersbonden, een be
spreking gehouden over de vraag of het juist
geacht moet worden, dat door het Werkfonds
gelden worden gevoteerd om de uitvoering van
werkverschaffingswerken mogelijk te maken.
Van de zijde der organisatie werden daar
tegen bezwaren ontwikkeld.
De bespreking, welke geruimen tijd duurde,
had tot resultaat, dat wederzijds een en ander
nader zal worden overwogen.
Naar wij vernemen zal Zaterdag het s.s.
„Amazone" van de Kon. Ned. Stoomboot Mij.
naar Curasao vertrekken om den geregelden
dienst op de New York—Venezueladijn waar te
nemen. Het s.s. „Amor" van dezelfde maat
schappij, dat tot dusver op deze route voer, keert
naar Nederland terug.
De Minister van Sociale Zaken heeft op diens
verzoek en ginder dankbetuiging voor de door
hem als zoodanig bewezen diensten van het
lidmaatschap der Rijkscommissie van Advies
in zake het vraagstuk van de jeugdwerkloos
heid eervol ontheven den heer J. Th. Nijkamp.
De Minister heeft in plaats van genoemden
heer Nijkamp tot lid van bovengenoemde Com
missie benoemd den heer H. J. Kuiper, be
stuurslid van het R. K. Werklieden Verbond in
Nederland.
Naar wij vernemen zal de heer H. C. E. van
Ede van der Plas, inspecteur bij den luchtvaart
dienst, benoemd worden tot directeur van dien
dienst als opvolger van den heer E. T. de Veer,
die, zooals gemeld, om gezondheidsredenen ont
slag uit zijn functie heeft verzocht.
Kleine deugnietenzonder einde!
Woensdagmiddag heeft na afdoening van de
gewone strafrol van de Vierde Kamer van het
Haagsch Gerechtshof, in een buitengewone zit
ting, gepresideerd door mr. D. Lodder, vice-
president, het plechtig afscheid plaats gehad
van den advocaat-generaal bij het Hof mr. J.
A. de Visser, die benoemd is tot procureur-ge
neraal bij het Gerechtshof te Arnhem.
Bij deze plechtigheid waren aanwezig de pre
sident van het hof mr. E. Jellinghaus, de vice-
president mr. C. W. Schlingemann, alle raads-
heeren, de procureur-generaal mr. A. Brants,
de oud-procureur-generaal, Jhr. mr. P. A. J.
van den Brandeler, de griffier mr. Van Griet-
huijsen, de officier van justitie bij de Haag-
sche Rechtbank mr. Nysingh, met alle substi
tuut-officieren, Jhr. mr. E. C. U. van Doom,
deken van de oide der advocaten, Commissaris
Paré, het personeel van het parket, de griffie
en de Rijksveldwacht en vele leden van de
Haagsche Balie.
Het woord werd gevoerd door mr. D Lodder
en mr. Brants. De laatste zeide o.m.:
Met den dag wordt de taak van den procu
reur-generaal, die ook waarnemend directeur
van politie in zijn ressort is, omvangrijker.
In dezen tijd van collectieven waanzin tracht
men een rechtsorde, die in den loop der eeuwen
met veel moeite is opgebouwd, in één slag af
te breken, maar wie in ons democratisch vader
land het in het hoofd krijgt wanorde te ver
wekken, loopt met het hoofd te pletter tegen
een muur. Hij zal tegenover zich vinden een
koel hoofd en een ijzeren vuist en spr. ver
trouwde dat mr. de Visser, die op de hoogte is
van de maatschappelijke stroomingen, in zijn
ressort die taak in de beste orde zou weten
te volbrengen. Daarvoor staan borg diens vast
karakter, zijn groote menschenkennis en krach
tige wil.
Vervolgens werd het woord gev'oerd door den
deken der Orde van Advocaten jhr. mr. E. C. U.
van Doorn, waarna mr. de Visser een dank
woord sprak.
Des avonds heeft het Hof den scheidenden
advocaat-generaal een maaltijd aangeboden.
De nieuwbenoemde procureur-generaal bij
het Gerechtshof te Arnhem, mr. J. de Visser,
zal a.s. Vrijdag in een buitengewone zitting van
dat Hof door den president mr. dr. C. W. Ma-
ris, als zoodanig worden geïnstalleerd.
Te 's Graveland werd in September j 1. een
weg geasfalteerd en dit zou 26 September de
aanleiding worden tot een twist tusschen den
wegenbouwer W. B. uit Naarden, die het werk
uitvoerde en wethouder Gorter te 's Grave
land.
De heer Gorter reed op genoemden dag des
morgens tegen 9 uur, over den weg, die ge
asfalteerd werd. Officieeel was de weg niet
door B. en W. afgesloten en de heer Gorter
was dan ook reeds meermalen voorzichtig ge
passeerd. Ook ditmaal was hiertoe z.i. geen be
zwaar. De uitvoerder van het werk dacht er
anders over; een d'er arbeiders plaatste een
greep midden op den weg, doch de heer Gor
ter liet zich hier niet door weerhouden en reed
voorzichtig door. B. kwam toeloopen en riep:
„Als je dat nog eens probeert, sla ik je hersens
in." De heer Gorter bewaarde zijn kalmte en
raadde den wegenbouwer slechts aan, zich een
weinig te matigen. Het resultaat was echter
negatief: „Je bent een schoft" voegde hij den
wethouder toe.
De heer Gorter reed door om zijn kinderen
naar school te brengen, doch kwam even later
bij het werk terug om nog eens rustig met B.
te praten. Nog was 'smans gemoedsrust niet
weergekeerd; integendeel: hij greep den heer
Gorter bij de borst en riep hem toe: „Buffel
die je bent."
De arbeiders kwamen tussehenbeiden en
wisten hun baas te kalmeeren.
De heer Gorter diende een klacht in en
Woensdag stond de wegenbouwer voor den
Amsteraamschen politierechter mr. Muller te
recht wegens beleediging. Hij gaf een eenigs-
zins andere lezing van het geval dan de wet
houder. Volgens hem was hij driftig geworden,
omdat de weg door den auto werd bedorven,
Hij had zijn kalmte verloren en gezegd: „Je
bent een buffel."
„En hebt u ook het woord „schoft" gebruikt?"
vroeg de politierechter.
Verdachte ontkende dit echter; volgens hem
had de heer G. gezegd: „Ik heb met jou en je
werk niets te maken."
Bovendien verklaarde verd. dat de weg offi
cieel was afgesloten.
De politierechter was het hier echter niet
mee eens: „De stukken bewijzen, dat er var: een
afsluiting geen sprake was."
Wegens beleediging requireerde de officier
10 boete, subs. 10 dagen hechtenis. De politie
rechter deed er nog iets af: ƒ7 of zeven dagen.
Verdachte: „Het is teveel; ik heb niet ge
zegd: „u bent een buffel," maar „ik vind u een
buffel."
Woensdag heeft te Berlicum de plechtige uit
vaart en begrafenis plaats gehad van jhr. mr
P. J. J. M. van Rijckevorsel, in leven Kamer
heer i.b.d. van H. M. de Koningin, oud-lid van
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, oud
wethouder van 's-Hertogenbosch en voorzitter
van de Ridderschap in Noord-Brabant.
Nadat het stoffelijk overschot van het land
goed „De Wamberg" per lijkauto, gevolgd dooi
een honderdtal auto's met genoodigden en be
langstellenden naar de R.K. kerk te Berlicum
was overgebracht, werd daar de plechtige Re
quiemmis gecelebreerd.
Als afgevaardigde van H. M. de Koningin was
hierbij tegenwoordig mr. E. L. M. H. baron
Speyart van Woerden, kamerheer i.b.d. van H.
M. de Koningin en procureur-generaal bij het
Bossche gerechtshof. Ook had H. M. de Konin
gin een groote krans van witte chrysanthen en
aronskelken gezonden.
Verder waren tegenwoordig de commissaris
van de Koningin in Noord-Brabant, mr. dr. A. B.
G. M. van Rijckevorsel, het Eerste-kamerlid mr
W. van Lanschot, leden van Gedeputeerde en
Provinciale Staten, gemeentebesturen van om
liggende gemeenten en talrijke familieleden.
Na de Requiemmis had de begrafenis plaats
op het R.K. Kerkhof te Berlicum.
Behalve door de vele familieleden en autori
teiten werd deze plechtigheid bijgewoond door
do gilden van Vught, Nuenen, Tongelre en Ber
licum in hun folkloristische drachten.
Aan de groeve werd niet gesproken. De oud
ste zoon van den overledene mr. E. van Rijcke
vorsel, burgemeester van Berlicum, dankte na
mens de familie voor de laatste eer, aan zijn
vader bewezen.
Toen Woensdagmorgen het Noorsche stoom
schip „Kjorrefjord," dat op weg van Amster
dam naar Great Yarmouth, enkele dagen te
IJmuid'en was opgehouden wegens het slechte
weer, de reis zou vervolgen, heeft het schip bij
het manoeuvreeren voor de middensluis een
staaldraad met ketting in de schroef gekregen.
Behalve dit feit kwam uit het duikeronder-
zoek tevens vast te saan, dat het koper van de
schroefas beschadigd was. In overleg met het
bureau Veritas is het schip naar Amsterdam
teruggekeerd, waar het in een der dokken van
de Amsterdamsche Droogdok Mij. zal worden
opgenomen.
Te Hengelo is een inbraak gepleegd in de
villa van de familie S. aan den straatweg naar
Enschede. De bewoners hebben van het onge-
wenschte bezoek niet eerder iets bemerkt dan
bij het ontwaken.
Een keukenraam bleek open te staan. Aan
genomen wordt, dat de inbrekers langs dezen
weg zqn binnengekomen en ook weer zijn ver
dwenen.
In totaal wordt een bedrag vermist van
1100, bestaande uit bankbiljetten van 10,
een aantal gouden tientjes, een gouden vijfje
en wat klein geld. Dit alles werd gehaald uit
een lederen damestaschje, dat ook bleek te zijn
meegenomen, uit een geldkistje, uit een spaar-
kokertje en uit een doosje in de keuken.
De marechaussee van de brigade Hengelo
heeft het onderzoek in deze zaak in handen
genomen.
Woensdag is onder enorme belangstelling het
stoffelijk overschot van drie slachtoffers van
het auto-ongeluk te Budel, de gebroeders Pee-
ters en H. Dielen, ten grave gedragen.
Des morgens werd te Roermond een plechtige
II. Requiemmis opgedragen, waarna de teraarde
bestelling op het nabij de kerk gelegen kerkhof
plaats vond. Een groote menigte volgde de drie
lijkbaren, die met een schat van bloemen gedekt
waren.
Het vierde slachtoffer werd begraven te Weert,
na een Requiemmis in de St. Martinuskerk al
daar. Ook hier was de belangstelling zeer groot.
49
Hij liep het dek op en neer. Een schoener stak
bi zee. Onderbewust merkte hij het dat was
natuurlijk kapitein de Schram. Het begon donker
te worden. Nog liep hij op het dek vechtende
tegen de bekoring, het verlangen van iederen ve
zel van zijn wezen, om een bootje te laten uitzet
ten en aan wal te gaan, om haar te zoeken. Hij
Wide, dat die blauwe oogten de zijne ontmoetten,
bonder den afkeer er in, die tot nog toe zijn deel
tvas geweest; hij wilde een glimlach zien op die
lippen, die nog nooit tegen hem gelachen had
den; hij wilde voor haar staan als iemand, die
Vrii zijn zaak kön bepleiten. Hij wenschte God,
hiet zijn heele ziel hij wenschte haar te zien!
■Maar hij kon niet gaan. Hij mocht niet gaan.
LTog met! Het was te gevaarlijk voor haar.
Chbn-su en de anderen wisten niet, dat ze in
Singapore was. Maar ofschoon ze zich den boelen
dag stil hadden gehouden, konden ze hem wel
®ens bespieden. En in dat geval, zou naar haar
gaan haar verraden zijn. Weliswaar wisten
Be, dat zy niet langer het ééne beeldje had, en
zooals hij kapitein de Schram gezegd had, dacht
hij niet, dat ze daarom nog gevaar liep; maar
toch kon men niet zeggten wat Chen-su, gedwars
boomd en wraakzuchtig, nog kon doen, als hij de
kans kreeg, tegen iemand, die hij Bob Kingsleys
liefste" had genoemd.
„Liefste!" Bob Kingsley's lippen vormden
zacht dat woord en hij glimlachte in de duis
ternis, die nu volkomen was.
Toen trok plotseling het zwakke geluid van
riemen dicht langszij zijn aandacht. Wie was
dat? Kwam er eenig licht? Hij had gehoopt, dat
er bericht zou kom'en van Java Dick. Misschien
was het Java Dick. Hij liep naar de verschan
sing en keek er overheen. Ja, dat was het! Niet
Java Dick zelf, maar hij kon juist uitmaken
wie het was, toen de ander rechtop in de boot
stondhet was Tao Lin.
„Hallo, Tao Lin!" zei hij.
„Hallo, Zwarte Bob!" antwoordde Tao Lin. „Ik
kon niet vóór donker komen, uit vrees dat het
bekend zou worden, dat er iemand van Java
Dick naar u toe werd gezonden. Java Dick wacht
in zijn zaak. Hij heeft ontdekt wat u wilde we
ten."
„Goed!" zei Bob Kingsley gretig uit. „Zal ik
met u meegaan, of in mijn eigen boot komen?"
„Het is beter, uw eigten boot te nemen, Zwarte
Bob," antwoordde Tao Lin; „want het is niet
goed, dat we samen gezien worden; en u zult de
boot ook noodig hebben om terug te keeren.
Bootslui zijn allemaal dieven. Waarom zoudt u
hun een afzettersprijs betalen?"
„Goed!" zei Bob Kingsley weer, en vijf minu
ten later roeide hij naar de kust.
HOOFDSTUK XIX
Het verraad
Tao Lin was alweer terug aan zijn strijkplank
met het eeuwige hemd, toen Bob Kingsley de
zaak van Java Dick binnenkwam.
„Zwarte Bob is vlug gekomen," glimlachte Tao
Lin hem begroetend. „Hij' is maar één minuut na
mij."
,,Ik heb onder deze omstandigheden geen tijd
te'verliezen," zei Bob Kingsley met 'n glimlach.
„Waar is Java?"
„Hij wacht," antwoordde Tao Lin. „Hij is in
de kamer, die niemand dan hij betreedt, zoodat
men niet zal weten, dat hij daar praat met
Zwarte Bob." Tao Lin draaide zich om en «{rukte
zijn hand tegen den muur. „Zie!" Een deur ach
ter de strijkplank, waarvan Bob Kingsley het
bestaan niet kende, ging open, of liever, scheen
terug te schuiven en in den muur te verdwijnen
en hij keek in een onverlichte gang. „Vlug alsje
blieft, Zwarte Bob," ging Tao Lin verder. „Het
zou een slechte dag voor mij zijn, als er iemand
uit het steegje binnenkwam, zooals u bent bin
nengekomen en zag, wat u nu ziet. De deur van
de kamer van Java Dick is direct aan den bin
nenkant en aan uw linkerhand."
Bob Kingsley stapte snel de gang in, toen, om
dat hij plotseling een idee kreeg, dat er gevaar
dreigde, draaide hij zich vlug om, om weer terug
te gaan. Te laat! De schuifdeur sloot zich vlak
vóór zijn oogen en hij bevond zich in een diepe
duisternis. Hij hoorde het geruisch van gemuilde
voeten, het geritsel van kleeren. Hij voelde een
onzichtbare hand aan zijn keel. Hij trok die er
woest af. Ze kwam weer terug. Andere nanden
omklemden hem en hielden hem bij de armen
vast. Hij sloeg er met één hand wild op los, ter
wijl hij met de andere trachtte, zijn revolver uit
zijn zak te wringen, maar het wapen werd hem
ontnomen, vóór hij het er nog uit had. Nu wor
stelde hij woest, worstelde met de woede der
wanhoop, worstelde tevergeefs. Hij was in het
midden van een kring snauwende, hijgende we
zens, die zóó dicht opeen stonden, dat hij zich
nauwelijks kon bewegen; zijn handen en armen
werden zóó strak tegen hem aangedrukt, dat hij
niet langer slaan kon. Toen werd hem plotseling
beentje gelicht en werd hij opgenomen. Het vol
gend oogenblik werd de deur van een vertrek ge
opend en hij werd languit door de deuropening
gegooid. Hij viel met zijn gezicht op den grond.
De deur ging dicht. Hij ging recht zitten en, een
oogenblik versuft, wreef hij met zijn handen heen
en weer over zijn oogen. Het was vlug gebeurd,
het heele zaakje kon niet langer dan een minuut
geduurd hebben, en nu was hij alleen, ze hadden
hem hier binnen gegooid of hij een zak meel was.
Hij lachte barsch. Neen, met meel zouden ze
voorzichtiger geweest zijn; de zak zou kunnen
barsten, en
1 Zijn lach stierf weg. Verschrikt en geboeid
staarde hij recht voor zich uit. Op den stoel bij
aten muur, zoodat hij ze bijna met zijn hand kon
grijpen, stonden de twee ivoren afgodsbeeldjes.
De béide paren gevouwen handen waren verwij
derd en lagen met twee kleine reepjes papier, aie
hij direct terug kende, vóór de beeldjes.
Ginneken. 2 December.
Scherp-geteekend rijzen de lijnen van
het elegante kasteel Bouvigne en zijn ronke
toren uit den breeden vijver langs den weg
op. Over het wijde land eromheen ligt de
stille rust van een koelen, vochtigen win
termorgen. Kwakkerend trekt een troepje
eenden een lange golfsliert door het v*ater.
Bouvigne viert feest. Het oude Ridder-slot,
dat in den tijd der Noormannen werd gebouwd,
dat in testamenten uit eeuwen her van het
eene geslacht der familie van Breght overging
op het andere, dat meermalen tot de eigendom
men der Oranje's behoorde, dat Hunne Hoog
mogende Heeren de Staten van Holland binnen
zijn muren ontving en een Maurits en een
Frederik Hendrik in htm volle militaire glorie
tot verblijf diende, dat zelfs nog korten tijd in
het bezit was van Koning Willem III hei
oude Ridder-slot hangt vol blij jong meisjes
leven.
Vijf jaar geleden kocht de gemeente Ginne
ken, op initiatief van haar voortvarenden bur
gemeester, Jhr. Serraris, het kasteel, dat in zeer
deplorabelen toestand verkeerde, op, om het
gelijktijdig te verhuren aan de „Pius X-stich-
ting", die het sindsdien beheert als centrale van
de Katholieke Actie voor de Vrouwelijke Jeugd.
Er is heel wat over te doen geweest indertijd,
dat dit monument voortaan tot „zoeten inval"
zou dienen voor fabrieksmeisjes en jonge
boerinnetjes. Dat was goed om het den laatsten
trap te geven, beweerde men. Onder zulk een
bestemming zou het heelemaal bezwijken en de
fraaie tuinen zouden plat geloopen worden on
der de voeten van zulk een onbeschaafd gezel
schap.
Van af deze sombere voorspellingen is niets
uitgekomen. Integendeel. Het kasteel is grondig
gerestaureerd; ernaast is geheel in den so-
beren stijl van het oude slot een lagere
„Boerderij" opgetrokken, die eenmaal een vol
ledig carré zal vormen, evenals het kasteel zelf
„uit het w'ater opgemetseld". De tuin bleef een
juwteeltje van aanleg en wordt deo volente
in de toekomst uitgebreid met een even keu-
rigen „Maria-tuin", waarin alles, om het cen
trum der reeds door jonge werkloozen gebouw
de Maria-kapel, zal wijzen op de Onbe
vlekte, de Moeder van Bouvigne". En ieder
die even in dit milieu heeft vertoefd, ieder die
den stilzorgenden eenvoud der leidende catechis
ten zag, weet, dat hier de sfeer van den waren
vrede hangt een eerste eisch voor alle diepe
beschaving der ziel.
Het apostolaat der catechisten heeft weer
een stuk sociale zielzorg onder de arbeiden
de meisjes voltooid: het eerste groote werk
kamp, waarin vijftig fabrieksmeisjes volle
dig werden opgeleid, of beter „omgeleid"
tot dienstbode, is vandaag beëindigd.
Daarmee is ongetwijfeld een mijlpaal verder
geschreden op den weg der ontwikkeling van
het vrouwelijk jeugdwerk in dit centrum, dat
aanvankelijk werd opgezet als vacantiekolonie
en geleidelijk-aan in de veel dringender be
hoefte aan cursusopleiding tot den socialen
arbeid en cursus-inleiding „tot het volle leven"
ging voorzien om nóg later, toen het duidelijk
werd, dat de nood onder de werklooze fabrieks
meisjes dringend om leniging vroeg, door mid
del van de werkkampen ook hieraan tegemoet
te komen en wel zóó, dat hier voor het #erst op
grootere schaal geen lapmiddel doch een posi
tieve opbouw werd bereikt.
De nood onder de fabrieksmeisjes was groot.
Van tweeën een: zij kwamen op een veel te
jeugdigen leeftijd met een veel te gering zede
lijk weerstandsvermogen als goedkoope krach
ten in de fabriek en ontwikkelden zich daar op
een weinig stichtelijke wijze. Of zij werden op
lateren leeftijd ontslagen en kw'amen werkloos
in huis zonder ooit den orde en gezelligheid
scheppenden huiselijken arbeid te hebben ge
daan. En dat kwam haar óók niet ten goede.
Men heeft uitgaande van deze waarneming
der feiten, op Bouvigne gemeend den al te
vroegen fabrieksarbeid en de gevolgen der latere
werkloosheid van het arbeidersmeisje niet
krachtiger te kunnen bestrijden dan door haar
in korte kampen op te leiden tot eenige hulp
in het eigen huishouden of in lange kampen
tot volledige dienstbode. En die opzet is volko
men geslaagd!
Het is gebleken, dat het Nederlandsche
meisje zich, wanneer het de gelegenheid
krijgt, spontaan aanbiedt voor den huise
lijken arbeid en dat het met een hooge op
vatting van dienende liefde dien arbeid wil
aanvaarden. De opleiding van drie volle
maanden, thans in Bouvigne voltooid, heeft
vijftig meisjes, behalve een nieuwe plaats
in het leven, ook een nieuw levensgeluk,
De gedachte van het werkkamp in beeld:
de dienende liefde beoefenend jegens
elkander
een krachtigen steun in haar arbeid gege
ven.
Op dit succes zal Bouvigne voortbouwen, ver
klaarde Mgr. Frencken op den afscheidsmaal
tijd der meisjes. Voortbouwen niet alleen in
den vorm Van een nieuw kamp, dat in Januari
met 80 nieuwe kinders begint, doch ook in den
vorm van nazorg en voorselectie. Nazorg zal
geschieden door enkele daartoe in samenwer
king met het Rijk aangestelde functionaressen,
wier taak in nauw verband staat met de ar
beidsbemiddeling. Voorselectie zal plaats
hebben door het in combinatie met den arbeid
der nazorgsters organiseeren van reizende
huishoudcursussen, die met steun van Rijks- en
gemeentewege honderden meisjes de eerste be
ginselen van den nuttigen en aangenamen ar
beid in eigen huiselijke omgeving zullen leeren
en de besten uit haar zullen aanwijzen voor de
groote kampen op het kasteel.
Deze eerste groep meisjes gaat heen blij
en enthousiast, met de stralende oogen, trtaar-
mee ze vanmiddag in de stemmige, groote zaal
bijeenzaten toen Mgr. Frencken haar nog eens
op het hart drukte vooral de idealen, die haar
hier voor oogen waren gesteld, niet te vergeten
en toen haar allen de diploma's werden over
handigd. Deze groep gaat heen en een nieuwe
komt. Nieuwe arbeid voor de nederige cate
chisten, die weer nieuwen fabrieksmeisjes de
oogen zullen openen voor de idealen der die
nende liefde in het huisgezin.
De directie van de N. V. Ijzergieterijen en
Emailleerfabrieken „Etna" te Breda heeft haar
personeel medegedeeld, dat zij voornemens is
een loonsverlaging van 10 pet. in te viseren.
Volgens de Volkskr. zullen de arbeidereor
ganisaties zich beraden over het stellen van
een ultimatum.
Bij K.B. is met ingang van 1 Januari 1936^ aan
E. H. Beereboom, referendaris met den persoon
lijken titel van Administrateur bij het Departe
ment van Financiën, op zijn verzoek eervol ont
slag verleend uit zijne gemelde betrekking, met
dankbetuiging voor de vele diensten d<x>r hem
aan den Lande bewezen.
Bij K.B. is benoemd tot Raadsheer-plaatsver-
vanger in het Gerechtshof te Amsterdam mr. F.
L. Neppérus, voorzitter van den Raad van Be
roep (S.V.), plaatsvervangend voorzitter van den
Raad van Beroep (D.B.), en rechter-plaatsver-
vanger in de Arrondissementsrechtbank, te Am
sterdam.
Bjj beschikking van den minister van Onder
wijs. Kunsten en Wetenschappen is C. P. van
Nes, arts-directeur van de Annakliniek te Lei
den, tot wederopzeggen toegelaten als privaat
docent in de faculteit der geneeskunde aan de
Rijksuniversiteit te Leiden om onderwijs te ge
ven in de orthopaedie.
Bij K.B. is aan S. Kulker, koopman, wonende
te Amsterdam, verlof verleend tot het aannemen
van zijn benoeming tot Ridder in de Orde van
het Legioen van Eer van Frankrijk.
Benoemd tot Ridder in de Orde van den Ne-
derlanschen Leeuw E. H. Beereboom. referenda
ris, met den persoonlijken titel van Administra
teur gij het Departement van Financiën.
Het Oosten bezig met zijn duivelsche strekten!
Hij klemde de kaken opeen. Hij begreep de stom
me bedreiging heel goed, de stomme belofte, dat
het nog erger kon worden, de arglistige kans tot
nadenken, die hem nu gegeven werd, was klaar
blijkelijk bedoeld om hem den moed te ontnemen
en hem tot was te maken in hun handtenHij zat
in de val! Java Dick had hem gevangen. Java
Dick! Hij bewoog ironisch de lippen. Hij had
Java Dick tot bondgenoot gekozen! Tengevolge
daarvan zat hij in de klem, en in een leelijke
klem ook!
Hij stond op en keek om zich heen. De kamer
werd verlicht, ofschoon niet al te best, door een
groote lamp, die van het midden van de zolde
ring afhing. Er waren geen ramen, en ook heele
maal geen meubelen, met uitzondering van den
stoel waar de ivoren beeldjes op stonden.
Zijn oogen rustten weer op de kleine beeldjes,
maar hij keek er nu naar van onder gefronste
wenkbrauwen. Ze schenen een geheel nieuwe be
langstelling te vragen, een nieuwe beteekenis te
krijgen. Hoe waren ze eigenlijk hier gekomen?
Die vraag stemde tot nadenken, als hij zin had
om na te denken. Beteekende het, dat Java Dick
en Mindar Singh samenwerkten? Het leek er wel
op. Hij herinnerde zich hoe sluw en voorzichtig
Java Dick er gisteravond op aangedrongen had,
om naar zijn hol terug te keeren, nadat hij had
toegegeven, dat hij één van de beeldjes op dat
oogenblik in zijn bezit had. Toen Java Dick hier
mee geen succes had, herinnerde hij zich, hoe
deze over Mindar Singh was begonnen, en ver
teld had, dat Chen-su alle hoeken afzocht, in de
hoop dten Oost-Indiër te pakken te krijgen. Dat
was waarschijnlijk een leugen. Het was veel
waarschijnlijker, dat Java Dick zoo slim en sluw
was geweest, op dat oogenblik maar iets te ver
zinnen, daarna hadden Mindar Singh en hij de
hoofden bij elkaar gestoken en de kleinigheden
verzonnen, die Mindar Singh op de Alita was
komen vertellen. Maar waar was het andere
beeldje dat Mindar Singh mee naar den schoe
ner had gebracht, vandaan gekomen? Hoe had
Chen-su het verloren? Wat was ex van Chen-su
géworden?
De eene vraag bracht de andere mee, en ze
waren verwantend en niet te beantwoorden. Bob
Kingsley stak met een vlug en ongeduldig gebaar
de hand uit, als om ze uit zijn gedachten te ban
nen. Wat hielp het, of hij ze stelde? Hij kwam
er niet verder mee. Het eenige, wat geen twijfel
overliet was het overduidelijke getuigenis van die
dreigende uitstalling op den stoel: dat men wist,
dat het geheimschrift valsch was en dat mten
hem zou verzoeken het echte te laten zien.
Hij begon te lachen. Het echte bestond niet
meer, en kapitein de Schram was al op weg naar
Luala, zoodatZijn geacht nam plotseling
een nuchtere uitdrukking aan. Daar waren twee
kanten aan de zaak. Misschien was het toch nog
niet zoo vermakelijk! Wat moest hij zeggen? Wat
moest hij doen?
(Wordt vervolgd)