Keuringsdiensten 1 Lady letchfqrd SPOORWEGPENSIOENEN WIE WORDT WOENSDAG 1 JANUARI 1936 Slechts eenige leden der Eerste Kamer hebben bezwaar tegen de voorgestelde wijziging VICE-ADMlRAAL VAN DULM Als commandant der Indische zee macht opgevolgd door schout- by-nacht Ferwerda NIEUWJAARSNUMMER VAN „VLIEGWERELD" Dure verstekelingen Scheepskapitein moest de passage per K.L.M. betalen Na den brand op de Tarakan Sleepbooten liggen in de nabijheid van de Tarakan Het gevaar geweken WARENWET IN WERKING Tot 1 Maart blijft de indeelipg ongewijzigd Het wetsontwerp tegen cumulatie Teleurstelling bij vele Eerste Kamerleden over beperkte strekking UIT DE STAATSCOURANT B urgemeester Ond er scheiding en C onsul-generaal Rechterlijke macht Voogdijraad Zeemacht Landmacht Minister Gelissen over den toestand Geen wijziging in structuur van hand elsbalans Niet veranderen Roode Kruis Waterschap en polder NED. SPOORWEGEN Reglement Dieftstvoorwaarden een jaar verlengd De WERKLOOSHEID Op 14 December 441.387 werkloozen ACTIE KINDERPOSTZEGELS En de kinderpuzzle RAAD VOOR DE SCHEEP VAART Laatste vergadering in oude samenstelling Landelijke C.A.O. in het stucadoorsbedrijf Dr. A. A. F. Baptist Zilveren jubileum van een bemind geneesheer VOORZITTER K.D.P.-AFD. GEROYEERD Maakt propaganda voor het communisme RADEN VAN ARBEID Goes en Middelburg vereenigd &QQR CHARLES GARVICE Blijkens het voorloopig verslag der Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot wijzi ging van de Pensioenwet voor de Spoorweg, ambtenaren 1925 hadden verscheidene leden onoverkomelijke bezwaren tegen de ontwor pen regeling, welke zij in strijd achtten met artikel 177 van de Grondwet en met de recht vaardigheid in het algemeen, al werd toege geven, dat het gemeen overleg tusschen de Regeering en de Tweede Kamer tot niet on belangrijke verbeteringen in het aanvankelijke ontwern heeft geleid. Eenigen hunner betoogden, dat h.i. indertijd zoowel de regeering als de directie van de Ne- derlandsche Spoorwegen het door hen ingeno men standpunt aangaande de onaantast baarheid van het pensioen hebben gedeeld. Deze leden erkenden overigens,, dat, indien dit ontwerp tot wet mocht worden verheven, een ander beginsel zal zijn aanvaard, namelijk dat bij looiisverhooging do toegekende pen sioenen in overeenstemming met de gewijzigde loonen zullen worden gebracht. Z/ij laakten evenwel, dat dit niet zal gelden voor de naar de lagere grondslagen berekende pensioenen. Wiiders verklaarden deze leden, dat de toe- Stand, waarin het- Spoorwegpensioenfonds ver. keert, tot de indiening van dit wetsontwerp aanleiding heeft gegeven en dat het spoor wegpersoneel niet voor dien toestand aanspra kelijk kan worden gesteld en het Riik bij de Wet van den 29sten Juni 1925 betreffende pen sioenregeling voor de spoorwegambtenaren en hunne weduwen en weezen, op zich hebben genomen. Sommige leden betoogden, dat men, ook al achtte men aanvankelijk een pensioen onaan tastbaar, niettemin met de, in dit wetsonwerp voorgestelde regeling kan instemmen, omdat Steeds meer, als gevolg van de sterke verlaging van loonen en salarissen bij het spoorwegbe drijf, het verschil tusschen deze en de pen sioenen is verminderd, zoo niet opgeheven, welk verschil uiteraard dient te worden ge handhaafd. Deze leden waren evenwel van oor deel, dat niet is aangetoond, waarom de voor gestelde verlaging voor het spoorwegpersoneel een andere zou moeten zijn dan die voor het Rijkspersoneel. Vele leden verklaarden, zich met de aange. voerde bezwaren niet te kunnen vereenigen. Deze leden stonden op het standpunt, dat het te dezer zake een publiekrechtelijke in stede van een privaatrechtelijke verhouding geldt. De Staat-werkgever toch stelt, krachtens zijne autoriteit, de arbeidsvoorwaarden eenzijdig vast en heeft zich, van den aanvang van het ontstaan dier voorwaarden af, de eenzijdige wijziging ervan voorbehouden, hetgeen aan de wederpartij bekend is geweest. De pensioen- korting achtten zij ook hierom gerechtvaar digd, omdat de Staat indertijd, eveneens een zijdig beslissende, verhooging heeft bevorderd. De vice-admiraal M. H. van Duim is eervol ontheven van de betrekking van commandant der zeemacht en hoofd van het departement van marine in Ned. Indië, met den datum, waarop hij die aan zijn opvolger zal overdra gen, zulks onder dankbetuiging voor de door hem in die betrekking bewezen diensten. Met dienzelfden datum is genoemde betrekking op gedragen aan den benoemden schout-bij.nacht H. Ferwerda. Het bekende en actieve luchtvaartweekblad „Vliegwereld" heeft zijn eerste Januarinummer tot een belangwekkende nieuwjaarsuitgave ge maakt. Het telt veertig pagina's in kleurendruk en is ook uiterlijk uitstekend verzorgd. Wat den inhoud betreft, hiervan noemen wij om te beginnen het wekelijksch overzicht, waar in ditmaal het achter ons liggende jaar 1935 onder de loupe wordt genomen en nagegaan, welke vorderingen de luchtvaart in dit tijdsbe stek heeft gemaakt. Belangwekkend is, wat de redactie daarbij concludeert over de defensie van Ned. Indië en onze militaire luchtmacht in de koloniën. Frans Habnit schrijft een lezenswaardige bij drage onder den titel van „Het wiel der tech nische ontwikkeling jaagt voort", waarbij de schrijver den invloed nagaat der technische oriëntatie op de menschheid gedurende de laat ste jaren. Bach laat ons een blik slaan in de naaste toe komst, in verband met het gebruik van vlieg- booten voor oceaan-luchtverkeer. Welk een enorm gewichtige rol de radio daarbij zal spe len toont hy met verschillende feiten aan. Mr. E. Rusman schrijft verder over de P.A.A- verbinding over de Stille Zuidzee naar Manilla; Mounier behandelt de luchtiyn van Los Angeles haar het Catalina-eiland van den kauwgum koning Wright (op Catalina Airport manoeu vreeren de vliegtuigen bij gebrek aan ruimte op een draaischijf), terwijl Broekmeijer de resulta ten der zweefvliegerij in 1935 bespreekt. Dr. van der Sleen vertelt over de herleving van Bagdad door de luchtvaart op het Oosten. In een zeer geslaagde schets maakt Claudius een „Droomvlucht in het nieuwe jaar". De re dactie heeft voorts een correspondent op reis gestuurd van Farüs naar Algiers door de lucht en brengt daarover een vlotte causerie met prachtige luchtfoto's. Ten slotte wordt de start commissie van Andir voor 't voetlicht gebracht, het clubje geestdriftige ingezetenen van Ban doeng, dat nimmer ontbreekt bij een start van een HollandIndië-vliegtuig naar het moe derland. Een aardige prijsvraag en de gebruikelijke ru brieken als Vraagbaak, Humor, enz. completee- ren dit fraaie Nieuwjaarsnummer, dat onge- twyfeld niet zal nalaten de aandacht te trekken. Op Vrijdag 6 December zijn met de „Snip" van Curagao naar Aruba een tweetal passa giers vervoerd, voor wie deze vlucht nu niet direct een pleiziertochtje beteekende. Een Noorsch schip had op Curagao eenige zware machinedeelen gelost en vertrok een paar dagen later naar Aruba, om aldaar ook nog eenige lading af te geven. Op de reis naar de West had men de ontdekking gedaan, dat zich twee Engelsche negerjongens aan boord bevonden, die niet tot de bemanning behoor den en ook niet in het bezit waren van een passagebiljet, dat hun recht gaf op dat vervoer! Wat precies de bestejnming was van de beide jongelui, meldt de historie niet, maar een feit is, dat de dag nadat het schip was ver trokken, de Vreemdelingen-politie te Curagao de beide jongelui ergens in Willemstad oppikte. Nu is de kapitein van een schip, waarmee verstekelingen aankomen, ook verplicht deze weer mee te nemen. Hij was echter reeds ver trokken naar Aruba. De manier om de jongens nog tijdig oo „hun" schip te kunnen afleveren, lag voor de hand. En zoo werden dan deze twee niet al te gedistingeerde passagiers onder po- litiegeleide naar het vliegveld Bato gebracht, waarna de politieman zich overtuigde, dat ze zich bij hun vertrek goed en wel als de meest verwende luchtreizigers in de ruime zetels van de Snip hadden neergevleid. Met dezelfde zorg werden de jongelui op Aruba door de politie in ontvangst genomen en vandaan naar het schip getransporteerd. We vermoeden, dat de gezag voerder de beide stowaways, voor wien hij bo vendien de passage per K. L. M. heeft moeten betalen, niet al te vriendelijk heeft ontvan gen. Een troost was, dat zij althans geen over- bagage verschuldigd waren! Onder toezicht van een ambtenaar van het marine-arsenaal zijn van de Tarakan 100 ton dynamiet en geligniet in gouvernementslichters overgeladen, wordt uit Lenden gemeld. Een viertal sleepbooten bleeft in de nabij heid van de Tarakan, die in verband met de ontzaglijk hooge zee naar kalmer water is ver haald. Er wordt nog zwaar weer verwacht. Nog werd gemeld: Drie sleepbooten, die uitgerust zyn met brand- bluschapparaten,, liggen langszij de Tarakan, voor het geval, de vermenging van lucht met het zwavelzure gas, dat in het ruim is gepompt, een kléine explosie teweeg zou brengen. Do Nederlandsclie sleepboot Zwarte Zee is eveneens in de nabijheid. Kapitein Van Rees-Vellinga verklaarde, dat de Tarakan juist met een hevigen storm te kam pen had, toen men voor het eerst uit den ven tilator, naby het hoofdluik rook zag komen. In het voorschip waren ontplofbare stoffen ge stuwd, bestemd voor Batavia, ten gebruilte m het mijnbedryf. Alle ventilatoren werden ge sloten en zuur'in de ruimen gepompt, waarna de steven werd gewend en koers gezet naar Plymouth. De werkzaamheden aan boord van het motor vrachtschip „Tarakan" der Maatschappij „Ne derland" tot bestrijding van het vuur, hebben Dinsdag een gunstig verloop gehad. Men heeft de ontploffende stoffen uit luik 2 kunnen los sen en vervolgens is men er in geslaagd luik 3, waaronder de brand woedde, te openen. Het zwaveldioxydegas heeft goed aan de ver wachtingen tot onderdrukking van den brand beantwoord. De nog smeulende asch van verbrande auto's en luciferscolli is gedoofd. Het gevaar voor ontploffing of eenige verdere uitbreiding van den brand is thans geweken. Bij K.B. is bepaald, dat de Warenwet heden 1 Januari 1936, in werking treedt. Naar ons wordt bericht, is door de Ko ningin bepaald, dat de indeeling van het land in keuringsdiensten ingevolge de Wa renwet, tot 1 Maart as. ongewijzigd zal blijven. De bestaande keuringsdiensten blijven tot dien datum hun taak dus onveranderd ver vullen. Op dezen gang van zaken werd reeds gezinspeeld door den Minister van Sociale Zaken in zyn rede in de Eerste Kamer der Staten-Generaal op 24 Decem ber 1.1. Bij het afdeelingsonderzoek der Eerste Ka mer van het ontwerp van wet tot wijziging en aanvulling van de Pensioenwet 1922 van de wet van 28 Mei 1922, van de Gemeentewet, van de Provinciale wet, van de wet van 30 Juni 1923 en van de wet van 17 Juli 1923 keurden eenige leden de daarin voorgestelde regeling af. Deze leden waren van oordeel, dat in de practijk van 's Rijks dienst de cumulatie van traktement en pensioen weinig beteekent en slechts uitzonderingsgevallen betreft. Cumula tie van inkomsten is, dus werd betoogd, ook in het particuliere bedrijf waarneembaar en wordt daar niet als iets verwerpelijks be schouwd. Dat het Kabinet, door de indiening van dit wetsontwerp te bevorderen, heeft toe gegeven aan een kunstmatig opgewekte pu blieke opinie, betreurden zy ten zeerste. Bovendien verklaarden zy, niet met dit wets- Benoemd met 1 Januari tot burgemeester van Wydenes C. Mol. Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje. Nassau D. Jippes, adjunct-administrateur ter gemeentesecretarie van Amsterdam. Toegekend de gouden eeremedaille der Oranje-Nassau Orde aan P. M. van der Put, deurwaarder bij de rechtbank te Rotterdam. Bij K. B. is benoemd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau mr. L. Lietaert Peerbolte, directeur-generaal, chef der afdee- ling Volksgezondheid van het Departement van Sociale Zaken, te 's Gravenhage. By K. B. is toegekend de zilveren eere-me- daille der Oranje-Nassau Orde aan J. Hout man, fabrieksbaas bij de N. V. „Vereenigde Amsterdamsche Melkinrichtingen" te Amster. dam, en aan P. C. van Steyn, magazynmees- ter by de N. V. Stoommeelfabrieken „De Maas" te Rotterdam. Bij K.B. is de heer A. Rodriquez Diago er kend en toegelaten ais consul-generaal van Co lumbia op Curagao, voor de eilanden Curagao, Aruba en Bonaire. Benoemd tot substituut-officier van justitie bij de rechtbank te 's Hertogenbosch mr. B. van der Burg, thans ambtenaar van het O. M. bij de kantongerechten in het arr. Haarlem, ter standpl. Haarlem. Benoemd tot substituut-officier van Justitie by de rechtbank te Amsterdam mr. A. S. de Muinck Keizer, thans ambtenaar van het O. M. by de kantongerechten te Almelo, Enschede en Groenlo, ter standpl. Almelo. Benoemd tot lid van den Voogdijraad te Am sterdam mej. mr. C. Veth, adv. en proc., won. te Amsterdam; tot lid van den Voogdijraad te Haarlem mr. F. van der Goot, adv. en proc., won. te Haarlem. Met 1 Januari is aan dén luit. ter zee le hl. J. J. A. Schagen van Leeuwen op verz. eervol ontslag uit den zeedienst verleend. Met 1 Jan. benoemd tot off. van adm. 3e kl. de adelborst der le afd. voor de adm. E. S. H. van Assendelft de Coningh. Met 1 Januari is op verz. aan den eerste-luit. N. J. Jelgersma van den staf der inf. eervol ontwerp te kunnen instemmen, omdat zy pen sioenen onaantastbaar achtten, op de gronden, reeds meermalen in de Staten-Generaal uit eengezet. Verscheidene andere leden konden zich met de hiervoren weergegeven opmerkingen niet vereenigen. Met name betwistten zy de onaan tastbaarheid van pensioenen. Voorts waren zij van oordeel, dat, al zyn de gevallen van cumu latie in overheidsdienst zeldzamer dan gemeen lijk wordt voorgesteld, het toch aanbeveling verdient, vooral In de huidige tydsomstandig- heden, aan elke, niet per se gerechtvaardigde, bevoorrechting uit de openbare kas, een einde te maken. Vele leden uitten hun teleurstelling over de h.i. te beperkte strekking van het wets ontwerp. Aan den Minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, ir. H. Gelissen, heeft „De Stan daard" de vraag voorgelegd, hoe hij den toe stand ziet. In zyn antwoord merkte de minister op: Onze economische houding wordt) bepaald door: ons eigen kunnen en door wat anderen doen, en die twee factoren werken als in een krachten-diagram waarbij wij steeds rekening hebben te houden met dien beweeglijken en veranderlijken tweeden factor. Ieder land streeft naar zelfvoorziening en steeds meer wordt gepoogd goederen tegen goederen uit te ruilen en niet meer zooals voorheen goederen tegen goederen plus dien sten. Daardoor wordt ook onze belastingsba lans beïnvloed. Vraagt u my nu: Moeten wij aansturen op een andere structuur van onze handelsbalans, zoodat deze van passief, actief wordt, dan zeg ik als mijn meening: Neen, dit behoeft niet! ontslag verleend; hy is benoemd tot afdee- lingschef in vasten dienst bij het Staatsbedrijf der Artillerie-inrichtingen. Aan prof. dr. L. Polak Daniels, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen is op verz., en aan ds. J. Visser te Amersfoort in verband met zyn leeftijd, eervol ontslag ver leend als Kringcommissaris van het Ned. Roode Kruis, onderscheidenlijk in den Kring Groningen en in den Kring Utrecht, zulks on der dankbetuiging. Voor den tijd van vijf jaren zijn benoemd tot Kringcommissaris van het Ned. Roode Kruis ondersch. in den Kring Groningen en in den Kring Utrecht prof. dr. P. R. Michaël, hoogl. Ryksuniversiteit te Groningen en jhr. mr. H. A. N. van Asch van Wijck te Doorn. Voor den tijd van vijf jaren zyn benoemd tot militair commissaris van het Ned. Roode Kruis de heeren A. N. C. F. Keyzer, gep. luit.- kolonel der inf. te 's Gravenhage, en jhr. J. A. Röell, gep. le luit. der huzaren te 'sGra- veland. By K. B. zyn benoemd: In de provincie Friesland: tot dijkgedeputeerde van het waterschap De Zeven Grietenijen en Stad Sloten, W. Rinkema, te St. Nicolaasga; met ingang van 1 Januari 1936, tot lid van het bestuur van het waterschap Het Workumer Nieuwland, R. Wiersma, te Workum; met ingang van 1 Januari 1936, tot dyk- gedeputeerde van het waterschap Nes-Buren op Ameland, D. de Jong, te Buren en J. de Jong te Nes (A); met ingang van 1 Januari 1936 tot dijkge deputeerde van het waterschap de Griën op Ameland, P. Tj. Visser, te Ballum en J. J. van der Laag, te Hollum; in de provincie Noord-Holland: met ingang van 31 December 1936, to\ dijk graaf van den polder de Lagehoek onder Hoog woud en Opmeer, N. Laan, te Opmeer; met ingang van 1 Januari 1936, tot dijkgraaf van het Ambacht van Westfriesland, genaamd Geestmerambacht, A. Schrooder, te Heiloo; met ingang van 1 Januari 1936, tot heem raad van het Ambacht van Westfriesland, ge naamd Geestmerambacht, J. Pranger, te Oud. karspel; met ingang van 1 Januari 1936, tot hoog heemraad van het hoogheemraadschap Noord- Hollandsch Noorderkwartier, H. Koster Kzn., te Wieringerwaard en H. Klaver, te Alkmaar; met ingang van 2 Januari 1936, tot heem raad van den polder Katwoude, J. van de Geer, te Monnikendam; in de provincie Zuid-Holland: tot heemraad van den polder Het Nieuwe- land van Heineoord, genaamd „De Bosschen", L. Nugteren, te Mijnsheerenland; in de provinciën Gelderland en Zuid-Hol land: a tot dijkgraaf van den polder Asperen, J. G. van Herwaarden, te Asperen; b tot heemraad van den polder Asperen, A. de Man, te Asperen. Als wy een kleine opleving krijgen, en som mige teekenen wijzen in die richting, dan is dit passief, dat nu op de betalingsbalans drukt, spoedig ingehaald. Wij zouden, gelijk Engeland, Zwitserland en België nog meer kunnen doen aan een posi tieve kapitaalsbeleggingspolitiek, om langs de zen weg opdrachten voor onze industrie te verkrijgen. Ik kan alleen zeggen, dat de regeering haar aandacht op de zaak heeft en eenige bespre kingen door my zijn gevoerd. Bij K. B. is bepaald, dat de termijn voor de periodieke herziening van het Reglement Dienstvoorwaarden bij de Spoorwegen opnieuw met 1 jaar wordt verlengd en wel tot 1 Januari 1937. De directeur van den Rijksdienst der Werk loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling deelt mede, dat bij 1062 organen der openbare arbeidsbemiddeling op 14 December in totaal 460.572 werkzoekenden stonden ingeschreven, onder wie 435.368 mannen. Van deze werkzoe kenden waren er 441.387 werkloos, ouder wie 422.087 mannen. Blijkens mededeeling van de afdeeling Werk verschaffing en Steunverleening van het Depar tement van Sociale Zaken waren einde Novem ber 1935 van de werklooze werkzoekenden er 54.547 geplaatst bij een werkverschaffing. Bovendien waren er nog 3408 personen met financieelen steun van de overheid te werk ge steld in het landbouw- en tuinbouwbedrijf; laatstbedoeld aantal is niet begrepen onder het als werkloos opgegeven aantal personen. De centrale propagandacommissie voor den verkoop van de Weldadigheidspostzegels ver zoekt opneming van het volgende: Nu er ruim tien dagen zijn verloopen, sinds de „Van het Kind Voor het Kind"-puzzle in vele bladen in Nederland geplaatst is, kan er geconstateerd worden, dat velen de oplos sing hebben ingezonden aan het adres Drui- venstraat 49, Den Haag. Uit alle oorden van ons land kwamen de inzendingen binnen, vaak van meer postzegels voorzien dan voorgeschre ven was (2 kinderzegels van 6 cent). Nu de termyn van inzending tegen het ein de loopt (de oplossingen moeten uiterlijk 3 Januari as. binnen zijn) willen wij nog eens een laatsten oproep plaatsen, om de puzzle toch vooral in te zenden. Van elke inzending ontvangt het kind 15 cent. Daarom hoopt de commissie, dat velen nog op deze wijze de actie voor het verwaarloosde kind willen steu. nen. Gelijk bekend, is de hoofdprijs- voor deze puzzle geschonken door H. K. H. Prinses Juliana, terwijl voorts meer dan 1200 prijzen aanwezig zijn, welke door de kinderen zelf gemaakt zijn. Laten allen nog een of meer kinderzegels koopen, eer de termijn van verkoop sluit, op 9 Januari a.s. is het de laatste dag. De laat ste loodjes wegen het zwaarst! De nood onder de verwaarloosde jeugd is groot; alom, maar criminaliteit op angstwekkende wijze toe. vooral in onze groote steden neemt de jeugd- Daarom is aller steun zoo hard noodig! Begint het nieuwe jaar met een goede daad: Geeft steun aan de misdeelde kinderen, door een of meer kinderpostzegels te koopen! Bij Koninklijk Besluit van 17 December j.l. is de Raad voor de Scheepvaart opnieuw samenge steld, ditmaal voor den tijd van één jaar, in verband met het aanhangige wetsontwerp, waarby wordt voorgesteld het aantal gewone leden van vier op twee te brengen. Dinsdag vergaderde de Raad voor het laatst in zyn oude samenstelling, hetgeen den voor zitter prof. mr. B. N. Taverne aanleiding gaf tot het houden van een rede, waarin hij de ver diensten van de heengegane en heengaande le den schetste. In het byzonder herdacht spr. de werkzaam heid van de heeren Weidenaar en Jol, die resp. bijna 25 jaar en 26 jaar lid waren. De Ned. Stucadoorspatroonsbond heeft aan den Nederl. Chr. en den R.K. Bouwvakarbei dersbond medegedeeld, dat hy het landelijk collectief arbeidscontract na afloop op 31 Maart e.k. niet ongewijzigd wenscht te handhaven. Men schrijft ons uit Megen: Het is vandaag een gedenkwaardige dag in de geschiedenis van het oude Maasstadje Me gen. Immers 25 jaren geleden werd dr. A. A. F. Baptist bij raadsbesluit tot gemeente-ge neesheer benoemd. Men stapte toen over het bezwaar heen, dat de nieuwbenoemde arts, nog slechts 24 jaar oud was. De gemeenteraad had destijds geen betere keus kunnen doen, want het is gebleken, dat dr. Baptist niet alleen over buitengewone medische capaciteiten beschikt, doch zich tevens heeft doen kennen als eer. menschenvriend in den waren zin des woords. Geboren uit een achtenswaardige 's-Herto- genbossche familie, kende hij het Brabantsche volk door en door. De jonge arts, diep getrof- fen door de nooden der plattelandsbevolking, vatte zijn taak op als een apostolaat. Hij be sloot zich geheel aan de lijdende menschheid te wijden en dat dit geen utopie is geweest, bewijst wel datgene, wat hij voor zyn patiën ten heeft gedaan. Geheel belangeloos, met volkomen voorbijzien van eigen genoegens, heeft hij onafgebroken, zonder er zelfs aan te denken één dag vacantie te nemen, de beste jaren van zijn leven aan de bevolking van Megen en omgeving gewijd. Het deerde hem niet» dat hy door deze grootsche opvatting van zijn taak zelf in de bitterste armoede geraakte: het was hem een voldoening ter liefde Gods te arbeiden. Be grijpelijkerwijze ging de roep van zyn kennis en weldadigheid tot ver buiten de grenzen van zijn woonplaats en tot wijd ln den omtrek kwam men ,,den Megenschen dokter", zooals hij in den volksmond wordt genoemd, consul teeren. Talloos ziin de verhalen over den dokter, die door de plattelandsbevolking als een heilige wordt vereerd en waarin telkens diens groote opofferingsgezindheid en ware onbaatzuchtig heid tot uiting komt. In een armelijk hutje had de dokter een kind ter wereld helpen brengen, waarna- hy den vader aanraadde zorg te dragen de zwakke vrouw van versterkende middelen te voorzien. Dit was voor den armen man onmogehjk, doch toen de dokter het huis verlaten had, ontdekte men op tafel een aanzienlijk gelds bedrag, dat zooals later bleek, door den arts was achtergelaten. Bovendien behoefde, zoo als gewoonlijk, voor de medische hulp niets te worden betaald. In vele gezinnen heeft Dr. Baptist vaak by de geboorte van tien of meer kinderen zijn medische hulp verleend, zonder dat ooit een rekening werd gepresenteerd. Den eenvoudigen en bescheiden man is alle winstbejag' vreemd. In bijzondere gevallen rekent hij voor een consult het minimale bedrag van tien tot vijf en twintig cent, waarby dan de medicijnen uit eigen apotheek zijn inbegrepen. Van de weinige opbrengst hiervan leidt hii een sober bestaan, terwyl hy nog een gedeelte van zyn inkomen onder de armen verdeelt. Het is dan ook niet te verwonderen, dat toen burgemeester van Vlokhoven uit Megen een oproep deed om den beminden arts bij diens 25-jarig' jubileum te huldigen, niet alleen van de geestelijke en wereldlijke overheid adhaesie werd betuigd, doch uit alle lagen der bevolking spontaan medewerking met deze plannen werd toegezegd. Er werd een huldi gingscomité opgericht, waarvan burgemeester van Vlokhoven het voorzitterschap heeft aan vaard. Bovendien hebben in het eere-comité zitting' genomen de Parochiegeestelijken van Megen, Haren en Macharen, de Pater Gar diaan. van het Klooster der Franciscanen, de Rector van het Klooster te Haren en de heer W. C. I. J. Kipp. lid van Ged. Staten van Noord-Brabant te Megen. Alles wordt in het werk gesteld, om den dag van het jubileum, dat om verschillende redenen op 19 Januari feesteliik zal worden gevierd, zoo luisterrijk mogelijk te maken. In alle parochies heeft, men besloten, om op dien dag de Nederlandsche driekleur van de huizen te doen wapperen. De groote aanhankelijkheid, welke de bevolking den beminden gemeentegeneesheer toedraagt is tot uiting gekomen, toen een inzameling werd gehouden voor een huldeblijk, waarbij met gulle hand werd gegeven. Ondanks het feit. dat. Dr Baptist wars van alle eerbetoon is, zal hy zich dien dag de hulde van zyn dorpsgenooten moeten laten welgevallen. „Onze Vaan" deelt mee, dat de heer Tacklen- burg. indertijd voorzitter van de afdeeling Bre da der K.D.P. door de afdeeling is geroyeerd, daar hij na deelneming aan een der bekendè propagandareizen naar Rusland als propagan dist voor het Russische communisme optreedt. Met 1 Mei zullen, volgens de Maasb., de Raden van Arbeid te Goes en Middelburg worden ver eenigd. De nieuwe Raad zal te Middelburg wor den gevestigd. MM 23 HOOFDSTUK VII Na thuiskomst Het was al vroeg in den morgen, toen de équipage der Dalton's voor huize Gresham stil hield, en vader en dochter het huis binnengin gen. Papa Dalton zag er rood en slaperig uit, maar scheen toch in de beste stemming te zijn hij had uitstekend gesoupeerd en ruim vijf shillings gewonnen met bridge. Hy wreef in zijn oogen en gaapte luidruchtig, en de reusachtige livreiknechts gaapten mee achter hun enorme handen. Maar May stond rechtop en klaar wakker in de hall, haar bruine oogen stralend als diamanten, haar lippen half geopend, haar hart nog bonzend van opwinding en pleizier. De heer Dalton keek haar met slaperige be wondering aan en met een nieuwen, ietwat ver legen eerbied. Voor 't eerst van zyn leven drong het tot hem door, dat deze dochter van hem nog iets meer bezat dan een driftig humeur schoonheid. Met tusschenpoozien had hy eens een kijkje genomen in de balzaal en had haar zien dansen, rondwandelen en lachen met den grooten Sir Heron; en, zoo slaperig als liy was, warrelden de eerzuchtigste visioenen hem door het hoofd. „Je ahem! je ziet er vanavond uitste kend- uit, May," zei hy. „Ik hoop, dat je je ge amuseerd hebt. Het was -een kei van een bal, niet?" ,,Ja hè?" zei May enthousiast. „Waar 'oent u toch al den tyd geweest, Papa? Ik heb u niet één keer gezien. Ik „Je hebt me heelemaal vergeten, wed ik," viel de heer Dalton haar grinnekend in de rede. „Groot gelijk, beste meid, groot gelijk. Maar ik vergat jou niet. Ik zag je zag je dansen met Sir Heron. Hy scheen hem! erg attent, erg galant, en eh dat allemaal." „O ja, erg," zei May met een lachje, toen ze dacht aan zijn lange figuur, geknield in de garderobe. ,-Sir Heron is eh een van de invloed rijkste mannen in het graafschap," ging de heer Dalton voort, haar aanziend, „wel de meest invloedrijke kan ik zeggen. Het was een groote voldoening voor me om eh om „Om mij met hem te zien dansen. Het bewijst, dat we eindelijk een beetje in tel komen, hè?" „Ik ik begrijp niet wat je bedoelt," zei mynheer Dalton boos. „Dat klinkt al heel eigen aardig. In tel!" „Ja," zei May kort. ,,'t Is tamelijk duideiyk, dat we dat tot nog toe niet waren, in aanmer king genomen, dat ze twee jaar lang het be staan van hun naaste buren volkomen gene geerd hebben." „Ik ik geloof, dat we maar liever naar bed moesten gaan," stamelde de heer Dalton. ,,'t Wordt langzamerhand tijd," zèi May vroo- lyk. „Wees niet boos, Papa," voegde ze erby, hem kussend. „Natuurlijk was Sir Heron heel vriendeiyk en dat allemaal; maar het was dorps bal, weet u, en dan kunnen hertogen dansen met boerinnetjes, als ze dat verkiezen. Welte rusten." Ze liep op haar teenen de trap op, om Carrie niet wakker te maken, maar het bleek een on- noodige voorzorg! Toen ze over den bovengang liep, kierde de deur naast de hare behoedzaam open en een stem, klaarwakker, diep haar naam. „O, May, wat zijn jullie lang weggebleven! Ik heb mezelf wakker gehouden zoolang ik maar kon, maar toen ben ik ingedommeld en heb uren geslapen! Is het nog geen morgen? Ga even zitten nee, daar, dan kan ik je zien. Was het leuk een echt fijn bal, en heb je pleizier gehad? Nou, je hoeft geen ja te zeggen, ik kan 't wel aan je gezicht zien. Wat zie je er beeldig uit! Maar waar is je mooie corsage, May?" „Mijn corsage?" vroeg May, de hand aan haar schouder brengend. „Hé, ik moet 't verloren heb ben." Ze bloosde, want ze herinnerde zich plot seling, «dat ze, toen Sir Heron blootshoofds aan het portier van het rijtuig stond, iets wits in zyn hand had gezien. Kon het het kon toch haar corsage niet geweest zijn? En toch was ze het kwijt. „Pieker nu maar niet meer over die bloem, May," zei Carrie ongeduldig; „vertel me asje blief alles en alles van het bal. Wie waren er? Alle menschen, die we kennen? En waren de Letchfords er ook?" „Ja," zei May, „ze waren er. Maar ik moest niet langer met je blijven babbelen, want dan ben je morgen ziek. Ga nu liggen en probeer nog wat te slapen." „O May, wees nou niet zoo gemeen; 't zou gewoonweg valsch van je zijn! Ik zou toch ver der wakker blyven liggen dan juist! En de Letchfords waren er, zeg je, ouwe Lady Letch- ford natuuriyk in zwart satijn hè en dan die beroemde juffrouw Vavasour! O May, wat had ze aan en zag ze er knap uit?" „Ongelooflijk knap," zei May eerlijk. „Te mooi om aan te komen, zooals we als kinderen zei den." „En die broer van haar, die er net Uitziet als een filmheld was die er ook?" „Ja. Heeft zelfs met me gedanst. En als er ooit een volmaakt danser op de wereld was, Car rie, dan heet hij Vavasour." ,0 May! Je bent toch niet meteen al verliefd op hem geworden?" riep Carrie. „Natuurlyk ongeneeslijk," zei May. „En wie was er nog meer? Sir Heron natuur lijk niet, hè mevrouw Turner zei, dat er niet de minste kans op was, zelfs al droegen ze hem erheen." „Nu, dan hebben ze hem waarschyniyk eerst gebonden en toen gedragen, want hy was er," zei May. „Ik heb met hem -gedanst." „Met hem gedanst!" gilde Carrie bijna, haar blauwe oogen wijd opensperrend. „Met hem gedanst! O! Heusch? En danste hij ook zoo schitterend?" „N-ee," zei May, met een onderdrukt lachje. „Dat zou ik niet precies durven beweren. Maar kijk eens hier." Ze tilde het gescheurde satijn op en hield het Carrie onder den neus. „O, May! Heeft hy dat gedaan?" „Dat heeft hij, en toen ging hij op zyn knieën de scheur zitten dichtspelden, en mevrouw zijn moeder kwam plotseling opdagen en vond hem in die merkwaardige houding, en juffrouw Va vasour volgde haar op den voet; en, als het waar is, dat het een reden tot fierheid mag zijn wan neer men sterk gehaat wordt, zooals Byron zegt, dan kan ik myn neus in den wind steken, Car rie! Want als Lady Letchford zich ooit ver waardigde iemand te haten, dan haat zij je liefhebbende zuster!' „O!" riep Carrie. „En Sir Heron, wat zei die wel? Hij schaamde zich zekft- dood en maakte dat hij wegkwam?" „Integendeel," zei May, „hij maakte de maat vol door me souper te vragen." „Voor het souper! O May! En juffrouw Vava sour had hy haar eigenlijk niet moeten vra gen?" „Ik heb een naargeestig vermoeden, dat hij dat inderdaad had behooren te doen," zei May lachend, „maar hij deed het nü eenmaal niet. Het heeft haar eetlust echter niet bedorven, want ik kon zien, dat ze zich heel behoorlijk bediende; ze zat vlak tegenover me, en deed zorgvuldig haar best om rechts en links van me te kijken er. op haar bord en naar het plafond. Maar Lady Letchford's souper was waarschyniyk wel bedorven." „O May! En toen?" „Nou, na het souper danste ik toen nog tweemaal met Sir Heron, en daarna gingen we naar huis. Hij bracht ons tot aan ons rytuig wat, naar mevrouw Turner me plechtig ver zekerde, een buitengewone attentie is voor zyn doen. En dat is alles." „Alles!" riep Carrie. „Alles! Wel, May, hy moet zoowat naar niemand anders omgekeken hebben dan naar jou!" „Onzin!" zei May. opstaande om het sche merlampje uit te draaien, maar er was een blos op haar wangen gekomen, en ze hield haar oogen neergeslagen toen ze haar zusje kuste. „Zoo en nu ga je nog heerlijk een poosje onder zeil! Laat ik je niet meer hooren of zien Heel anders was de thuiskomst van het ge zelschap van den Eikhof. In het starre besef van haar plicht was Lady Letchford gebleven tot den laatsten dans, zich wel bewust van het feit, dat haar vertrek voor de heele aristocratie het sein tot de vlucht zou zyn en eveneens voor hen, die gaarne daartoe gerekend werden. En toen dan eindelyk het rytuig van den Eik hof werd afgeroepen, schreed ze met een star gezicht en een versteenden blik naar den uit gang. Tijdens den rit sprak ze nauwelijks 'n enkel woord en als Vane en zijn zuster de con versatie niet een beetje hadden gaande gehou den, zou er in het comfortabele wagen-inte rieur de ijzigste stilte hebben geheerscht, want Sir Heron zat in zijn hoekje gedoken, schijn baar slapend, de armen over elkaar geslagen en de oogen verborgen in de schaduw van zijn hoogen hoed. Hy verroerde zich niet vóór de équipage de oprijlaan indraaide. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 3