WEE GESTOLEN
AFGODSBEELDJES
HET GROOTE KOOKBOEK
INSTELLING VAN EEN
ENERGIERAAD
AUTO IN HET WATER
GEREDEN
BON
DINSDAG 10 DECEMBER 1935
Commissie van Advies door
minister van Lidth de Jeude
geïnstalleerd
Antwoord voorzitter
MR. FRANS ERENS t
Zijn plechtige uitvaart en
begrafenis
DEENSCHE KLACHT
Economische verhoudingen
zouden tot caricatuur
gemaakt zijn
B. DIJCKHOFF
Hooge Pauselijke onderscheiding
DE SALARISVERLAGING TE
DEN HAAG
door FR. L. PACKARD
Prof. Brom hoogleeraar
te Amsterdam?
Vermoedelijk opvolger van wijlen
prof. Prinsen
J. A. SNOECK HENKEMANS
'Oud-Kamerlid neemt afscheid
van de C.H.U.
SPECIALE AUTOWEGEN
Inleiding over urgentie, nut en
voordeelen
TUBERCULOSEBESTRIJDING
Nieuwe subsidieregeling
REGELING ARBEIDSTIJD IN
TEXTIELFABRIEKEN
Nationaal Herstel en
Mr. Westerman
Geschilpunten o.m. ten aanzien
van critiek op het regeerings-
beleid en van N.S.B.
Vier inplaats van vijf procent?
BALLET SCHOOP
Afscheidstournée vóór Amerika
AANDEELEN VERDUISTERD
Verdachte voorwaardelijk
veroordeeld
Wielrijder aangereden
EEN EXTRA-SCHOTEL VOOR DE FEESTDAGEN
350
PAGINA'S
De chauffeur verdronken
HET KLEED UIT DE VILLA
Van ƒ600 voor 12.50
F. 36 VOORLOOPIG NIET
NAAR INDIË
Op eigen kracht vlot
gekomen
Toen de vloed het hoogste punt
bereikt had, raakte de
Diana" los
VOORDEELIGE SCHIPBREUK
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheiding
Luitenant-kolonel-intendant
Scheepvaartinspectie
Kadaster
Registratie
Belastingen
Onderwijs
De minister van Waterstaat, jhr. ir. O. C. A.
Van Lidth de Jeude, heeft* Maandagmiddag in
de Statenzaal van zijn departement geïnstal
leerd de commissie, welke de regeering zal heb
ben te adviseeren omtrent de instelling van
een Energieraad en omtrent de samenstelling,
de taak en de bevoegdheden van zoodanigen
Raad.
Aan 's ministers rede is het volgende ont
leend:
Het zal wel als een onbestreden stelling
worden aanvaard, dat de opwekking en de
verdeeling van energie als bron van maat
schappelijke welvaart, als hefboom voor de
ontwikkeling van onze industrie moeten wor
den beschouwd.
Een regeling van onderlinge verhoudingen
is daarbij noodzakelijk, teneinde een zoo
veel mogelijk harmonische ontwikkeling van
energiebronnen te bevorderen.
Erkend moet worden, dat op het gebied der
electrische energie van de wettelijke voorzienin
gen nog weinig is tot stand gekomen. En toch
heeft deze energie reeds lang de aandacht der
overheid getrokken.
In 1933 werd de Electriciteitsraad ingesteld,
aan welk college een Electriciteitsbureau werd
toegevoegd en die den minister van Waterstaat
voorlicht omtrent aangelegenheden betreffende
de electriciteitsvoorziening.
Het is mijn bedoeling, dat de Electriciteits
raad in zijn tegenwoordige samenstelling en
met zijn tegenwoordige taak wordt in stand
gehouden. Mede in verband met den arbeid
van uwe commissie zal te zijner tijd zijn na te
gaan, of een nadere organisatie dan wel reor
ganisatie van diensten in overweging zal zijn
te nemen.
In den laatsten tijd worden steeds luider de
stemmen, die pleiten voor de instelling van
een Energieraad.
In dit verband vestig ik de aandacht op de
bewoordingen, waarin de u verstrekte opdracht
is vervat.
In de eerste plaats werd uwe commissie uit-
genoodigd advies uit te brengen, neergelegd in
een van een toelichting voorzien voorstel, om
trent de instelling van een Energieraad, het
geen een eenigszins wijdere strekking heeft dan
een onderzoek naar de wenschelijkheid inzake
Instelling van zoodanigen raad, welke wen
schelijkheid alzoo werd vooropgesteld, al kan
de commissie in haar advies van het tegendeel
doen blijken.
In de tweede plaats wordt uwe commissie
uitgenoodigd zich uit te spreken omtrent de
samenstelling, taak en bevoegdheden van den
Energieraad. Het stellen van deze vraag geeft
tevens het antwoord, waarom niet aanstonds
tot de instelling zelve van den raad werd over
gegaan. Het behoeft immers geen nader betoog,
dat eerst de inwendige verdeeling van een ge
bouw dient vast te staan, voordat de gevel kan
worden ontworpen. Daarom werd deze vorm ge
kozen, die den waarborg schept, dat een wel
doordachte voorbereiding zal plaats hebben, al
vorens het lichaam geschapen wordt, hetwelk
zulk een gewichtige taak zal hebben te ver
vullen.
Welke ook de moeilijkheden zullen zijn, ik
heb het volste vertrouwen, dat u deze zult
weten te overwinnen. Ik behoef u er nauwelijks
op te wijzen, dat de grootst mogelijke spoed zal
zijn te betrachten, hetgeen u misschien aan
leiding zou kunnen geven, omtrent sommige
onderdeden uw meening kenbaar te maken,
alvorens over het vraagstuk in zijn geheel te
rapporteeren, waarmede ik zeer wel zou kunnen
instemmen.
Mr. dr. A. B. G. M. van Rijckevorsel, com
missaris der Koningin in Noord-Brabant, be
antwoordde als voorzitter der commissie de
rede van minister Van Lidth de Jeude.
Na woorden van dank namens de commissie
voor het in haar gestelde vertrouwen, zeide spr.:
Ongetwijfeld is het voor Nederland in zijn
Veranderde omstandigheden van bijzonder be
lang, zijn energie-voorziening zoo economisch
mogelijk in te richten. Het is duidelijk, dat
betrouwbare goedkoope drijfkracht een belang
rijke factor is in het noodig herstel van het
Nederlandsch concurrentievermogen. Een juist
gebruik van het bestaande en ook uit natio
naal oogpunt juiste investatie van nieuwe kapi
talen zullen moeten worden nagestreefd door zoo
goed mogelijk georganiseerd overleg, terwijl de
regeering het laatste woord zal moeten hebben.
En er is geen reden, deze ordening te beperken
tot verschillende vormen van energievoorziening
op zich zelf zij is ook wenschelijk voor de
verhouding van sommige van deze vormen on
derling dat heeft de ervaring wel geleerd.
Het is dan ook volkomen begrijpelijk, dat de
regeering twee jaren na de instelling van den
Electriciteitsraad de mogelijkheid van een
Energieraad overweegt.
Onze commissie ziet zich inderdaad geplaatst
voor problemen als: tot welke vormen van
energievoorziening de regeling zich moet uit
strekken; welke samenstelling, taak en bevoegd
heden de Energieraad moet hebben; welke wet
telijke bepalingen noodzakelijk zijn. En wij zul
len daarbij het doel in het oog moeten houden:
coördinatie, maar geenerlei verstarring. Neder
land moet volkomen open blijven staan voor
iedere ontwikkeling der techniek.
Ik denk, dat wij allen welovertuigd zijn van
de moeilijkheid, de juiste oplossingen aan de
hand te doen. En toch vraagt uwe Exo. terecht
den grootst mogelijken spoed. Het tempo van
het leven, méér nog het tempo der techniek
is zóó snel geworden, dat wij niet te lang
mogen studeeren!
Maandagmorgen heeft de plechtige uitvaart
en begrafenis van den j.l. Donderdag te
Houthem (L.) overleden schrijver mr. Frans
Erens plaats gehad.
Onder groote belangstelling vertrok om
half tien de lijkstoet van het sterfhuis,
om zich naar de St. Gerlachskerk te begeven.
Onder de Lauden droeg een broer van den
overledene, deken H. Erens van Gulpen, een
stille H. Mis op; de plechtige H. Requiemmis
werd opgedragen door pastoor S. Ribbergh uit
Houthem.
Om 12 uur bereikte de stoet het kerkhof te
Schaesberg, waar de teraardebestelling ge
schiedde; pastoor Geraerdts verrichtte de ab-
soute.
Onder de aanwezigen waren o.m. de schrijver
Emile Erens, een broer van den overledene,
burgemeester Hens uit Valkenburg, dr. Cals
mr. Michiels van Kessenich, burgemeester van
Beek, de heer Beckers, burgemeester van Ubagh
over Worms, mr. Lemners, burgemeester van
Schaesberg, en oud-pastoor Schatten van
Schaesberg.
„Boersen", het officieele orgaan van de Ka
mer van Koophandel van Kopenhagen, klaagt
er in een hoofdartikel d.d. 7 dezer over, dat de
economische verhoudingen in Denemarken ir»
de Nederlandsche pers tot een caricatuur ge
maakt worden. Hierbij doelt dit officieele or
gaan op een artikel o.a. in „De Telegraaf".
„Boersen" acht het betreffende artikel zeer
nadeelig voor Denemarken, daar het in Ne
derland opvattingen zou kunnen doen ont
staan, als zou het economisch leven in Dene
marken door en door slecht zijn. Niet alleen
in geschrift, maar ook metterdaad gaven Ne
derlandsche firma's en banken blijk van wan
trouwen tegen Denemarken, wat een totaal ge
brek aan kennis van het Deensche economisch
leven beteekent.
Het economisch leven in Denemarken is
aldus het genoemde orgaan even gezond als
in Nederland, terwijl de Deensche banken even
eens solide zijn.
Denemarken zal in de toekomst, zooals dit
thans en in het verleden het geval was, zijn
buitenlandsche betalingsverplichtingen stipt
nakomen.
Het hoofdartikel besluit: In Nederland zou
men er zeker geen prijs op stellen tot voorwerp
van een behandeling gemaakt te worden al§ aan
Denemarken in het Nederlandsche dagblad ten
deel viel en men zou zich er zeker niet stil
zwijgend bij neerleggen, wanneer het econo
misch leven van Nederland in een tijd van bin-
nenlandschen politieken strijd in het buitenland
in het discrediet zou worden gebracht.
Z. H. de Paus heeft den heer B. Dijckhoff,
oprichter der N. V. Kledingmagazijnen Dijck
hoff en Zoon, te Den Haag, bevorderd tot com
mandeur in de Orde van den H. Gregorius I den
Grooten.
De onderscheidingsteekenen zijn den heer B.
Dijckhoff te zijnen huize overhandigd door den
Hoog Eerwaarden Heer Mgr. Th. M. P. Bek
kers.
53
De deur ging dicht een sleutel werd om
gedraaid in het slot.
Een tijdje stond Bob Kingsley bewegingloos.
Toen bukte hij zich werktuiglijk en zette den
omgevallen stoel recht. Hij ging zitten en met
de ellebogen op de knieën en de kin in de han
den, staarde hij ijzig vóór zich uit.
De reis naar Luala duurde vier dagen. In
vier dagen kon er iets gebeuren. Dat was alles.
Een andere kans was er niet.
HOOFDSTUK XX
De drie gevangenen
Door de hitte hing er een nevel op het water.
Er was geen wind die was er den heelen dag
niet geweest. En hier in het vooronder van
Java Dick's drijvende hel was er geen beschut
ting.
Bob Kingsley maakte zijn uitgedroogde lippen
nat met de punt van zijn tong. De zon scheen
meedoogenloos op hen neer. Het was lang gele-
Sedert eenigen tijd bestaat in academische
kringen de op goede gronden gevestigde ver
wachting, dat in de plaats van wijlen prof. dr.
J. Prinsen als hoogleeraar in de Nederlandsche
taal en letterkunde aan de Amsterdamsche
Universiteit benoemd zal worden prof. dr. Ge
rard Brom uit Nijmegen.
Aanvankelijk achtten wij den tijd voor deze
publicatie nog niet gekomen, nu echter een der
Amsterdamsche bladen dit bericht meedeelt,
meenen ook wij het niet aan onze lezers te
mogen onthouden.
De heer J. R. Snoeck Henkemans, oüd-Twee-
de Kamerlid voor de Chr. Historische Unie, zal
18 December te Apeldoorn in de jaarvergade
ring van de Kamerkringvereeniging Arnhem van
de Chr. Historische Unie officieele afscheid ne
men. De heer Snoeck Henkemans werd in 1916
onder het districtenstelsel voor het district
Apeldoorn van de Chr. Historische Unie afge
vaardigde in de Tweede Kamer.
De algemeene vergadering der Nederlandsche
Vereeniging voor Speciale Autowegen (Nevas)
zal worden gehouden Maandag 23 December a.s.
te twee uur in het gebouw van het Koninklijk
Instituut van Ingenieurs, Prinsessegracht 23 te
's-Gravenhage.
In behandeling komt dan o. m. het onder
werp: „Urgentie, nut en voordeelen van spe
ciale autowegen, mede in verband met de aan
sluitingen naar het buitenland." Inleider hier
van is de secretaris der vereeniging.
De minister van Sociale Zaken heeft een
nieuwe regeling vastgesteld voor de verstrek
king van Rijkssubsidie voor tuberculosebestrij
ding. De nieuwe regeling treedt 1 Januari in
werking; de vroegere ter zake getroffen rege
lingen zijn met ingang van genoemden datum
ingetrokken.
De Minister van Sociale Zaken heeft onder be
paalde voorwaarden beschikt op een verzoek van
de Vereeniging van Tilburgsche Fabrikanten van
Wollen Stoffen en van den Nederlandschen
R. K. Textielarbeidersbond „St. Lambertus", bei
de gevestigd te Tilburg, daartoe strekkende, dat
in de textielfabrieken van werkgevers, aange
sloten bij eerstgenoemde vereeniging, arbeid
mag worden verricht in afwijking van het be
paalde in artikel 24 der Arbeidswet 1919.
De vergunning is verleend voor het tijdvak van
1 Januari tot en met 31 December 1936, doch
geldt niet voor gehuwde vrouwen.
Indië, Australië en Zuid-Afrika met een reeks
belangrijke nieuwe krachten vergroot.
Het Ballet Schoop zal op de afscheidsavon
den ook nieuwe nummers geven.
De voorstellingen zijn bepaald op 11 en 13
December in den Stadsschouwburg te Amster
dam, 12 en 15 December in den Grooten
Schouwburg te Rotterdam en 10 Dcc. in de
Stadsdoelen te Delft (Kunst aan het Volk).
In een persgesprek 'met het Tweede Kamer
lid Westerman, naar aanleiding van de verkla
ring van het hoofdbestuur van het Verbond
voor Nationaal Herstel, verklaarde deze na
drukkelijk, dat bij de gerezen moeilijkheden uit
sluitend zakelijke geschilpunten zich voordoen.
Er is geen sprake van persoonlijk antagonisme.
De geschilpunten zijn o.m. tot uiting geko
men in het standpunt van den heer Wester
man ten aanzien van het zonden van troepen
naar de Saar, voorts bij de behandeling der
sanctiewet en ook bij de verdediging van de
N.S.B. in verband met de door de regeering
uitgevaardigde maatregelen tegen deze organi
satie. Men was van oordeel, aldus de heer
Westerman, dat ik meer het typische standpunt
van Nat. Herstel had moeten verdedigen en
den nadruk had moeten leggen op de verschil
len tusschen N.S.B. en Nat. Herstel en de ex
cessen van de N.S.B. krachtiger had moeten
veroordeelen. Deze houding is mij zeer moeilijk
gevallen, omdat ik een andere visie op de
N.S.B. heb dan het hoofdbestuur.
Voor mij vloeien die excessen grootendeels
voort uit de behandeling, die men deze bewe
ging van regeeringswege heeft laten ondergaan.
Ik zie de fouten van de N.S.B. zeer wel in en
zie ook de gevaren van het leidersbeginsel,
maar ik geloof, dat dit in hoofdzaak groeifouten
zijn.
Ik geloof niet aan een overwinning der na
tionale gedachte, als het niet zal gelukken, alle
nationaal denkenden in een nauwgesloten ver
band te vereenigen. In de kringen van het Ver
bond gaf men aan een langzamer tempo de
voorkeur. En men kon zich op den duur zoo
min met den aard als met den vorm van mijn
critiek op het regeeringsbeleid vereenigen.
Wat zijn toekomstige positie in de Kamer be
treft, wees de heer Westerman erop, dat deze
in feite niet veel zal veranderen, aangezien zijn
denkbeelden, ook al mogen deze in formeelen
zin niet meer als representatief voor het Ver
bond van Nat. Herstel worden aangemerkt, in
de praktijk toch met de opvattingen van een
zeer groot aantal landgenooten overeenstem
men.
Naar wij vernemen is bij het G. O. te Den
Haag een nieuw voorstel van B. en W. dier ge
meente aanhangig gemaakt, om de voorgesteide
loonsverlaging voor het gemeente-personeel
van 5 op 4 pCt. terug te brengen.
De vertegenwoordigers der organisaties in 't
G. O. hebben zich op het standpunt gesteld,
eerst hun organisaties te willen raadplegen,
alvorens hierover nader te beraadslagen.
den, dat ze hem wat water gebracht hadden.
Maar dat was slechts lichamelijke ontbering
het was de kwelling van den geest, die niet te
verdragen was.
Daarginds was land in het zicht. Bob Kings
ley staarde er naar zooals hij er zoowat den
heelen dag naar had gekeken. Het kon tien
mijl weg zijn of twintig. Door den nevel kon
men zich leelijk vergissen. Maar wat de af
stand ook was, het was niet dichterbij en niet
verder af dan dien morgen. Ch'en-su had half
schertsend, half dreigend gezegd, dat net Luala
was het Noordeinde van Luala waar de
kreek lag.
Het was nu wellicht al met hen afgeloopen
geweest, als ze niet al deze men stil hadden ge
legen, omdat er geen wind was.
Bob Kingsley liet het hoofd in de gekruiste
armen zinken op de verschansing. Het was in
derdaad Luala. Niettegenstaande den slakken
gang en de andere slechte kwaliteiten van deze
oude schuit, die Java Dick de hemel weet waar
vandaan had gehaald, hadden ze vanmorgen
in Luala moeten aankomen.
Het was nu vier dagen geleden en vannacht
zou de vijfde nacht zijn, sedert hij er by Java
Dick ingeloopen was. Een uur nadat ze hem
in die kamer gelaten hadd'en, waren ze terug
gekomen en hadden ze hem in een auto gegooid.
Ze hadden mijlen gereden, maar lang vóór het
aanbreken van den dag was hij aanboord van
dezen schoener gebracht en de schoener was
in zee gestoken. Sedert had hij zich geen zes
voet verwijderd van de plaats, waar hij nu
stond, want het ééne eind van een kabel was
Dinsdagochtend zal het Ballet Schoop te Am
sterdam arriveeren voor enkele afscheidsavon
den voor het vertrek op 17 December naar Ame-
Trudi Schoop heeft haar gezelschap voor de
groote reis naar Amerika, Japan, Nederlandsch
Het Haagsch Gerechtshof heeft arrest ge
wezen in de zaak tegen den gewezen directeur
der N. V. „Concordia" te 's Gravenhage, mr.
L. P. D„ die door de Haagsche rechtbank is
vrijgesproken van de hem ten laste gelegde
verduistering van aandeelen, toebehoorende
aan die instelling.
De advocaat-generaal had gerequireerd tot
vernietiging van dit vonnis met veroordeeling
van den verdachte tot zes maanden gevange
nisstraf. Het O. M. bij de rechtbank had één
jaar geëischt.
Het Hof vernietigde het vrijsprekend von
nis en veroordeelde verdachte thans tot zes
maanden gevangenisstraf, voorwaardelijk, met
3 jaar proeftijd.
De 72-jarige wielrijder J. v. d. Laan, wonende
te Friesche Brug bij Noordwolde, is Maandag
middag op den Eesveenscheweg te Steenwijk
aangereden door een auto, welke bestuurd werd
door dr. B.
De wielrijder, die waarschijnlijk boven op
den auto is komen te vallen, moest met een
schedelbreuk en een hersenschudding in hope-
loozen toestand naar zijn woning worden ver
voerd.
Den autobestuurder treft geen schuld.
Tegen inlevering van deze advertentie kunnen de
lezers van de Ver. Kath. Pers bekomen
samengesteld door J. VAN SOEN, meester-kok te Brussel. In dit uit
gebreide Kookboek vindt men, behalve de gewone recepten, ook nog de
FRANSCHE en andere. Een extra verzameling van uitgezochte lekker
nijen, waarvan men de recepten haast nooit te pakken krijgt. Zoo vindt
men 70 soorten soep, een kolossale verzameling groenten, een keur van
sauzen (40soorten). Een groote variatie tot bereiding van rund-, kalfs-,
Schapen- en varkensvleesch, wild, zee- en riviervisch, gevogelte, ge
pluimd wild en eieren. Ook voor het maken van gebak, confituren, rijst,
melk en meel, zouten van vleesch en spek. Inleggen en drogen van
groenten en vruchten. Het confijten. Het bereiden van vele dranksoor
ten. Bovendien een handleiding voor versiering, inrichting, verlichting
der tafel, behandeling der flesschen, enz. Afgehaald voor de lezers
slechts L25. Franco na postwissel of op Giro 124280 1.45. Bij den
NEDERLANDSCHEN VERZENDBOEKHANDEL, Gasthuismolensteeg 12,
in 't verlengde van de Paleisstraat, Amsteroiam-C.
vastgemaakt aan een oogbout in een stang
van de verschansing en het andere einde was
aan een koord om zijn middel bevestigd. Over
dag, wanneer men voortdurend naar hem keek,
liet men zijn handen vrij; bij het vallen van
den avond werden ze altijd stevig vastgebon
den.
Vier dagen en vier nachten! Een ware hel!
Soms scheen het hem toe, dat zijn geest bre
ken zou onder de spanning, want hij had zich
zelf meer dan eens hardop onzin hooren uitslaan
Hij whs er niet eens zeker van, dat hij op dit
oogenblik goed zijn verstand had dat wat hij
om zich heen zag, werkelijkheid was. Hoe kon
het werkelijkheid zijn? De gemeenheid ervan
kon niet door mtenschelijke wezens uitgedacht
en uitgevoerd worden zelfs niet door met
opium versufte Chineezen of een Java Dick in
delirium!
Vier dagen en vier nachten lang, op ongere
gelde tijden, maar heel dikwijls, hadden Min-
dar Singh's kreten en gillen door heel het
vaartuig geklonken. De man werd vastgebon
den op het dek bij den hoofdmast. Hij ver
hinderde den doorgang niet ze trapten op
hem. En die wilde, kon hem slaan, als hij
voorbij hem kwam en niemand liet het na,
En met regelmatige tusschenpoozen -ïeschen
ze hem op en sloegen hem, tot het dek onder
zijn voeten rood was van bloed.
De man zag er vreeselijk uit. Werktuiglijk,
ofschoon zijn hoofd begraven was in zijn ar
men, sloot Bob Kingsley de oogen, als om een
afschuwelijk gezicht buiten te sluiten. Dien
morgen hadden ze den ellendige het dek langs
Bij dii s-hik-snertweer -hik- móet je
wel -hik- een ver-hik-koudheid oploopen
-hik-
Maandagmiddag om kwart voor vijf is
van het havenhoofd te Middelharnis een
auto te water gereden. De chauffeur, die
vermoedelijk de eenige inzittende was, is
daarbij om het leven gekomen.
Het havenhoofd, dat op 2 K.M. afstand van
Middelharnis ligt, is de eerste aanlegplaats
van het eiland voor de booten, die op Rotter
dam en Hellevoetsluis varen. Ten behoeve van
de passagiers is een parkeerterrein bij het ha
venhoofd aanwezig. Dit parkeerterrein is aan
drie zijden door het water begrensd en is des
avonds niet verlicht.
Omstreeks een half uur voor de aankomst
van de stoomboot Rotterdam-Middelharnis,
toen nog niemand in de omgeving van het ha
venhoofd aanwezig was, is de auto, vermoede
lijk bij het keeren, te water geraakt. De auto
is bij de sluis van de kade gereden.
Een schipperszoon verklaarde omstreeks
kwart voor vijf uit de roef van zijn schip, dat
in de nabijheid lag gemeerd, aan dek te zijn
gekomen en toen achter zich een luid gegil te
hebben gehoord. Hij zag iemand te water lig
gen die dadelijk wegzonk. Op zijn alarm is men
dadelijk begonnen te dreggen en zijn de auto
riteiten gewaarschuwd. Tegen zeven uur kon
de auto door een kraanwagen worden gelicht.
De auto was ledig, zoodat kan worden aange
nomen dat de drenkeling, dien de schipperszoon
heeft gezien, de eenige inzittende van den wa
gen was.
Zijn lijk is even later opgehaald. Het was de
19-jarige P. Potters uit Ouddorp-Haven.
Omtrent de oorzaak van het ongeluk tast
men in het duister, aangezien niemand er ge
tuige van is geweest.
Voor de Amsterdamsche rechtbank heeft zich
te verantwoorden gehad de Hilversumsche bloe-
menkoopman K. J. van H., die op 16 September
jJ. een vloerkleed ter waarde van 600.— zou
hebben gestolen uit een villa aan het Suzanna-
park, aldaar.
De jeugdige verdachte had „samengewerkt"
met zijn broer. Zij hadden het dure kleed voor
het luttel bedrag van 12.50 verkocht. Hij had
5.van de opbrengst gekregen.
Het O.M. requireerde zeven maanden gevan
genisstraf, waarvan drie voorwaardelijk met een
proeftijd van drie jaar.
Vervolgens stond de broer, een „koopman" te
recht. Hem was diefstal van het vloerkleed en
bovendien van eenige meubelen ten laste gelegd.
Hij is al eerder veroordeeld tot een tucht-
schoolstraf; verd. is toen voorwaardelijk in vrij
heid gesteld, doch de proeftijd is nog niet om.
Wegens diefstal vorderde het O.M. tegen verd.
die zeer ongunstig bekend staat een gevangenis
straf van een jaar en drie maanden.
Vonnis 23 December.
De speciale vlucht van de F. 36 naar Indië,
aanvankelijk vastgesteld voor Januari, gaat
niet door. Het toestel is nog steeds in de werk
plaatsen van de K. L. M. in revisie.
gesleept en hem aan zijn, Bob Kingsley's voe
ten geworpen.
„Kwaad heb ik u gedaan, sahib," had Mindar
Singh gefluisterd, „ma^r laat de sahib er mij
goedheid voor bewijzen. Steek uw handen uit,
sahib, en sluit ze om mijn keel en wees zoo
barmhartig mij te dooden, want ik kan de
kwelling, die ik verduur, niet langer verdra
gen."
Hij had den man zoo goed als hij kon ge
troost; had hem zijn pannetje water gegeven,
dat toen half vol was het was alles, wat hij
geven kon en na eten poosje had Mindar
Singh vol wroeging in korte zinnen bekend, hoe
hij gelogen had op de Alita, toen hij vertelde,
wat er had plaats geheid in den nacht, dat Hsi
Yan Kalawa bezocht.
Tot waar Mindar Singh het lijk van Hsi Yan
de gang in gesleept had, was het verhaal waar.
Maar hij had het lijk van Hsi Yan niet op het
rustbed teruggelegd, vóór hij zeker wist, dat de
jonk weg was gevaren; daarna had hij zich
schuil gehouden in de geheime gang. Alles, wat
hij met het lijk van Hsi Yan gedaan had, was
gebeurd met het doel, een alibi voor zichzelf te
hebben, want hij had verwacht, dat zijn mees
ter zou terugkomen, ten hij was van plan, Kings
ley neer te slaan vóór deze hem, Mindar Singh
herkende, en dan zelf de beeldjes te stelen.
En als het noodig geweest was, als Tom Kingsley
hem herkend had, zou Mindar Singh hem ook
gedood hebben. Hsi Yan's lijk was er om de
daders aan te wijzen, en wat zijn eigen ver
dwijning betreft, men zou wel denken, dat de
bemanning van de jonk hem had meegevoerd,
De Finsche houtboot „Diana" welke Maandag
morgen onder Castricum door den mist was
gestrand, is des middags op eigen kracht bij
hoog water vlot gekomen.
Gelijk men weet had de kapitein van de
„Diana" hulp van sleepbooten geweigerd, daar
hij meende bij vloed wel op eigen kracht vlot
te kunnen komen.
Of dit hem gelukken zou was een vraag,
waarover veel twijfel bestond, daar de „Diana"
zeker een paar meter omhoog was geloopen op
een gevaarlijke zandbank.
Men meende dan ook, dat hulp van sleep
booten noodzakelijk zou zijn.
De sleepbooten „Utrecht", „Hector" en „Nes
tor", evenals de sleepboot van de z.g. visch-
ploeg te IJmuiden, bleven dan ook angstvallig
in de nabijheid van het gestrande schip.
Het was vanaf het strand gezien, alsof een
groep gieren rondom haar prooi lag te wach
ten om er op het gunstige oogenblik op te kun
nen aan vallen.
Evenwel, de kapitein van „Diana" kreeg ge
lijk!
De machines werkten reeds geruimen tijd op
volle kracht, daar het water zijn hoogste punt
had bereikt. De stroom en de landwind hielpen
nog een handje.
Hoewel de achtersteven van de „Diana" da
nig in beweging was, leek het er aanvankelijk
op. dat het loskomen niet gemakkelijk zou
gaan.
Maar precies zeven minuten over twee, toen
de vloed bijna het hoogtepunt bereikt had,
schoof de „Diana" plotseling met den staart van
de bank af: ze was vrij.
Het wenden van den steven was daarna het
werk van een oogenblik en om kwart over twee
stoomde de boot, hoewel zwaar slagzij makend,
op naar IJmuiden.
De sleepbooten keerden hierna naar hun
diverse standplaatsen terug.
SEMARANG, 9 Dec. (Aneta) Zaterdag
nacht is drie mijl ten Noorden van de reede van
Semarang een visschersprauw omgeslagen. De
drie opvarenden dreven zeven uur rond, totdat
zij langszij van de „Marnix van St. Aldegonde"
kwamen, die de schipbreukelingen oppikte. Een
collecte aan boord van de „Mamix" gehouden
ten bate van de slachtoffers bracht 17.— op.
Later werd de prauw door de waterpolitie gebor
gen, waarna bleek dat vrijwel niets verloren was
gegaan, zoodat de schipbreuk voor de Inland-
sche visschers nog een voordeeligen kant bleek te
hebben.
Maar Tom Kingsley was niet teruggekeerd en
drie dagen lang had Mindar Singh zich ver
borgen gehouden in de gang, alleen 's avonds
wegsluipend voor wat voedsel en water. Den
kende, dat Tom Kingsley gevangen genomen
was en meegevoerd op de jonk, was Mindar
Singh heimelijk naar Singapore gegaan. Daar
was hij op den duur de bemanning van de
jonk op het spoor gekomten, en daar had hij
gehoord, hoe het lijk van Tom Kingsley was
gevonden in een open boot op zee.
Bob Kingsley knikte plotseling bij zichzelf. Hij
had Mindar Singh's meening daarover ge
vraagd. De theorie van Mindar Singh was heel
eenvoudig, en als men de bewering beschouwde
van den inlandschen bediende uit Crowley's brief
was het ongetwijfeld de goede. Tom Kingsley
had bemerkt, dat het huis omsingeld was, en
dat de inboorlingen zich verspreid hadden, na
dat hij door de geheime gang ontsnapte. Daar
hij gewond was ten niet ver kon loopen, was de
eenige manier om hulp te krijgen, per boot
naar de stad te gaan. Dat was hij ook van
plan geweest, maar zijn wond was erger ge
worden. Hij had het bewustzijn verloren en in
plaats van de stad te bereiken, had de boot
hem naar zee gevoerd.
Weer knikte Bob Kingsley. Zoo moest het wel
geweest zijn, ofschoon het altijd maar een ver
onderstelling zou blijven.
Wat de rest van Mindar Singh's verhaal be
trof, het dooden van Hsun Chi en het stelen
van het eerste beeldje, dat hoefde hij niet te
herhalen, want Java Dick ten Chen-su hadden
hem die bekentenis al afgeperst. Daarna, met
Bij K.B. is benoemd tot Officier in de Orde
van Oranje-Nassau: Jhr. J. Beelaerts van Blok
land te Oosterbeek.
Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-
Nassau P. Guillaume, directeur van de Muziek
school te Roermond.
Toegekend de zilveren eeremedaille der Oran
je-Nassau Orde aan J. van Rijt, watermolenaar
bij den Grooten Polder, gemeente Zoeterwoude,
wonende aldaar.
Bij K.B. is verleend de titulaire rang van
luitenant-kolonel-intendant der mariniers aan
den gepensionneerden kapitein-kwartiermeester
der mariniers E. A van Wely.
Met 1 Januari benoemd tot adjunct-expert
bij de scheepvaartinspectie J. Bloem, leeraar
aan de Binnenvaartschool te Amsterdam.
Aan A. N. Hamelberg, ingenieur-verificateur
van het kadaster te Arnhem, is op verz. met
1 Maart eervol ontslag uit 's Rijks dienst ver
leend, 'onder dankbetuiging.
Benoemd tot bewaarder van de hypotheken,
het kadaster en de scheepsbewijzen: te Leiden
M. W. F. Beijerinck, ontvanger der reg. en dom.
te Delft; te Nijmegen C. J. Kluvers, landmeter
van het kadaster te Delft.
Benoemd tot ontvanger der reg. en dom. te
Weert J. T. ter Marsch, surnumerair der reg.
en dom. ten kantore der reg. no. 2 en dom.
te Arnhem; te Oldeberkóop J. Smallenbroek,
surnumerair der reg. en dom. ten kantore te
Assen.
Benoemd tot adj. accountant der directe bel.:
A. F. Maat te Tilburg; J. van der Brugge te
'S-Gravenhage, le bureau; J. Lijcklama Nye-
holt te Groningen; D. Jager te Amsterdam, le
bureau; W. B. Borris te Rotterdam, le bureau;
A. L. Brox te Rotterdam, le bureau; C. D. Os-
sewaarde te Eindhoven, allen thans tijd.
Benoemd tot adj. accountant der dir. belas
tingen te Groningen Y. J. Groenhout, rijks
klerk der dir. bel., inv. en acc. aan het bureau
van den accountantsdienst der dir. bel. aid.,
met 1 Jan.
Mr. H. R. de Zaaijer te Arnhem, secr. van
de Commissie van advies voor den dienst der
belastingen is tevens benoemd tot pl.verv. lid
van die Commissie.
Ir. P. M. Heertjes te Delft is tot wederop-
zeggens toegelaten als privaat-docent in de
afdeeling der scheikundige technologie aan de
Technische Hoogeschool te Delft, om onderwijs
te geven in de chemische technologie der kleur
stoffen.
Met 16 Dec. benoemd tot lid van de commissie
van toezicht op de Rijkstuinbouwwinterschool
te Naaldwijk M. Prins te Honselersdijk.
één van de beeldjes in zijn bezit, en verne
mende, dat hij, Bob Kingsley, het andere bij
Java Dick had laten zien, was Mindar Singh
naar de Alita gekomen en had zich voorge
daan als de trouwe dienaar. Verder had Min
dar Singh nog verteld, dat hij eenige mannen
van zijn eigen ras in vertrouwen had genomen
die zelf een boot hadden en bereid waren, on
middellijk naar den schat toe te varen. Min
dar Singh had den sleutel tot het geheimschrift
verklaard, omdat hij hoopte, daardoor zoo n
vertrouwen in te boezemen, dat de uitwerking
van het geheimschrift onmiddellijk in zijn te
genwoordigheid gedaan zou wordten, en hem
aldus zou vrijwaren tegen mislukking en ge
vaar voor zichzelf, waar hij kans op liep, als
hij deed wat voor de hand lag: de beeldjes ste
len. Hij had tenslotte toch tot dat laatste zijn
toevlucht moeten nemen en was er in geslaagd
de beeldjes te bemachtigen, maar met deze in
zijn bezit was hij in de handen van Chen-su
gevallen, fen bevond zich nu in dezen ellendigen
toestand.
Al een uur lang had hij Mindar Singh niet
meer hooren schreeuwen. Nu kreunde hij plot
seling. Zijn lijden was bijna geëindigd. Maar
Vema? Ze was even ver naar achter op den
schoener als hij naar voren; maar hij wist, dat
ze, ofschoon ze niet verder mocht dan het
achterruim, niet vastgebonden of geboeid was,
en binnen zekere grenzen vrijheid had om op
en neer telobpen. Een enkelen keer had hij haar
zelfs gezien.
.(Wordt vervolgd)