T oon mij uw wegen Niet uitgewezen VOOR HET KIND DE K.EMA. BLIJFT TE ARNHEM RIJKSSALARISSEN MET 50/0 OMLAAG HET AUTO-ONGEVAL OP WIERINGEN ZONDAG 8 DECEMBER 1935 LEEKEPREEKEN Het incident met dr. Kortenhorst in Duitschland MINISTER DE WILDE IN NOORD-BRABANT Bespreking over annexatie plannen Besluit van den Ministerraad De Chef van den Marine staf Berichten omtrent wisseling van functie voorbarig REGELING ARBEID DOOR VREEMDELINGEN Voorloopig Verslag der Eerste Kamer POSTZEGELS enBRIEFK AARTEN Leest De Opmarsch! Propagandanummer in 100.000 exemplaren KORPS MARINIERS Parade voor H. M. de Koningin te Den Haag MINISTER DECKERS NAAR ROERMOND Burgemeester van Ambt-Harden- berg vraagt ontslag Wie mag zy zijn? Nog een stem SLUIT U AAN OOK GIJ EEN ABONNEMENT Het Kon. Besluit thans verschenen Voor bijzondere nooden Vakorganisatie stelt voor gelden beschikbaar te stellen GENERAAL S. W. PRAAG Vereerd met het Kruis van Ver dienste van het Roode Kruis SIGARENMAKERSSTAKING Met ingang van Zaterdag geëindigd Vier dood en en eenige gewonden Rechercheur neer geslagen Foto van een verdachte was in het archief der politie KOSTELOOS PROCEDEEREN Oud wetsontwerp herzien en uitgebreid DE ZUIDERZEEWERKEN EN ENGELAND Een radiolezing DE VERKEERSPAEDAGOOG Maatregelen ter bevordering van een veilig verkeer De Standaard over „De Beul" Het anti-revolutionnaire orgaan veroordeelt de houding van Amsterdams burgemeester Koninklijke belangstelling Wanneer Devid zijn ziel tot zijn Heer heeft opgeheven en zijn onwankel baar vertrouwen in de Voorzienigheid heeft uitgesproken, dan smeekt hij: Toon mij Uw y'egen, o Heer en leer mij Uw paden ken nen. Dit is een diepzinnig gebed, wijsheid bevat tend voor alle tijden. Hoe zelden denken wij er in onze kleïn-menschelijkheid aan, dat wij slechts bestaan, slechts kunnen handelen en ons bewegen, zoolang de Schepper ons in stand houdt. Een ondeelbaar oogenblik van Zijn Wil is voldoende om ons ineen te doen storten. Hoe weinig strookt daarmee het leven van verreweg de meeste menschen, ook van hen, die zich christenen belijden. Zie hen werken en zwoe gen, zie hen heerschen en zich opblazen, zie hen berekenen, plannen maken, netten span nen, alsof zij de zekerheid hadden van een onverwoestbaar leven. Met alles houden zij re kening: met list en sluwheid van tegenstan ders; met de grillen van de fortuin; met het omslaan van de conjunctuur; met de wissel valligheden van de politiek, zelfs met den dood en het ongeluk van anderen. Alleen him eigen broosheid komt niet in tel en God wordt in hun kansberekening niet opgenomen. Nog af gezien van de grove ondankbaarheid van het schepsel tegenover den Schepper: hoe dom is het dezen hoogst gewichtigen factor over het hoofd te zien. Eén moment behoeft het inge wikkelde menschelijke organisme maar te fa len; even maar behoeft de motor van het hart te wteigeren.. een auto behoeft slechts een streep buiten zijn baan te rijden en het trot- sche leven van straks is een lijk. Hoe armza lig zijn dan al die berekeningen zonder God. Anderen weer zijn door de ongunst der for tuin getroffen: zij noemen zich pechvogels en ongelukskinderen. Al wat zij ondernemen mis lukt; ziekte sloopt krachten en doet het laat ste geld wegteren; speculaties zijn altijd aan den verkeerden kant; werkloosheid sloopt ener gie en levenslust. Slechts één middel zou er voor dezulken zijn om hun moreel te bewaren, om geestelijk en uiteindelijk ook stoffelijk staande te blijven en klaar te staan voor een nieuwe kans: de overtuiging, dat er een God leeft, die toelaat in wijsheid, wat zij als een ramp beschouwen. In het volhardend smeeken: „Toon mij Uwe wegen", zouden zij niet alleen berusting en troost, maar op den duur ook licht en inzicht bekomen. Maar hun geest blijft hangen aan het tijdelijke; zij staren zich blind op eigen onge luk; berekenen, hoe goed het zou kunnen zijn, wanneer zij zelf hun leven konden regelen; wanneer zij zelf de omstandigheden konden veranderen. Deze voortdurende worste ling van een eng berekenenden geest met de on wrikbare hardheid van het noodlot maakt on tevreden, opstandig, doodt de hoop, knaagt aan het geloof, aan het vertrouwen in een betere toekomst, uiteindelijk aan het vertrouwen in God. De blik bepaalt zich tot de tijdelijkheid van enkele jaren en vergeet, dat de toekomst van de ziel een eeuwigheid is. Zijn zelfs zij, die zich beter wanen dan de geschetste categorieën, zij, voor wie God mid den in het leven staat, die godsdienstig zijn en zelfs kerksch, die aalmoezen geven naar vermo gen en de plichten van hun staat vervullen, zijn zij, of althans zeer velen van hen ook niet dagelijks op berekening uit tot zelfs in hun ge bed? Hoe vreemd wordt er, zij het te goede trouw, met God en Zijn lieve heiligen omgesprongen, vooral onder ons Katholieken; hoe ontstich tend is vaak ons voorbeeld in dit opzicht voor andersdenkenden! Zeker, Christus heeft ons Zelf wel geleerd te bidden: geef ons heden ons dagelijksch brood en: vraagt en gij zult ver krijgen. Maar daaraan zijn dan verschillende andere smeekingen vooraf gegaan. Het mooi ste gebed, het Onze Vader, begint met een ver heffing van de ziel uit dit aardsche naar Hem, die in den Hemel is. Het leert te smeeken, dat Gods naam geheiligd zij, dat Zijn rijk over heel de aarde moge verbreid worden, dat Zijn wii overal, in gansch het heelal, moge vervuld wor den. Eerst daarna komt een enkele bede voor 't dagelijksch brood, de nooddruft zonder meer. om dan in een smeeking om schuldvergeving en deemoed te eindigen. De vraag om tijdelijke goederen heeft slechts een kleine plaats in het gebed, dat Christus voor ons opstelde. En hoe groot is het aan deel, dat de stoffelijke dingen hebben in de ge beden van de meesten onzer. Zijn er niet velen, die eerst dan beginnen te bidden met aandrang en met hun hart, wan neer zij in tijdelijke moeilijkheden verkeeren, wanneer de zaken slecht gaan, wanneer een ont slag dreigt, wanneer zij zich zelf in zorgen heb ben gewerkt? En moet niet voor iedere ziekte, voor elke tijdelijke aangelegenheid een heilige klaar staan om de uitkomst te geven? Kinderlijke vroomheid kan mooi zijn; wij moeten allen als kinderen worden. Maar ook in het godsdienstige mogen wij niet kinderach tig zijn. Tenslotte is he.t eenige doel van ons verblijf in deze wereld: Gods verheerlijking en het zoeken van onze eigen zaligheid. Al het overige zal ons worden toegeworpen. Gods verheerlijking dus op de allereerste plaats. En hoe weinig wordt daaraan door ons, berekenende menschen, gedacht. Het gebed moet hoofdzakelijk en op de allereerste plaats een dienen van den Schepper zijn, een betui ging van onze afhankelijkheid, een verheerlij king van den Naam van den Allerhoogste, een volledige onderwerping aan Zijn wil. Zooals de Kerk bidt, dat ons gebed als wierook moge op stijgen tot den troon van God. Wierook nu is licht en geurig, is een offergave, opstijgend uit vuur, dat stof verteert. Een gebed, louter smee- kend om tijdelijke zaken, is bezwaard met eigen belang en mist allen offergeest. Mogen wij dan niet Gods hulp in onze men schelijke ellende inroepen en zijn de heiligen dan niet onze krachtige voorsprekers en voor spreeksters? Natuurlijk wel! Maar zooals alles, moet ook ons gebed geordend zijn. God, de Schepper, moet het middelpunt van onze ge dachten zijn: een gebed moet altijd wezen een treden voor zijn troon. Wanneer wij de heiligen aanroepen, moeten wij in gedachten aan hun hand gaan en samen met hen voor dien troon neerknielen. Dan volgt daaruit van zelf, dat wij beginnen dien aller- hoogsten Heer te huldigen en te begroeten. En hebben wij uiteindelijk iets voor ons zelf te vragen, mede door de voorspraak van een van Gods lieve Heiligen, laten wij daarbij dan steeds bedenken, dat wij in menschelijke zwak heid en onkunde nooit weten of, wat wij vragen aan tijdelijk geluk, ook tot ons wezenlijk geluk strekt. Daarom is Davids gebed zoo alomvat tend en nooit missend, wanneer hij smeekttoon mij Uw wegen, Heer en leer mij Uw paden ken nen. Is daarin niet heel ons tijdelijk geluk met ons eeuwig geluk opgesloten? Alle klein-men- schelijke berekening sluiten wij uit; wij erken nen, dat wij zelf niet weten, wat ons tot heil strekt. Wanneer God echter ons inzicht geeft, wat wij moeten doen, hoe wij moeten wandelen, welken weg wij moeten inslaan, dan hebben wij alles, wat wij hebben moeten. Ook al schijnt de aanwijzing in te gaan tegen wat wij als ons ge luk zien; wanneer wij aanvaarden, wat uit Gods hand komt, dan volgen wij den zekeren weg, die altijd op het juiste punt uitkomt. 't Is voor den vleeschelijken mensch heel ver leidelijk om zijn God en godsdienst te gebrui ken tot zijn eigen menschelijk voordeel. Hiermee zet hij alle waarden ten onderste boven. Hij is er om God te dienen en daardoor zijn eeuwig heil te verwerven. Dat hij in moeilijkheden en nood troost en steun zoekt bij zijn Vader in den Hemel, is niet anders dan natuurlijk. Maar de verhouding van den mensch tot God eischt daarbij, dat het afhankelijke schepsel met zijn beperkten blik, slechts vraagt, wat God van hem wil. Doet hij anders, dan stelt hij zich aan alsof hem beter dan aan God bekend is, wat hem tot geluk strekt. Wie dit alles overweegt, voelt hoe volmaakt Davids gebed was, dat nog voor ons allen niets in kracht heeft verloren: Toon mij Uw wegen Heer en leer mij Uw paden kennen. LIBRA Naar aanleiding van het persbericht, als zou dr. Kortenhorst, die als lid van de Nederland- sche delegatie voor handelsbesprekingen met Duitschland te Berlijn vertoefde, uit Duitsch land zijn gezet, wordt van bevoegde zijde me degedeeld, dat dr. Kortenhorst uit Duitschland is teruggekeerd, omdat er een pauze in de on derhandelingen was ingetreden. Wel heeft zich een incident voorgedaan n.l. in dezen vorm, dat aan dr. Kortenhorst, in verband met den indruk die te Berlijn verkregen is uit een onlangs in de Tweede Kamer gehouden redevoering, te verstaan is gegeven, dat hij, hoewel zakelijk als lid der delegatie erkend, geen onverplichte beleefd heden van socialen aard zou genieten, ter wijl er niet voor kon worden ingestaan, dat de Duitsche pers over dr. Kortenhorst's uitlatingen in de Kamer zou zwijgen. Zaterdagmorgen te elf uur arriveerde de mi nister van Binnenlandsche Zaken aan het ge meentehuis te Putte (N.B.), waar hij werd ont vangen door het college van B. en W. der ge meente. Hier had Z.Exc. een onderhoud om trent de annexatie-plannen van Putte en Os- sendrecht, terwijl hij zich tevens liet inlichten omtrent de ligging van de Nederlandsch-Bel- gische grens te Putte. Te ruim twaalf uur arri veerde Z.Exc. te Ossendrecht, in gezelschap van den burgemeester, die tevens hoofd der ge meente Putte is, waar de wethouders van eerst genoemde gemeente hem hun opwachting maakten. Hier had een onderhoud van den zelfden aard plaats en maakten enkele raads leden gebruik van de gelegenheid tot een audiëntie over de annexatie-plannen. De quaestie van al of niet overplaatsing van de K. E. M. A.-inrichtingen naar Delft, is, naar het Handelsblad verneemt, opnieuw een onderwerp van besprekingen geweest in den Ministerraad. Zulks in verband met de omstan digheid, dat aan de regeering nieuwe gezichts punten in deze zaak waren geopend. De Mi nisterraad heeft wederom besloten om goed te vinden, dat de K. E. M, A. te Arnhem blijft gevestigd. Aan dit besluit wenscht de regeering evenwel een aantal voorwaarden te verbinden, waarover nadere onderhandelingen zuilen wor den gevoerd. Dezer dagen deed een persbericht de ronde, dat de vice-admiraal J. de Graaff, chef van den Marinestaf van het Departement van De fensie medio Maart den zeedienst met pensioen zou verlaten en als zoodanig zal worden op gevolgd door den tot schout-bij-nacht bevor derden kapitein ter zee J. T. Fürstner, direc teur van de Hoogere Krijgsschool. Naar aanleiding hiervan vernemen wij, dat dit bericht deels onjuist is, deels voorbarig. In dien de chef van den Marinestaf eventueel den zeedienst mocht verlaten, zal zulks in geen ge- vaal medio Maart geschieden. Dat schout-bij-nacht Fürstner bij aftreden van den vice-admiraal diens opvolger zou zijn is vooralsnog voorbarig, omdat dienaangaande nog geen enkele beslissing is genomen. Verschenen is het Voorloopig Verslag der Eer ste Kamer over het ontwerp van wet tot wijzi ging van de wet van den 16den Mei 1934 tot regeling van het verrichten van arbeid door vreemdelingen. Bij het afdeelingsonderzoek van dit wetsont werp werd in de eerste plaats een opmerking gemaakt naar aanleiding van het voornemen der Regeering, in den loop van de komende maanden de wet van den 16den Mei 1934 tot regeling van het verrichten van arbeid door vreemdelingen ook van toepassing te doen zijn op die bedrijven, waarop zij tot dusverre nog geen betrekking had en waarvan wel het be langrijkste is „Het bedrijf, dat in de huishou ding wordt beoefend, nl. door de vreemde dienst boden". Verscheidene leden stelden vast, dat derhalve, indien dit ontwerp van wet tot wet zal worden verheven, een vergoeding, als bedoeld in art.l, eerlang ook zal worden gevorderd van hen die laatstbedoelde werkkrachten in dienst hebben, waardoor de vraag naar Nederlandsch personeel zal worden vergroot. Hiervan duchtten zij moei lijkheden, gelet op de geringe geneigdheid en, naar verluidt, mindere geschiktheid van Neder- 4- December ioi 10 Januari a.s. landsche meisjes voor het beroep van dienst bode. Mitsdien bepleitten zij het betrachten van voorzichtigheid. In beginsel evenwel juichten zij de voorgeno men uitbreiding van de toepassing der voorge noemde wet toe. Zelfs achtten zij de door de Regeering genoemde bedragen te laag en waren zij van meening, dat gerustelijk zij het aan vankelijk niet in gevallen, waar het huisperso neel betreft f 10.per vergunning mocht worden gevorderd. Sommige leden achtten het heffen van een vergoeding voor het in dienst hebben van bui- tenlandsche dienstboden ook daarom nuttig, omdat aldus een bijzondere controle op die groep van hier te lande verblijvende vreemde lingen kan worden geoefend. Vele leden verklaarden zich met de voorne mens van de Regeering op dit stuk in allen deele te kunnen vereenigen. „De Opmarsch" het bekende propaganda- orgaan van dé R.K. Staatspartij, is met zijn eerste December-nummer in een extra-oplage van 100.000 exemplaren verschenen. Het blad be gint met een hoofdartikel, waarin de „neu trale" Telegraaf stevig onder handen genomen Wordt; er is een feuilleton over wijlen Mgr. Nolens; het K.D.P.-orgaan „Onze Vaan" krijgt eenige waarheden over „De Paus en de eenheid" te slikken. Verder wordt de aandacht gevestigd op een belangrijker devaluatie dan die van den gulden: die van de cultuur, waarvoor wij niet moeten „aanpassen", maar oppassen. Enkele po litieke uitspraken, die op „vergissingen" berus ten, worden gewraakt; een dichter pleit ervoor, dat de leden de Staatspartij wat beter mo gen gaan bedenken dan tot nu toe met een fooitje per jaar geschiedde. De teekenaar laat Sinterklaas schoone politieke geschenken uit reiken. Medegedeeld wordt, dat de Ned. Spoorwegen een aanzienlijke reductie zullen geven aan de deelnemers van den Landdag: heen en terug voor den prijs van een enkele reis. Dinsdag 10 December des voormiddags 11 uur zal op het Malieveld te Den Haag ter ge legenheid van de 270-jarige herdenking van de oprichting van het Korps Mariniers door dit korps een parade voor Hare Majesteit de Koningin worden gehouden. Naar wij vernemen is het bezoek, dat de Minister van Landbouw en Visscherij zich voor stelt te brengen aan eenige instellingen op het gebied van den landbouw te Roermond en dat wegens de behandeling van de begrooting in de Tweede Kamer moest worden uitgesteld, thans bepaald op Woensdag 11 December a.s. De burgemeester van Ambt-Hardentierg, de heer H. H. Weitkamp, heeft met ingang van 6 December j.l. ontslag gevraagd uit zijn func tie. De commissaris van politie der afdeeling C. te's-Gravenhage, verzoekt te worden bekend gemaakt met de indentiteit van een onbekende vrouw, die op 5 December j.l. in het Gemeente lijk Ziekenhuis aan den Zuidwal te Den Haag, werd opgenomen. Zij maakt den indruk gees telijk niet normaal te zijn. Op genoemden datum is zij per taxi uit Amsterdam gekomen. 'Signalement: 30 a 35 jaar, donkerblond bobbed-hair, vrij mager, ovaal gezicht, grijs groene oogen zeer gaaf gebit (mogelijk kunst gebit), rechte smalle neus. Kleeding: zwart fluweelen hoed, donderblauwe mantel, grijze kousen, donkerblauwe peau de suède schoenen, terra-cotta kleurige japon, donkerblauwe handschoenen, zilveren polshorloge. Zij noemt zich Lilian Vreede. Het is dan ook te verstaan, dat de burgemeester de opvoering aan vankelijk niet heeft verboden. Toen echter daarover later ernstige en scherpe critiek loskwam, had na dere overweging, naar ons gevoe len, moeten leiden tot de beslis sing, om van de bevoegdheid tot het verbieden van de opvoering ge bruik te maken. Het is verre van gemakkelijk over deze zaak een nauwkeurig en weloverwogen oordeel te vellen, omdat zij door het gebeurde van Zon dag 1.1. en door hetgeen daarna heeft plaats gehad, in ernstige mate is vertroebeld. Maar wij zijn van meening, nu wij van haar vol doende hebben kunnen kennis nemen, dat na dere behandeling en daartoe heeft de uit gebrachte critiek aanleiding gegeven tot ge volg had moeten hebben, dat tot het verbieden van de opvoering werd overgegaan. Worde het den burgemeester gegeven deze moeilijke en netelige aangelegenheid tot een goed einde te brengen. Aldus het anti-revolutionaire hoofdorgaan „De Standaard", die daarmede onze houding bijvalt, evenals de andere anti-rev. en christ.- hist. persorganen. Luitenant-generaal Swart heeft voor Natio naal Herstel in zijn openingswoord ook het volgende gezegd over „De Beul". Hij achtte het standpunt van den burgemeester van Am sterdam diep teleurstellend en wees er op, dat het standpunt, dat de politie neutraal moet zijn, onjuist is. „Als er iets nationaal moet zijn, dan moeten onze gezagshandhavers het zijn. „De burgemeester van Amsterdam verloor zich in sophismen omtrent het godslasterlijke van dit stuk, waarbij misschien een juridische stroohalm ter verdediging van zijn standpunt is te vinden, maar waarbij vergeten werd, dat hier doorslaggevend is de sfeer en de menta liteit van dit gansche tooneelstuk en van de zaal, waarin wel de godslasterlijke tekst werd verkocht. Hoe ver is deze Anti-revolutionnaire burgemeester gevallen van den boom zijner levensovertuiging I VEERTIENDAAGS VERSCHIJNEND PROPAGANDABLAD DER R.K STAATSPARTIJ ABONNEMENTSPRIJS F1.-PER JAAR ADMINISTRATIE MAURITSKADE 25 DEN HAAG Bij Kon. Besluit is het volgende bepaald: Alle op grond van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren en de daarbij be- hoorende bijlagen toegekende en toe te kennen bezoldigingen te weten alle wedde- en loon bedragen (zoowel die van de vaste wedden als die van de minima, periodieke verhoogingen en maxima) zoomede alle in genoemd Besluit of in voTige Bezoldigingsbesluiten vermelde, c.q. op grond daarvan, dan wel in verband daar mede, toegekende weddeverhoogingen boven het maximum van de schaal, toelagingen, be looningen, vergoedingen, kortingen, limieten e.d. worden met 5 pet. verlaagd, met dien ver stande, dat: a. het minimum-bedrag ad 60 per jaar voor de kindertoelage der ambtenaren op jaarloon en het minimumbedrag ad 1.15 per week of 5 per maand voor de kindertoelage der amb tenaren op maand- en weekloon, buiten deze verlaging vallen; b. de verlaging van de weddeverhoogingen boven het maximum van de schaal, toelagen, belooningen, vergoedingen, kortingen e.d. als vorenbedoeld achterwege blijft, indien deze zijn uitgedrukt in een procentisch deel of worden berekend naar evenredigheid van in dat Be sluit of in vorige Bezoldigingsbesluiten vastge stelde. met 5 pet. te verlagen wedden; c. de bedragen, vermeld in het Rijkskleedings- besluit, ongewijzigd gehandhaafd blijven. Dit besluit treedt in werking met 1 Januari 1936, behalve voor de ambtenaren op maand en weekloon, wier standplaats gerangschikt is in de vierde klasse, ten aanzien van wie de verlaging op 1 Juli 1936 ingaat. Naar de Volkskr. meldt, heeft de Nederl. R. K. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel „St. Raphael" bij het R. K. Werkliedenverbond voor de deze maand te houden Vakbondsvergadering het volgende voorstel ingediend: De Vakbondsvergadering besluit van 1 Ja nuari 1938 af tot een nader door deze verga dering te bepalen tijdstip uit het Reservefonds beschikbaar te stellen gelden, welke aangewend zullen worden voor voorzieningen in onze be weging, verband houdende met bijzondere noo den en extremistische strevingen, en noodigt het verzondsbestuur uit spoedig een plan aan de Vakbondsvergadering voor te stellen, op welke wijze hieraan uitvoering zou kunnen worden gegeven. In den Kring van het Dagelijksch Bestuur van het Nederlandsche Roode Kruis heeft H. K. H. Prinses Juliana als voorzitster met een toepasselijk woord het Kruis van Verdienste van het Nederlandsche Roode Kruis uitgereikt aan den tweeden ondervoorzitter, Generaal-, Majoor S. W. Praag, inspecteur van den Ge neeskundigen Dienst der Landmacht. In het bijzonder werd daarbij gewezen op al hetgeen de heer Praag als voorzitter van de Ambulance- Commissie heeft verricht, welke Commissie alle voorbereidingen had te treffen voor het uit zenden der Nederlandsche Roode Kruis Ambu lance naar Ethiopië. Zijn erkentelijkheid voor de toekenning dier onderscheiding uitsprekend, verzekerde generaal Praag, dat het hem bijzonder dankbaar stem de, haar bij deze gelegenheid en uit handen van Hare Koninklijke Hoogheid zelve te mo gen ontvangen. De staking der sigarenmakers bij de fa. van Eyndhoven te Roosendaal, welke Donderdag morgen bij verrassing een feit was geworden, behoort sinds Zaterdagmorgen weer tot het verleden. Omtrent het ernstige auto-ongeluk, dat Za terdagmorgen op den Wieringerbetonweg bij Stroe is gebeurd, vernemen wij nog, dat van den uit Zeist afkomstigen auto, die op weg was naar Franeker, de bestuurder, de heer H. A. van Ger- ven, zwaar werd gewond. De andere inzittenden waren de heer W. Wiersma, agent van politie te !3eist, die gedood werd en zijn 16-jarige zoon, die geen letsel heeft opgeloopen. De auto uit Friesland was op weg naar Haar lem. Het was een huurwagen met zeven inzit tenden, van wie er drie gedood zijn. In het Marinehospitaal te Den Helder zijn vier slachtoffers opgenomen: een vrouw, die twee hoofdwonden kreeg, een man, die een armfrac- tuur en een hoofdwonde opliep en twee mannen die een kaakfractuur bekwamen. Hun toestand laat zich vrij gunstig aanzien. De omgekomenen zijn, naar nader gemeld worlt, behalve den reeds vermelden W. Wiersma, agent van politie te Zeist, de bestuurder van den Frieschen auto, de heer T. Zeilstra, de heer Höhle uit Sneek en een 60-jarige dame, die nog niet is geïdentificeerd. Deze laatste is tijdens het transport naar Den Helder overleden. Eenige dagen geleden zag een hoofdrecher- eheur van politie op het Haagsche Veer te Rot terdam een man op verdachte wijze bij een rij wiel rondscharrelen. Hij wilde den man arres teeren, maar werd toen onverwacht door drie andere mannen aangevallen. De rechercheur trok zijn revolver, doch voor hij gelegenheid had het magazijn te laden, werd hij door een vierden man besprongen. De kerels sloegen den rechercheur tegen den grond en ook een voorganger, die den politieman wilde ont zetten, werd tegen de straat geslagen. De mannen namen daarop ijlings de vlucht. De hoofdrechercheur herinnerde zich een vaag signalement van een der mannen, die een pullo ver met ritssluiting droeg. Men sloeg het foto album eens na en men vond een foto van een man, die sprekend op een der aanvallers geleek. Hij droeg eveneens een pullover met ritssluiting. De politie is er nu in geslaagd Zaterdag twee der mannen te arresteeren. Het zijn de 25-jarige los werkman P. en de 19-jarige E. Het tweetal blijft hardnekkig ontkennen, maar men heeft voldoende aanwijzingen om hen in bewaring te stellen. Aan de Memorie van Antwoord aan de Twee de Kamer inzake het wetsontwerp tot herzie ning der voorschriften nopens de toelating om kosteloos te procedeeren, is het volgende ont leend: De instemming der vaste Commissie voor Privaat»- en Strafrecht met het stelsel, vol gens hetwelk bij het verzoek om kosteloos te procedeeren moet worden overgelegd een stuk, waaruit blijkt of en voor hoeveel de betrokkene is aangeslagen in de inkomsten- en vermogens belasting, is slechts betrekkelijk, daar onmid dellijk daarop wordt gerept van bezwaren tegen de uitwerking en twijfel wordt uitgesproken ten aanzien van de practische resultaten. De mi nisters van Justitie en van Financiën hebben het systeem van het wetsontwerp niet onveran derd overgenomen. In het Gewijzigd Ontwerp van Wet, dat deze memorie vergezelt, is de ge dachte, dat met vrucht gebruik kan worden ge maakt van gegevens, waarover de belasting-ad ministratie beschikt, behouden, doch er is naar gestreefd om dit denkbeeld zoodanigen vorm te geven, dat eenerzijds slechts belastinggegevens behoeven te worden verstrekt, wanneer deze werkelijk noodig zijn, anderzijds deze gegevens zoo effectief mogelijk zijn. Behouden is het principe, waarmede de Com missie zich zonder voorbehoud heeft vereenigd, dat het onvermogen zal worden beoordeeld met het oog op één bepaalde procedure en met in het algemeen. Het Gewijzigd Ontwerp van Wet kent voorts een procedure tegen verminderd tarief, en wel tegen een tot de helft verminderd tarief, zoowel voor wat betreft de griffierechten als de sala- rieering van advocaten, procureurs en deur waarders. Uit Londen wordt ons gemeld, dat onder de auspiciën van de British Broadcasting Corpo ration en in samenwerking met de Netherlands and Netherlands Indies Information Bureau te Londen en de Vereeniging „Nederland in den Vreemde" te Amsterdam op Dinsdag 17 De cember Capt. McDermott des avonds te half acht (19.50 uur A.T.) op de nationale golflengte éen radio-lezing zal houden over de Zuiderzee werken. Het anti-revolutionnaire hoofd orgaan „De Standaard", waarvan Amsterdams burgemeester presi dent-commissaris is, geeft deson danks volgende veroordeeling van de houding des burgemeesters. In een driestar schrijft het blad het geen o.i. over de zaak geschreven moest worden, n.l. dat de zaak ver troebeld wordt en dat er alle aan leiding was geweest na de latere scherpe critiek, zijn aanvankelijk oordeel dat steunde op ambtelijke rapporten, te herzien. De gezag volle driestar-schrijver oordeelt en veroordeelt aldus: Over het tooneelstuk, dat onder bovenstaan- den naam bekendheid heeft verworven, wordt, vooral sinds Zondag 1.1. tijdens de opvoering daarvan te Amsterdam de orde herhaaldelijk werd verstoord, veel geschreven en gesproken. Er zijn twee zaken, welke men nauwkeurig uit elkander moet houden, n.l. de toekenning van een subsidie voor de opvoering van dit stuk, en het niet verbieden van de opvoering daarvan. Betreffende de eerstgenoemde zaak behoe ven wij onze meening niet in den breede uit een te zetten. Deze is in den loop der jaren in de kolommen van ons blad vele malen ge geven. Wij zijn tegen het verleenen van elk subsidie uit de openbare kas ten behoeve van de tooneelkunst, en als een openbaar bestuur in casu de gemeenteraad tot het toe kennen van subsidies aan tooneelgezelschap- pen of voor de opvoering van zekere tooneel- stukken is overgegaan, blijft het o.i. de taak van onze mannen om op gepaste wijze te be vorderen, dat daaraan weer een einde wordt gemaakt. Ook overigens schijnt het ons nood zakelijk, dat zij steeds een gedragslijn volgen, welke het niet twijfelachtig doet zijn, dat zij geen verantwoordelijkheid dragen voor het be schikbaar stellen van gelden uit de publieke kas voor dit doel. Wij achten op dezen regel slechts één uitzondering toelaatbaar. Deze is aanwezig, als het de zuivere executie of uit voering van genomen besluiten door het col lege van B. en W. of een ander daarvoor aan gewezen autoriteit raakt. Of deze uitzondering zich in het Amsterdamsche geval heeft voor gedaan, mag ernstig worden betwijfeld, al zou den wij ons kunnen indenken, dat een lid van 't pollege van het Dagelijksch Bestuur de zaak aanvankelijk zoo heeft gezien, en daar om zijn medewerking gaf voor het verleenen van het subsidie. Inzake de in de tweede plaats genoemde aangelegenheid gaat het niet over de vraag, of een anti-revolutionnair burgemeester voor stander is van de opvoering van een derge lijk stuk, want daarvan is geen sprake, maar over deze andere, of de burgemeester van een stad als Amsterdam van de hem in de Ge meentewet gegeven bevoegdheid gebruik had moeten of mogen maken, om de opvoering van het onderhavige stuk te verbieden. Wij meenen, dat de burgemees ter, nadat hij nauwkeuriger op de hoogte was gesteld van den in houd en de beteekenis van dit too neelstuk, tot het verbieden van de opvoering daarvan had moeten overgaan. Van hem kan niet worden gevorderd, dat hij de stukken, welke men wil opvoeren, per soonlijk leest en overweegt. Dit is in Amster dam ondoenlijk. Hij moet daarom wel afgaan op de rapporten van de daarvoor aangewezen politie-autoriteit. Bij informatie vernamen wij van de directie, dat zij wegens drukke werkzaamheden in ver band met de St. Nicolaasdrukte de vertegen woordigers niet had kunnen ontvangen, waar om zij hun de boodschap liet overbrengen na St. Nicolaas maar terug te komen. Dit blijkt aanleiding te hebben gegeven tot misverstand met de bekend geworden gevol gen. Intusschen verklaarde de directie niet on willig te zijn de contractloonen over de ge- heele lijn toe te passen. In een Vrijdag gehouden conferentie met de bonden-afgevaardigden werd dan ook op deze basis overeenstemming bereikt, waarop de sta king zou worden opgeheven. Zaterdagmorgen is dan ook het werk hervat. Het ligt in het voornemen van H. M. de Ko ningin om tegenwoordig te zijn bij de plechtige ingebruikstelling van de Oranje-kerk te Den Haag op Vrijdag 16 Dec., des avonds te half acht. In een adres aan den minister van Water staat heeft de K.NA..C. op het feit gewezen, dat met eenvoudige hulpmiddelen en betrekke lijk geringe kosten de verkeersveiligheid op een groot aantal wegen aanmerkelijk zou kunnen worden bevorderd, zooals duidelijk is gebleken uit de resultaten van een intensieve campagne met den „Verkeerspaedagoog." In sommige streken van het land zijn deze hulpmiddelen als wegpunaises in bochten en zijwegen, witte paaltjes, mist of bermplanken in bochten en wegen waar het zich slecht kan zijn, bijzondere aanduidingen voor zijwegen, op groote schaal aangebracht. In andere streken daarentegen zijn deze hulpmiddelen in onvol doende mate aanwezig. De K.N.A.C. heeft den minister daarom ver zocht een ver doorgevoerde eenvoudige en wei nig kostbare wegmeubileering op de rijkswegen tot stand te doen brengen. Een overeenkomstig verzoek richtte zij tot de Provinciale besturen, terwijl tevens in overwe ging werd gegeven deze belangrijke kwestie ter kennis van de beheerders der tertiaire wegen in de provincie te brengen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5