Verhouding tusschen Italië en Engeland Defensiebeleid onder de loupe SANCTIEPOLITIEK EN KRITIEK MOORD TE ROTTERDAM STEUN NOODLIJDENDE KUNSTENAARS Mr. JOEKES C.S. ZULLEN VOOR STEMMEN De Beul" CRÈME DONDERDAG 5 DECEMBER 1935 Toegeeflijkheid jegens Japan en Duitschland versterkt den Volkenbond allerminst Waarom zoo streng tegen Italië? een weldaad \/r\nr Uw huid NOG EENS: „DE BEUL Nationaal Herstel wendt zich tot den minister DE WERKVERSCHAFFING Signaal-systeem voor rouleering Schipper op achterbalcon van tram doodgestoken Ongelukkig toeval HET WASSENDE WATER Oorlogsbodems op reis TWEEDE KAMER Het antwoord van minister Colijn duurde tot vier uur in den morgen Heden wordt gestemd ■fff Luchtmacht Voor 1936 wordt op honderd duizend gulden gerekend ROTTERDAM BIJ LUCHT AANVALLEN VOORSCHRIFTEN INZAKE WAREN DE OPHOOGING VAN DEN SPOORWEG TE VLAKE VOETGANGER VERONGELUKT Door fietsrijder aangereden (Van onzen Londenschen correspondent) Het Kabinet heeft deze week voor het eerst sinds de ontbinding van het Par lement voltallig vergaderd. De zitting, Welke bijna drie uren duurde, was in hoofdzaak gewijd aan de verschillende aspecten van den internationalen toestand. Bekrachtigd werd de tot nu toe door de Re geering gevolgde politiek van collectieve actie door den Volkenbond, ten einde den duur van het conflict tusschen Italië en Abessinië te be korten. Dit wil zeggen, dat indien de Volkenbonds commissie te Genève besluit ten gunste van petroleum-sancties, de Britsche Regeering hier mede ten volle zal instemmen. Men had niets anders verwacht. Wel wordt beweerd, dat een aantal leden van het Kabi net de wenschelijkheid van een petroleum-em bargo bestreden hebben, maar zij vormen toch slechts een geringe minderheid. De meerderheid is van oordeel, dat petroleum-sancties niet als iets op zich zelf staands beschouwd mogen worden, doch een onderdeel zijn van de econo mische sancties, en dat het ongerijmd zou zijn deze af te kondigen, doch ervoor terug te schrikken, die maatregelen, welke Italië de oor logvoering het meest kunnen belemmeren, door te voeren. Gelijk Mr. Baldwin binnen weinige uren in het Lagerhuis waarschijnlijk nogmaals met na druk zal verklaren, blijft het 't vaste besluit der Regeering in het Italiaansch-Abessinische con flict in geen geval afzonderlijk op te treden. Ook werd gisteren de mogelijkheid besproken van stappen in het belang van den vrede. Hier omtrent evenwel verneemt men van Britsche zijde niets anders dan vaagheden en algemeen beden. Te Londen erkent men, dat Italië zich op het oogenblik niet in een stemming bevindt om een anderen dan zeer eervollen vrede te sluiten, niet zoozeer met Abessinië als wel met den Volkenbond. Men ziet in dat het prestige van Sr. Mussolini in zijn eigen land hierbij op het spel staat. Een diktator, die een fiasco ge leden heeft, is als een goochelaar wien een kunstje mislukt is; de kinderen lachen hem uit en gelooven niet meer in hem. Maar ook voor Londen is dit conflict meer en meer een kwestie van prestige geworden, en dit verklaart waarom men in Britsche officieele kringen vastbesloten schijnt te zijn economische sancties tot het uiterste door te voeren, indien geen middel gevonden kan worden om het dis puut uit de wereld te helpen. Een verschil evenwel is, dat een zeer groot deel der Britsche openbare meening niet achter de Regeering staat. Terwijl bijna algemeen erkend wordt, dat Italië zoowel for meel als feitelijk in het onrecht is, zijn zeer in vloedrijke schrijvers van oordeel, dat de Brit sche Regeering dit conflict zeer op zich zelf, in- plaats van in het kader van den algemeenen Europeeschen en wereldtoestand beschouwt. J. L. Garvin, de beroemde hoofdredacteur van de „Observer", die sinds eenige jaren reeds op bouwende, maar scherpe kritiek uitoefent op het algemeene buitenlandsche beleid der Re geering, en wiens vermaningen reeds menig maal door de gebeurtenissen gerechtvaardigd zijn, heeft in zijn laatste wekelijksche artikel opnieuw ernstig gewaarschuwd tegen de noodlottige gevolgen, die het hebben kan, in dien de politiek van sancties te ver doorgevoerd Wordt. De katholieke weekbladen, ofschoon er kennend, dat Italië's aanval op Abessinië in flagranten strijd is met het Volkenbondsrecht, en dat de leden van den Bond niet werkeloos kunnen toezien zonder de beginselen, welke Ge nève belichaamt, te miskennen, dringen toch bijna wekelijks erop aan, dat men pogen zal het Italiaansche standpunt te begrijpen. De „Uni verse" wees er in haar laatste nummer op, dat er volstrekt geen eenstemmigheid of zekerheid bestaat ten aanzien van wat gedaan moet wor den nadat Italië schuldig verklaard was aan schending van art. 12. „Wij moeten begrijpen," schrijft het groote katholieke orgaan, „dat wij evenveel van de Italianen vergen wanneer wij hun vragen te gelooven, dat Frankrijk en Engeland zich niet door zelfzuchtige motieven laten leiden, als zij van ons eischen door te verlangen, dat wij in hun goede trouw gelooven zullen. Onlangs lazen wjj een veelzeggende uitlating van een voor aanstaand leider der Society of Friends (Qua kers) den laatsten man om militarisme of 'n militairistische Regeering te verdedigen. Hij schreef: „Indien wij de problemen van Japan, de geweldige moeilijkheden van zijn heelen eco- nomischen toestand kenden, dan zouden wij sijn methodes in China wel scherp kunnen !aken, maar tevens zouden wij ernaar streven de oorzaken, welke aan dezen toestand ten grondslag liggen, uit den weg te ruimen. Wij allen hebben Italië veroordeeld wegens de me thode, welke het in Abessinië toepast, maar hoevelen pogen werkelijk te begrijpen wat het Italiaansche volk bezielt, en waarom het deze expansie noodig heeft?" Overwegingen van soortgelijken aard vindt men in tal van bladen, die niet gewoon zijn zonder kritiek het standpunt van het Foreign Office weer te geven. Het is duide lijk, dat een zeer groot deel van het volk het beleid der Regeering ten opzichte van Ita lië niet begrijpt. Waarom moet alle deugdzame Verontwaardiging van het kabinet geconcen treerd worden op Italië, nadat het Japan fei telijk zijn gang heeft laten gaan? Liefde voor ben Volkenbond? Maar werden de beginselen van Genève dan meer geëerbiedigd door Japan ban door Italië? „Wat gebeurt in het Verre Oosten?" vraagt Garvin en hij antwoordt: „Iets, dat duizend maal veelzeggender en onheilspellender is dan wat plaats grijpt in het „Ethiopische Rijk"." Maar dit niet alleen. Toen Duitschland ruim twee jaren geleden den Volkenbond verliet, gat bit de Britsche Regeering aanleiding tot een Politiek van concessies, welke hoe men ze op *ichzelf ook beschouwen mocht een soort premie waren op uittreding uit den Volken bond. Niemand zal ontkennen, dat Duitschland door zijn uittreden zijn internationale positie onnoe melijk versterkt heeft, maai- dat dit dan ook bijna uitsluitend hieraan te danken geweest is, dat Engeland elke werkelijke solidariteit tus schen Volkenbondsleden, waardoor Duitschland de nadeelen van zijn uittreden ondervinden zou, voorkomen heeft. Of dit een verstandige poli tiek was, doet thans niet ter zake; het was ze ker geen Volkenbondspolitiek. Fransche en Ita liaansche bladen schreven, dat een land, om zich van Engelands steun te verzekeren, niet beter doen kon dan met den Volkenbond bre ken. De verloochening van de militaire bepa lingen van het Verdrag van Versailles werd door de Britsche Regeering als een voldongen feit aanvaard, en met een uiterst slappe nota beantwoord. Te Genève was het de voornaam ste zorg der Britsche gedelegeerden ervoor te waken, dat de „veroordeeling" door den Volken bondsraad van Duitschlands optreden op zoo danige wijze geformuleerd werd, dat men er te Berlijn vooral geen aanstoot aan nemen zou. Nauwelijks was die veroordeeling uitgesproken of de Britsche Regeering sloot, buiten haar be langhebbende medeleden van den Volkenbond om, een afzonderlijk vlootverdrag met Duitsch land. Of zij hieraan verstandig deed of niet, willen wij niet pogen te beoordeelen, maar net was niet de politiek van een Regeering, die vóór alles de Volkenbondsbeginselen wil toe passen. Sinds 14 October 1933 heeft zij voort durend premies gesteld op Duitschlands uit treden uit den Volkenbond. Dit, en de niet minder merkwaardige pas siviteit, welke zij aan den dag legt te genover het eveneens uit den Bond ge treden Japan, is oorzaak, dat men zich af vraagt: waarom legt Groot-Brittannië geen soortgelijke consideratie aan den dag tegen over Italië? Waarom prest het als 't ware Frankrijk, dat het steeds heeft pogen te bewer ken tot toegevendheid met betrekking tot Duitschland, tot een onverdraagzame Volken- bondspolitiek tegenover Italië? Men beweert niet, dat Engelands standpunt od zichzelf niet volkomen juist, en dat Italië niet in het on recht is. Maar men verontrust zich over de scherpe tegenstelling tusschen Engelands lank moedigheid jegens Japan en Duitschland, en zijn striktheid tegenover Italië. Laatstgenoemd land is niet uit den Volken bond getreden, ondanks het voorbeeld van Duitschland en dat van Japan, en ondanks de resultaten, welke deze landen bereikt hebben door met Genève te breken. Wanneer men zich herinnert wat Engeland twee jaren lang ge daan heeft om Duitschland in den Volkenbond terug te krijgen, dan verwondert men zich er over, dat het thans niets doet om Italië althans in den Volkenbond te behouden. „Door de politiek van sancties schrijft Gar vin is het evenwicht der wereld reeds ver anderd tot groot en duurzaam nadeel van den Bond in 't algemeen, en van het Britsche Rijk in 't bijzonder. Elke steen in de vroegere bouw werken van Europeesche en wereldveiligheid is los gaan zitten. Organiseeren wij het prestige van den Bond, gelijk sommige enthousiasten zich inbeelden? Volstrekt niet. De onvolmaakte Bond heeft geen eigen kracht.' „De breedere ontwikkeling der wereldgebeur tenissen, welke door elke anti-Italiaansche po litiek gestimuleerd wordt, kan zelfs niet door Doos 2 Oct een welwillend gestemd niet-lid, zooals Ame rika, gestimuleerd worden. Zooals de zaken thans staan, zullen andere machtige niet-leden er meer en meer de voordeelen van plukken. Gedurende de laatste zes maanden heeft de Britsche politiek, in haar eigen spijtigheid, niet de versterking van de betrekkelijke kracht van Volkenbond en Bondsverdrag georganiseerd, doch het overwicht van Japan in Azië en van Duitschland in Europa." Aldus Garvin, die veel voorzien en tegen veel gewaarschuwd heeft. Maar ook hij geeft geen antwoord op de vraag: „Waar wil de Regeenng heen?" Het hoofdbestuur van het Verbond voor Na tionaal Herstel heeft aan den Minister van Bin- nenlandsche Zaken een telegram gezonden, waarin wordt gezegd, dat het hoofdbestuur het antwoord van den burgemeester van Amster dam in den gemeenteraad dier gemeente inzake het tooneelstuk „De Beul" heeft afgewacht, doch dit diep teleurstellend acht en zich mits dien aansluit bij het adres van het Nationaal Verbond „Godsdienst, Gezin, Gezag" om voor stellingen als deze te doen verbieden. Men schrijft ons uit Roosendaal: Aan het systeem van rouleering van de in werkverschaffing tewerkgestelden ligt o.m. de idee ten grondslag den in werkverschaffing te verrichten arbeid zoo billijk mogelijk te doen verdeelen onder hen, die door de overheid ge steund moeten worden. Het correct doen geschieden der plaatsingen is bij de vele wisselingen, waaraan de toestand der werkloosheid onderhevig-is, geen gemakke lijke taak. Tot dusver werd hiervoor gebruik gemaakt van hiertoe ingerichte kaartsystemen, waaraan hoezeer zij ook een juiste tewerkstelling kun nen bevorderen, het bezwaar blijft kleven, dat, het geheel moeilijk blijft te overzien. Door de met de leiding van de afdeeling So ciale Zaken te Roosendaal belaste ambtenaren nu is het in samenwerking mogen gelukken etn overcVdhtelij k „signaalsysteem" te ontwerpen aan de hand waarvan de plaatsingen correct zullen kunnen geschieden. Het is samengesteld op een bord, dat aan den wand kan 'worden gehangen. In het kort komt het systeem hierop neer, dat voor iederen persoon, die in den loop van het jaar werd gesteund, op een bord overzichte lijk de positie is aangegeven, waarin hij zich momenteel bevindt, m.a.w. waarop men kan zien of hij werkt in het vrije bedrijf, of hij wordt „gesteund", of hij „kastrekker" is dan wel „tewerkgestelde", terwijl daarnaast is aange geven zijn „plaatsingsmogelijkheid" voor te werkstelling. Hiervooi* is gebruik gemaakt van diverse verplaatsbare gekleurde dopjes, die deels in enkelvoudige kleuren, deels in combinatie van kleuren voorkomen. De mogelijkheid cm het overzicht steeds „bij'' te doen blijven, is daarbij tevens verzekerd. Het ligt nu in de bedoeling van de ontwer pers, indien andere gemeentebesturen na ken nisname van dit systeem zich in het bezit zou den willen stellen van zulk een „signaalbord", deze op aanvraag in Roosendaal door jeugdige werkloozen en onder leiding van een werkloos vakbekwaam timmerman te doen vervaardigen en de baten ten goede te doen komen aan een fonds ten behoeve van de bestrijding der jeugd werkloosheid. Gisterenavond even voor twaalf uur is te Rotterdam op een balcon van een wagen van lijn 3 de 31-jarige schipper R. door den 27- jarigen schippersknecht C. A. v. L. doodgesto ken. Veertien dagen geleden had de moordenaar met het slachtoffer in Straatsburg ruzie ge had, omdat hij ontslagen was. R. kocht in Amsterdam een dolk, ging ver volgens naar Rotterdam, waar hij den schip per op de tram aantrof en daar zijn daad vol voerde. De consternatie was groot. De dader sloeg op de vlucht, achtervolgd door eenige tram passagiers. Op de Wijnhaven werd de moordenaar door de politie gegrepen. Hij legde een volledige be kentenis af en verklaarde niet de bedoeling te hebben gehad den schipper te dooden. Het slachtoffer werd zwaar gewond in de hartstreek naar het ziekenhuis vervoerd, waar hij bij aankomst reeds bleek te zijn overleden. De knecht wist, dat de schipper, als hij in Rotterdam was, van zijn schip, dat in de nabij heid van de werf Van Burgerhout ligt, 's avonds dikwijls op bezoek ging bij zijn schoonouders en dan tusschen 12 uur en half een weer aan boord terugkeerde. Zijn plan is geweest om den schip per aan de werf op te wachten. Het toeval wilde, dat hij op den hoek van de Posthoornsteeg op den tramwagen van lijn 3 sprong, terwijl juist de schipper met zijn vrouw op het-balcon van deze tram stonden. De was van de Maas houdt aan. Woensdag morgen bleek, dat er de laatste 24 uur nog 54 c.M. water was bijgekomen. De losplaats te Blerick bij Venlo staat thans blank. De knecht voegde den schipper nog een paar woorden toe, trok daarna den dolk en stak hem daarmee in de hartstreek. De getroffene viel ineen. De tramconducteur maakte alarm en de tram, waarin groote consternatie bij de passa giers was ontstaan, stopte onmiddellijk. De dader was inmiddels al van de tram ge sprongen en nam de vlucht. Door twee passagiers en den bestuurder van de tram werd hij achter volgd en op den Wijnhaven wist men hem te grijpen. Spoedig waren politieagenten ter plaatse ver schenen, waarna de dader meegenomen werd naar het bureau in de Groote Pauwensteeg. Hier werd de schee van het mes, dat hij op zijn vlucht heeft weggeworpen, nog op hem ge vonden. Toen de tram, waarin het drama zich af speelde, was blijven stilstaan, hebben passa giers den G. G. D.. gewaarschuwd. Toevallig in de buurt zijnde leden van de E. H. B. O. bekommerden zich om het slachtoffer en om zijn echtgenoote, die zeer overstuur was. Nadat een noodverband was gelegd, is het slachtoffer met een auto van den G. G. D. naar het ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd. Bij aankomst bleek hij te zijn overleden. De dolksteek had onmiddellijk het hart getroffen. Het lijk is in beslag genomen voor sectie. De politie heeft nog vannacht de getuigen en den dader verhoord. Deze heeft een bekentenis afgelegd, waaraan hij heeft toegevoegd niet de bedoeling te hebben gehad den schipper te dooden. Op den 25sten verjaardag van de Mexicaan- sche revolutie braken in Mexico City onlus ten uit waarbij de communisten de politie met stokken en lasso's aanvielen H. Ms. „Kortenaer" en „Van Ghent" zijn op 4 December, des morgens om zeven uur van Aden vertrokken. H. Ms. „Gelderland" is op 4 December, des morgens om acht uur, te Funchal aangekomen. DEN HAAG, 4 December 1935. De Kamer heeft deze week haar tweede avondvergadering op Woensdag- in plaatc van Donderdagavond gehouden vanwege de Sinter klaasviering, waarbij ook Kamerleden wel gaarne in den huiselijken kring vertoeven. Zij hield zich bezig met de defensiebegrooting. De sociaal-democratische fractie heeft bij monde van den heer VAN ZADELHOFF uitge sproken, dat de S.D.A.P. thans de internatio nale ontwapening vooropstelt. Zij doet dat in het vertrouwen, dat men langs dien weg zal komen tot de nationale ontwa pening, die zij voorheen als eerste doel in het oog had. Zij is door geweldige veranderingen in den wereldtoestand tot die heroriënteering van haar standpunt genoopt Zij is evenwel van meening dat opdrijven van oorlogsuitgaven verwerpelijk blijft, en zij zal zich dan ook verzetten tegen het voornemen der Regeering om de kracht der Nedërlandsche defensie op te voeren. Vóór den heer VAN ZADELHOFF had reeds zijn fractiegenoot K. TER LAAN tegen de ver meerdering der defensieuitgaven bezwaar ge maakt. De strekking van zijn betoog was, dat aan de opeenvolgende Regeeringen altijd alle bedragen, die zij voor de defensie vroegen, toegestaan zijn en dat de Regeering dus niet over achterstand klagen moet. Die achterstand is trouwens niet in te halen. Hij zal er altijd zijn, omdat ons volk nu eenmaal onmogelijk de middelen kan opbrengen, welke voor een per fecte verdediging van zijn lange grenzen en zijn vlak, openliggend land tegen machtige na buren zouden noodig zijn. De S.D.A.P. is het De minister van Defensie a.i. dr. H. Colijn dan ook met het te dure, ouderwetsch-militai- ristische beleid van de Regeering niet eens. Mr. JOEKES, de president van de Vrijzinnig-Democratische fractie, heeft verklaard, dat hij met een deel zijner politieke vrienden dit maal voor de defensiebegrooting stemmen zal, al beteekent dit nog niet, dat ook de instelling van het Weerfonds op zijn stem zal kun nen rekenen. Daarover moet trouwens de eerste gedach- tenwisseling van de Kamer met de Regeering nog beginnen. Mr. Joekes heeft de wijziging van zijn stand punt gemotiveerd door verwijzing naar drie fac toren. Ten eerste is de Ontwapeningsconfe rentie althans voorloopig mislukt. Ten tweede heeft Duitschland zich openlijk losgemaakt van de ontwapeningsbepalingen van het Verdrag van Versailles. Ten derde is bij het Italiaansch- Abessinisch conflict gebleken, dat de preven tieve kracht van den Volkenbond niet voldoen de is, om een aanval tegen te houden, en dat het Volkenbondsapparaat langzaam werkt. Van Katholieke zijde is als naar gewoonte gesproken door de heeren VAN DER BILT en SCHAEPMAN. De eerste constateerde bij de vloot een tekort aan bovenwatermaterieel, con stateerde met genoegen, dat de „Sumatra" weer vaart en dat de torpedo-flottieljeleider wordt afgebouwd. De laatste besprak in hoofdzaak het luchtwapen en bepleitte daarvoor eenerzijds concentratie met het oog op de opleiding en de aanschaffing van materiaal en anderzijds ver deeling van de beschikbare luchtvloot over ver schillende vliegvelden gelijk landen als België en Zwitserland doen. Ook de economische oorlogsvoorbereiding roerde de Katholieke afgevaardigde weder aan. Hij staat nog altijd op het standpunt, dat hier voor het departement van Defensie niet het eerst aangewezen is. Tenslotte heeft de heer Schaepman ook ter sprake gebracht de ontslagen, waardoor jonge mannen, die onder de wapenen moeten, vaak worden getroffen, en bepleitte, om dit te onder vangen, een commissie van militairen en ju risten. De anti-revolutionnajr DUYMAER VAN TWIST en de Christelijk-Historische afgevaar digde TILANUS stonden natuurlijk van harte achter Dr. Colijn's defensiebeleid, al betreurt de eerstgenoemde nog altijd evenals trouwens de heer Schaepman de afschaffing van het vooroefeningsinstituut. De Vrijheidsbonder mr. WENDELAAR en de afgevaardigde van het Nationaal Herstel, mr. WESTERMAN, bleken het natuurlijk eveneens met een versterking van de weermacht eens. De laatste wilde zelfs nog heel wat verder gaan en een algemeenen dienstplicht invoeren, zoo mede een weerbelasting. Namens diegenen van de Vrijzinnig Democra tische fractie, die ook dit jaar tegen de Defen siebegrooting zullen stemmen, heeftde heer KETELAAR 't woord gevoerd. Hij en zijn mede standers vertrouwen meer dan ooit op den Vol kenbond en blijven het standpunt houden, dat men ons land toch niet kan verdedigen tegen een overmacht. Voorts hebben nog het woord gevoerd de H. Ger. ds. Lingbeek, de Rev.-Soc. Sneevliet en de Communist Effendi. In het hartje van den nacht heeft Dr. CO LIJN de diverse sprekers beantwoord. Bijzonder belangwekkende mededeelingen heeft de minister daarbij niet gedaan. Om vier uur in den morgen was men met de begrooting van Defensie klaar De Kamerleden, het Kamerpersoneel en de journalisten, die dezen 15-urigen dag hebben meegemaakt, zullen een slaperigen St. Nicolaas- avond hebben. Donderdagmiddag om 1 uur zal over de be grooting worden gestemd. De minister van Sociale Zaken heeft in Mei j.l. besloten een voorzieningsfonds voor kun stenaars in het leven te roepen, dat beoogt kunstenaars, die werkend lid zijn van bepaalde vereenigingen en die in behoeftige omstandig heden verkeeren, geldelijken steun te verleenen. De onderscheidene kunstenaarsvereenigingen hebben thans bericht gekregen dat deze rege ling is tot stand gekomen. Voor 1936 rekent men op f 100.000; het departement van Sociale Zaken draagt hierin bij f 10.000; het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen f 10.000; de gemeenten f20.000; het Natio naal Crisis-Comité f40.000; het Comité Kunst Nood f 10.000; de kunstenaarsvereeni- gig f 10.000. De Kunstenaarsvereenigingen zullen van ieder lid vijf gulden moeten heffen om tot 10 mille te komen; deze storting zal zoo noodig in termijnen kunnen worden ge daan. De toezegging zal echter terstond moeten worden gegeven. Zoodra de „werkloozenkas" in werking zal treden dus vermoedelijk in 1937 zal een premie van f 17.50 per jaar of f 1.50 per maand worden geheven. Deze premies zullen totaal f40.000 gld. opbrengen; het rijk en de gemeen ten zullen ieder f40.000 bijdragen; men rekent dus ongeveer op f 120.00 totaal. i In een persconferentie heeft de hoofdcommis saris van politie te Rotterdam, mr. L. Eint- hoven, medegedeeld dat binnenkort te Rotter dam in samenwerking met de omliggende ge meenten Schiedam, Hillegersberg, Schiebroek, Overschie, IJsselmonde, Barendrecht, Roon en Poortugaal maatregelen zullen worden getrof fen tot bescherming van de burgerbevolking tegen de gevaren van eventueele luchtaanval len. Men is thans bezig in samenwerking met het Bureau Volkshuisvesting en Bouwpoiitie richtlijnen op te stellen betreffende inrichting van particuliere schuilplaatsen. Tevens zijn proeven met het niet verlichten van het haven complex ter misleiding van vijandelijke vliegers genomen. Op' 12 December zullen de directeuren van groote bedrijven te Rotterdam en randgemeen ten in de Handelshoogeschool te Rotterdam bijeenkomen om de maatregelen te bespreken die in oorlogstijd genomen moeten worden ter bescherming hunner bedrijven. De heeren Ketelaar, de Geer, Albarda, Schou ten, Bierema, Goseling en Teulings (de com missie van voorbereiding) stellen voor in het ontwerp, houdende voorschriften betreffende de hoedanigheid en aanduiding van waren, in artikel 13. lid 1, te doen vervallen den derden volzin, luidende: „Onder die voorwaarden kan ook worden op genomen de bepaling van den leeftijd, waarop pensionneering van het personeel der diensten moet ingaan." De toelichting hierbij luidt als volgt: Voorwaarden, als in dezen volzin bedoeld, zouden, in verband met de bepaling van artikel 63 der Grondwet, niet in een algemeenen maat regel van bestuur mogen worden opgenomen, ook niet met uitschakeling van de Pensioen wet. Reeds daarom kan de volzin niet worden gehandhaafd. De wijziging van de Pensioen wet, die ook de minister blijkens diens ver klaring bij het mondeling overleg noodig acht, zal de vereischte voorzieningen moeten bevat ten. In verband met de van Rijkswege in aanbouw zijnde nieuwe brug bij Viake, die zoovel voor de spoorwegen, als voor de gewone wegen zal dienen, zal in den lcop van 1936, het aanslui tende baan gedeelte tusschen Kruininge I en Capelle B., worden omhoog gebracht. Alvorens hiertoe over te gaan, zullen worden gemaakt de onderdoorgangen en duikers, die onder de toekomstig opgehoogde spoorbaan moeten worden aangebracht. Dit werk bestaat uit twee perceelen n.l. het eerste, omvattende het leveren en inhéien van betonnen- en van dennenpalen en het tweede perceel, bestaande uit het maken van drie onderdoorgangen en vijf duikers. De eerste komen te liggen in den Oostweg, den Vlaakschen Zandweg en den Noordweg. Aan het werk moeten worden ver werkt 6000 M. beton en 1300 M. andere palen, benevens 1700 kb M. beton en 223000 K.G. ijzer werk. De aanbesteding zal plaats vinden voor reke ning van het Rijk, bij de Nea. Spoorwegen te Utrecht op 17 December a.s. 99 En de politiek „De Beul" van Amsterdam houdt nog steeds de gemoederen in beroering, en het ziet ernaar uit, dat de rust niet terugkee- ren zal, zoolang de vertooning voortduurt. Reeds zijn er kranten vol geschreven over het schandelijke van het stuk, dat on danks de schrapping van enkele passages in een christelijken staat ontoelaatbaar genoemd moet worden; critiek is geoefend op de Amsterdamsche Tooneelvereeniging, die gemeend heeft wel te mogen trachten zich uit een financieele impasse te redden door, speculeerend op de gunst van een marxistisch, anti-fascistisch publiek, een schandstuk te bestaan; aan de kaak is gesteld het hoofdstedelijk college van B. en W., dat ondanks 't advies der deskundigen commissie, 't welk aan duidelijkheid niets te wenschen overliet de kwalificatie „tooneeldraak" zegt waarlijk genoeg de vertooning bovendien nog subsidieerde; met pijnlijke teleurstelling is geconstateerd vooral de houding van Amsterdams anti- revolutionnairen burgemeester, die het als hoofd der politie zonder verantwoording aan den Raad verschuldigd te zijn in zijn hand heeft gehad, de aanstootgevende vertooning te verhinderen en zich niet liet gelden. Hier is echter, in samenwerking tus schen een geldbeluste tooneelvereeniging en een zijn plicht verzakend college van B. en W., méér misdreven dan wat hierboven gememoreerd staat, n.l.: een ontstellend groote politieke domheid! De Amsterdamsche Tooneelvereeniging heeft haar leegen geldbuidel willen vullen door een anti-fascistisch stuk op te voeren waarvoor zij applaus verwachtte van ee: talrijk publiek. Het zij zoo. Maar zij koos daartoe een stuk, dat niet alleen anti-fascistisch, doch tevens nihilis tisch en voor den christen stuitend is: een stadsbestuur met aan het hoofd een anti-revolutionnairen burgemeester liet de vertooning niet alleen toe, doch subsidieerde deze zelfs; een marxistisch-anti-fascistisch publiek juichte de vertooning toe, daartoe in de stemming gebracht door zijn eigen pers. Alles bijeen genomen één ontstellend groote politieke domheid. Een kind in de politiek had met abso lute zekerheid kunnen voorspellen, dat men precies het tegenovergestelde van wat men beoogde zou bereiken: Men wilde het nationaal-socialisme een knauw geven, men heeft de actie en de agitatie voor deze demagogie integendeel sterk begunstigd. Wat kon nu kostelijker koren op den mo len der fascistisch-aangelegde elementen zijn dan de toelating en de vertooning van een tooneelstuk als „De Beul" in een chris telijken staat, onder bescherming van een christelijken burgemeester? Wij koesteren geen oogenblik de illusie, dat onze fascisten individueel, spontaan enécht in toom ontstoken zijn over zooveel onchristelijkheid; wij hechten geen hooge waarde aan christelijke paladijnen, die de christelijkheid genivelleerd willen houden beneden het staats-ideaal; als men ziet, wat er in Duitschland gebeurt en Duitschland is ook in dit opzicht, b.v. door onze N. S. B., nog niet gedesavoueerd dan verwacht men weinig heil van christe lijkheidsbescherming door nationaal-socia listisme; integendeel, wanneer eenmaal 't nationaal-socialisme hoogtij viert, zullen natuur-noodzakelijk de rechten van het christendom in noodlottig gedrang komen. De verontwaardiging van een zeer groot deel onzer fascisten kan niet echt geweest zijn; uit heel het verloop van den Zondag middag in den Amsterdamschen Schouw burg gevoerde protest-actie bleek overigens, dat hier een politiek relletje was georgani seerd, kunstmatig in elkaar gezet. Het jammere is echter, dat men den de monstranten hoe onzuiver allicht ook de bedoelingen van de meesten hunner geweest zullen zijn niet kwalijk kan nemen, dat zij tegen een dergelijke vertooning in ver zet kwamen: „is het niet zeer christelijk tegen zóóveel on- en anti-christelijks te protesteeren? Moet er niet een einde ko men aan een regime, dat zóóiets toestaat en betaalt?" De N. S. B. zal in de komende weken een hevige colportage voeren met de afzichte lijkheid: „zóóiets is in christelijk Neder land mogelijk! Allemaal politiek! Jawel, maar bij weer een nieuw deel der massa zal de N. S. B. succes hebben met deze colportage. Dat hebben zekere fascisten-bestrijders zoowel in den marxistischen als in den christelijken hoek aan zichzelf te danken. Wanneer fascisten-bestrijders zich zóó onverstandig gedragen in hun strijd en wanneer een overheid zóó veel ongerech tigheid duldt, ja, nog subsidieert, dan is 't demagogisch succes van den gemeenschap- pelijken vijand een welverdiend loon. Maar intusschen zitten de eerlijke be strijders van het fascisme voor de zware taak, deze groote politieke domheid maar weer onschadelijk te maken! Woensdagavond is de 46-jarige gemeente-ar chitect P. van Drunen, toen hij in de Kerk straat te Hendrik Ido Ambacht liep, door een hem achterop komenden fietsrijder aangereden. De heer Van Drunen viel achterover en kwam zoo ongelukkig terecht, dat hij onmiddellijk dood was. De fietser, wiens brilleglazen beslagen waren, had den voetganger niet opgemerkt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5