Een lugubere Oudejaarsavond
HONIG S BOUILLONBLOKJES 6 voor lOct.
Dr. Colijn vraagt
om eendracht
IN ZWEDEN IS MEN DIEP
VERONTWAARDIGD
Britsch antwoord
aan Egypte
DE„JOS MARIA" VLOT
Kerkelijk leven
R. v. OPPENRAAIJ S.J. 1-
GYSBREGHT- TRADITIE
VICKS H0ESTB0NB0NS
DONDERDAG 2 JANUARI 1936
Van beschaving en
barbaarschheid
De overstroomingen in
Engeland
De studentenbetoogingen
duren voort
Een Sowjet-Russisch
démenti
Geheim verdrag met Buiten-
Mongolië ontkend
De Fransche begrooting
voor 1936
Belangrijke verklaring
van Roosevelt verwacht
Een novum bij de opening der
parlementszitting
Door Kamer en Senaat aan
genomen
De bezetting van Midden
Tsjahar
Mandsjoerijsche troepen rukken
verder op
Stimmen der Zeit"
verboden
Tot 31 Maart
Rechtstoestand militair personeel
Alom bekend Jesuiet overleden
TWEE TON VAN HET WERK
FONDS
KUNST VAN HEDEN
Vondel verrast telkens en telkens
door nieuwe schoonheid in zijn
„Gysbreght van Aemstel"
Thomasvaer en
Pieternel
Thomasvaer en Pieternel
De Gysbreght
Voor rioleeringsplan van Gouda
WONING UITGEBRAND
Groote schade aangericht te
Gouda
SMOKKELGEVECHT AAN DE
BRABANTSCHE GRENS
Holle leuzen
De politieke gebeurtenissen
te Wierden
Jubilarissen bij de hafhouding
De rampzalige en wereldbeschamende oor
log in Abessinië heeft de laatste dagen
van 1935 nog voor een uiterst lugubere
verrassing gezorgd. De Zweedsche ambulance,
welke zich op een afstand van plm. 30 K.M. van
het plaatsje Dolo aan het Zuidelijk front be
vond, is door een bommenwerpend Italiaansch
vliegtuigeskader verwoest. De eerste berichten,
welke ook in enkele Italiaansche bladen hebben
gestaan, beweerden, dat het geheele Zweedsche
en Abessinische personeel bij die gelegenheid zou
zijn omgekomen, doch thans heet het, dat alleen
al het ambulance-materiaal is vernield en in
ieder geval de Zweedsche leider der ambulance
nog in leven is. Nadere officieele gegevens van
beide oorlogvoerende partijen en ook van de
neutrale Roode Kruis-instanties worden afge
wacht om vast te stellen, welken omvang en ge
volgen het bombardement heeft gehad. Maar
hoe de uitslag van het onderzoek naar de aan
gerichte schade ook moge uitvallen, het schijnt
boven allen twijfel vast te staan, dat de Zweed
sche ambulance in Abessinië is gebombardeerd
en dit feit is op zichzelf reeds ernstig genoeg,
niet het minst voor Italië.
Italië, dat door Genève als de onrechtmatige
aanvaller is gedisqualificeerd en een groot deel
der publieke opinie in de wereld tegen zich in
het harnas heeft gejaagd, zóózeer zelfs, dat on
der den druk dier publieke opinie Engeland en
Frankrijk zich genoopt zagen opnieuw trouw
tet betuigen aan de beginselen van den Volken
bond, heeft nog slechts bitter weinig sympathie
te verliezen. Toen bij den aanval op Dessie, tij
dens het bezoek van keizer Hailé Selassie aan
die plaats, ook het Amerikaansche hospitaal een
vlaag van den Italiaanschen bommenregen mee
kreeg, ofschoon het toch duidelijk zichtbaar met
roode.kruisteekens was gemerkt, maakte dit
reeds een zeer slechten indruk. Van Italiaan
sche zijde werd beweerd, dat half Dessie met
dergelijke teekens was voorzien, zoodat het voor
de Italiaansche vliegers niet mogelijk was uit
te maken, waar deze terecht of ten onrechte
waren aangebracht. Dessie was wel-is-waar een
zgn. „open plaats", maar het feit van de aan
wezigheid van den Negus en belangrijke Abes
sinische troepenconcentraties, gaf toch den Ita
lianen een motief om Dessie niet geheel gelijk
te stellen met een plaats, welke volgens de Ge-
neefsche opvattingen van een „humanen" oorlog
niet gebombardeerd mocht worden. De Zweed
sche ambulance, welke ook volgens de Italianen
zelf, als zoodanig overduidelijk was gekentee-
kend, lag op een vrij grooten afstand van de
frontlinie, zoodat het moeilijker aan te nemen
is, dat zij van de groote bommenbui aan het
front, bij toeval of vergissing een deel had te
incasseeren.
Er is bovendien een Italiaansche lezing van
dit pijnlijke geval, welke van een zonderhnge
gewrongenheid, zoo niet van een boosaardige
psychologie getuigt. Volgens deze lezing, zou
het personeel der Zweedsche ambulance bij de
nadering der Italiaansche bommenwerpers zóó
ostentatief met Zweedsche vlaggen hebben ge
zwaaid, dat de vliegeniers achterdochtig wer
den en veronderstelden hier te doen te hebben
met een groep Europeesche officieren van de
Abessinische legerleiding, die misbruik maakte
van de Roode Kruis-emblemen om zich voor
een bombardement te vrijwaren.
Hoe dit alles ook zij, het feit, dat de
Zweedsche ambulance het doelwit is ge
weest van een Italiaanschen vliegtuig-
aanval, heeft niet enkel in Zweden, maar ook
in heel Scandinavië en ook daarbuiten diepe
verontwaardiging gewekt. Of de ambulance/ 't
eenige doelwit van dien aanval of slechts een
medeslachtoffer in een algemeene gevechtsactie
ls geweest, of hier opzet, dan wel een abuis in
het spel is; dergelijke factoren kunnen slechts
een gradueel verschil maken voor de beoordee
ling van den ernst van deze tragische gebeur
tenis. Italië heeft de Roode-Kruis-conventie
van Genève geschonden en de Negus heeft der
halve terecht tegen zulk een schenderij gepro
testeerd. Ook als zou blijken, dat de Italiaan
sche vliegers zich alleen maar „vergist" heb
ben, blilft Italië aansprakelijk en verantwoor
delijk. Natuurlijk beijvert men zich van Ita
liaansche zijde nu om de Abessiniërs van aller
lei beestachtige oorlogsgruwelen te beschuldi
gen, maar zelfs indien deze werkelijk zouden
zijn bedreven, disculpeert dit Italië allerminst.
Italië bewijst daardoor alleen, dat het nog steeds
vasthoudt aan de scheeve redeneering, dat be
schaving met barbaarsche geweldmethoden ver
breid zou kunnen worden en dat het geoorloofd
zou zijn onrecht met onrecht te beantwoorden
en een volgens de moderne internationale
rechtsbeginselen ontoelaatbare koloniale poli
tiek te voeren op grond van de overweging, dat
andere naties in vroegere tijden zich aan de
zelfde, maar toen nog niet algemeen veroor-
LONDEN, 1 Jan. (A.N.P.) De overstroomin
gen, die het gevolg zijn van den zwaren regen
val, breiden zich nog voortdurend uit. De
Theems wast van Oxford tot Teddington. In
Kent en Sussex, rondom Bristol en in de
Theemsvallei staan uitgestrekte gebieden onder
water. Bij Windsor is de Theems 1600 meter
breed. In de geteisterde gebieden zijn talrijke
wegen onbruikbaar, zoodat het verkeer moet
plaats hebben over hooger gelegen wegen, het
geen vaak een belangrijke vertraging ten ge
volge heeft. Ook de aangerichte schade wordt
steeds aanzienlijker. In Wiltshire heeft men
het treinverkeer over een der bruggen moeten
stilleggen.
Te Londen is het niveau van de Theems, dat
door dijken wordt tegengehouden, hooger dan
dat der straten.
deelde koloniale practijken hebben schuldig ge
maakt. Indien Italië met eenig recht het be
schavingsargument tegenover de beweerde Abes
sinische barbaarschheid wil uitspelen, zal het
een uiterste correctheid bij de oorlogvoering in
acht dienen te nemen, en zelfs dan zal daardoor
de oorlog zelf nog niet gerechtvaardigd kunnen
worden. Bovendien schaadt Italië door zulke
verontwaardiging wekkende bombardementen
zijn nationale eigenbelangen aanzienlijk,
want de sanctie-lustige mogendheden zullen
in hun ijver om het internationale recht, zooals
het geformuleerd is in het Volkenbondspact, des
noods met geweld te doen eerbiedigen worden
gesterkt, terwijl het aanzien van Italië in Euro
pa er geenszins door verhoogd wordt.
KAIRO, 2 Jan. (Reuter) Volgens de plaat
selijke bladen zou de Britsche regeering welwil
lend hebben geantwoord op de door Egypte on
dernomen demarche inzake het ontwerp-verdrag
van 1930, hoewel zij tijd vraagt om de kwestie
in haar geheel te bestudeeren.
Krachtens dit ontwerp-verdrag zou Egypte
een onafhankelijke staat worden, die voldoet
aan de eischen, die noodig zijn om lid van den
Volkenbond te kunnen worden, doch aan Enge
land zou de verantwoordelijkheid worden ge
laten voor de verdediging enz.
Een groote menigte betoogende studenten
van de universiteit van Giza is op weg naar
Kairo. Een sterke afdeeling politie is hun
tegemoet gezonden.
De betoogingen hebben tot dusver een be
trekkelijk kalm verloop gehad, zoodat de politie
niet tusschenbeide behoefde te komen.
Een officieel communiqué der regeering ver
oordeelt de ongerechtvaardigde incidenten, die
gisteren bij de opening van het Internationaal
Medisch Congres hebben plaats gehad, die, zoo
wordt verklaard, nadeel zouden kunnen berok
kenen aan de vriendschappelijke betrekkingen
met een groote mogendheid, waarmede Egypte
spoedig hoopt tot een accoord te kunnen ko
men, ter behartiging van de wederzijdsche be
langen.
Vicks VapoRub
ingrediënten verwerkt in de smakelijke
het Witte Huis met president Roosevelt en
den minister van buitenlandsche zaken, Cor-
dell Huil, te hebben geconfereerd, dat hij in
de zitting van het Congres op Vrijdag a.s.
het ontwerp voor een neutraliteitswet zou
indienen, waarbij den president de bevoegd
heid wordt verleend, naar eigen goeddunken
een embargo af te kondigen op den uitvoer
van oorlogsmateriaal, als katoen, olie en
staal, naar alle oorlogvoerende landen.
President Roosevelt zal Vrijdagavond zijn
jaarlijksche rede voor het Congres houden, en
verwacht wordt, dat hij dan een belangrijke ver
klaring zal afleggen.
MOSKOU, 1 Jan. (Reuter.) Officieel wordt
het door een Japansch blad gepubliceerd bericht
tegengesproken, als zou tusschen de Sowjet-
Unie en Buiten-Mongolie een geheim verdrag
zijn gesloten. Evenwel weigert men eenigerlei
uitleg te geven omtrent het langdurig verblijf
der Mongoolsche ministers te Moskou. De aan
wezigheid van den minister van porlog in de
delegatie doet het echter onwaarschijnlijk zijn,
dat het doel van de reis van economischen aard
is.
De Pauselijke Internuntius, Z. Exc. Mgr. P. Giobbe (links), bracht Woensdag een
Nieuwjaarsbezoek aan den minister van Buitenlandsche Zaken, Z. Exc. jhr. mr.
A. C. de Graeff te Den Haag
WASHINGTON, 1 Jan. (A.N.P.) Presi
dent Roosevelt heeft het Congres verrast
met de mededeeling, dat hij bij de opening
van de nieuwe parlementszitting een avond
vergadering verlangt, om zijn groote nieuw
jaarsboodschap niet slechts te kunnen rich
ten tot de parlementsleden, maar tot het
geheele volk.
Een dergelijk verlangen is nooit geuit. Het
toont aan, dat Roosevelt besloten heeft den
strijd om zijn herverkiezing en om zijn hervor
mingsdenkbeelden te openen.
De voorzitter van de commissie van bui
tenlandsche zaken van het Huis van Afge
vaardigden, McReynolds, verklaarde na op
PARIJS, 1 Jan. (Reuter). Na een
nachtzitting, die tot 8.20 uur vanmorgen duur
de, heeft het parlement de begrooting voor
1936 aangenomen, in de Kamer met 377
tegen 137 stemmen, en in den Senaat met
269 tegen 17 stemmen.
De begrooting is als volgt in evenwicht ge
bracht: Ontvangsten 40.449.887.066 francs. Uit
gaven 40.437.808.525 francs. Het overschot be
draagt derhalve 12.078.541 francs.
Nadat de begrooting was afgehandeld, is de
zitting van het parlement tot 14 Januari ver
daagd.
PEKING, 1 Jan. (Reuter). Uit Chineesche
bron wordt gemeld, dat twee regimenten Mand
sjoerijsche troepen te Sjangpei zijn aangeko
men, hetgeen een nieuwe schrede beteekent in
de bezetting van Midden-Tsjahar.
Wegens de belangrijkheid der effectieven
vreest men in sommige kringen, dat de Ja-
pansch-Mandsjoerijsche troepen zullen blijven
oprukken tot de provincie Soejoean.
Naar in „Mikael" te lezen staat, is het No
vembernummer van „Stimmen der Zeit" in be
slag genomen en de uitgave in Duitschland ver
boden tot 31 Maart.
Het wordt mogelijk geacht, dat dit verbod is
uitgevaardigd wegens den inhoud van het cul
tuuroverzicht van Overmanns.
Het motor-vrachtschip „Jos Maria" is in
den vroegen morgen van den Nieuwjaars
dag vlot gekomen en door de sleepboot
Hoek van Holland van L. Smit en Co.'s In
ternationale sleepdienst naar IJmuiden op
gesleept.
Regelmatig heeft van der Tak's Bergingsbe
drijf de laatste dagen de „Jos Maria" gewinsd
aan de ankers en Oudejaarsavond gelukte het
om het schip over de eerste bank te sleepen,
zoodat het geheel vlot lag. Direct werd toen
sleepboot-assistentie gerequireerd, omdat het tij
den volgenden morgen gunstig geacht werd om
het schip weg te sleepen. Alles aan boord werd
in gereedheid gebracht voor het vertrek. In
den nacht arriveerde de sleepboot „Blanken
berg". Inderdaad was het tij Nieuwjaarsdag om
7 uur des morgens gunstig. De sleepboot kon bij
kalm weder gemakkelijk vast maken. Zonder
moeite gelukte het de „Jos Maria" op eigen
kracht en geholpen door de sleepboot, vlot te
komen en de Egmondsche kust te verlaten,
waar het schip precies een maand onvrijwillige
gastvrijheid genoot.
Aan boord van de „Jos Maria" bevond zich
van de bemanning alleen de machinist B. van
der Peet en verder personeel van de Bergings
maatschappij.
Het motorschip heeft te IJmuiden ligplaats
genomen aan den binnenkant der sluizen en
zal na onderzoek naar Amsterdam opvaren ter
reparatie.
Dinsdag is uitgegeven het Staatsblad, bevat
tende het besluit van 28 December 1935 tot
wijziging en aanvulling van het Kon. Besluit
van 22 Augustus 1931, houdende vaststelling
van voorschriften betreffende den rechtstoe
stand van het militair personeel der land
macht.
Naar wij vernemen, is hedenmorgen om
streeks zes uur in „Huize Katwijk" te 'sGra-
venhage overleden pater dr. R. M. V. van
Oppenraay S.J., oud-provinciaal der Neder-
landsche provincie en oud-assistent voor de
Germaansche provinciën bij het generalaat
der Orde te Rome.
Zooals gemeld, was een plotselinge inzinking
in den gezondheidstoestand van dr. v. Oppen
raay aanleiding, om den 79-jarigen pater var.
de H.H. Sacramenten der Stervenden te voor
zien. Hoewel zijn toestand Dinsdag nog rede
lijk te noemen was, veranderde deze in den
loop van Woensdag plotseling en omstreeks 12
uur 's nachts nam de crisis een aanvang. Bij
zijn overlijden waren aanwezig de directeur van
Huize Katwijk, pater v. Essen S.J., pater C.
Kolfschoten C.J. en pater Steen S.J.
In het rustige, aan den duinvoet gelegen
Huize Katwijk te Den Haag, waar door de
vacantie der internaatjongens een bijzondere
stilte heerscht, heeft de dood den reeds lang
verzwakten patiënt tot de eeuwige rust gevoerd.
De sterfkamer heeft niets bijzonders dan den
meer dan soberen eenvoud, die den thans ont
slapene in alles kenmerkte. Er staat een bid-
stoel, een bureau, een zetel en dan het bed,
waarop hij zijn laatste dagen doorbracht.
Reeds vroeg in den morgen heeft prof. Barge
zijn goeden vriend aldaar voor de laatste maal
bezocht en naarmate de dag vorderde en het
bericht van het overlijden bekend weid, stroom
den van alle zijden de bewijzen van deelneming
toe.
Want Pater van Oppenraay heeft zich tijdens
zijn leven een wel zeer groot aantal vrienden
verworven.
In den loop van den dag is het stoffelijk
overschot opgebaard in de met rouw bekleede
spreekkamér van het internaat, waar de stilte
nog intenser wordt gevoeld.
De uitvaart zal geschieden op Zaterdag 4
Januari a.s. in de kapel van Huize Katwijk,
waarna de begrafenis op het kerkhof te
Mariëndaal bij Grave.
In den Amsterdamschen Stads
schouwburg is wederom het wonder
herbloeid van de jaarlijksche Gys-
breght-vertooning. Driehonderd jaar
geleden geschreven en voor het eerst
opgevoerd. Sedert nog telken jare
op onze planken! En daarmede ver
bonden het boerenopera'tje ,,De
Bruiloft van Kloris en Roosje". Weer
hebben jeugd, die voor 't eerst naar
den schouwburg komt en anderen,
die in deze Nieuwjaarsvertooning
een kunsttraditie vinden, er hun ver
blijding aan gehad.
Men ga er heen in de komende
dagen. Laat Vondel u doen kennis
maken met het allerbeste van ons
vaderlandsch tooneel.
Er is een tijd geweest, dat de Nieuwjaarg-
wensch uitdijde tot een groot spektakel met
„kunst en vliegwerk", met vliegmachine en
boerensjees, zoodat de alleraardigste bruiloft
zelf in het gedrang kwam en beknot werd.
Eenigszins keert de aardige Nieuwjaarswensch
van Otto Zeegers de aardigste van de latere
jaren tot dit euvel terug. Hij is een beetje
lang uitgevallen en Thomasvaer valt zoowaar
per parachute uit den hemel. Gelukkig bleef de
bruiloft een gezellig oud-Hollandsch jolijt, al
misten we Ben Royaards en Georgette Hage-
doorn als Krelis en Elsje. Royaards moet ziek
zijn en zoo kon hij dit jaar zijn prachtigen
„Arent" in de „Gysbreght", waarmede hij vooral
verleden jaar verraste, niet geven.
In de loge van Burgemeester en Wethouders
werd de burgemeester gemist. Alleen de drie
soc. democratische wethouders waren er aan
wezig die plichtmatig gingen staan toen de zaal,
begeleid door het orkestje, het Wilhelmus zong,
na den heilwensch op de Koninginne.
Paul Huf en Mien van Duymaer v. Twist
vormden een kostelijk paar als Thomasvaer en
Pieternel en in hun voordracht kwam Zeegers'
tekst wel uitnemend tot zijn recht. Verschillen
de goedmoedige hekelingen, zooals op de Am-
sterdamsche tram, vonden luiden bijval en hoe
bevredigend klonk uit Hufs mond:
Komaan, laat dan den kop niet hangen
Waar zooveel goeds en groots nog leeft!
Er valt nog zware strijd te strijden
Maar op een weg die uitkomst geeft
De handen in elkaar geslagen
Met frisschen durf en levensmoed
Den kop omhoog in zes-en-dertig
M'n dierbaar Holland, 't ga je goed....
Het volle accent viel dit jaar niet op de
jeugdige dartelheid der vrijende en trouwende
paartjes, maar op Thomasvaer en Pietemei
die door Paul Huf en Wilh. Duymaer van Twist
tot een ouderwetsche blijheid werden.
Hoe dankbaar we een traditie moeten wezen
die telken jare een klassiek werk als Vondel's
„Gysbreght van Aemstel" ten tooneele voert,
leerde ons weder deze heropvoering ender De-
fresne's regie met Van Dalsum in de titelrol.
Telkens nieuwe openbaringen van schoonheid.
Een 25 a 30 keer heb ik het stuk alreeds ge
zien. Het is telken jaar of men het nog niet
geheel kent. Telkens komt men tot een ver
rassing van nieuwe schoonheid. Na de „daad"
van Royaards is deze opvoering van Defresne-
v. Dalsum de beste die ik ken welke be
zwaren ik er ook tegen moge hebben. En de
nieuwjaarsvertooning van dit jaar met al haar
clicbé-fouten tegen den tekst, met al haar ver
minkingen van den tekst, vooral in den Gys-
breghtproloog, geeft toch nog volop gelegenheid
Vondel te genieten.
De spannende, innerlijk zoo sterk dramatische
realistische schildering der verschrikkingen van
Amsterdams ondergang door Frits var»
Dijk als Gysbreghts broeder Arent was
dit jaar voor mij een der hoogtepun
ten van deze voorstelling. Hij gaf aan
Vondels taal en dramatiek als 't ware nieuwen,
modernen gloed en spanning. En hoe juist be
grepen, hoe volkomen aanvaardbaar voor het
katholiek gemoed, dat in den priester den ge
neesheer der ziel erkent, was bij Arents af
sterven het zoo zuiver, in elke handeling ver
antwoorde spel van Paul Huf als heer Peter.
De Arent van Frits van Dijk, het her-optreden
van Paul Huf in de „Gysbreght" zijn voor mij
de groote winsten van dezen Nieuwjaarsavond
Over de tekortkomingen kan ik, na het daar
over reeds geschrevene, kort zijn. Hoe deerlijk
gesnoeid wordt er in den tekst b.v. in den aan
vang. Ik zou bijna van een gemassacreerden
Vondel spreken. Gedeelten die noodig zijn voor
het goed begrijpen van dit Amsterdamsche al
legorische gelegenheidsstuk der historie worden
weggelaten Verzen die op zich zelf vol rijkdom
aan taal en diepen zin zijn, worden weggesne
den. In de kerkscène overigens vol wijding
door La Chapelle als Gozewijn is 't soms
of er geen Vondeltekst bestaat waarin men
de aanwijzing voor deze scène kan vinden.
En dan de reien! De taalpracht doet Willy
Haak ontroerend tot ons komen. Indien het
geen „vertooning" ware, maar alleen declama/-
tie, zou men alléén reeds om deze zegging naar
den schouwburg gaan. Intusschen: Vondel heeft
aan de reien en aan Rafaël (in een vorig arti
kel staat abusievelijk Gabriël) óók in zekeren
zin „handeling" toebedeeld. En nu wordt het
met ieder jaar grooter gemis, dat de reien door
maar één persoon in 't donker worden gezegd.
Een vrouwestem voor de rei der „edelingen" en-
zoovoort. Dat is tegen tekst en bedoeling.
Het hoogtepunt van het drama, wanneer we
als in de grootste verslagenheid geen uitkomst
meer hopen en de ineenstorting van Amsterdam
zonder hoop op een betere toekomst elk eegen-
blik verwachtenop dat spannendste oogen-
blik brengt Vondel de lichtende verlossing uit
den hemel: Rafaël die uitkomst brengt van God
en op een betere toekomst doet hopen.
En dit liehtendste aller momenten, dit op
klaren van de duisternis der rampen, deze ver
lossing uit zoovele zwarigheden; dit hoogtepunt
van het drama wordt hier gebracht door..,,
het uitgaan der lichten en het klinken van Ra
fael's stem in duisternis!!!
Maar zóó ga ik niet verder heden. Ik wil niet
andermaal op al die tekortkomingen wijzen. Ik
wil de prachtige Gysbreght-beelding van Van
Dalsum uit het eerste gedeelte bewonderen, de
misschien ietwat te melodramatische Badeloch
van Charlotte Kohier roemen en dankbaar er
kennen het vele, vele goede dat deze voorstel
ling andermaal 'bracht. Een bewogen Gys
breght! Men ga er vooral heen!
L. V» d. B.
Het gemeentebestuur van Gouda heeft van
de Regeering bericht ontvangen, dat betreffen
de de uitvoering met medewerking van het
Werkfonds van het rioleeringsplan van de z.g.
derde zóne, met de vakorganisaties overeen
stemming is bereikt over de loonen en arbeids
voorwaarden, De bestekken worden thans klaar
gemaakt en in het begin van dit jaar zal een
aanvang met de uitvoering worden gemaakt.
Het bedrag van voorschot werd door de ge
meente Gouda voorloopig bepaald op f 210.350.
Woensdagavond omstreeks zes uur is brand
uitgebroken in een bovenwoning aan de Veer-
stal te Gouda, bewoond door het echtpaar de
Rutier. De bewoners waren op familiebezoek in
het nabijgelegen Moordrecht.
Beneden is gevestigd het sigarenmagazijn van
den heer van Wijk, die in Den Haag vertoefde.
De brandweer was terstond met groot ma
teriaal aanwezig en slaagde er na een uur in
het vuur te bedwingen.
De bovenwoning brandde geheel uit. Het be
nedengedeelte kreeg zoodanige waterschade, dat
de geheele winkelvoorraad waardeloos is ge
worden.
De oorzaak van den brand is onbekend
Ondanks de vele slachtoffers, die het smok
kelen reeds geëischt heeft, wordt dit gevaarlijke
beroep nog steeds uitgeoefend.
Een dezer nachten beleefde men in de be
ruchte smokkelzöne Chaam weer een sensatio-
neele kloppartij.
De kommiezen te Baarle-Nassau zagen uit de
richting België een grooten vrachtauto naderen.
ZU roken al aanstonds lont en gooiden de be
kende spijkerplanken op den weg. De auto na
derde doch de chauffeur gaf geen gevolg aan
de sommatie om te stoppen. De wagen ver
dween in de richting Chaam. De kommiezen
waarschuwden hun collega's aldaar, die oogen-
blikkelijk een onderzoek instelden. Zij vonden
den auto ten slótte op 'n zandweg onder Chaam
en toen zij naderden wilde men den auto juist
starten. De kommiezen openden een hevig ge
weervuur, de motor sloeg af en de smokkelaars
ontkwamen in de duisternis. De banden bleken
door de spijkerplanken en de auto bleek door
het vuur ontzettend gehavend te zijn. Men heeft
derhalve wel redenen om aan te nemen, dat de
smokkelaars er niet geheel zonder kleerscheuren
zijn afgekomen. In den wagen werden groote
hoeveelheden suiker, margarine en sigaretten
papier gevonden.
Later in den nacht is nog een luxe-auto met
denzelfden inhoud in beslag genomen,
(Vervolg.)
Ons verstand en onze arbeidskracht zijn ons
geschonken om ze tot het uiterste te benutten.
Eerst als wc dat doen, mogen we hopen op ver
hooring van het gebed.
Ziet men dit nu in het kader van een geheel
volk, dan wil dit allereerst zeggen, dat de ver
deeldheid die er is, zoo min mogelijk naar voren
mag komen. Omdat een volk zijn volle kracht,
die het thans meer dan ooit noodig heeft, niet
kan benutten als het door tweedracht verscheurd
wordt.
Nu is juist op dit punt de toestand in Neder
land niet verheugend.
Ik doe niet mee met hen, die van oordeel zijn,
dat er geen politieke partijen behoorden te be
staan. Maar wel sta ik in het voorste lid aer-
genen, die manend roepen, dat thans, onder
druk van grooten gemeenschappelijken nood,
die verschillen niet toegespitst mogen worden,
dat men ze tijdelijk wat naar den achtergrond
moet brengen, om de grootste vrucht te kunnen
oogsten van het gemeenschappelijk uit te voe
ren reddingswerk.
Er zijn tienduizenden teleurgestelden in ons
land; er zijn duizenden verbitterden en ontel
baar velen, wier eigen oordeel weinig diep ge
fundeerd is.
Vele van dezen zijn vatbaarder dan voor
heen voor de aanvaarding van elke leuze,
hoe hol en onwezenlijk ook. Ze laten zich
gemakkelijk achter eiken wagen spannen,
zonder zich ook maar even ernstig af te vra
gen werwaarts de voerman hen voeren zal.
De in ons volk toch al zoo sterk werkende
splijtzwam dreigt steeds verder om zich
heen te grijpen en de laatste resten van na
tionale eenheid en nationale kracht te ver
stikken.
In een tijd van zoo aangrijpende en diep in
grijpende crisis als we thans doorleven, en nog
wel eenigen tijd zullen hebben te ondergaan,
kan alleen diep doorvoelde nationale eenheid
en daaruitgeboren nationale veerkracht de ge
volgen van het crisisgebeuren temperen.
Ik spreek van temperen. Want wat, onder
Goddelijk bestel, in de wereld om ons heen
plaats grijpt, kan de mensch niet ongedaan ma
ken. Wat andere landen ons economisch aan
doen, kan het kleine Nederland niet verhinde
ren. De algemeene inzinking, die de wereld
teistert, kan door ons niet worden ontvluent en
nog minder kunnen wij die inzinking in haar
tegendeel doen verkeeren.
Maar wel kunnen wij trachten door inspan
ning van aller krachten de gevolgen te tempe
ren. Ik zeg allerminst, dat het Nederlandsche
volk zich in dit opzicht onbetuigd laat. De wijze
waarop het den zwaren last van het heden
torst, wijst eer op het tegendeel. De leniging
van den nood der economisch zwaksten wordt.'1''1'"'
zoover ik kan nagaan, door geen enkel land
overtroffen.
Als ik roep om noodzakelijke eendracht, dan
doel ik niet op die eendracht, die er op een
kerkhof is, noch ook op de schijneendracht, die
geforceerd van boven wordt opgelegd. Maar dan
doel ik op de eendracht, die geboren wordt uit
vrijen wil tot cordiale samenwerking van allen,
die van goeden wille zijn.
Daaraan heeft Nederland ook in 1936 groote
behoefte. Een Nieuwjaarswensch voor het Ne
derlandsche volk zou dan ook niet compleet
zijn, wanneer hij geen uitdrukking gaf aan de
hoop, dat het nieuwe ingetreden jaar ons wat
dichter bij dat ideaal brengen zal.
Maar ik voeg daaraan nog iets toe. Een bede
voor U allen. Dat God U zooveel voorspoed
schenke in huis en bedrijf, dat de nijpendste
zorgen U bespaard mogen worden en dat alle
luisteraars, als zij moed en kracht voelen weg
glijden, de beteekenis mogen ervaren van het
woord van den profeet Isaïas, dat God den moe
den kracht geeft en dat Hij vermenigvuldigt
de sterkte van hem, die geen krachten heeft
Het politieke leven van Wierden is na c".
sensationeele raadsvergadering van Vrijdag
avond wederom in beroering gebracht door het
feit, dat de R. K. Kiesvereeniging der buurt
schap Enter haar vertegenwoordiger in den
raad, den heer G. Braamhaar, geroyeerd heeft,
wegens zijn houding bij de wethoudersbenoe
ming. De heer B. is hiervoor ter verantwoor
ding geroepen, omdat hij een afwijkend stand
punt innam. Doch de heer B. heeft niet voldaan
aan verzoeken om zijn houding te verdedigen,
waarna thans het royement gevolgd is. Ook is
hem verzocht zijn zetel ter beschikking te stel
len.
Tengevolge van deze kwestie zijn thans twee
raadsleden geroyeerd, daar ook de heer Stege-
man (C -H.) uit zijn kiesvereeniging gestooten
is. Laatstgenoemde bezet zijn zetel nog steeds.
H. M. de Koningin heeft de zilveren eere
medaille, verbonden aan de Huisorde van
Oranje, toegekend aan den heer J. van Asselt,
schilder bij de afdeeling gebouwen Het Loo,
wegens 40-jarigen Koninklijken dienst.
De heer J. B. Krebs, opperportier van het
Koninklijk Paleis aan het Noordeinde te Den
Haag, herdacht op 1 Januari den dag, waarop
hij voor 25 jaar in Koninklijken dienst is ge
treden.
Na eerst lakei, daarna kamerdienaar van
H. M. de Koningin te zijn geweest, werd hij ten
vorige jare tot zijn tegenwoordige functie
van opperportier bevorderd.
Hedenochtend werd hem in tegenwoordigheid
van de dienstdoende heeren van de hofhouding,
de officianten, het personeel van het paleis,
en zijn familie door den hofmaar
schalk, mr. F. P. Baron de Smeth, met een
korte toespraak de gouden eeremedaille ver
bonden aan de Huisorde van Oranje, uitge
reikt die hem door H. M. de Koningin ter
gelegenheid van zijn 25-jarigen dienst is toe
gekend.