Verhouding tusschen Italië
en Engeland
Defensiebeleid onder de loupe
SANCTIEPOLITIEK EN
KRITIEK
MOORD TE ROTTERDAM
STEUN NOODLIJDENDE
KUNSTENAARS
Mr. JOEKES C.S. ZULLEN
VOOR STEMMEN
De Beul"
CRÈME
DONDERDAG 5 DECEMBER 1935
Toegeeflijkheid jegens Japan en
Duitschland versterkt den
Volkenbond allerminst
Waarom zoo streng
tegen Italië?
een weldaad
\/r\nr Uw huid
NOG EENS: „DE BEUL
Nationaal Herstel wendt zich tot
den minister
DE WERKVERSCHAFFING
Signaal-systeem voor rouleering
Schipper op achterbalcon van
tram doodgestoken
Ongelukkig toeval
HET WASSENDE WATER
Oorlogsbodems op reis
TWEEDE KAMER
Het antwoord van minister Colijn
duurde tot vier uur in
den morgen
Heden wordt gestemd
■fff
Luchtmacht
Voor 1936 wordt op honderd
duizend gulden gerekend
ROTTERDAM BIJ LUCHT
AANVALLEN
VOORSCHRIFTEN INZAKE
WAREN
DE OPHOOGING VAN DEN
SPOORWEG TE VLAKE
VOETGANGER VERONGELUKT
Door fietsrijder aangereden
(Van onzen Londenschen correspondent)
Het Kabinet heeft deze week voor het
eerst sinds de ontbinding van het Par
lement voltallig vergaderd. De zitting,
Welke bijna drie uren duurde, was in hoofdzaak
gewijd aan de verschillende aspecten van den
internationalen toestand.
Bekrachtigd werd de tot nu toe door de Re
geering gevolgde politiek van collectieve actie
door den Volkenbond, ten einde den duur van
het conflict tusschen Italië en Abessinië te be
korten.
Dit wil zeggen, dat indien de Volkenbonds
commissie te Genève besluit ten gunste van
petroleum-sancties, de Britsche Regeering hier
mede ten volle zal instemmen.
Men had niets anders verwacht. Wel wordt
beweerd, dat een aantal leden van het Kabi
net de wenschelijkheid van een petroleum-em
bargo bestreden hebben, maar zij vormen toch
slechts een geringe minderheid. De meerderheid
is van oordeel, dat petroleum-sancties niet als
iets op zich zelf staands beschouwd mogen
worden, doch een onderdeel zijn van de econo
mische sancties, en dat het ongerijmd zou zijn
deze af te kondigen, doch ervoor terug te
schrikken, die maatregelen, welke Italië de oor
logvoering het meest kunnen belemmeren, door
te voeren.
Gelijk Mr. Baldwin binnen weinige uren in
het Lagerhuis waarschijnlijk nogmaals met na
druk zal verklaren, blijft het 't vaste besluit der
Regeering in het Italiaansch-Abessinische con
flict in geen geval afzonderlijk op te treden.
Ook werd gisteren de mogelijkheid besproken
van stappen in het belang van den vrede. Hier
omtrent evenwel verneemt men van Britsche
zijde niets anders dan vaagheden en algemeen
beden. Te Londen erkent men, dat Italië zich
op het oogenblik niet in een stemming bevindt
om een anderen dan zeer eervollen vrede te
sluiten, niet zoozeer met Abessinië als wel met
den Volkenbond. Men ziet in dat het prestige
van Sr. Mussolini in zijn eigen land hierbij op
het spel staat. Een diktator, die een fiasco ge
leden heeft, is als een goochelaar wien een
kunstje mislukt is; de kinderen lachen hem uit
en gelooven niet meer in hem.
Maar ook voor Londen is dit conflict meer en
meer een kwestie van prestige geworden, en dit
verklaart waarom men in Britsche officieele
kringen vastbesloten schijnt te zijn economische
sancties tot het uiterste door te voeren, indien
geen middel gevonden kan worden om het dis
puut uit de wereld te helpen.
Een verschil evenwel is, dat een zeer groot
deel der Britsche openbare meening niet
achter de Regeering staat. Terwijl bijna
algemeen erkend wordt, dat Italië zoowel for
meel als feitelijk in het onrecht is, zijn zeer in
vloedrijke schrijvers van oordeel, dat de Brit
sche Regeering dit conflict zeer op zich zelf, in-
plaats van in het kader van den algemeenen
Europeeschen en wereldtoestand beschouwt.
J. L. Garvin, de beroemde hoofdredacteur van
de „Observer", die sinds eenige jaren reeds op
bouwende, maar scherpe kritiek uitoefent op
het algemeene buitenlandsche beleid der Re
geering, en wiens vermaningen reeds menig
maal door de gebeurtenissen gerechtvaardigd
zijn, heeft in zijn laatste wekelijksche
artikel opnieuw ernstig gewaarschuwd tegen de
noodlottige gevolgen, die het hebben kan, in
dien de politiek van sancties te ver doorgevoerd
Wordt. De katholieke weekbladen, ofschoon er
kennend, dat Italië's aanval op Abessinië in
flagranten strijd is met het Volkenbondsrecht,
en dat de leden van den Bond niet werkeloos
kunnen toezien zonder de beginselen, welke Ge
nève belichaamt, te miskennen, dringen toch
bijna wekelijks erop aan, dat men pogen zal het
Italiaansche standpunt te begrijpen. De „Uni
verse" wees er in haar laatste nummer op, dat
er volstrekt geen eenstemmigheid of zekerheid
bestaat ten aanzien van wat gedaan moet wor
den nadat Italië schuldig verklaard was aan
schending van art. 12.
„Wij moeten begrijpen," schrijft het groote
katholieke orgaan, „dat wij evenveel van de
Italianen vergen wanneer wij hun vragen te
gelooven, dat Frankrijk en Engeland zich niet
door zelfzuchtige motieven laten leiden, als zij
van ons eischen door te verlangen, dat wij in
hun goede trouw gelooven zullen. Onlangs lazen
wjj een veelzeggende uitlating van een voor
aanstaand leider der Society of Friends (Qua
kers) den laatsten man om militarisme of 'n
militairistische Regeering te verdedigen. Hij
schreef: „Indien wij de problemen van Japan,
de geweldige moeilijkheden van zijn heelen eco-
nomischen toestand kenden, dan zouden wij
sijn methodes in China wel scherp kunnen
!aken, maar tevens zouden wij ernaar streven
de oorzaken, welke aan dezen toestand ten
grondslag liggen, uit den weg te ruimen. Wij
allen hebben Italië veroordeeld wegens de me
thode, welke het in Abessinië toepast, maar
hoevelen pogen werkelijk te begrijpen wat het
Italiaansche volk bezielt, en waarom het deze
expansie noodig heeft?"
Overwegingen van soortgelijken aard vindt
men in tal van bladen, die niet gewoon
zijn zonder kritiek het standpunt van
het Foreign Office weer te geven. Het is duide
lijk, dat een zeer groot deel van het volk
het beleid der Regeering ten opzichte van Ita
lië niet begrijpt. Waarom moet alle deugdzame
Verontwaardiging van het kabinet geconcen
treerd worden op Italië, nadat het Japan fei
telijk zijn gang heeft laten gaan? Liefde voor
ben Volkenbond? Maar werden de beginselen
van Genève dan meer geëerbiedigd door Japan
ban door Italië?
„Wat gebeurt in het Verre Oosten?" vraagt
Garvin en hij antwoordt: „Iets, dat duizend
maal veelzeggender en onheilspellender is dan
wat plaats grijpt in het „Ethiopische Rijk"."
Maar dit niet alleen. Toen Duitschland ruim
twee jaren geleden den Volkenbond verliet, gat
bit de Britsche Regeering aanleiding tot een
Politiek van concessies, welke hoe men ze op
*ichzelf ook beschouwen mocht een soort
premie waren op uittreding uit den Volken
bond.
Niemand zal ontkennen, dat Duitschland door
zijn uittreden zijn internationale positie onnoe
melijk versterkt heeft, maai- dat dit dan ook
bijna uitsluitend hieraan te danken geweest is,
dat Engeland elke werkelijke solidariteit tus
schen Volkenbondsleden, waardoor Duitschland
de nadeelen van zijn uittreden ondervinden zou,
voorkomen heeft. Of dit een verstandige poli
tiek was, doet thans niet ter zake; het was ze
ker geen Volkenbondspolitiek. Fransche en Ita
liaansche bladen schreven, dat een land, om
zich van Engelands steun te verzekeren, niet
beter doen kon dan met den Volkenbond bre
ken. De verloochening van de militaire bepa
lingen van het Verdrag van Versailles werd
door de Britsche Regeering als een voldongen
feit aanvaard, en met een uiterst slappe nota
beantwoord. Te Genève was het de voornaam
ste zorg der Britsche gedelegeerden ervoor te
waken, dat de „veroordeeling" door den Volken
bondsraad van Duitschlands optreden op zoo
danige wijze geformuleerd werd, dat men er te
Berlijn vooral geen aanstoot aan nemen zou.
Nauwelijks was die veroordeeling uitgesproken
of de Britsche Regeering sloot, buiten haar be
langhebbende medeleden van den Volkenbond
om, een afzonderlijk vlootverdrag met Duitsch
land. Of zij hieraan verstandig deed of niet,
willen wij niet pogen te beoordeelen, maar net
was niet de politiek van een Regeering, die
vóór alles de Volkenbondsbeginselen wil toe
passen. Sinds 14 October 1933 heeft zij voort
durend premies gesteld op Duitschlands uit
treden uit den Volkenbond.
Dit, en de niet minder merkwaardige pas
siviteit, welke zij aan den dag legt te
genover het eveneens uit den Bond ge
treden Japan, is oorzaak, dat men zich af
vraagt: waarom legt Groot-Brittannië geen
soortgelijke consideratie aan den dag tegen
over Italië? Waarom prest het als 't ware
Frankrijk, dat het steeds heeft pogen te bewer
ken tot toegevendheid met betrekking tot
Duitschland, tot een onverdraagzame Volken-
bondspolitiek tegenover Italië? Men beweert
niet, dat Engelands standpunt od zichzelf niet
volkomen juist, en dat Italië niet in het on
recht is. Maar men verontrust zich over de
scherpe tegenstelling tusschen Engelands lank
moedigheid jegens Japan en Duitschland, en
zijn striktheid tegenover Italië.
Laatstgenoemd land is niet uit den Volken
bond getreden, ondanks het voorbeeld van
Duitschland en dat van Japan, en ondanks de
resultaten, welke deze landen bereikt hebben
door met Genève te breken. Wanneer men zich
herinnert wat Engeland twee jaren lang ge
daan heeft om Duitschland in den Volkenbond
terug te krijgen, dan verwondert men zich er
over, dat het thans niets doet om Italië althans
in den Volkenbond te behouden.
„Door de politiek van sancties schrijft Gar
vin is het evenwicht der wereld reeds ver
anderd tot groot en duurzaam nadeel van den
Bond in 't algemeen, en van het Britsche Rijk
in 't bijzonder. Elke steen in de vroegere bouw
werken van Europeesche en wereldveiligheid is
los gaan zitten. Organiseeren wij het prestige
van den Bond, gelijk sommige enthousiasten
zich inbeelden? Volstrekt niet. De onvolmaakte
Bond heeft geen eigen kracht.'
„De breedere ontwikkeling der wereldgebeur
tenissen, welke door elke anti-Italiaansche po
litiek gestimuleerd wordt, kan zelfs niet door
Doos 2 Oct
een welwillend gestemd niet-lid, zooals Ame
rika, gestimuleerd worden. Zooals de zaken
thans staan, zullen andere machtige niet-leden
er meer en meer de voordeelen van plukken.
Gedurende de laatste zes maanden heeft de
Britsche politiek, in haar eigen spijtigheid, niet
de versterking van de betrekkelijke kracht van
Volkenbond en Bondsverdrag georganiseerd,
doch het overwicht van Japan in Azië en van
Duitschland in Europa."
Aldus Garvin, die veel voorzien en tegen veel
gewaarschuwd heeft. Maar ook hij geeft geen
antwoord op de vraag: „Waar wil de Regeenng
heen?"
Het hoofdbestuur van het Verbond voor Na
tionaal Herstel heeft aan den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken een telegram gezonden,
waarin wordt gezegd, dat het hoofdbestuur het
antwoord van den burgemeester van Amster
dam in den gemeenteraad dier gemeente inzake
het tooneelstuk „De Beul" heeft afgewacht,
doch dit diep teleurstellend acht en zich mits
dien aansluit bij het adres van het Nationaal
Verbond „Godsdienst, Gezin, Gezag" om voor
stellingen als deze te doen verbieden.
Men schrijft ons uit Roosendaal:
Aan het systeem van rouleering van de in
werkverschaffing tewerkgestelden ligt o.m. de
idee ten grondslag den in werkverschaffing te
verrichten arbeid zoo billijk mogelijk te doen
verdeelen onder hen, die door de overheid ge
steund moeten worden.
Het correct doen geschieden der plaatsingen
is bij de vele wisselingen, waaraan de toestand
der werkloosheid onderhevig-is, geen gemakke
lijke taak.
Tot dusver werd hiervoor gebruik gemaakt
van hiertoe ingerichte kaartsystemen, waaraan
hoezeer zij ook een juiste tewerkstelling kun
nen bevorderen, het bezwaar blijft kleven, dat,
het geheel moeilijk blijft te overzien.
Door de met de leiding van de afdeeling So
ciale Zaken te Roosendaal belaste ambtenaren
nu is het in samenwerking mogen gelukken etn
overcVdhtelij k „signaalsysteem" te ontwerpen
aan de hand waarvan de plaatsingen correct
zullen kunnen geschieden. Het is samengesteld
op een bord, dat aan den wand kan 'worden
gehangen.
In het kort komt het systeem hierop neer,
dat voor iederen persoon, die in den loop van
het jaar werd gesteund, op een bord overzichte
lijk de positie is aangegeven, waarin hij zich
momenteel bevindt, m.a.w. waarop men kan
zien of hij werkt in het vrije bedrijf, of hij
wordt „gesteund", of hij „kastrekker" is dan
wel „tewerkgestelde", terwijl daarnaast is aange
geven zijn „plaatsingsmogelijkheid" voor te
werkstelling. Hiervooi* is gebruik gemaakt van
diverse verplaatsbare gekleurde dopjes, die deels
in enkelvoudige kleuren, deels in combinatie
van kleuren voorkomen. De mogelijkheid cm
het overzicht steeds „bij'' te doen blijven, is
daarbij tevens verzekerd.
Het ligt nu in de bedoeling van de ontwer
pers, indien andere gemeentebesturen na ken
nisname van dit systeem zich in het bezit zou
den willen stellen van zulk een „signaalbord",
deze op aanvraag in Roosendaal door jeugdige
werkloozen en onder leiding van een werkloos
vakbekwaam timmerman te doen vervaardigen
en de baten ten goede te doen komen aan een
fonds ten behoeve van de bestrijding der jeugd
werkloosheid.
Gisterenavond even voor twaalf uur is te
Rotterdam op een balcon van een wagen
van lijn 3 de 31-jarige schipper R. door den 27-
jarigen schippersknecht C. A. v. L. doodgesto
ken.
Veertien dagen geleden had de moordenaar
met het slachtoffer in Straatsburg ruzie ge
had, omdat hij ontslagen was.
R. kocht in Amsterdam een dolk, ging ver
volgens naar Rotterdam, waar hij den schip
per op de tram aantrof en daar zijn daad vol
voerde.
De consternatie was groot. De dader sloeg
op de vlucht, achtervolgd door eenige tram
passagiers.
Op de Wijnhaven werd de moordenaar door
de politie gegrepen. Hij legde een volledige be
kentenis af en verklaarde niet de bedoeling te
hebben gehad den schipper te dooden.
Het slachtoffer werd zwaar gewond in de
hartstreek naar het ziekenhuis vervoerd, waar
hij bij aankomst reeds bleek te zijn overleden.
De knecht wist, dat de schipper, als hij in
Rotterdam was, van zijn schip, dat in de nabij
heid van de werf Van Burgerhout ligt, 's avonds
dikwijls op bezoek ging bij zijn schoonouders en
dan tusschen 12 uur en half een weer aan boord
terugkeerde. Zijn plan is geweest om den schip
per aan de werf op te wachten.
Het toeval wilde, dat hij op den hoek van de
Posthoornsteeg op den tramwagen van lijn 3
sprong, terwijl juist de schipper met zijn vrouw
op het-balcon van deze tram stonden.
De was van de Maas houdt aan. Woensdag
morgen bleek, dat er de laatste 24 uur nog 54
c.M. water was bijgekomen. De losplaats te
Blerick bij Venlo staat thans blank.
De knecht voegde den schipper nog een paar
woorden toe, trok daarna den dolk en stak hem
daarmee in de hartstreek. De getroffene viel
ineen. De tramconducteur maakte alarm en de
tram, waarin groote consternatie bij de passa
giers was ontstaan, stopte onmiddellijk.
De dader was inmiddels al van de tram ge
sprongen en nam de vlucht. Door twee passagiers
en den bestuurder van de tram werd hij achter
volgd en op den Wijnhaven wist men hem te
grijpen.
Spoedig waren politieagenten ter plaatse ver
schenen, waarna de dader meegenomen werd
naar het bureau in de Groote Pauwensteeg.
Hier werd de schee van het mes, dat hij op
zijn vlucht heeft weggeworpen, nog op hem ge
vonden.
Toen de tram, waarin het drama zich af
speelde, was blijven stilstaan, hebben passa
giers den G. G. D.. gewaarschuwd. Toevallig
in de buurt zijnde leden van de E. H. B. O.
bekommerden zich om het slachtoffer en om
zijn echtgenoote, die zeer overstuur was.
Nadat een noodverband was gelegd, is het
slachtoffer met een auto van den G. G. D. naar
het ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd.
Bij aankomst bleek hij te zijn overleden.
De dolksteek had onmiddellijk het hart
getroffen.
Het lijk is in beslag genomen voor sectie.
De politie heeft nog vannacht de getuigen
en den dader verhoord.
Deze heeft een bekentenis afgelegd, waaraan
hij heeft toegevoegd niet de bedoeling te hebben
gehad den schipper te dooden.
Op den 25sten verjaardag van de Mexicaan-
sche revolutie braken in Mexico City onlus
ten uit waarbij de communisten de politie
met stokken en lasso's aanvielen
H. Ms. „Kortenaer" en „Van Ghent" zijn op
4 December, des morgens om zeven uur van
Aden vertrokken.
H. Ms. „Gelderland" is op 4 December, des
morgens om acht uur, te Funchal aangekomen.
DEN HAAG, 4 December 1935.
De Kamer heeft deze week haar tweede
avondvergadering op Woensdag- in plaatc van
Donderdagavond gehouden vanwege de Sinter
klaasviering, waarbij ook Kamerleden wel gaarne
in den huiselijken kring vertoeven. Zij hield zich
bezig met de defensiebegrooting.
De sociaal-democratische fractie heeft bij
monde van den heer VAN ZADELHOFF uitge
sproken, dat de S.D.A.P. thans de internatio
nale ontwapening vooropstelt.
Zij doet dat in het vertrouwen, dat men langs
dien weg zal komen tot de nationale ontwa
pening, die zij voorheen als eerste doel in het
oog had. Zij is door geweldige veranderingen in
den wereldtoestand tot die heroriënteering van
haar standpunt genoopt
Zij is evenwel van meening dat opdrijven
van oorlogsuitgaven verwerpelijk blijft, en
zij zal zich dan ook verzetten tegen het
voornemen der Regeering om de kracht der
Nedërlandsche defensie op te voeren.
Vóór den heer VAN ZADELHOFF had reeds
zijn fractiegenoot K. TER LAAN tegen de ver
meerdering der defensieuitgaven bezwaar ge
maakt.
De strekking van zijn betoog was, dat aan de
opeenvolgende Regeeringen altijd alle bedragen,
die zij voor de defensie vroegen, toegestaan
zijn en dat de Regeering dus niet over
achterstand klagen moet. Die achterstand is
trouwens niet in te halen. Hij zal er altijd zijn,
omdat ons volk nu eenmaal onmogelijk de
middelen kan opbrengen, welke voor een per
fecte verdediging van zijn lange grenzen en
zijn vlak, openliggend land tegen machtige na
buren zouden noodig zijn. De S.D.A.P. is het
De minister van Defensie a.i. dr. H. Colijn
dan ook met het te dure, ouderwetsch-militai-
ristische beleid van de Regeering niet eens.
Mr. JOEKES, de president van de
Vrijzinnig-Democratische fractie,
heeft verklaard, dat hij met een
deel zijner politieke vrienden dit
maal voor de defensiebegrooting
stemmen zal, al beteekent dit nog
niet, dat ook de instelling van het
Weerfonds op zijn stem zal kun
nen rekenen.
Daarover moet trouwens de eerste gedach-
tenwisseling van de Kamer met de Regeering
nog beginnen.
Mr. Joekes heeft de wijziging van zijn stand
punt gemotiveerd door verwijzing naar drie fac
toren. Ten eerste is de Ontwapeningsconfe
rentie althans voorloopig mislukt. Ten tweede
heeft Duitschland zich openlijk losgemaakt van
de ontwapeningsbepalingen van het Verdrag
van Versailles. Ten derde is bij het Italiaansch-
Abessinisch conflict gebleken, dat de preven
tieve kracht van den Volkenbond niet voldoen
de is, om een aanval tegen te houden, en dat
het Volkenbondsapparaat langzaam werkt.
Van Katholieke zijde is als naar gewoonte
gesproken door de heeren VAN DER BILT en
SCHAEPMAN. De eerste constateerde bij de
vloot een tekort aan bovenwatermaterieel, con
stateerde met genoegen, dat de „Sumatra" weer
vaart en dat de torpedo-flottieljeleider wordt
afgebouwd. De laatste besprak in hoofdzaak het
luchtwapen en bepleitte daarvoor eenerzijds
concentratie met het oog op de opleiding en de
aanschaffing van materiaal en anderzijds ver
deeling van de beschikbare luchtvloot over ver
schillende vliegvelden gelijk landen als België
en Zwitserland doen.
Ook de economische oorlogsvoorbereiding
roerde de Katholieke afgevaardigde weder aan.
Hij staat nog altijd op het standpunt, dat hier
voor het departement van Defensie niet het
eerst aangewezen is.
Tenslotte heeft de heer Schaepman ook ter
sprake gebracht de ontslagen, waardoor jonge
mannen, die onder de wapenen moeten, vaak
worden getroffen, en bepleitte, om dit te onder
vangen, een commissie van militairen en ju
risten.
De anti-revolutionnajr DUYMAER VAN
TWIST en de Christelijk-Historische afgevaar
digde TILANUS stonden natuurlijk van harte
achter Dr. Colijn's defensiebeleid, al betreurt de
eerstgenoemde nog altijd evenals trouwens de
heer Schaepman de afschaffing van het
vooroefeningsinstituut.
De Vrijheidsbonder mr. WENDELAAR en de
afgevaardigde van het Nationaal Herstel, mr.
WESTERMAN, bleken het natuurlijk eveneens
met een versterking van de weermacht eens.
De laatste wilde zelfs nog heel wat verder gaan
en een algemeenen dienstplicht invoeren, zoo
mede een weerbelasting.
Namens diegenen van de Vrijzinnig Democra
tische fractie, die ook dit jaar tegen de Defen
siebegrooting zullen stemmen, heeftde heer
KETELAAR 't woord gevoerd. Hij en zijn mede
standers vertrouwen meer dan ooit op den Vol
kenbond en blijven het standpunt houden, dat
men ons land toch niet kan verdedigen tegen
een overmacht.
Voorts hebben nog het woord gevoerd de H.
Ger. ds. Lingbeek, de Rev.-Soc. Sneevliet en
de Communist Effendi.
In het hartje van den nacht heeft Dr. CO
LIJN de diverse sprekers beantwoord.
Bijzonder belangwekkende mededeelingen
heeft de minister daarbij niet gedaan. Om vier
uur in den morgen was men met de begrooting
van Defensie klaar
De Kamerleden, het Kamerpersoneel en de
journalisten, die dezen 15-urigen dag hebben
meegemaakt, zullen een slaperigen St. Nicolaas-
avond hebben.
Donderdagmiddag om 1 uur zal over de be
grooting worden gestemd.
De minister van Sociale Zaken heeft in Mei
j.l. besloten een voorzieningsfonds voor kun
stenaars in het leven te roepen, dat beoogt
kunstenaars, die werkend lid zijn van bepaalde
vereenigingen en die in behoeftige omstandig
heden verkeeren, geldelijken steun te verleenen.
De onderscheidene kunstenaarsvereenigingen
hebben thans bericht gekregen dat deze rege
ling is tot stand gekomen.
Voor 1936 rekent men op f 100.000; het
departement van Sociale Zaken draagt
hierin bij f 10.000; het departement van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
f 10.000; de gemeenten f20.000; het Natio
naal Crisis-Comité f40.000; het Comité
Kunst Nood f 10.000; de kunstenaarsvereeni-
gig f 10.000.
De Kunstenaarsvereenigingen zullen van
ieder lid vijf gulden moeten heffen om tot
10 mille te komen; deze storting zal zoo
noodig in termijnen kunnen worden ge
daan. De toezegging zal echter terstond
moeten worden gegeven.
Zoodra de „werkloozenkas" in werking zal
treden dus vermoedelijk in 1937 zal een
premie van f 17.50 per jaar of f 1.50 per maand
worden geheven. Deze premies zullen totaal
f40.000 gld. opbrengen; het rijk en de gemeen
ten zullen ieder f40.000 bijdragen; men rekent
dus ongeveer op f 120.00 totaal.
i
In een persconferentie heeft de hoofdcommis
saris van politie te Rotterdam, mr. L. Eint-
hoven, medegedeeld dat binnenkort te Rotter
dam in samenwerking met de omliggende ge
meenten Schiedam, Hillegersberg, Schiebroek,
Overschie, IJsselmonde, Barendrecht, Roon en
Poortugaal maatregelen zullen worden getrof
fen tot bescherming van de burgerbevolking
tegen de gevaren van eventueele luchtaanval
len. Men is thans bezig in samenwerking met
het Bureau Volkshuisvesting en Bouwpoiitie
richtlijnen op te stellen betreffende inrichting
van particuliere schuilplaatsen. Tevens zijn
proeven met het niet verlichten van het haven
complex ter misleiding van vijandelijke vliegers
genomen.
Op' 12 December zullen de directeuren van
groote bedrijven te Rotterdam en randgemeen
ten in de Handelshoogeschool te Rotterdam
bijeenkomen om de maatregelen te bespreken
die in oorlogstijd genomen moeten worden ter
bescherming hunner bedrijven.
De heeren Ketelaar, de Geer, Albarda, Schou
ten, Bierema, Goseling en Teulings (de com
missie van voorbereiding) stellen voor in het
ontwerp, houdende voorschriften betreffende
de hoedanigheid en aanduiding van waren, in
artikel 13. lid 1, te doen vervallen den derden
volzin, luidende:
„Onder die voorwaarden kan ook worden op
genomen de bepaling van den leeftijd, waarop
pensionneering van het personeel der diensten
moet ingaan."
De toelichting hierbij luidt als volgt:
Voorwaarden, als in dezen volzin bedoeld,
zouden, in verband met de bepaling van artikel
63 der Grondwet, niet in een algemeenen maat
regel van bestuur mogen worden opgenomen,
ook niet met uitschakeling van de Pensioen
wet. Reeds daarom kan de volzin niet worden
gehandhaafd. De wijziging van de Pensioen
wet, die ook de minister blijkens diens ver
klaring bij het mondeling overleg noodig acht,
zal de vereischte voorzieningen moeten bevat
ten.
In verband met de van Rijkswege in aanbouw
zijnde nieuwe brug bij Viake, die zoovel voor
de spoorwegen, als voor de gewone wegen zal
dienen, zal in den lcop van 1936, het aanslui
tende baan gedeelte tusschen Kruininge I en
Capelle B., worden omhoog gebracht.
Alvorens hiertoe over te gaan, zullen worden
gemaakt de onderdoorgangen en duikers, die
onder de toekomstig opgehoogde spoorbaan
moeten worden aangebracht. Dit werk bestaat
uit twee perceelen n.l. het eerste, omvattende
het leveren en inhéien van betonnen- en van
dennenpalen en het tweede perceel, bestaande
uit het maken van drie onderdoorgangen en
vijf duikers. De eerste komen te liggen in den
Oostweg, den Vlaakschen Zandweg en den
Noordweg. Aan het werk moeten worden ver
werkt 6000 M. beton en 1300 M. andere palen,
benevens 1700 kb M. beton en 223000 K.G. ijzer
werk.
De aanbesteding zal plaats vinden voor reke
ning van het Rijk, bij de Nea. Spoorwegen te
Utrecht op 17 December a.s.
99
En de politiek
„De Beul" van Amsterdam houdt nog
steeds de gemoederen in beroering, en het
ziet ernaar uit, dat de rust niet terugkee-
ren zal, zoolang de vertooning voortduurt.
Reeds zijn er kranten vol geschreven
over het schandelijke van het stuk, dat on
danks de schrapping van enkele passages
in een christelijken staat ontoelaatbaar
genoemd moet worden; critiek is geoefend
op de Amsterdamsche Tooneelvereeniging,
die gemeend heeft wel te mogen trachten
zich uit een financieele impasse te redden
door, speculeerend op de gunst van een
marxistisch, anti-fascistisch publiek, een
schandstuk te bestaan; aan de kaak is
gesteld het hoofdstedelijk college van B. en
W., dat ondanks 't advies der deskundigen
commissie, 't welk aan duidelijkheid niets
te wenschen overliet de kwalificatie
„tooneeldraak" zegt waarlijk genoeg de
vertooning bovendien nog subsidieerde;
met pijnlijke teleurstelling is geconstateerd
vooral de houding van Amsterdams anti-
revolutionnairen burgemeester, die het als
hoofd der politie zonder verantwoording
aan den Raad verschuldigd te zijn in
zijn hand heeft gehad, de aanstootgevende
vertooning te verhinderen en zich niet liet
gelden.
Hier is echter, in samenwerking tus
schen een geldbeluste tooneelvereeniging
en een zijn plicht verzakend college van B.
en W., méér misdreven dan wat hierboven
gememoreerd staat, n.l.:
een ontstellend groote politieke domheid!
De Amsterdamsche Tooneelvereeniging
heeft haar leegen geldbuidel willen vullen
door een anti-fascistisch stuk op te voeren
waarvoor zij applaus verwachtte van ee:
talrijk publiek.
Het zij zoo.
Maar zij koos daartoe een stuk, dat niet
alleen anti-fascistisch, doch tevens nihilis
tisch en voor den christen stuitend is:
een stadsbestuur met aan het hoofd een
anti-revolutionnairen burgemeester liet de
vertooning niet alleen toe, doch subsidieerde
deze zelfs; een marxistisch-anti-fascistisch
publiek juichte de vertooning toe, daartoe
in de stemming gebracht door zijn eigen
pers.
Alles bijeen genomen één ontstellend
groote politieke domheid.
Een kind in de politiek had met abso
lute zekerheid kunnen voorspellen, dat men
precies het tegenovergestelde van wat men
beoogde zou bereiken:
Men wilde het nationaal-socialisme een
knauw geven, men heeft de actie en de
agitatie voor deze demagogie integendeel
sterk begunstigd.
Wat kon nu kostelijker koren op den mo
len der fascistisch-aangelegde elementen
zijn dan de toelating en de vertooning van
een tooneelstuk als „De Beul" in een chris
telijken staat, onder bescherming van een
christelijken burgemeester?
Wij koesteren geen oogenblik de illusie,
dat onze fascisten individueel, spontaan
enécht in toom ontstoken zijn over
zooveel onchristelijkheid; wij hechten geen
hooge waarde aan christelijke paladijnen,
die de christelijkheid genivelleerd willen
houden beneden het staats-ideaal; als men
ziet, wat er in Duitschland gebeurt en
Duitschland is ook in dit opzicht, b.v. door
onze N. S. B., nog niet gedesavoueerd
dan verwacht men weinig heil van christe
lijkheidsbescherming door nationaal-socia
listisme; integendeel, wanneer eenmaal 't
nationaal-socialisme hoogtij viert, zullen
natuur-noodzakelijk de rechten van het
christendom in noodlottig gedrang komen.
De verontwaardiging van een zeer groot
deel onzer fascisten kan niet echt geweest
zijn; uit heel het verloop van den Zondag
middag in den Amsterdamschen Schouw
burg gevoerde protest-actie bleek overigens,
dat hier een politiek relletje was georgani
seerd, kunstmatig in elkaar gezet.
Het jammere is echter, dat men den de
monstranten hoe onzuiver allicht ook de
bedoelingen van de meesten hunner geweest
zullen zijn niet kwalijk kan nemen, dat
zij tegen een dergelijke vertooning in ver
zet kwamen: „is het niet zeer christelijk
tegen zóóveel on- en anti-christelijks te
protesteeren? Moet er niet een einde ko
men aan een regime, dat zóóiets toestaat
en betaalt?"
De N. S. B. zal in de komende weken een
hevige colportage voeren met de afzichte
lijkheid: „zóóiets is in christelijk Neder
land mogelijk!
Allemaal politiek! Jawel, maar bij weer
een nieuw deel der massa zal de N. S. B.
succes hebben met deze colportage.
Dat hebben zekere fascisten-bestrijders
zoowel in den marxistischen als in den
christelijken hoek aan zichzelf te danken.
Wanneer fascisten-bestrijders zich zóó
onverstandig gedragen in hun strijd en
wanneer een overheid zóó veel ongerech
tigheid duldt, ja, nog subsidieert, dan is 't
demagogisch succes van den gemeenschap-
pelijken vijand een welverdiend loon.
Maar intusschen zitten de eerlijke be
strijders van het fascisme voor de zware
taak, deze groote politieke domheid maar
weer onschadelijk te maken!
Woensdagavond is de 46-jarige gemeente-ar
chitect P. van Drunen, toen hij in de Kerk
straat te Hendrik Ido Ambacht liep, door een
hem achterop komenden fietsrijder aangereden.
De heer Van Drunen viel achterover en kwam
zoo ongelukkig terecht, dat hij onmiddellijk
dood was.
De fietser, wiens brilleglazen beslagen waren,
had den voetganger niet opgemerkt.