T oon mij uw wegen
Niet uitgewezen
VOOR HET KIND
DE K.EMA. BLIJFT TE
ARNHEM
RIJKSSALARISSEN MET
50/0 OMLAAG
HET AUTO-ONGEVAL OP
WIERINGEN
ZONDAG 8 DECEMBER 1935
LEEKEPREEKEN
Het incident met dr. Kortenhorst
in Duitschland
MINISTER DE WILDE IN
NOORD-BRABANT
Bespreking over annexatie
plannen
Besluit van den Ministerraad
De Chef van den Marine
staf
Berichten omtrent wisseling van
functie voorbarig
REGELING ARBEID DOOR
VREEMDELINGEN
Voorloopig Verslag der Eerste
Kamer
POSTZEGELS enBRIEFK AARTEN
Leest De Opmarsch!
Propagandanummer in 100.000
exemplaren
KORPS MARINIERS
Parade voor H. M. de Koningin
te Den Haag
MINISTER DECKERS NAAR
ROERMOND
Burgemeester van Ambt-Harden-
berg vraagt ontslag
Wie mag zy zijn?
Nog een stem
SLUIT U AAN
OOK GIJ EEN ABONNEMENT
Het Kon. Besluit thans verschenen
Voor bijzondere nooden
Vakorganisatie stelt voor gelden
beschikbaar te stellen
GENERAAL S. W. PRAAG
Vereerd met het Kruis van Ver
dienste van het Roode Kruis
SIGARENMAKERSSTAKING
Met ingang van Zaterdag
geëindigd
Vier dood en en eenige gewonden
Rechercheur neer
geslagen
Foto van een verdachte was in
het archief der politie
KOSTELOOS PROCEDEEREN
Oud wetsontwerp herzien en
uitgebreid
DE ZUIDERZEEWERKEN
EN ENGELAND
Een radiolezing
DE VERKEERSPAEDAGOOG
Maatregelen ter bevordering van
een veilig verkeer
De Standaard over
„De Beul"
Het anti-revolutionnaire orgaan
veroordeelt de houding van
Amsterdams burgemeester
Koninklijke belangstelling
Wanneer Devid zijn ziel tot zijn Heer
heeft opgeheven en zijn onwankel
baar vertrouwen in de Voorzienigheid
heeft uitgesproken, dan smeekt hij: Toon mij
Uw y'egen, o Heer en leer mij Uw paden ken
nen.
Dit is een diepzinnig gebed, wijsheid bevat
tend voor alle tijden. Hoe zelden denken wij
er in onze kleïn-menschelijkheid aan, dat wij
slechts bestaan, slechts kunnen handelen en
ons bewegen, zoolang de Schepper ons in stand
houdt. Een ondeelbaar oogenblik van Zijn Wil
is voldoende om ons ineen te doen storten. Hoe
weinig strookt daarmee het leven van verreweg
de meeste menschen, ook van hen, die zich
christenen belijden. Zie hen werken en zwoe
gen, zie hen heerschen en zich opblazen, zie
hen berekenen, plannen maken, netten span
nen, alsof zij de zekerheid hadden van een
onverwoestbaar leven. Met alles houden zij re
kening: met list en sluwheid van tegenstan
ders; met de grillen van de fortuin; met het
omslaan van de conjunctuur; met de wissel
valligheden van de politiek, zelfs met den dood
en het ongeluk van anderen. Alleen him eigen
broosheid komt niet in tel en God wordt in
hun kansberekening niet opgenomen. Nog af
gezien van de grove ondankbaarheid van het
schepsel tegenover den Schepper: hoe dom is
het dezen hoogst gewichtigen factor over het
hoofd te zien. Eén moment behoeft het inge
wikkelde menschelijke organisme maar te fa
len; even maar behoeft de motor van het hart
te wteigeren.. een auto behoeft slechts een
streep buiten zijn baan te rijden en het trot-
sche leven van straks is een lijk. Hoe armza
lig zijn dan al die berekeningen zonder God.
Anderen weer zijn door de ongunst der for
tuin getroffen: zij noemen zich pechvogels en
ongelukskinderen. Al wat zij ondernemen mis
lukt; ziekte sloopt krachten en doet het laat
ste geld wegteren; speculaties zijn altijd aan
den verkeerden kant; werkloosheid sloopt ener
gie en levenslust. Slechts één middel zou er
voor dezulken zijn om hun moreel te bewaren,
om geestelijk en uiteindelijk ook stoffelijk
staande te blijven en klaar te staan voor een
nieuwe kans: de overtuiging, dat er een God
leeft, die toelaat in wijsheid, wat zij als een
ramp beschouwen.
In het volhardend smeeken: „Toon mij Uwe
wegen", zouden zij niet alleen berusting en
troost, maar op den duur ook licht en inzicht
bekomen. Maar hun geest blijft hangen aan het
tijdelijke; zij staren zich blind op eigen onge
luk; berekenen, hoe goed het zou kunnen zijn,
wanneer zij zelf hun leven konden regelen;
wanneer zij zelf de omstandigheden konden
veranderen. Deze voortdurende worste
ling van een eng berekenenden geest met de on
wrikbare hardheid van het noodlot maakt on
tevreden, opstandig, doodt de hoop, knaagt aan
het geloof, aan het vertrouwen in een betere
toekomst, uiteindelijk aan het vertrouwen in
God. De blik bepaalt zich tot de tijdelijkheid
van enkele jaren en vergeet, dat de toekomst
van de ziel een eeuwigheid is.
Zijn zelfs zij, die zich beter wanen dan de
geschetste categorieën, zij, voor wie God mid
den in het leven staat, die godsdienstig zijn en
zelfs kerksch, die aalmoezen geven naar vermo
gen en de plichten van hun staat vervullen,
zijn zij, of althans zeer velen van hen ook niet
dagelijks op berekening uit tot zelfs in hun ge
bed?
Hoe vreemd wordt er, zij het te goede trouw,
met God en Zijn lieve heiligen omgesprongen,
vooral onder ons Katholieken; hoe ontstich
tend is vaak ons voorbeeld in dit opzicht voor
andersdenkenden! Zeker, Christus heeft ons
Zelf wel geleerd te bidden: geef ons heden ons
dagelijksch brood en: vraagt en gij zult ver
krijgen. Maar daaraan zijn dan verschillende
andere smeekingen vooraf gegaan. Het mooi
ste gebed, het Onze Vader, begint met een ver
heffing van de ziel uit dit aardsche naar Hem,
die in den Hemel is. Het leert te smeeken, dat
Gods naam geheiligd zij, dat Zijn rijk over heel
de aarde moge verbreid worden, dat Zijn wii
overal, in gansch het heelal, moge vervuld wor
den. Eerst daarna komt een enkele bede voor 't
dagelijksch brood, de nooddruft zonder meer.
om dan in een smeeking om schuldvergeving en
deemoed te eindigen.
De vraag om tijdelijke goederen heeft slechts
een kleine plaats in het gebed, dat Christus
voor ons opstelde. En hoe groot is het aan
deel, dat de stoffelijke dingen hebben in de ge
beden van de meesten onzer.
Zijn er niet velen, die eerst dan beginnen te
bidden met aandrang en met hun hart, wan
neer zij in tijdelijke moeilijkheden verkeeren,
wanneer de zaken slecht gaan, wanneer een ont
slag dreigt, wanneer zij zich zelf in zorgen heb
ben gewerkt? En moet niet voor iedere ziekte,
voor elke tijdelijke aangelegenheid een heilige
klaar staan om de uitkomst te geven?
Kinderlijke vroomheid kan mooi zijn; wij
moeten allen als kinderen worden. Maar ook
in het godsdienstige mogen wij niet kinderach
tig zijn. Tenslotte is he.t eenige doel van ons
verblijf in deze wereld: Gods verheerlijking en
het zoeken van onze eigen zaligheid. Al het
overige zal ons worden toegeworpen.
Gods verheerlijking dus op de allereerste
plaats. En hoe weinig wordt daaraan door ons,
berekenende menschen, gedacht. Het gebed
moet hoofdzakelijk en op de allereerste plaats
een dienen van den Schepper zijn, een betui
ging van onze afhankelijkheid, een verheerlij
king van den Naam van den Allerhoogste, een
volledige onderwerping aan Zijn wil. Zooals de
Kerk bidt, dat ons gebed als wierook moge op
stijgen tot den troon van God. Wierook nu is
licht en geurig, is een offergave, opstijgend uit
vuur, dat stof verteert. Een gebed, louter smee-
kend om tijdelijke zaken, is bezwaard met
eigen belang en mist allen offergeest.
Mogen wij dan niet Gods hulp in onze men
schelijke ellende inroepen en zijn de heiligen
dan niet onze krachtige voorsprekers en voor
spreeksters? Natuurlijk wel! Maar zooals alles,
moet ook ons gebed geordend zijn. God, de
Schepper, moet het middelpunt van onze ge
dachten zijn: een gebed moet altijd wezen een
treden voor zijn troon.
Wanneer wij de heiligen aanroepen, moeten
wij in gedachten aan hun hand gaan en samen
met hen voor dien troon neerknielen. Dan volgt
daaruit van zelf, dat wij beginnen dien aller-
hoogsten Heer te huldigen en te begroeten. En
hebben wij uiteindelijk iets voor ons zelf te
vragen, mede door de voorspraak van een van
Gods lieve Heiligen, laten wij daarbij dan
steeds bedenken, dat wij in menschelijke zwak
heid en onkunde nooit weten of, wat wij vragen
aan tijdelijk geluk, ook tot ons wezenlijk geluk
strekt. Daarom is Davids gebed zoo alomvat
tend en nooit missend, wanneer hij smeekttoon
mij Uw wegen, Heer en leer mij Uw paden ken
nen. Is daarin niet heel ons tijdelijk geluk met
ons eeuwig geluk opgesloten? Alle klein-men-
schelijke berekening sluiten wij uit; wij erken
nen, dat wij zelf niet weten, wat ons tot heil
strekt. Wanneer God echter ons inzicht geeft,
wat wij moeten doen, hoe wij moeten wandelen,
welken weg wij moeten inslaan, dan hebben wij
alles, wat wij hebben moeten. Ook al schijnt de
aanwijzing in te gaan tegen wat wij als ons ge
luk zien; wanneer wij aanvaarden, wat uit Gods
hand komt, dan volgen wij den zekeren weg, die
altijd op het juiste punt uitkomt.
't Is voor den vleeschelijken mensch heel ver
leidelijk om zijn God en godsdienst te gebrui
ken tot zijn eigen menschelijk voordeel. Hiermee
zet hij alle waarden ten onderste boven. Hij is
er om God te dienen en daardoor zijn eeuwig
heil te verwerven. Dat hij in moeilijkheden en
nood troost en steun zoekt bij zijn Vader in den
Hemel, is niet anders dan natuurlijk. Maar de
verhouding van den mensch tot God eischt
daarbij, dat het afhankelijke schepsel met zijn
beperkten blik, slechts vraagt, wat God van hem
wil. Doet hij anders, dan stelt hij zich aan alsof
hem beter dan aan God bekend is, wat hem tot
geluk strekt.
Wie dit alles overweegt, voelt hoe volmaakt
Davids gebed was, dat nog voor ons allen niets
in kracht heeft verloren: Toon mij Uw wegen
Heer en leer mij Uw paden kennen.
LIBRA
Naar aanleiding van het persbericht, als zou
dr. Kortenhorst, die als lid van de Nederland-
sche delegatie voor handelsbesprekingen met
Duitschland te Berlijn vertoefde, uit Duitsch
land zijn gezet, wordt van bevoegde zijde me
degedeeld, dat dr. Kortenhorst uit Duitschland
is teruggekeerd, omdat er een pauze in de on
derhandelingen was ingetreden.
Wel heeft zich een incident voorgedaan
n.l. in dezen vorm, dat aan dr. Kortenhorst,
in verband met den indruk die te Berlijn
verkregen is uit een onlangs in de Tweede
Kamer gehouden redevoering, te verstaan is
gegeven, dat hij, hoewel zakelijk als lid der
delegatie erkend, geen onverplichte beleefd
heden van socialen aard zou genieten, ter
wijl er niet voor kon worden ingestaan, dat
de Duitsche pers over dr. Kortenhorst's
uitlatingen in de Kamer zou zwijgen.
Zaterdagmorgen te elf uur arriveerde de mi
nister van Binnenlandsche Zaken aan het ge
meentehuis te Putte (N.B.), waar hij werd ont
vangen door het college van B. en W. der ge
meente. Hier had Z.Exc. een onderhoud om
trent de annexatie-plannen van Putte en Os-
sendrecht, terwijl hij zich tevens liet inlichten
omtrent de ligging van de Nederlandsch-Bel-
gische grens te Putte. Te ruim twaalf uur arri
veerde Z.Exc. te Ossendrecht, in gezelschap van
den burgemeester, die tevens hoofd der ge
meente Putte is, waar de wethouders van eerst
genoemde gemeente hem hun opwachting
maakten. Hier had een onderhoud van den
zelfden aard plaats en maakten enkele raads
leden gebruik van de gelegenheid tot een
audiëntie over de annexatie-plannen.
De quaestie van al of niet overplaatsing
van de K. E. M. A.-inrichtingen naar Delft, is,
naar het Handelsblad verneemt, opnieuw een
onderwerp van besprekingen geweest in den
Ministerraad. Zulks in verband met de omstan
digheid, dat aan de regeering nieuwe gezichts
punten in deze zaak waren geopend. De Mi
nisterraad heeft wederom besloten om goed te
vinden, dat de K. E. M, A. te Arnhem blijft
gevestigd. Aan dit besluit wenscht de regeering
evenwel een aantal voorwaarden te verbinden,
waarover nadere onderhandelingen zuilen wor
den gevoerd.
Dezer dagen deed een persbericht de ronde,
dat de vice-admiraal J. de Graaff, chef van
den Marinestaf van het Departement van De
fensie medio Maart den zeedienst met pensioen
zou verlaten en als zoodanig zal worden op
gevolgd door den tot schout-bij-nacht bevor
derden kapitein ter zee J. T. Fürstner, direc
teur van de Hoogere Krijgsschool.
Naar aanleiding hiervan vernemen wij, dat
dit bericht deels onjuist is, deels voorbarig. In
dien de chef van den Marinestaf eventueel den
zeedienst mocht verlaten, zal zulks in geen ge-
vaal medio Maart geschieden.
Dat schout-bij-nacht Fürstner bij aftreden
van den vice-admiraal diens opvolger zou zijn
is vooralsnog voorbarig, omdat dienaangaande
nog geen enkele beslissing is genomen.
Verschenen is het Voorloopig Verslag der Eer
ste Kamer over het ontwerp van wet tot wijzi
ging van de wet van den 16den Mei 1934 tot
regeling van het verrichten van arbeid door
vreemdelingen.
Bij het afdeelingsonderzoek van dit wetsont
werp werd in de eerste plaats een opmerking
gemaakt naar aanleiding van het voornemen
der Regeering, in den loop van de komende
maanden de wet van den 16den Mei 1934 tot
regeling van het verrichten van arbeid door
vreemdelingen ook van toepassing te doen zijn
op die bedrijven, waarop zij tot dusverre nog
geen betrekking had en waarvan wel het be
langrijkste is „Het bedrijf, dat in de huishou
ding wordt beoefend, nl. door de vreemde dienst
boden".
Verscheidene leden stelden vast, dat derhalve,
indien dit ontwerp van wet tot wet zal worden
verheven, een vergoeding, als bedoeld in art.l,
eerlang ook zal worden gevorderd van hen die
laatstbedoelde werkkrachten in dienst hebben,
waardoor de vraag naar Nederlandsch personeel
zal worden vergroot. Hiervan duchtten zij moei
lijkheden, gelet op de geringe geneigdheid en,
naar verluidt, mindere geschiktheid van Neder-
4- December ioi 10 Januari a.s.
landsche meisjes voor het beroep van dienst
bode. Mitsdien bepleitten zij het betrachten van
voorzichtigheid.
In beginsel evenwel juichten zij de voorgeno
men uitbreiding van de toepassing der voorge
noemde wet toe. Zelfs achtten zij de door de
Regeering genoemde bedragen te laag en waren
zij van meening, dat gerustelijk zij het aan
vankelijk niet in gevallen, waar het huisperso
neel betreft f 10.per vergunning mocht
worden gevorderd.
Sommige leden achtten het heffen van een
vergoeding voor het in dienst hebben van bui-
tenlandsche dienstboden ook daarom nuttig,
omdat aldus een bijzondere controle op die
groep van hier te lande verblijvende vreemde
lingen kan worden geoefend.
Vele leden verklaarden zich met de voorne
mens van de Regeering op dit stuk in allen
deele te kunnen vereenigen.
„De Opmarsch" het bekende propaganda-
orgaan van dé R.K. Staatspartij, is met zijn
eerste December-nummer in een extra-oplage
van 100.000 exemplaren verschenen. Het blad be
gint met een hoofdartikel, waarin de „neu
trale" Telegraaf stevig onder handen genomen
Wordt; er is een feuilleton over wijlen Mgr.
Nolens; het K.D.P.-orgaan „Onze Vaan" krijgt
eenige waarheden over „De Paus en de eenheid"
te slikken. Verder wordt de aandacht gevestigd
op een belangrijker devaluatie dan die van den
gulden: die van de cultuur, waarvoor wij niet
moeten „aanpassen", maar oppassen. Enkele po
litieke uitspraken, die op „vergissingen" berus
ten, worden gewraakt; een dichter pleit ervoor,
dat de leden de Staatspartij wat beter mo
gen gaan bedenken dan tot nu toe met een
fooitje per jaar geschiedde. De teekenaar laat
Sinterklaas schoone politieke geschenken uit
reiken.
Medegedeeld wordt, dat de Ned. Spoorwegen
een aanzienlijke reductie zullen geven aan de
deelnemers van den Landdag: heen en terug
voor den prijs van een enkele reis.
Dinsdag 10 December des voormiddags 11
uur zal op het Malieveld te Den Haag ter ge
legenheid van de 270-jarige herdenking van
de oprichting van het Korps Mariniers door
dit korps een parade voor Hare Majesteit de
Koningin worden gehouden.
Naar wij vernemen is het bezoek, dat de
Minister van Landbouw en Visscherij zich voor
stelt te brengen aan eenige instellingen op het
gebied van den landbouw te Roermond en dat
wegens de behandeling van de begrooting in
de Tweede Kamer moest worden uitgesteld,
thans bepaald op Woensdag 11 December a.s.
De burgemeester van Ambt-Hardentierg, de
heer H. H. Weitkamp, heeft met ingang van
6 December j.l. ontslag gevraagd uit zijn func
tie.
De commissaris van politie der afdeeling C.
te's-Gravenhage, verzoekt te worden bekend
gemaakt met de indentiteit van een onbekende
vrouw, die op 5 December j.l. in het Gemeente
lijk Ziekenhuis aan den Zuidwal te Den Haag,
werd opgenomen. Zij maakt den indruk gees
telijk niet normaal te zijn. Op genoemden
datum is zij per taxi uit Amsterdam gekomen.
'Signalement: 30 a 35 jaar, donkerblond
bobbed-hair, vrij mager, ovaal gezicht, grijs
groene oogen zeer gaaf gebit (mogelijk kunst
gebit), rechte smalle neus. Kleeding: zwart
fluweelen hoed, donderblauwe mantel, grijze
kousen, donkerblauwe peau de suède schoenen,
terra-cotta kleurige japon, donkerblauwe
handschoenen, zilveren polshorloge. Zij noemt
zich Lilian Vreede.
Het is dan ook te verstaan, dat
de burgemeester de opvoering aan
vankelijk niet heeft verboden. Toen
echter daarover later ernstige en
scherpe critiek loskwam, had na
dere overweging, naar ons gevoe
len, moeten leiden tot de beslis
sing, om van de bevoegdheid tot het
verbieden van de opvoering ge
bruik te maken.
Het is verre van gemakkelijk over deze zaak
een nauwkeurig en weloverwogen oordeel te
vellen, omdat zij door het gebeurde van Zon
dag 1.1. en door hetgeen daarna heeft plaats
gehad, in ernstige mate is vertroebeld. Maar
wij zijn van meening, nu wij van haar vol
doende hebben kunnen kennis nemen, dat na
dere behandeling en daartoe heeft de uit
gebrachte critiek aanleiding gegeven tot ge
volg had moeten hebben, dat tot het verbieden
van de opvoering werd overgegaan.
Worde het den burgemeester gegeven deze
moeilijke en netelige aangelegenheid tot een
goed einde te brengen.
Aldus het anti-revolutionaire hoofdorgaan
„De Standaard", die daarmede onze houding
bijvalt, evenals de andere anti-rev. en christ.-
hist. persorganen.
Luitenant-generaal Swart heeft voor Natio
naal Herstel in zijn openingswoord ook het
volgende gezegd over „De Beul". Hij achtte
het standpunt van den burgemeester van Am
sterdam diep teleurstellend en wees er op, dat
het standpunt, dat de politie neutraal moet
zijn, onjuist is. „Als er iets nationaal moet zijn,
dan moeten onze gezagshandhavers het zijn.
„De burgemeester van Amsterdam verloor
zich in sophismen omtrent het godslasterlijke
van dit stuk, waarbij misschien een juridische
stroohalm ter verdediging van zijn standpunt
is te vinden, maar waarbij vergeten werd, dat
hier doorslaggevend is de sfeer en de menta
liteit van dit gansche tooneelstuk en van de
zaal, waarin wel de godslasterlijke tekst werd
verkocht. Hoe ver is deze Anti-revolutionnaire
burgemeester gevallen van den boom zijner
levensovertuiging I
VEERTIENDAAGS VERSCHIJNEND PROPAGANDABLAD
DER R.K STAATSPARTIJ ABONNEMENTSPRIJS F1.-PER
JAAR ADMINISTRATIE MAURITSKADE 25 DEN HAAG
Bij Kon. Besluit is het volgende bepaald:
Alle op grond van het Bezoldigingsbesluit
Burgerlijke Rijksambtenaren en de daarbij be-
hoorende bijlagen toegekende en toe te kennen
bezoldigingen te weten alle wedde- en loon
bedragen (zoowel die van de vaste wedden als
die van de minima, periodieke verhoogingen en
maxima) zoomede alle in genoemd Besluit
of in voTige Bezoldigingsbesluiten vermelde, c.q.
op grond daarvan, dan wel in verband daar
mede, toegekende weddeverhoogingen boven
het maximum van de schaal, toelagingen, be
looningen, vergoedingen, kortingen, limieten
e.d. worden met 5 pet. verlaagd, met dien ver
stande, dat:
a. het minimum-bedrag ad 60 per jaar voor
de kindertoelage der ambtenaren op jaarloon
en het minimumbedrag ad 1.15 per week of
5 per maand voor de kindertoelage der amb
tenaren op maand- en weekloon, buiten deze
verlaging vallen;
b. de verlaging van de weddeverhoogingen
boven het maximum van de schaal, toelagen,
belooningen, vergoedingen, kortingen e.d. als
vorenbedoeld achterwege blijft, indien deze zijn
uitgedrukt in een procentisch deel of worden
berekend naar evenredigheid van in dat Be
sluit of in vorige Bezoldigingsbesluiten vastge
stelde. met 5 pet. te verlagen wedden;
c. de bedragen, vermeld in het Rijkskleedings-
besluit, ongewijzigd gehandhaafd blijven.
Dit besluit treedt in werking met 1 Januari
1936, behalve voor de ambtenaren op maand
en weekloon, wier standplaats gerangschikt is
in de vierde klasse, ten aanzien van wie de
verlaging op 1 Juli 1936 ingaat.
Naar de Volkskr. meldt, heeft de Nederl. R.
K. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel „St.
Raphael" bij het R. K. Werkliedenverbond voor
de deze maand te houden Vakbondsvergadering
het volgende voorstel ingediend:
De Vakbondsvergadering besluit van 1 Ja
nuari 1938 af tot een nader door deze verga
dering te bepalen tijdstip uit het Reservefonds
beschikbaar te stellen gelden, welke aangewend
zullen worden voor voorzieningen in onze be
weging, verband houdende met bijzondere noo
den en extremistische strevingen, en noodigt
het verzondsbestuur uit spoedig een plan aan
de Vakbondsvergadering voor te stellen, op
welke wijze hieraan uitvoering zou kunnen
worden gegeven.
In den Kring van het Dagelijksch Bestuur
van het Nederlandsche Roode Kruis heeft H.
K. H. Prinses Juliana als voorzitster met een
toepasselijk woord het Kruis van Verdienste
van het Nederlandsche Roode Kruis uitgereikt
aan den tweeden ondervoorzitter, Generaal-,
Majoor S. W. Praag, inspecteur van den Ge
neeskundigen Dienst der Landmacht. In het
bijzonder werd daarbij gewezen op al hetgeen
de heer Praag als voorzitter van de Ambulance-
Commissie heeft verricht, welke Commissie alle
voorbereidingen had te treffen voor het uit
zenden der Nederlandsche Roode Kruis Ambu
lance naar Ethiopië.
Zijn erkentelijkheid voor de toekenning dier
onderscheiding uitsprekend, verzekerde generaal
Praag, dat het hem bijzonder dankbaar stem
de, haar bij deze gelegenheid en uit handen
van Hare Koninklijke Hoogheid zelve te mo
gen ontvangen.
De staking der sigarenmakers bij de fa. van
Eyndhoven te Roosendaal, welke Donderdag
morgen bij verrassing een feit was geworden,
behoort sinds Zaterdagmorgen weer tot het
verleden.
Omtrent het ernstige auto-ongeluk, dat Za
terdagmorgen op den Wieringerbetonweg bij
Stroe is gebeurd, vernemen wij nog, dat van den
uit Zeist afkomstigen auto, die op weg was naar
Franeker, de bestuurder, de heer H. A. van Ger-
ven, zwaar werd gewond. De andere inzittenden
waren de heer W. Wiersma, agent van politie
te !3eist, die gedood werd en zijn 16-jarige zoon,
die geen letsel heeft opgeloopen.
De auto uit Friesland was op weg naar Haar
lem. Het was een huurwagen met zeven inzit
tenden, van wie er drie gedood zijn.
In het Marinehospitaal te Den Helder zijn vier
slachtoffers opgenomen: een vrouw, die twee
hoofdwonden kreeg, een man, die een armfrac-
tuur en een hoofdwonde opliep en twee mannen
die een kaakfractuur bekwamen. Hun toestand
laat zich vrij gunstig aanzien.
De omgekomenen zijn, naar nader gemeld
worlt, behalve den reeds vermelden W. Wiersma,
agent van politie te Zeist, de bestuurder van den
Frieschen auto, de heer T. Zeilstra, de heer
Höhle uit Sneek en een 60-jarige dame, die nog
niet is geïdentificeerd. Deze laatste is tijdens
het transport naar Den Helder overleden.
Eenige dagen geleden zag een hoofdrecher-
eheur van politie op het Haagsche Veer te Rot
terdam een man op verdachte wijze bij een rij
wiel rondscharrelen. Hij wilde den man arres
teeren, maar werd toen onverwacht door drie
andere mannen aangevallen.
De rechercheur trok zijn revolver, doch voor
hij gelegenheid had het magazijn te laden, werd
hij door een vierden man besprongen. De kerels
sloegen den rechercheur tegen den grond en ook
een voorganger, die den politieman wilde ont
zetten, werd tegen de straat geslagen.
De mannen namen daarop ijlings de vlucht.
De hoofdrechercheur herinnerde zich een vaag
signalement van een der mannen, die een pullo
ver met ritssluiting droeg. Men sloeg het foto
album eens na en men vond een foto van een
man, die sprekend op een der aanvallers geleek.
Hij droeg eveneens een pullover met ritssluiting.
De politie is er nu in geslaagd Zaterdag twee
der mannen te arresteeren. Het zijn de 25-jarige
los werkman P. en de 19-jarige E.
Het tweetal blijft hardnekkig ontkennen,
maar men heeft voldoende aanwijzingen om hen
in bewaring te stellen.
Aan de Memorie van Antwoord aan de Twee
de Kamer inzake het wetsontwerp tot herzie
ning der voorschriften nopens de toelating om
kosteloos te procedeeren, is het volgende ont
leend: De instemming der vaste Commissie
voor Privaat»- en Strafrecht met het stelsel, vol
gens hetwelk bij het verzoek om kosteloos te
procedeeren moet worden overgelegd een stuk,
waaruit blijkt of en voor hoeveel de betrokkene
is aangeslagen in de inkomsten- en vermogens
belasting, is slechts betrekkelijk, daar onmid
dellijk daarop wordt gerept van bezwaren tegen
de uitwerking en twijfel wordt uitgesproken ten
aanzien van de practische resultaten. De mi
nisters van Justitie en van Financiën hebben
het systeem van het wetsontwerp niet onveran
derd overgenomen. In het Gewijzigd Ontwerp
van Wet, dat deze memorie vergezelt, is de ge
dachte, dat met vrucht gebruik kan worden ge
maakt van gegevens, waarover de belasting-ad
ministratie beschikt, behouden, doch er is naar
gestreefd om dit denkbeeld zoodanigen vorm te
geven, dat eenerzijds slechts belastinggegevens
behoeven te worden verstrekt, wanneer deze
werkelijk noodig zijn, anderzijds deze gegevens
zoo effectief mogelijk zijn.
Behouden is het principe, waarmede de Com
missie zich zonder voorbehoud heeft vereenigd,
dat het onvermogen zal worden beoordeeld met
het oog op één bepaalde procedure en met in
het algemeen.
Het Gewijzigd Ontwerp van Wet kent voorts
een procedure tegen verminderd tarief, en wel
tegen een tot de helft verminderd tarief, zoowel
voor wat betreft de griffierechten als de sala-
rieering van advocaten, procureurs en deur
waarders.
Uit Londen wordt ons gemeld, dat onder de
auspiciën van de British Broadcasting Corpo
ration en in samenwerking met de Netherlands
and Netherlands Indies Information Bureau te
Londen en de Vereeniging „Nederland in den
Vreemde" te Amsterdam op Dinsdag 17 De
cember Capt. McDermott des avonds te half
acht (19.50 uur A.T.) op de nationale golflengte
éen radio-lezing zal houden over de Zuiderzee
werken.
Het anti-revolutionnaire hoofd
orgaan „De Standaard", waarvan
Amsterdams burgemeester presi
dent-commissaris is, geeft deson
danks volgende veroordeeling van
de houding des burgemeesters. In
een driestar schrijft het blad het
geen o.i. over de zaak geschreven
moest worden, n.l. dat de zaak ver
troebeld wordt en dat er alle aan
leiding was geweest na de latere
scherpe critiek, zijn aanvankelijk
oordeel dat steunde op ambtelijke
rapporten, te herzien. De gezag
volle driestar-schrijver oordeelt en
veroordeelt aldus:
Over het tooneelstuk, dat onder bovenstaan-
den naam bekendheid heeft verworven, wordt,
vooral sinds Zondag 1.1. tijdens de opvoering
daarvan te Amsterdam de orde herhaaldelijk
werd verstoord, veel geschreven en gesproken.
Er zijn twee zaken, welke men nauwkeurig
uit elkander moet houden, n.l. de toekenning
van een subsidie voor de opvoering van dit
stuk, en het niet verbieden van de opvoering
daarvan.
Betreffende de eerstgenoemde zaak behoe
ven wij onze meening niet in den breede uit
een te zetten. Deze is in den loop der jaren
in de kolommen van ons blad vele malen ge
geven. Wij zijn tegen het verleenen van elk
subsidie uit de openbare kas ten behoeve van
de tooneelkunst, en als een openbaar bestuur
in casu de gemeenteraad tot het toe
kennen van subsidies aan tooneelgezelschap-
pen of voor de opvoering van zekere tooneel-
stukken is overgegaan, blijft het o.i. de taak
van onze mannen om op gepaste wijze te be
vorderen, dat daaraan weer een einde wordt
gemaakt. Ook overigens schijnt het ons nood
zakelijk, dat zij steeds een gedragslijn volgen,
welke het niet twijfelachtig doet zijn, dat zij
geen verantwoordelijkheid dragen voor het be
schikbaar stellen van gelden uit de publieke
kas voor dit doel. Wij achten op dezen regel
slechts één uitzondering toelaatbaar. Deze is
aanwezig, als het de zuivere executie of uit
voering van genomen besluiten door het col
lege van B. en W. of een ander daarvoor aan
gewezen autoriteit raakt. Of deze uitzondering
zich in het Amsterdamsche geval heeft voor
gedaan, mag ernstig worden betwijfeld, al zou
den wij ons kunnen indenken, dat een lid
van 't pollege van het Dagelijksch Bestuur de
zaak aanvankelijk zoo heeft gezien, en daar
om zijn medewerking gaf voor het verleenen
van het subsidie.
Inzake de in de tweede plaats genoemde
aangelegenheid gaat het niet over de vraag,
of een anti-revolutionnair burgemeester voor
stander is van de opvoering van een derge
lijk stuk, want daarvan is geen sprake, maar
over deze andere, of de burgemeester van een
stad als Amsterdam van de hem in de Ge
meentewet gegeven bevoegdheid gebruik had
moeten of mogen maken, om de opvoering van
het onderhavige stuk te verbieden.
Wij meenen, dat de burgemees
ter, nadat hij nauwkeuriger op
de hoogte was gesteld van den in
houd en de beteekenis van dit too
neelstuk, tot het verbieden van de
opvoering daarvan had moeten
overgaan.
Van hem kan niet worden gevorderd, dat
hij de stukken, welke men wil opvoeren, per
soonlijk leest en overweegt. Dit is in Amster
dam ondoenlijk. Hij moet daarom wel afgaan
op de rapporten van de daarvoor aangewezen
politie-autoriteit.
Bij informatie vernamen wij van de directie,
dat zij wegens drukke werkzaamheden in ver
band met de St. Nicolaasdrukte de vertegen
woordigers niet had kunnen ontvangen, waar
om zij hun de boodschap liet overbrengen na
St. Nicolaas maar terug te komen.
Dit blijkt aanleiding te hebben gegeven tot
misverstand met de bekend geworden gevol
gen. Intusschen verklaarde de directie niet on
willig te zijn de contractloonen over de ge-
heele lijn toe te passen.
In een Vrijdag gehouden conferentie met de
bonden-afgevaardigden werd dan ook op deze
basis overeenstemming bereikt, waarop de sta
king zou worden opgeheven.
Zaterdagmorgen is dan ook het werk hervat.
Het ligt in het voornemen van H. M. de Ko
ningin om tegenwoordig te zijn bij de plechtige
ingebruikstelling van de Oranje-kerk te Den
Haag op Vrijdag 16 Dec., des avonds te half acht.
In een adres aan den minister van Water
staat heeft de K.NA..C. op het feit gewezen,
dat met eenvoudige hulpmiddelen en betrekke
lijk geringe kosten de verkeersveiligheid op een
groot aantal wegen aanmerkelijk zou kunnen
worden bevorderd, zooals duidelijk is gebleken
uit de resultaten van een intensieve campagne
met den „Verkeerspaedagoog."
In sommige streken van het land zijn deze
hulpmiddelen als wegpunaises in bochten en
zijwegen, witte paaltjes, mist of bermplanken in
bochten en wegen waar het zich slecht kan
zijn, bijzondere aanduidingen voor zijwegen, op
groote schaal aangebracht. In andere streken
daarentegen zijn deze hulpmiddelen in onvol
doende mate aanwezig.
De K.N.A.C. heeft den minister daarom ver
zocht een ver doorgevoerde eenvoudige en wei
nig kostbare wegmeubileering op de rijkswegen
tot stand te doen brengen.
Een overeenkomstig verzoek richtte zij tot de
Provinciale besturen, terwijl tevens in overwe
ging werd gegeven deze belangrijke kwestie ter
kennis van de beheerders der tertiaire wegen
in de provincie te brengen.