S TA D S N I E U W S
Het proces-Stavisky te Parijs
20 pCt. KORTING
Het aftreden van
president Masaryk
HOE STIERF RECHTER
PRINCE
SUidooCJi
Medische Kroniek
ZONDAG 15 DECEMBER 1935
Tentoonstelling van
Kerstkribben
Mooi werk der werkloozen
OPHEFFING KINDERTEHUIS
10.000 besparing
DE TOONKAMER VAN HET
G.E. B.
Opheffingsvoorstel verschenen
De 60-jarige gepension-
neerden
Uitkeering 70 pCt. Geen
nevenbetrekking
Teraardebestelling jhr. O. van
Lennep
VOOR EEN
GR HOUTSTR. 166
'Opheffing Beroepskeuze
Zilveren zaken-jubileum
BURGERLIJKE STAND
GEMEENTEZAKEN
Personalia
Verkoop grond
Overleg voor de onderwijzers
WIST U
D. S. LEEFLANG
TIJDELIJK
OP ALLE PRIJZEN
van
STOOMEN en
VERVEN
Zijn bevoegdheden gaan over op
de regeering
Eeretitel verleend van
be vrij der-president"
ARA 6 IE.
Deze vraag werd niet besproken
maar voorzichtig en tactisch
ontweken
Advocaten op voet van
oorlog
éDr. Benesj als opvolger
aanbevolen
Masaryk, bevrijder-president
Wat taxi-chauffeurs in
Italië kan overkomen
Don Alfonso aan een aanrijding
ontsnapt
Zwakke gestellen
Het is van den R.K. Vrouwenbond afdeeling
Haarlem, een mooie traditie geworden om de
Kerstmisviering tot het hoogtepunt van het
seizoen te maken. Dit jaar staan op het pro
gramma een tentoonstelling van kerstkribben,
vervaardigd door werkloozen, een triduum voor
de vrouwen der werkloozen en de opvoering
Ven een kerstspel door het Brugman-theater.
Gistermiddag werd de viering ingezet, toen
om 2 uur in de zaal der St. Josephgezellen-
Vereeniging de kribben-expositie geopend werd.
Andere jaren sprak Deken Sondaal altijd het
openingswoord, maar daar zijn Hoogeerw. door
bitstedigheid verhinderd was, nam prof. Steger
de taak op voortreffelijke wijze over.
Namens „Katholiek Haarlem" sprak de prof.
Waardeerende woorden aan het adres van den
R.K. Vrouwenbond, tot de werkloozen, die de
kribben inzonden en tot de talrijke genoodigden,
die aan den oproep om de producten te komen
kijken, gehoor hadden gegeven.
Spr. kwam vervolgens in het paradijs bij
Adam en Eva terecht, daarna bij den duivel,
die ons leed en onze ellende veroorzaakte. Door
Christus' menschwording werd echter de poort
van den hemel weer geopend, al bleef het zor
gelijke aardsche bestaan ongewijzigd.
Maar de duivel is teruggekomen en heeft ge
stalte aangenomen in het liberalisme met zijn
hoogmoed en in het socialisme met zijn gebrek
aan naastenliefde en rechtvaardigheidsgevoel.
En weer moeten we voor de zonde boeten en
Weer is er groote ellende, ook voor vele Haar-
lemsche mannen, vrouwen en kinderen.
Maar er zijn lichtpuntjes, omdat Gods goed
heid zegeviert. De naastenliefde in onze stad
duikt dan hier, dan daar op en nu in de schoone
gedaante van den R.K. Vrouwenbond.
De mannen, die de Kerstkribben maakten,
hebben eenige weken een aangename bezigheid
gehad en nieuwe levensvreugde verzameld. Er
is een feeststemming in hun ziel gekweekt.
De producten van den arbeid zijn hier ten
toongesteld en tevens is het een groote vreugde
een belooning van stoffelijken aard voor het
kerstfeest te kunnen schenken. Dat is het werk
Van den Monica-naaikrans, een onderafdeeling
Van den Vrouwenbond. Het is slechts een klei
nigheid, maar uit een groot en warm kloppend
hart.
Verleden jaar, ging spr. voort, was er een
commissie van kunstenaars gevormd om de in
gezonden kribben te beoordeelen. Dit jaar is er
een andere weg gevolgd: iedere bezoeker brengt
ztin stem uit en schrijft op een briefje, welke
kribbe hij of zij het meest geslaagd acht.
Er zijn 12 prijzen uitgeloofd, twee hoofdprij
zen in geld en 10 in natura.
Er waren ook 12 apostelen, zei spr. (onder
groote hilariteit der aanwezigen) waarvan twee
bevoorrechten: Petrus en Paulus. Er zit dus
symboliek in dezen gedachtengang.
Prof. Steger verklaarde daarna de expositie
Voor geopend.
De ruim 60 kribben, die op overzichtelijke wij
ze zijn opgesteld en van zeer uiteenloopend ka
rakter zijn, mogen met recht de aandacht op-
eischen.
Wij willen de publieke opinie niet beïnvloe
den en ons daarom van een bespreking onthou
den. Wél willen we verklaren, dat menigeen ver
baasd zal zijn over de wijze waarop met zeer
eenvoudige hulpmiddelen ware kunstwerkjes te
rnaken zijn. Geduld is in vele gevallen de voor
naamste factor voor succes geweest, geduld lee
ren de werkloozen ook maar al te veel, wanneer
Ze werken willen en niet kunnen.
Daarom-! gaat vandaag na de Hoogmis tot
des avonds 10 uur eens kijken in het St. Joseph-
Gezellenhuis aan de Jansstraat. Ge zult er geen
spijt van hebben, integendeel ge zult er de
eerste kerst-impressie opdoen, een indruk, die
H vele dagen blij zal stemmen.
Een der maatregelen, die B. en W. bij de
aanbieding der ontwerp-gemeente-begrooting
Voor 1936 in het uitzicht hebben gesteld om tot
bezuiniging te geraken, is de opheffing van het
Kindertehuis.
Het Kindertehuis is in 1928 opgericht ten
einde daarin tijdelijk onder te brengen de kin
deren, die, tengevolge van ziekte of tijdelijke
afwezigheid van een of beide ouders, onmid
dellijk verzorging behoeven. In den eersten tijd
bleek de inrichting in een behoefte te voorzien,
dermate zelfs, dat er regelmatig plaatsgebrek
rvas. Langzamerhand echter is het aantal aan
vragen om opneming verminderd en is ook
bi eer aandacht besteed aan de mogelijkheid om
buisverzorging te geven of de kinderen bij fa-
hiilie onder te brengen. Die vermindering is
Zoodanig, dat het aantal beschikbare plaatsen
sinds 1 Januari 1932 niet meer voltallig bezet
geweest. Vermindert men de bezetting dan
hog met een aantal kinderen van gemiddeld 12,
hj. kinderen, die permanente of semi-perma-
hente verpleging behoeven en die in deze in
lichting niet thuis behooren, dan is het aantal
kinderen, dat gemiddeld voor verzorging in het
Kindertehuis in aanmerking komt van dien
aard, dat érnstig betwijfeld moet worden, of 't
Voortbestaan van het tehuis, vooral in dezen
^d, nog gerechtvaardigd is.
Deze omstandigheden hebben den directeur
Van Maatschappelijk Hulpbetoon aanleiding
gegeven om, gezien de noodzakelijkheid van be
zuiniging, voor te stellen het Kindertehuis op
te heffen en daardoor een bedrag van ongeveer
t0 duizend gulden te besparen.
Bij de beoordeeling van dit voorstel hebben
H. en W. vooropgesteld, dat bij opheffing de
Verzorging der kinderen op alleszins voldoende
V'ijze moet kunnen geschieden. Uit hetgeen de
directeur van Maatschappelijk Hulpbetoon
hierover in zijn rapporten mededeelt, hebben zij
öe overtuiging verkregen, dat voor nadeelige
gevolgen in dit opzicht bij opheffing niet be
hoeft te worden gevreesd.
B. en W. zijn van meening, dat onder deze
°ttistandigheden de gelegenheid om een aan
merkelijke bezuiniging te verkrijgen niet mag
Worden verzuimd en stellen opheffing voor met
higang van een nog nader te bepalen datum.
Hit een oogpunt van bezuiniging dient naar
he meening van B. en W. de toonkamer van
het gemeente-electriciteitsbedrijf, aan de Groo-
m Houtstraat no. 140, met ingang van 1 Ja
nuari 1936 te worden opgeheven. De omzet van
heze toonkamer is niet van dien aard, dat de
jPsten opwegen tegen de baten. In het jaar
34 is nog een verlies geleden van ruim 6000.
h opheffing van de toonkamer zal een bespa
ring worden verkregen van ƒ4000 a ƒ5000 per
jaar. B. en W. merken hierbij nog op, dat de
verkoop van warmwater-boilers, waarop het
nachtstroomtarief is gebaseerd, alsdan zal wor
den voortgezet in het gebouw aan de Pieter
straat. Zij stellen voor tot opheffing te beslui
ten.
Een minderheid in het College kan zich niet
vereenigen met vorenbedoelde opheffing; deze-
is van oordeel, dat een toonkamer onmisbaar is
te achten voor den bloei van een bedrijf als
hiervoorgenoemd.
In de raadsvergadering van 27 November
werden enkele amendementen ingediend op
het voorstel betreffende een tijdelijke rege
ling van de financieele gevolgen van ontslag
aan hen, die den 60-jarigen leeftijd hebben be
reikt en/of veertig voor pensioen geldige
dienstjaren hebben.
In verband met de strekking van de amen
dementen, welke genoegzaam werden onder
steund, hebben B. en W. het advies ingewonnen
van de Centrale Commissie voor georganiseerd
overleg.
Voorgesteld wordt tot 65 jaar de uitkeering
te bepalen op 80 pCt. van het bedrag der be
zoldiging, welke belanghebbende zou hebben
genoten indien hij in de functie, waaruit hij
werd ontslagen, was werkzaam gebleven.
Deze uitkeering zal worden verminderd met
het bedrag van het aan belanghebbende toe
gekende pensioen.
Zij, die in het genot zijn van eerstbedoelde
uitkeering, mogeh zonder vergunning van B.
en W. geen nevenbetrekkingen vervullen, geen
bezoldigde werkzaamheden voor derden ver
richten en geen handel of nering uitoefenen.
Bij overtreding van dit verbod wordt de uit
keering ingetrokken.
Zaterdagmiddag had onder grote belangstel
ling op de alg. begraafplaats te Heemstede de
ter aardebestelling plaats van jhr. O. van Len
nep, oud-commandant van de Haarlemsche Bur
gerwacht.
Onder de aanwezigen merkten wij o.a. op: jhr.
mr. dr. A. Röell, Commissaris der Koningin in
Noord-Holland, C. Maarschalk van Egmond en
Rinnegom, burgemeester van Haarlem, jhr. A.
van Poll, oud-burgemeester van Heemstede, tal
rijke voraanstaande figuren uit de Burger
wacht in Nederland, van de vereeniging „Onze
Vloot", van de rechterlijke macht, van de socië
teit „Trou moet Blycken", van talrijke vereeni-
gingen en maatschappijen, van de Zeevaartschool
te Amsterdam, van de Prins Hendrikstichting
te Egmond etc.
Nadat orgelspel gespeeld was sprak jhr. J. C.
Quarles van Ufford namens de collega's en pro
motiegenoten als oud-zeeofficier een kort
woord. De heer H. A. v. Bemmelen sprak na
mens de Haarlemsche Burgerwacht en de So
ciëteit, jhr. mr. L. H. van Lennep namens de
Kweekschool voor dé Zeevaart, de heer L. J.
van Rossum namens „Onze Vloot" en verder nog
een rij van sprekers namens hun organisaties.
Het stoffelijk overschot werd grafwaarts ge
dragen door een deputatie van de Burgerwacht,
van verpleegden van de Prins Hendrikstichting
en van leerlingen van de Zeevaartschool.
Ds. G. A. Berger stortte een gebed, waarna
een zoon van den overledene dankte voor de
belangstelling.
de weijze, waarop aan de organisaties „gele
genheid wordt gegeven, ten aanzien van de
dezen betreffende algemeene verbindende voor
schriften haar gevoelen te doen kermen", ge
geven.
Daar den laatsten tijd herhaaldelijk voorstel
len, de belangen van het onderwijzend perso
neel rakende, door Burgemeester en Wethou
ders worden gedaan, komt het B. en W. ge-
wenscht voor, dat het overleg met de vakorga
nisaties van onderwijzend personeel spoedig be
hoorlijk wordt geregeld. Zij doen daartoe de
noodige voorstellen.
Het bureau Beroepskeuae, dat zijn werk
zaamheden on 2 Juli 1928 aanving en in den
loop der jaren ongetwijfeld nuttig werk heeft
verricht, heeft door de tijdsomstandigheden aan
belangrijkheid ingeboet. Het aantal aanvragen
om adviezen en inlichtingen, hetwelk in 1931
nog 378 bedroeg, daalde tot 210 in 1934 en tot
182 in 1935. Onder dit aantal bevindt zich een
aanmerkelijk deel aan adviezen met betrek
king tot de keuze van scholen ter voortzetting
van het genoten lager onderwijs, terwijl ook
het aantal inlichtingen niet het karakter dra
gend van volledige adviezen groot is te noemen
(onderscheidenlijk 46 schooladviezen en 88 in
lichtingen). Het wil B. en W. voorkomen, dat
Directeuren en Hoofden van onderwijsinrich
tingen wat betreft de schooladviezen en in
lichtingen de taak kunnen overnemen, waar
mede het Bureau zich thans bezig houdt.
Uit een en ander volgt, dat het Bureau Be
roepskeuze, ook al moge in het algemeen de
werkgelegenheid schaarsch zijn, thans niet of
niet genoegzaam een taak heeft bij den over
gang van de school naar het bedrijfsleven.
Een uitgaaf van pl.m. ƒ4000 voor de instand
houding van het Bureau achten B. en W. dan
ook niet meer verantwoord.
Heden is het 25 jaar geleden dat de heer
P. J. M. Tetering, oen journalistieken arbeid
aan de „Nieuwe Haarlemsche Courant" verliet,
om de zaken van het aloude Wijnhuys „De
Guide Druyff" over te nemen, uit de handen
van wijlen den heer W. B. Guskens.
„De Guide Druyff" bestaat nu ruim 400 ja
ren en zij is onder het bestuur van den heer
van Tetering in bloei en omvang toegenomen.
Daarom is er terecht voor den heer v. Tete
ring alle aanleiding dit jubileum met zijn ge
trouwe medewerkers te gedenken.
Geboren: 13 Dec.: M. W. Neijenhuis-v. d.
Veldt z. en d.; R. J. A. E. v. Gelder-Loman d.;
B. W. Vrugt-Zielstra z.; 14 Dec.: H. Steensma-
Nooitgedagt z.; M. M. Smit-v. Deursen z.; C. G.
Vollaerts-Redeker z.; M. C. v. d. Splinter-Speel
man d.
Overleden: 12 Dec.: H. J. Smit 29 j. Voorting-
straat; 13 Dec.: E. Honing 76 j„ Nieuwe Gracht;
M. Ramaker-Smit 72 j., Velserstraat; J. M. Kroes
72 j., Westerhoutpark; J. E. Kastein 48 j. Ha-
zepaterslaan.
B. en W. stellen voor aan de Middelbare
School voor Meisjes met 5-jarigen cursus al
hier, te benoemen tot tijdelijk leerares in het
teekenen: mej. S. van der Hoek, te Amsterdam.
B. en W. stellen voor aan P. .Cbp, alhier, te
gen den prijs van 6250 in koop af te staan,
grond, gelegen aan de noordzijde van de Van
Nesstraat, zulks met de bestemming om op dien
grond te bouwen drie woonhuizen, elk bestemd
ter bewoning door niet meer dan één gezin.
Voor het onderwijzend personeel in al zijn
geledingen zij nnog geen voorschriften omtrent
dat ons uit vele plaatsen van het
land de kostbaarste vazen en pullen
worden toegezonden, om op onze
ateliers tot schemerlamp te worden
ingericht Dit is geen alledaagsch
werk en daarom krijgen wij die eer
volle opdrachten. Onze perkamenten
of zijden kappen zijn niet alleen
smaakvol, maar ook goed afgewerkt.
Onze montage perfect. Bezit U een
mooie vaas en had U reeds plan
nen? Laat U door ons adviseeren.
LAMPEN-SPECIAALZAAK
LANGE VEERSTRAAT 23-25
HAARLEM TELEF. 13727
bm&te
PRAAG, 14 Dec. (Reuter). Om kwart over
twaalf hedenmiddag heeft Masaryk plech
tig zijn ambt van president der republiek
neergelegd.
Hierbij tegenwoordig waren Hodza, Maly-
petr, Soekup, de voorzitters van Kamer en
Senaat, en de familie van Masaryk.
Krachtens de grondwet gaan de bevoegd
heden van den president over op de re
geering.
Deze zal, zooals reeds werd medegedeeld,
op 18 December een opvolger voor Masaryk
kiezen.
Minister-president dr. Hodza heeft de leden
van de Nationale Vergadering in de Wladislaw-
zaal van den Burcht te Praag voor de verkie
zing van den nieuwen president en voor het
aanhooren van de door hem af te leggen be
lofte, bijeengeroepen.
De oude Wladislaw-zaal, waar in de middel
eeuwen tal van Boheemsche koningen zijn ge
kozen, wordt voor de plechtige presidentsver
kiezing met koortsachtigen ijver in orde ge
maakt.
Tot dusverre zijn de partijen het in meer-
IftOETI ADEN
ADDIS
DEN
OLONISATIE -6E8 IE
OEGANDA
Bovenstaand kaartje geeft de gebieden aan in Abessinië en Eritrea, welke in het
Fransch-Britsch vredesvoorstel worden genoemd ter uitwisseling en kolonisatie
door de beide betrokken oorlogvoerende partijen
Het Stavisky-proces zeult verder.
„Niemand heeft iemand gewaar
schuwd en daardoor komt het dat nu
ieder eenieder beschuldigt." Met deze woor
den eindigde een van de vele advocaten in
het Stavisky-proces zijn breedvoerige uit
eenzetting. Raker en juister kan het com
pacte en taaie proces niet getypeerd wor
den. Er komt geen vooruitgang in, geen op
heldering, er wordt steeds maar in een
zelfde kringetje gedraaid. Niet Ussier
heeft de schuld, maar Garat. Garat
heeft geen schuld, maar de bevoegde
controle. Die treft echter geen schuld,
maar wel de politie. En de politie zegt:
neemt u ons niet kwalijk, wij hebben reeds
in het jaar 1931 een uitvoerig rapport inge
diend over de bedriegerijen van Stavisky,
maar de Commissie van Onderzoek heeft er
geen notitie van genomen. Had zij het wel
gedaan, dan zou Stavisky alias Alexander
reeds in 1931 achter slot en grendel heb
ben gezeten en was het land voor dit heele
schandaal gespaard gebleven.
Bij al dit verstoppertje spelen is de politie
intusschen de eenige geweest, die haar bewe
ringen ook met bewijzen kon staven. De in
specteurs Pachot en Cousin werden als getuigen
verhoord, en hun verklaringen vormen de hoog
tepunten van het proces totnutoe. Zij bewezen
de grove nalatigheid, indien al geen medeplich
tigheid, der Commissie van Onderzoek. Hoe de
juiste toedracht der zaak was en welke invloe
den het nu juist bewerkt hebben, dat het mate
riaal, door de politie in de jaren vóór de uit
barsting tegen Stavisky verzameld, steeds weer
werd afgewezen, dit zal wel nooit meer ge
heel worden opgehelderd. Want degeen, die
het weten kon, is gestorven: raadsheer Prince.
Twee dagen lang heeft hij in het middelpunt
van het proces gestaan, terwijl Stavisky op den
achtergrond gedrongen scheen en de beklaag
den in hun banken alle belangstelling verloren
hadden. Want Prince werd tot den hoofdschul
dige.
Hij is nu al bijna twee jaar dood en zooals
men weet, hield zijn dood een jaar lang het
derheid niet eens kunnen worden over één
enkelen candldaat, doch de onderhandelingen
daarover duren voort
Staatspresident Masaryk heeft in de bijeen
komst, waarin hij zijn ambt neerlegde, een
verklaring van hem door den kanselier Samal
doen voorlezen. Hierin wordt o.m. gezegd:
Wij hebben een goede buitenlandsche politiek
noodig, en in het binnenland gerechtigheid
tegenover alle burgers, van welke nationaliteit
zij ook zijn. Ik zou U gaarne zeggen, dat ik
dr. Benesj, met wien ik heb gewerkt en dien
i ik ken, als mijn opvolger aanbeveel. Ik heb
1 het volle vertrouwen, dat alles goed zal gaan;
wanneer God wil, zal ik U nog een poos aan
schouwen. Ik verzoek U, mijnheer de minister
president, van mijn aftreden kennis te nemen.
Na de toespraak van president Masaryk
namen achtereenvolgens minister-president dr.
Hodza, de president van de Kamer Malypetr
en de president van den Senaat het woord om
den scheidenden president den dank van de
natie over te brengen. Nadat de minister
president te Praag was teruggekeerd werd op
zijn ambtsgebouw de standaard van den
Staatspresident geheschen, ten teeken dat de
bevoegdheden van den president tot de ver
kiezing van een nieuwen staatspresident op de
regeering overgaan.
De ministerraad heeft zijn goedkeuring
gehecht aan een wetsontwerp, volgens het-
welk de eerste president van de republiek
na zijn aftreden in dezelfde juridische en
materieele omstandigheden blijft en ook
zijn titel behoudt.
Volgens dit ontwerp zal Masaryk den
titel van „Bevrijder-president" voeren. Het
slot Lany blijft zijn residentie.
Als laatste bestuursdaad heeft de scheiden
de president vóór zijn aftreden zijn handtee-
kening gezet onder een politieke amnestie,
welke betrekking heeft op alle personen, die
wegens politieke misdaden eft vergrijpen zijn
veroordeeld.
Bord met
r O o d e n
rand, rood
kruis en
blauw veld
Waar zoo'a
bord staat,
mag geen
enkel voer»
tuig stoppa*
land In spanning en gaf aanleiding tot allerlei
fantastische combinaties en de meest uiteen-
loopende lezingen, waarvan de een nog on
waarschijnlijker dan de andere klonk. En daar
bij bleef het groote raadsel onopgelost. Hoe
stierf rechter Prince? Was het door een moord
of een zelfmoord?
Deze vraag is voor de rechtbank niet be
sproken. Men heeft haar voorzichtig en
tactvol ontweken. Maar na de verklarin
gen van de beide politiebeambten lijdt hetgeen
twijfel meer, dat Prince het was, die Stavisky.
de hand boven het hoofd gehouden heeft. Rech
ter Prince moet een optreden tegen Stavisky
verhinderd hebben, door negentien maal mev
steeds andere voorwendsels de behandeling van
een zaak, waarop de politie aandrong, uit te
stellen. Het is nu nog moeilijk te beoordeelen,
welke beweegredenen hij daarvoor had. Was hij
door Stavisky gekocht? Stond een persoon uit
hoogere en invloedrijke kringen daarachter?
Pressard, de generaal van het O. M. was het in
ieder geval niet. Hij werd indertijd weliswaar
verdacht en uit zijn ambt ontslagen, maar nu
is gebleken, dat hij onschuldig was, een nieuw
offer van Stavisky. Pressard is dood
De twee politiebeambten zelf zijn in hun ver
klaringen gereserveerd geweest. Pachot is een
klein, rond heertje, reeds wat ouder; hij leeft
al sedert drie jaren van zijn pensioen. Cousin
is een elegante jongeman, die, pas vijf jaren
bij de politie in dienst, snel promotie gemaakt
heeft. Voor de vraag van den voorzitter, wat zij
over het merkwaardige gedrag van den rech
ter Prince tegenover Stavisky dachten, hadden
zij slechts een schouderophalen. „Ik heb ge
dacht," heeft Cousin tenslotte aarzelend gezegd
„qu'il en mangea". En manger; ervan mee-eten,
zegt de Franschman. Prince heeft ervan meege
geten: hij is ook van de partij geweest
Hiermee zijn de akten van de zaak Prince
waarschijnlijk gesloten. Zijn geval is allang in
de handen van dien anderen Rechter gelegd, die
alleen weet, hoe alles zich heeft toegedragen!
Hoeveel schuld Prince ook droeg, zijn laatste
dagen moeten verschrikkelijk zijn geweest. Ach
ter hem is nu het doek gevallen.
De levenden hebben zich intusschen verder te
verdedigen en moeten op de vragen met hun
antwoorden klaar staan. Wat het vlotte ver
loop van de verhandelingen zoo bemoeilijkt zijn
de eeuwige beschuldigingen der beklaagden on
derling.
De advocaten staan met elkaar op voet van
oorlog en er gaat haast geen dag voorbij zonder
dat de spanningen zich in incidenten ontladen,
die de voorzatter dan weer met eenige moeite
sussen moet. Bijzonder sterk is de tegenstelling
tusschen de verdedigers van Garat en Tissier.
Mr. Noguères pleit voor den eerste, en de be
kende Fransche advocaat Legrand voor den
laatste.Er spelen hier ook een paar politieke
motieven in mee. Legrand staat bekend als ta
melijk rechts georiënteerd, Garat is radicaal
socialist. Het heele Staviskyschandaal scheen
indertijd in een schandaal van de Radicaalsocia-
listische Partij te ontaarden, men hoeft maar
aan den 6en Februari te denken. En zoo valt
Legrand steeds weer tegen Garat uit en laat
geen gelegenheid voorbijgaan, om hem de ver
antwoording toe te schuiven. Ja, het is nu een
maal onmogelijk om dit proces, na alles wat
vooraf gegaan is, nog tot een eenvoudige zwen-
delzaak, zij het ook en gros, terug te brengen.
De verklaringen van den burgemeester van
Orleans (waar Stavisky, zooals bekend, eerst
zijn zwendelarijen had willen beginnen), en het
getuigenis van den directeur van de Bank van
leening te Parijs, schijnen te bewijzen, dat Ga
rat wat al te goed van vertrouwen is geweest.
Maar dat hij, zooals Tissier met nadruk be
weert, van de heele bedriegerij zou hebben mee-
geweten, kon men tot nu toe niet bewijzen. Of
schoon het heel moeilijk voor hem is, Teis
sier's beschuldigingen af te wijzen» Het is een
strijd met woorden, bewijzen zijn er niet. Tissier
had voor zijn inhechtenisneming rijkelijk den
tijd om alles te verbranden, wat in zijn eigen
nadeel en Garat's voordeel zou kunnen zijn. Hij
behoefde slechts nog de sympathie van de ge
zworenen te winnen, die thans zijn lot in han
den houden. En daarvoor is een juiste houding
noodig, een goede pose, een beetje comedie,
zonder welke 'n Fransch proces nu eenmaal
niet denkbaar is. En helaas ook.... een beetje
politiek.
ROME, 14 Dec. (ANP) Een taxi-chauffeur,
die met zijn vrachtje het Barberine-plein te
Rome overstak, reed daar bijna een verstrooi
den voetganger aan, die juist over de verkeers-
lijnen was gestapt. Woedend schold de chauf
feur den onvoorzichtigen wandelaar uit en de
woorden die hij daarbij gebruikte zijn stellig
voor publicatie ongeschikt. De „aangesprokene"
antwoordde echter niets, hij glimlachte slechts.
De chauffeur reed verder en de passagier
vroeg hem: „Weet je, wien je bijna omver hebt
gereden?" Toen de chauffeur ontkende, ant
woordde de passagier: „Dat was de vroegere
Koning van Spanje!"
De chauffeur schrok wel even van deze me-
dedeeling, en toen hij even later in, thans zijn
verstrooidheid, weer bijna iemand omver reed,
stamelde hij voor alle zekerheid: «Pardon,
majesteit l"
Dm e wetenschap staat nooit stil. Wanneer zij
stil zou staan, zou zij achteruit gaan. In
dien de leerlingen niets meer zouden
leeren dan de leermeester, zouden zij minder
weten. Want als de meester iets goeds weet, dan
heeft hij daarvan een helder en een levend be
sef; wanneer de leerling dit overneemt, moet
het ook in hem levend worden, en dan zal hi)
zijn eigen gedachte voegen bij de overgeleverde
gedachte van zijn meester; daarmee gaat de we
tenschap vooruit. Wanneer de leerling echter
zijn eigen gedachte niet voegt bij die van den
meester, dan sterft het begrip; het is geen in
zicht meer, maar wordt zuiver geheugenwerk.
De wetenschap staat dus nooit stil; sommige
ideeën komen op, en andere vergaan. Omstreeks
1880 waren de geneesheeren, die zich actief aan
het onderzoek wijdden, allen bezig met de bacte
riologie: want op dat veld, pas bezaaid door
Pasteur, was een groote oogst te behalen. De
ontdekkingen, die op dit gebied gedaan werden,
waren zoo groot, dat men vele andere dingen
vergat. Eerst toen kréég men een helder idee
van de infectieuze en de besmettelijke ziekten.
Het gevolg was, zooals het vaak gebeurde, dat
men eenzijdig werd en de ziekten, waarbij bac
teriën in het spel waren, uitsluitend toeschreef
aan die bacteriën. Er werd zelfs door sommigen
beweerd, dat iemand, die een tuberkelbacil bin
nen kreeg, tuberculeus moest worden. Dat de
een vatbaarder is dan de andere, werd vaak ge
heel en al vergeten; ën zeker is het, dat aan
studies over het gestel veel minder waarde werd
gehecht dan vroeger.
Beneke was in dien tijd een dokter in Nau-
heim; hij maakte belangrijke studies over de
verschillende constituties of gestellen; hij publi
ceerde deze studies in een dik boek; maar er
was niemand, die naar hem luisterde. De toen
maals nog bekende leer van de constitutie da
teerde uit den ouden tijd; dit gedeelte van de
geneeskunde was niet bijgewerkt, en dat was nu
juist het werk van Beneke, die met de nieuwere
begrippen en nieuwere hulpmiddelen onderzocht,
welke de voornaamste constituties zijn. Daarom
was zijn werk interessant, maar de steeds zeer
vooruitstrevende Duitsche geneesheeren waren
zoo druk met de bacteriologie bezig, dat zij aan
zijn werk weinig aandacht schonken.
De Franschen zijn meer conservatief; in
Frankrijk werd dan ook steeds, hoewel iets min
der dan vroeger, de beteekenis van het gestel
ingezien; ook daar werden belangrijke onderzoe
kingen gedaan en wel vooral door Bouchard.
In den laatsten tijd wordt aan de constitutie
weer veel waarde gehecht; eenvoudig omdat
men duidelijk heeft leeren begrijpen, dat de
eene mensch van nature voor bepaalde ziekten
veel vatbaarder is dan de andere.
Wat beteekent nu voor den geneesheer het
woord gestel of constitutie? Niet een afwijking
van het een of andere orgaan, en zelfs niet een
afwijking, maar het beteekent een bepaalde
geaardheid van het geheele organisme. Vaak is
dan de constitutie eerder vatbaar voor bepaal
de ziekten; en dit noemt men ook vaak dia these,
d.w.z. dispositie, voorbeschiktheid.
Zoo is het b.v. merkwaardig dat personen, die
last van asthma hebben, ook wel aan migraine
en netelroos lijden. Vaak is het ook zoo. dat in
een bepaalde familie er één lid is met migraine,
een ander met netelroos, en misschien een derde
met asthma. Door de waarneming van derge
lijke feiten is men in den loop der tijden er toe
gekomen, om te veronderstellen, dat deze drie
dingen één gemeenschappelijke oorzaak hebben;
dat het geheele organisme van deze menschen
een bepaalde eigenaardigheid vertoont^ waar
door het voor de genoemde afwijkingen voorbe
stemd is. Nu komt de eerste moeilijkheid. Het is
immers, als men maar goed oplet, betrekkelijk
eenvoudig, om vast te stellen, dat de genoemde
drie afwijkingen vaak samengaan, maar niet
zoo eenvoudig is het om de gemeenschappelijke
oorzaak op te sporen. Nu is het in het zoo even
genoemde geval nog al gemakkelijk, om iets van
die oorzaak te zeggen. Immers de migraine ont
staat volgens het algemeen gevoelen in den
regel door de samentrekking van een der bloed
vaten in de hersenen. De netelroos ontstaat door
een tijdelijke aandoening van bloedvaten in de
huid; en het asthma is een krampachtige sa
mentrekking van de luchtwegen. Welnu, dit al
les wordt geregeerd door het zenuwstelsel; met
het zenuwstelsel waarover de wil heerscht en
waardoor wij onze spieren besturen; maar door
het zenuwstelsel dat de ingewanden en de bloed
vaten bestuurt en dat aan onzen wil onttrokken
is. Wanneer iemand bloost, zetten de bloedvaten
van het gelaat zich uit; dit wordt bewerkt door
bepaalde zenuwen; maar deze zijn onwillekeurig;
wij kunnen niet blozen, wanneer wij willen.
Wanneer onze ingewanden het voedsel lang
zaam aan verder stuwen, gaat deze beweging
geheel buiten onzen wil om, maar deze beweging
wordt toch geregeerd door een bepaald zenuw
stelsel. Asthma, migraine en netelroos hebben
dus iets te maken met het sympathische zenuw
stelsel; en wel een bijzondere gevoeligheid
daarvan. Nu, dat sympathische zenuwstelsel
werkt op de organen van de spijsvertering, op
het hart en de bloedvaten, op de longen en nog
op vele andere organen; zoodat een bijzondere
gevoeligheid van dit zenuwstelsel werkelijk een
algemeene geaardheid van de constitutie betee-
kent.
Nu kan men weer de volgende vraag stellen:
hoe komt het, dat het sympathisch zenuwstelsel
bij sommige menschen zoo gevoelig is?
Nu is het bekend, dat dit zenuwstelsel op zijn
beurt geregeerd wordt door de stof, die door
sommige endocrine klieren wordt afgescheiden.
Zoo scheidt de bijnier, een kleine klier, die bo
ven de nier ligt, een stof uit, die in het bloed
wordt opgenomen en die adrenaline, d.wz. bu-
nierstof wordt genoemd. Wanneer deze klier nu
niet voldoende werkt, kunnen zich ziekelijke
verschijnselen voordoen; in elk geval wordt een
aanval van asthma zeer vaak behandeld en ook
zeer sterk bekort door een inspuiting met adre
naline.
Nu zou men denken, dat de aanleg voor asth
ma, migraine en netelroos alleen maar voort
komt uit slecht werkende bijnieren. Dat is echter
in 't geheel niet waar. Ten eerste zijn er ook
andere klieren, die op dit alles een grooten in
vloed hebben. Ten tweede is het feit, dat deze
klieren invloed hebben op de genoemde afwij
kingen, in 't geheel geen bewijs, dat de oorzaak
alleen in die klieren gelegen is. Als men nu alles
tezamen telt, wat men weet, z«n er nog vele
mogelijkheden.
Het is dus moeilijk, de oorzaak van een be
paalde constitutie vast te stellen. Toch willen de
geleerden nog meer; zij willen precies weuen,
welke de voornaamste constituties zijn; of an-
ders gezegd, zij willen de menschen in bepaal
de typen indeelen. Dit dateert niet van vandaag
of gisteren maar wordt reeds sedert duizenden
jaren geprobeerd. Misschien zal de lezer ver-
onderstellen, dat men telkens tot een andere in
deeling komt: neen, men komt steeds tot onge
veer dezelfde indeeling, maar telkens onder an
dere namen, en telkens uit een ander oogpunt.
Men kan de menschen onderscheiden naar leng-
tegroei en breedtegroei; dan krijgt men natuur
lijk vier typen: lange breede, lange smalle, korte
breede, en korte smalle. Zoo doet het de tegen
woordige Italiaansche wetenschap. Men kan ze
onderscheiden, al naar gelang het eene of an
dere orgaan meer overheerscht. Zoo doet het de
moderne Fransche wetenschap. Er zijn men
schen, zeggen zij, bij wie vooral de spieren ont
wikkeld zijn; anderen bij wie vooral de herse
nen en het zenuwstelsel, weer anderen bi) wie
vooral de longen en de neusholte, en ook nog
bij wie vooral de ingewanden ontwikkeld zijn.
Zoo heeft men verschillende indeelingen. De
practiseerende geneesheeren zoeken natuurlijk
naar een indeeling, waaruit zij kunnen leeren,
voor welke ziekten het eene type meer voorbe
schikt is dan het andere. Zij zoeken dus speciaal
naar een indeeling van de zwakke gestellen. Het
is zeer interessant, daarop verder in te gaan.
Dr. TH. H. SCHLICHTING