Maakt recht den weg Het ei van Columbus in liet Abessinisch conflict? HO ARE EN LAVAL 2 Hè, hè, dat staat! DE NEGUS: Jawel, maar 9t is kapot! BELANGRIJKE EXPORT Kerkelijk leven ZONDAG 15 DECEMBER 1935 LEEKENPREEKEN J eugdwerkloosheid Minister vraagt hulp der werk gevers voor zijn plan KLEINE VISCHACTEN Vrijspraak in principieele kwestie ONDERSCHEIDING WIJLEN LT.-GEN. VAN OORDT Invordering van de belasting Scherper toepassing van de voorschriften MR. A. W. D. DE VRIES Neemt afscheid van den Raad van State WERELD-J AMBOREE-1937 Kapitein Breunese legt zijn functie neer Gevaar van aardappelziekten FRANKEERING GEDRUKTE STUKKEN Belangrijke verhooging van de korting GOEDKOOPE VONDEL CONFLICT BIJ PURFINA TE ROTTERDAM RANGEERDER OVERREDEN EN GEDOOD Postvluchten Opcenten op enkele belastingen Verscheidene Eerste Kamerleden kunnen hun stem niet geven aan het wetsontwerp 100 stuks Nederlandsch stamboek- vee naar Engeland De gezonken „Blanka" Ook de achtersteven thans gelicht HUIZEN VERZAKT IN LEIDEN Commissie zal een onderzoek instellen DRIEVOUDIGE MOORD TE BATAVIA Rechtszaak voortgezet OUDEJAARSGROET AAN DE AMBULANCE CADEAUZENDINGEN NAAR DUITSCHLAND PLEBAAN WESTERWOUDT Soeur Marie Dionysia t In de kostbaarste van alle boeken, in de gewijde geschriften van het oude en nieuwe verbond, komt naast den Christus één zeer bijzondere figuur voor, die met geen andere vergeleken kan worden. Het is Joannes, die kortweg de Dooper genoemd wordt. Alles is bijzonder aan dezen man. Zijn ge boorte is ongewoon: naar menschelijke bere kening verwachtten zijn ouders geen kinderen meer; zijn moeder was boven de jaren der Vruchtbaarheid. Toch wordt zijn geboorte aan zijn vader Zacharias voorspeld, die niet gelooft en met stomheid geslagen wordt. Zijn naam, Joannes, komt in heel zijn familie niet voor; tegen den zin van bloedverwanten en geburen eischt zijn moeder, dat hij zóó zal heeten en schrijft zijn vader op een wasbord: Joannes zal zijn naam zijn! En nauwelijks heeft de oude priester dien naam opgeschreven, of zijn tong wordt ontbonden en hij heft den beroemden zang aan, die alle priesters der Katholieke Kerk thans nog in den vroegen ochtend bid den, het Benedictus, dat een zegening en een profetie tevens Werd. En als dit wonderkind, dat reeds in der. schoot zijner moeder den komenden Messias mocht ontmoeten, is opgegroeid, trekt hij een haren kleed aan, gaat de woestijn in en voedt zich met sprinkhanen. Deze daad was veel on gewoner en heldhaftiger, dan zij op het eerste oog lijkt. Het was veel meer dan enkel een leven van boetvaardigheid aanvaarden. Sinds Elias had men geschroomd evenals deze groote profeet in een haren boetekleed te verschijnen. Want velen hadden het beproefd, maar zij ble ken valsche profeten te zijn. Vandaar kreeg de verschijning in zulk een boetekleed den schijn van een pseudo-Elias, van een leugenaar en bedrieger. Toen de valsche profeten waren uit gestorven en er ook geen echte meer opston den, bleef het haren boetekleed in den volks mond voortleven als het teeken van den val- schen profeet. Daar verschijnt Joannes, Zacharias' zoon, in een kemelharen omhulsel en verheft zijn stem: doet boetvaardigheid, want het Rijk der heme len is nabij! Een andere Zacharias had eens gezegd: „Wanneer iemand nog zal profeteeren, zullen zijn vader en moeder tot hem zeggen: gij zult niet leven, want gij hebt leugen gespro ken in den naam des Heeren. Dan zullen de profeten zich schamen, een ieder over zijn aan gezicht, wanneer hij zal profeteeren; en zij zullen zich niet met een mantel van haar be dekken om te liegen." De Joden kenden de Schrift en herinnerden Zich deze woorden. Niettemin trad Joannes in het openbaar op in een kleedij, die het ge vaar meebracht bespot en gehoond te worden. Hij deed meer. Hij waagde het aan den rand der woestijn met een machtige stem een roep uit te stooten, die de aandacht trok en nieuws gierigen deed toestroomen, een roep die den Joden bekend was uit de heilige boeken en die visioenen opriep uit den tijd toen hun vaderen tot de afgoden waren gegaan en gezondigd hadden. In die zWarte tijden stond er dan al tijd een Godsgezant op en riep het volk toe: doet boetvaardigheid! En de afgedwaalden scheurden hun kleederen, strooiden asch op hun hoofd, richtten brandoffers op en verzoen den zich met Jehova. Welk een ontroering moet de boeteprediker Joannes verwekt hebben in een tijd, dat de godsdienst der vaderen volgens de officieele voorschriften in den tempel onderhouden werd! Er stonden geen afgodsbeelden in Israël; inte gendeel, men wenschte geen contact met den overweldiger, den Romein, die als vijand werd beschouwd. En toch leek de roep om boetvaar digheid niet ongerijmd. Want, zoo al niet de goden van het oude Rome onder de joden heerschten, de wuftheid den heidenen had Is raël aangeraakt. Herodes was niet enkel een paskwil van een koning, omdat zijn macht af hankelijk was van den wil van den Romein- schen landvoogd, hij was zedelijk een minder waardige, een ergernis voor het nog geloovige volk. En de priesters: zij voerden de voorschrif ten der Wet wel naar den vorm uit, maar het waren letterknechten. Hun leven whs niet in overeenstemming met hun leer; de vrome Jo den, die in den Messias het heil van Israël ver wachtten, vonden in deze Schriftgeleerden geen steun voor him geloof en geen anker voor hun vertrouwen. Zoo kwam het dat de roep van Joannes toch bij iederen goedwillende weerklank kon vinden: reden tot boetedoening was er te over, immers, de afgoderij stak in de afwijking van den geest der wet, in het verzaken aan den zin, dien David geleerd had, om n.m. met een oot moedig en vermorzeld hart voor Jehova te ver schijnen. De Pharizeërs, de voorgangers van het uitverkoren volk, waren trotsch en zelfgenoeg zaam. Zij stelden zich aan als de geestelijke be windvoerders van 't volk Gods. Jahve kon hen niet missen; zij waren het, die den waren gods dienst in stand hielden, daarom kwam hun de hulde van het volk toe en moesten zij een vrij brief hebben om te leven zooals zij Wilden. Het eenvoudige volk, dat in zijn diepste we zen altijd zuiver voelt, begreep, dat deze hou ding godslasterlijk was en bovendien: waar bleef de verwachting van den komenden Ver losser door alle profeten voorspeld? Zóó kreeg Joannes, ondanks zijn haren kleed, gehoor en volgelingen, toen hij opriep tot boete en vermaande, dat het Rijk Gods nabij was; toen hij Herodes Antipas openlijk als echtbre ker brandmerkte en den Pharizeërs toeriep: „Adderengebroed, wie heeft u geleerd de ko mende wraak te ontvluchten?" En een ande ren keer, onmiskenbaar duidelijk hun hoog moed geeselde met deze woorden: „Reeds ligt de bijl aan den wortel der boomen. Iedere boom die geen goede vruchten draagt, zal worden omgehouwen en in het vuur geworpen." Joannes deed meer: hij predikte naast boet vaardigheid een leer, die den Joden heel vreemd was geworden en toch het hart der goedwillenden aansprak, hij riep op tot naas tenliefde. „Is dit niet veeleer het vasten, dat ik verkies, zegt de Heer God? Breek den hon gerige uw brood en breng in uW huis behoef- tigen en dakloozen; als gij een naakte ziet, kleedt hem en versmaadt niet uw eigen vleesch. Dan zal uw licht doorbreken als de morgen!" Of wel: „wie twee paar kleeren heeft, moet deelen met hem, die er geen heeft; en wie te eten heeft, moet hetzelfde doen." In de prediking van Joannes den Dooper klinken reeds zuiver christelijke klanken. Hij is de voorbereider, de wegarbeider van Christus en het Christendom geweest. Daarom roept de Kerk telkenjare in den Advent deze machtige figuur weer voor onze verbeelding op. Hij moet ook ons den weg naar Christus, naar den stal van Bethlehem wijzen. Drie kenmerkende teekenen vinden wij in den voorlooper van den Verlosser: zijn boet vaardigheid, zijn vermaning tot naastenliefde en zijn onverschrokken opkomen vóór de waar heid en tegen den leugen. Zij vormen tezamen den waren en fieren christen. Door echte boet vaardigheid, niet naar het uiterlijk, maar, zoo als Joannes predikte, naar den geest, erkent de mensch zijn afhankelijkheid van zijn Schep per, treedt hij in de juiste verhouding tot zijn God en stelt hij zich open voor het ontvangen van een stroom van Goddelijke genade. In een aldus gelouterde ziel zal de liefde vanzelf op bloeien, de liefde tot God, welke de liefde tot den naaste insluit. Die naastenliefde moet zich zóó daadwerkelijk uiten, dat wij de armen en behoeftigen naar geest en lichaam helpen, ais waren zij ons eigen vleesch, zooals Joannes het uitdrukt. Immers zij zijn evenals wij ledematen van Christus. Op de derde plaats en dit geldt zeer bij zonder voor onzen tijd moeten wij van der. wegbereider Joannes het onverschrokken chris tendom leeren. De Dooper was zachtmoedig' tegenover de zondaars; de tollenaars vermaan de hij tot eerlijkheid; de ruwe krijgsknechten trachtte hij tot zachtere zeden te brengen. Maar tegenover de huichelaars, tegenover de hoogmoedigen, die zich onrechtmatig openbare eer toeëigenden; die de zwakken onderdrukten en God tergden, was hij onbarmhartig. Hij gee selde het kwaad, noemde zonde zonde en wist op dit punt van geen compromis. Ziedaar een kostbare les voor onzen tijd: wij moeten vrede met ons zelf, vrede met alle goed willenden, vrede vooral met onzen Schepper ziert te bereiken, maar niet door zwakheid, niet door de oogen te sluiten voor het kwaad, maar door de juiste maat tusschen liefde en recht vaardigheid. LIBRA Gelijk bekend, heeft de Minister van Sociale Zaken eenigen tijd geleden overleg gepleegd met Gedeputeerde Staten der Provincies inzake een plan tot opneming van jeugdige werkloozen in het bedrijfsleven. Reeds hebben verschillende Colleges van Ge deputeerde Staten een rondschrijven aan de gemeentebesturen laten uitgaan. In aansluiting daarop heeft de Minister zich thans per brief tot ongeveer zestig organisaties van werkgevers en werknemers gericht met het verzoek, bij de uitvoering van het plan, dat in den brief meer uitvoerig wordt toegelicht, zoo veel mogelijk medewerking te verleenen. Het plan beoogt jonge werkloozen werkzaam heden te doen verrichten, welke in de verschil lende bedrijven onder de huidige omstandighe den niet worden uitgevoerd, doch waren de tijden beter, anders zeker ter hand zouden worden genomen. Het wordt de taak van de op te richten plaatselijke comité's dergelijke werkzaamheden op te sporen, plannen tot uitvoering te ont werpen en deze den Minister ter goedkeuring voor te leggen. Het ligt nu voor de hand, dat daarbij de medewerking zoowel van werkge vers- als van werknemerszijde niet zal kunnen worden gemist. A. T. G., secretaris van het Nederlandsch Hengelaars Verbond, heeft een beslissing van den Haagschen kantonrechter uitgelokt over de vraag, of volgens de nieuwe Visscherijwet voor het visschen, hetzij met één peur, hetzij met één hengel geaasd met visch of met één sleep- hengel, volstaan kan worden met één akte tegen betaling van f 1.of dat voor ieder Lu het betreffende artikel genoemd vlschtuig een akte vereischt is en derhalve f 3.zou moeten worden betaald. Verdachte was van meening, dat blijkens de redactie van het artikel inderdaad met één vischakte kan worden volstaan. De inspecteur der Visscherijen, de heer A. B. Brouwer als deskundige, bestreed de op vatting van verdachte. Hij zeide, dat het in derdaad de bedoeling van den wetgever is, dat voor elk der in genoemd artikel vermelde visch- tuigen een akte noodig is. Hij gaf evenwel toe, dat de redactie van het artikel voor tweeërlei uitleg vatbaar is. De ambtenaar van het O. M., mr. Lange- meijer, achtte den uitleg van den getuige-des- kundige het meest overtuigend, hoewel de re dactie niet erg gelukkig is gekozen. Spr. vor derde een boete van f0.50. De kantonrechter, mr. dr. Fontein, heeft ver dachte vrijgesproken. De Fransche gezant, baron de Vitrolles, heeft Zaterdagochtend, vergezeld van den militairen attaché der Fransche - legatie, luitenant-kolo nel Lespinasse-Fonsegrive en den persattaché, den heer H. Asselin, een bezoek gebracht aan de woning van wijlen luitenant-generaal Van Oordt, en op de baar neergelegd de onderschei- dingteekenen van Commandeur in het Legioen van Eer. Deze onderscheiding was den ontslapene door de Fransche Regeering toegekend, in verband met zijn werkzaamheden en verdiensten voor verschillende vereenigingen, welke ten doel hebben de betrekkingen tusschen Frankrijk en Nederland te versterken. De onderscheidings teekenen waren reeds eenige dagen geleden op de Fransche legatie ontvangen, doch tengevolge van de ziekte van generaal van Oordt kon de overhandiging niet eerder plaats hebben. Naar Het Volk verneemt, zijn maatregelen genomen om tot een versnelde invordering van alle directe belastingen te geraken. Per circulaire is den ambtenaren, die met de uit voering van de belastingvoorschriften zijn be last, aangezegd, dat zij deze voorschriften scherper moeten toepassen in dezen zin, dat spoediger aanmaningen moeten worden ver zonden en dat binnen korter termijn dan tot dusverre gebruikelijk was, tot vervolging moet worden overgegaan. Tot nu toe werd bij voorbeeld eerst na ver strijking van den derden betalingstermijn, zon der dat betaling was gevolgd, tot vervolging overgegaan. In de toekomst zal de vervolging reeds na het verstrijken van den tweeden ter mijn worden ingesteld. Bij K. B. is met ingang van 1 Januari 1936 aan mr. A. D. W. de Vries, op zijn verzoek eer vol ontslag verleend als lid van den Raad van State, met dankbetuiging voor de langdurige diensten, door hem in die betrekking bewezen, met benoeming tevens tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau. De kapitein-adjudant J. N. Breunese, orga nisator der Internationale Vierdaagsche af- standsmarschen van den Nederlandschen Bond voor Lichamelijke Opvoeding die door de regee ring ter beschikking was gesteld van de Ne- derlandsche Padvindersvereeniging voor de organisatie van de Wereldjamboree 1937, zich niet kunnende vereenigen met de inzichten op organisatorisch gebied der Ned. Padvinders vereeniging, heeft zijn werkzaamheden afge broken en heeft zijn militaire functie, kapi tein-adjudant van den commandant der le di visie te 's-Gravenhage weder hervat. Teneinde de gevaren, welke voor cultuur en handel verbonden zijn aan den verbouw van voor aardappelwratziekte vatbare aardappe len zooveel doenlijk te voorkomen, is bij Koninklijk Besluit van 30 October met in gang van 1 Januari 1936 de verbouw van aard appelen, onder welke benaming ook bekend, behoorende tot de rassen Bravo, de Wet en Kampioen, verboden. In verband hiermede heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken een rondschrijven ge zonden aan de Burgemeesters der onderscheide gemeenten, waarin de Minister verzoekt dit verbod op doeltreffende wijze ter kennis van belanghebbenden te brengen. Op het tarief der abonnement of door mid del van een frankeermachine gefrankeerde, ge adresseerde gedrukte stukken en monsters, welke ter plaatse van terpostbezorging moet worden besteld, werd tot dusver een korting van 30 pCt. verleend. Deze korting is met ingang van 16 dezer verhoogd tot 50 pCt. Is Vondel wel lectuur voor ons volk? De vraag is vaak en in verschillende vormen gesteld. Velen hebben gemeend, dat de werken van Vondel voor ons volk te moeilijk, althans te weinig toegankelijk zouden zijn. In alle landen bestaan van de grootste schrijvers goedkoope populaire uitgaven en ze hebben succes. Waar om zou ons publiek achterblijven in waardee ring van den Nederlandschen dichter bij uit stek: speciaal voor het katholieke publiek is de nieuwe, goedkoope Vondel-uitgave, welke in dit blad wordt geannonceerd, een uitstekend mid del tot kennismaking met de rijke poëzie, de mannelijke vroomheid en het beginselvaste ge loof van den dichter, die ook voor den heden- daagschen mensch zooveel te zeggen heeft. Daar de spelling in dit boek gemoderniseerd is en oude uitdrukkingen op eenvoudige wijze ver klaard worden, levert de taal geen bezwaar op. Blijkens een mededeeling van den Ned. Bond van Chr. Transportarbeiders is een conflict ont staan over de aanbieding ter teekening van een individueel arbeidscontract, door de Directie der „Purfina" tp Rotterdam aan de arbeiders voorgesteld. Het personeel heeft in verband hiermee een ultimatum gezonden aan de direc tie, dat Zaterdag is afgeloopen. Indien de direc tie haar voornemen niet wijzigt, zal het werk Maandag niet worden hervat. Zaterdagmiddag is de 50-jarige rangeerder R. op het Stationsemplacement te Oldenzaal bij het rangeeren overreden en gedood. De man laat een groot gezin achter. De „Lijster" is op de thuisreis te Singapore aangekomen. De Kwak is van het vliegveld Tjililitan ver trokken. De „Kwak" op de thuisreis, is te Singapore geland. i Blijkens het voorloopig verslag van de com missie van rapporteurs der Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot heffing van opcenten op enkele belastingen ter versterking van de middelen tot dekking van de uitgaven des Rijks juichten eenige leden toe, dat als gevolg van het overleg tusschen den Minister van Finan ciën en de Tweede Kamer in de aanvankelijke wetsvoordracht zoodanige verbeteringen zijn gebracht, dat het ontwerp in zijn huidigen vorm alleszins aannemelijk mag worden genoemd. Verscheidene leden hadden niettemin zoodanige bezwaren tegen het ontwerp, zooals het de Eerste Kamer heeft bereikt, dat zij hun stem daaraan niet konden ge ven. Ettelijke leden hadden in de eerste plaats bezwaar tegen belastingverhooging in het algemeen. H.i. beteekende dit wetsontwerp een veroordeeling, ja zelfs een falen van de tot dusverre door de Regeering gevoerde fiscale politiek, in haar ontoereikendheid en onvastheid. Deze politiek immers was gericht op voeging van den economischen toestand ten onzent naar de gewijzigde economische wereldstruc tuur, en wel door met name de kosten van het levensonderhoud te verlagen. Belastingverhoo ging nu kan slechts een daaraan tegengesteld effect teweegbrengen, deswege de leden, hier aan het woord, een voorstel daartoe in hooge mate inconsequent achtten. Bovendien vestig den zij de aandacht op het ook in de Tweede Kamer in herinnering gebrachte feit, dat de Regeering tot voor eenige maanden bij her haling placht te verklaren, dat verhooging van de belastingen in strijd met 's Lands wel zijn was en dat de grens van de draagkracht allengs was bereikt. Enkelen hunner bepleitten de invoering van een belasting op de bruto-winsten van de naamlooze vennootschappen, te heffen dus bij de bron. Sommigen bepleitten versterking van de middelen door verhooging van de invoerrech ten, een denkbeeld, dat van andere zijde be strijding vond. Weder andere leden verklaarden, een ver hooging van de belasting van de groote in komens nog wel mogelijk te achten. Verscheiden leden verklaarden zich in geene deele te kunnen vereenigen met het voorstel tot het heffen van tijdelijke opcenten op de successie-belasting. Zij waren, od grond van dit onderdeel van het wetsontwerp, niet gene gen, him stem er aan te geven. Sommige leden betreurden het vervallen van het voorstel tot verlaging van den accijns op gedistilleerd en bier voornamelijk, omdat dit practisch beteekent handhaving van een te zwaren last op een deel van de bevolking. Zij drongen er op aan, dat de Minister zijn stand punt te dezer zake alsnog zou herzien. In het Rijksquarantainestation te Hoek van Holland zijn Zaterdag ondergebracht 100 eer ste klasse stamboekrunderen. Deze dieren zijn bestemd om, na het onder gaan van een drieweeksche quarantaine, te worden verscheept naar Engeland. Door samenwerking van de Engelsche en Nederlandsche veterinaire autoriteiten schijnt de mogelijkheid te zijn geschapen aan het ver zoek van het betreffende Engelsche stamboek te voldoen en voor aanvulling en bloedverver- sching dezen belangrijken aankoop in Neder land te mogen doen. Sinds 1913 is geen Nederlandsch vee naar Engeland geëxporteerd. Vrijdagnacht, na nog eenige uren arbeid, is men er in geslaagd den achtersteven van den in de Scheveningsche haven gezonken zand zuiger „De Blanka" boven water te brengen. Het gezonken schip werd vervolgens naar een der hoeken van de buitenhaven gebracht en daar op een sleephelling geplaatst. Vervolgens is men begonnen met het lich ten van de zuigbuis. Deze is reeds met een strop vastgemaakt en men hoopte in den loop van den dag ook deze boven water te krijgen. Bij het opruimen van de overblijfselen van het oude Leidsche stadhuis zijn twee aan het terrein grenzende huizen verzakt. Hiervoor moe ten deze huizen gedeeltelijk worden afgebroken. De eigenaars stellen hiervoor verantwoordelijk de aannemers of de gemeente Leiden. De ge meente Leiden geeft de schuld aan de aanne mers, die echter beweren niet aansprakelijk te zijn wegens het bestek. Indien zonder meer aan het bevel der bouw- politie om de woningen gedeeltelijk af te bre ken zou worden voldaan, zou daarna de toe stand niet meer zichtbaar zijn om de verant woordelijkheid vast te stellen. Daarom heeft de gemeente Leiden in kort geding aan den President der Haagsche Rechtbank verzocht, een commissie van deskundigen te benoemen ten einde een en ander vast te stellen. De ge meente verwacht, dat partijen zich bij het oordeel der commissie zullen neerleggen. De kwestie is Zaterdagmiddag in kort geding behandeld. De President "wees den eisch toe en benoemde tot deskundigen de architecten J. W. v. d. Weele te 's-Gravenhage, W. Verschoor te Rijs wijk. benevens ir. G. Jonkheid, directeur der Bataafsche Aanneming Maatschappij te 's-Gra venhage. BATAVIA, 14 Dec. (Aneta). De Raad van Justitie zette hedenmorgen het verhoor van getuigen in de affaire-H. den drievoudigen moord op Goenoeng Saharie voort. De publieke belangstelling was nog grooter dan op den eersten dag; velen moesten zich met een staanplaats tevreden stellen. O.a. werd als getuige gehoord mr. Bouma, die destijds bij de plannen tot echtscheiding tusschen H. en zijn echtgenoote als raadsman fungeerde. Deze verklaarde dat de vermoorde echtgenoote zich had beklaagd dat H. haar her haaldelijk sloeg. Beklaagde, die in heftig snikken was uitge barsten, kon deze verklaring niet weerleggen. Het verhoor van den getuige-psychiater had met gesloten deuren plaats. Minister dr. J. R. Slotemaker de Bruine zal in de Oudejaarsrede, welke Z. Exc. op 31 De cember voor den Phohizender zal uitspreken, ook enkele woorden in het bijzonder richten tot de leden der Nederlandsche Roode Kruis- Ambulance in Abessinië. De ambulance is voorzien van een Philips- ontvangtoestel en zal, daar de uitzendingen van den Phohi tegenwoordig in Afrika in het alge meen goed te hooren zijn, zeker naar de stem uit het vaderland kunnen luisteren. Het Crisis-Zuivelbureau maakt er op attent, dat de uitvoer van boter zonder Rijksmerk is verboden. In verband hiermede is het nood zakelijk, dat slechts boter met Rijksmerk wordt verzonden, aangezien anders uitvoer door het Nederlandsch douanekantoor moet worden ge weigerd. Belanghebbenden zullen dus goed doen zich te dien aanzien overeenkomstig deze mededeeling van het Zuivelbureau met den leverancier der boter te verstaan. De Hoogeerwaarde heer plebaan Wester- woudt, die een dag of tien op .Dennenheuvel" ip Bloemendaal heeft doorgebracht, is Zater dagmorgen voor volledig herstel vertrokken naar Engelenberg nabij Lüzem in Zwitserland. In verband met de voorbereidingen voor de con secratie van den nieuwen bisschop zal zijn ver blijf aldaar korter duren dan aanvankelijk be doeld was. Waarschijnlijk zal Z. H. Eerw. bin nen een week of drie in Haarlem terugkeeren. In den leeftijd van 69 jaren is overleden. Soeur Marie Dionysia. Zij kwam in 1894 in Indië en was gedurende de eerste acht jaren werkzaam aan het Klein- klooster te Weltevreden: daarna werd zij naar Soerabaja overgeplaatst.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5