N negatieve actie positieve actie BON Onze nieuwe bisschop als pastoor te Amsterdam Nieuwe verrassing voor onze puzzelaars HERDER AAN DE BAARSJES PRETTIGE EN LEERZAME GEHEUGENSPORT MOET U OOK BEZUINIGEN? ZONDAG 15 DECEMBER 1935 Komende verkiezingen in Amerika Roosevelt's kansen groeien; Lon don zijn grootste tegen- candidaat Zijn parochianen wist hij te vor men tot vurige Mariakinderen Een vaderlijk vriend Grondwetsherziening in Canada ONS PRIJSRAADSEL In plaats van vier rijksdaalders, zullen wij thans vier aardige prijzen onder de goede oplossers verloten Een mooi verzoek I: Hl. 1/03j. II. L/l/. /.3//.ZP.6 ff 1/2.20./6.38. S. tg m.j 3S. 2./2.1/3.26.35".3y.2o JF.- 23./J.20. S.20.3I/.32.J V2S. 3. l/l/.28.38.2o y.30.22.33.13 JZZ3/.IJ. 2S~.iy.33 .36.20.10 37U: 8. 2.!/. 1/1/!S~. IJ28. li/. 1/3.38.28 VJJL: 2j.i/2.3/.i//./j .26 TX /S./J. 28.1. 3y.3S. 2j 23.3.22./S./0 3/3/. 3S. 2Ó. 2 jij.30.<P.3i/. 18.3611. yy. 2y. 32.i/.Zj/.i/o./6.//. /.1/3.2J.H8.28.12 iy.33.3j.2o Zl.y2.13 S-J'. 28.6. Leegte in den i „Gouwen Koei" 't Is den Fielp z'n schuld 1 |iiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiBRABANTSCHE BRIEVEN 1Nen griep-Zondag, die in 'n paar lachbu ien verliep j MODERNE AMUSEMENTSPROBLEMENI Van Pater LINNEBANK bevat de zinsnede: als menschen van vleesch en bloed houden we toch de behoefte aan het verzet der zinnen, dat door verschil lende amusementen geboden wordt." daarom niet alleen bestrijding van ongepast amusement maar óók, ja zelfs méér bevordering, instandhouding van gepast amusement. Moge daarom goed worden verstaan in deze tijden beter dan ooit! onze uitnoodiging om zich te abonneeren op „HET AMUSANTE WEEKBLAD" populair 't Amusantje gedoopt dat men zonder eenige be zorgdheid op de huiskamertafel kan laten liggen. Pater F. Hendrichs S.J. schreef in ,.De Tijd": „Het Amusante Week blad is een uitstekende concurrent van de zedelooze of met de goede zeden geen genoegzaam rekening houdende grappenma kers, die in allerlei talen de kiosken van het klassieke land der vrijheid bezoedelen." Wij laten hier verder eenige aanhalin gen volgen uit brieven van lezers: „Er wordt hier thuis altijd gevochten wie 't Amusantje 't eerst mag hebben; de verhalen worden verslonden." „Mijn neef, student in de rechten, die hier logeert, kan den ingebonden jaargang van 't Amusantje niet neerleggen en zit er halve dagen van te genieten." „Ik heb 'n tijdje een ander blad gelezen, doch keer tot Uw Amusantje terug, daar dit 't toch, vooral door zijn verhalen, ver-uit wint." „Wij moeten bezuinigen, maar 't Amusantje houden we aan; dat willen we niet missen!" Een abonnement op 't Amusantje voor nog geen dubbeltje in de week beteekent een belangrijke be sparing op het budget Uwer ontspanningskosten. 't Amusantje immers zal u ongetwijfeld meer vreugde, meer echte, verfrisschgnde gezonde ontspanning geven dan veelal een dure uitgaansavond of ander kostbaar plezier. Mepr dan eenig ander blad bezorgt 't Amusantje U een goed humeur, wat vooral in dezen tijd met geen goud te betalen is. Meer dan ooit stellen ook wij vooral in dezen tijd Uw abonnement op prijs. Daarom dat U hiernevens afgebeeld vindt een bijzon der aardig, modern uitgevoerd bureauklokje, dat een ied°r ten geschenke ontvangt, die 2/ch thans abonneert, of, reeds abonné zijnde, een nieuwen abonné aan ons opgeeft.Doet het dadelijk. De nummers tot 1 Januari as., waaronder Kerstnummer, ontvangt U gratis. voor een gratis soliede en fraai bureauklokje, in te zenden aan Het Amusante Weekblad te Bilthoven. Postr. 70186 Ondergeteekende wenscht suh te abonneeren op ,,'t Amu santje" franco per post a f 2.50 per halfjaar en tevens ten geschenke te ontvangen een fraai bureauklokje. Naam: Adres: V. WASHINGTON, 14 Dec. (Reuter) Volgens onpartijdige waarnemers nemen Roosevelt's kansen om als President herkozen te worden bij de verkiezingen van het volgend jaar, steeds toe, en zijn krachtige persoonlijkheid wordt de beste factor in zijn voordeel geacht. De Republikeinsche Partij zal een candidaat stellen uit een der volgende acht personen: Alfred Landon, gouverneur van Texas, 48 jaar oud, bekend als de „Calvin Coolidge van Texas", wegens zijn zuinig beheer. HU zou gesteund worden door de meerderheid van de „big busi ness". Gouverneur Landon schijnt op het oogenblik de beste kans te hebben om Roosevelt's tegen- candidaat te worden. Senator Borah, 71 jaar oud, deskundige in de buitenlandsche politiek, als „The Lone Wolf", tegenstander van Amerika's toetreding tot den Volkenbond en van elke inmenging in Europee- sche aangelegenheden. Twee factoren schijnen een hinderpaal te zijn voor Senator Borah, n.l. zijn vergevorderde leef tijd en het feit, dat zijn betrekking met de per sonen uit de „big business", die de partij steu nen, niet sterk zijn. Herbert Hoover, de oud-President, wiens ge zondheid is hersteld en die in partijkringen nog groot gezag heeft. Kolonel Theodore Roosevelt, de zoon van den 26en President der Vereenigde Staten, en vijfden neef van den 32en President; hij is een van de felste critici van zijn familielid in het Witte Huis. Hun bloedverwantschap wordt een be zwaar geacht voor de candidaatstelling van den kolonel. Frank Knox, vroeger een leidende figuur in de organisatie der Hearst-pers, geeft thans te Chicago een blad uit, waarin hij zich krachtig te weer stelt tegen de „New Deal". Ogden Mills, een zeer rijk man, was opvolger van Mellon, als staats-secretaris van Financiën. Senator Vandenberg, begon als krantenjongen, werd journalist en dagblad-eigenaar, en kwam in 1928 in den Senaat. Senator Dickinson, 62 jaar oud, werkte als landbouwer op de farm van zijn vader, was 13 jaar lang lid van het Representantenhuis en kwam in 1931 in den Senaat, is deskundige op het gebied van landbouw-kwesties. Gevraagd om in allerijl eenige indrukken weer te geven, omtrent mijn oud-pastoor in Amsterdam, ben ik wel een beetje huiverig om aan het verzoek te voldoen, temeer daar het bericlit van de groote verheffing van Deken Huibers tot Bisschop van Haarlem mij zoo onverwacht werd meegedeeld, dat ik van de verrassing nog niet bekomen ben. Pastoor Huibers heeft in de elf jaren van zijn pastoraat aan de Baarsjes te Amster dam zich onvergetelijk gemaakt. Heel Am sterdam weet wie pastoor Hu-ibers is. Overal kent men daar zijn schitterend ta lent van preeken. Maar beter dan wie ook hebben de parochianen van O. L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand hun pastoor leeren waardeeren. Hij was hun goede Her der. Voor zich zelf kende hij geen rust, al tijd gaf hij zich voor zijn parochie. Met St. Paulus mocht hij zeggen: Ik ben alles voor allen geworden. Toen de oud-leeraar van Hageveld door Mgr. Callier z.g. belast werd met de op richting van een nieuwe parochie aan de Baarsjes, was zijn eerste werk daar een al lerliefste hulpkerk te bouwen ter eere van O. L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand. Het was nog maar een kleine parochie, af scheiding van de Liefde. Maar juist daarom viel het den pastoor gemakkelijk om met al zijn parochianen in contact te komen. En dat was voldoende om ze voor goed aan zich te binden, want de pastoor verstond de kunst om met zijn parochianen mee te leven als geen ander. Het was er zoo'n knus kerkje, aan den buitenkant van de stad gelegen, rondom in het weiland. Toen ondergeteekende zes jaar later tot zijn kapelaan benoemd werd, was het aantal parochianen nog maar 1300. Maar toen begon juist de groote stadsuit breiding naar dien kant. Zoo enorm was die aanwas, dat zes jaar later dezelfde parochie 14.000 zielen telde. Groote en moeilijke eischen werden daar bij aan den pastoor gesteld. Al spoedig werd overgegaan tot den bouw van een groote kerk, die de glorie zou worden van pastoot Huibers. Maar hoe mooi deze ook werd, de paro chie spreekt nog met heimwee over het lie ve kerkje, waar zooveel godsvrucht heerschte. Daar is dan ook de goede kern gevormd, waardoor ondanks de schielijke uitbreiding de parochie van O. L. Vrou.w van Altijddurenden Bijstand steeds is gebleven een der beste en Godsdienstigste parochies van Amsterdam. Hoe wist de pastoor zijn eigen sfeer te scheppen. Zelf een buitenge woon Mariavereerder heeft hij van begin af aan, door woord en voorbeeld zijn paro chianen weten te vormen tot vu.rige Ma riakinderen. Elf jaren lang preekte hij iede- ren Zondagavond over de lieve Moeder van Altijddurenden Bijstand. En altijd wist hij de parochie te boeien met zijn zeldzaam talent. Hij mocht met St. Bernardus zeg gen; Over Maria nooit genoeg. Nimmer zou hij daarbij in herhalingen vervallen, altijd frisch en nieuw waren de gedachten, die de onvermoeibare herder voor zijn parochia nen ontwikkelde. Wat een luister wist de pastoor bij te zet ten aan de kerkelijke feesten! Het triduum, voorafgaand aan het feest van O. L. Vrouw van Altijddurenden Bijstand, overtrof al het andere. Van heinde en ver kwamen de Amster dammers om van deze feestviering getui ge te mogen zijn. De sluitingsavond was de apotheose. Hoe treffend was op zulke dagen de Al- gemeene H. Communie. Dan stond de Her der op den kansel en onder de Vroegmis bad en zong hij met zijn parochie, zoodat allèn deelden in de vurigheid van zijn warm-kloppend priesterhart. Hoeveel vol doening mocht hij bij die gelegenheid jaar lijks smaken, als zelfs de onverschilligen hem dankbaar kwamen getuigen, hoezeer zij genoten hadden. Hoeveel lauwen wer den dan weer ijverig in het vervullen hun ner godsdienstplichten. Eens per jaar ging de pastoor uit, maar de parochie wist het, dan wachtte den pastoor dagen vol inspanning in plaats van ontspanning. Zijn reis was naar Maria's Genadeoord te Lourdes, waarbij hem de taak van Aalmoezenier der zieken was toevertrouwd. Weken achtereen kon hij dan weer de Parochie boeien met het ver halen van de emoties, die hij daar onder vonden had. Pas terug van zoo'n Lourdesreis, ontving de pastoor zijn benoeming tot Deken van Hoorn. Hoe groot was de teleurstelling. Zoo gaarne was hij trouw gebleven aan zijn Maria-kerk. Zijn eerste gang was naar het altaar van Maria van Bijstand, waar hij de kracht afsmeekte dit offer blijmoedig te mogen brengen. De parochianen zagen zijn ontroering en begrepen, dat er iets heel ernstigs moest gebeurd zijn. En nu na zes jaren als Deken in Hoorn gewerkt te hebben, heeft men ook daar de .buitengewone werkkracht van Deken Huibers leeren waardeeren. Ook daar prijkt de beeltenis van O. L. Vr. Bij stand. Maar ook daar heeft men veel over genomen van de vurige liefde, waarmede de Deken zijn hemelsche Moeder weet te be minnen. Zij zal zijn bede ook nu weer verhooren, nu hij bij het vernemen van z'n uitverkie zing tot onzen Hoogepriester blijmoedig zijn offer voor haar beeltenis gebracht heeft. Ook voor zijn kapelaans was de pastoor een ware vaderlijke vriend. Zonder uitzon dering bleef de Deken hun trouw in zijn vriendschap en allen gingen nog graag naar Hoorn om bij gelegenheden te getui gen van hun groote vereering voor hun oud-pastoor. Moge Monseigneur Huibers nog lange ja ren de ijverige bevorderaar blijven van Maria's eer in het Bisdom Haarlem. H. HEIJINK, kapelaan Volgens de „New York Times" hebben de ministerpresident van het dominion en de pro vincies van Canada aan het slot van de confe rentie die zij deze week te Ottawa hebben ge houden, besloten, dat het absoluut noodzakelijk is, dat aan Canada wordt toegestaan de grond wet te herzien, teneinde hierin amendementen aan te brengen, zonder de machtiging van het Engelsche parlement. Het amusement, de prettige en leerzame geheugensport blijft de hoofdzaak bij het oplossen van prijsraadsels, maar dat neemt niet weg, dat elke puzzelaar toch ook zeer gevoelig is voor een leuke verrassing of een aardigen prijs. Toen wij indertijd wekelijks vier rijksdaalders beschikbaar stel den om onder de goede oplossers te verloten, bleek dit overduidelijk. Het vooruitzicht op de mogelijk heid, dat men in het bezit van een dergelijken prijs kan komen, is in ieder geval zeer bevorderlijk voor de animo. Thans hebben wij voor onze trouwe puzzelaars een nieuwe ver rassing bedacht en in plaats van de vier rijksdaalders, zullen wij in de eerstvolgende weken telkens vier aardige prijzen verloten, die onge twijfeld eveneens zeer in den smaak zullen vallen. Van de vele bijschriften, waarvan talrijke inzenders hun oplossingen steeds vergezeld laten gaan, laten wij er hier nog een volgen: „We puzzelen maar steeds dapper mee, Tot we ook een prijsje winnen...." „En dan is 't afgeloopen, hé?" „Wed neen! Opnieuw beginnen Wij aanstonds weer, en houden 't vol: We zijn op 't puzzelen tamelijk dol. Dat werk lokt ons veel meer Dan 't prijsje waarde heer!" Deze week vielen de prijzen ten deel aan: Mevr. A. J. WIJNAND-WITVELD, Muiderbinnenweg 3, Weesp. en de heeren: V. H. VEUGEN, Thomsonlaan 77, Haarlem J. C. MAHIEU, Karei van Gelderstraat 75, Arnhem. H. F. FLUITMAN, Hoofd R.K. School, Enkhuizen. aan wie een postwissel van 2.50 zal worden toegezonden. De oplossing van het vorig raadsel was: Horizontaal: 1 Siberië; 4 Alkemade; 7 kali; 8 wever; 9 lire; 11 tajader; 13 liga; 14 edelen; 16 relatie; 17 tegengestelde; 18 tegenweer; 20 naarmate; 23 genre; 24 onderaan; 26 degen; 27 order; 28 denken; 30 verhandeling; 31 ken nisgeving. Vertikaal: 1 Sicilië; 2 Rika; 3 élite; 4 alweder; 5 ke ver; 6 delegatie; 10 rede; 12 garagehouder; 13 lila; 15 lenteweer; 16 redenaar; 18 tegen- m A - S over; 19 genre; 21 made; 22 tegenstreving; 24 onderling; 25 aandenken; 27 orde; 29 kennis. Als nieuw raadsel, waarvoor vier leuke prij zen zijn uitgeloofd, die onder de goede op lossers zullen worden verloot, geven wij thans de volgende letterpuzzle: Wanneer men de plaatsnamen uit de nos. I tot en met IX heeft verkregen, vervange men in no. X de gegeven cijfers door de gevonden letters: men krijgt daar dan een mooi ver zoekt te lezen, dat we op de meeste enveloppen, vorige week ontvangen, zagen afgedrukt. We vertrouwen, dat onze puzzelaars aan het verzoek bij het zenden van hun oplossingen tevens zullen voldoen. Hier volgen de gevraagde plaatsnamen: I plaats in Groningen, bij de stad Gro ningen. II plaats in Zeeland, bij Goes. III plaats in Zuid-Holland, bij Leiden. IV plaats in Limburg, bij Heerlen. V plaats in Utrecht, Noordelijk deel. VI plaats in Noord-Brabant, bij Boxtel. VII plaats in Overijsel, bij Deventer. VIII plaats in Noord-Holland, aan de Noord zee. IX de Residentie. In no. X plaatst men dus onder het getal 23 de letter, die men b.v. in no. IV voor 23 vond onder het cijfer 3 vervolgens de letter, die in no. V voor dat cijfer is gevonden enz. Waar geen streepje achter een cijfer staat, heeft men de slotletter van een woord: het verzoek bestaat dus uit 6 woorden. Oplossingen tot a.s. Donderdag 12 uur aan den heer G. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat 60, Utrecht. <>b Vannacht heb ik een vreemden droom gehad, waar de ontvan ger der Belastingen in voorkwam. _Dat is geen droom, dat is een nachtmerrie. (Marius). ULVENHOUT, 10 Dec. 1935 Menier, Daar zijn veul menschen ziek en 't weer is er dan ook naar. Eén van de aardigste spellekens, die wij vroeger als kleine kindersaan de groote tafel bij moeder 't liefste dejen, dat was 'n spelleke met 'n paar ouwe, inkomplete stok ken speelkaarten. We vouwden die kartonne- kens stuks voor stuk overlangs in tweeën, zoo dat we elk zo'n kaart kosten opzetten op een van de korte kanten. Want na de vouw sprong zo'n kartonneke open tot omtrent 'nen haak- schen hoek. *t Kunstje was nou, om al die gevouwen kaar ten achter malkaar op te stellen op afstanden iets korter dan de lengte van zo'n kaart. En dan liefst op te stellen in 'nen flauwen bocht. Dan wierd tegen de leste kaart 'n douwke ge geven, zoodat ze omviel naar de voorleste, die weer naar de derde-van-achter-af, enzoovoorts. En dan viel zóó den heelen stok tot 'nen ris op malkaar liggende, ineensluitende speelkaar ten, die we wéér opzettenden, en nog 'ns en nóg 'ns, sjuust zoo lang tot 't begost te verve len en éen van de broers stiekum teugen de leste kaart zat te blazen, terwijl den andere, met 't puntje van z'n tong uit zijnen mond, seerjeus en ingespannen de kaarten opnieuw zat op te stellen, 't End was dan 'a vechtpartij, iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiii die klonk als 'n klok. En 'tslot: dat den ouwen dré de vech tersbazen naar bed schupte. Ja, dat was 'n leutig spel leke. En aan dat spelleke denk ik deuze dagen nog al 'ns. Den eene niest en den volgende niest dan ook. Zoo vervolgens. Op 't lest niest heel 't durp. En 't slot van 't spelleke is: dat na korten tijd heel 't gezelschap in de bedsteeën te griepen ligt. Den bakker is er mee begonnen. Die heeft als Sinterklaas, boven op den wit ten knol 'n kouwke gepakt. „Tc Had 't dalijk in de gaten," zei ie. „Toen ik van m'nen happelschimmel afstapte, toen voelde-n-ik m'n heigen zoow rilderig en de pukkeltjes zatten hop m'n beenen van 't kie- penvel." Als ie dat verhaal gedaan had, dan nieste-n-ie over de tafel 't was in „de Gouwen", onder 't proppen dat den Joost, 't weareldkam- pioeneke zei: „ziezoo, Fielp, mijn borreltje is weer vol." „Has ik m'n poooewiesjahpooten vol mee kaarten heb, dan kan ik ginnen zakdoek pak ken, Joost. Proost horre, ge gaat er nie van dood." Toen liepen 'm de tranen uit z'n kleine rooie- waterige oogen. En zoo was 't begonnen! Verlejen Zondag was den Fielp nog steeds van streek. Hij was 'smergens zelfs nie in de kerk, zoodat den Jaan voor hum gecollecteerd heeft. Ja wat dat betreft, zullen we den Jaan nog al 'ns missen, als ie met pensioen is. Ik heb oe dat al meer geschreven: we hebben bij al de last, ook nogwel veul gemak van 'm. Want hij komt ieverans „toch" langs als ie surveil leert en dan is 't wel erg gemakkelijk den jaan bij de hand te hebben voor alderleie boodschap pen. We zullen dan ook heel wat te stellen hebben, onder ons gezegd en gezwegen, om den opvolger van den Jaan hier zoo schoon weg wijs te maken. Den Fielp heeft op 't Raadhuis al 'ns gepolst, maar hij is niet verdergekomen dan z'n eigen teugenover ons op z'n hambtge-eim te beroe pen, zoodat ie niks weet! Janus heeft ook nog moeite gedaan voor zij nen zoon, huiën Chef, die in Tilburg steun trekker is van z'n ambacht, maar volgens den Fielp had den Chef geenen broerderen veur- spreker kunnen uitkiezen, dan z'n vader, in dit geval. „Waant laten we nouw malkaar maar gin Mieke noemen, Dré," zei den Fielp: „has kameraad is dieën ge-aktbal den kwaaiste me, maar has deedektief is ie 't ophangen nie wèèrd." Wel is ons bekend dat er men oproep is ge daan, volgens den Jaan, „voor stollestaanten; in 't pliezieblad." En dat den Driek op 'nen morgen ruim zeshonderd brieven besteld heeft op 't Raadhuis. „Allemaal stollestaanten," zei den Jaan, „maar den ouwe was er zoo intersaant mee....! Hij hee ze mee naar z'n huis geno men, zèlvers gedragen, om heel 't Durpshuis er buiten te laten." Zoodat de jaan, in al z'n waardigheid besloot: „'t wordt tijd da 'k op donder, geleuf ik." Afijn, ge hoort er meer van, maar Janus had Zondagmorgen dan gecollecteerd en van den Fielp was Zondagmiddag in de „Gouwen Koei" 'n boodschap: „zeg aan de jongens da 'k nie komen kan, waant da 'k mee griep in de bedstee lig." Den Joost, 't weareldkampioeneke, had van Oosterhout uit onzen gemeentesecretaris opge- telefoneerd, 'nen braven goeien en geleerden mensch, tusschen 2 haakskes. En den Joost had gezegd: „Zag, Sikkertaires, u spreekt met Jonkheer Saint Joost Toucusme-Declompe, di recteur der „Zeven Heuvelen". Wilt gij even aan den E.A. Heer Philippe Beeckers laten we ten, dat ik hedenmiddag onmogelijk kan com- pareeren ter conferentie, zulks in verband met een lichte appendicitis-provocatus in mijn keel sielvoeplee goedendag Sikkertaires!" Den Secretaris zat er 'n bietje mee. Had alles maar half begrepen. 'tWas allemaal te rap gegaan en den Jonkheer had den haak alweer opgehangen als den Secretaris nog wou vra gen: „wablieft u." Maar den Fielp, van 'nen plotselingen hoest- aanval zoo rood als 'nen brandenden lampion, verzekerde: „dat ie de bodschap hapseluut begreep en dat den Sikkretaris aartelijk be- daankt wier veur z'n bereidwilligheid. En dat ie den Jonkheer vertellen zou dat den Sik kretaris zeivers, in eigen persoon, de bodschap ad hovergebrocht! „Ge kunt nooit weten," had den Fielp mee 'n knipoog nog erbij gedaan „den Jonkheer kende iedereen, kwam ieveraans en was 'nen jovialen, veur zijnen doen een- voudigen mensch." Nou, amico, daar was geen woord van gelo gen. Want den Joost komt ieverans mee zijnen worstereiënnegotie-op-de-fiets. EnJoviaal is den Joost. Als ongeslagen weareldkampioen (ik mag niet zeggen, waarin) en dat op vijfen vijftigjarigen leeftijd, kunnen de éendags-kam- pioenekes nog heel wat van „Saint Joost Tou cusme-Declompe" leeren Afijn. Daar gaat 't nou niet over. Den Joep kost ook niet komen kaarten. Om dat z'n vrouw de griep (en nog elf kinderen) had, zoodat den Joep thuis „hospitaal-soldaat" en „Broeder-Overste" moest spelen en alzoo handen tekort kwam voor 'n spelleke prop. Ik voor mij, ik was ook niet lekker. Den buik, amico. Den buik. Daarin kan 'n kouwke ook leelijk huishouwen, man J Alleen den Blaauwe was present geweest. Dieën dunnen, taaien zwezerik schijnt nou een maal dun genoeg, om door alle gaatjes heen te kruipen en te dor om éen bacil voedsel te geven. Om 'n uur of vier kwam ie bij ons aange stoken. „Nouw," kwekte-n-ie: „wa zeggen gullie van zo'n vijfkaart? Lee me gatsammekrakepitten de heele propvereeniging op z'n.... gewitwel!" En hij vertelde alles, wat ik oe hierboven al heb laten weten. Van den Joep, van den Fielp, van den Joost! „En 't is den Fielp z'n schuld," zei den Blaau we. „Die is mee die lol begonnen, as ie ver lejen week heel de „Gouwen Koei" zat te ver pesten mee z'n ge-nies en gesnotter!" „Best meugelijk, Blaauwe!" „Best meugelijk? Mot je maar 's vragen aan Keeë. Die zit in d'r eentje, achter den toog. Heel d' affaire is leeg. 't Mensch hee gin aan- dere aanspraak as Tommes, d'nen kater. Ze gooit vandaag om zeuven uren de tent dicht, waant ze kan d'r vuur en licht nie verdienen aan Tommes, die van den blaauwen knoop is en aan den Jaan, die alleen bestelt as ie jarig is en da's vrekt-laank gelejen. Die is zoow ge- ruischloos-meugelijk tot zijnen pensioens-leef- tijd gekomen, dieën Sjerlok Holmes." „Nou ge da zoo zegt, Ties, hoe sta-g-et mee z'n afscheidsfeest?" „Goed. 't Bordje „vandenHeuvelstraat" heb ik al gereed. Ik heb de plek ok uitgezocht. 'kZal 't 's nachts-te-voren spijkeren over 't bordje „Ulvenhoutsche laan", op 't hoekske bij den dokter. En da zullen we dan op den dag, as alles goed in 't vet staat, onthullen. „De kunst is om den Fielp, as Raadslid zijnde, den spiets te laten houwen. Wij allemaal den hoogen hoed op de medewerking van den Thee van de Harmonie heb ik ok al den dokter komt vaneigens buiten geloopen, den burgemeester krijgt den Thee wel uit huis. waant hij lot „Constiantia" blazen dat de mu ren scheuren en dan is er volk genogt op de been, om mee de muziek om den Jaan en ons henen, alles op afstaand te houwen! En den Jaan „z'n Straat" te geven." Stillekes zat ik m'nen buik gezond te lachen. Trui veegde nou en dan in d'r oogen. „Maar 'n paar dingskes veur den aanspraak mot ik nog weten. Gij zij beter geletterd as ikke, Dré; hoe spelde gij „intelligentie?" Ik spelde. „En speurtalenten? Is da mee één 1 of mee twee I's?" „Eén." „Da's datte. En hoe schrijfde gij „Sherif"?" Ik spelde. Den Blaauwe zat alles mee 'n stompke pot lood, dat ie telkens natmaakte aan z'n tong, sjecuur op te schrijven, op 'n pampierke dat ie op zijnen knie had gelegd. „Nog wa, Dré! Da's me onderweuge te bin nengeschoten. Nouw den Joost zoo prachtig, zoo deftig kan tillefeneeren, zouwen wij nou de kraant er nie bij kunnen uit-inviteeren?" Ik beloof oe, amico, hij vroeg 't zoo seerjeus, mee 'nen rimpel boven z'n neus, of ie praki- zeerde over den doopnaam van z'n as. kindje. „Blaauwe", proeste-n-ik: „schei uit! Ge mokt er 'n schandaal van." ,,'t Feest kan nie onvergetelijk genogt zijn," zei den Tiest droog: „dus 't mot in de kraant, met de foto's erbij. „Ga-d-allemaal op mijn veraantwoording. En nou zal ik wel 's willen zien, of in deuzen tijd, van louter kraant-be- roemdhedens en huldigingen, ik den Jaan ok nie in dieën eerestoet geplotst krijg!" Zoo amico, zoo verliep deuzen griep-Zondag in 'n paar lachbuien, die alle kouw uit m'nen buik hebben geschud en 'k heb meteen de zeker heid, dat de aparte hulde van den Blaauwe aan den Jaan iets „onvergetelijks", iets „groots" wordt, wat het „standbeeld", den Fielp destijds aangebojen, nog overtreft! En dan weet ge 't wel. Kom, ik schei er af. Veul groeten van Trui, en als altij geen haarke minder van oewen toet a voe DRE. 4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 6