Keuringsdiensten
1 Lady letchfqrd
SPOORWEGPENSIOENEN
WIE WORDT
WOENSDAG 1 JANUARI 1936
Slechts eenige leden der Eerste
Kamer hebben bezwaar tegen
de voorgestelde wijziging
VICE-ADMlRAAL VAN DULM
Als commandant der Indische zee
macht opgevolgd door schout-
by-nacht Ferwerda
NIEUWJAARSNUMMER VAN
„VLIEGWERELD"
Dure verstekelingen
Scheepskapitein moest de passage
per K.L.M. betalen
Na den brand op de
Tarakan
Sleepbooten liggen in de nabijheid
van de Tarakan
Het gevaar geweken
WARENWET IN WERKING
Tot 1 Maart blijft de indeelipg
ongewijzigd
Het wetsontwerp tegen
cumulatie
Teleurstelling bij vele Eerste
Kamerleden over beperkte
strekking
UIT DE STAATSCOURANT
B urgemeester
Ond er scheiding en
C onsul-generaal
Rechterlijke macht
Voogdijraad
Zeemacht
Landmacht
Minister Gelissen over
den toestand
Geen wijziging in structuur van
hand elsbalans
Niet veranderen
Roode Kruis
Waterschap en polder
NED. SPOORWEGEN
Reglement Dieftstvoorwaarden
een jaar verlengd
De WERKLOOSHEID
Op 14 December 441.387
werkloozen
ACTIE KINDERPOSTZEGELS
En de kinderpuzzle
RAAD VOOR DE SCHEEP
VAART
Laatste vergadering in oude
samenstelling
Landelijke C.A.O. in het
stucadoorsbedrijf
Dr. A. A. F. Baptist
Zilveren jubileum van een
bemind geneesheer
VOORZITTER K.D.P.-AFD.
GEROYEERD
Maakt propaganda voor het
communisme
RADEN VAN ARBEID
Goes en Middelburg vereenigd
&QQR CHARLES GARVICE
Blijkens het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over het ontwerp van wet tot wijzi
ging van de Pensioenwet voor de Spoorweg,
ambtenaren 1925 hadden verscheidene leden
onoverkomelijke bezwaren tegen de ontwor
pen regeling, welke zij in strijd achtten met
artikel 177 van de Grondwet en met de recht
vaardigheid in het algemeen, al werd toege
geven, dat het gemeen overleg tusschen de
Regeering en de Tweede Kamer tot niet on
belangrijke verbeteringen in het aanvankelijke
ontwern heeft geleid.
Eenigen hunner betoogden, dat h.i. indertijd
zoowel de regeering als de directie van de Ne-
derlandsche Spoorwegen het door hen ingeno
men standpunt aangaande de onaantast
baarheid van het pensioen hebben gedeeld.
Deze leden erkenden overigens,, dat, indien
dit ontwerp tot wet mocht worden verheven,
een ander beginsel zal zijn aanvaard, namelijk
dat bij looiisverhooging do toegekende pen
sioenen in overeenstemming met de gewijzigde
loonen zullen worden gebracht. Z/ij laakten
evenwel, dat dit niet zal gelden voor de naar
de lagere grondslagen berekende pensioenen.
Wiiders verklaarden deze leden, dat de toe-
Stand, waarin het- Spoorwegpensioenfonds ver.
keert, tot de indiening van dit wetsontwerp
aanleiding heeft gegeven en dat het spoor
wegpersoneel niet voor dien toestand aanspra
kelijk kan worden gesteld en het Riik bij de
Wet van den 29sten Juni 1925 betreffende pen
sioenregeling voor de spoorwegambtenaren en
hunne weduwen en weezen, op zich hebben
genomen.
Sommige leden betoogden, dat men, ook al
achtte men aanvankelijk een pensioen onaan
tastbaar, niettemin met de, in dit wetsonwerp
voorgestelde regeling kan instemmen, omdat
Steeds meer, als gevolg van de sterke verlaging
van loonen en salarissen bij het spoorwegbe
drijf, het verschil tusschen deze en de pen
sioenen is verminderd, zoo niet opgeheven,
welk verschil uiteraard dient te worden ge
handhaafd. Deze leden waren evenwel van oor
deel, dat niet is aangetoond, waarom de voor
gestelde verlaging voor het spoorwegpersoneel
een andere zou moeten zijn dan die voor het
Rijkspersoneel.
Vele leden verklaarden, zich met de aange.
voerde bezwaren niet te kunnen vereenigen.
Deze leden stonden op het standpunt, dat het
te dezer zake een publiekrechtelijke in stede
van een privaatrechtelijke verhouding geldt. De
Staat-werkgever toch stelt, krachtens zijne
autoriteit, de arbeidsvoorwaarden eenzijdig
vast en heeft zich, van den aanvang van het
ontstaan dier voorwaarden af, de eenzijdige
wijziging ervan voorbehouden, hetgeen aan de
wederpartij bekend is geweest. De pensioen-
korting achtten zij ook hierom gerechtvaar
digd, omdat de Staat indertijd, eveneens een
zijdig beslissende, verhooging heeft bevorderd.
De vice-admiraal M. H. van Duim is eervol
ontheven van de betrekking van commandant
der zeemacht en hoofd van het departement
van marine in Ned. Indië, met den datum,
waarop hij die aan zijn opvolger zal overdra
gen, zulks onder dankbetuiging voor de door
hem in die betrekking bewezen diensten. Met
dienzelfden datum is genoemde betrekking op
gedragen aan den benoemden schout-bij.nacht
H. Ferwerda.
Het bekende en actieve luchtvaartweekblad
„Vliegwereld" heeft zijn eerste Januarinummer
tot een belangwekkende nieuwjaarsuitgave ge
maakt. Het telt veertig pagina's in kleurendruk
en is ook uiterlijk uitstekend verzorgd.
Wat den inhoud betreft, hiervan noemen wij
om te beginnen het wekelijksch overzicht, waar
in ditmaal het achter ons liggende jaar 1935
onder de loupe wordt genomen en nagegaan,
welke vorderingen de luchtvaart in dit tijdsbe
stek heeft gemaakt. Belangwekkend is, wat de
redactie daarbij concludeert over de defensie
van Ned. Indië en onze militaire luchtmacht
in de koloniën.
Frans Habnit schrijft een lezenswaardige bij
drage onder den titel van „Het wiel der tech
nische ontwikkeling jaagt voort", waarbij de
schrijver den invloed nagaat der technische
oriëntatie op de menschheid gedurende de laat
ste jaren.
Bach laat ons een blik slaan in de naaste toe
komst, in verband met het gebruik van vlieg-
booten voor oceaan-luchtverkeer. Welk een
enorm gewichtige rol de radio daarbij zal spe
len toont hy met verschillende feiten aan.
Mr. E. Rusman schrijft verder over de P.A.A-
verbinding over de Stille Zuidzee naar Manilla;
Mounier behandelt de luchtiyn van Los Angeles
haar het Catalina-eiland van den kauwgum
koning Wright (op Catalina Airport manoeu
vreeren de vliegtuigen bij gebrek aan ruimte op
een draaischijf), terwijl Broekmeijer de resulta
ten der zweefvliegerij in 1935 bespreekt. Dr. van
der Sleen vertelt over de herleving van Bagdad
door de luchtvaart op het Oosten.
In een zeer geslaagde schets maakt Claudius
een „Droomvlucht in het nieuwe jaar". De re
dactie heeft voorts een correspondent op reis
gestuurd van Farüs naar Algiers door de lucht
en brengt daarover een vlotte causerie met
prachtige luchtfoto's. Ten slotte wordt de start
commissie van Andir voor 't voetlicht gebracht,
het clubje geestdriftige ingezetenen van Ban
doeng, dat nimmer ontbreekt bij een start van
een HollandIndië-vliegtuig naar het moe
derland.
Een aardige prijsvraag en de gebruikelijke ru
brieken als Vraagbaak, Humor, enz. completee-
ren dit fraaie Nieuwjaarsnummer, dat onge-
twyfeld niet zal nalaten de aandacht te trekken.
Op Vrijdag 6 December zijn met de „Snip"
van Curagao naar Aruba een tweetal passa
giers vervoerd, voor wie deze vlucht nu niet
direct een pleiziertochtje beteekende.
Een Noorsch schip had op Curagao eenige
zware machinedeelen gelost en vertrok een
paar dagen later naar Aruba, om aldaar ook
nog eenige lading af te geven. Op de reis naar
de West had men de ontdekking gedaan, dat
zich twee Engelsche negerjongens aan boord
bevonden, die niet tot de bemanning behoor
den en ook niet in het bezit waren van een
passagebiljet, dat hun recht gaf op dat vervoer!
Wat precies de bestejnming was van de beide
jongelui, meldt de historie niet, maar een
feit is, dat de dag nadat het schip was ver
trokken, de Vreemdelingen-politie te Curagao
de beide jongelui ergens in Willemstad oppikte.
Nu is de kapitein van een schip, waarmee
verstekelingen aankomen, ook verplicht deze
weer mee te nemen. Hij was echter reeds ver
trokken naar Aruba. De manier om de jongens
nog tijdig oo „hun" schip te kunnen afleveren,
lag voor de hand. En zoo werden dan deze twee
niet al te gedistingeerde passagiers onder po-
litiegeleide naar het vliegveld Bato gebracht,
waarna de politieman zich overtuigde, dat ze
zich bij hun vertrek goed en wel als de meest
verwende luchtreizigers in de ruime zetels van
de Snip hadden neergevleid. Met dezelfde zorg
werden de jongelui op Aruba door de politie in
ontvangst genomen en vandaan naar het schip
getransporteerd. We vermoeden, dat de gezag
voerder de beide stowaways, voor wien hij bo
vendien de passage per K. L. M. heeft moeten
betalen, niet al te vriendelijk heeft ontvan
gen.
Een troost was, dat zij althans geen over-
bagage verschuldigd waren!
Onder toezicht van een ambtenaar van het
marine-arsenaal zijn van de Tarakan 100 ton
dynamiet en geligniet in gouvernementslichters
overgeladen, wordt uit Lenden gemeld.
Een viertal sleepbooten bleeft in de nabij
heid van de Tarakan, die in verband met de
ontzaglijk hooge zee naar kalmer water is ver
haald.
Er wordt nog zwaar weer verwacht.
Nog werd gemeld:
Drie sleepbooten, die uitgerust zyn met brand-
bluschapparaten,, liggen langszij de Tarakan,
voor het geval, de vermenging van lucht met
het zwavelzure gas, dat in het ruim is gepompt,
een kléine explosie teweeg zou brengen.
Do Nederlandsclie sleepboot Zwarte Zee is
eveneens in de nabijheid.
Kapitein Van Rees-Vellinga verklaarde, dat
de Tarakan juist met een hevigen storm te kam
pen had, toen men voor het eerst uit den ven
tilator, naby het hoofdluik rook zag komen. In
het voorschip waren ontplofbare stoffen ge
stuwd, bestemd voor Batavia, ten gebruilte m
het mijnbedryf. Alle ventilatoren werden ge
sloten en zuur'in de ruimen gepompt, waarna
de steven werd gewend en koers gezet naar
Plymouth.
De werkzaamheden aan boord van het motor
vrachtschip „Tarakan" der Maatschappij „Ne
derland" tot bestrijding van het vuur, hebben
Dinsdag een gunstig verloop gehad. Men heeft
de ontploffende stoffen uit luik 2 kunnen los
sen en vervolgens is men er in geslaagd luik 3,
waaronder de brand woedde, te openen.
Het zwaveldioxydegas heeft goed aan de ver
wachtingen tot onderdrukking van den brand
beantwoord.
De nog smeulende asch van verbrande auto's
en luciferscolli is gedoofd.
Het gevaar voor ontploffing of eenige verdere
uitbreiding van den brand is thans geweken.
Bij K.B. is bepaald, dat de Warenwet heden
1 Januari 1936, in werking treedt.
Naar ons wordt bericht, is door de Ko
ningin bepaald, dat de indeeling van het
land in keuringsdiensten ingevolge de Wa
renwet, tot 1 Maart as. ongewijzigd zal
blijven.
De bestaande keuringsdiensten blijven tot
dien datum hun taak dus onveranderd ver
vullen. Op dezen gang van zaken werd
reeds gezinspeeld door den Minister van
Sociale Zaken in zyn rede in de Eerste
Kamer der Staten-Generaal op 24 Decem
ber 1.1.
Bij het afdeelingsonderzoek der Eerste Ka
mer van het ontwerp van wet tot wijziging en
aanvulling van de Pensioenwet 1922 van de
wet van 28 Mei 1922, van de Gemeentewet, van
de Provinciale wet, van de wet van 30 Juni
1923 en van de wet van 17 Juli 1923 keurden
eenige leden de daarin voorgestelde regeling af.
Deze leden waren van oordeel, dat in de
practijk van 's Rijks dienst de cumulatie van
traktement en pensioen weinig beteekent en
slechts uitzonderingsgevallen betreft. Cumula
tie van inkomsten is, dus werd betoogd, ook
in het particuliere bedrijf waarneembaar en
wordt daar niet als iets verwerpelijks be
schouwd. Dat het Kabinet, door de indiening
van dit wetsontwerp te bevorderen, heeft toe
gegeven aan een kunstmatig opgewekte pu
blieke opinie, betreurden zy ten zeerste.
Bovendien verklaarden zy, niet met dit wets-
Benoemd met 1 Januari tot burgemeester van
Wydenes C. Mol.
Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje.
Nassau D. Jippes, adjunct-administrateur ter
gemeentesecretarie van Amsterdam.
Toegekend de gouden eeremedaille der
Oranje-Nassau Orde aan P. M. van der Put,
deurwaarder bij de rechtbank te Rotterdam.
Bij K. B. is benoemd tot Commandeur in
de Orde van Oranje-Nassau mr. L. Lietaert
Peerbolte, directeur-generaal, chef der afdee-
ling Volksgezondheid van het Departement van
Sociale Zaken, te 's Gravenhage.
By K. B. is toegekend de zilveren eere-me-
daille der Oranje-Nassau Orde aan J. Hout
man, fabrieksbaas bij de N. V. „Vereenigde
Amsterdamsche Melkinrichtingen" te Amster.
dam, en aan P. C. van Steyn, magazynmees-
ter by de N. V. Stoommeelfabrieken „De
Maas" te Rotterdam.
Bij K.B. is de heer A. Rodriquez Diago er
kend en toegelaten ais consul-generaal van Co
lumbia op Curagao, voor de eilanden Curagao,
Aruba en Bonaire.
Benoemd tot substituut-officier van justitie
bij de rechtbank te 's Hertogenbosch mr. B.
van der Burg, thans ambtenaar van het O. M.
bij de kantongerechten in het arr. Haarlem, ter
standpl. Haarlem.
Benoemd tot substituut-officier van Justitie
by de rechtbank te Amsterdam mr. A. S. de
Muinck Keizer, thans ambtenaar van het O. M.
by de kantongerechten te Almelo, Enschede en
Groenlo, ter standpl. Almelo.
Benoemd tot lid van den Voogdijraad te Am
sterdam mej. mr. C. Veth, adv. en proc., won.
te Amsterdam; tot lid van den Voogdijraad te
Haarlem mr. F. van der Goot, adv. en proc.,
won. te Haarlem.
Met 1 Januari is aan dén luit. ter zee le hl.
J. J. A. Schagen van Leeuwen op verz. eervol
ontslag uit den zeedienst verleend.
Met 1 Jan. benoemd tot off. van adm. 3e kl.
de adelborst der le afd. voor de adm. E. S. H.
van Assendelft de Coningh.
Met 1 Januari is op verz. aan den eerste-luit.
N. J. Jelgersma van den staf der inf. eervol
ontwerp te kunnen instemmen, omdat zy pen
sioenen onaantastbaar achtten, op de gronden,
reeds meermalen in de Staten-Generaal uit
eengezet.
Verscheidene andere leden konden zich met
de hiervoren weergegeven opmerkingen niet
vereenigen. Met name betwistten zy de onaan
tastbaarheid van pensioenen. Voorts waren zij
van oordeel, dat, al zyn de gevallen van cumu
latie in overheidsdienst zeldzamer dan gemeen
lijk wordt voorgesteld, het toch aanbeveling
verdient, vooral In de huidige tydsomstandig-
heden, aan elke, niet per se gerechtvaardigde,
bevoorrechting uit de openbare kas, een einde
te maken.
Vele leden uitten hun teleurstelling over
de h.i. te beperkte strekking van het wets
ontwerp.
Aan den Minister van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart, ir. H. Gelissen, heeft „De Stan
daard" de vraag voorgelegd, hoe hij den toe
stand ziet.
In zyn antwoord merkte de minister op:
Onze economische houding wordt) bepaald
door: ons eigen kunnen en door wat anderen
doen, en die twee factoren werken als in een
krachten-diagram waarbij wij steeds rekening
hebben te houden met dien beweeglijken en
veranderlijken tweeden factor.
Ieder land streeft naar zelfvoorziening en
steeds meer wordt gepoogd goederen tegen
goederen uit te ruilen en niet meer zooals
voorheen goederen tegen goederen plus dien
sten. Daardoor wordt ook onze belastingsba
lans beïnvloed.
Vraagt u my nu: Moeten wij aansturen op
een andere structuur van onze handelsbalans,
zoodat deze van passief, actief wordt, dan zeg
ik als mijn meening: Neen, dit behoeft niet!
ontslag verleend; hy is benoemd tot afdee-
lingschef in vasten dienst bij het Staatsbedrijf
der Artillerie-inrichtingen.
Aan prof. dr. L. Polak Daniels, hoogleeraar
aan de Rijksuniversiteit te Groningen is op
verz., en aan ds. J. Visser te Amersfoort in
verband met zyn leeftijd, eervol ontslag ver
leend als Kringcommissaris van het Ned.
Roode Kruis, onderscheidenlijk in den Kring
Groningen en in den Kring Utrecht, zulks on
der dankbetuiging.
Voor den tijd van vijf jaren zijn benoemd
tot Kringcommissaris van het Ned. Roode Kruis
ondersch. in den Kring Groningen en in den
Kring Utrecht prof. dr. P. R. Michaël, hoogl.
Ryksuniversiteit te Groningen en jhr. mr. H.
A. N. van Asch van Wijck te Doorn.
Voor den tijd van vijf jaren zyn benoemd
tot militair commissaris van het Ned. Roode
Kruis de heeren A. N. C. F. Keyzer, gep. luit.-
kolonel der inf. te 's Gravenhage, en jhr. J.
A. Röell, gep. le luit. der huzaren te 'sGra-
veland.
By K. B. zyn benoemd:
In de provincie Friesland:
tot dijkgedeputeerde van het waterschap De
Zeven Grietenijen en Stad Sloten, W. Rinkema,
te St. Nicolaasga;
met ingang van 1 Januari 1936, tot lid van
het bestuur van het waterschap Het Workumer
Nieuwland, R. Wiersma, te Workum;
met ingang van 1 Januari 1936, tot dyk-
gedeputeerde van het waterschap Nes-Buren
op Ameland, D. de Jong, te Buren en J. de
Jong te Nes (A);
met ingang van 1 Januari 1936 tot dijkge
deputeerde van het waterschap de Griën op
Ameland, P. Tj. Visser, te Ballum en J. J. van
der Laag, te Hollum;
in de provincie Noord-Holland:
met ingang van 31 December 1936, to\ dijk
graaf van den polder de Lagehoek onder Hoog
woud en Opmeer, N. Laan, te Opmeer;
met ingang van 1 Januari 1936, tot dijkgraaf
van het Ambacht van Westfriesland, genaamd
Geestmerambacht, A. Schrooder, te Heiloo;
met ingang van 1 Januari 1936, tot heem
raad van het Ambacht van Westfriesland, ge
naamd Geestmerambacht, J. Pranger, te Oud.
karspel;
met ingang van 1 Januari 1936, tot hoog
heemraad van het hoogheemraadschap Noord-
Hollandsch Noorderkwartier, H. Koster Kzn.,
te Wieringerwaard en H. Klaver, te Alkmaar;
met ingang van 2 Januari 1936, tot heem
raad van den polder Katwoude, J. van de
Geer, te Monnikendam;
in de provincie Zuid-Holland:
tot heemraad van den polder Het Nieuwe-
land van Heineoord, genaamd „De Bosschen",
L. Nugteren, te Mijnsheerenland;
in de provinciën Gelderland en Zuid-Hol
land:
a tot dijkgraaf van den polder Asperen, J. G.
van Herwaarden, te Asperen;
b tot heemraad van den polder Asperen, A.
de Man, te Asperen.
Als wy een kleine opleving krijgen, en som
mige teekenen wijzen in die richting, dan is
dit passief, dat nu op de betalingsbalans drukt,
spoedig ingehaald.
Wij zouden, gelijk Engeland, Zwitserland en
België nog meer kunnen doen aan een posi
tieve kapitaalsbeleggingspolitiek, om langs de
zen weg opdrachten voor onze industrie te
verkrijgen.
Ik kan alleen zeggen, dat de regeering haar
aandacht op de zaak heeft en eenige bespre
kingen door my zijn gevoerd.
Bij K. B. is bepaald, dat de termijn voor de
periodieke herziening van het Reglement
Dienstvoorwaarden bij de Spoorwegen opnieuw
met 1 jaar wordt verlengd en wel tot 1 Januari
1937.
De directeur van den Rijksdienst der Werk
loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling
deelt mede, dat bij 1062 organen der openbare
arbeidsbemiddeling op 14 December in totaal
460.572 werkzoekenden stonden ingeschreven,
onder wie 435.368 mannen. Van deze werkzoe
kenden waren er 441.387 werkloos, ouder wie
422.087 mannen.
Blijkens mededeeling van de afdeeling Werk
verschaffing en Steunverleening van het Depar
tement van Sociale Zaken waren einde Novem
ber 1935 van de werklooze werkzoekenden er
54.547 geplaatst bij een werkverschaffing.
Bovendien waren er nog 3408 personen met
financieelen steun van de overheid te werk ge
steld in het landbouw- en tuinbouwbedrijf;
laatstbedoeld aantal is niet begrepen onder het
als werkloos opgegeven aantal personen.
De centrale propagandacommissie voor den
verkoop van de Weldadigheidspostzegels ver
zoekt opneming van het volgende:
Nu er ruim tien dagen zijn verloopen, sinds
de „Van het Kind Voor het Kind"-puzzle
in vele bladen in Nederland geplaatst is, kan
er geconstateerd worden, dat velen de oplos
sing hebben ingezonden aan het adres Drui-
venstraat 49, Den Haag. Uit alle oorden van
ons land kwamen de inzendingen binnen, vaak
van meer postzegels voorzien dan voorgeschre
ven was (2 kinderzegels van 6 cent).
Nu de termyn van inzending tegen het ein
de loopt (de oplossingen moeten uiterlijk 3
Januari as. binnen zijn) willen wij nog eens
een laatsten oproep plaatsen, om de puzzle
toch vooral in te zenden. Van elke inzending
ontvangt het kind 15 cent. Daarom hoopt de
commissie, dat velen nog op deze wijze de
actie voor het verwaarloosde kind willen steu.
nen. Gelijk bekend, is de hoofdprijs- voor
deze puzzle geschonken door H. K. H. Prinses
Juliana, terwijl voorts meer dan 1200 prijzen
aanwezig zijn, welke door de kinderen zelf
gemaakt zijn.
Laten allen nog een of meer kinderzegels
koopen, eer de termijn van verkoop sluit, op
9 Januari a.s. is het de laatste dag. De laat
ste loodjes wegen het zwaarst! De nood onder
de verwaarloosde jeugd is groot; alom, maar
criminaliteit op angstwekkende wijze toe.
vooral in onze groote steden neemt de jeugd-
Daarom is aller steun zoo hard noodig!
Begint het nieuwe jaar met een goede daad:
Geeft steun aan de misdeelde kinderen, door
een of meer kinderpostzegels te koopen!
Bij Koninklijk Besluit van 17 December j.l. is
de Raad voor de Scheepvaart opnieuw samenge
steld, ditmaal voor den tijd van één jaar, in
verband met het aanhangige wetsontwerp,
waarby wordt voorgesteld het aantal gewone
leden van vier op twee te brengen.
Dinsdag vergaderde de Raad voor het laatst
in zyn oude samenstelling, hetgeen den voor
zitter prof. mr. B. N. Taverne aanleiding gaf
tot het houden van een rede, waarin hij de ver
diensten van de heengegane en heengaande le
den schetste.
In het byzonder herdacht spr. de werkzaam
heid van de heeren Weidenaar en Jol, die resp.
bijna 25 jaar en 26 jaar lid waren.
De Ned. Stucadoorspatroonsbond heeft aan
den Nederl. Chr. en den R.K. Bouwvakarbei
dersbond medegedeeld, dat hy het landelijk
collectief arbeidscontract na afloop op 31 Maart
e.k. niet ongewijzigd wenscht te handhaven.
Men schrijft ons uit Megen:
Het is vandaag een gedenkwaardige dag in
de geschiedenis van het oude Maasstadje Me
gen. Immers 25 jaren geleden werd dr. A. A.
F. Baptist bij raadsbesluit tot gemeente-ge
neesheer benoemd. Men stapte toen over het
bezwaar heen, dat de nieuwbenoemde arts, nog
slechts 24 jaar oud was. De gemeenteraad had
destijds geen betere keus kunnen doen, want
het is gebleken, dat dr. Baptist niet alleen over
buitengewone medische capaciteiten beschikt,
doch zich tevens heeft doen kennen als eer.
menschenvriend in den waren zin des woords.
Geboren uit een achtenswaardige 's-Herto-
genbossche familie, kende hij het Brabantsche
volk door en door. De jonge arts, diep getrof-
fen door de nooden der plattelandsbevolking,
vatte zijn taak op als een apostolaat. Hij be
sloot zich geheel aan de lijdende menschheid
te wijden en dat dit geen utopie is geweest,
bewijst wel datgene, wat hij voor zyn patiën
ten heeft gedaan. Geheel belangeloos, met
volkomen voorbijzien van eigen genoegens,
heeft hij onafgebroken, zonder er zelfs aan te
denken één dag vacantie te nemen, de beste
jaren van zijn leven aan de bevolking van
Megen en omgeving gewijd.
Het deerde hem niet» dat hy door deze
grootsche opvatting van zijn taak zelf in de
bitterste armoede geraakte: het was hem een
voldoening ter liefde Gods te arbeiden. Be
grijpelijkerwijze ging de roep van zyn kennis
en weldadigheid tot ver buiten de grenzen van
zijn woonplaats en tot wijd ln den omtrek
kwam men ,,den Megenschen dokter", zooals
hij in den volksmond wordt genoemd, consul
teeren.
Talloos ziin de verhalen over den dokter, die
door de plattelandsbevolking als een heilige
wordt vereerd en waarin telkens diens groote
opofferingsgezindheid en ware onbaatzuchtig
heid tot uiting komt.
In een armelijk hutje had de dokter een kind
ter wereld helpen brengen, waarna- hy den
vader aanraadde zorg te dragen de zwakke
vrouw van versterkende middelen te voorzien.
Dit was voor den armen man onmogehjk,
doch toen de dokter het huis verlaten had,
ontdekte men op tafel een aanzienlijk gelds
bedrag, dat zooals later bleek, door den arts
was achtergelaten. Bovendien behoefde, zoo
als gewoonlijk, voor de medische hulp niets te
worden betaald.
In vele gezinnen heeft Dr. Baptist vaak by
de geboorte van tien of meer kinderen zijn
medische hulp verleend, zonder dat ooit een
rekening werd gepresenteerd. Den eenvoudigen
en bescheiden man is alle winstbejag' vreemd.
In bijzondere gevallen rekent hij voor een
consult het minimale bedrag van tien tot vijf
en twintig cent, waarby dan de medicijnen
uit eigen apotheek zijn inbegrepen. Van de
weinige opbrengst hiervan leidt hii een sober
bestaan, terwyl hy nog een gedeelte van zyn
inkomen onder de armen verdeelt.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat
toen burgemeester van Vlokhoven uit Megen
een oproep deed om den beminden arts bij
diens 25-jarig' jubileum te huldigen, niet alleen
van de geestelijke en wereldlijke overheid
adhaesie werd betuigd, doch uit alle lagen der
bevolking spontaan medewerking met deze
plannen werd toegezegd. Er werd een huldi
gingscomité opgericht, waarvan burgemeester
van Vlokhoven het voorzitterschap heeft aan
vaard. Bovendien hebben in het eere-comité
zitting' genomen de Parochiegeestelijken van
Megen, Haren en Macharen, de Pater Gar
diaan. van het Klooster der Franciscanen, de
Rector van het Klooster te Haren en de heer
W. C. I. J. Kipp. lid van Ged. Staten van
Noord-Brabant te Megen. Alles wordt in het
werk gesteld, om den dag van het jubileum,
dat om verschillende redenen op 19 Januari
feesteliik zal worden gevierd, zoo luisterrijk
mogelijk te maken. In alle parochies heeft, men
besloten, om op dien dag de Nederlandsche
driekleur van de huizen te doen wapperen.
De groote aanhankelijkheid, welke de bevolking
den beminden gemeentegeneesheer toedraagt
is tot uiting gekomen, toen een inzameling
werd gehouden voor een huldeblijk, waarbij met
gulle hand werd gegeven. Ondanks het feit. dat.
Dr Baptist wars van alle eerbetoon is, zal hy
zich dien dag de hulde van zyn dorpsgenooten
moeten laten welgevallen.
„Onze Vaan" deelt mee, dat de heer Tacklen-
burg. indertijd voorzitter van de afdeeling Bre
da der K.D.P. door de afdeeling is geroyeerd,
daar hij na deelneming aan een der bekendè
propagandareizen naar Rusland als propagan
dist voor het Russische communisme optreedt.
Met 1 Mei zullen, volgens de Maasb., de Raden
van Arbeid te Goes en Middelburg worden ver
eenigd. De nieuwe Raad zal te Middelburg wor
den gevestigd.
MM
23
HOOFDSTUK VII
Na thuiskomst
Het was al vroeg in den morgen, toen de
équipage der Dalton's voor huize Gresham stil
hield, en vader en dochter het huis binnengin
gen. Papa Dalton zag er rood en slaperig uit,
maar scheen toch in de beste stemming te zijn
hij had uitstekend gesoupeerd en ruim vijf
shillings gewonnen met bridge. Hy wreef in zijn
oogen en gaapte luidruchtig, en de reusachtige
livreiknechts gaapten mee achter hun enorme
handen. Maar May stond rechtop en klaar
wakker in de hall, haar bruine oogen stralend
als diamanten, haar lippen half geopend, haar
hart nog bonzend van opwinding en pleizier.
De heer Dalton keek haar met slaperige be
wondering aan en met een nieuwen, ietwat ver
legen eerbied. Voor 't eerst van zyn leven drong
het tot hem door, dat deze dochter van hem
nog iets meer bezat dan een driftig humeur
schoonheid. Met tusschenpoozien had hy eens
een kijkje genomen in de balzaal en had haar
zien dansen, rondwandelen en lachen met den
grooten Sir Heron; en, zoo slaperig als liy was,
warrelden de eerzuchtigste visioenen hem door
het hoofd.
„Je ahem! je ziet er vanavond uitste
kend- uit, May," zei hy. „Ik hoop, dat je je ge
amuseerd hebt. Het was -een kei van een bal,
niet?"
,,Ja hè?" zei May enthousiast. „Waar 'oent u
toch al den tyd geweest, Papa? Ik heb u niet
één keer gezien. Ik
„Je hebt me heelemaal vergeten, wed ik," viel
de heer Dalton haar grinnekend in de rede.
„Groot gelijk, beste meid, groot gelijk. Maar ik
vergat jou niet. Ik zag je zag je dansen met
Sir Heron. Hy scheen hem! erg attent,
erg galant, en eh dat allemaal."
„O ja, erg," zei May met een lachje, toen ze
dacht aan zijn lange figuur, geknield in de
garderobe.
,-Sir Heron is eh een van de invloed
rijkste mannen in het graafschap," ging de heer
Dalton voort, haar aanziend, „wel de meest
invloedrijke kan ik zeggen. Het was een groote
voldoening voor me om eh om
„Om mij met hem te zien dansen. Het bewijst,
dat we eindelijk een beetje in tel komen, hè?"
„Ik ik begrijp niet wat je bedoelt," zei
mynheer Dalton boos. „Dat klinkt al heel eigen
aardig. In tel!"
„Ja," zei May kort. ,,'t Is tamelijk duideiyk,
dat we dat tot nog toe niet waren, in aanmer
king genomen, dat ze twee jaar lang het be
staan van hun naaste buren volkomen gene
geerd hebben."
„Ik ik geloof, dat we maar liever naar bed
moesten gaan," stamelde de heer Dalton.
,,'t Wordt langzamerhand tijd," zèi May vroo-
lyk. „Wees niet boos, Papa," voegde ze erby,
hem kussend. „Natuurlijk was Sir Heron heel
vriendeiyk en dat allemaal; maar het was dorps
bal, weet u, en dan kunnen hertogen dansen
met boerinnetjes, als ze dat verkiezen. Welte
rusten."
Ze liep op haar teenen de trap op, om Carrie
niet wakker te maken, maar het bleek een on-
noodige voorzorg! Toen ze over den bovengang
liep, kierde de deur naast de hare behoedzaam
open en een stem, klaarwakker, diep haar naam.
„O, May, wat zijn jullie lang weggebleven! Ik
heb mezelf wakker gehouden zoolang ik maar
kon, maar toen ben ik ingedommeld en heb
uren geslapen! Is het nog geen morgen? Ga
even zitten nee, daar, dan kan ik je zien.
Was het leuk een echt fijn bal, en heb je
pleizier gehad? Nou, je hoeft geen ja te zeggen,
ik kan 't wel aan je gezicht zien. Wat zie je er
beeldig uit! Maar waar is je mooie corsage,
May?"
„Mijn corsage?" vroeg May, de hand aan haar
schouder brengend. „Hé, ik moet 't verloren heb
ben." Ze bloosde, want ze herinnerde zich plot
seling, «dat ze, toen Sir Heron blootshoofds aan
het portier van het rijtuig stond, iets wits in
zyn hand had gezien. Kon het het kon toch
haar corsage niet geweest zijn? En toch was ze
het kwijt.
„Pieker nu maar niet meer over die bloem,
May," zei Carrie ongeduldig; „vertel me asje
blief alles en alles van het bal. Wie waren er?
Alle menschen, die we kennen? En waren de
Letchfords er ook?"
„Ja," zei May, „ze waren er. Maar ik moest
niet langer met je blijven babbelen, want dan
ben je morgen ziek. Ga nu liggen en probeer
nog wat te slapen."
„O May, wees nou niet zoo gemeen; 't zou
gewoonweg valsch van je zijn! Ik zou toch ver
der wakker blyven liggen dan juist! En de
Letchfords waren er, zeg je, ouwe Lady Letch-
ford natuuriyk in zwart satijn hè en dan
die beroemde juffrouw Vavasour! O May, wat
had ze aan en zag ze er knap uit?"
„Ongelooflijk knap," zei May eerlijk. „Te mooi
om aan te komen, zooals we als kinderen zei
den."
„En die broer van haar, die er net Uitziet
als een filmheld was die er ook?"
„Ja. Heeft zelfs met me gedanst. En als er
ooit een volmaakt danser op de wereld was, Car
rie, dan heet hij Vavasour."
,0 May! Je bent toch niet meteen al verliefd
op hem geworden?" riep Carrie.
„Natuurlyk ongeneeslijk," zei May.
„En wie was er nog meer? Sir Heron natuur
lijk niet, hè mevrouw Turner zei, dat er niet
de minste kans op was, zelfs al droegen ze hem
erheen."
„Nu, dan hebben ze hem waarschyniyk eerst
gebonden en toen gedragen, want hy was er,"
zei May. „Ik heb met hem -gedanst."
„Met hem gedanst!" gilde Carrie bijna, haar
blauwe oogen wijd opensperrend. „Met hem
gedanst! O! Heusch? En danste hij ook zoo
schitterend?"
„N-ee," zei May, met een onderdrukt lachje.
„Dat zou ik niet precies durven beweren. Maar
kijk eens hier." Ze tilde het gescheurde satijn
op en hield het Carrie onder den neus.
„O, May! Heeft hy dat gedaan?"
„Dat heeft hij, en toen ging hij op zyn knieën
de scheur zitten dichtspelden, en mevrouw zijn
moeder kwam plotseling opdagen en vond hem
in die merkwaardige houding, en juffrouw Va
vasour volgde haar op den voet; en, als het waar
is, dat het een reden tot fierheid mag zijn wan
neer men sterk gehaat wordt, zooals Byron zegt,
dan kan ik myn neus in den wind steken, Car
rie! Want als Lady Letchford zich ooit ver
waardigde iemand te haten, dan haat zij je
liefhebbende zuster!'
„O!" riep Carrie. „En Sir Heron, wat zei die
wel? Hij schaamde zich zekft- dood en maakte
dat hij wegkwam?"
„Integendeel," zei May, „hij maakte de maat
vol door me souper te vragen."
„Voor het souper! O May! En juffrouw Vava
sour had hy haar eigenlijk niet moeten vra
gen?"
„Ik heb een naargeestig vermoeden, dat hij
dat inderdaad had behooren te doen," zei May
lachend, „maar hij deed het nü eenmaal niet.
Het heeft haar eetlust echter niet bedorven,
want ik kon zien, dat ze zich heel behoorlijk
bediende; ze zat vlak tegenover me, en deed
zorgvuldig haar best om rechts en links van
me te kijken er. op haar bord en naar het
plafond. Maar Lady Letchford's souper was
waarschyniyk wel bedorven."
„O May! En toen?"
„Nou, na het souper danste ik toen nog
tweemaal met Sir Heron, en daarna gingen we
naar huis. Hij bracht ons tot aan ons rytuig
wat, naar mevrouw Turner me plechtig ver
zekerde, een buitengewone attentie is voor zyn
doen. En dat is alles."
„Alles!" riep Carrie. „Alles! Wel, May, hy
moet zoowat naar niemand anders omgekeken
hebben dan naar jou!"
„Onzin!" zei May. opstaande om het sche
merlampje uit te draaien, maar er was een
blos op haar wangen gekomen, en ze hield haar
oogen neergeslagen toen ze haar zusje kuste.
„Zoo en nu ga je nog heerlijk een poosje
onder zeil! Laat ik je niet meer hooren of
zien
Heel anders was de thuiskomst van het ge
zelschap van den Eikhof. In het starre besef
van haar plicht was Lady Letchford gebleven
tot den laatsten dans, zich wel bewust van het
feit, dat haar vertrek voor de heele aristocratie
het sein tot de vlucht zou zyn en eveneens
voor hen, die gaarne daartoe gerekend werden.
En toen dan eindelyk het rytuig van den Eik
hof werd afgeroepen, schreed ze met een star
gezicht en een versteenden blik naar den uit
gang. Tijdens den rit sprak ze nauwelijks 'n
enkel woord en als Vane en zijn zuster de con
versatie niet een beetje hadden gaande gehou
den, zou er in het comfortabele wagen-inte
rieur de ijzigste stilte hebben geheerscht, want
Sir Heron zat in zijn hoekje gedoken, schijn
baar slapend, de armen over elkaar geslagen en
de oogen verborgen in de schaduw van zijn
hoogen hoed. Hy verroerde zich niet vóór de
équipage de oprijlaan indraaide.
(Wordt vervolgd)