Is er politieke kerstvrede in Oostenrijk? w R.K. Werkliedenverbond bijeen BELANGRIJKE PUNTEN OP DE AGENDA KAARSEN mmm DE VERHOUDING DER GROEPEN VRIJDAG 27 DECEMBER 1935 Het ledental houdt zich goed Sociale Geschiedenis Kaarslicht, feestlicht! Extra-treinen Regeering en defensie Een volksreferendum? In zijn openingswoord heeft de voorzitterde heer A. C. de Bruyn, aan het beleid der regeering een beschou wing gewijd Wat ons beroert A. C. de Bruijn STEUNVERLEENING Oudere onderofficieren als ge meentelijke controleurs ECON. TECHN. DIENST Installatie Raad van Advies MUIDERPOORTSTATION TE AMSTERDAM Groote aanbesteding bij de Ned. Spoorwegen Internationaal Instituut te Amsterdam opgericht LANDBOUWINDUSTRIEËN Intern, congres te Scheveningen MOOIE SCHEEPSBOUWORDER Zes elevatorschepen bij „De Klop" te Sliedrecht ROODE KERSTREDE Geen Troelstra meer Met kaarslicht ziet alles er prettiger, phantasievoller uit. In die vertrouwelijke sfeer komt gij in de ware feeststemming. Een geslaagd feest is een feest met kaarslicht. ,'t gezelligste licht is kaarslicht" GOTHISCHE Koninkl. Stearine Kaarsenfabriek Gouda De Spoorwegen op Oude jaars avond H. F. VAN NULAND t PELGRIMSREIS TE VOET Naar Lourdes en Rome EXAMENS Hitier wenscht thans aan de historische ontwikkeling den vrijen loop te laten Worden de soldaten verwend? PAUL BOURGET t Van pessimisme tot Katholicisme De heden in hotel „Noord-Brabant" te Utrecht gehouden najaarsvergadering van het R- K. Werkliedenverbond in Nederland werd door den voorzitter, den heer A. C. de Bruijn geopend met eene rede, waaraan wij het volgende ontleenen: Zonder overdrijving kan worden gezegd, dat In deze vergadering zeer gewichtige zaken zul len behandeld worden, zaken waaruit, wij mogen het met vreugde constateeren, kan blij ken, dat onze katholieke Arbeidersbeweging niet in een crisis-geest ondergaat, doch met moed en volharding haar cultureele en sociaal-econo mische taak blijft vervullen; wij denken hierbij in het bijzonder aan het voorstel om een Ge meenschapsoord te bouwen en dat van St. Ra phael (behandeld in de vakbondsvergadering) om de bijdragen voor het Reservefonds, voor- loopig te bestemmen „voor voorzieningen in onze beweging, verband houdende met bijzondere nooden en extremistische strevingen". Het zal gen tegenspraak ontmoeten indien wij zeggen, dat 1935 in economisch opzicht een troosteloozen aanblik geeft. Steeds meer zagen wat nog aan welvaart restte inschrompelen; steeds grooter werd het aantal van hen, die zich beroofd zagen van de gelegenheid om hun ar beidskracht economisch-nuttig aan te wenden. En bij hoevelen heeft de bittere nood niet zijn intrede gedaan! Herhaaldelijk heeft ons Verbond zich ver plicht geacht stelling te nemen tegen een beleid, dat deze gevolgen, zooal niet veroor zaakte, dan toch onmachtig bleek ze te voor komen of op te vangen. (Zaterdag spreekt in deze vergadering oud-minister Steenberghe, die de verantwoordelijkheid als minister van Eco nomische Zaken voor het aangedude beleid niet langer kon dragen en ontslag nam, over de economische positie van ons land.) Het is niet zonder beteekenis, dat onder de katholieken die in ons land een verantwoorde lijke sociaal-economische positie bekleeden, over het gevoerde beleid vrijwel eenstemmig heid bestaat, zooals laatstelijk gebleken is op het industrialisatie-congres hetwelk door de vier katholieke sociale organisaties gehouden is met als inzet: werkbehoud en werkverrui ming. Dat ontslaat ons er thans van veel te zeggen. Alleen dit hoog-erastige woord: dat zij die het roer in handen hebben, toch wel een ont stellend zware verantwoordelijkheid tegenover heel ons volk op zich laden, indien ook zij niet, thans bij het einde van dit rampspoedig jaar, diep-emstig de vraag overwegen of de koers, dien zij, ongetwijfeld uit eerlijke overtuiging en met grimmige vastberadenheid, tot dusver gevolgd hebben, wel de juiste is. De juiste, ondanks alles, ondanks de verdere inzinking van ons bedrijfsleven, ondanks de benauwende toename der werkloosheid, ondanks verhooging der be lasting, ondanks verhooging van de prij zen van verschillende levensmiddelen, on danks het toch wel gebleken feit, dat het gevoerde economisch beleid heeft gefaald. Zou het niet worden toegejuicht indien van richting, van beleid werd veranderd? Is het niet beter ten halve te keeren dan ten einde toe te dwalen? Ons woord richt zich niet tot de vertegen woordigers van de Kath. Staatspartij in de Tweede Kamer. Zij hebben, laatstelijk nog voor eenige maanden, ernstig getracht de Regeering tot andere gedachten te brengen. De toestand van ons land de laatste cijfers doen zien dat het aantal werkloozen tot ruim 413.000 is gestegen wordt steeds meer bedenkelijk en het is geen holle frase wanneer wij wijsheid en inzicht toe- bidden aan de Regeering en aan hen die mede verantwoordelijk zijn. Stond ons Verbond en zijn aangesloten bon den tegenover de algemeene richting in het economisch beleid vrijwel machteloos, waar het nood kon lenigen en leed verzachten, de gevolgen dus kon opvangen of beperken, heb ben zij niet stil gezeten. De uiterst moeilijke en verantwoordelijke taak van onze vakbonden ter beperking van loons verlaging wordt lang niet altijd voldoende be grepen en gewaardeerd; onverantwoordelijke elementen laten niet na, men denke in het bij- zcnder aan het gebeurde in Tilburg, den ellen- digen toestand van het oogenblik ten bate van partijbelangen uit te buiten. Het grootste gedeelte van de werkzaamheid onzer beweging Is zonder eenigen twijfel inge steld op werkloosheidsverzekering, werkver schaffing en steun ver leening; letterlijk wordt niets onbenut gelaten om het moreele en mate- rieele leed van de oudere en jeugdige werkloo zen te verzachten. Onze twee speciale „dien sten" ten bate van de oudere en jongere werk loozen werken eiken dag onder hoogen druk. Dat ons ledental, ondanks de lang aan houdende, zooveel goeds vernielende crisis, ondanks „de bezeten wereld", waarop prof. Huizinga in zijn „schaduwen van morgen" wijst, zich nog zoo betrekkelijk goed houdt, mag tot verheugenis stemmen. Is er niets dan schaduw? Wij zouden dat niet gaarne willen beweren. Het is misschien mede tengevolge van de waar- ceering welke wij hebben voor de kennis, den ijver, de werkkracht en den durf van minister Gelissen, welke een overigens, zoo wij opmerk ten, gerechtvaardigd pessimisme eenigszins zou den temperen. Indien hij de wet op het algemeen bindend en onverbindend-verklaren van ondeme- mersovereenkomsten binnen korten tijd daad werkelijk weet te effectueeren; indien hij zorgt, dat de Bedrijfsraden reden van bestaan krijgen door hun een sociaal-economische taak to ge ven; indien zijn (komende) financierings-in- stituut de levensvatbare bestaande en eveneens levensvatbare nieuwe industrieën krachtig en vooral ook vlot, helpt; zijn ontwerp-vestigings wet spoedig wetskracht krijge; indien Z.Exc. zijn denkbeeld nopens de verkorting van den arbeid ter bestrijding van de werkloosheid en ter compensatie der mechanisatie, weet te ver wezenlijken; indien hij de niet-rationeele mechanisatie, niet-rationeel in zooverre zij den menschen ten nadeele is weet te stui ten, indien het kabinet en het parlement hem bij den opgenoemden arbeid van harte zouden willen steunen, dan zouden wezen lijk lichtpunten zijn te ontdekken aan den in derdaad zwaar bewolkten volkshuishoudkundi gen hemel Het zal aan het Verbond niet liggen om te bevorderen dat, zoo mogelijk, die lichtpunten een lichtvlak worden. De Minister van Staat, Minister van Defen sie a.i., en de Minister van Sociale Zaken, hebben gezamenlijk een regeling getroffen, krachtens welke voor de controle op de steun- verleening aan werkloozen, enz. oudere onder officieren ter beschikking van de gemeentebe sturen gesteld zullen kunnen worden tegen ver goeding van een bescheiden bijdrage in de kosten van de bezoldiging dezer functionarissen. Gegadigden voor zoodanige plaatsing worden daartoe opgeroepen bij een eerstdaags ver schijnende legerorder. vijfde Congres hier te ontvangen, het voor zitterschap van de Commissie van Voorberei ding op zich had genomen. De heer Humme- linck gaf daarna het voorzitterschap over aan dr. Rutgers, die als voorzitter van het Congres zal optreden. Nadat de Commissie van Voorbereiding ver slag van haar werkzaamheden, had uitgebracht, werd een Uitvoerend Comité gekozen, bestaande uit de heeren M. G. Wagenaar Hummelinck, voorzitter; dr. ir. J. P- Dudok van Heel, secre taris-generaal; dr. ir. C. W. Schonebaum, the saurier; ir. G. J. van Dusseldorp, dr. ir. E. Elion en ir. J. E. Waterman. Daarna werd de be grooting en het reglement van het Congres goedgekeurd. Zaterdagmiddag om 12 uur zal in de Staten zaal van het Gouvernementsgebouw te Haarlem de Raad van Advies van den Economisch-Tech- nologischen Dienst van Noord-Holland worden geïnstalleerd. De Ned. Spoorwegen hebben Dinsdag aanbe steed het maken van een onderdoorgang onder den spoorweg tusschen de Wijttenbachstraat en den Insulindeweg en een onder den spoorweg tusschen de Celebesstraat en het toekomstige voorplein voor de halte Muiderpoort en voorts het maken van een keermuur langs de Celebes straat, met bijkomende werken te Amsterdam. Het bestek was als volgt verdeeld: A. ver- voermaterialen per spoor en met gebruikmaking van grooiendeels Amsterdamsche werkkrach ten; B. vervoer naar keuze met gebruik werk krachten als onder A; C. Vervoer materialen per spoor en geen verplichting omtrent werkkrach ten; D. vervoer naar keuze en geen verplich ting omtrent werkkrachten. De raming bedroeg f 318.000. Laagste inschrijvers waren: A.: A. v. d. Voorde te Amsterdam voor f 285.900; B. C. en D.: N.V. „Het Spoorwegbouwbedrijf" te Utrecht voor resp. f 285.200.—, f 283.700.—, f 277.700.—. Het toenemend belang van de sociale ge schiedenis stelde reeds geruimen tijd het tot stand komen van een wetenschappelijk lichaam, dat zich met de bestudeering van dit gebied zou belasten, aan de orde. Door de samen werking van de Centrale Arbeidersverzeke- rings- en Deposito-Bank te 's-Gravenhage en het Nederlandsch Economisch-Historisch Ar chief, is het thans mogelijk geworden de stich ting het „Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis" op te richten, waarvoor de ge meente Amsterdam een ruim gebouw aan de Keizersgracht <264 ter beschikking heeft ge steld. Het doel van het Instituut is het bevorderen van de kennis en de wetenschappelijke studie van de nationale en internationale sociale ge schiedenis. Het Bestuur der Stichting bestaat uit de heeren Nehemia de Lieme, voorzitter, prof. mr. N. W. Posthumus, secretaris, jhr. dr. P. J. van Winter, tezamen vormend het dagelijksch bestuur, prof. d>r. H. Brugmans, prof. mr. I. B. Cohen, mej. dr. Jane de Iongh, J. Oudegeest, dr. H. B. Wiardi Beekman, verder uit prof. dr. H. Bolkestein, die door de afdeeling Letter kunde der Koninklijke Academie van Weten schappen en uit prof. dr. J. S. Theissen, die door de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte der Universiteit van Amsterdam, uit haar midden als bestuurslden zijn aangewezen. Als directeur zal prof. Posthumus optreden. Maandagmiddag vergaderde voor de eerste maal onder voorzitterschap van dr- A. A. L. Rutgers, de Nationale Commissie van Land bouwindustrieën. Het doel van deze Commissie is het organi- seeren van het Vijfde Internationale Technische ?n Chemische Congres van Landbouwindustrieën, hetwelk van 5 tot 10 Juli 1937 te Scheveningen zal worden gehouden. Vorige congressen werden te Parijs en te Brussel gehouden. De vergadering werd geopend door den heer M. G- Wagenaar Hummelinck, die de Neder- landsche Regeering op de congressen te Parijs en te Brussel vertegenwoordigde en die, nadat de Regeering zich bereid had verklaard het De N.V. Scheepsbouwwerf en Machinefabriek „De Klop" te Sliedrecht, heeft, naar het Volk meldt, opdracht gekregen voor den bouw van zes elevatorschepen, elk met een laadvermogen van 1200 ton. De schepen, die gebouwd worden onder klasse Bureau Veritas, krijgen de volgende afmetin gen: lengte 53 m., breedte over de spanten 9.60 m. en holte 3.20 m. Op de Elbe werd 'n Engelsche boot ten gevolge van een botsing zoo zwaar geha vend, dat bergingsschepen slechts met groote moeite den stoomer aan den grond konden zetten De Kerstrede van Troelstra was oudtijds in de historie der soc. democratie ten onzent een der hoogtepunten van de roode actie. Maar al was er thans nog een Kerstbijefenkomst, ditmaal in de Apollohal te Amsterdam, aan belangrijkheid heeft deze bijeenkomst sterk ingeboet. De voor zitter de heer Ed. Polak deelde mede dat de heer Albarda wegens' een ongeval verhinderd was zijn rede te houden. De voorzitter vertelde voorts, dat in Januari een plan-week wordt gehouden. Daarvoor is van de gemeente gehuurd de grootste zaal in Neder land, n.l. de Centrale Markthal van Amsterdam. De liberalen die zoo'n zaal niet kunnen vol krij gen, misgunnen ze ons. Toch heeft het ge meentebestuur ze ons afgestaan! De heer Koos Vorrink de partij-voorzitter hield alsdan een Kerstrede. In Nederland zijn 400.000, in Amsterdam 50.000 werkloozen. Groot is het leed der jeugd. Ons volk wordt bedreigd door verarming en ondervoeding. „Geeft ons ar beid, brood en vrede" klinkt de roep. 14.000 ar beiders zijn aan werk geholpen maar het jaar- lijksche accres van werkzoekenden is 25.000. In moeilijke tijden als thans is een sterke regeering noodig waar de vrijheden des volks moeten be schermd. Een dam moet opgeworpen tegen ex treem links en rechts. Maar terwijl men weinig merkt van optreden tegen N.S.B. wordt een raz zia gehouden onder roode tulpen en roode broe ders. Men tracht het gezag te intimideeren. Minister de Wilde maakte bij de Beul-affaire burge meester de Vlugt tot schande, die krachtig en moedig optrad. Mussert is hier overwinnaar. Van een sterke regeering is hier geen sprake. Het rammelt in vele lagen des volks. En overal in de wereld is oorlogsgerucht. Daarom moet tegenover een om zich heen grijpend fascisme gesteld worden de bevrijdende democratie. Met een verheerlijking van het socialisme werd de rede besloten. SELL. MORE Naar wij vernemen hebben de Spoorwegen extra maatregelen genomen voor vervoer van reizigers in den nacht van 31 December op 1 Januari a.s. Het feit, dat een groot aantal men schen den Oudejaarsavond pleegt door te bren gen bij familie of anderszins in Amsterdam, Rotterdam of Den Haag, zelf niet in deze ste den wonende, is aanleiding geweest om ter wil le van het publiek de volgende extraverbindin gen 1, 2, 3 kl. tot stand te brengen. Oudejaarsavond te Amsterdam: Extraverbindingen Amsterdam CS V. 2.30; Haarlem A. 2.48; Leiden A. 3.18; Den Haag HSM A. 3.36; Rotterdam DP A. 4.05; Amsterdam CS V. 2.34; NaardenBussum A. 3.06; Hilversum A. 3.18; Amsterdam WP V. 2.30; Utrecht CS. A. 3.03. Oudejaarsavond te Den Haag: Extraverbindingen Den Haag HSM V. 1.55; Delft A. 2.03; Schiedam A. 2.11; Rotterdam DP A. 2.15; Den Haag HSM V. 3.11; Leiden A. 3.27; Haarlém A. 3.57; Amsterdam CS A. 4.19. Oudejaarsavond te Rotterdam: Extraverbindingen Rotterdam DP V. 1.30; Schiedam A. 1.34; Delft A. 1.43; Den Haag HSM A. 1.50; Rotterdam DP V. 2.40; Leiden A. 3.27; Haarlem A. 3.57; Amsterdam CS A. 4.19. Wat betreft de geldigheid van plaatsbewijzen worden bovengenoemde treinen beschouwd te zijn de laatste van 31 December. Men kan dus met eendaagsche retourkaarten, genomen 31 December, met deze treinen terugkeeren. Dinsdag is na een langdurige smartelijke ziekte de heer H. F. van Nuland te Schagen op 42-jarigen leeftijd overleden. De thans overledene, die reeds jarenlang lid was van den Gemeenteraad, zag zich reeds eenige maanden geleden genoodzaakt, wegens ziekte, als raadslid te bedanken. Ook was de heer Van Nuland meermalen aanvoerder van de R.K. lijst in den Rijkskies kring Den Helder bij de Statenverkiezingen en was als zoodanig ook den laatsten keer weder om als lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland herkozen. Aan het politieke leven nam hij daadwerke lijk deel; hij was o. m. leider van de kern van de R.K. Staatspartij ter plaatse. De plechtige uitvaartdienst is Zaterdagmor gen 9 uur in de parochiekerk van den H. Chris- tophorus te Schagen, waarna de begrafenis op het R.K. kerkhof aldaar. Naar uit Bordeaux gemeld wordt, is daar aan gekomen een Nederlandsche familie, bestaande uit man, vrouw en vier kinderen. Vier maanden geleden hebben zij hun land verlaten. De kin deren en de bagage worden vervoerd in een wagen, welke door een ezel getrokken wordt. De ouders hadden bij een zware ziekte van een hunner kinderen de belofte afgelegd, bij gene zing van hun kind, een pelgrimsreis te voet naar Lourdes en Rome te ondernemen. DEN Haag. Geslaagd voor het theoretisch examen van het Nederlandsch Genootschap voor Heilgymnastiek en Massage de dames I. B. H. Marissen, Utrecht, C. M. A. Paardekoper, Leeuwarden, A. Loon, Zaandijk, M. P. Gerth, Amsterdam, en de heeren C. van Dam, Zaan dam, M. Faassen, Utrecht, H. W. G. Goudriaan, Haarlem en K. J. A. Noot, Voorburg. (Van onzen Weenschen correspondent) Hoe staat 't in Oostenrijk met den poli- tieken vrede? We bedoelen den eer lijken vrede, niet de macht. De politieke macht is zonder eenigen twijfel in de handen van de regeering. Er bestaat op het oogenblik geen enkele groep, zij moge rood of brum zijn, die met eenige hoop op succes aan een gewa- penden Putsch kan denken. Niet, dat er in Oostenrijk geen illegale wapendepots bestaan, deze bestaan gewis, maar niemand kan er aan denken of denkt er aan, van deze wape nen tegenover de kwalitatief en kwantitatief onvergelijkelijk sterker staande uitvoerende macht gebruik te maken. We bedoelen den eerlijken vrede. Het valt op, dat de Oosten rij ksche regeering intensief aan het werk is, vooral den laatsten tijd, om de groote arbeidersmassa te pacifi- ceeren en er heerscht in deze ook een zeker optimisme in regeeringskringen. In de gegeven omstandigheden is het na tuurlijk uiterst moeilijk, de werkelijke stem ming onder de werklieden te doorgronden, voor zoover ik echter gelegenheid had, direct en zijdelings, te polsen, bleek t mij telkens en telkens weer, dat het gros der Oostenrijksche i werklieden, afgezien yan een niet al te groot percentage, to politiek opzicht ook vandaag niet anders denkt dan vóór Februari 1934. In het oog van den socialistisch-geschoolden arbeider is de Oostenrijksche regeering illegaal, ontbreekt haar elke autoriteitsbasis (4 Maart 1933 uitschakeling van het parlement; van 5 Maart tot 21 September 1933 gecamoufleerd absolutisme; na 21 September dictatuur), staat de nieuwe grondwet van 1 Mei 1934 onder die van de Engelsche dominions en is de politieke slinger 87 jaren teruggeslagen tot in den vóór- constitutioneelen tijd. Was nu de Oostenrijksche regeerïng, die zeker van de beste bedoelingen bezield is, economisch in staat, een grootschen socialen koers in te slaan en dezen te handhaven, dan zou m.i. ondanks alles veel te bereiken zijn vanwege het bekende „primo vivere", doch hier staat zij bij de beste sociale bedoeling voor „for ce majeure" vanwege de onzalige economische crisis. Wat het andere, het bruine front en dus de verhouding Oostenrijk-Duitschland, betreft ziet t er niet rooskleuriger uit in zake de mentaliteit tegenover de regeering. We willen ons niet nader afgeven met schat ting van min of meer nationaal-socialistisch denkende Oostenrijkers. Die loopt uiteen van 20 pet. tot 60 pet. der bevolking naar gelang het standpunt, dat de schatter inneemt. Ne men we het gemiddelde, dan kan men onge veer spreken van 35 tot 40 pet. Deze menschen (overigens ook de „rooden") eischen een volks referendum en dan reconstructie van regeering en regeeringskoers overeenkomstig den uitslag. Die menschen zijn er eenvoudig niet toe te brengen, de heerschende politieke macht, die huns inziens hoogstens een vierde van de be volking achter zich heeft, innerlijk te respec teeren. Uiterlijk worden zij lid van het Vader- landsche Front, het eenige politieke orgaan van de regeering, maar dat is een moét. Eerst volksreferendum, zoo eischen zii. En sinds weken curseeren geruchten in Weenen, dat dit volksreferendum, vooral op drijven van Engeland, binnen niet meer langen tijd zal plaats hebben. Deze week hoorde ik, dat al sinds dagen een Engelsche commissie in het hotel Bristol aan den Ring zetelt, om genoemd referendum voor te bereiden. „Ik hoor de boodschap, doch het geloof ont breekt me." De zwakke kant van deze, zeker in getal sterke, groep is, dat zij geen homogene leiding heeft. Vandaar ook, dat onderhandelingen tusschen deze groep en de regeering uiterst moeilijk, om niet te zeggen onmogelijk is. Te meer nog, wijl de regeering deze groep niet voor loyaal houdt, niet zuiver op gebied van vaderlandschen geest, en ook niet gerust is omtrent de loyaliteit van Hitler's verklaring aangaande Oostenrijks onafhankelijkheid. Een kleine nationaal-socialistische groep in Oostenrijk wordt door de Oostenrijksche regee ring, althans door kanselier Schuschnigg, voor loyaal gehouden d.i. de groep van Dr. Riehl, den oprichter van de nationaal-socialistische partij in Oostenrijk den strijdgenoot en ge wezen vriend van Hitler, die in 1933 uit de nationaal-socialistische partij werd gesloten, omdat hij principieel tegenstander was en is van de terreur-methode-Habicht. Ik weet authentiek, dat dr. Schuschnigg den gewezen nationaal-socialistischen leider (nationaal-soci- alist is hij nu nog en zegt dat. ook) vertrouwt en dat er een correspondentie Schuschnigg— Riehl, nog uit den laatsten tijd, bestaat. Zou Hitier officieel de methode-Habicht en den persoon Habicht desavoueeren, zou hij zijn ouden strijdgenoot en vriend rehabiliteeren en aan de Oostenrijksche nationaal-socialisten het teeken geven, dat zij zich bij de groep-Riehl hebben aan te sluiten, dan zou de Oostenrijksche regeering zeker tot concessies bereid zijn, dan ware pacificeering en pardonneering mogelijk, dan zou de oude vriendschap tusschen Duitsch- land en Oostenrijk hersteld kunnen worden en ook het OostenrijkschItaliaansche vraagstuk tot tevredenheid van Italië, van Oostenrijk en Duitschland opgelost kunnen worden. Op 4 September j.l. schreef dr. Riehl aan minister-president H. Göring o.a.: „Ofschoon oprichter van de partij in Oosten rijk gold ik steeds en geld ik als een man, die niet te vinden is yoor „Dolchstossabsichten" of voor de rol van. het Trojaansche paard. Bizon der na de her-uitgave der door mij voor bijna 20 jaren opgerichte „Deutsche Arbeiterpresse" (ver schijnt intusschen niet meer) sta ik met toon aangevende persoonlijkheden van den staat in verbinding en mén heeft mij meegedeeld, dat „Einbau" van mijn groep in het staatsbestuur op geen tegenstand van de Oostenrijksche re- geering zou stooten.... Zou de Führer ertoe besluiten, aan mijn groep, eventueel verbonden met andere, volmacht voor Oostenrijk op te dragen, dan zal de Oostenrijksche regeering deze daad van vrede met vreugde begroeten." Dr. Riehl is overtuigd, dat Göring zijn brief gekregen heeft/beantwoord werd hij tot nu toe niet. Nog schreef dr. Riehl onlangs, maar niet aan Göring: ,,Ook Frankrijk, Italië en de Kleine Entente moeten leeren inzien, dat chronische uitschake ling van de groote meerderheid van het Oosten rijksche volk uit de staatsleiding en de onna tuurlijke strijd tusschen de beide Duitsche sta ten geen permanente toestand künnen zijn. Binnenlandsche vrede in Oostenrijk en herstel der natuurlijke Duitsch-Oostenrijksche vriend schap zijn geen gevaar voor Europa, doch voor waarde voor zijn vrede." En nu nog eenige citaten (de heele brief is interessant, maar té lang) uit een brief on langs door een nationaal-socialistischen aan hanger van dr. Riehl aan dr. Riehl geschreven nadat de schrijver van een lange reis door Duitschland was teruggekeerd. De schrijver is de Insbrvcksche advokaat dr. Norbert, W. Lassenau: „Het meerendeel der Oostenrijksche vluchtelingen (een 30.000) ver oordeelt de periode Habicht van 19321934 en heeft Heimweh naar het Oostenrijksche vader land. Wat de Rijksduitschers zelf betreft, vooral de Pruisen, valt overal te constateeren, dat men het vertrouwen, dat Hitler in Habicht stelde niet begrepen had en men de periode-Habicht als een nederlaag voor Hitier beschouw't. Wat Oostenrijk betreft verklaarde 14 dagen geleden de plaatsvervanger van Hitler, Rudolf Hess, tegenover de Oostenrijkers in Berlijn in naam van Hitler: Met het oog op de slechte ondervinding wenscht Hitier geen herhaling der Oostenrijksche nationaal-socialistische methode (Habicht). Hitier stelt geen belang in her-op- richting van een Oostenrijksch nationaal-socia- lisme en wenscht, dat men de historische ont wikkeling zijn vrijen loop laat. ij lezen in het „Algemeen Neder landsch Zuivelblad": De drie centrale landbouworganisaties heb ben er eenigen tijd geleden bij de regeering op aangedrongen om bij de Nederlandsche weermacht en andere rijksinstellingen boter inplaats van margarine te doen gebruiken. Hierop is een antwoord ontvangen, dat eigen lijk ontstellend is. Het verzoek wordt afge wezen, eenerzijds om de hoogere kosten, maar anderzijds en dat is het ontstellende omdat de regeering het ongewenscht acht, dat personen, die buiten de weermacht en de rijksinstellingen altijd margarine gebruiken, omdat zij boter niet kunnen betalen, aan het duurdere product gewoon raken, zoodat zij dan te veel verwend zouden zijn, als zij weer op eigen kosten in hun vetbehoefte moeten voorzien. Hier weigert de regeering dus per tinent om op een eenvoudige wijze afzet te geven en propaganda te maken voor Neder landsche boter, terwijl zij anderzijds en terecht groote sommen besteedt om het gebruik daarvan te bevorderen. Zulk een standpunt is ons totaal onverklaarbaar. Inderdaad lijkt ons het argument, dat on ze soldaten door boter te zeer verwend zou den worden, vrij wonderlijk. Het kan toch alleen maar van voordeel zijn, wanneer de soldaten aan hun diensttijd een aangena me herinnering bewaren. Dat kan aan den geest van ons volk niet anders dan ten goede komen. O. i. moet de regeering niet de soldaten verwennen, maar wel hun verblijf onder de wapenen zoo aangenaam mogelijk maken en den dienst voor hen in maatschappelijk opzicht zoo weinig drukkend maken als. mo gelijk is. Dat heeft met verweekelijking niets te maken, doch voorkomt alleen ge kanker en leeglooperij. Wanneer men de regeling voor vrij spoorwegvervoer van de dienstplichtigen vergelijkt met die van de arbeiders die in Rijkswerkverschaffings- kampen werken, dan blijkt dat de laatsten verre in het voordeel zijn. Zij kunnen ééns in de veertien dagen gratis naar huis, de militairen tweemaal per jaar. Ook hier kan van verwennen niet ge sproken worden, want het verblijf op Zon dag in een garnizoensplaats heeft waarlijk geen enkele geestverheffende werking. Een punt waarop wij reeds meer gewezen heb ben, is de verhouding dienstplichtige-werk- gever. Wij zouden daarop thans niet te rugkomen indien het standpunt van de re geering, uiteengezet in de memorie van antwoord op de Defensiebegrooting, niet zoo bijzonder onbevredigend was. Wij lezen daar dat de minister het ten zeerste be treurt, dat er werkgevers zijn die hun per soneel ontslaan, wanneer het voor herha lingsoefeningen moet opkomen, dat het euvel echter niet zooveel voorkomt als men denkt, dat het Departement van Defensie en de Kon. Nat. Vereen, tot Steun aan mï- liciëns gedurig pogingen in het werk stel len om blijvend ontslag te voorkomen, en verder: „In het (voorloopig) verslag is niet vermeld, hoe men zich de regeling denkt, welke aan de bedoelde bezwaren zou kunnen tegemoet ko men. Mitsdien kan dezerzijds niet worden beoordeeld of een zoodanige regeling voor uit voering vatbaar zou zijn." Het komt ons voor dat de regeering zich dan zelf wel eens zou kunnen bezinnen om een regeling te vinden, ook al is die dan niet hermetisch sluitend. Wij wezen des tijds reeds in de richting van een verbod voor werkgevers om arbeiders tijdens de opkomst voor herhaling, of enkele weken daarvóór of daarna te ontslaan. Ook op het gebied van de defensie moet het laissez-aller verlaten worden, en moet de regeering zich bewust zijn, dat het haar taak is, niet alleen de uitrusting en de sterkte van de weermacht, doch ook het weerbaarheidsbesef onder ons volk te bevorderen. Paul Bourget, de vermaarde katholieke Fran- sche schrijver, is, zooals wij hebben gemeld, Woensdagnacht in den leeftijd van 83 jaar overleden. Als zoon van den mathematicus Justin Bour get werd de schrijver in 1852 geboren te Amiens. Hij studeerde eerst oude talen, maar ging al ras meer den artistieken kant uit en hij werd medewerker van verscheidene bladen en tijd schriften. Toch verlangde hij later, dat hij ge neesheer was geworden. Hij bewonderde Baude laire, Barbey d'Aurévilly en Taine. In de zeven tiger jaren verschenen zijn eerste romans: ,,La Vie Inquiète" en „Edel." In dien tijd was zijn werk sceptisch, bitter van psychologie, vol van dat pessimisme, dat door zooveel kunstenaars na den ongelukkigen oorlog van Zeventig werd aangehangen. Zijn katholiek moralisme ont staat pas later. Stendhal's invloed is waar neembaar in het werk uit de tachtiger jaren. Zeer vermaard zijn geworden zijn „Essais de psychologie contemporaine," dan „Les Aveux," „L'Irréparable," „Crime d'Amour," „Mensonges" en „Le Disciple", een prachtige beschrijving van een vrouwenziel, misschien zijn mooiste boek. Wij noemen dan verder zijn „Drames de fa milie" en zijn „Cosmopolis." In „L'Etape," uit 1902, blijkt Bourget conservatief te zijn gewor den en in „Un Divorce," uit 1904, ageert hij overtuigd tegen het steeds verder om zich heen grijpende kwaad der echtscheiding. In 1894 reeds viel Bourget de grootste onder scheiding ten deel welke de Fransche literator kan verwerven, hij werd lid van de Académie Franeaise. Wij noemen dan nog „Le Démon du Midi," „La Terre Promise" en „Lazarine." Bourget was een voortzetter en verfjjner van het naturalisme. HU schilderde de menschelijke gevoelens, vooral van de voorname klasse, met niets-ontziende scherpte en ontleding, waarbij hij de elementen van ras, afkomst en milieu heel sterk laat meespreken. In den loop van zijn schrijversleven kwam hij van twijfel en scepticisme tot een vast belijden van de katho lieke waarheid en zijn werk legt daar duidelijk getuigenis van af. Niet ten onrechte is hem in zijn later werk echter een zekere „burgerlijk heid" verweten. Zijn roem werd trouwens in de 20e eeuw overstraald door dien van Maurice Barrès. Bij dit al was Bourget echter een schit terend voorbeeld van de Fransche persoonlijk heidscultuur, die ons in de ontreddering en de gemakkelijke leuzen van deze dagen zooveel te leeren heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1935 | | pagina 10