Rechtvaardig oordeel Acte van oprichting Nozema gepasseerd 1 BEGIN VAN EEN NIEUWE PHASE DOOR HET IJS GEZAKT HOTEL IN VLAMMEN OPGEGAAN ZONDAG 22 DECEMBER 1935 Ned. Fabrikaat 1936 Nederland—Amerika Regeering dankbaar voor samenwerking Uit „De Opmarsch" LEEKENPREEKEN DE KWESTIE-MARCHANT Vader van N.S.B.-lid met konink lijke goedkeuring in vreemden krijgsdienst gegaan Het is de bedoeling in vijf plaatsen des lands een tentoonstelling te organiseeren PROCEDURE OVER COUPONS OP GOUDBASIS Procureur-generaal zal 17 Januari conclusie nemen Mr. P. A. Schwartz opvolger van dr. Rutgers Te Boston (Amerika) is in het Stadion 'n springschans gebouwd voor ski-loopers Wat het verdrag voor onze Oost beteekent Wat gescheiden naast en tegen over elkaar stondmoet voor dit speciale doel bijeen gebracht worden Raad van Beheer voert het bevel Januari in werking Invoerrecht op narcissen 50 pet. omlaag Drie onvoorzichtige Amster- damsche jongens konden nog tijdig gered worden DREIGEND CONFLICT In het bakkersbedrijf te Rotterdam GLADHEID VAN DE WEGEN Verkeersstagnatie bij Alphen aan den Rijn Anti-papisme en politiek ook in Nederland K. D. P.-bestuurslid voor. Radio-Moskou Het was een der gröotste van Oostvoorne KRONFELD OP WAALHAVEN GELAND Het Super Drone zweeftoestel naar Schiphol DE FILM „FRIESENNOT" Uit de circulatie Verlenging comtingenteeringen Het naderende Kerstfeest roept, ieder jaar opnieuw, lieflijke beelden voor on zen geest. Wij hebben in onze jeugd Kerstmis steeds vereenzelvigd met een mooi versierden stal, met beelden van een lief kiein kind, van engelen met wimpels, waarop Gloria en Vrede op aarde stond, met herders en wol lige schapen, 't Was al lief en teer aan dit mooie feest en deze indrukken blijven ons heele leven bij. Toch is het niet de liturgie der Kerk, welke op de eerste plaats deze zoete gedachten rond om Christus' geboortefeest opwekt, integen deel, zoowel in de dagen van voorbereiding als op het Hoogfeest zelf verbeidt en bezingt de kerk den Messias, den Verlosser, den Goü- mensch, eeuwen lang voorspeld, de vervulling der tijden, den Machtige, den Sterke, den Vredebrenger. De vreugde van de Kerk uit zich in deze woorden van Isaias: het licht zal heden over ons lichten, omdat ons de Heer geboren is: Hij zal genoemd worden de Wonderbare. God, Vorst des Vredes, Vader van de toekom stige eeuwen: en zijn rijk zal geen einde hebben. Dit is de geest der Kerk: met Kerstmis vieren wij de gedachtenis van de komst van den Ver losser op aarde, van den Stichter der Kerk, van den Vernieuwer van het verbond tusschen God en de menschen. Van deze verheven gedachte spreekt de Mis liturgie in de dagen van voorbereiding van het Hoogfeest. Daarbij treffen in het bijzonder de aanhalingen uit de profetieën van Isaias, den grooten ziener, die het duidelijkst de komst van den Messias heeft aangegeven. Een van die voorzeggingen van den profeet willen wij vandaag overdenken, omdat zij den zich op het Kerstfeest voorbereidenden chris ten zoo diep in de ziel pakt. Isaias laat in den aanvang van zijn elfde hoofdstuk God den Heer dit zeggen: Uit den stam van Jesse zal een twijg oprijzen en een bloem zal uit zijn wortel groeien. En op hem zal de geest van den Heer rusten n.m. een geest van wijsheid en verstand, een geest van raad en sterkte, een geest van wijsheid en vroom heid: en de geest van de vreeze des Heeren zal hem vervullen. Niet volgens het gezicht der oogen zal hij oordeeien; noch volgens het ge hoor der ooren zal hü getuigen; maar hij zal in rechtvaardigheid rechtspreken over de ar men en in billijkheid zal hij voor de zachtmoe- digen getuigen; en hij zal de aarde slaan met de roede van zijn mond en met den geest van zijn lippen zal hij den onrechtvaardige neer slaan. En de rechtvaardigheid zal een gordel van zijn lenden zijn. Ziedaar den geest van den Christus, zooals hij door God zelf aan Zijn profeet werd inge geven. Wanneer wij vragen: wat is de Chris tus, vinden wij hier het antwoord, een ant woord, dat volkomen strookt met de figuur van den historischen Christus, maar dat beschamend is voor zeer velen Zijner naamdragers en vol gelingen. De Messias zou volgens de verwachting der Joden de Verlosser van Israël zijn; maar vol gens de duidelijke voorspellingen zou Hij wor den en is Hij ook geworden de Verlosser van heel het menschelijk geslacht; niet de ge droomde Koning der Joden, die Israël over al zijn vijanden zou doen zegevieren, maar de Koning van een geestelijk rijk, waaraan alle goedwillenden deel' hebben. En het kenmerk van dien Koning, waarin al zijn eigenschap pen als het ware besloten liggen, is, dat hij rechtvaardig genoemd wordt. Op het eerste gehoor moge het niet zoo' overweldigend klinken, wanneer men van iemand zegt, dat hij rechtvaardig is. Bij eenig nadenken echter zien wij al heel gauw in, dat men aan iemand geen zwaarderen eisch kan stellen, dan dat hij absoluut rechtvaardig zij. Al spoedig komen wij tot het besluit, dat on rechtvaardigheid de meest kenmerkende eigen schap van den on volmaakten mensch is en dat wü rechtvaardigheid in den vollen zin des woords alleen bij God kunnen zoeken. Daarom voorspelde Isaias dan ook van den komenden Christus, dat hij voor zijn oordeel niet op het gezicht of op het gehoor zou af gaan. De Farizeeën leken de rechtvaardigen en de tollenaars heetten de dieven. Maar Chris tus zou de eersten gepleisterde graven schel den en van den rouwmoedigen tollenaar zou Hij zeggen: deze ging gerechtvaardigd naar huis. De voorgangers in den tempel, die met veel ge raas hun tiende in de offerbus stortten, zou Hij openlijk verachten; maar de arme weduwe, die slechts één penning kon geven en dezen ook gaf, zou hij prijzen. De armen, de ongelukkigen en de lijdenden hielp Hij altijd en overal zon der te vragen naar de mogelijke schuld aan eigen ongeluk. Het was Hem genoeg, wanneer zij de akte van nederigheid stelden om Hem te vragen. Dan konden zij er zeker van zijn ge holpen te worden. En aan zijn leerlingen pre dikte Hy de naastenliefde als een nieyw ge bod, als de kern van Zijn leer, een gebod, gelijk aan het eerste, en grootste: gij zult den Heer uw God beminnen. Hij leerde hoe die naastenliefde in practijk moest worden gebracht, door zijn parabel van den barmhartigen Samaritaan, door zijn hou ding tegenover de overspelige vrouw, („ook Ik zal u niet veroordeelen") door de voetwas- schtng van Zijn leerlingen op den avond voor Zijn dood. Welnu, de christen, die den geboortedag van zijn Meester gaat vieren, die zich op het Hoogfeest van Kerstmis voorbereidt en dus meer dan anders over den Verlosser nadenkt, hij kan niet beter doen dan zichzelf aan het voorbeeld van den Christus te spiegelen en zich Isaias' schildering van den Messias in het geheugen te roepen. Op het Kerstfeest denken wij vooral aan Christus' menschwording, dus aan zijn men- schelijke natuur. De mensch nu onderscheidt zich van heel de overige schepping door zijn verstand, zijn rede, zijn oordeel. Het is dus voor ons menschen van het allergrootste be lang te vragen: hoe oordeelde de God-mensch? Isaias kondigde Hem aan als den Rechtvaar dige en hij zegt er bij: in rechtvaardigheid zal Hij rechtspreken over de armen en in billijk heid zal Hij getuigen voor de zachtmoedigen. Wij kennen allen het leven van Jezus uit de historische bronnen en niemand is er of hij zal getuigen: deze profetie is volkomen in vervul ling gegaan. Maar dan is die levenspractijk van den Christus ook een leefregel voor zijn volge lingen. Hoe staan wij met ons oordeel over de armen en de zachtmoedigen? Hoe heeft de oude en de nieuwe wereld, de menschheid vóór en na Christus, tegenover hen gestaan? Bij de ouden was armoede een schande en zachtmoe digheid was een nagenoeg onbekende deugd. Homo homini lupus, de eene mensch is een wolf voor den anderen, déze spreuk teekent de heidensche mentaliteit. Zijn wij, twintig eeuwen na Christus, zoo veel beter? Wij hebben de Latijnsche spreuk vertaald in: dem Freche is die halbe Welt. Armoede is ook in de oogen van de meeste christenen nog een schande; voor den arme wordt de neus opge trokken; geld, eer en invloed gaan samen even als geldgebrek, eerloosheid en achteruitzet ting. Wij smalen op de heidensche aanbidders van het gouden kalf: maar is onze gouddorst en onze vereering voor het goud minder dan bij de heidenen? Zachtmoedigen worden in een hoek gedrongen, met medelijden aangezien. De wereld, het aanzien, de posities, de macht zijn voor de brutalen, de „durvers", de groote mon den, de verwatenen. Twintig eeuwen christen dom hebben, helaas ook op het oordeel van vele christenen, weinig invloed gehad. En toch is daaraan de ware christen te herkennen, niet op de eerste plaats aan zijn stoel in de kerk. aan zijn rang in de maatschappij of in het ver- eenigingsleven, maar aan den geest, die hem bezielt; of hij zijn oordeel naar dat van zijn Meester Christus, vormt of meedeint met den geest van het moderne heidendom. Rechtvaardig tegenover de armen, billijk te gen de zachtmoedigen, niet afgaand op uiter- lijken schijn, maar zoekend naar de zuivere be doeling van den evennaaste, onbarmhartig voor de hoogmoedigen en huichelaars, ziedaar de geest van den Verlosser, zooals Isaias Hem vóór zag en zooals de Kerk Hem ons nog ieder jaar onder ons laat geboren worden. Aan dien groo ten Koning denken wij, naar Hem verlangen wij en Hem moeten wij trachten te evenaren, wan neer wij in den Adventstijd dat andere ontroe rende vers van den grooten ziener bidden: Rorate coelie: Dauwt hemelen van omhoog en dat de wolken den Rechtvaardige regenen LIBRA Graaf Rudolf d'Ansembourg, Kamerheer in b. d. van H. M. de Koningin deelt, in verband met de toelatingskwestie van zijn broer in de Eerste Kamer, mede, dat zijn vader met volle goedkeuring des Konings in buitenlandschen krijgsdienst is getreden. Ten bewijze laat hij een afschrift van de Kon. goedkeuring volgen: 9 Juny 1871 No. 13 Uittreksel Wij Willem m, bij de Gratie Gods, Ko ning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, Groot Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz. Op het aan Ons ingediend request van den Graaf de Marchant d' Ansembourg, kamer heer in Onze dienst, wonende op zijn kasteel Neuborg gemeente Gulpen, provincie Limburg, houdende verzoek om toestem ming voor zijnen zoon Jean, Baptiste Con- stantin Edgar Maria om in Pruisische krijgs dienst te treden. Gezien enz. Hebben goedgevonden en verstaan: Aan voornoemden zoon van den Graaf de Marchant d'Ansembourg onze toestemming te verleenen zich in Pruisische krijgsdienst te begeven. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit enz. Het Loo, den 9 Juny 1871, (getd.) WILLEM. Men schrijft ons: In het komende jaar zal de propaganda voor het product en fabrikaat van eigen bodem op verschillende wijze krachtiger dan ooit te vo ren worden gevoerd. Het bestuur der Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat" heeft in het kader van deze groot- sche campagne het plan opgevat, in 1936 in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Groningen en Arnhem of Nijmegen, dus in totaal vijf ten toonstellingen te organiseeren onder den naam „Nederlandsch Fabrikaat 1936". De artikelen, die op deze tentoonstellingen zullen worden gedemonstreerd, zijn die, welke iedereen allereerst noodig heeft, en zijn samen gevat in vier af deelingen, n.l. 1. voedings- en genotmiddelen, hygiëne; 2. kleeding en schoei sel; 3. de woning; 4. ontspanning; sport en spel. De toegangsprijs voor het publiek zal zeer laag worden gesteld om ieder in de gelegenheid te stellen de tentoonstelling te bezoeken. Alles zal in het werk worden gesteld, om de tentoonstellingen zoo aantrekkelijk mogelijk, en dus tot een groot succes te maken, zoodat er een krachtige propaganda van zal uitgaan voor het gebruik van Nederlandsch fabrikaat in het algemeen, en van de geëxposeerde artikelen in het bijzonder. De algemeene leiding der organisatie berust bij het bestuur der Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat"; de dagelijksche leiding is opgedra gen aan den heer J. J. L. van Zuylen; de aesthetische verzorging is toevertrouwd aan den heer Ir. Job Denijs, Een voorlooplg onderzoek wordt ingesteld bij de betreffende firma's, of zij belangstelling voor dit plan hebben. Van vele zijden is reeds groote instemming betuigd. De conclusie van den procureur-generaal bij het Haagsche Hof in de procedure tusschen de Vereeniging voor den Effectenhandel en de Kon. en de Bataafsche Petroleum Maatschap pijen ten aanzien van de uitbetaling van cou pons op goudbasis is bepaald op 17 Januari. Opvolger van dr. A. A. L. Rutgers als lid van de Tweede Kamer is mr. P. A. Schwartz, bur gemeester van Maassluis. Omtrent het Vrijdag gesloten handelsverdrag tusschen de Vereenigde Staten van Amerika eenerzijds en Nederland en Koloniën ander zijds verneemt Aneta-Holland nog de volgent*: bijzonderheden: Het vrijdom van invoerrecht voor koffie is door dit verdrag automatisch verkregen, kracn- tens de daarin opgenomen meestbegunstigings- clausule, daar Brazilië reeds vrijdom hiervan heeft krachtens zijn handelsverdrag met Ame rika, en Nederland en koloniën nu denzelfdez status innemen. Het recht op tabak is verlaagd van 2.27A dollar per Amerikaansch pond tot 1.87'A dol lar en zal met 1 Juli 1936 opnieuw worden ver laagd tot 1.50 dollar. Deze verlaging is uiterss belangrijk en opent de mogelijkheid tot uit breiding van de markt in Amerika voor Suma- tra-tabak en ook voor Java-tabak, welke in den laatsten tijd vrijwel van de Amerikaansche markt was verdwenen. Het invoerrecht op pandan-hoeden (welke m Tangerang, West-Java, worden gefabriceerd) ls verlaagd van 25 pet. ad valorem tot 12A ad valorem. Het vrijdom van invoerrecht op palmolie is gefixeerd, terwijl de huidige z.g. processing-tax voor dit product van drie dollarcent per Ameri kaansch pond is geconsolideerd. Hier is uw spoor kaartje. Drie gulden vijf en zestig. Prachtig! En goedkoop ook, dat moet ik zeggen. Maar *t is zoo laat in de maand; kan ik niet een paar weken cre- diet bekomen? (Mirroir de Paris). Zaterdag vond in een der zalen van het Departement van Binnenlandsche Zaken ten overstaan van notaris mr. B. Grooten- boer het verlijden plaats van de acte van oprichting der N.V. Nederlandsche Omroep Zender Maatschappij Nozema. Namens den Staat der Nederlanden compareerde mr. J. A. de Wilde, minister van Binnenlandsche Zaken, terwijl als vertegenwoordigers van de algemeene omroeporganisaties optraden: voor de A.V.R.O. de heeren G. de Clercq en F. P. A. van Gheel Gildemeester, voor den K.R.O. de heer P. A. M. Speet, voor de N.C.R.V. de heer mr. A. van der Deure en voor de VA.R.A. de heer J. W. Lebon. Naast den voltalligen raad van beheer der Nozema en den directeur van het bedrijf waren mede aanwezig de heeren ir M. H. Damme, directeur-generaal der P.T.T., mr. dr. P. J. Witteman en drs. Abr. Mey, leden van de Zen dercommissie en dr. A. A. M. Enserinck, ad junct-secretaris dezer commissie. Na het passeeren van de acte van oprichting heeft minister De Wilde een rede uitgesproken. De oprichting van de Nozema is het einde van een tijdperk in de geschiedenis van den Nederlandschen radio-omroep en het begin van een nieuwe phase, aldus de minister. Dat er in dat afgeloopen tijdperk veel strijd en misverstand is geweest, valt niet te ver wonderen. Dat heeft men bij de toepassing van elke nieuwe uitvinding altijd gezien. Een van de vele vraagstukken, waarover de meeningen zeer verdeeld waren, was het Zendervraagstuk. De verdeeldheid der mee ningen hing samen met een strijd van be langen. Het was, uit een oogpunt van nationaal belang, de taak der regeering zich ook met deze materie in te laten. Wat gescheiden naast en tegenover elkaar stond, moest voor dit speciale doel bijeengebracht worden. De Regeering kan niet anders dan dank baar zijn voor den geest van samenwerking, die zich in tegenstelling met wat ieder verwachtte bij de omroepvereenigingen in dit opzicht heeft geopenbaard. Indien die geest er niet geweest was, zou de Zendercommissie in haar pogingen niet zijn geslaagd. Maar nu is ten slotte het resultaat bereikt, dat men gemeenschappelijk tot een oplossing is gekomen. Zooeven is een N.V. opgericht waarin de be langen van den Staat en die van de omroep vereenigingen op m.i. gelukkige wijze in onder linge harmonie zijn geregeld. De gemengde be drijfsvorm leent zich daarvoor bij uitstek. Het technisch gedeelte van den radio-om- roep kan in de toekomst op deze wijze uitne mend verzorgd worden, en alle beschikbare krachten kunnen daarop worden geconcen treerd. Aan den raad van beheer, die zorgvuldig is samengesteld, is daarbij een groote macht ge geven. Dat kan ook, omdat in juiste proportie de elementen die hier samenwerken, in dien raad vereenigd zijn. De taak die wacht zal niet gemakkelijk zijn. De bestaande problemen zijn reeds ingewikkeld en lastig, maar op dit gebied zal men telkens weer voor nieuwe problemen komen te staan. De namen van de mannen, die nu gezamen lijk dit werk zullen aanvatten, zijn mij borg, dat het met zorg en tact zal worden verricht. Niet het minst ook de naam van den voorzit ter, die op het terrein van den radio-omroep reeds zooveel verdienstelijk werk tot stand heeft mogen brengen. Wel hebben de Kroon en de betrokken mi nister volgens de statuten op bepaalde punten een groote macht, maar niettemin is de raad van beheer in het kader dier statuten een ver- trouwenslichaam, dat zelfstandig de groote be langen, waarom het hier gaat, te behartigen heeft. De raad van beheer ontleent zijn rech ten en bevoegdheden niet aan de regeering maar aan de statutaire bepalingen. Hij zal le ven naar eigen wet. Hij is geen uitvoerder van wilsbesluiten van een of andere hoogere autori teit. De raad van beheer voert het bevel over het schip, dat heden uitvaart. Het is mijn hartelijke wensch, dat onder die leiding het schip een goede reis zal hebben, dat het, ook als de golven zich mochten ver heffen, zeevaardig zal blijken; dat de kapitein en de manschappen in goede eendracht zullen samenwerken, en dat, onder den zegen Gods, op dit voor het cultureele leven zoo belangrijke terrein, iets goeds verricht mag worden voor het Nederlandsche volk. De heer H. van Boeijen, voorzitter van den Raad van Beheer van de Nozema, heeft deze rede met een kort woord beantwoord, waarbij hü den nadruk legde op de aangename wijze, waarop de leden van de Commissie van het Zendervraagstuk bü de voorbereiding van de Nozema hebben samengewerkt. De heer Van Boeüen bracht in dit verband in het bijzonder dank aan de heeren drs. Mey en mr. dr. Wit teman, de eenige leden van de Zendercommis sie, die niet in den Raad van Beheer zitting zullen hebben. Ten slotte sprak de heer G. de Clercq, voor zitter van de A. V. R. O. namens alle omroep vereenigingen een woord van dank voor dit werk, dat op initiatief van den Minister tot stand is gekomen. Hij releveerde hierbij, dat er moeilijkheden waren geweest en dat het wel eens gespannen had; de A. V. R. O. stelt zich voor met alle kracht aan het succes van de NOZEMA mede te werken. Hierna namen de werkzaamheden van den Raad van Beheer een aanvang. Naast den voorzitter, den heer H. van Boeijen, zal de Raad van Beheer bestaan uit de hee ren ir. H. J. Boetje, mr. A. van der Deure, P- A. Enserinck, prof. mr. P. S. Gerbrandy, J. W. Lebon, mr. J. F. van Royen, P. A. M. Speet en W. Vogt. Directeur van het 2enderbedrijf is de heer ir. A.. Dubois. Verder is vrijdom van invoerrechten gecon solideerd onder andere voor de volgende kolo niale producten: tapioca, sisal, kina-bast, spe- cerüen, aloë, slangenhuiden en rottan. Het handelsverdrag tusschen de Vereenigde Staten en Nederland, zal niet, zooals eerst werd vermeld 1 Februari in werking treden, doch 1 Januari. Het nieuwe handelsverdrag met Amerika houdt volgens de Telegraaf o. m. in, dat het invoerrecht op bloembollen, uitgezonderd op de narcissen, met 50 pCt. zal worden verlaagd. De bewering, dat de jeugd geen gevaar ziet, is Zaterdagmiddag weer eens bewaarheid, toen een aantal jongens te Amsterdam zich op het hoogst onbetrouwbaar ijs begeven had van het nieuwe Marktkanaal in West bij de Adolf van Nassaustraat. Een van de onvoorzichtige kna pen had, ofschoon het üs niet meer dan een centimeter dik was, zijn schaatsen ondergebon den en zwierde er lustig op los. De kwade gevolgen konden uiteraard niet uit blijven; te ongeveer half vijf brak op een plaats, waar zich drie kinderen bevonden, de dunne ijskorst en verdwenen de jongens onder luid gegil in het ter plaatse meer dan twee meter diepe kanaal. Op het hulpgeroep der anderen spoedden zich van alle kanten burgers naar de plaats van het ongeval. Eenigen begaven zich te water en een man, die tot nu toe onbekend gebleven is, wist een der drenkelingen te grijpen en op het droge te brengen. De anderen moes ten hun pogingen wegens krampaanvallen van het koude water opgeven, doch intusschen waren de twee kinderen, die zich nog in het wak be vonden, met behulp van stokken op den wal ge trokken. Een van de jongens het drietal is tusschen de tien en twaalf jaar oud ging er onmid dellijk hard loopend van door. De beide anderen zijn naar huis gebracht. Het was tot nu toe de gewoonte, dat er op tweede feestdagen in Rotterdam door het bonafide bakkersbedrijf niet gebakken of be zorgd werd. Dit is als regel opgenomen in de collectieve arbeids-overeenkomst, welke tusschen werkgevers en arbeidersorganisaties in dat be drijf is afgesloten. De werkgevers-organisaties hebben een dezer dagen dispensatie van deze regeling verzocht in de bedrijfscommissie. De uitvoeringscommissie van het contract heeft dat verzoek uitvoerig besproken. Er bleek te dien aanzien geen overeenstemming tusschen werkgevers en arbeidersorganisaties te be staan. De werkgevers-organisaties hebben daarop besloten toch den Tweeden Kerstdag te doen bakken en bezorgen. De vier arbeiders-organisaties hebben een manifest onder de bakkerij-arbeiders verspreid, waarin de arbeiders worden opgewekt, zorg te dragen, dat de beslissing der Bedrijfscommissie wordt uitgevoerd. Een en ander is aanleiding geweest voor den rijksbemiddelaar om partijen tegen Maandag bijeen te roepen, ten einde zoo mogelijk tot een bevredigende oplossing te geraken. De op sommige plaatsen totaal onberijdbare rijksstraatweg LeidenUtrecht, welke het Oos ten des lands met het Westelijk deel verbindt, heeft Zaterdagochtend onder Alphen aan den Rijn een geweldige stagnatie in het verkeer veroorzaakt. Tusschen Bodegraven en Alphen aan den Rijn lagen niet minder dan vier auto's, waaron der een zware vrachtwagen, geladen met acht tons kaas, in de langs den weg gelegen sloot. Te ongeveer acht uur geraakte het drukke doorgaande verkeer in de gemeente Alphen aan den Rijn totaal in de knoop. In de Emmalaan. een gedeelte van den Rijksstraatweg, stona over een afstand van pl.m. IA K.M. een file van niet minder dan 130 auto's kris kras over den weg. Een vrachtauto was voorover in de sloot geraakt. Eerst tegen tien uur, toen een zandstrooi- machine, welke in de 10 K.M. lange gemeente Alphen aan den Rijn handen vol werk had, de noodige hulp had geboden, slaagde de politie erin weer eenige orde te brengen in den ver keerschaos, welke vele automobilisten en zaken lieden ernstig heeft gedupeerd. Hoewel verschillende wagens beschadigd wer den, kwamen geen persoonlijke ongelukken voor. In het artikel „Anti-papisme en politiek", waarmede de zoo juist verschenen aflevering van „De Opmarsch" opent, gaat de redactie na, hoe in verschillende landen van Europa en daarbuiten het anti-papisme hoogtij viert. Maar ook in Nederland zijn we niet van Anti papistische smetten vrij: Anti-papisme is het eenig motief, dat domi nee Lingbeek in de Kamer bracht. „Liever Turksch dan paapsch" riep hij rustig in de Tweede Kamer. Anti-papisme is schering en inslag in de redevoeringen van dominee Kersten en de zijnen, wier eenige bestaansgrond ligt in haat tegen Rome en wier innigst verlangen is, de Katholieken weer te verlagen tot staatsburgers tweede klasse. Anti-papisme is de ondergrond van het stre ven van professor Visscher, die als oud her vormd predikant weer droomt van een herstel van artikel 36 der Gereformeerde geloofsbe- lqdenis, die van onze Kerk spreekt als van den antichrist en van ons Eucharistisch geloofsge heim als van een vervloekte afgoderij. Anti-papisme openbaarde zich gedurende de laatste regeerings-crisis, toen men van alle kan ten ach en wee riep over de Katholieke fractie, die. niet in het stof wenschte te buigen voor minister Colijn. Anti-papisme tiert welig in den tuin van den heer Mussert, in wiens omgeving wij zulke vriendelijke vrienden vinden als dominee Van Hoogenhuijze en dominee Van Duy! en dominee Onnekes en dominee Boissevain en dominee Reeser en dominee Hijlkema. Wie vond er ooit in „Volk en Vaderland" één woord van afkeuring over hetgeen onzen geloofsbroeders in Duitschland overkomt? Is het wonder, dat de redenen om onze staatkundig-georganiseerde eenheid te bewaren, voor de Nederlandsche Katholieken sterker zijn dan ooit?" Reeds vele malen heeft „De Opmarsch" feiten gesignaleerd, waaruit duidelijk bleek, in welke bedenkelijke richting de leider, de heer C. Wes- seling, zijn Kath. Dem. Partij bezig is te stuwen. Thans ziet het blad zich genoopt, een feit mede te deelen, waaruit blijkt, hoe ver in de K. D. P. reeds een zekere Communistische orienteering is gevorderd: een en ander is aan den dag gekomen door een brief, welke een Staatspartijer, die op een zijner radio speur tochten in Moskou terecht kwam en daar de uitzending van speechen in de Nederlandsche taal hoorde, ontving, toen ht) te Moskou daar naar informeerde. „In den brief van Radio Moskou, werden in keurig Nederlandsch de gevraagde inlichtingen verstrekt. Er werd op gewezen, dat diverse bui tenlanders voor de radio komen spreken. Zoo sprak, stond er in den brief, onlangs de Katho liek democraat van Tekelenburg uit Breda. Deze brief is daarom zoo belangrijk, omdat de daarin genoemde heer Van Tekelenburg, be stuurslid is van de afdeeling Breda der K.D.P. Nadere inlichtingen bevestigen ons, dat ge noemde heer zich in vleiende bewoordingen uit laat over de toestanden in Sovjet-Rusland. Wij achten daarom de bovenstaande pu blicatie van belang, om onze Katholieke landgenooten te waarschuwen tegen deze nieuwe tendenzen in de K. D. P. Heeft de heer Dimitrof niet het consigne gegeven om cellenbouw te beginnen in de Katholieke organisaties?" Zaterdagavond omstreeks 8 uur is een groote brand uitgebroken in hotel „Buitenlust", lig gende aan de Hoflaan te Oostvoorne. De brand liet zich onmiddellijk zeer ernstig aanzien en de brandweer van Oostvoorne, die met de mo torspuit spoedig ter plaatse verscheen, kon wei nig tegen de fel oplaaiende vlammen uitrichten. Een oogenblik was men nog bang dat de om liggende perceelen het Gemeentehuis ligt vlak naast het hotel in gevaar zouden komen, doch de windrichting bleek gelukkig gunstig te zq'n. Het geheele hotel, dat een der grootste van Oostvoorne is, werd een prooi der vlammen. De materieele schade, die de eigenaar, de heer Zoe- termeer lijdt, is buitengewoon groot. Persoon lijke ongelukken kwamen niet voor. Zaterdagmiddag om half één is op het vlieg veld Waalhaven aangekomen het Super Drone- toestel, bestuurd door den heer Robert Kron- feld. Het is de bedoeling, dergelijke kleine toe stellen in ons land te gaan vervaardigen! Vermoedelijk zal het toestel dezer dagen naar Schiphol te Amsterdam gaan. Eenige weken lang heeft in de Berlijnsche bioscopen de film „Friesennot" furore ge maakt. Onze Berlijnsche correspondent besprak de film en reduceerde haar verdiensten tot enkele merkwaardige kwaliteiten. Zijn bezwa ren echter overtroffen zijn waardeering, ge zien de sterke anti-religieuze tendenz van dit filmwerk. Thans vernemen wij dat de film „Friesennot" uit de circulatie is genomen in verband met een conflict dat naar aanleiding van de film is ontstaan tusschen de Sowjet-regeering en Berlijn. Behalve anti-religieus is de film n. L ook fel anti-communistisch Ingediend zjjn wetsontwerpen tot regeling bij de wet van de Kon. besluiten, waarbij de contingenteering van naaigaren en van ka chels, haardkachels, haarden en fornuizen werd verlengd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 5