Is er politieke kerstvrede
in Oostenrijk?
w
R.K. Werkliedenverbond bijeen
BELANGRIJKE PUNTEN OP
DE AGENDA
KAARSEN
mmm
DE VERHOUDING DER
GROEPEN
VRIJDAG 27 DECEMBER 1935
Het ledental houdt
zich goed
Sociale Geschiedenis
Kaarslicht,
feestlicht!
Extra-treinen
Regeering en defensie
Een volksreferendum?
In zijn openingswoord heeft de
voorzitterde heer A. C. de
Bruyn, aan het beleid der
regeering een beschou
wing gewijd
Wat ons beroert
A. C. de Bruijn
STEUNVERLEENING
Oudere onderofficieren als ge
meentelijke controleurs
ECON. TECHN. DIENST
Installatie Raad van Advies
MUIDERPOORTSTATION
TE AMSTERDAM
Groote aanbesteding bij de
Ned. Spoorwegen
Internationaal Instituut te
Amsterdam opgericht
LANDBOUWINDUSTRIEËN
Intern, congres te Scheveningen
MOOIE SCHEEPSBOUWORDER
Zes elevatorschepen bij „De Klop"
te Sliedrecht
ROODE KERSTREDE
Geen Troelstra meer
Met kaarslicht ziet
alles er prettiger,
phantasievoller uit.
In die vertrouwelijke
sfeer komt gij in de
ware feeststemming.
Een geslaagd feest
is een feest met
kaarslicht.
,'t gezelligste licht
is kaarslicht"
GOTHISCHE
Koninkl. Stearine Kaarsenfabriek Gouda
De Spoorwegen op Oude jaars
avond
H. F. VAN NULAND t
PELGRIMSREIS TE VOET
Naar Lourdes en Rome
EXAMENS
Hitier wenscht thans aan de
historische ontwikkeling
den vrijen loop te laten
Worden de soldaten verwend?
PAUL BOURGET t
Van pessimisme tot Katholicisme
De heden in hotel „Noord-Brabant" te
Utrecht gehouden najaarsvergadering van
het R- K. Werkliedenverbond in Nederland
werd door den voorzitter, den heer A. C.
de Bruijn geopend met eene rede, waaraan
wij het volgende ontleenen:
Zonder overdrijving kan worden gezegd, dat
In deze vergadering zeer gewichtige zaken zul
len behandeld worden, zaken waaruit, wij
mogen het met vreugde constateeren, kan blij
ken, dat onze katholieke Arbeidersbeweging niet
in een crisis-geest ondergaat, doch met moed
en volharding haar cultureele en sociaal-econo
mische taak blijft vervullen; wij denken hierbij
in het bijzonder aan het voorstel om een Ge
meenschapsoord te bouwen en dat van St. Ra
phael (behandeld in de vakbondsvergadering)
om de bijdragen voor het Reservefonds, voor-
loopig te bestemmen „voor voorzieningen in
onze beweging, verband houdende met bijzondere
nooden en extremistische strevingen".
Het zal gen tegenspraak ontmoeten indien
wij zeggen, dat 1935 in economisch opzicht een
troosteloozen aanblik geeft. Steeds meer zagen
wat nog aan welvaart restte inschrompelen;
steeds grooter werd het aantal van hen, die zich
beroofd zagen van de gelegenheid om hun ar
beidskracht economisch-nuttig aan te wenden.
En bij hoevelen heeft de bittere nood niet
zijn intrede gedaan!
Herhaaldelijk heeft ons Verbond zich ver
plicht geacht stelling te nemen tegen een
beleid, dat deze gevolgen, zooal niet veroor
zaakte, dan toch onmachtig bleek ze te voor
komen of op te vangen. (Zaterdag spreekt in
deze vergadering oud-minister Steenberghe, die
de verantwoordelijkheid als minister van Eco
nomische Zaken voor het aangedude beleid
niet langer kon dragen en ontslag nam, over
de economische positie van ons land.)
Het is niet zonder beteekenis, dat onder de
katholieken die in ons land een verantwoorde
lijke sociaal-economische positie bekleeden,
over het gevoerde beleid vrijwel eenstemmig
heid bestaat, zooals laatstelijk gebleken is op
het industrialisatie-congres hetwelk door de
vier katholieke sociale organisaties gehouden
is met als inzet: werkbehoud en werkverrui
ming. Dat ontslaat ons er thans van veel te
zeggen.
Alleen dit hoog-erastige woord: dat zij die
het roer in handen hebben, toch wel een ont
stellend zware verantwoordelijkheid tegenover
heel ons volk op zich laden, indien ook zij niet,
thans bij het einde van dit rampspoedig jaar,
diep-emstig de vraag overwegen of de koers,
dien zij, ongetwijfeld uit eerlijke overtuiging
en met grimmige vastberadenheid, tot dusver
gevolgd hebben, wel de juiste is.
De juiste, ondanks alles, ondanks de
verdere inzinking van ons bedrijfsleven,
ondanks de benauwende toename der
werkloosheid, ondanks verhooging der be
lasting, ondanks verhooging van de prij
zen van verschillende levensmiddelen, on
danks het toch wel gebleken feit, dat het
gevoerde economisch beleid heeft gefaald.
Zou het niet worden toegejuicht indien van
richting, van beleid werd veranderd? Is
het niet beter ten halve te keeren dan ten
einde toe te dwalen?
Ons woord richt zich niet tot de vertegen
woordigers van de Kath. Staatspartij in de
Tweede Kamer. Zij hebben, laatstelijk nog
voor eenige maanden, ernstig getracht de
Regeering tot andere gedachten te brengen.
De toestand van ons land de laatste
cijfers doen zien dat het aantal werkloozen
tot ruim 413.000 is gestegen wordt steeds
meer bedenkelijk en het is geen holle
frase wanneer wij wijsheid en inzicht toe-
bidden aan de Regeering en aan hen die
mede verantwoordelijk zijn.
Stond ons Verbond en zijn aangesloten bon
den tegenover de algemeene richting in het
economisch beleid vrijwel machteloos, waar
het nood kon lenigen en leed verzachten, de
gevolgen dus kon opvangen of beperken, heb
ben zij niet stil gezeten.
De uiterst moeilijke en verantwoordelijke taak
van onze vakbonden ter beperking van loons
verlaging wordt lang niet altijd voldoende be
grepen en gewaardeerd; onverantwoordelijke
elementen laten niet na, men denke in het bij-
zcnder aan het gebeurde in Tilburg, den ellen-
digen toestand van het oogenblik ten bate van
partijbelangen uit te buiten.
Het grootste gedeelte van de werkzaamheid
onzer beweging Is zonder eenigen twijfel inge
steld op werkloosheidsverzekering, werkver
schaffing en steun ver leening; letterlijk wordt
niets onbenut gelaten om het moreele en mate-
rieele leed van de oudere en jeugdige werkloo
zen te verzachten. Onze twee speciale „dien
sten" ten bate van de oudere en jongere werk
loozen werken eiken dag onder hoogen druk.
Dat ons ledental, ondanks de lang aan
houdende, zooveel goeds vernielende crisis,
ondanks „de bezeten wereld", waarop
prof. Huizinga in zijn „schaduwen van
morgen" wijst, zich nog zoo betrekkelijk
goed houdt, mag tot verheugenis stemmen.
Is er niets dan schaduw?
Wij zouden dat niet gaarne willen beweren.
Het is misschien mede tengevolge van de waar-
ceering welke wij hebben voor de kennis, den
ijver, de werkkracht en den durf van minister
Gelissen, welke een overigens, zoo wij opmerk
ten, gerechtvaardigd pessimisme eenigszins zou
den temperen.
Indien hij de wet op het algemeen bindend
en onverbindend-verklaren van ondeme-
mersovereenkomsten binnen korten tijd daad
werkelijk weet te effectueeren; indien hij zorgt,
dat de Bedrijfsraden reden van bestaan krijgen
door hun een sociaal-economische taak to ge
ven; indien zijn (komende) financierings-in-
stituut de levensvatbare bestaande en eveneens
levensvatbare nieuwe industrieën krachtig en
vooral ook vlot, helpt; zijn ontwerp-vestigings
wet spoedig wetskracht krijge; indien Z.Exc.
zijn denkbeeld nopens de verkorting van den
arbeid ter bestrijding van de werkloosheid en
ter compensatie der mechanisatie, weet te ver
wezenlijken; indien hij de niet-rationeele
mechanisatie, niet-rationeel in zooverre zij
den menschen ten nadeele is weet te stui
ten, indien het kabinet en het parlement
hem bij den opgenoemden arbeid van harte
zouden willen steunen, dan zouden wezen
lijk lichtpunten zijn te ontdekken aan den in
derdaad zwaar bewolkten volkshuishoudkundi
gen hemel
Het zal aan het Verbond niet liggen om te
bevorderen dat, zoo mogelijk, die lichtpunten
een lichtvlak worden.
De Minister van Staat, Minister van Defen
sie a.i., en de Minister van Sociale Zaken,
hebben gezamenlijk een regeling getroffen,
krachtens welke voor de controle op de steun-
verleening aan werkloozen, enz. oudere onder
officieren ter beschikking van de gemeentebe
sturen gesteld zullen kunnen worden tegen ver
goeding van een bescheiden bijdrage in de kosten
van de bezoldiging dezer functionarissen.
Gegadigden voor zoodanige plaatsing worden
daartoe opgeroepen bij een eerstdaags ver
schijnende legerorder.
vijfde Congres hier te ontvangen, het voor
zitterschap van de Commissie van Voorberei
ding op zich had genomen. De heer Humme-
linck gaf daarna het voorzitterschap over aan
dr. Rutgers, die als voorzitter van het Congres
zal optreden.
Nadat de Commissie van Voorbereiding ver
slag van haar werkzaamheden, had uitgebracht,
werd een Uitvoerend Comité gekozen, bestaande
uit de heeren M. G. Wagenaar Hummelinck,
voorzitter; dr. ir. J. P- Dudok van Heel, secre
taris-generaal; dr. ir. C. W. Schonebaum, the
saurier; ir. G. J. van Dusseldorp, dr. ir. E. Elion
en ir. J. E. Waterman. Daarna werd de be
grooting en het reglement van het Congres
goedgekeurd.
Zaterdagmiddag om 12 uur zal in de Staten
zaal van het Gouvernementsgebouw te Haarlem
de Raad van Advies van den Economisch-Tech-
nologischen Dienst van Noord-Holland worden
geïnstalleerd.
De Ned. Spoorwegen hebben Dinsdag aanbe
steed het maken van een onderdoorgang onder
den spoorweg tusschen de Wijttenbachstraat en
den Insulindeweg en een onder den spoorweg
tusschen de Celebesstraat en het toekomstige
voorplein voor de halte Muiderpoort en voorts
het maken van een keermuur langs de Celebes
straat, met bijkomende werken te Amsterdam.
Het bestek was als volgt verdeeld: A. ver-
voermaterialen per spoor en met gebruikmaking
van grooiendeels Amsterdamsche werkkrach
ten; B. vervoer naar keuze met gebruik werk
krachten als onder A; C. Vervoer materialen per
spoor en geen verplichting omtrent werkkrach
ten; D. vervoer naar keuze en geen verplich
ting omtrent werkkrachten.
De raming bedroeg f 318.000.
Laagste inschrijvers waren: A.: A. v. d.
Voorde te Amsterdam voor f 285.900; B. C. en
D.: N.V. „Het Spoorwegbouwbedrijf" te Utrecht
voor resp. f 285.200.—, f 283.700.—, f 277.700.—.
Het toenemend belang van de sociale ge
schiedenis stelde reeds geruimen tijd het tot
stand komen van een wetenschappelijk lichaam,
dat zich met de bestudeering van dit gebied
zou belasten, aan de orde. Door de samen
werking van de Centrale Arbeidersverzeke-
rings- en Deposito-Bank te 's-Gravenhage en
het Nederlandsch Economisch-Historisch Ar
chief, is het thans mogelijk geworden de stich
ting het „Internationaal Instituut voor Sociale
Geschiedenis" op te richten, waarvoor de ge
meente Amsterdam een ruim gebouw aan de
Keizersgracht <264 ter beschikking heeft ge
steld.
Het doel van het Instituut is het bevorderen
van de kennis en de wetenschappelijke studie
van de nationale en internationale sociale ge
schiedenis.
Het Bestuur der Stichting bestaat uit de
heeren Nehemia de Lieme, voorzitter, prof.
mr. N. W. Posthumus, secretaris, jhr. dr. P.
J. van Winter, tezamen vormend het dagelijksch
bestuur, prof. d>r. H. Brugmans, prof. mr. I. B.
Cohen, mej. dr. Jane de Iongh, J. Oudegeest,
dr. H. B. Wiardi Beekman, verder uit prof. dr.
H. Bolkestein, die door de afdeeling Letter
kunde der Koninklijke Academie van Weten
schappen en uit prof. dr. J. S. Theissen, die
door de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte
der Universiteit van Amsterdam, uit haar
midden als bestuurslden zijn aangewezen.
Als directeur zal prof. Posthumus optreden.
Maandagmiddag vergaderde voor de eerste
maal onder voorzitterschap van dr- A. A. L.
Rutgers, de Nationale Commissie van Land
bouwindustrieën.
Het doel van deze Commissie is het organi-
seeren van het Vijfde Internationale Technische
?n Chemische Congres van Landbouwindustrieën,
hetwelk van 5 tot 10 Juli 1937 te Scheveningen
zal worden gehouden.
Vorige congressen werden te Parijs en te
Brussel gehouden.
De vergadering werd geopend door den heer
M. G- Wagenaar Hummelinck, die de Neder-
landsche Regeering op de congressen te Parijs
en te Brussel vertegenwoordigde en die, nadat
de Regeering zich bereid had verklaard het
De N.V. Scheepsbouwwerf en Machinefabriek
„De Klop" te Sliedrecht, heeft, naar het Volk
meldt, opdracht gekregen voor den bouw van
zes elevatorschepen, elk met een laadvermogen
van 1200 ton.
De schepen, die gebouwd worden onder klasse
Bureau Veritas, krijgen de volgende afmetin
gen: lengte 53 m., breedte over de spanten 9.60
m. en holte 3.20 m.
Op de Elbe werd 'n Engelsche boot ten
gevolge van een botsing zoo zwaar geha
vend, dat bergingsschepen slechts met
groote moeite den stoomer aan den
grond konden zetten
De Kerstrede van Troelstra was oudtijds in de
historie der soc. democratie ten onzent een der
hoogtepunten van de roode actie. Maar al was
er thans nog een Kerstbijefenkomst, ditmaal in
de Apollohal te Amsterdam, aan belangrijkheid
heeft deze bijeenkomst sterk ingeboet. De voor
zitter de heer Ed. Polak deelde mede dat de heer
Albarda wegens' een ongeval verhinderd was zijn
rede te houden.
De voorzitter vertelde voorts, dat in Januari
een plan-week wordt gehouden. Daarvoor is van
de gemeente gehuurd de grootste zaal in Neder
land, n.l. de Centrale Markthal van Amsterdam.
De liberalen die zoo'n zaal niet kunnen vol krij
gen, misgunnen ze ons. Toch heeft het ge
meentebestuur ze ons afgestaan!
De heer Koos Vorrink de partij-voorzitter
hield alsdan een Kerstrede. In Nederland zijn
400.000, in Amsterdam 50.000 werkloozen. Groot
is het leed der jeugd. Ons volk wordt bedreigd
door verarming en ondervoeding. „Geeft ons ar
beid, brood en vrede" klinkt de roep. 14.000 ar
beiders zijn aan werk geholpen maar het jaar-
lijksche accres van werkzoekenden is 25.000. In
moeilijke tijden als thans is een sterke regeering
noodig waar de vrijheden des volks moeten be
schermd. Een dam moet opgeworpen tegen ex
treem links en rechts. Maar terwijl men weinig
merkt van optreden tegen N.S.B. wordt een raz
zia gehouden onder roode tulpen en roode broe
ders.
Men tracht het gezag te intimideeren. Minister
de Wilde maakte bij de Beul-affaire burge
meester de Vlugt tot schande, die krachtig en
moedig optrad. Mussert is hier overwinnaar.
Van een sterke regeering is hier geen sprake.
Het rammelt in vele lagen des volks. En overal
in de wereld is oorlogsgerucht. Daarom moet
tegenover een om zich heen grijpend fascisme
gesteld worden de bevrijdende democratie. Met
een verheerlijking van het socialisme werd de
rede besloten.
SELL. MORE
Naar wij vernemen hebben de Spoorwegen
extra maatregelen genomen voor vervoer van
reizigers in den nacht van 31 December op 1
Januari a.s. Het feit, dat een groot aantal men
schen den Oudejaarsavond pleegt door te bren
gen bij familie of anderszins in Amsterdam,
Rotterdam of Den Haag, zelf niet in deze ste
den wonende, is aanleiding geweest om ter wil
le van het publiek de volgende extraverbindin
gen 1, 2, 3 kl. tot stand te brengen.
Oudejaarsavond te Amsterdam:
Extraverbindingen Amsterdam CS V. 2.30;
Haarlem A. 2.48; Leiden A. 3.18; Den Haag HSM
A. 3.36; Rotterdam DP A. 4.05; Amsterdam CS
V. 2.34; NaardenBussum A. 3.06; Hilversum A.
3.18; Amsterdam WP V. 2.30; Utrecht CS. A.
3.03.
Oudejaarsavond te Den Haag:
Extraverbindingen Den Haag HSM V. 1.55;
Delft A. 2.03; Schiedam A. 2.11; Rotterdam DP
A. 2.15; Den Haag HSM V. 3.11; Leiden A. 3.27;
Haarlém A. 3.57; Amsterdam CS A. 4.19.
Oudejaarsavond te Rotterdam:
Extraverbindingen Rotterdam DP V. 1.30;
Schiedam A. 1.34; Delft A. 1.43; Den Haag HSM
A. 1.50; Rotterdam DP V. 2.40; Leiden A. 3.27;
Haarlem A. 3.57; Amsterdam CS A. 4.19.
Wat betreft de geldigheid van plaatsbewijzen
worden bovengenoemde treinen beschouwd te
zijn de laatste van 31 December. Men kan dus
met eendaagsche retourkaarten, genomen 31
December, met deze treinen terugkeeren.
Dinsdag is na een langdurige smartelijke
ziekte de heer H. F. van Nuland te Schagen
op 42-jarigen leeftijd overleden.
De thans overledene, die reeds jarenlang lid
was van den Gemeenteraad, zag zich reeds
eenige maanden geleden genoodzaakt, wegens
ziekte, als raadslid te bedanken.
Ook was de heer Van Nuland meermalen
aanvoerder van de R.K. lijst in den Rijkskies
kring Den Helder bij de Statenverkiezingen en
was als zoodanig ook den laatsten keer weder
om als lid van de Provinciale Staten van
Noord-Holland herkozen.
Aan het politieke leven nam hij daadwerke
lijk deel; hij was o. m. leider van de kern van
de R.K. Staatspartij ter plaatse.
De plechtige uitvaartdienst is Zaterdagmor
gen 9 uur in de parochiekerk van den H. Chris-
tophorus te Schagen, waarna de begrafenis op
het R.K. kerkhof aldaar.
Naar uit Bordeaux gemeld wordt, is daar aan
gekomen een Nederlandsche familie, bestaande
uit man, vrouw en vier kinderen. Vier maanden
geleden hebben zij hun land verlaten. De kin
deren en de bagage worden vervoerd in een
wagen, welke door een ezel getrokken wordt.
De ouders hadden bij een zware ziekte van een
hunner kinderen de belofte afgelegd, bij gene
zing van hun kind, een pelgrimsreis te voet
naar Lourdes en Rome te ondernemen.
DEN Haag. Geslaagd voor het theoretisch
examen van het Nederlandsch Genootschap voor
Heilgymnastiek en Massage de dames I. B. H.
Marissen, Utrecht, C. M. A. Paardekoper,
Leeuwarden, A. Loon, Zaandijk, M. P. Gerth,
Amsterdam, en de heeren C. van Dam, Zaan
dam, M. Faassen, Utrecht, H. W. G. Goudriaan,
Haarlem en K. J. A. Noot, Voorburg.
(Van onzen Weenschen correspondent)
Hoe staat 't in Oostenrijk met den poli-
tieken vrede? We bedoelen den eer
lijken vrede, niet de macht. De politieke
macht is zonder eenigen twijfel in de handen
van de regeering. Er bestaat op het oogenblik
geen enkele groep, zij moge rood of brum zijn,
die met eenige hoop op succes aan een gewa-
penden Putsch kan denken. Niet, dat er in
Oostenrijk geen illegale wapendepots bestaan,
deze bestaan gewis, maar niemand kan er
aan denken of denkt er aan, van deze wape
nen tegenover de kwalitatief en kwantitatief
onvergelijkelijk sterker staande uitvoerende
macht gebruik te maken. We bedoelen den
eerlijken vrede.
Het valt op, dat de Oosten rij ksche regeering
intensief aan het werk is, vooral den laatsten
tijd, om de groote arbeidersmassa te pacifi-
ceeren en er heerscht in deze ook een zeker
optimisme in regeeringskringen.
In de gegeven omstandigheden is het na
tuurlijk uiterst moeilijk, de werkelijke stem
ming onder de werklieden te doorgronden,
voor zoover ik echter gelegenheid had, direct
en zijdelings, te polsen, bleek t mij telkens en
telkens weer, dat het gros der Oostenrijksche
i werklieden, afgezien yan een niet al te groot
percentage, to politiek opzicht ook vandaag
niet anders denkt dan vóór Februari 1934.
In het oog van den socialistisch-geschoolden
arbeider is de Oostenrijksche regeering illegaal,
ontbreekt haar elke autoriteitsbasis (4 Maart
1933 uitschakeling van het parlement; van 5
Maart tot 21 September 1933 gecamoufleerd
absolutisme; na 21 September dictatuur), staat
de nieuwe grondwet van 1 Mei 1934 onder die
van de Engelsche dominions en is de politieke
slinger 87 jaren teruggeslagen tot in den vóór-
constitutioneelen tijd.
Was nu de Oostenrijksche regeerïng, die
zeker van de beste bedoelingen bezield is,
economisch in staat, een grootschen socialen
koers in te slaan en dezen te handhaven, dan
zou m.i. ondanks alles veel te bereiken zijn
vanwege het bekende „primo vivere", doch hier
staat zij bij de beste sociale bedoeling voor „for
ce majeure" vanwege de onzalige economische
crisis.
Wat het andere, het bruine front en dus
de verhouding Oostenrijk-Duitschland, betreft
ziet t er niet rooskleuriger uit in zake de
mentaliteit tegenover de regeering.
We willen ons niet nader afgeven met schat
ting van min of meer nationaal-socialistisch
denkende Oostenrijkers. Die loopt uiteen van
20 pet. tot 60 pet. der bevolking naar gelang
het standpunt, dat de schatter inneemt. Ne
men we het gemiddelde, dan kan men onge
veer spreken van 35 tot 40 pet. Deze menschen
(overigens ook de „rooden") eischen een volks
referendum en dan reconstructie van regeering
en regeeringskoers overeenkomstig den uitslag.
Die menschen zijn er eenvoudig niet toe te
brengen, de heerschende politieke macht, die
huns inziens hoogstens een vierde van de be
volking achter zich heeft, innerlijk te respec
teeren. Uiterlijk worden zij lid van het Vader-
landsche Front, het eenige politieke orgaan
van de regeering, maar dat is een moét.
Eerst volksreferendum, zoo eischen zii. En
sinds weken curseeren geruchten in Weenen,
dat dit volksreferendum, vooral op drijven van
Engeland, binnen niet meer langen tijd zal
plaats hebben. Deze week hoorde ik, dat al
sinds dagen een Engelsche commissie in het
hotel Bristol aan den Ring zetelt, om genoemd
referendum voor te bereiden.
„Ik hoor de boodschap, doch het geloof ont
breekt me."
De zwakke kant van deze, zeker in getal
sterke, groep is, dat zij geen homogene leiding
heeft. Vandaar ook, dat onderhandelingen
tusschen deze groep en de regeering uiterst
moeilijk, om niet te zeggen onmogelijk is.
Te meer nog, wijl de regeering deze groep
niet voor loyaal houdt, niet zuiver op gebied
van vaderlandschen geest, en ook niet gerust
is omtrent de loyaliteit van Hitler's verklaring
aangaande Oostenrijks onafhankelijkheid.
Een kleine nationaal-socialistische groep in
Oostenrijk wordt door de Oostenrijksche regee
ring, althans door kanselier Schuschnigg, voor
loyaal gehouden d.i. de groep van Dr. Riehl,
den oprichter van de nationaal-socialistische
partij in Oostenrijk den strijdgenoot en ge
wezen vriend van Hitler, die in 1933 uit de
nationaal-socialistische partij werd gesloten,
omdat hij principieel tegenstander was en is
van de terreur-methode-Habicht. Ik weet
authentiek, dat dr. Schuschnigg den gewezen
nationaal-socialistischen leider (nationaal-soci-
alist is hij nu nog en zegt dat. ook) vertrouwt
en dat er een correspondentie Schuschnigg—
Riehl, nog uit den laatsten tijd, bestaat.
Zou Hitier officieel de methode-Habicht en
den persoon Habicht desavoueeren, zou hij zijn
ouden strijdgenoot en vriend rehabiliteeren en
aan de Oostenrijksche nationaal-socialisten het
teeken geven, dat zij zich bij de groep-Riehl
hebben aan te sluiten, dan zou de Oostenrijksche
regeering zeker tot concessies bereid zijn, dan
ware pacificeering en pardonneering mogelijk,
dan zou de oude vriendschap tusschen Duitsch-
land en Oostenrijk hersteld kunnen worden en
ook het OostenrijkschItaliaansche vraagstuk
tot tevredenheid van Italië, van Oostenrijk en
Duitschland opgelost kunnen worden.
Op 4 September j.l. schreef dr. Riehl aan
minister-president H. Göring o.a.:
„Ofschoon oprichter van de partij in Oosten
rijk gold ik steeds en geld ik als een man, die
niet te vinden is yoor „Dolchstossabsichten" of
voor de rol van. het Trojaansche paard. Bizon
der na de her-uitgave der door mij voor bijna 20
jaren opgerichte „Deutsche Arbeiterpresse" (ver
schijnt intusschen niet meer) sta ik met toon
aangevende persoonlijkheden van den staat in
verbinding en mén heeft mij meegedeeld, dat
„Einbau" van mijn groep in het staatsbestuur
op geen tegenstand van de Oostenrijksche re-
geering zou stooten.... Zou de Führer ertoe
besluiten, aan mijn groep, eventueel verbonden
met andere, volmacht voor Oostenrijk op te
dragen, dan zal de Oostenrijksche regeering
deze daad van vrede met vreugde begroeten."
Dr. Riehl is overtuigd, dat Göring zijn brief
gekregen heeft/beantwoord werd hij tot nu toe
niet.
Nog schreef dr. Riehl onlangs, maar niet aan
Göring:
,,Ook Frankrijk, Italië en de Kleine Entente
moeten leeren inzien, dat chronische uitschake
ling van de groote meerderheid van het Oosten
rijksche volk uit de staatsleiding en de onna
tuurlijke strijd tusschen de beide Duitsche sta
ten geen permanente toestand künnen zijn.
Binnenlandsche vrede in Oostenrijk en herstel
der natuurlijke Duitsch-Oostenrijksche vriend
schap zijn geen gevaar voor Europa, doch voor
waarde voor zijn vrede."
En nu nog eenige citaten (de heele brief is
interessant, maar té lang) uit een brief on
langs door een nationaal-socialistischen aan
hanger van dr. Riehl aan dr. Riehl geschreven
nadat de schrijver van een lange reis door
Duitschland was teruggekeerd.
De schrijver is de Insbrvcksche advokaat dr.
Norbert, W. Lassenau: „Het meerendeel der
Oostenrijksche vluchtelingen (een 30.000) ver
oordeelt de periode Habicht van 19321934 en
heeft Heimweh naar het Oostenrijksche vader
land. Wat de Rijksduitschers zelf betreft, vooral
de Pruisen, valt overal te constateeren, dat men
het vertrouwen, dat Hitler in Habicht stelde
niet begrepen had en men de periode-Habicht
als een nederlaag voor Hitier beschouw't.
Wat Oostenrijk betreft verklaarde 14 dagen
geleden de plaatsvervanger van Hitler, Rudolf
Hess, tegenover de Oostenrijkers in Berlijn in
naam van Hitler: Met het oog op de slechte
ondervinding wenscht Hitier geen herhaling der
Oostenrijksche nationaal-socialistische methode
(Habicht). Hitier stelt geen belang in her-op-
richting van een Oostenrijksch nationaal-socia-
lisme en wenscht, dat men de historische ont
wikkeling zijn vrijen loop laat.
ij lezen in het „Algemeen Neder
landsch Zuivelblad":
De drie centrale landbouworganisaties heb
ben er eenigen tijd geleden bij de regeering op
aangedrongen om bij de Nederlandsche
weermacht en andere rijksinstellingen boter
inplaats van margarine te doen gebruiken.
Hierop is een antwoord ontvangen, dat eigen
lijk ontstellend is. Het verzoek wordt afge
wezen, eenerzijds om de hoogere kosten, maar
anderzijds en dat is het ontstellende
omdat de regeering het ongewenscht acht, dat
personen, die buiten de weermacht en de
rijksinstellingen altijd margarine gebruiken,
omdat zij boter niet kunnen betalen, aan het
duurdere product gewoon raken, zoodat zij
dan te veel verwend zouden zijn, als zij weer
op eigen kosten in hun vetbehoefte moeten
voorzien. Hier weigert de regeering dus per
tinent om op een eenvoudige wijze afzet te
geven en propaganda te maken voor Neder
landsche boter, terwijl zij anderzijds en
terecht groote sommen besteedt om het
gebruik daarvan te bevorderen. Zulk een
standpunt is ons totaal onverklaarbaar.
Inderdaad lijkt ons het argument, dat on
ze soldaten door boter te zeer verwend zou
den worden, vrij wonderlijk. Het kan toch
alleen maar van voordeel zijn, wanneer de
soldaten aan hun diensttijd een aangena
me herinnering bewaren. Dat kan aan den
geest van ons volk niet anders dan ten
goede komen.
O. i. moet de regeering niet de soldaten
verwennen, maar wel hun verblijf onder de
wapenen zoo aangenaam mogelijk maken
en den dienst voor hen in maatschappelijk
opzicht zoo weinig drukkend maken als. mo
gelijk is. Dat heeft met verweekelijking
niets te maken, doch voorkomt alleen ge
kanker en leeglooperij. Wanneer men de
regeling voor vrij spoorwegvervoer van de
dienstplichtigen vergelijkt met die van de
arbeiders die in Rijkswerkverschaffings-
kampen werken, dan blijkt dat de laatsten
verre in het voordeel zijn. Zij kunnen ééns
in de veertien dagen gratis naar huis, de
militairen tweemaal per jaar.
Ook hier kan van verwennen niet ge
sproken worden, want het verblijf op Zon
dag in een garnizoensplaats heeft waarlijk
geen enkele geestverheffende werking. Een
punt waarop wij reeds meer gewezen heb
ben, is de verhouding dienstplichtige-werk-
gever. Wij zouden daarop thans niet te
rugkomen indien het standpunt van de re
geering, uiteengezet in de memorie van
antwoord op de Defensiebegrooting, niet
zoo bijzonder onbevredigend was. Wij lezen
daar dat de minister het ten zeerste be
treurt, dat er werkgevers zijn die hun per
soneel ontslaan, wanneer het voor herha
lingsoefeningen moet opkomen, dat het
euvel echter niet zooveel voorkomt als men
denkt, dat het Departement van Defensie
en de Kon. Nat. Vereen, tot Steun aan mï-
liciëns gedurig pogingen in het werk stel
len om blijvend ontslag te voorkomen, en
verder:
„In het (voorloopig) verslag is niet vermeld,
hoe men zich de regeling denkt, welke aan de
bedoelde bezwaren zou kunnen tegemoet ko
men. Mitsdien kan dezerzijds niet worden
beoordeeld of een zoodanige regeling voor uit
voering vatbaar zou zijn."
Het komt ons voor dat de regeering zich
dan zelf wel eens zou kunnen bezinnen om
een regeling te vinden, ook al is die dan
niet hermetisch sluitend. Wij wezen des
tijds reeds in de richting van een verbod
voor werkgevers om arbeiders tijdens de
opkomst voor herhaling, of enkele weken
daarvóór of daarna te ontslaan.
Ook op het gebied van de defensie moet
het laissez-aller verlaten worden, en
moet de regeering zich bewust zijn, dat
het haar taak is, niet alleen de uitrusting
en de sterkte van de weermacht, doch ook
het weerbaarheidsbesef onder ons volk te
bevorderen.
Paul Bourget, de vermaarde katholieke Fran-
sche schrijver, is, zooals wij hebben gemeld,
Woensdagnacht in den leeftijd van 83 jaar
overleden.
Als zoon van den mathematicus Justin Bour
get werd de schrijver in 1852 geboren te Amiens.
Hij studeerde eerst oude talen, maar ging al
ras meer den artistieken kant uit en hij werd
medewerker van verscheidene bladen en tijd
schriften. Toch verlangde hij later, dat hij ge
neesheer was geworden. Hij bewonderde Baude
laire, Barbey d'Aurévilly en Taine. In de zeven
tiger jaren verschenen zijn eerste romans: ,,La
Vie Inquiète" en „Edel." In dien tijd was zijn
werk sceptisch, bitter van psychologie, vol van
dat pessimisme, dat door zooveel kunstenaars
na den ongelukkigen oorlog van Zeventig werd
aangehangen. Zijn katholiek moralisme ont
staat pas later. Stendhal's invloed is waar
neembaar in het werk uit de tachtiger jaren.
Zeer vermaard zijn geworden zijn „Essais de
psychologie contemporaine," dan „Les Aveux,"
„L'Irréparable," „Crime d'Amour," „Mensonges"
en „Le Disciple", een prachtige beschrijving van
een vrouwenziel, misschien zijn mooiste boek.
Wij noemen dan verder zijn „Drames de fa
milie" en zijn „Cosmopolis." In „L'Etape," uit
1902, blijkt Bourget conservatief te zijn gewor
den en in „Un Divorce," uit 1904, ageert hij
overtuigd tegen het steeds verder om zich heen
grijpende kwaad der echtscheiding.
In 1894 reeds viel Bourget de grootste onder
scheiding ten deel welke de Fransche literator
kan verwerven, hij werd lid van de Académie
Franeaise.
Wij noemen dan nog „Le Démon du Midi,"
„La Terre Promise" en „Lazarine."
Bourget was een voortzetter en verfjjner van
het naturalisme. HU schilderde de menschelijke
gevoelens, vooral van de voorname klasse, met
niets-ontziende scherpte en ontleding, waarbij
hij de elementen van ras, afkomst en milieu
heel sterk laat meespreken. In den loop van
zijn schrijversleven kwam hij van twijfel en
scepticisme tot een vast belijden van de katho
lieke waarheid en zijn werk legt daar duidelijk
getuigenis van af. Niet ten onrechte is hem in
zijn later werk echter een zekere „burgerlijk
heid" verweten. Zijn roem werd trouwens in de
20e eeuw overstraald door dien van Maurice
Barrès. Bij dit al was Bourget echter een schit
terend voorbeeld van de Fransche persoonlijk
heidscultuur, die ons in de ontreddering en de
gemakkelijke leuzen van deze dagen zooveel te
leeren heeft.