Minister Gelissen verdedigt zijn beleid IWEE GESTOLEN AFGODSBEELDJES ORDENINGSWET GEEN CRISISMAATREGEL TANKBOOTEN VOOR DE KON SHELL r« WOENSDAG 11 DECEMBER 1935 Begrooting aanvaard Goudvoorraad Ned. Bank Hooge stand van de Vecht Schip gezonken Opruiende geschriften in kazerne Zandzuiger gezonken TWEEDE KAMER Het wetsontwerp betreffende de vestiging van bedrijven is nagenoeg gereed Economische voorlichting Minister Gelissen Verstarring en prijsopdrijving Middenstandsbelangen Onze zeehavens Gedupeerden K.H.L. Motie ingetrokken Waarom het gemaal te Muiden niet in werking kon wor den gesteld DE „ETNA" GAAT DICHT Opdrachten voor een viertal schepen NEDERLANDSCHE VLAG VOOR DE KONINGIN Plaatsing naast de vlag, die Abel Tasman eens meevoerde POSTPAKKETTEN VOOR DUITSCHLAND Hooge invoerrechten voor „Liebesgahen" DE BEZUINIGINGSWET AFGEKONDIGD Handelsbelangen in Egypte en Palestina Consumptiemelk Geen audiëntie Opvarenden wisten zwemmende den wal te bereiken NASLEEP UIT OSS Verdachten voor de rechtbank te Roermond SCHOOL IN BRAND Brandweer kon tegen het vuur niets uitrichten Dienstplichtige krijgt anderhalf jaar Scheveningsche binnenhaven geheel versperd Zuigbuis gebroken WIELRIJDER DOODGEREDEN UIT DE STAATSCOURANT Rechterlijke macht Belastingen Bevordering Onderscheiding Consulaire dienst SPECIAAL VOOR U DAMES is de rubriek WAT DE TONG STREELT (pag. 4) door FR. L. PACKARD Den Haag, 10 December 1935. In een zeer lange rede, voorgelezen van getypte vellen en naar den vorm hier en daar herinnerend aan een referaat voor een wetenschappelijke vereeniging, heeft MI NISTER GELISSEN heden zijn beleid als hoofd van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart toegelicht. Een redenaar is deze minister niet en al kan men bewondering hebben voor de nuchtere zaak kennis, waarmee de ingenieur, professor, doctor over ingewikkelde problemen van economischen aard zijn gedachten ontvouwt, boeien doet zijn betoogtrant helaas niet. En zoo werd het na verloop van een uur een vrij saai geval. Dat zal in de komende dagen anders worden, als de onderwijsbezuiniging aan de orde is en de rechterzijde in verzet komt tegen de con centratie, die de regeering wil opleggen aan het bijzonder onderwijs. Dat is een principieele' kwestie, waarover in ons land jarenlang de beroemde schoolstrijd gestreden is. En aan het tenslotte met aller instemming verkregen resul taat van dien strijd zullen zeker mannen als de katholieke deskundige Suring zoo maar niet laten tornen. Minister Slotemaker de Bruine toonde zich, toen hij even in de vergaderzaal verscheen, al beweeglijker dan ooit. Hij zit wel in een bijzonder moeilijke situatie. De bewindsman van Handel, Nijverheid en Scheepvaart heeft zeer consciëntieus de talrijke punten, hem de vorige week voorgelegd, behan deld. Volgen wij met iets minder ver doorge voerd streven naar volledigheid zijn betoog, dan komen wij tot de volgende notities. De splitsing van het vroegere Departement van Economische Zaken verdedigde minister Gelissen met het argument, dat er tenslotte samenwerking tusschen de ministers is en dat men, indien men mr. Westerman's motief van het vervlochten zijn van de verschillende eco nomische belangen aanvoert, even goed nog wat verder gaan kan en alle departementen onder één bewindsman stellen. Bij Koloniën, Finan ciën, Waterstaat en Buitenlandsche Zaken al thans komen evenzeer talrijke economische aan gelegenheden aan de orde. Dat de economische voorlichtingsdienst ver betering behoeft, erkent de minister. Er is een advies gevraagd aan den Economischen Raad. Met zijn ambtgenoot van Buitenlandsche Zaken is de minister in overleg getreden over de buitenlandsche vertakkingen van het econo misch voorlichtingsapparaat. Ook geschiedt overleg, om het Centraal Bureau voor de Sta tistiek meer dan tot nog toe bij de voorlichting te betrekken. En verder denkt de minister de economisch-technologische instituten in te schakelen voor de markt- en conjunctuur-ana lyse. Ook het nut van de ordening ziet minister Gelissen zeer wel in. De wet op de onder nemersovereenkomsten, zoo stelde hij prin cipieel nog eens vast, is geen crisismaat regel, maar ook voor normale tijden bestemd. Want ook dan zijn orde en 'n zekere stabili teit in de productie gewenscht. Van dr. Kortenhorst's suggestie, om te zor gen, dat de ordening een goede basis krijgt in een vakvereenigingsrecht, zal de minister nota nemen. Over de industriefinanciering heeft minister Gelissen gezwegen. Dat onderwerp komt bin nenkort vanzelf aan de orde, als de Kamer het betreffend ontwerp, waarover het Voor- loopig Verslag reeds verschenen is, in behan deling neemt. In verband met de industriefinan ciering, de ordening en de contin- genteering, is noodig een regeling van de vestiging van bedrijven. Het betreffend ontwerp is nagenoeg klaar. jp|H De industrieele decentralisatie door ver plaatsing van industriearbeiders naar het plat teland, acht ook Minister GELISSEN een aan trekkelijk denkbeeld. Het roept echter moei lijkheden van technischen en economischen aard op, die eerst nog eens terdege moeten worden bezien. Wat de contingenteering en de invoerrech ten betreft, heeft de Minister zich op het standpunt van zijn ambtsvoorgangers geplaatst. Nu eens zal contingenteering, dan weer een invoerrecht en ook wel eens een combinatie van beide maatregelen geboden zijn. De contingenteering zal men in ieder geval de eerste jaren nog niet kunnen missen. De Minister ontkent niet, dat zij verstarring van het bedrijfsleven tengevolge heeft, en even min, dat zij tot prijsopdrijving heeft geleid, maar men moet hier toch ook weer niet den toestand te zwart schilderen. Wat de verstarring aangaat waaraan in- tusschen al veel gedaan is heeft momenteel de positie van de handelsagenten 's Ministers bijzondere aandacht. En tegen het oploopen van prijzen wordt gewaakt, doordat in geval len, waarin samenwerking bestaat tot het handhaven van bepaalde prijzen, alleen tot contingenteering wordt overgegaan, als de Regeering zich met die prijzen vereenigen kan. Over de clearing met Duitschland heeft Minister Gelissen slechts beknopt gesproken. Hij achtte een gedachtenwisseling hierover eigenlijk praematuur, omdat, vóórdat weer nieuwe onderhandelingen hierover beginnen, nog een half jaar verloopen moet en men eerst de ontwikkeling in dien tijd nog eens moet aanzien. De Middenstand heeft 's Ministers bijzon dere aandacht. De vestigingswet voor dit deel van het bedrijfsleven heeft dezer dagen het Departement verlaten. Bij de Kamer zal de Minister op verdere behandeling van het ont werp automatisch aandringen. Den smokkelhandel in de grensgebieden zal hij opnieuw onder de aandacht van zijn collega van financiën brengen. De wet tot beperking van de zelfstandige vestiging van vreemdelin gen is bijna gereed. En zoo is de Minister voor bijna alle desiderata van den Middensitand ontvankelijk. Alleen ten aanzien van een maatregel tegen het cadeaustelsel staat hij nog sceptisch. Want ook de vervaardiging van de cadeaux is ten slotte een stuk werkgelegenheid. De zeescheepvaart en de toestand in onze groote havens zijn volgens Minister GELISSEN een nationale zaak. In dit ver band deelde hij mede, dat thans met be langhebbenden uit Rotterdam en Amster dam besprekingen worden gevoerd, om langs gemeentelijken weg te komen tot een verlaging van de loods- en kadegelden en andere haventarieven. Wat de Rijnvaartpremies betreft, is er inter departementaal overleg gaande. De zaak heeft „meer dan gewone aandacht". De suggestie van den heer Krijger, om deze steunmaatregelen te financieren uit het Land- bouw-crisisfonds, omdat de landbouwcrisis wetgeving zoo groote schade aan de havens berokkende, is door Minister Gelissen afge wezen, omdat dit een crisis zou brengen in dit crisisfonds. In verband met den Koninklijken Holland- schen Lloyd heeft de Minister nog eens ver klaard, dat hij onder afwijzing van iedere verplichting van het Rijk beproeven zal, iets voor de door de débacle dezer maatschappij gedupeerden te doen. De wet op de evenredige vrachtverdeeling in de binnenvaart, aldus minister Gelissen, zal niet worden ingetrokken, zoolang men er geen beteren maatregel voor in de plaats heeft. Naar dien beteren maatregel is momenteel een commissie van deskundigen zoekende. De Minister sprak met dit antwoord naar het hart van den Katholieken afgevaardigde van dc Bilt, die dezen middag nog een pleidooi in dezen geest gehouden had. Na nog eenige opmerkingen o.a. van den katholieken middenstander STUMPEL bij de af deelingen der begrooting, is „Handel, Nij verheid en Scheepvaart" zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. In den aanvang van de vergadering heeft de sociaal-democraat DREES een motie, die wet telijke maatregelen tot verlaging van huren vroeg, ingetrokken. Zij was nog over van d« behandeling der begrooting van Sociale Zaken voor 1935 en dus ruim een jaar oud. Voorzitter RUYS had eensklaps de stemming over die motie aan de orde gesteld. Maar de heer DREES herinnerde zich, dat Minister Slingen- berg veertien dagen geleden gezegd had, dat het beraad der Regeering over het vastenlas- tenontwerp zeer spoedig tot een conclusie lei den zou. En met het oog op die verklaring achtte hij het beter, de motie terug te nemen. In de avondvergadering gaat de Kamer het ontwerp tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen behandelen. Blijkens den jongsten weekstaat steeg de goudvoorraad van de Nederlandsche Bank met bijna twee miïlioen. Door den feilen Noord-Oostenwind is het Vechtwater zoo hoog gestegen, als het in jaren niet geweest is. Dinsdagochtend wees de peil schaal aan de voormalige tolbrug te Muiden een stand aan van 35 c.M. plus N. A. P., en in den namiddag was het Water gestegen tot 37 plus. Aan de Sluisbrug te Weesp werd een stand afgelezen van 38 c.M. plus N. A. P. Aan gezien bij de indienststelling van het Vecht- gemaal te Muiden werd bepaald, dat bij een stand van 30 c.M. plus N. A. P. het gemaal zou moeten draaien, omdat in gemeenten als Vree land en Loenen, bij een dergelijken hoogen Vechtstand reeds overlast wordt ondervonden, werd Dinsdagochtend van Muiden uit de Pro vinciale Waterstaat te Utrecht gewaarschuwd. Echter deed zich ditmaal ten aanzien van het inwerkingstellen van het Vechtgemaal een on verwachte hinderpaal voor. Eenige weken geleden n.l. is bij zwaren storm een der deuren van de groote zeesluizen, welke in verganen toestand verkeerde, uit de sluis gewaaid, waarna de directie van de Zeesluizen besloot de deuren geheel te laten vernieuwen. Daardoor bevinden zich thans in die sluizen groote openingen, zoodat het practisch ondoen lijk was, het Vechtgemaal in werking te stellen. In verband met dezen hinderpaal begaven zich Dinsdagmiddag de directeur-hoofdingenieur van den Provincialen Utrechtschen Waterstaat, ir. F. E. D. Enschede, en de technisch-amb- tenaar van den voornoemden Waterstaat, de heer B. J. Flier, naar Muiden, om een con ferentie te hebben met burgemeester J. L. ae Raadt, die deel uitmaakt 'van de directie der Zeesluizen aldaar. Na ampele bespreking werd besloten, een tiental zware schotten in de sluisdeuren aan te brengen. Gelukkig kon gebruik worden ge maakt van balken, welke onder berusting lagen van den sluismeester, den heer Kaiiderer, zoo dat naar de heer Flier ons mededeelde verwacht werd, dat het Vechtgemaal des nachts nog in werking gesteld zou kunnen worden. Dit is voor het eerst in drie jaren tijd, dat het gemaal weer dienst moet doen. De directie van de „Etna" te Breda heeft aan de metaalbewerkersbonden medegedeeld, dat zfj, in verband met de aangekondigde sta king in verband met de voorgestelde loonsver laging van 10 pet., haar fabrieken per 16 Dec. e.k. zal sluiten. Voor rekening van de Kon. Shell zullen aan verschillende Nederlandsche werven een viertal tankbooten gebouwd worden. Opdrachten voor den bouw van een 9000 tons tankschip zijn reeds verleend aan de werf van der Giessen en Zn. te Krimpen a. d. IJssel en de werf Wilton- Feyenoord te Schiedam. Een schip van 12000 B.R.T. zal bij de Ned. Scheepsbouw Mij. te Am sterdam op stapel gezet worden, terwijl de Droogdok Mij. te Rotterdam vermoedelijk een zelfde opdracht krijgt. De motoren voor deze schepen, behalve die van Wilton, zullen door Werkspoor te Amster dam geleverd worden. Een Nederlandsche vlag, die de Nieuw-Zee- landsche vlieger Ohara in October j.l. tijdens zijn solovlucht van Australië naar Nieuw-Zee- land over de Tasman-Zee heeft meegevoerd, zal aan koningin Wilhelmina worden overhandigd, naar Reuter uit Auckland seint. De vlag zal door H. M. geplaatst worden naast een andere vlag, die de Tasman-Zee 300 jaar geleden aanschouwde, toen zij gevoerd werd door Abel Tasman on diens ontdekkingsreis naar Tasmanië in 1642, en welke thans een kostbaar bezit van de Koningin vormt. Ohara woonde vele jaren op Java en de vlag is hem voor zijn vlucht overhandigd door een aantal Nederlandsche bewonderaars. Met het oog op het naderend Kerstfeest wor den in dezen tijd talrijke pakketten met ge schenken naar Duitschland verzonden. De aandacht van de afzenders wordt er op gevestigd, dat in Duitschland in het algemeen zéér hooge invoerrechten worden geheven, in het bijzonder voor genaaide geweven goederen, tricotages e.d. en tabakswaren en voor de laatste bovendien een zéér hooge tabaksaccijns. Het gevolg is, dat deze pakketten door de geadresseerden meermalen worden geweigerd, zoodat de pakketten worden teruggezonden. De afzenders moeten dan bovendien nog de terug- zendingskosten betalen. Bij de aanbieding hier te lande van franco pakketten (voor Duitschland), die aan hooge invoerrechten onderhevige goederen bevatten, zal een waarborgsom van ongeveer f 25 geheven worden om den P.T.T.-dienst tegen verlies te vrijwaren. Maandag is afgekondigd Staatsblad no. 685 be vattende de wet van den 29en November 193£ tot verlaging van de openbare uitgaven. De Nederlandsch-Egyptische Kamer van Koophandel deelt mede, dat haar secretaris, de heer F. J. W. J. Scheurleer, begin Januari 1936 een handelsreis naar Egypte en Palestina zal ondernemen, teneinde de afzetmogelijkheden te bestudeeren, marktrapporten uit te brengen, nieuwe connecties aan te knoopen en in het algemeen de belangen te behartigen van Neder landsche industrieën en exporteurs. Zfj, die zich interesseeren voor vorengenoem de afzetgebieden, kunnen zich om inlichtingen wenden tot het secretariaat van de Neder landsch-Egyptische Kamer van Koophandel, Zwolsche straat 259, te 's-Gravenhage, telefoon Haag 55683. De prijs voor het taxegedeelte van consump tiemelk, gekocht op regeeringscontract, is voor de volgende week bepaald op 6Vi cent per liter, eventueel verhoogd met premie of verminderd met de afdracht voor de kwaliteit. De afdracht voor andere in consumptie ge brachte melk is vastgesteld op 2Ms cent per liter. De gewone audiëntie van den minister van Onderwijs, K. en W. zal op Maandag 16 Decem ber e.k. niet plaats hebben. De bekende naam. Toen meneer Jans(s,sz,ss,tz)en aan den telefoon werd geroepen in het café. Ongeveer 100 M. van de haven van Coljjns- plaat is door den Noord-Ooster storm volgeloo- pen en gezonken het met grint geladen motor schip „Pieternella", Dordrecht, schipper van den Adel. Een in de haven liggend motorschip ,,Jan Pie- ter", schipper Klein uit Den Helder, voer uit om te trachten de beid,e opvarenden, den schip per en diens broer, te redden. Door de hevige zeeën werd echter dit motor schip tegen de dijkglooiing geslagen. De opva renden van de „Pieternella" hebben zwemmende den wal weten te bereiken. Het motorschip „Jan Pieter" is later met be hulp van de ingezetenen van Colijnsplaat door middel van een lijn vlot gesleept. De opvarenden van de „Pieternella" zijn in hotel „Zeelandia" ondergebracht. Voor de rechtbank te Roermond hebben twee leden van de Ossche bende terecht gestaan, die, evenals vele anderen tegen de lamp waren ge- loopen door de bekentenissen van A. den B. De eerste was de 50-jarige rijwielhandelaar Th. M. uit Gemert. In den nacht van 27 op 28 Maart 1934 was hij met eenige Ossche mis dadigers, waaronder* Dikke Toon de Soep, Den Brok en den „Klits" naar de boerderij van v. der Ven getrokken; terwijl verdachte buiten de wacht hield, gapten de overigen 1500. Van dit bedrag kreeg verdachte 100.als belooning. Bovendien heeft hij een bedrag van 1000. dat van dezen diefstal afkomstig was, in be waring genomen. Verdachte bekende het hem ten laste gelegde, De officier van Justitie, mr. Rieter, eisehte drie jaar gevangenisstraf. Mr. Paul Tripels pleitte clementie. De tweede verdachte was de 33-jarige met selaar A. E., eveneens uit Gemert. Met dezelfde troep Ossenaren was hij begin Maart 1935 mee gaan inbreken in de woning van den landbou wer J. Verhagen te Schijndel. Verdachte had hier 10.— gestolen. Ook hij bekende het hem ten laste gelegde. Hij is er eveneens ingedraaid door de talrijke bekentenissen van Den Brok. Reeds jarenlang heeft de Roermondsche justitie op dezen verdachte, evenals trouwens op M., geloerd, maar ondanks sterke aanwijzingen was er nooit voldoende bewijs bijeen te krijgen. De eisch tegen E. luidde eveneens drie jaar gevangenisstraf. Ook in deze zaak pleitte mr. Tripels cle mentie. De rechtbank zal 24 December a.s. uitspraak doen. Te Appelscha-Benedeti is de openbare Lagere School, die zeven lokalen bevatte, tot den grond toe afgebrand. Om half twee 's nachts werd de hoofdonder wijzer der school, de heer Lugtmeier, wiens woning tegen de school 'is aangebouwd, wakker door het geluid van brekende ruiten. Toen hij naar buiten keek, zag hij, dat het schoolge bouw reeds in lichter laaie stond. De brand weer van Oosterwolde en Appelscha werden gealarmeerd, maar konden tegen het vuur niets uitrichten. Zij konden slechts voorkomen, dat het vuur oversloeg naar een boerderij, die zich in de buurt van de school bevindt en waar de wind juist naar toe waaide. Ook de woning van den hoofdonderwijzer bleef gespaard. De inboedel der school werd echter geheel een prooi der vlammen. De oor zaak van den brand is onbekend. Wel staat het vast, dat de brand ontstaan is in een lokaal, waarin Maandagavond een landbouwcursus ge geven werd. Verzekering dekt de schade. Wederom diende voor den Krijgsraad te Den feosch een tweetal strafzaken wegens versprei ding van opruiende geschriften in de kazerne. A. R., 21 jaar, uit Amsterdam, was lid van een anti-militairistische organisatie en belegde in de kazerne van 1 R.V.A. te Utrecht, waar hij in dienst was, geheime bijeenkomsten en droeg zorg voor de verspreiding van het blad: „De Dienstplichtige, orgaan van het landelijk ver bond voor recruten". De auditeur-militair noemde het optreden van verdachte zeer verderfelijk en achtte het een zwaar misdrijf. De eisch luidde een jaar en zes maanden gevangenisstraf met ontslag uit den dienst. Voorts stond terecht H. v. B.. 21 jaar. uit Utrecht, eveneens in dienst bij 1 R.V.A. Hij had den vorige geholpen bij de verspreiding der op ruiende pamfletten. Tegen hem werd twaalf maanden gevangenisstraf met ontslag uit den dienst geëischt. R. werd conform den eisch gevonnist, ter wijl v. B. veroordeeld werd tot drie maan den gevangenisstraf onvoorwaardeijk en negen maanden voorwaardelijk met ont slag uit den dienst. Maandagavond omstreeks tien uur is vlak voor de Scheveningsche binnenhaven een zandzuiger van de fa. Blankevoort en Kalis gezonken. De zes opvarenden verkeerden niet in levensgevaar en zijn met een boot van boord gehaald. Het wrak ligt echter in de eenige bevaarbare geul en de scheep vaart moest geheel worden stopgezet. Des avonds was de zandzuigers „Blanka" aan het baggeren gegaan in den uitgang van ae haven. Tijdens het baggeren werd de zee on stuimig en een zuigbuis brak bij het ophalen, waardoor het schip terstond water maakte en met den achtersteven zonk. Het voorste gedeelte bleef boven water uitsteken, en de zes opvaren den konden met een vlet en de reddingsboot gemakkelijk worden gered. Het gezonken schip verspert nu den toe gang tot de haven geheel; een aantal kust- visschersvaartuigen en een vrachtboot konden niet binnenloopen. L. Smit en Co.'s sleepbedrijf en de N. V. W. H. van der Tak zullen trachten den zuiger bij gunstige weersgesteldheid met den 200-tons bok „Kolossus" te lichten. Toen Dinsdagavond omstreeks 5 uur de 47- jarige J. Roeter, wonende te Dorkwerd, per fiets terugkeerde van de werkverschaffing te Hoogkerk, werd hij bij het oversteken van den Friesrhen straatweg aangereden door een auto, welke uit de r.chting Groningen kwam en be stuurd werd door dr. K. uit Buitenpost De heer Roeters werd in een sloot geslingerd en was op slag dood. Het ongeval is gebeurd ter hoogte van café Van der Zwaag, waar het uitzicht zeer slecht is. Aan Mr. J. J. G. van Everdingen is op verz. met 1 Januari 1936 eervol ontslag verleend als Substituut-Officier van Justitie bjj de Arrond. rechtbank te 's-Hertogenbosch, onder dankbe tuiging. Aan Mr. W. H. T. C. baron thoe Schwartzen- berg en Hohenlansberg is op verzoek eervol ont slag verleend als (tweeden) secretaris van den Raad van Beroep voor de directe belastingen te Middelburg. Met 1 Januari 1936 zijn bij' het Dep. van Financiën bevorderd tot hoofdcommies Mr. J. Schuttevaer en Mr. H. F. C. Hardenberg, beiden thans commies. Toegekend de aan de Orde van Oranje-Nassau verbonden Eere Medaille, in brons aan: P. van der Putten, boekdrukker bij de N. V. Tech nische Boekhandel en Drukkerij J. Waltman Jr. te Delft. Jhr. J. Q. Bas Backer is benoemd tot consul der Nederlanden te Gent, buiten bezwaar van 's lands schatkist. Het ressort van het consulaat strekt zich uit over de provincie Oost-Vlaanderen. 54 Overdag niet dikwijls, zelfs niet wanneer de stand, van de zeilen van den schoe ner het mogelijk maakte, langs zijn kant van het dek te kijken; het gekronkel en gekreun van Mindar Singh was immers tusschen hen in en ze was aan de overzijde gebleven, 's Nachts echter als de schoener anders voer, had hij haar daar uren zien staan, als een witte schim in de duisternis, en hij wist, dat ze naar hem keek. Tot nu toe was hij tevreden, dat men haar niets gedaan had en Chen-su had op haar ge wezen als een bewijs, dat hij woord hield 1 Ja, jal Chen-su was te sluw om tot erge dingen over te gaan, vóór hij het doen kon met de zeker heid, dat hij daar niets door riskeerde. Chen-su was er ten volle van overtuigd, dat, voorzoover het Luala en de kreek betrof, hij, Bob Kings- ley, de waarheid had gesprokten, maar wat de rest betrof, Chen-su geloofde misschien wel aan den verbranden boom en de vlakke rots, maar hij kon OP geep manipr n„l-ifprhqI,jn af man hem voor den gek gehouden had of niet. Dat zou Chen-su dus eerst onderzoeken. Als de schat werkelijk gevondten was, stond er niets meer tusschen hem, Bob Kingsley, en den doodniets meer tusschen Verna en iets er- gers dan de dood. Na het vinden van den schat zou het einde komen. Hü had nog één hoop, een zwakke hoop, als een stroohalm voor een drenkeling. Vooreerst was de schoener waarschijnlijk opgelegd, toten Java Dick hem te pakken kreeg, en niet veel meer dan een wrak; de uitrusting was grooten- deels gestolen of door verwaarloozing vrijwel onbruikbaar geworden. Het want was zeer slecht, het zeil nog erger, en er was schijnbaar jarenlang niets aan vernieuwd. Zoo had de schoener en zelfs daarover verwonderde Bob Kingsley zich nog maar één sloep. Waar schijnlijk zou die ternauwernood zeewaardig zijn. Maar zij voer met hen mee en het was de eenige die ze haddten. Dat was nummer één. Ten tweede, hoewel hij het eerst vreeselijk had gevonden, rekende hij er nu op, dat kapitein de Schram in Luala zou zijn. Al drie dagen nu, sedert hij ontdekt had, dat er maar één boot was, had hij zichzelf zien op te monteren en de donkere wanhoop terug gedrongen, vastbesloten om zich vast te houdten aan deze kleine hoop, die misschien een illusie zoU blijken. De boot kon niet veel menschen bevatten. Het was zeker, dat zoowel Chen-su als Java Dick aan land zouden gaan en het was ook zoo goed als zeker, dat men Verna en hem mee zou nemen dan zou er nog voor bonratens drie of vier van de bemanning plaats zijn. Dat zou in het voordeel zijn van kapitein de Schram, ten misschien zou kapitein de Schram hen wel kunnen redden. Een zwakke hoop. Hü had ze nooit anders genoemd. Verna en hij konden ook wel niet worden meegenomen in de boot. Kapitein de Schram kon reeds weg zijn of hen misschien niet zien. Mogelijk bemerkte men ook den schoener van kapitein de Schram. Chen-su zou wel voorzichtig zijn en het terrein doen verken nen vóór hij iets anders deed. Maar dat was morgenhet einde, wat het ook zou zijn, zou eerst morgen komten. Het was reeds een ur voor zonsondergang en zelfs als er buiten verwachting een windje kwam, zou men vanavond niet in Luala landen. Eén uur voor zonsondergangen de stralen van de zon waren nog meedoogenloosHet zou een opluch ting zijn, als ze onder gingen niet alleten om de hitte. Het was een' afschuwelijke dag geweest aan boord van den schoener, de ergste van de vier. Sedert men Singapore had ver laten, had er nooit discipline geheerscht, maar vandaag was het vreeselijk, door het nietsdoen en omdat Luala zoo nabij was. Java Dick was steeds dronken geweest; vandaag was hij niet meer dan een verdwaasde bruut, die met moeite ruwe vloekten uitbracht, en nauwelijks op zijn beenen kon staan. Sedert het vertrek had men heelemaal niet regelmatig de wacht gehouden. De bemanning was er te druk mee bezig ge weest, het schip te doen stinken naar opium. Als er maar een paar overbleven om het schip te doen varen, had het Chen-su niets kunnen schelen, al lagen de anderen versuft in kooi. Vandaag had men niet kunnen varen, men kon slechts met begeerige oogen door den hittenevel naar Luala staren; bij de bedwelmende midde len was ook drank gekomen en de dekken warten het tooneel geworden van origieën en vecht partijen, waarbij meer dan eens het mes een rol had gespeeld, en dat was nu nog aan den gang, ofschoon wat minder, want hier en daar kon mten aan een languit liggende gestalte zien, dat menigeen reeds in staat van versuffing ver keerde. Zelfs Chen-su, die tot nu toe geen tee kenen had getoond van buitengewone losban digheid, beheerschte zich niet meer, misschien omdat hij niets te doen had en overal om zich heen het slechte voorbeeld zag. Een uur geleden, toten Chen-su dichtbij hem gestaan had, had hij het duidelijk kunnen merken aan diens wan kele stappen en doffe oogen en omdat hij nog afstootenden geweest was om te zien dan ge woonlijk. Mocht de nacht dergelijke dingen aan het gezicht van Verna onttrekken! Dat de duis ternis er een eind aan mocht makten! Hij lichtte plotseling het hoofd op Dij den klank van Java Dick's stem. Java Dick en Chen- su stonden gebogen over de liggende gedaante van Mindar Singh. Bob Kingsley kon de woor den duidelijk verstaan. „Het ziet er niet naar uit, dat hij in leven blijft!" riep Java Dick met kennis van zaken uit; toen, met dronkemansspot: ,,En hij was bijna op de plaats van dten schat, dien hij zoo graag zou zien! Het is erg, dat er geen wind was vandaag. We hadden er kunnen zijn, vóór hij om zeep ging. Dan had hij gelukkig nunnen sterven! Het is erg, dat we hier zitten en hier niet vandaan kunnen." Toen hij scheen een afschuwelijke inspiratie te krijgen glim lachte Chen-su boosaardig. Hij gaf in het Chi- neesch vlug bevelen aan de bemanning; alsof ze opleefden door een pdettig vooruitzicht, rea geerden er een half dozijn van de kerels. Toen zag Bob Kingsley, hoe er een touw werd vast gemaakt aan de sloep en hoe deze te water werd gelaten. Dan werd Mindar Singh over de verschansing geheschen en languit er in ge gooid. Het touw, dat ongeveer vijftien voet lang was, werd nu ook onder den boeg van den schoe ner 'vastgemaakt, en terwijl vier man, gewapend met zweepen, op de boot sprongen, riep Chen- su spottend vanuit het vooronder: „Roei, Mindar Singh. Dan kun je nog zien, wat je zoo ijverig gezocht hebt. Daar aan land is het!" Bob Kingsley klemde zijn lippen opeen en zijn gezicht werd vuurrood. De duivels! Op het laatst kon hij van weerzin niet meer kijken. Na wat 'n eindeloozen tijd leek, kropen de vier Chineezen weer aan boord. De boot dreef en bonsde tegen dten boeg van den schoener aan. Java Dick kwam voorbij, terwijl ze naar het achterdek gingen. „Wat wil je met hem doen?" vroeg Java Dick." „Als hij niet reeds dood is, zal hü spoedig sterven," antwoordde Chen-su met een kalmen glimlach. ,,En als er een wind opsteekt en we op de boot moeten lettten, zullen we nem in zee werpen. Ik ben het moe geworden, hem aan dek te zien." HOOFDSTUK XXI Voor zonsopgang ES- was een uur voorbijgegaan. De hitte was minder geworden, maar er kwam geen avond windje met het ondergaan van de zon en voor Bob Kingsley ook geen voedsel of water, zooals tot nu toe de gewoonte was geweest op dat uur. Zijn lippen vertrokken zich tot een vreugdeloozen glimlach. Java Dick had het ten slotte het wijste gevonden, naar beneden in de kajuit te gaan. Chen-su was ook naar beneden gegaan, evenals de meesten van de bemanning. Hun honger was van een andeiten aard, en of schoon hun dorst niet te lesschen leek, was het geen dorst naar water! Als ze dus niet voor zichzelf aan deze dingen dachten, waarom zou den ze het dan voor hem doen? Eén iing had men echter niet vergeten. Toen de zon onderging en de duisternis begon in te vallen, was de man met de kruk naar hem toe gekomen. De man met de kruk zou het niet vergeten. Het was zijn taak om iederen avond Bob Kingsley's handen vast te binden. .(Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 3