S TA D S N I E U W S Het proces-Stavisky te Parijs 20 pCt. KORTING Het aftreden van president Masaryk HOE STIERF RECHTER PRINCE SUidooCJi Medische Kroniek ZONDAG 15 DECEMBER 1935 Tentoonstelling van Kerstkribben Mooi werk der werkloozen OPHEFFING KINDERTEHUIS 10.000 besparing DE TOONKAMER VAN HET G.E. B. Opheffingsvoorstel verschenen De 60-jarige gepension- neerden Uitkeering 70 pCt. Geen nevenbetrekking Teraardebestelling jhr. O. van Lennep VOOR EEN GR HOUTSTR. 166 'Opheffing Beroepskeuze Zilveren zaken-jubileum BURGERLIJKE STAND GEMEENTEZAKEN Personalia Verkoop grond Overleg voor de onderwijzers WIST U D. S. LEEFLANG TIJDELIJK OP ALLE PRIJZEN van STOOMEN en VERVEN Zijn bevoegdheden gaan over op de regeering Eeretitel verleend van be vrij der-president" ARA 6 IE. Deze vraag werd niet besproken maar voorzichtig en tactisch ontweken Advocaten op voet van oorlog éDr. Benesj als opvolger aanbevolen Masaryk, bevrijder-president Wat taxi-chauffeurs in Italië kan overkomen Don Alfonso aan een aanrijding ontsnapt Zwakke gestellen Het is van den R.K. Vrouwenbond afdeeling Haarlem, een mooie traditie geworden om de Kerstmisviering tot het hoogtepunt van het seizoen te maken. Dit jaar staan op het pro gramma een tentoonstelling van kerstkribben, vervaardigd door werkloozen, een triduum voor de vrouwen der werkloozen en de opvoering Ven een kerstspel door het Brugman-theater. Gistermiddag werd de viering ingezet, toen om 2 uur in de zaal der St. Josephgezellen- Vereeniging de kribben-expositie geopend werd. Andere jaren sprak Deken Sondaal altijd het openingswoord, maar daar zijn Hoogeerw. door bitstedigheid verhinderd was, nam prof. Steger de taak op voortreffelijke wijze over. Namens „Katholiek Haarlem" sprak de prof. Waardeerende woorden aan het adres van den R.K. Vrouwenbond, tot de werkloozen, die de kribben inzonden en tot de talrijke genoodigden, die aan den oproep om de producten te komen kijken, gehoor hadden gegeven. Spr. kwam vervolgens in het paradijs bij Adam en Eva terecht, daarna bij den duivel, die ons leed en onze ellende veroorzaakte. Door Christus' menschwording werd echter de poort van den hemel weer geopend, al bleef het zor gelijke aardsche bestaan ongewijzigd. Maar de duivel is teruggekomen en heeft ge stalte aangenomen in het liberalisme met zijn hoogmoed en in het socialisme met zijn gebrek aan naastenliefde en rechtvaardigheidsgevoel. En weer moeten we voor de zonde boeten en Weer is er groote ellende, ook voor vele Haar- lemsche mannen, vrouwen en kinderen. Maar er zijn lichtpuntjes, omdat Gods goed heid zegeviert. De naastenliefde in onze stad duikt dan hier, dan daar op en nu in de schoone gedaante van den R.K. Vrouwenbond. De mannen, die de Kerstkribben maakten, hebben eenige weken een aangename bezigheid gehad en nieuwe levensvreugde verzameld. Er is een feeststemming in hun ziel gekweekt. De producten van den arbeid zijn hier ten toongesteld en tevens is het een groote vreugde een belooning van stoffelijken aard voor het kerstfeest te kunnen schenken. Dat is het werk Van den Monica-naaikrans, een onderafdeeling Van den Vrouwenbond. Het is slechts een klei nigheid, maar uit een groot en warm kloppend hart. Verleden jaar, ging spr. voort, was er een commissie van kunstenaars gevormd om de in gezonden kribben te beoordeelen. Dit jaar is er een andere weg gevolgd: iedere bezoeker brengt ztin stem uit en schrijft op een briefje, welke kribbe hij of zij het meest geslaagd acht. Er zijn 12 prijzen uitgeloofd, twee hoofdprij zen in geld en 10 in natura. Er waren ook 12 apostelen, zei spr. (onder groote hilariteit der aanwezigen) waarvan twee bevoorrechten: Petrus en Paulus. Er zit dus symboliek in dezen gedachtengang. Prof. Steger verklaarde daarna de expositie Voor geopend. De ruim 60 kribben, die op overzichtelijke wij ze zijn opgesteld en van zeer uiteenloopend ka rakter zijn, mogen met recht de aandacht op- eischen. Wij willen de publieke opinie niet beïnvloe den en ons daarom van een bespreking onthou den. Wél willen we verklaren, dat menigeen ver baasd zal zijn over de wijze waarop met zeer eenvoudige hulpmiddelen ware kunstwerkjes te rnaken zijn. Geduld is in vele gevallen de voor naamste factor voor succes geweest, geduld lee ren de werkloozen ook maar al te veel, wanneer Ze werken willen en niet kunnen. Daarom-! gaat vandaag na de Hoogmis tot des avonds 10 uur eens kijken in het St. Joseph- Gezellenhuis aan de Jansstraat. Ge zult er geen spijt van hebben, integendeel ge zult er de eerste kerst-impressie opdoen, een indruk, die H vele dagen blij zal stemmen. Een der maatregelen, die B. en W. bij de aanbieding der ontwerp-gemeente-begrooting Voor 1936 in het uitzicht hebben gesteld om tot bezuiniging te geraken, is de opheffing van het Kindertehuis. Het Kindertehuis is in 1928 opgericht ten einde daarin tijdelijk onder te brengen de kin deren, die, tengevolge van ziekte of tijdelijke afwezigheid van een of beide ouders, onmid dellijk verzorging behoeven. In den eersten tijd bleek de inrichting in een behoefte te voorzien, dermate zelfs, dat er regelmatig plaatsgebrek rvas. Langzamerhand echter is het aantal aan vragen om opneming verminderd en is ook bi eer aandacht besteed aan de mogelijkheid om buisverzorging te geven of de kinderen bij fa- hiilie onder te brengen. Die vermindering is Zoodanig, dat het aantal beschikbare plaatsen sinds 1 Januari 1932 niet meer voltallig bezet geweest. Vermindert men de bezetting dan hog met een aantal kinderen van gemiddeld 12, hj. kinderen, die permanente of semi-perma- hente verpleging behoeven en die in deze in lichting niet thuis behooren, dan is het aantal kinderen, dat gemiddeld voor verzorging in het Kindertehuis in aanmerking komt van dien aard, dat érnstig betwijfeld moet worden, of 't Voortbestaan van het tehuis, vooral in dezen ^d, nog gerechtvaardigd is. Deze omstandigheden hebben den directeur Van Maatschappelijk Hulpbetoon aanleiding gegeven om, gezien de noodzakelijkheid van be zuiniging, voor te stellen het Kindertehuis op te heffen en daardoor een bedrag van ongeveer t0 duizend gulden te besparen. Bij de beoordeeling van dit voorstel hebben H. en W. vooropgesteld, dat bij opheffing de Verzorging der kinderen op alleszins voldoende V'ijze moet kunnen geschieden. Uit hetgeen de directeur van Maatschappelijk Hulpbetoon hierover in zijn rapporten mededeelt, hebben zij öe overtuiging verkregen, dat voor nadeelige gevolgen in dit opzicht bij opheffing niet be hoeft te worden gevreesd. B. en W. zijn van meening, dat onder deze °ttistandigheden de gelegenheid om een aan merkelijke bezuiniging te verkrijgen niet mag Worden verzuimd en stellen opheffing voor met higang van een nog nader te bepalen datum. Hit een oogpunt van bezuiniging dient naar he meening van B. en W. de toonkamer van het gemeente-electriciteitsbedrijf, aan de Groo- m Houtstraat no. 140, met ingang van 1 Ja nuari 1936 te worden opgeheven. De omzet van heze toonkamer is niet van dien aard, dat de jPsten opwegen tegen de baten. In het jaar 34 is nog een verlies geleden van ruim 6000. h opheffing van de toonkamer zal een bespa ring worden verkregen van ƒ4000 a ƒ5000 per jaar. B. en W. merken hierbij nog op, dat de verkoop van warmwater-boilers, waarop het nachtstroomtarief is gebaseerd, alsdan zal wor den voortgezet in het gebouw aan de Pieter straat. Zij stellen voor tot opheffing te beslui ten. Een minderheid in het College kan zich niet vereenigen met vorenbedoelde opheffing; deze- is van oordeel, dat een toonkamer onmisbaar is te achten voor den bloei van een bedrijf als hiervoorgenoemd. In de raadsvergadering van 27 November werden enkele amendementen ingediend op het voorstel betreffende een tijdelijke rege ling van de financieele gevolgen van ontslag aan hen, die den 60-jarigen leeftijd hebben be reikt en/of veertig voor pensioen geldige dienstjaren hebben. In verband met de strekking van de amen dementen, welke genoegzaam werden onder steund, hebben B. en W. het advies ingewonnen van de Centrale Commissie voor georganiseerd overleg. Voorgesteld wordt tot 65 jaar de uitkeering te bepalen op 80 pCt. van het bedrag der be zoldiging, welke belanghebbende zou hebben genoten indien hij in de functie, waaruit hij werd ontslagen, was werkzaam gebleven. Deze uitkeering zal worden verminderd met het bedrag van het aan belanghebbende toe gekende pensioen. Zij, die in het genot zijn van eerstbedoelde uitkeering, mogeh zonder vergunning van B. en W. geen nevenbetrekkingen vervullen, geen bezoldigde werkzaamheden voor derden ver richten en geen handel of nering uitoefenen. Bij overtreding van dit verbod wordt de uit keering ingetrokken. Zaterdagmiddag had onder grote belangstel ling op de alg. begraafplaats te Heemstede de ter aardebestelling plaats van jhr. O. van Len nep, oud-commandant van de Haarlemsche Bur gerwacht. Onder de aanwezigen merkten wij o.a. op: jhr. mr. dr. A. Röell, Commissaris der Koningin in Noord-Holland, C. Maarschalk van Egmond en Rinnegom, burgemeester van Haarlem, jhr. A. van Poll, oud-burgemeester van Heemstede, tal rijke voraanstaande figuren uit de Burger wacht in Nederland, van de vereeniging „Onze Vloot", van de rechterlijke macht, van de socië teit „Trou moet Blycken", van talrijke vereeni- gingen en maatschappijen, van de Zeevaartschool te Amsterdam, van de Prins Hendrikstichting te Egmond etc. Nadat orgelspel gespeeld was sprak jhr. J. C. Quarles van Ufford namens de collega's en pro motiegenoten als oud-zeeofficier een kort woord. De heer H. A. v. Bemmelen sprak na mens de Haarlemsche Burgerwacht en de So ciëteit, jhr. mr. L. H. van Lennep namens de Kweekschool voor dé Zeevaart, de heer L. J. van Rossum namens „Onze Vloot" en verder nog een rij van sprekers namens hun organisaties. Het stoffelijk overschot werd grafwaarts ge dragen door een deputatie van de Burgerwacht, van verpleegden van de Prins Hendrikstichting en van leerlingen van de Zeevaartschool. Ds. G. A. Berger stortte een gebed, waarna een zoon van den overledene dankte voor de belangstelling. de weijze, waarop aan de organisaties „gele genheid wordt gegeven, ten aanzien van de dezen betreffende algemeene verbindende voor schriften haar gevoelen te doen kermen", ge geven. Daar den laatsten tijd herhaaldelijk voorstel len, de belangen van het onderwijzend perso neel rakende, door Burgemeester en Wethou ders worden gedaan, komt het B. en W. ge- wenscht voor, dat het overleg met de vakorga nisaties van onderwijzend personeel spoedig be hoorlijk wordt geregeld. Zij doen daartoe de noodige voorstellen. Het bureau Beroepskeuae, dat zijn werk zaamheden on 2 Juli 1928 aanving en in den loop der jaren ongetwijfeld nuttig werk heeft verricht, heeft door de tijdsomstandigheden aan belangrijkheid ingeboet. Het aantal aanvragen om adviezen en inlichtingen, hetwelk in 1931 nog 378 bedroeg, daalde tot 210 in 1934 en tot 182 in 1935. Onder dit aantal bevindt zich een aanmerkelijk deel aan adviezen met betrek king tot de keuze van scholen ter voortzetting van het genoten lager onderwijs, terwijl ook het aantal inlichtingen niet het karakter dra gend van volledige adviezen groot is te noemen (onderscheidenlijk 46 schooladviezen en 88 in lichtingen). Het wil B. en W. voorkomen, dat Directeuren en Hoofden van onderwijsinrich tingen wat betreft de schooladviezen en in lichtingen de taak kunnen overnemen, waar mede het Bureau zich thans bezig houdt. Uit een en ander volgt, dat het Bureau Be roepskeuze, ook al moge in het algemeen de werkgelegenheid schaarsch zijn, thans niet of niet genoegzaam een taak heeft bij den over gang van de school naar het bedrijfsleven. Een uitgaaf van pl.m. ƒ4000 voor de instand houding van het Bureau achten B. en W. dan ook niet meer verantwoord. Heden is het 25 jaar geleden dat de heer P. J. M. Tetering, oen journalistieken arbeid aan de „Nieuwe Haarlemsche Courant" verliet, om de zaken van het aloude Wijnhuys „De Guide Druyff" over te nemen, uit de handen van wijlen den heer W. B. Guskens. „De Guide Druyff" bestaat nu ruim 400 ja ren en zij is onder het bestuur van den heer van Tetering in bloei en omvang toegenomen. Daarom is er terecht voor den heer v. Tete ring alle aanleiding dit jubileum met zijn ge trouwe medewerkers te gedenken. Geboren: 13 Dec.: M. W. Neijenhuis-v. d. Veldt z. en d.; R. J. A. E. v. Gelder-Loman d.; B. W. Vrugt-Zielstra z.; 14 Dec.: H. Steensma- Nooitgedagt z.; M. M. Smit-v. Deursen z.; C. G. Vollaerts-Redeker z.; M. C. v. d. Splinter-Speel man d. Overleden: 12 Dec.: H. J. Smit 29 j. Voorting- straat; 13 Dec.: E. Honing 76 j„ Nieuwe Gracht; M. Ramaker-Smit 72 j., Velserstraat; J. M. Kroes 72 j., Westerhoutpark; J. E. Kastein 48 j. Ha- zepaterslaan. B. en W. stellen voor aan de Middelbare School voor Meisjes met 5-jarigen cursus al hier, te benoemen tot tijdelijk leerares in het teekenen: mej. S. van der Hoek, te Amsterdam. B. en W. stellen voor aan P. .Cbp, alhier, te gen den prijs van 6250 in koop af te staan, grond, gelegen aan de noordzijde van de Van Nesstraat, zulks met de bestemming om op dien grond te bouwen drie woonhuizen, elk bestemd ter bewoning door niet meer dan één gezin. Voor het onderwijzend personeel in al zijn geledingen zij nnog geen voorschriften omtrent dat ons uit vele plaatsen van het land de kostbaarste vazen en pullen worden toegezonden, om op onze ateliers tot schemerlamp te worden ingericht Dit is geen alledaagsch werk en daarom krijgen wij die eer volle opdrachten. Onze perkamenten of zijden kappen zijn niet alleen smaakvol, maar ook goed afgewerkt. Onze montage perfect. Bezit U een mooie vaas en had U reeds plan nen? Laat U door ons adviseeren. LAMPEN-SPECIAALZAAK LANGE VEERSTRAAT 23-25 HAARLEM TELEF. 13727 bm&te PRAAG, 14 Dec. (Reuter). Om kwart over twaalf hedenmiddag heeft Masaryk plech tig zijn ambt van president der republiek neergelegd. Hierbij tegenwoordig waren Hodza, Maly- petr, Soekup, de voorzitters van Kamer en Senaat, en de familie van Masaryk. Krachtens de grondwet gaan de bevoegd heden van den president over op de re geering. Deze zal, zooals reeds werd medegedeeld, op 18 December een opvolger voor Masaryk kiezen. Minister-president dr. Hodza heeft de leden van de Nationale Vergadering in de Wladislaw- zaal van den Burcht te Praag voor de verkie zing van den nieuwen president en voor het aanhooren van de door hem af te leggen be lofte, bijeengeroepen. De oude Wladislaw-zaal, waar in de middel eeuwen tal van Boheemsche koningen zijn ge kozen, wordt voor de plechtige presidentsver kiezing met koortsachtigen ijver in orde ge maakt. Tot dusverre zijn de partijen het in meer- IftOETI ADEN ADDIS DEN OLONISATIE -6E8 IE OEGANDA Bovenstaand kaartje geeft de gebieden aan in Abessinië en Eritrea, welke in het Fransch-Britsch vredesvoorstel worden genoemd ter uitwisseling en kolonisatie door de beide betrokken oorlogvoerende partijen Het Stavisky-proces zeult verder. „Niemand heeft iemand gewaar schuwd en daardoor komt het dat nu ieder eenieder beschuldigt." Met deze woor den eindigde een van de vele advocaten in het Stavisky-proces zijn breedvoerige uit eenzetting. Raker en juister kan het com pacte en taaie proces niet getypeerd wor den. Er komt geen vooruitgang in, geen op heldering, er wordt steeds maar in een zelfde kringetje gedraaid. Niet Ussier heeft de schuld, maar Garat. Garat heeft geen schuld, maar de bevoegde controle. Die treft echter geen schuld, maar wel de politie. En de politie zegt: neemt u ons niet kwalijk, wij hebben reeds in het jaar 1931 een uitvoerig rapport inge diend over de bedriegerijen van Stavisky, maar de Commissie van Onderzoek heeft er geen notitie van genomen. Had zij het wel gedaan, dan zou Stavisky alias Alexander reeds in 1931 achter slot en grendel heb ben gezeten en was het land voor dit heele schandaal gespaard gebleven. Bij al dit verstoppertje spelen is de politie intusschen de eenige geweest, die haar bewe ringen ook met bewijzen kon staven. De in specteurs Pachot en Cousin werden als getuigen verhoord, en hun verklaringen vormen de hoog tepunten van het proces totnutoe. Zij bewezen de grove nalatigheid, indien al geen medeplich tigheid, der Commissie van Onderzoek. Hoe de juiste toedracht der zaak was en welke invloe den het nu juist bewerkt hebben, dat het mate riaal, door de politie in de jaren vóór de uit barsting tegen Stavisky verzameld, steeds weer werd afgewezen, dit zal wel nooit meer ge heel worden opgehelderd. Want degeen, die het weten kon, is gestorven: raadsheer Prince. Twee dagen lang heeft hij in het middelpunt van het proces gestaan, terwijl Stavisky op den achtergrond gedrongen scheen en de beklaag den in hun banken alle belangstelling verloren hadden. Want Prince werd tot den hoofdschul dige. Hij is nu al bijna twee jaar dood en zooals men weet, hield zijn dood een jaar lang het derheid niet eens kunnen worden over één enkelen candldaat, doch de onderhandelingen daarover duren voort Staatspresident Masaryk heeft in de bijeen komst, waarin hij zijn ambt neerlegde, een verklaring van hem door den kanselier Samal doen voorlezen. Hierin wordt o.m. gezegd: Wij hebben een goede buitenlandsche politiek noodig, en in het binnenland gerechtigheid tegenover alle burgers, van welke nationaliteit zij ook zijn. Ik zou U gaarne zeggen, dat ik dr. Benesj, met wien ik heb gewerkt en dien i ik ken, als mijn opvolger aanbeveel. Ik heb 1 het volle vertrouwen, dat alles goed zal gaan; wanneer God wil, zal ik U nog een poos aan schouwen. Ik verzoek U, mijnheer de minister president, van mijn aftreden kennis te nemen. Na de toespraak van president Masaryk namen achtereenvolgens minister-president dr. Hodza, de president van de Kamer Malypetr en de president van den Senaat het woord om den scheidenden president den dank van de natie over te brengen. Nadat de minister president te Praag was teruggekeerd werd op zijn ambtsgebouw de standaard van den Staatspresident geheschen, ten teeken dat de bevoegdheden van den president tot de ver kiezing van een nieuwen staatspresident op de regeering overgaan. De ministerraad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een wetsontwerp, volgens het- welk de eerste president van de republiek na zijn aftreden in dezelfde juridische en materieele omstandigheden blijft en ook zijn titel behoudt. Volgens dit ontwerp zal Masaryk den titel van „Bevrijder-president" voeren. Het slot Lany blijft zijn residentie. Als laatste bestuursdaad heeft de scheiden de president vóór zijn aftreden zijn handtee- kening gezet onder een politieke amnestie, welke betrekking heeft op alle personen, die wegens politieke misdaden eft vergrijpen zijn veroordeeld. Bord met r O o d e n rand, rood kruis en blauw veld Waar zoo'a bord staat, mag geen enkel voer» tuig stoppa* land In spanning en gaf aanleiding tot allerlei fantastische combinaties en de meest uiteen- loopende lezingen, waarvan de een nog on waarschijnlijker dan de andere klonk. En daar bij bleef het groote raadsel onopgelost. Hoe stierf rechter Prince? Was het door een moord of een zelfmoord? Deze vraag is voor de rechtbank niet be sproken. Men heeft haar voorzichtig en tactvol ontweken. Maar na de verklarin gen van de beide politiebeambten lijdt hetgeen twijfel meer, dat Prince het was, die Stavisky. de hand boven het hoofd gehouden heeft. Rech ter Prince moet een optreden tegen Stavisky verhinderd hebben, door negentien maal mev steeds andere voorwendsels de behandeling van een zaak, waarop de politie aandrong, uit te stellen. Het is nu nog moeilijk te beoordeelen, welke beweegredenen hij daarvoor had. Was hij door Stavisky gekocht? Stond een persoon uit hoogere en invloedrijke kringen daarachter? Pressard, de generaal van het O. M. was het in ieder geval niet. Hij werd indertijd weliswaar verdacht en uit zijn ambt ontslagen, maar nu is gebleken, dat hij onschuldig was, een nieuw offer van Stavisky. Pressard is dood De twee politiebeambten zelf zijn in hun ver klaringen gereserveerd geweest. Pachot is een klein, rond heertje, reeds wat ouder; hij leeft al sedert drie jaren van zijn pensioen. Cousin is een elegante jongeman, die, pas vijf jaren bij de politie in dienst, snel promotie gemaakt heeft. Voor de vraag van den voorzitter, wat zij over het merkwaardige gedrag van den rech ter Prince tegenover Stavisky dachten, hadden zij slechts een schouderophalen. „Ik heb ge dacht," heeft Cousin tenslotte aarzelend gezegd „qu'il en mangea". En manger; ervan mee-eten, zegt de Franschman. Prince heeft ervan meege geten: hij is ook van de partij geweest Hiermee zijn de akten van de zaak Prince waarschijnlijk gesloten. Zijn geval is allang in de handen van dien anderen Rechter gelegd, die alleen weet, hoe alles zich heeft toegedragen! Hoeveel schuld Prince ook droeg, zijn laatste dagen moeten verschrikkelijk zijn geweest. Ach ter hem is nu het doek gevallen. De levenden hebben zich intusschen verder te verdedigen en moeten op de vragen met hun antwoorden klaar staan. Wat het vlotte ver loop van de verhandelingen zoo bemoeilijkt zijn de eeuwige beschuldigingen der beklaagden on derling. De advocaten staan met elkaar op voet van oorlog en er gaat haast geen dag voorbij zonder dat de spanningen zich in incidenten ontladen, die de voorzatter dan weer met eenige moeite sussen moet. Bijzonder sterk is de tegenstelling tusschen de verdedigers van Garat en Tissier. Mr. Noguères pleit voor den eerste, en de be kende Fransche advocaat Legrand voor den laatste.Er spelen hier ook een paar politieke motieven in mee. Legrand staat bekend als ta melijk rechts georiënteerd, Garat is radicaal socialist. Het heele Staviskyschandaal scheen indertijd in een schandaal van de Radicaalsocia- listische Partij te ontaarden, men hoeft maar aan den 6en Februari te denken. En zoo valt Legrand steeds weer tegen Garat uit en laat geen gelegenheid voorbijgaan, om hem de ver antwoording toe te schuiven. Ja, het is nu een maal onmogelijk om dit proces, na alles wat vooraf gegaan is, nog tot een eenvoudige zwen- delzaak, zij het ook en gros, terug te brengen. De verklaringen van den burgemeester van Orleans (waar Stavisky, zooals bekend, eerst zijn zwendelarijen had willen beginnen), en het getuigenis van den directeur van de Bank van leening te Parijs, schijnen te bewijzen, dat Ga rat wat al te goed van vertrouwen is geweest. Maar dat hij, zooals Tissier met nadruk be weert, van de heele bedriegerij zou hebben mee- geweten, kon men tot nu toe niet bewijzen. Of schoon het heel moeilijk voor hem is, Teis sier's beschuldigingen af te wijzen» Het is een strijd met woorden, bewijzen zijn er niet. Tissier had voor zijn inhechtenisneming rijkelijk den tijd om alles te verbranden, wat in zijn eigen nadeel en Garat's voordeel zou kunnen zijn. Hij behoefde slechts nog de sympathie van de ge zworenen te winnen, die thans zijn lot in han den houden. En daarvoor is een juiste houding noodig, een goede pose, een beetje comedie, zonder welke 'n Fransch proces nu eenmaal niet denkbaar is. En helaas ook.... een beetje politiek. ROME, 14 Dec. (ANP) Een taxi-chauffeur, die met zijn vrachtje het Barberine-plein te Rome overstak, reed daar bijna een verstrooi den voetganger aan, die juist over de verkeers- lijnen was gestapt. Woedend schold de chauf feur den onvoorzichtigen wandelaar uit en de woorden die hij daarbij gebruikte zijn stellig voor publicatie ongeschikt. De „aangesprokene" antwoordde echter niets, hij glimlachte slechts. De chauffeur reed verder en de passagier vroeg hem: „Weet je, wien je bijna omver hebt gereden?" Toen de chauffeur ontkende, ant woordde de passagier: „Dat was de vroegere Koning van Spanje!" De chauffeur schrok wel even van deze me- dedeeling, en toen hij even later in, thans zijn verstrooidheid, weer bijna iemand omver reed, stamelde hij voor alle zekerheid: «Pardon, majesteit l" Dm e wetenschap staat nooit stil. Wanneer zij stil zou staan, zou zij achteruit gaan. In dien de leerlingen niets meer zouden leeren dan de leermeester, zouden zij minder weten. Want als de meester iets goeds weet, dan heeft hij daarvan een helder en een levend be sef; wanneer de leerling dit overneemt, moet het ook in hem levend worden, en dan zal hi) zijn eigen gedachte voegen bij de overgeleverde gedachte van zijn meester; daarmee gaat de we tenschap vooruit. Wanneer de leerling echter zijn eigen gedachte niet voegt bij die van den meester, dan sterft het begrip; het is geen in zicht meer, maar wordt zuiver geheugenwerk. De wetenschap staat dus nooit stil; sommige ideeën komen op, en andere vergaan. Omstreeks 1880 waren de geneesheeren, die zich actief aan het onderzoek wijdden, allen bezig met de bacte riologie: want op dat veld, pas bezaaid door Pasteur, was een groote oogst te behalen. De ontdekkingen, die op dit gebied gedaan werden, waren zoo groot, dat men vele andere dingen vergat. Eerst toen kréég men een helder idee van de infectieuze en de besmettelijke ziekten. Het gevolg was, zooals het vaak gebeurde, dat men eenzijdig werd en de ziekten, waarbij bac teriën in het spel waren, uitsluitend toeschreef aan die bacteriën. Er werd zelfs door sommigen beweerd, dat iemand, die een tuberkelbacil bin nen kreeg, tuberculeus moest worden. Dat de een vatbaarder is dan de andere, werd vaak ge heel en al vergeten; ën zeker is het, dat aan studies over het gestel veel minder waarde werd gehecht dan vroeger. Beneke was in dien tijd een dokter in Nau- heim; hij maakte belangrijke studies over de verschillende constituties of gestellen; hij publi ceerde deze studies in een dik boek; maar er was niemand, die naar hem luisterde. De toen maals nog bekende leer van de constitutie da teerde uit den ouden tijd; dit gedeelte van de geneeskunde was niet bijgewerkt, en dat was nu juist het werk van Beneke, die met de nieuwere begrippen en nieuwere hulpmiddelen onderzocht, welke de voornaamste constituties zijn. Daarom was zijn werk interessant, maar de steeds zeer vooruitstrevende Duitsche geneesheeren waren zoo druk met de bacteriologie bezig, dat zij aan zijn werk weinig aandacht schonken. De Franschen zijn meer conservatief; in Frankrijk werd dan ook steeds, hoewel iets min der dan vroeger, de beteekenis van het gestel ingezien; ook daar werden belangrijke onderzoe kingen gedaan en wel vooral door Bouchard. In den laatsten tijd wordt aan de constitutie weer veel waarde gehecht; eenvoudig omdat men duidelijk heeft leeren begrijpen, dat de eene mensch van nature voor bepaalde ziekten veel vatbaarder is dan de andere. Wat beteekent nu voor den geneesheer het woord gestel of constitutie? Niet een afwijking van het een of andere orgaan, en zelfs niet een afwijking, maar het beteekent een bepaalde geaardheid van het geheele organisme. Vaak is dan de constitutie eerder vatbaar voor bepaal de ziekten; en dit noemt men ook vaak dia these, d.w.z. dispositie, voorbeschiktheid. Zoo is het b.v. merkwaardig dat personen, die last van asthma hebben, ook wel aan migraine en netelroos lijden. Vaak is het ook zoo. dat in een bepaalde familie er één lid is met migraine, een ander met netelroos, en misschien een derde met asthma. Door de waarneming van derge lijke feiten is men in den loop der tijden er toe gekomen, om te veronderstellen, dat deze drie dingen één gemeenschappelijke oorzaak hebben; dat het geheele organisme van deze menschen een bepaalde eigenaardigheid vertoont^ waar door het voor de genoemde afwijkingen voorbe stemd is. Nu komt de eerste moeilijkheid. Het is immers, als men maar goed oplet, betrekkelijk eenvoudig, om vast te stellen, dat de genoemde drie afwijkingen vaak samengaan, maar niet zoo eenvoudig is het om de gemeenschappelijke oorzaak op te sporen. Nu is het in het zoo even genoemde geval nog al gemakkelijk, om iets van die oorzaak te zeggen. Immers de migraine ont staat volgens het algemeen gevoelen in den regel door de samentrekking van een der bloed vaten in de hersenen. De netelroos ontstaat door een tijdelijke aandoening van bloedvaten in de huid; en het asthma is een krampachtige sa mentrekking van de luchtwegen. Welnu, dit al les wordt geregeerd door het zenuwstelsel; met het zenuwstelsel waarover de wil heerscht en waardoor wij onze spieren besturen; maar door het zenuwstelsel dat de ingewanden en de bloed vaten bestuurt en dat aan onzen wil onttrokken is. Wanneer iemand bloost, zetten de bloedvaten van het gelaat zich uit; dit wordt bewerkt door bepaalde zenuwen; maar deze zijn onwillekeurig; wij kunnen niet blozen, wanneer wij willen. Wanneer onze ingewanden het voedsel lang zaam aan verder stuwen, gaat deze beweging geheel buiten onzen wil om, maar deze beweging wordt toch geregeerd door een bepaald zenuw stelsel. Asthma, migraine en netelroos hebben dus iets te maken met het sympathische zenuw stelsel; en wel een bijzondere gevoeligheid daarvan. Nu, dat sympathische zenuwstelsel werkt op de organen van de spijsvertering, op het hart en de bloedvaten, op de longen en nog op vele andere organen; zoodat een bijzondere gevoeligheid van dit zenuwstelsel werkelijk een algemeene geaardheid van de constitutie betee- kent. Nu kan men weer de volgende vraag stellen: hoe komt het, dat het sympathisch zenuwstelsel bij sommige menschen zoo gevoelig is? Nu is het bekend, dat dit zenuwstelsel op zijn beurt geregeerd wordt door de stof, die door sommige endocrine klieren wordt afgescheiden. Zoo scheidt de bijnier, een kleine klier, die bo ven de nier ligt, een stof uit, die in het bloed wordt opgenomen en die adrenaline, d.wz. bu- nierstof wordt genoemd. Wanneer deze klier nu niet voldoende werkt, kunnen zich ziekelijke verschijnselen voordoen; in elk geval wordt een aanval van asthma zeer vaak behandeld en ook zeer sterk bekort door een inspuiting met adre naline. Nu zou men denken, dat de aanleg voor asth ma, migraine en netelroos alleen maar voort komt uit slecht werkende bijnieren. Dat is echter in 't geheel niet waar. Ten eerste zijn er ook andere klieren, die op dit alles een grooten in vloed hebben. Ten tweede is het feit, dat deze klieren invloed hebben op de genoemde afwij kingen, in 't geheel geen bewijs, dat de oorzaak alleen in die klieren gelegen is. Als men nu alles tezamen telt, wat men weet, z«n er nog vele mogelijkheden. Het is dus moeilijk, de oorzaak van een be paalde constitutie vast te stellen. Toch willen de geleerden nog meer; zij willen precies weuen, welke de voornaamste constituties zijn; of an- ders gezegd, zij willen de menschen in bepaal de typen indeelen. Dit dateert niet van vandaag of gisteren maar wordt reeds sedert duizenden jaren geprobeerd. Misschien zal de lezer ver- onderstellen, dat men telkens tot een andere in deeling komt: neen, men komt steeds tot onge veer dezelfde indeeling, maar telkens onder an dere namen, en telkens uit een ander oogpunt. Men kan de menschen onderscheiden naar leng- tegroei en breedtegroei; dan krijgt men natuur lijk vier typen: lange breede, lange smalle, korte breede, en korte smalle. Zoo doet het de tegen woordige Italiaansche wetenschap. Men kan ze onderscheiden, al naar gelang het eene of an dere orgaan meer overheerscht. Zoo doet het de moderne Fransche wetenschap. Er zijn men schen, zeggen zij, bij wie vooral de spieren ont wikkeld zijn; anderen bij wie vooral de herse nen en het zenuwstelsel, weer anderen bi) wie vooral de longen en de neusholte, en ook nog bij wie vooral de ingewanden ontwikkeld zijn. Zoo heeft men verschillende indeelingen. De practiseerende geneesheeren zoeken natuurlijk naar een indeeling, waaruit zij kunnen leeren, voor welke ziekten het eene type meer voorbe schikt is dan het andere. Zij zoeken dus speciaal naar een indeeling van de zwakke gestellen. Het is zeer interessant, daarop verder in te gaan. Dr. TH. H. SCHLICHTING

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 3