Rechtvaardig
oordeel
Acte van oprichting Nozema
gepasseerd
1
BEGIN VAN EEN NIEUWE
PHASE
DOOR HET IJS GEZAKT
HOTEL IN VLAMMEN
OPGEGAAN
ZONDAG 22 DECEMBER 1935
Ned. Fabrikaat 1936
Nederland—Amerika
Regeering dankbaar
voor samenwerking
Uit „De Opmarsch"
LEEKENPREEKEN
DE KWESTIE-MARCHANT
Vader van N.S.B.-lid met konink
lijke goedkeuring in vreemden
krijgsdienst gegaan
Het is de bedoeling in vijf plaatsen
des lands een tentoonstelling
te organiseeren
PROCEDURE OVER COUPONS
OP GOUDBASIS
Procureur-generaal zal 17 Januari
conclusie nemen
Mr. P. A. Schwartz opvolger van
dr. Rutgers
Te Boston (Amerika) is in het Stadion 'n springschans gebouwd voor ski-loopers
Wat het verdrag voor onze Oost
beteekent
Wat gescheiden naast en tegen
over elkaar stondmoet voor
dit speciale doel bijeen
gebracht worden
Raad van Beheer voert
het bevel
Januari in werking
Invoerrecht op narcissen
50 pet. omlaag
Drie onvoorzichtige Amster-
damsche jongens konden
nog tijdig gered worden
DREIGEND CONFLICT
In het bakkersbedrijf
te Rotterdam
GLADHEID VAN DE WEGEN
Verkeersstagnatie bij Alphen
aan den Rijn
Anti-papisme en politiek
ook in Nederland
K. D. P.-bestuurslid voor.
Radio-Moskou
Het was een der gröotste
van Oostvoorne
KRONFELD OP WAALHAVEN
GELAND
Het Super Drone zweeftoestel
naar Schiphol
DE FILM „FRIESENNOT"
Uit de circulatie
Verlenging comtingenteeringen
Het naderende Kerstfeest roept, ieder
jaar opnieuw, lieflijke beelden voor on
zen geest. Wij hebben in onze jeugd
Kerstmis steeds vereenzelvigd met een mooi
versierden stal, met beelden van een lief kiein
kind, van engelen met wimpels, waarop Gloria
en Vrede op aarde stond, met herders en wol
lige schapen, 't Was al lief en teer aan dit
mooie feest en deze indrukken blijven ons heele
leven bij.
Toch is het niet de liturgie der Kerk, welke
op de eerste plaats deze zoete gedachten rond
om Christus' geboortefeest opwekt, integen
deel, zoowel in de dagen van voorbereiding als
op het Hoogfeest zelf verbeidt en bezingt de
kerk den Messias, den Verlosser, den Goü-
mensch, eeuwen lang voorspeld, de vervulling
der tijden, den Machtige, den Sterke, den
Vredebrenger. De vreugde van de Kerk uit zich
in deze woorden van Isaias: het licht zal heden
over ons lichten, omdat ons de Heer geboren
is: Hij zal genoemd worden de Wonderbare.
God, Vorst des Vredes, Vader van de toekom
stige eeuwen: en zijn rijk zal geen einde
hebben.
Dit is de geest der Kerk: met Kerstmis vieren
wij de gedachtenis van de komst van den Ver
losser op aarde, van den Stichter der Kerk,
van den Vernieuwer van het verbond tusschen
God en de menschen.
Van deze verheven gedachte spreekt de Mis
liturgie in de dagen van voorbereiding van het
Hoogfeest. Daarbij treffen in het bijzonder de
aanhalingen uit de profetieën van Isaias, den
grooten ziener, die het duidelijkst de komst van
den Messias heeft aangegeven.
Een van die voorzeggingen van den profeet
willen wij vandaag overdenken, omdat zij den
zich op het Kerstfeest voorbereidenden chris
ten zoo diep in de ziel pakt.
Isaias laat in den aanvang van zijn elfde
hoofdstuk God den Heer dit zeggen: Uit den
stam van Jesse zal een twijg oprijzen en een
bloem zal uit zijn wortel groeien. En op hem
zal de geest van den Heer rusten n.m. een geest
van wijsheid en verstand, een geest van raad
en sterkte, een geest van wijsheid en vroom
heid: en de geest van de vreeze des Heeren
zal hem vervullen. Niet volgens het gezicht der
oogen zal hij oordeeien; noch volgens het ge
hoor der ooren zal hü getuigen; maar hij zal
in rechtvaardigheid rechtspreken over de ar
men en in billijkheid zal hij voor de zachtmoe-
digen getuigen; en hij zal de aarde slaan met
de roede van zijn mond en met den geest van
zijn lippen zal hij den onrechtvaardige neer
slaan. En de rechtvaardigheid zal een gordel
van zijn lenden zijn.
Ziedaar den geest van den Christus, zooals
hij door God zelf aan Zijn profeet werd inge
geven. Wanneer wij vragen: wat is de Chris
tus, vinden wij hier het antwoord, een ant
woord, dat volkomen strookt met de figuur van
den historischen Christus, maar dat beschamend
is voor zeer velen Zijner naamdragers en vol
gelingen.
De Messias zou volgens de verwachting der
Joden de Verlosser van Israël zijn; maar vol
gens de duidelijke voorspellingen zou Hij wor
den en is Hij ook geworden de Verlosser van
heel het menschelijk geslacht; niet de ge
droomde Koning der Joden, die Israël over al
zijn vijanden zou doen zegevieren, maar de
Koning van een geestelijk rijk, waaraan alle
goedwillenden deel' hebben. En het kenmerk
van dien Koning, waarin al zijn eigenschap
pen als het ware besloten liggen, is, dat hij
rechtvaardig genoemd wordt.
Op het eerste gehoor moge het niet zoo'
overweldigend klinken, wanneer men van
iemand zegt, dat hij rechtvaardig is. Bij eenig
nadenken echter zien wij al heel gauw in, dat
men aan iemand geen zwaarderen eisch kan
stellen, dan dat hij absoluut rechtvaardig zij.
Al spoedig komen wij tot het besluit, dat on
rechtvaardigheid de meest kenmerkende eigen
schap van den on volmaakten mensch is en dat
wü rechtvaardigheid in den vollen zin des woords
alleen bij God kunnen zoeken.
Daarom voorspelde Isaias dan ook van den
komenden Christus, dat hij voor zijn oordeel
niet op het gezicht of op het gehoor zou af
gaan. De Farizeeën leken de rechtvaardigen
en de tollenaars heetten de dieven. Maar Chris
tus zou de eersten gepleisterde graven schel
den en van den rouwmoedigen tollenaar zou Hij
zeggen: deze ging gerechtvaardigd naar huis.
De voorgangers in den tempel, die met veel ge
raas hun tiende in de offerbus stortten, zou
Hij openlijk verachten; maar de arme weduwe,
die slechts één penning kon geven en dezen ook
gaf, zou hij prijzen. De armen, de ongelukkigen
en de lijdenden hielp Hij altijd en overal zon
der te vragen naar de mogelijke schuld aan
eigen ongeluk. Het was Hem genoeg, wanneer
zij de akte van nederigheid stelden om Hem te
vragen. Dan konden zij er zeker van zijn ge
holpen te worden. En aan zijn leerlingen pre
dikte Hy de naastenliefde als een nieyw ge
bod, als de kern van Zijn leer, een gebod, gelijk
aan het eerste, en grootste: gij zult den Heer
uw God beminnen.
Hij leerde hoe die naastenliefde in practijk
moest worden gebracht, door zijn parabel van
den barmhartigen Samaritaan, door zijn hou
ding tegenover de overspelige vrouw, („ook Ik
zal u niet veroordeelen") door de voetwas-
schtng van Zijn leerlingen op den avond voor
Zijn dood.
Welnu, de christen, die den geboortedag van
zijn Meester gaat vieren, die zich op het
Hoogfeest van Kerstmis voorbereidt en dus
meer dan anders over den Verlosser nadenkt,
hij kan niet beter doen dan zichzelf aan het
voorbeeld van den Christus te spiegelen en
zich Isaias' schildering van den Messias in het
geheugen te roepen.
Op het Kerstfeest denken wij vooral aan
Christus' menschwording, dus aan zijn men-
schelijke natuur. De mensch nu onderscheidt
zich van heel de overige schepping door zijn
verstand, zijn rede, zijn oordeel. Het is dus
voor ons menschen van het allergrootste be
lang te vragen: hoe oordeelde de God-mensch?
Isaias kondigde Hem aan als den Rechtvaar
dige en hij zegt er bij: in rechtvaardigheid zal
Hij rechtspreken over de armen en in billijk
heid zal Hij getuigen voor de zachtmoedigen.
Wij kennen allen het leven van Jezus uit de
historische bronnen en niemand is er of hij zal
getuigen: deze profetie is volkomen in vervul
ling gegaan. Maar dan is die levenspractijk van
den Christus ook een leefregel voor zijn volge
lingen. Hoe staan wij met ons oordeel over de
armen en de zachtmoedigen? Hoe heeft de oude
en de nieuwe wereld, de menschheid vóór en
na Christus, tegenover hen gestaan? Bij de
ouden was armoede een schande en zachtmoe
digheid was een nagenoeg onbekende deugd.
Homo homini lupus, de eene mensch is een
wolf voor den anderen, déze spreuk teekent de
heidensche mentaliteit.
Zijn wij, twintig eeuwen na Christus, zoo
veel beter?
Wij hebben de Latijnsche spreuk vertaald in:
dem Freche is die halbe Welt. Armoede is ook
in de oogen van de meeste christenen nog een
schande; voor den arme wordt de neus opge
trokken; geld, eer en invloed gaan samen even
als geldgebrek, eerloosheid en achteruitzet
ting.
Wij smalen op de heidensche aanbidders van
het gouden kalf: maar is onze gouddorst en
onze vereering voor het goud minder dan bij
de heidenen? Zachtmoedigen worden in een
hoek gedrongen, met medelijden aangezien. De
wereld, het aanzien, de posities, de macht zijn
voor de brutalen, de „durvers", de groote mon
den, de verwatenen. Twintig eeuwen christen
dom hebben, helaas ook op het oordeel van
vele christenen, weinig invloed gehad. En toch
is daaraan de ware christen te herkennen, niet
op de eerste plaats aan zijn stoel in de kerk.
aan zijn rang in de maatschappij of in het ver-
eenigingsleven, maar aan den geest, die hem
bezielt; of hij zijn oordeel naar dat van zijn
Meester Christus, vormt of meedeint met den
geest van het moderne heidendom.
Rechtvaardig tegenover de armen, billijk te
gen de zachtmoedigen, niet afgaand op uiter-
lijken schijn, maar zoekend naar de zuivere be
doeling van den evennaaste, onbarmhartig voor
de hoogmoedigen en huichelaars, ziedaar de
geest van den Verlosser, zooals Isaias Hem vóór
zag en zooals de Kerk Hem ons nog ieder jaar
onder ons laat geboren worden. Aan dien groo
ten Koning denken wij, naar Hem verlangen wij
en Hem moeten wij trachten te evenaren, wan
neer wij in den Adventstijd dat andere ontroe
rende vers van den grooten ziener bidden:
Rorate coelie: Dauwt hemelen van omhoog en
dat de wolken den Rechtvaardige regenen
LIBRA
Graaf Rudolf d'Ansembourg, Kamerheer in
b. d. van H. M. de Koningin deelt, in verband
met de toelatingskwestie van zijn broer in de
Eerste Kamer, mede, dat zijn vader met volle
goedkeuring des Konings in buitenlandschen
krijgsdienst is getreden.
Ten bewijze laat hij een afschrift van de
Kon. goedkeuring volgen:
9 Juny 1871
No. 13
Uittreksel
Wij Willem m, bij de Gratie Gods, Ko
ning der Nederlanden, Prins van Oranje-
Nassau, Groot Hertog van Luxemburg,
enz., enz., enz.
Op het aan Ons ingediend request van den
Graaf de Marchant d' Ansembourg, kamer
heer in Onze dienst, wonende op zijn
kasteel Neuborg gemeente Gulpen, provincie
Limburg, houdende verzoek om toestem
ming voor zijnen zoon Jean, Baptiste Con-
stantin Edgar Maria om in Pruisische krijgs
dienst te treden.
Gezien enz.
Hebben goedgevonden en verstaan:
Aan voornoemden zoon van den Graaf de
Marchant d'Ansembourg onze toestemming
te verleenen zich in Pruisische krijgsdienst
te begeven.
Onze Minister van Justitie is belast met de
uitvoering van dit besluit enz.
Het Loo, den 9 Juny 1871,
(getd.) WILLEM.
Men schrijft ons:
In het komende jaar zal de propaganda voor
het product en fabrikaat van eigen bodem op
verschillende wijze krachtiger dan ooit te vo
ren worden gevoerd.
Het bestuur der Vereeniging „Nederlandsch
Fabrikaat" heeft in het kader van deze groot-
sche campagne het plan opgevat, in 1936 in
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Groningen
en Arnhem of Nijmegen, dus in totaal vijf ten
toonstellingen te organiseeren onder den naam
„Nederlandsch Fabrikaat 1936".
De artikelen, die op deze tentoonstellingen
zullen worden gedemonstreerd, zijn die, welke
iedereen allereerst noodig heeft, en zijn samen
gevat in vier af deelingen, n.l. 1. voedings- en
genotmiddelen, hygiëne; 2. kleeding en schoei
sel; 3. de woning; 4. ontspanning; sport en
spel.
De toegangsprijs voor het publiek zal zeer
laag worden gesteld om ieder in de gelegenheid
te stellen de tentoonstelling te bezoeken.
Alles zal in het werk worden gesteld, om de
tentoonstellingen zoo aantrekkelijk mogelijk, en
dus tot een groot succes te maken, zoodat er
een krachtige propaganda van zal uitgaan voor
het gebruik van Nederlandsch fabrikaat in het
algemeen, en van de geëxposeerde artikelen in
het bijzonder.
De algemeene leiding der organisatie berust
bij het bestuur der Vereeniging „Nederlandsch
Fabrikaat"; de dagelijksche leiding is opgedra
gen aan den heer J. J. L. van Zuylen; de
aesthetische verzorging is toevertrouwd aan
den heer Ir. Job Denijs,
Een voorlooplg onderzoek wordt ingesteld bij
de betreffende firma's, of zij belangstelling
voor dit plan hebben. Van vele zijden is reeds
groote instemming betuigd.
De conclusie van den procureur-generaal bij
het Haagsche Hof in de procedure tusschen de
Vereeniging voor den Effectenhandel en de
Kon. en de Bataafsche Petroleum Maatschap
pijen ten aanzien van de uitbetaling van cou
pons op goudbasis is bepaald op 17 Januari.
Opvolger van dr. A. A. L. Rutgers als lid van
de Tweede Kamer is mr. P. A. Schwartz, bur
gemeester van Maassluis.
Omtrent het Vrijdag gesloten handelsverdrag
tusschen de Vereenigde Staten van Amerika
eenerzijds en Nederland en Koloniën ander
zijds verneemt Aneta-Holland nog de volgent*:
bijzonderheden:
Het vrijdom van invoerrecht voor koffie is
door dit verdrag automatisch verkregen, kracn-
tens de daarin opgenomen meestbegunstigings-
clausule, daar Brazilië reeds vrijdom hiervan
heeft krachtens zijn handelsverdrag met Ame
rika, en Nederland en koloniën nu denzelfdez
status innemen.
Het recht op tabak is verlaagd van 2.27A
dollar per Amerikaansch pond tot 1.87'A dol
lar en zal met 1 Juli 1936 opnieuw worden ver
laagd tot 1.50 dollar. Deze verlaging is uiterss
belangrijk en opent de mogelijkheid tot uit
breiding van de markt in Amerika voor Suma-
tra-tabak en ook voor Java-tabak, welke in
den laatsten tijd vrijwel van de Amerikaansche
markt was verdwenen.
Het invoerrecht op pandan-hoeden (welke m
Tangerang, West-Java, worden gefabriceerd) ls
verlaagd van 25 pet. ad valorem tot 12A ad
valorem.
Het vrijdom van invoerrecht op palmolie is
gefixeerd, terwijl de huidige z.g. processing-tax
voor dit product van drie dollarcent per Ameri
kaansch pond is geconsolideerd.
Hier is uw spoor
kaartje. Drie gulden
vijf en zestig.
Prachtig! En
goedkoop ook, dat
moet ik zeggen. Maar
*t is zoo laat in de
maand; kan ik niet
een paar weken cre-
diet bekomen?
(Mirroir de Paris).
Zaterdag vond in een der zalen van het
Departement van Binnenlandsche Zaken
ten overstaan van notaris mr. B. Grooten-
boer het verlijden plaats van de acte van
oprichting der N.V. Nederlandsche Omroep
Zender Maatschappij Nozema. Namens den
Staat der Nederlanden compareerde mr. J.
A. de Wilde, minister van Binnenlandsche
Zaken, terwijl als vertegenwoordigers van de
algemeene omroeporganisaties optraden:
voor de A.V.R.O. de heeren G. de Clercq en
F. P. A. van Gheel Gildemeester, voor den
K.R.O. de heer P. A. M. Speet, voor de
N.C.R.V. de heer mr. A. van der Deure en
voor de VA.R.A. de heer J. W. Lebon.
Naast den voltalligen raad van beheer der
Nozema en den directeur van het bedrijf waren
mede aanwezig de heeren ir M. H. Damme,
directeur-generaal der P.T.T., mr. dr. P. J.
Witteman en drs. Abr. Mey, leden van de Zen
dercommissie en dr. A. A. M. Enserinck, ad
junct-secretaris dezer commissie.
Na het passeeren van de acte van oprichting
heeft minister De Wilde een rede uitgesproken.
De oprichting van de Nozema is het einde
van een tijdperk in de geschiedenis van den
Nederlandschen radio-omroep en het begin van
een nieuwe phase, aldus de minister.
Dat er in dat afgeloopen tijdperk veel strijd
en misverstand is geweest, valt niet te ver
wonderen. Dat heeft men bij de toepassing van
elke nieuwe uitvinding altijd gezien.
Een van de vele vraagstukken, waarover
de meeningen zeer verdeeld waren, was het
Zendervraagstuk. De verdeeldheid der mee
ningen hing samen met een strijd van be
langen.
Het was, uit een oogpunt van nationaal
belang, de taak der regeering zich ook met
deze materie in te laten. Wat gescheiden
naast en tegenover elkaar stond, moest
voor dit speciale doel bijeengebracht worden.
De Regeering kan niet anders dan dank
baar zijn voor den geest van samenwerking,
die zich in tegenstelling met wat ieder
verwachtte bij de omroepvereenigingen
in dit opzicht heeft geopenbaard.
Indien die geest er niet geweest was, zou de
Zendercommissie in haar pogingen niet zijn
geslaagd.
Maar nu is ten slotte het resultaat bereikt,
dat men gemeenschappelijk tot een oplossing
is gekomen.
Zooeven is een N.V. opgericht waarin de be
langen van den Staat en die van de omroep
vereenigingen op m.i. gelukkige wijze in onder
linge harmonie zijn geregeld. De gemengde be
drijfsvorm leent zich daarvoor bij uitstek.
Het technisch gedeelte van den radio-om-
roep kan in de toekomst op deze wijze uitne
mend verzorgd worden, en alle beschikbare
krachten kunnen daarop worden geconcen
treerd.
Aan den raad van beheer, die zorgvuldig is
samengesteld, is daarbij een groote macht ge
geven. Dat kan ook, omdat in juiste proportie
de elementen die hier samenwerken, in dien
raad vereenigd zijn.
De taak die wacht zal niet gemakkelijk zijn.
De bestaande problemen zijn reeds ingewikkeld
en lastig, maar op dit gebied zal men telkens
weer voor nieuwe problemen komen te staan.
De namen van de mannen, die nu gezamen
lijk dit werk zullen aanvatten, zijn mij borg,
dat het met zorg en tact zal worden verricht.
Niet het minst ook de naam van den voorzit
ter, die op het terrein van den radio-omroep
reeds zooveel verdienstelijk werk tot stand
heeft mogen brengen.
Wel hebben de Kroon en de betrokken mi
nister volgens de statuten op bepaalde punten
een groote macht, maar niettemin is de raad
van beheer in het kader dier statuten een ver-
trouwenslichaam, dat zelfstandig de groote be
langen, waarom het hier gaat, te behartigen
heeft. De raad van beheer ontleent zijn rech
ten en bevoegdheden niet aan de regeering
maar aan de statutaire bepalingen. Hij zal le
ven naar eigen wet. Hij is geen uitvoerder van
wilsbesluiten van een of andere hoogere autori
teit.
De raad van beheer voert het bevel over het
schip, dat heden uitvaart.
Het is mijn hartelijke wensch, dat onder die
leiding het schip een goede reis zal hebben,
dat het, ook als de golven zich mochten ver
heffen, zeevaardig zal blijken; dat de kapitein
en de manschappen in goede eendracht zullen
samenwerken, en dat, onder den zegen Gods,
op dit voor het cultureele leven zoo belangrijke
terrein, iets goeds verricht mag worden voor
het Nederlandsche volk.
De heer H. van Boeijen, voorzitter van den
Raad van Beheer van de Nozema, heeft deze
rede met een kort woord beantwoord, waarbij
hü den nadruk legde op de aangename wijze,
waarop de leden van de Commissie van het
Zendervraagstuk bü de voorbereiding van de
Nozema hebben samengewerkt. De heer Van
Boeüen bracht in dit verband in het bijzonder
dank aan de heeren drs. Mey en mr. dr. Wit
teman, de eenige leden van de Zendercommis
sie, die niet in den Raad van Beheer zitting
zullen hebben.
Ten slotte sprak de heer G. de Clercq, voor
zitter van de A. V. R. O. namens alle omroep
vereenigingen een woord van dank voor dit
werk, dat op initiatief van den Minister tot
stand is gekomen. Hij releveerde hierbij, dat er
moeilijkheden waren geweest en dat het wel
eens gespannen had; de A. V. R. O. stelt zich
voor met alle kracht aan het succes van de
NOZEMA mede te werken.
Hierna namen de werkzaamheden van den
Raad van Beheer een aanvang.
Naast den voorzitter, den heer H. van Boeijen,
zal de Raad van Beheer bestaan uit de hee
ren ir. H. J. Boetje, mr. A. van der Deure,
P- A. Enserinck, prof. mr. P. S. Gerbrandy, J.
W. Lebon, mr. J. F. van Royen, P. A. M.
Speet en W. Vogt.
Directeur van het 2enderbedrijf is de heer
ir. A.. Dubois.
Verder is vrijdom van invoerrechten gecon
solideerd onder andere voor de volgende kolo
niale producten: tapioca, sisal, kina-bast, spe-
cerüen, aloë, slangenhuiden en rottan.
Het handelsverdrag tusschen de Vereenigde
Staten en Nederland, zal niet, zooals eerst werd
vermeld 1 Februari in werking treden, doch 1
Januari.
Het nieuwe handelsverdrag met Amerika
houdt volgens de Telegraaf o. m. in, dat het
invoerrecht op bloembollen, uitgezonderd op de
narcissen, met 50 pCt. zal worden verlaagd.
De bewering, dat de jeugd geen gevaar ziet,
is Zaterdagmiddag weer eens bewaarheid, toen
een aantal jongens te Amsterdam zich op het
hoogst onbetrouwbaar ijs begeven had van het
nieuwe Marktkanaal in West bij de Adolf van
Nassaustraat. Een van de onvoorzichtige kna
pen had, ofschoon het üs niet meer dan een
centimeter dik was, zijn schaatsen ondergebon
den en zwierde er lustig op los.
De kwade gevolgen konden uiteraard niet uit
blijven; te ongeveer half vijf brak op een plaats,
waar zich drie kinderen bevonden, de dunne
ijskorst en verdwenen de jongens onder luid
gegil in het ter plaatse meer dan twee meter
diepe kanaal. Op het hulpgeroep der anderen
spoedden zich van alle kanten burgers naar de
plaats van het ongeval. Eenigen begaven zich
te water en een man, die tot nu toe onbekend
gebleven is, wist een der drenkelingen te grijpen
en op het droge te brengen. De anderen moes
ten hun pogingen wegens krampaanvallen van
het koude water opgeven, doch intusschen waren
de twee kinderen, die zich nog in het wak be
vonden, met behulp van stokken op den wal ge
trokken.
Een van de jongens het drietal is tusschen
de tien en twaalf jaar oud ging er onmid
dellijk hard loopend van door. De beide anderen
zijn naar huis gebracht.
Het was tot nu toe de gewoonte, dat er op
tweede feestdagen in Rotterdam door het
bonafide bakkersbedrijf niet gebakken of be
zorgd werd. Dit is als regel opgenomen in de
collectieve arbeids-overeenkomst, welke tusschen
werkgevers en arbeidersorganisaties in dat be
drijf is afgesloten. De werkgevers-organisaties
hebben een dezer dagen dispensatie van deze
regeling verzocht in de bedrijfscommissie. De
uitvoeringscommissie van het contract heeft
dat verzoek uitvoerig besproken. Er bleek te
dien aanzien geen overeenstemming tusschen
werkgevers en arbeidersorganisaties te be
staan. De werkgevers-organisaties hebben
daarop besloten toch den Tweeden Kerstdag te
doen bakken en bezorgen.
De vier arbeiders-organisaties hebben een
manifest onder de bakkerij-arbeiders verspreid,
waarin de arbeiders worden opgewekt, zorg te
dragen, dat de beslissing der Bedrijfscommissie
wordt uitgevoerd.
Een en ander is aanleiding geweest voor den
rijksbemiddelaar om partijen tegen Maandag
bijeen te roepen, ten einde zoo mogelijk tot een
bevredigende oplossing te geraken.
De op sommige plaatsen totaal onberijdbare
rijksstraatweg LeidenUtrecht, welke het Oos
ten des lands met het Westelijk deel verbindt,
heeft Zaterdagochtend onder Alphen aan den
Rijn een geweldige stagnatie in het verkeer
veroorzaakt.
Tusschen Bodegraven en Alphen aan den
Rijn lagen niet minder dan vier auto's, waaron
der een zware vrachtwagen, geladen met acht
tons kaas, in de langs den weg gelegen sloot.
Te ongeveer acht uur geraakte het drukke
doorgaande verkeer in de gemeente Alphen aan
den Rijn totaal in de knoop. In de Emmalaan.
een gedeelte van den Rijksstraatweg, stona over
een afstand van pl.m. IA K.M. een file van
niet minder dan 130 auto's kris kras over den
weg. Een vrachtauto was voorover in de sloot
geraakt.
Eerst tegen tien uur, toen een zandstrooi-
machine, welke in de 10 K.M. lange gemeente
Alphen aan den Rijn handen vol werk had, de
noodige hulp had geboden, slaagde de politie
erin weer eenige orde te brengen in den ver
keerschaos, welke vele automobilisten en zaken
lieden ernstig heeft gedupeerd.
Hoewel verschillende wagens beschadigd wer
den, kwamen geen persoonlijke ongelukken voor.
In het artikel „Anti-papisme en politiek",
waarmede de zoo juist verschenen aflevering
van „De Opmarsch" opent, gaat de redactie
na, hoe in verschillende landen van Europa
en daarbuiten het anti-papisme hoogtij viert.
Maar ook in Nederland zijn we niet van Anti
papistische smetten vrij:
Anti-papisme is het eenig motief, dat domi
nee Lingbeek in de Kamer bracht. „Liever
Turksch dan paapsch" riep hij rustig in de
Tweede Kamer.
Anti-papisme is schering en inslag in de
redevoeringen van dominee Kersten en de
zijnen, wier eenige bestaansgrond ligt in haat
tegen Rome en wier innigst verlangen is, de
Katholieken weer te verlagen tot staatsburgers
tweede klasse.
Anti-papisme is de ondergrond van het stre
ven van professor Visscher, die als oud her
vormd predikant weer droomt van een herstel
van artikel 36 der Gereformeerde geloofsbe-
lqdenis, die van onze Kerk spreekt als van den
antichrist en van ons Eucharistisch geloofsge
heim als van een vervloekte afgoderij.
Anti-papisme openbaarde zich gedurende de
laatste regeerings-crisis, toen men van alle kan
ten ach en wee riep over de Katholieke fractie,
die. niet in het stof wenschte te buigen voor
minister Colijn.
Anti-papisme tiert welig in den tuin van den
heer Mussert, in wiens omgeving wij zulke
vriendelijke vrienden vinden als dominee Van
Hoogenhuijze en dominee Van Duy! en dominee
Onnekes en dominee Boissevain en dominee
Reeser en dominee Hijlkema. Wie vond er
ooit in „Volk en Vaderland" één woord van
afkeuring over hetgeen onzen geloofsbroeders in
Duitschland overkomt?
Is het wonder, dat de redenen om onze
staatkundig-georganiseerde eenheid te bewaren,
voor de Nederlandsche Katholieken sterker zijn
dan ooit?"
Reeds vele malen heeft „De Opmarsch" feiten
gesignaleerd, waaruit duidelijk bleek, in welke
bedenkelijke richting de leider, de heer C. Wes-
seling, zijn Kath. Dem. Partij bezig is te
stuwen.
Thans ziet het blad zich genoopt, een feit
mede te deelen, waaruit blijkt, hoe ver in de
K. D. P. reeds een zekere Communistische
orienteering is gevorderd: een en ander is aan
den dag gekomen door een brief, welke een
Staatspartijer, die op een zijner radio speur
tochten in Moskou terecht kwam en daar de
uitzending van speechen in de Nederlandsche
taal hoorde, ontving, toen ht) te Moskou daar
naar informeerde.
„In den brief van Radio Moskou, werden in
keurig Nederlandsch de gevraagde inlichtingen
verstrekt. Er werd op gewezen, dat diverse bui
tenlanders voor de radio komen spreken. Zoo
sprak, stond er in den brief, onlangs de Katho
liek democraat van Tekelenburg uit Breda.
Deze brief is daarom zoo belangrijk, omdat
de daarin genoemde heer Van Tekelenburg, be
stuurslid is van de afdeeling Breda der K.D.P.
Nadere inlichtingen bevestigen ons, dat ge
noemde heer zich in vleiende bewoordingen uit
laat over de toestanden in Sovjet-Rusland.
Wij achten daarom de bovenstaande pu
blicatie van belang, om onze Katholieke
landgenooten te waarschuwen tegen deze
nieuwe tendenzen in de K. D. P. Heeft de
heer Dimitrof niet het consigne gegeven om
cellenbouw te beginnen in de Katholieke
organisaties?"
Zaterdagavond omstreeks 8 uur is een groote
brand uitgebroken in hotel „Buitenlust", lig
gende aan de Hoflaan te Oostvoorne. De brand
liet zich onmiddellijk zeer ernstig aanzien en
de brandweer van Oostvoorne, die met de mo
torspuit spoedig ter plaatse verscheen, kon wei
nig tegen de fel oplaaiende vlammen uitrichten.
Een oogenblik was men nog bang dat de om
liggende perceelen het Gemeentehuis ligt
vlak naast het hotel in gevaar zouden komen,
doch de windrichting bleek gelukkig gunstig te
zq'n. Het geheele hotel, dat een der grootste van
Oostvoorne is, werd een prooi der vlammen. De
materieele schade, die de eigenaar, de heer Zoe-
termeer lijdt, is buitengewoon groot. Persoon
lijke ongelukken kwamen niet voor.
Zaterdagmiddag om half één is op het vlieg
veld Waalhaven aangekomen het Super Drone-
toestel, bestuurd door den heer Robert Kron-
feld.
Het is de bedoeling, dergelijke kleine toe
stellen in ons land te gaan vervaardigen!
Vermoedelijk zal het toestel dezer dagen
naar Schiphol te Amsterdam gaan.
Eenige weken lang heeft in de Berlijnsche
bioscopen de film „Friesennot" furore ge
maakt. Onze Berlijnsche correspondent besprak
de film en reduceerde haar verdiensten tot
enkele merkwaardige kwaliteiten. Zijn bezwa
ren echter overtroffen zijn waardeering, ge
zien de sterke anti-religieuze tendenz van dit
filmwerk.
Thans vernemen wij dat de film „Friesennot"
uit de circulatie is genomen in verband met
een conflict dat naar aanleiding van de film
is ontstaan tusschen de Sowjet-regeering en
Berlijn. Behalve anti-religieus is de film n. L
ook fel anti-communistisch
Ingediend zjjn wetsontwerpen tot regeling
bij de wet van de Kon. besluiten, waarbij de
contingenteering van naaigaren en van ka
chels, haardkachels, haarden en fornuizen werd
verlengd.