Gedwongen concentratie van bijzondere scholen m 'k Wz7 nu eenheel gezin bedenken D usxcd ik een„Philipsg&tepik.en PHILIPS,OCTODYNE ES5A f 137.5° BALDWIN BEKENT SCHULD Weer Griep? VOORTREFFELIJKE REDE VAN DEN HEER SURING HOARE'S MOTIEVEN VRIJDAG 20 DECEMBER 1935 TWEEDE KAMER De vrijheid van onderwijs wordt door het Regeeringsvoorstel aangetast Een onwederlegbare argumentatie Zwakke verdediging door minister NED. SPOORWEGEN Samenstelling personeelraad Regeering springt bij Hulp aan gestraften bij werkver schaffing en steunverleening En wie is het niet eens met den Kerstman? Een Philips'toestel is in den waren zin des woords een ge schenk voor het heele gezin. Een blij vende bron van ontspanning, cultuur en ontwikkeling voor ieder lid van de familie! Zelfs de goedkoopste Philips is thans gebouwd volgens het nieuwe „Octodyne"-systeem. Reeksen van zenders. Ultra-zuiver geluid en overgemakkelijke afstemming! Een Kerstgeschenk van den eersten rang! GOUDCLAUSULE-PROCES PRODUCT VAN DE GROOTSTE RADIO-INDUSTRIE TER WERELD. UW EIGEN NATIONALE INDUSTRIE. Pleidooien voor den Hoogen Raad EIEREN NAAR DUITSCHLAND Betalingscontingent verhoogd DRINKWATERVOORZIENING 'sGRAVENZANDE Boringen op het strand De macht der publieke opinie DE OSSCHE STRAFZAKEN Officier van Justitie in hooger beroep W. F. G. L. Driessen overleden KATH ONDERWIJZERS ADRESSEEREN Voor hen, die door militairen dienst benadeeld werden De postvluchten Burgemeester van Den Helder Gemeentegelden verduisterd DEN HAAG, 19 December 1935. Mede bijgewoond door Dr. Colijn en Mi nister Oud is dan eindelijk in de laatste avondvergadering des jaars de strijd van de rechterzijde in de Tweede Kamer tegen Minister Slotemaker's paragraaf betreffen de gedwongen concentratie van het bijzon der onderwijs losgebroken. Jhr. DE GEER namens de Christelijk-Histo- rische, oud-minister TERPSTRA namens de Anti-Revolutionnaire, de heer SURING namens de Katholieke fractie droegen een overvloed van argumenten aan. En terecht constateerde de laatste in zijn repliek, dat van de linkerzijde, waar voor de liberalen dr. COOPS, voor de vrij zinnig-democraten de heer KETELAAR en voor de sociaal-democraten de heer ir. ALBARDA spraken, al uiterst weinig argumentatie daar tegenover was gesteld. Ook de MINISTER zelf heeft met zijn antwoord den heer Suring aller minst overtuigd. Buitengewoon voortreffelijk is de rede ge weest, waarmede de Katholieke onderwijs- expert het voorstel van de Regeering bestreden heeft. Met onwederlegbare argumentatie en in bewoordingen, waarin nu en dan de veront waardiging trilde, ontleedde hij den maatregel van gedwongen concentratie op indrukwekken de wijze. Voorop stelde hij dat tweeërlei misverstand de linksche gemoederen voortdurend be- heerscht. Op de eerste plaats wordt daar telkens, als na de concentratie van het openbaar onderwijs ook van het bijzonder onderwijs gedwongen concentratie geëischt wordt, voorbijgezien, dat het bijzonder onderwijs tengevolge van de nor men voor verkrijging en verlies van subsidie altijd geconcentreerd is geweest, terwijl het openbaar onderwijs scholen kon stichten en ook stichtte, zonder dat de behoefte daaraan be hoefde vast te staan, en van automatische op heffing geen sprake was. En deze toestand bleef jarenlang bestaan, ondanks het feit, dat het aantal leerlingen bij het openbaar onderwijs voortdurend terugliep en dat bij het bijzonder onderwijs aanhoudend steeg. En op de tweede plaats, aldus de heer Su ring, mocht men niet klagen, dat de concentra tie van het bijzonder onderwijs niet vrijwillig geschiedde, want die vrijwillige concentratie was eenvoudig onmogelijk vanwege de daaraan ver bonden financieele schade, n.m. het verlies van de waarborgsom en de gebruiksvergoeding. Bo vendien had bij het bijzonder onderwijs al een gedwongen concentratie plaats gehad door de wet van Augustus 1933, die de aantallen leer lingen, noodig voor stichting, met 50 pet. ver hoogde, een maatregel, die zeer eenzijdig ten nadeele van het bijzonder onderwijs had gewerkt. De vraag, of er door paragraaf 3 een aan merkelijke bezuiniging komen zal zonder schade aan de vrijheid van onderwijs, is door den heer Suring pertinent ontkennend beantwoord. Voor het Rijk zal de bezuiniging zeer gering zijn, terwijl bovendien nog met de wachtgelden rekening moet worden gehouden. En aan de ge meenten zal de maatregel integendeel door de terugbetaling van de waarborgsommen geld kosten. De vrijheid van onderwijs zal worden aangetast, omdat ook de wet van Augustus 1933 in combinatie met de beruchte para graaf 11 de stichting van nieuwe scholen reeds stopzette en thans ook nog een aantal bestaande ten doode gedoemd zou worden. In Den Haag, aldus de heer Suring, zullen niet minder dan 15 openbare scholen vanwege de „vluchtheuvel"-theorie in stand blijven, ter wijl verschillende bijzondere scholen van groo teren omvang zouden moeten sneuvelen. En de dispensatiebepaling, krachtens welke de Minis ter uitzonderingen zou mogen toestaan, noemde de Katholieke afgevaardigde in strijd met den geest van de Grondwet. Men zou op die wijze de minima zóó hoog kunnen stellen, dat ten slotte de Regeering de stichting van bijzondere scholen geheel in de hand zou hebben. Had voor den heer SURING oud-minister DE GEER het voorstel al bestreden, omdat het een bezuiniging bracht, die zeer twijfelachtig ge noemd moest worden, en omdat het met de guillotine van het cijfer wilde werken, inplaats van te werk te gaan met een bedachtzaam snoeimes, na bestrijding van den Katholieken afgevaardigde volgde een even gedegen con tra-betoog van den Anti-Revolutionnairen oud minister mr. TERPSTRA, hetwelk tot slotsom had, dat de regeering haar doel even goed op redelijke wijze bereiken zou, indien zij zien beperkt tot bevordering van de vrijwillige con centratie, met zorg voor een behoorlijke rege ling van de financieele schade, die voor het bijzonder onderwijs uit het verlaten van school gebouwen voortvloeit. De verdediging van de linkerzijde was, zooals gezegd, zwakjes. De liberaal COOPS en de Sociaal-Democraat ALBARDA droegen het argument aan, dat het bijzonder onderwijs nu maar volgen moest, omdat het openbaar onderwijs was voorgegaan. En de Vrijzinnig-Democraat KETELAAR zag in de gemoedelijkheid, waarmee hij het bijzon der onderwijs tot concentratie wilde brengen, volkomen de zeer gewettigde beginselvragen voorbij, die hier in het spel zijn. Ook minister SLOTEMAKER DE BRUiNE'S verdediging was niet al te sterk te noemen. Hij vond het voorstel niet in strijd met de bepalingen van de Grondwet, wat ook niemand beweerd had. Hij achtte het evenmin in strijd met den geest der Grondwet, zonder intusschen te weerleggen de stelling van den heer Suring, dat men op die wijze de minima zoo hoog zou kunnen stellen, dat door middel van de dispen satiebepaling alle macht over de stichting van bijzondere scholen aan de regeering komen zou. Hij betoogde voorts, dat naast het wegnemen van de financieele remmen, die de vrijwillige concentratie in het verleden tegenhielden, ook de paragraaf 12 van den overheidsdwang noo dig bleek, om dorpsgevoeligheden te overwin nen, waardoor de bereidwillige schoolbesturen tegenover de onwillige zouden worden gesteund. Hij legde weinig overtuigend uit, dat bezui niging inderdaad het gevolg zou zijn en hij beriep zich voor de rechtvaardiging van de dispensatiebepaling op het feit, dat de L.-O. wet en de Nijverheidsonderwijswet reeds thans bepaalde beslissingen aan den minister laten, beslissingen, welke, volgens den heer TERP STRA in zijn repliek, deels van geheel ander karakter en deels bij de rechterzijde altijd op verzet zijn gestooten. Zooals gezegd, de tegenstanders hebben zich door dit betoog niet laten overtuigen. De Kamer was om half één uur tot aan 's ministers antwoord in tweede instantie ge vorderd. De vergadering werd toen, op verzoek van minister Slotemaker de Bruine, verdaagd tot Vrijdag één uur. Dan zal officieel moeten blijken of de geruchten, als zou de regeering zich op het laatste moment be reid toonen tot het zoeken van een com promis, gegrond zijn geweest. Het krachtig en eensgezind volgehouden ver zet van de rechtsche fracties zal voor den rechtschen minister, van wien het een raad sel is, dat hij bij zijn optreden die voorstellen handhaven kon, allicht een aanwijzing geweest zijn, dat, als hier een van de partijen wijken moet, het niet de Kamer zijn zou, maar hij. De Personeelraad der Nederlandsche Spoor wegen is voor de jaren 1936 en 1937 samenge steld uit de volgende heeren: R. Verdam, le Chef de bureau te Nijmegen, lid; L. N. Zwaan, bureaureferent te Utrecht Hgb., plaatsvervangend lid, aangewezen door den Bond van Ambtenaren bij de Ned. Spoorwe gen; A. Ketelaar, bureelambtenaar te Utrecht Hgb, lid en C. Cramer, commies te Utrecht Hgb, plaatsverv. lid. aangewezen door den Centralen Bond van Spoor-, Tram-, A. T. O.- en van Gend en Loos-personeel; L. H. Wigman, op zichter-machinist te Hilversum, lid; H.' J. C. Venings, commies te Amersfoort, plaatsverv. lid; H. F. Timmermans, seer. Ned R.K. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel „St. Raphael", lid en H. F. P. Donné. commies te Venlo, plaats verv. lid, aangewezen door „St. Raphael"; P. Rillerig, koortsig en onbehaaglijk? Stuit die aanval direct. Ga naar bed en gebruik "AKKERTJES". Ge zult verbaasd en ver heugd zijn de bijzonder krachtige werking van AKKER-CACHETS te ondervinden. Voordat Ge 't weet is alle narigheid ver geten. Ze kosten slechts 52 cent per 12 stuks. Moltmaker, voorz. Ned. Ver. van Spoor- eri Tramwegpersoneel, lid; F. P. A. Landskroon, chef-commies te Utrecht, plaatsverv. lid; G. Joustra, 2'e voorz. Ned. Ver. van Spoor- en Tramwegpersoneel, lid; E. van Hinte, machinist te Den Haag, plaatsverv. lid; H. J. van Braam beek, seer. Ned. Ver. van Spoor- en Tramweg personeel, lid en R. van der Weerdt, lid dag. bestuur Ned. Ver. van Spoor- en Tramwegper soneel, plaatsverv. lid, aangewezen door de Ned. Ver. van Spoor- en Tramwegpersoneel; J. Augustijn, lid en J. Eykelboom, plaatsverv. lid, resp. voorz. en secr. van den Prot. Chr. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel. D. Gijlstra, Stationschef 3e kl. te Feijenoord, is ingaande 15 Dec. benoemd tot onderstations chef 2e kl. aldaar. De Minister van Sociale Zaken heeft een schrijven gericht tot de gemeentebesturen, waarin hij o.m. zegt: Tot dusverre werd in de kosten van hulp, verstrekt aan diegenen die wegens wangedrag of om andere redenen van plaatsing in de werkverschaffing uitgesloten waren, van Rijks wege geen bijdrage verleend. Voorts kwam in gevallen, waarin een werklooze van steunver leening werd uitgesloten in verband met ge pleegde fraude of het in strijd handelen met eenigerlei bepaling der steunregeling, eventu- eele noodzakelijke verdere hulp eveneens geheel ten laste van de betrokken gemeente c.q. Bur gerlijk Armbestuur. De Regeering heeft termen gevonden, daarin nu eenige wijziging aan te brengen. Besloten is goed te keuren, dat de bedoelde kosten worden opgenomen onder de gewone kosten van werk verschaffing en steunverleening, echter slechts indien en voor zooverre de verleende hulp mij nerzijds zal kunnen worden goedgekeurd. Deze subsidieregeling kan worden geacht te zijn ingegaan op 1 Januari 1935. In het alge meen gelieve u er van uit te gaan, dat deze hulp zooveel mogelijk in natura wordt verstrekt. De waarde van de hulp mag in geld uitgedrukt, behoudens door mij te verleenen machtiging, niet meer bedragen dan aan armlastigen in uwe gemeente volgens de Armenwet wordt uitge keerd. De regeling wordt in den vervolge aldus: „Zij, die om redenen hiervoor genoemd bij de werkverschaffing of de steunverleening wor den gestraft, kunnen, tenzij de uitsluiting lan ger duurt dan 6 maanden, in de steunregeling opgenomen worden c.q. blijven, doch de aan hen alsdan te verleenen hulp is dan aan de hiervoor aangegeven grenzen gebonden. Deze regeling geldt uiteraard niet voor hen, die om andere redenen niet voor tewerkstelling of on dersteuning in aanmerking komen, b.v. omdat op grond van de gezinsinkomsten, hulp niet noodig wordt geacht, of omdat geen hulp wordt verleend, omdat de werkloosheid een gevolg is van werkstaking of uitsluiting, of de werklooze door ziekte of ongeval niet tot werken in staat is. enz. De vorenstaande regeling betreft, hier op wordt nadrukkelijk de aandacht gevestigd uitsluitend de strafgevallen. Is hulp in natura verleend, dan kunnen de kosten daarvan on der de uitgaven voor steunverleening worden opgenomen. Voor den Hoogen Raad zijn heden de plei dooien gehouden in de procedure tusschen de Vereeniging voor den Effectenhandel en de Koninklijke en Bataafsche Petroleum Maat schappijen. De Vereeniging voor den Effectenhandel vor dert, zoo men weet, uitbetaling op goudbasis van de 4 'pet. dollarleening 1930 Koninklijke en de i'A pet. dollarleening 1927 Bataafsche. Het Haagsche Hof heeft ten aanzien van de leening Koninklijke met vernietiging van een vonnis der Haagsche rechtbank, de Vereeniging voor den Effectenhandel niet ontvankelijk ver klaard en ten aanzien van de vordering tegen de Bataafsche, het vonnis der rechtbank, met verbetering van gronden, bevestigd, waarbij de Vereeniging voor den Effectenhandel eveneens niet ontvankelijk werd verklaard. Er v'as voor de pleidooien groote belangstel ling van het publiek. Voor de eischende partij, de Vereeniging voor den Effectenhandel, trad als pleiter op jhr. mr. W. I. de Brauw te 's-Gravenhage; voor de ver weersters prof. mr. B. M. Telders uit Leiden. Jhr. mr. de Brauw lichtte eenige cassatie middelen toe. Het betalingscontingent voor den uitvoer van eieren naar Duitschland is door de Duitsche regeering voor de maand December alsnog met 30 procent verhoogd. In het Westland is 's-Gravenzande de eenige gemeente die door een eigen installatie in de behoefte van drinkwater voorziet. Reeds enkele eeuwen was midden in het dorp een waterput aanwezig, doch vooral in de zomer maanden wordt meermalen over de kwaliteit van het water geklaagd. Als gewoon afgevaardigde heeft de afge treden Engelsche minister van buiten- landsche zaken Sir Samuel Hoare in het stampvolle en ademloos luisterende Lagerhuis de motieven uiteengezet, welke hem ertoe heb ben gebracht in te stemmen met de zgn. „vre desvoorstellen". Hij is door den toestand in het Verre Oosten en in Egypte, waar zijn woorden steeds als olie op het nationalistische studen ten-vuur hebben gewerkt, zóó bezorgd gewor den, dat hij meende alles te moeten beproeven om het Italiaansch-Abessinisch conflict zoo snel mogelijk uit de wereld te helpen, te meer daar hij geloofde, dat Italië een petroleumem- bargo als een vijandige daad zou beschouwen en de andere Volkenbondsleden niet bereid zou den zijn Engeland in een gewelddadig conflict met Italië zoo noodig militairen bijstand te verleenen. Hij vond den inhoud van de Parijsche voorstellen allerminst bewonderenswaardig, maar hij zag geen andere keuze dan ze te ac cepteeren, omdat anders het bestaan van den Volkenbond zelf zou zijn béRreigd. Immers, in dien Engeland door de andere Volkenbondsle den in den steek zou zijn gelaten in de ure des gevaars, zou daaruit een ernstige Volkenbonds crisis hebben kunnen voortkomen. Juist om den Volkenbond en het collectieve veiligheids systeem te redden heeft dus Sir Samuel Hoare voorstellen geaccepteerd, die het Volkenbonds principe geweld aandeden. Een ietwat wonder lijke redeneering voor een doorgewinterden di plomaat en politicus als Sir Samuel Hoare. Wij willen echter niet aan zijn goede bedoelingen twijfelen, het applaus, dat hü in het Lagerhuis van verschillende zijden oogstte, wilde bewijzen, dat ook daar velen in zijn goede trouw geloof den, maar dan blijft er niets anders over dan te concludeeren, dat Sir Samuel Hoare zich door Laval en diens „Stimmungmacherei" heeft laten overdonderen, en daardoor geheel de Engelsche regeering in een hoogst-pijnlijke situatie heeft gebracht. Dit is te verwonderlijker, daar, zooals Baldwin terecht zeide, niemand méér dan juist Sir Samuel Hoare gedaan heeft voor een prin cipieel handhaven en doorzetten van 'n kracht dadige collectieve veiligheidspolitiek door mid del van den Volkenbond. Baldwin, die zoo lang mogelijk loyaal zijn vriend, partijgenoot en ministerieelen collega de premiershand boven het hoofd heeft willen houden, heeft ruiterlijk bekend dat de regeering door het accepteeren der Pa rijsche voorstellen een fout heeft begaan, een fout, voortgekomen uit gebrek aan contact tus schen haar en Sir Samuel tijdens diens vérblijf te Parijs. Hij verzekerde, dat zulk een fout niet meer zou voorkomen en dat de regeering haar verkiezingsbelofte, een consequente collectieve veiligheidspolitiek op grond van het Volken bondshandvest te blijven voeren zal vervullen. Door deze bekentenis heeft hij het vertrouwen van het Lagerhuis verworven, zoodat de motie van wantrouwen der Labours werd afgestemd. Baldwin's verklaring, dat Enge&and alleen een collectieve veiligheidspolitiek zal voeren en dat de Parijsche voorstellen morsdood zijn en de Britsche regeering geen vinger zal uitsteken om ze weer tot leven te wekken, is een open lijke en niet mis te verstane désavoueering van Laval en de houding, die deze heeft aangeno men inzake het Italiaansch-Abessinisch con flict. Immers, de conceptie van de Parijsche voorstellen en de daaraan toegevoegde voor stellen, welke Sir Samuel Hoare hebben doen zwichten, zijn althans voor een groot deel aan Laval te wijten. Het kan dan ook nauwelijks uitblijven, dat de blunder van Parijs een on- gunstigen invloed zal uitoefenen op de Fransch- Britsche samenwerking, tenzij Laval evenals Sir Samuel Hoare er het politieke bijltje bij neerlegt. Heel deze geschiedenis bewijst in tusschen, welk een macht de publieke opinie bezit, want het is aan het verzet van die pu blieke opinie te danken geweest, dat de Pa rijsche voorstellen onder de tafel zijn gewor pen, dat Sir Samuel Hoare zijn ministerszetel heeft moeten verlaten en dat Lavai's positie nog wankeler is geworden dan zij al was. Men kan over de gebleken macht van de publieke opinie luidkeels juichen, omdat zij regeeringen heeft gedwongen terug te keeren op de dwalin gen haars weegs, maar toch zitten er aan die macht zeer bedenkelijke kanten. Immers, de publieke opinie wordt in verschillende landen op verschillende wijzen gevormd en niet altijd wordt zij geleid door een zuiver en principieel rechtsgevoel. Maar al te vaak wordt zij door van hooger hand aangemoedigdehartstochten beheerscht of door een eenzijdige en partijdige voorlichting met bewuste uitschakeling van alle objectiviteit misleid. In Engeland staat de pu blieke opinie volkomen achter een krachtige Volkenbondspolitiek, maar in Italië staat zij met evenveel overtuiging achter den Duce, die den veroveringsoorlog tegen Abessinië als de rechtvaardigste zaak van de wereld voorstelt, en in Duitschland gaat zij accoord met een belachelijken rassenwaan, welke door een weer- galooze betweterij van de daken wordt verkon digd. De macht van de publieke opinie in lan- de.n met een alzijdige vrije voorlichting kan heilzaam werken als een element van gezond verstand, maar in landen met eenzijdige mis leiding kan zij worden tot een element van ge vaarlijke verdwazing. In verband hiermede worden thans vanwege het gemeentebestuur van 's-Gravenzande op het strand onder deze gemeente boringen verricht, teneinde na te gaan of daar goed drinkwater te verkrijgen is. In welk geval een eigen water winning zal worden gebouwd. Men heeft reeds boringen tot een diepte van 38 meter verricht, waarbij het water evenwel nog te groot zoutgehalte bleek te bevatten. De proeven worden nog voortgezet, in de hoop, dat men op deze wijze een goede drinkwater voorziening kan bekomen. De Officier van Justitie bij de Rechtbank te Den Bosch heeft hooger beroep aangeteekend tegen de vonnissen in de Ossche strafzaken van 12 December. Het bestuur van het Kath. Onderwijzersver- bond heeft aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen een adres gezonden, waarin het opmerkt, dat tot 1 Januari 1937 als onderwijzer bij het gewoon en uitgebreid lager onderwijs alleen benoembaar zijn wachtgelders en zij, wier jaarwedde reeds voor Rijksvergoe ding in aanmerking komt en die in vaste be trekking werkzaam zijn. Deze wetswijziging bracht onaangename consequenties mee voor alle aktebezitters, die vóór 1 Januari 1934 nog geen vaste betrekking als onderwijzer hadden verkregen. Vooral echter diegenen werden ge dupeerd, die door het vervullen van hun mili tairen dienst niet in de gelegenheid waren naar een betrekking als onderwijzer te solliciteeren en bij het beëindigen van hun militairen dienst de benoeming tot onderwijzer geblokkeerd zagen. Dit geldt in zijn volheid voor de geslaagden in 1933, maar toch ook nog voor die van 1932, die bij het verlaten van den militairen dienst door de verhoogde leerlingenschaal, welke 1 Januari 1933 was ingegaan, in de nog resteeren- de maanden van dat jaar moeilijk een betrek king konden verwerven. Deze gevallen hebben veelal betrekking op den oudsten zoon van een gezin, waardoor menige familie in groote moeilijkheden is geraakt. Het bestuur van het K. O. V. is van meening, dat het vaderland wederkeerig verplichtingen heeft aan deze gedupeerden, waarom het een ernstig beroep doet.op den Minister, ten einde te verkrijgen, dat aan allen, die in 1932 en 1933 door het vervullen van hun militairen dienst in de onmogelijkheid verkeerden als onderwijzer te solliciteeren, het bewijs verstrekt wordt, dat zij inzake benoeming als onderwijzer voor Rijks rekening gelijk gesteld worden met de wachtgel ders. De „Kwak" (thuisreis) is hedenochtend uit Rome vertrokken, doch wegens slecht weer bo ven Zuid-Frankrijk en in verband met de on bruikbaarheid van het vliegveld van Marseille naar Rome teruggekeerd. Donderdagavond half elf is de heer W. F. G. L. Driessen. sinds 15 November 1928 burge meester van Den Helder, plotseling overleden. Donderdagavond om acht uur zou de burge meester van Den Helder W. F. G. L. Driessen, een sectievergadering van den gemeenteraad voor de as. begrooting leiden. Te dien einde had hij zich naar het Raadhuis begeven. Voor de vergadering begon verklaarde hij zich niet wel te gevoelen, waarop men hem aanried de leiding over te dragen, dit geschiedde. Een dok ter werd gewaarschuwd en deze adviseerde den burgemeester onmiddellijk naar huis te gaan. Aldaar aangekomen zette hij zich bij den haard en voelde zich naar zijn zeggen wat opgeknapt. Omstreeks negen uur begaf hij zich naar zijn kamer. Even later kwam hij naar beneden en deelde mede, zich door de koude bevangen te voelen. Men waarschuwde de doktoren Rienks en Buchlivest van den Gemeentelijken Genees kundigen Dienst. Hulp mocht echter niet meer baten. Te omstreeks half elf overleed burgemeester Driessen. De heer Driessen werd op 11 Juni 1886 ge boren en bereikte dus den leeftijd van 49 jaar. Zjjn ambtsloopbaan begon hij als adjunct-com mies ter secretarie te Bussum. Den 9en Juli 1913 tot burgemeester van Westzaan benoemd, ver vulde hij die functie tot 26 Febr. 1918, om onmid- lijk daarna als regeerings-commissaris voor de graan-inzameling in Noord-Holland op te tre den. Den 25sten Juli 1919 werd de heer Dries sen burgemeester van Koog aan de Zaan be noemd, waarna met ingang van 15 November 1928 zijn benoeming volgde tot burgemeester van Den Helder. De heer Driessen was Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en drager van het Kruis van Verdienste van het Roode Kruis. De heer Driessen heeft in de zeven jaren, dat hij burgemeester van Den Helder was, zich doen kennen als iemand, wien 't welzijn van de stad en haar inwoners zeer ter harte ging. De ver fraaiing en uitbreiding van de stad, die onder zijn voorganger, den heer W. Houwing, een aan vang hadden genomen, werden door burgemees ter Driessen met kracht voortgezet. Het fraaie Reddingsmonument, dat in Sep tember van dit jaar door H. M. de Koningin werd onthuld, kwam mede door zijn bezielde leiding tot stand. Ook in de totstandkoming van het internaat van de Zeevaartschool, waar door het behoud van deze onderwijsinrichting voor Den Helder verzekerd werd, heeft de heer Driessen krachtig de hand gehad. Ambtshalve had de overledene voorts zitting in besturen van verschillende instellingen en commissies, die verbetering van den economi- schen toestand van Den Helder en bevordering van het vreemdelingenverkeer beoogden. Donderdag 9 Januari as. zal de rechtbank te Den Bosch de strafzaak behandelen tegen J. T., eertijds gemeente-secretris te Veen (N. B.), verdacht van verduistering van onge veer f 3000, in eigendom toebehoorend aan de gemeente Veen. Het O. M. heeft vier getuigen gedagvaard. Als verdediger treedt op Mr. Baron Fr. van Hugenpoth te Den Bosch.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5