Minister Gelissen verdedigt
zijn beleid
IWEE GESTOLEN
AFGODSBEELDJES
ORDENINGSWET GEEN
CRISISMAATREGEL
TANKBOOTEN VOOR DE
KON SHELL
r«
WOENSDAG 11 DECEMBER 1935
Begrooting aanvaard
Goudvoorraad Ned.
Bank
Hooge stand van de
Vecht
Schip gezonken
Opruiende geschriften
in kazerne
Zandzuiger gezonken
TWEEDE KAMER
Het wetsontwerp betreffende de
vestiging van bedrijven is
nagenoeg gereed
Economische voorlichting
Minister Gelissen
Verstarring en prijsopdrijving
Middenstandsbelangen
Onze zeehavens
Gedupeerden K.H.L.
Motie ingetrokken
Waarom het gemaal te Muiden
niet in werking kon wor
den gesteld
DE „ETNA" GAAT DICHT
Opdrachten voor een viertal
schepen
NEDERLANDSCHE VLAG
VOOR DE KONINGIN
Plaatsing naast de vlag, die Abel
Tasman eens meevoerde
POSTPAKKETTEN VOOR
DUITSCHLAND
Hooge invoerrechten voor
„Liebesgahen"
DE BEZUINIGINGSWET
AFGEKONDIGD
Handelsbelangen in Egypte
en Palestina
Consumptiemelk
Geen audiëntie
Opvarenden wisten zwemmende
den wal te bereiken
NASLEEP UIT OSS
Verdachten voor de rechtbank
te Roermond
SCHOOL IN BRAND
Brandweer kon tegen het vuur
niets uitrichten
Dienstplichtige krijgt anderhalf
jaar
Scheveningsche binnenhaven
geheel versperd
Zuigbuis gebroken
WIELRIJDER DOODGEREDEN
UIT DE STAATSCOURANT
Rechterlijke macht
Belastingen
Bevordering
Onderscheiding
Consulaire dienst
SPECIAAL VOOR U DAMES is de rubriek
WAT DE TONG STREELT (pag. 4)
door FR. L. PACKARD
Den Haag, 10 December 1935.
In een zeer lange rede, voorgelezen van
getypte vellen en naar den vorm hier en
daar herinnerend aan een referaat voor een
wetenschappelijke vereeniging, heeft MI
NISTER GELISSEN heden zijn beleid als
hoofd van het Departement van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart toegelicht.
Een redenaar is deze minister niet en al kan
men bewondering hebben voor de nuchtere zaak
kennis, waarmee de ingenieur, professor, doctor
over ingewikkelde problemen van economischen
aard zijn gedachten ontvouwt, boeien doet zijn
betoogtrant helaas niet. En zoo werd het na
verloop van een uur een vrij saai geval.
Dat zal in de komende dagen anders worden,
als de onderwijsbezuiniging aan de orde is en
de rechterzijde in verzet komt tegen de con
centratie, die de regeering wil opleggen aan
het bijzonder onderwijs. Dat is een principieele'
kwestie, waarover in ons land jarenlang de
beroemde schoolstrijd gestreden is. En aan het
tenslotte met aller instemming verkregen resul
taat van dien strijd zullen zeker mannen als
de katholieke deskundige Suring zoo maar niet
laten tornen. Minister Slotemaker de Bruine
toonde zich, toen hij even in de vergaderzaal
verscheen, al beweeglijker dan ooit. Hij zit wel
in een bijzonder moeilijke situatie.
De bewindsman van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart heeft zeer consciëntieus de talrijke
punten, hem de vorige week voorgelegd, behan
deld. Volgen wij met iets minder ver doorge
voerd streven naar volledigheid zijn betoog, dan
komen wij tot de volgende notities.
De splitsing van het vroegere Departement
van Economische Zaken verdedigde minister
Gelissen met het argument, dat er tenslotte
samenwerking tusschen de ministers is en dat
men, indien men mr. Westerman's motief van
het vervlochten zijn van de verschillende eco
nomische belangen aanvoert, even goed nog wat
verder gaan kan en alle departementen onder
één bewindsman stellen. Bij Koloniën, Finan
ciën, Waterstaat en Buitenlandsche Zaken al
thans komen evenzeer talrijke economische aan
gelegenheden aan de orde.
Dat de economische voorlichtingsdienst ver
betering behoeft, erkent de minister. Er is een
advies gevraagd aan den Economischen Raad.
Met zijn ambtgenoot van Buitenlandsche
Zaken is de minister in overleg getreden over
de buitenlandsche vertakkingen van het econo
misch voorlichtingsapparaat. Ook geschiedt
overleg, om het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek meer dan tot nog toe bij de voorlichting
te betrekken. En verder denkt de minister de
economisch-technologische instituten in te
schakelen voor de markt- en conjunctuur-ana
lyse.
Ook het nut van de ordening ziet minister
Gelissen zeer wel in. De wet op de onder
nemersovereenkomsten, zoo stelde hij prin
cipieel nog eens vast, is geen crisismaat
regel, maar ook voor normale tijden bestemd.
Want ook dan zijn orde en 'n zekere stabili
teit in de productie gewenscht.
Van dr. Kortenhorst's suggestie, om te zor
gen, dat de ordening een goede basis krijgt in
een vakvereenigingsrecht, zal de minister nota
nemen.
Over de industriefinanciering heeft minister
Gelissen gezwegen. Dat onderwerp komt bin
nenkort vanzelf aan de orde, als de Kamer
het betreffend ontwerp, waarover het Voor-
loopig Verslag reeds verschenen is, in behan
deling neemt.
In verband met de industriefinan
ciering, de ordening en de contin-
genteering, is noodig een regeling
van de vestiging van bedrijven. Het
betreffend ontwerp is nagenoeg
klaar.
jp|H
De industrieele decentralisatie door ver
plaatsing van industriearbeiders naar het plat
teland, acht ook Minister GELISSEN een aan
trekkelijk denkbeeld. Het roept echter moei
lijkheden van technischen en economischen
aard op, die eerst nog eens terdege moeten
worden bezien.
Wat de contingenteering en de invoerrech
ten betreft, heeft de Minister zich op het
standpunt van zijn ambtsvoorgangers geplaatst.
Nu eens zal contingenteering, dan weer een
invoerrecht en ook wel eens een combinatie
van beide maatregelen geboden zijn.
De contingenteering zal men in ieder geval
de eerste jaren nog niet kunnen missen. De
Minister ontkent niet, dat zij verstarring van
het bedrijfsleven tengevolge heeft, en even
min, dat zij tot prijsopdrijving heeft geleid,
maar men moet hier toch ook weer niet den
toestand te zwart schilderen.
Wat de verstarring aangaat waaraan in-
tusschen al veel gedaan is heeft momenteel
de positie van de handelsagenten 's Ministers
bijzondere aandacht. En tegen het oploopen
van prijzen wordt gewaakt, doordat in geval
len, waarin samenwerking bestaat tot het
handhaven van bepaalde prijzen, alleen tot
contingenteering wordt overgegaan, als de
Regeering zich met die prijzen vereenigen kan.
Over de clearing met Duitschland heeft
Minister Gelissen slechts beknopt gesproken.
Hij achtte een gedachtenwisseling hierover
eigenlijk praematuur, omdat, vóórdat weer
nieuwe onderhandelingen hierover beginnen,
nog een half jaar verloopen moet en men eerst
de ontwikkeling in dien tijd nog eens moet
aanzien.
De Middenstand heeft 's Ministers bijzon
dere aandacht. De vestigingswet voor dit deel
van het bedrijfsleven heeft dezer dagen het
Departement verlaten. Bij de Kamer zal de
Minister op verdere behandeling van het ont
werp automatisch aandringen.
Den smokkelhandel in de grensgebieden zal
hij opnieuw onder de aandacht van zijn collega
van financiën brengen. De wet tot beperking
van de zelfstandige vestiging van vreemdelin
gen is bijna gereed. En zoo is de Minister voor
bijna alle desiderata van den Middensitand
ontvankelijk.
Alleen ten aanzien van een maatregel tegen
het cadeaustelsel staat hij nog sceptisch. Want
ook de vervaardiging van de cadeaux is ten
slotte een stuk werkgelegenheid.
De zeescheepvaart en de toestand in
onze groote havens zijn volgens Minister
GELISSEN een nationale zaak. In dit ver
band deelde hij mede, dat thans met be
langhebbenden uit Rotterdam en Amster
dam besprekingen worden gevoerd, om
langs gemeentelijken weg te komen tot een
verlaging van de loods- en kadegelden en
andere haventarieven.
Wat de Rijnvaartpremies betreft, is er inter
departementaal overleg gaande. De zaak heeft
„meer dan gewone aandacht".
De suggestie van den heer Krijger, om deze
steunmaatregelen te financieren uit het Land-
bouw-crisisfonds, omdat de landbouwcrisis
wetgeving zoo groote schade aan de havens
berokkende, is door Minister Gelissen afge
wezen, omdat dit een crisis zou brengen in dit
crisisfonds.
In verband met den Koninklijken Holland-
schen Lloyd heeft de Minister nog eens ver
klaard, dat hij onder afwijzing van iedere
verplichting van het Rijk beproeven zal, iets
voor de door de débacle dezer maatschappij
gedupeerden te doen.
De wet op de evenredige vrachtverdeeling in
de binnenvaart, aldus minister Gelissen, zal
niet worden ingetrokken, zoolang men er geen
beteren maatregel voor in de plaats heeft.
Naar dien beteren maatregel is momenteel een
commissie van deskundigen zoekende. De
Minister sprak met dit antwoord naar het
hart van den Katholieken afgevaardigde van
dc Bilt, die dezen middag nog een pleidooi in
dezen geest gehouden had.
Na nog eenige opmerkingen o.a. van den
katholieken middenstander STUMPEL bij
de af deelingen der begrooting, is „Handel, Nij
verheid en Scheepvaart" zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
In den aanvang van de vergadering heeft de
sociaal-democraat DREES een motie, die wet
telijke maatregelen tot verlaging van huren
vroeg, ingetrokken. Zij was nog over van d«
behandeling der begrooting van Sociale Zaken
voor 1935 en dus ruim een jaar oud. Voorzitter
RUYS had eensklaps de stemming over die
motie aan de orde gesteld. Maar de heer
DREES herinnerde zich, dat Minister Slingen-
berg veertien dagen geleden gezegd had, dat
het beraad der Regeering over het vastenlas-
tenontwerp zeer spoedig tot een conclusie lei
den zou. En met het oog op die verklaring
achtte hij het beter, de motie terug te nemen.
In de avondvergadering gaat de Kamer het
ontwerp tot bescherming van de bevolking
tegen luchtaanvallen behandelen.
Blijkens den jongsten weekstaat steeg de
goudvoorraad van de Nederlandsche Bank met
bijna twee miïlioen.
Door den feilen Noord-Oostenwind is het
Vechtwater zoo hoog gestegen, als het in jaren
niet geweest is. Dinsdagochtend wees de peil
schaal aan de voormalige tolbrug te Muiden
een stand aan van 35 c.M. plus N. A. P., en in
den namiddag was het Water gestegen tot 37
plus. Aan de Sluisbrug te Weesp werd een
stand afgelezen van 38 c.M. plus N. A. P. Aan
gezien bij de indienststelling van het Vecht-
gemaal te Muiden werd bepaald, dat bij een
stand van 30 c.M. plus N. A. P. het gemaal zou
moeten draaien, omdat in gemeenten als Vree
land en Loenen, bij een dergelijken hoogen
Vechtstand reeds overlast wordt ondervonden,
werd Dinsdagochtend van Muiden uit de Pro
vinciale Waterstaat te Utrecht gewaarschuwd.
Echter deed zich ditmaal ten aanzien van het
inwerkingstellen van het Vechtgemaal een on
verwachte hinderpaal voor.
Eenige weken geleden n.l. is bij zwaren storm
een der deuren van de groote zeesluizen, welke
in verganen toestand verkeerde, uit de sluis
gewaaid, waarna de directie van de Zeesluizen
besloot de deuren geheel te laten vernieuwen.
Daardoor bevinden zich thans in die sluizen
groote openingen, zoodat het practisch ondoen
lijk was, het Vechtgemaal in werking te stellen.
In verband met dezen hinderpaal begaven
zich Dinsdagmiddag de directeur-hoofdingenieur
van den Provincialen Utrechtschen Waterstaat,
ir. F. E. D. Enschede, en de technisch-amb-
tenaar van den voornoemden Waterstaat, de
heer B. J. Flier, naar Muiden, om een con
ferentie te hebben met burgemeester J. L. ae
Raadt, die deel uitmaakt 'van de directie der
Zeesluizen aldaar.
Na ampele bespreking werd besloten, een
tiental zware schotten in de sluisdeuren aan
te brengen. Gelukkig kon gebruik worden ge
maakt van balken, welke onder berusting lagen
van den sluismeester, den heer Kaiiderer, zoo
dat naar de heer Flier ons mededeelde
verwacht werd, dat het Vechtgemaal des nachts
nog in werking gesteld zou kunnen worden.
Dit is voor het eerst in drie jaren tijd, dat
het gemaal weer dienst moet doen.
De directie van de „Etna" te Breda heeft
aan de metaalbewerkersbonden medegedeeld,
dat zfj, in verband met de aangekondigde sta
king in verband met de voorgestelde loonsver
laging van 10 pet., haar fabrieken per 16 Dec.
e.k. zal sluiten.
Voor rekening van de Kon. Shell zullen aan
verschillende Nederlandsche werven een viertal
tankbooten gebouwd worden. Opdrachten voor
den bouw van een 9000 tons tankschip zijn reeds
verleend aan de werf van der Giessen en Zn.
te Krimpen a. d. IJssel en de werf Wilton-
Feyenoord te Schiedam. Een schip van 12000
B.R.T. zal bij de Ned. Scheepsbouw Mij. te Am
sterdam op stapel gezet worden, terwijl de
Droogdok Mij. te Rotterdam vermoedelijk een
zelfde opdracht krijgt.
De motoren voor deze schepen, behalve die
van Wilton, zullen door Werkspoor te Amster
dam geleverd worden.
Een Nederlandsche vlag, die de Nieuw-Zee-
landsche vlieger Ohara in October j.l. tijdens
zijn solovlucht van Australië naar Nieuw-Zee-
land over de Tasman-Zee heeft meegevoerd, zal
aan koningin Wilhelmina worden overhandigd,
naar Reuter uit Auckland seint.
De vlag zal door H. M. geplaatst worden
naast een andere vlag, die de Tasman-Zee 300
jaar geleden aanschouwde, toen zij gevoerd werd
door Abel Tasman on diens ontdekkingsreis
naar Tasmanië in 1642, en welke thans een
kostbaar bezit van de Koningin vormt.
Ohara woonde vele jaren op Java en de vlag
is hem voor zijn vlucht overhandigd door een
aantal Nederlandsche bewonderaars.
Met het oog op het naderend Kerstfeest wor
den in dezen tijd talrijke pakketten met ge
schenken naar Duitschland verzonden.
De aandacht van de afzenders wordt er op
gevestigd, dat in Duitschland in het algemeen
zéér hooge invoerrechten worden geheven, in
het bijzonder voor genaaide geweven goederen,
tricotages e.d. en tabakswaren en voor de laatste
bovendien een zéér hooge tabaksaccijns.
Het gevolg is, dat deze pakketten door de
geadresseerden meermalen worden geweigerd,
zoodat de pakketten worden teruggezonden. De
afzenders moeten dan bovendien nog de terug-
zendingskosten betalen.
Bij de aanbieding hier te lande van franco
pakketten (voor Duitschland), die aan hooge
invoerrechten onderhevige goederen bevatten,
zal een waarborgsom van ongeveer f 25 geheven
worden om den P.T.T.-dienst tegen verlies te
vrijwaren.
Maandag is afgekondigd Staatsblad no. 685 be
vattende de wet van den 29en November 193£
tot verlaging van de openbare uitgaven.
De Nederlandsch-Egyptische Kamer van
Koophandel deelt mede, dat haar secretaris,
de heer F. J. W. J. Scheurleer, begin Januari
1936 een handelsreis naar Egypte en Palestina
zal ondernemen, teneinde de afzetmogelijkheden
te bestudeeren, marktrapporten uit te brengen,
nieuwe connecties aan te knoopen en in het
algemeen de belangen te behartigen van Neder
landsche industrieën en exporteurs.
Zfj, die zich interesseeren voor vorengenoem
de afzetgebieden, kunnen zich om inlichtingen
wenden tot het secretariaat van de Neder
landsch-Egyptische Kamer van Koophandel,
Zwolsche straat 259, te 's-Gravenhage, telefoon
Haag 55683.
De prijs voor het taxegedeelte van consump
tiemelk, gekocht op regeeringscontract, is voor
de volgende week bepaald op 6Vi cent per liter,
eventueel verhoogd met premie of verminderd
met de afdracht voor de kwaliteit.
De afdracht voor andere in consumptie ge
brachte melk is vastgesteld op 2Ms cent per liter.
De gewone audiëntie van den minister van
Onderwijs, K. en W. zal op Maandag 16 Decem
ber e.k. niet plaats hebben.
De bekende naam.
Toen meneer Jans(s,sz,ss,tz)en aan den
telefoon werd geroepen in het café.
Ongeveer 100 M. van de haven van Coljjns-
plaat is door den Noord-Ooster storm volgeloo-
pen en gezonken het met grint geladen motor
schip „Pieternella", Dordrecht, schipper van den
Adel.
Een in de haven liggend motorschip ,,Jan Pie-
ter", schipper Klein uit Den Helder, voer uit
om te trachten de beid,e opvarenden, den schip
per en diens broer, te redden.
Door de hevige zeeën werd echter dit motor
schip tegen de dijkglooiing geslagen. De opva
renden van de „Pieternella" hebben zwemmende
den wal weten te bereiken.
Het motorschip „Jan Pieter" is later met be
hulp van de ingezetenen van Colijnsplaat door
middel van een lijn vlot gesleept.
De opvarenden van de „Pieternella" zijn in
hotel „Zeelandia" ondergebracht.
Voor de rechtbank te Roermond hebben twee
leden van de Ossche bende terecht gestaan, die,
evenals vele anderen tegen de lamp waren ge-
loopen door de bekentenissen van A. den B.
De eerste was de 50-jarige rijwielhandelaar
Th. M. uit Gemert. In den nacht van 27 op
28 Maart 1934 was hij met eenige Ossche mis
dadigers, waaronder* Dikke Toon de Soep, Den
Brok en den „Klits" naar de boerderij van v.
der Ven getrokken; terwijl verdachte buiten de
wacht hield, gapten de overigen 1500. Van dit
bedrag kreeg verdachte 100.als belooning.
Bovendien heeft hij een bedrag van 1000.
dat van dezen diefstal afkomstig was, in be
waring genomen.
Verdachte bekende het hem ten laste gelegde,
De officier van Justitie, mr. Rieter, eisehte
drie jaar gevangenisstraf.
Mr. Paul Tripels pleitte clementie.
De tweede verdachte was de 33-jarige met
selaar A. E., eveneens uit Gemert. Met dezelfde
troep Ossenaren was hij begin Maart 1935 mee
gaan inbreken in de woning van den landbou
wer J. Verhagen te Schijndel. Verdachte had
hier 10.— gestolen. Ook hij bekende het hem
ten laste gelegde. Hij is er eveneens ingedraaid
door de talrijke bekentenissen van Den Brok.
Reeds jarenlang heeft de Roermondsche justitie
op dezen verdachte, evenals trouwens op M.,
geloerd, maar ondanks sterke aanwijzingen was
er nooit voldoende bewijs bijeen te krijgen.
De eisch tegen E. luidde eveneens drie jaar
gevangenisstraf.
Ook in deze zaak pleitte mr. Tripels cle
mentie.
De rechtbank zal 24 December a.s. uitspraak
doen.
Te Appelscha-Benedeti is de openbare Lagere
School, die zeven lokalen bevatte, tot den grond
toe afgebrand.
Om half twee 's nachts werd de hoofdonder
wijzer der school, de heer Lugtmeier, wiens
woning tegen de school 'is aangebouwd, wakker
door het geluid van brekende ruiten. Toen hij
naar buiten keek, zag hij, dat het schoolge
bouw reeds in lichter laaie stond. De brand
weer van Oosterwolde en Appelscha werden
gealarmeerd, maar konden tegen het vuur niets
uitrichten. Zij konden slechts voorkomen, dat
het vuur oversloeg naar een boerderij, die zich
in de buurt van de school bevindt en waar de
wind juist naar toe waaide.
Ook de woning van den hoofdonderwijzer
bleef gespaard. De inboedel der school werd
echter geheel een prooi der vlammen. De oor
zaak van den brand is onbekend. Wel staat het
vast, dat de brand ontstaan is in een lokaal,
waarin Maandagavond een landbouwcursus ge
geven werd.
Verzekering dekt de schade.
Wederom diende voor den Krijgsraad te Den
feosch een tweetal strafzaken wegens versprei
ding van opruiende geschriften in de kazerne.
A. R., 21 jaar, uit Amsterdam, was lid van
een anti-militairistische organisatie en belegde
in de kazerne van 1 R.V.A. te Utrecht, waar hij
in dienst was, geheime bijeenkomsten en droeg
zorg voor de verspreiding van het blad: „De
Dienstplichtige, orgaan van het landelijk ver
bond voor recruten".
De auditeur-militair noemde het optreden
van verdachte zeer verderfelijk en achtte het
een zwaar misdrijf. De eisch luidde een jaar en
zes maanden gevangenisstraf met ontslag uit
den dienst.
Voorts stond terecht H. v. B.. 21 jaar. uit
Utrecht, eveneens in dienst bij 1 R.V.A. Hij had
den vorige geholpen bij de verspreiding der op
ruiende pamfletten. Tegen hem werd twaalf
maanden gevangenisstraf met ontslag uit den
dienst geëischt.
R. werd conform den eisch gevonnist, ter
wijl v. B. veroordeeld werd tot drie maan
den gevangenisstraf onvoorwaardeijk en
negen maanden voorwaardelijk met ont
slag uit den dienst.
Maandagavond omstreeks tien uur is vlak
voor de Scheveningsche binnenhaven een
zandzuiger van de fa. Blankevoort en Kalis
gezonken. De zes opvarenden verkeerden
niet in levensgevaar en zijn met een boot
van boord gehaald. Het wrak ligt echter
in de eenige bevaarbare geul en de scheep
vaart moest geheel worden stopgezet.
Des avonds was de zandzuigers „Blanka" aan
het baggeren gegaan in den uitgang van ae
haven. Tijdens het baggeren werd de zee on
stuimig en een zuigbuis brak bij het ophalen,
waardoor het schip terstond water maakte en
met den achtersteven zonk. Het voorste gedeelte
bleef boven water uitsteken, en de zes opvaren
den konden met een vlet en de reddingsboot
gemakkelijk worden gered.
Het gezonken schip verspert nu den toe
gang tot de haven geheel; een aantal kust-
visschersvaartuigen en een vrachtboot konden
niet binnenloopen.
L. Smit en Co.'s sleepbedrijf en de N. V.
W. H. van der Tak zullen trachten den zuiger
bij gunstige weersgesteldheid met den 200-tons
bok „Kolossus" te lichten.
Toen Dinsdagavond omstreeks 5 uur de 47-
jarige J. Roeter, wonende te Dorkwerd, per
fiets terugkeerde van de werkverschaffing te
Hoogkerk, werd hij bij het oversteken van den
Friesrhen straatweg aangereden door een auto,
welke uit de r.chting Groningen kwam en be
stuurd werd door dr. K. uit Buitenpost De heer
Roeters werd in een sloot geslingerd en was
op slag dood.
Het ongeval is gebeurd ter hoogte van café
Van der Zwaag, waar het uitzicht zeer slecht is.
Aan Mr. J. J. G. van Everdingen is op verz.
met 1 Januari 1936 eervol ontslag verleend als
Substituut-Officier van Justitie bjj de Arrond.
rechtbank te 's-Hertogenbosch, onder dankbe
tuiging.
Aan Mr. W. H. T. C. baron thoe Schwartzen-
berg en Hohenlansberg is op verzoek eervol ont
slag verleend als (tweeden) secretaris van den
Raad van Beroep voor de directe belastingen
te Middelburg.
Met 1 Januari 1936 zijn bij' het Dep. van
Financiën bevorderd tot hoofdcommies Mr. J.
Schuttevaer en Mr. H. F. C. Hardenberg, beiden
thans commies.
Toegekend de aan de Orde van Oranje-Nassau
verbonden Eere Medaille, in brons aan: P. van
der Putten, boekdrukker bij de N. V. Tech
nische Boekhandel en Drukkerij J. Waltman
Jr. te Delft.
Jhr. J. Q. Bas Backer is benoemd tot consul
der Nederlanden te Gent, buiten bezwaar van
's lands schatkist.
Het ressort van het consulaat strekt zich uit
over de provincie Oost-Vlaanderen.
54
Overdag niet dikwijls, zelfs niet wanneer
de stand, van de zeilen van den schoe
ner het mogelijk maakte, langs zijn kant van
het dek te kijken; het gekronkel en gekreun
van Mindar Singh was immers tusschen hen
in en ze was aan de overzijde gebleven, 's Nachts
echter als de schoener anders voer, had hij
haar daar uren zien staan, als een witte schim
in de duisternis, en hij wist, dat ze naar hem
keek.
Tot nu toe was hij tevreden, dat men haar
niets gedaan had en Chen-su had op haar ge
wezen als een bewijs, dat hij woord hield 1 Ja, jal
Chen-su was te sluw om tot erge dingen over
te gaan, vóór hij het doen kon met de zeker
heid, dat hij daar niets door riskeerde. Chen-su
was er ten volle van overtuigd, dat, voorzoover
het Luala en de kreek betrof, hij, Bob Kings-
ley, de waarheid had gesprokten, maar wat de
rest betrof, Chen-su geloofde misschien wel aan
den verbranden boom en de vlakke rots, maar
hij kon OP geep manipr n„l-ifprhqI,jn af man
hem voor den gek gehouden had of niet. Dat
zou Chen-su dus eerst onderzoeken. Als de
schat werkelijk gevondten was, stond er niets
meer tusschen hem, Bob Kingsley, en den
doodniets meer tusschen Verna en iets er-
gers dan de dood.
Na het vinden van den schat zou het einde
komen. Hü had nog één hoop, een zwakke hoop,
als een stroohalm voor een drenkeling. Vooreerst
was de schoener waarschijnlijk opgelegd, toten
Java Dick hem te pakken kreeg, en niet veel
meer dan een wrak; de uitrusting was grooten-
deels gestolen of door verwaarloozing vrijwel
onbruikbaar geworden. Het want was zeer
slecht, het zeil nog erger, en er was schijnbaar
jarenlang niets aan vernieuwd. Zoo had de
schoener en zelfs daarover verwonderde Bob
Kingsley zich nog maar één sloep. Waar
schijnlijk zou die ternauwernood zeewaardig zijn.
Maar zij voer met hen mee en het was de
eenige die ze haddten. Dat was nummer één.
Ten tweede, hoewel hij het eerst vreeselijk had
gevonden, rekende hij er nu op, dat kapitein
de Schram in Luala zou zijn.
Al drie dagen nu, sedert hij ontdekt had,
dat er maar één boot was, had hij zichzelf zien
op te monteren en de donkere wanhoop terug
gedrongen, vastbesloten om zich vast te houdten
aan deze kleine hoop, die misschien een illusie
zoU blijken. De boot kon niet veel menschen
bevatten. Het was zeker, dat zoowel Chen-su
als Java Dick aan land zouden gaan en het
was ook zoo goed als zeker, dat men Verna en
hem mee zou nemen dan zou er nog voor
bonratens drie of vier van de bemanning plaats
zijn. Dat zou in het voordeel zijn van kapitein
de Schram, ten misschien zou kapitein de
Schram hen wel kunnen redden.
Een zwakke hoop. Hü had ze nooit anders
genoemd. Verna en hij konden ook wel niet
worden meegenomen in de boot. Kapitein de
Schram kon reeds weg zijn of hen misschien
niet zien. Mogelijk bemerkte men ook den
schoener van kapitein de Schram. Chen-su zou
wel voorzichtig zijn en het terrein doen verken
nen vóór hij iets anders deed.
Maar dat was morgenhet einde, wat het
ook zou zijn, zou eerst morgen komten. Het was
reeds een ur voor zonsondergang en zelfs als er
buiten verwachting een windje kwam, zou men
vanavond niet in Luala landen. Eén uur voor
zonsondergangen de stralen van de zon
waren nog meedoogenloosHet zou een opluch
ting zijn, als ze onder gingen niet alleten
om de hitte. Het was een' afschuwelijke dag
geweest aan boord van den schoener, de ergste
van de vier. Sedert men Singapore had ver
laten, had er nooit discipline geheerscht, maar
vandaag was het vreeselijk, door het nietsdoen
en omdat Luala zoo nabij was. Java Dick was
steeds dronken geweest; vandaag was hij niet
meer dan een verdwaasde bruut, die met moeite
ruwe vloekten uitbracht, en nauwelijks op zijn
beenen kon staan. Sedert het vertrek had men
heelemaal niet regelmatig de wacht gehouden.
De bemanning was er te druk mee bezig ge
weest, het schip te doen stinken naar opium.
Als er maar een paar overbleven om het schip
te doen varen, had het Chen-su niets kunnen
schelen, al lagen de anderen versuft in kooi.
Vandaag had men niet kunnen varen, men kon
slechts met begeerige oogen door den hittenevel
naar Luala staren; bij de bedwelmende midde
len was ook drank gekomen en de dekken warten
het tooneel geworden van origieën en vecht
partijen, waarbij meer dan eens het mes een
rol had gespeeld, en dat was nu nog aan den
gang, ofschoon wat minder, want hier en daar
kon mten aan een languit liggende gestalte zien,
dat menigeen reeds in staat van versuffing ver
keerde. Zelfs Chen-su, die tot nu toe geen tee
kenen had getoond van buitengewone losban
digheid, beheerschte zich niet meer, misschien
omdat hij niets te doen had en overal om zich
heen het slechte voorbeeld zag. Een uur geleden,
toten Chen-su dichtbij hem gestaan had, had
hij het duidelijk kunnen merken aan diens wan
kele stappen en doffe oogen en omdat hij nog
afstootenden geweest was om te zien dan ge
woonlijk. Mocht de nacht dergelijke dingen aan
het gezicht van Verna onttrekken! Dat de duis
ternis er een eind aan mocht makten!
Hij lichtte plotseling het hoofd op Dij den
klank van Java Dick's stem. Java Dick en Chen-
su stonden gebogen over de liggende gedaante
van Mindar Singh. Bob Kingsley kon de woor
den duidelijk verstaan.
„Het ziet er niet naar uit, dat hij in leven
blijft!" riep Java Dick met kennis van zaken
uit; toen, met dronkemansspot: ,,En hij was
bijna op de plaats van dten schat, dien hij zoo
graag zou zien! Het is erg, dat er geen wind
was vandaag. We hadden er kunnen zijn, vóór
hij om zeep ging. Dan had hij gelukkig nunnen
sterven! Het is erg, dat we hier zitten en hier
niet vandaan kunnen." Toen hij scheen een
afschuwelijke inspiratie te krijgen glim
lachte Chen-su boosaardig. Hij gaf in het Chi-
neesch vlug bevelen aan de bemanning; alsof
ze opleefden door een pdettig vooruitzicht, rea
geerden er een half dozijn van de kerels. Toen
zag Bob Kingsley, hoe er een touw werd vast
gemaakt aan de sloep en hoe deze te water
werd gelaten. Dan werd Mindar Singh over de
verschansing geheschen en languit er in ge
gooid. Het touw, dat ongeveer vijftien voet lang
was, werd nu ook onder den boeg van den schoe
ner 'vastgemaakt, en terwijl vier man, gewapend
met zweepen, op de boot sprongen, riep Chen-
su spottend vanuit het vooronder:
„Roei, Mindar Singh. Dan kun je nog zien,
wat je zoo ijverig gezocht hebt. Daar aan land
is het!"
Bob Kingsley klemde zijn lippen opeen en
zijn gezicht werd vuurrood. De duivels! Op het
laatst kon hij van weerzin niet meer kijken.
Na wat 'n eindeloozen tijd leek, kropen de vier
Chineezen weer aan boord. De boot dreef en
bonsde tegen dten boeg van den schoener aan.
Java Dick kwam voorbij, terwijl ze naar het
achterdek gingen.
„Wat wil je met hem doen?" vroeg Java
Dick."
„Als hij niet reeds dood is, zal hü spoedig
sterven," antwoordde Chen-su met een kalmen
glimlach. ,,En als er een wind opsteekt en we
op de boot moeten lettten, zullen we nem in
zee werpen. Ik ben het moe geworden, hem aan
dek te zien."
HOOFDSTUK XXI
Voor zonsopgang
ES- was een uur voorbijgegaan. De hitte was
minder geworden, maar er kwam geen avond
windje met het ondergaan van de zon en
voor Bob Kingsley ook geen voedsel of water,
zooals tot nu toe de gewoonte was geweest op
dat uur. Zijn lippen vertrokken zich tot een
vreugdeloozen glimlach. Java Dick had het ten
slotte het wijste gevonden, naar beneden in de
kajuit te gaan. Chen-su was ook naar beneden
gegaan, evenals de meesten van de bemanning.
Hun honger was van een andeiten aard, en of
schoon hun dorst niet te lesschen leek, was het
geen dorst naar water! Als ze dus niet voor
zichzelf aan deze dingen dachten, waarom zou
den ze het dan voor hem doen? Eén iing had
men echter niet vergeten. Toen de zon onderging
en de duisternis begon in te vallen, was de man
met de kruk naar hem toe gekomen. De man
met de kruk zou het niet vergeten. Het was zijn
taak om iederen avond Bob Kingsley's handen
vast te binden.
.(Wordt vervolgd)