Een lugubere Oudejaarsavond HONIG S BOUILLONBLOKJES 6 voor lOct. Dr. Colijn vraagt om eendracht IN ZWEDEN IS MEN DIEP VERONTWAARDIGD Britsch antwoord aan Egypte DE„JOS MARIA" VLOT Kerkelijk leven R. v. OPPENRAAIJ S.J. 1- GYSBREGHT- TRADITIE VICKS H0ESTB0NB0NS DONDERDAG 2 JANUARI 1936 Van beschaving en barbaarschheid De overstroomingen in Engeland De studentenbetoogingen duren voort Een Sowjet-Russisch démenti Geheim verdrag met Buiten- Mongolië ontkend De Fransche begrooting voor 1936 Belangrijke verklaring van Roosevelt verwacht Een novum bij de opening der parlementszitting Door Kamer en Senaat aan genomen De bezetting van Midden Tsjahar Mandsjoerijsche troepen rukken verder op Stimmen der Zeit" verboden Tot 31 Maart Rechtstoestand militair personeel Alom bekend Jesuiet overleden TWEE TON VAN HET WERK FONDS KUNST VAN HEDEN Vondel verrast telkens en telkens door nieuwe schoonheid in zijn „Gysbreght van Aemstel" Thomasvaer en Pieternel Thomasvaer en Pieternel De Gysbreght Voor rioleeringsplan van Gouda WONING UITGEBRAND Groote schade aangericht te Gouda SMOKKELGEVECHT AAN DE BRABANTSCHE GRENS Holle leuzen De politieke gebeurtenissen te Wierden Jubilarissen bij de hafhouding De rampzalige en wereldbeschamende oor log in Abessinië heeft de laatste dagen van 1935 nog voor een uiterst lugubere verrassing gezorgd. De Zweedsche ambulance, welke zich op een afstand van plm. 30 K.M. van het plaatsje Dolo aan het Zuidelijk front be vond, is door een bommenwerpend Italiaansch vliegtuigeskader verwoest. De eerste berichten, welke ook in enkele Italiaansche bladen hebben gestaan, beweerden, dat het geheele Zweedsche en Abessinische personeel bij die gelegenheid zou zijn omgekomen, doch thans heet het, dat alleen al het ambulance-materiaal is vernield en in ieder geval de Zweedsche leider der ambulance nog in leven is. Nadere officieele gegevens van beide oorlogvoerende partijen en ook van de neutrale Roode Kruis-instanties worden afge wacht om vast te stellen, welken omvang en ge volgen het bombardement heeft gehad. Maar hoe de uitslag van het onderzoek naar de aan gerichte schade ook moge uitvallen, het schijnt boven allen twijfel vast te staan, dat de Zweed sche ambulance in Abessinië is gebombardeerd en dit feit is op zichzelf reeds ernstig genoeg, niet het minst voor Italië. Italië, dat door Genève als de onrechtmatige aanvaller is gedisqualificeerd en een groot deel der publieke opinie in de wereld tegen zich in het harnas heeft gejaagd, zóózeer zelfs, dat on der den druk dier publieke opinie Engeland en Frankrijk zich genoopt zagen opnieuw trouw tet betuigen aan de beginselen van den Volken bond, heeft nog slechts bitter weinig sympathie te verliezen. Toen bij den aanval op Dessie, tij dens het bezoek van keizer Hailé Selassie aan die plaats, ook het Amerikaansche hospitaal een vlaag van den Italiaanschen bommenregen mee kreeg, ofschoon het toch duidelijk zichtbaar met roode.kruisteekens was gemerkt, maakte dit reeds een zeer slechten indruk. Van Italiaan sche zijde werd beweerd, dat half Dessie met dergelijke teekens was voorzien, zoodat het voor de Italiaansche vliegers niet mogelijk was uit te maken, waar deze terecht of ten onrechte waren aangebracht. Dessie was wel-is-waar een zgn. „open plaats", maar het feit van de aan wezigheid van den Negus en belangrijke Abes sinische troepenconcentraties, gaf toch den Ita lianen een motief om Dessie niet geheel gelijk te stellen met een plaats, welke volgens de Ge- neefsche opvattingen van een „humanen" oorlog niet gebombardeerd mocht worden. De Zweed sche ambulance, welke ook volgens de Italianen zelf, als zoodanig overduidelijk was gekentee- kend, lag op een vrij grooten afstand van de frontlinie, zoodat het moeilijker aan te nemen is, dat zij van de groote bommenbui aan het front, bij toeval of vergissing een deel had te incasseeren. Er is bovendien een Italiaansche lezing van dit pijnlijke geval, welke van een zonderhnge gewrongenheid, zoo niet van een boosaardige psychologie getuigt. Volgens deze lezing, zou het personeel der Zweedsche ambulance bij de nadering der Italiaansche bommenwerpers zóó ostentatief met Zweedsche vlaggen hebben ge zwaaid, dat de vliegeniers achterdochtig wer den en veronderstelden hier te doen te hebben met een groep Europeesche officieren van de Abessinische legerleiding, die misbruik maakte van de Roode Kruis-emblemen om zich voor een bombardement te vrijwaren. Hoe dit alles ook zij, het feit, dat de Zweedsche ambulance het doelwit is ge weest van een Italiaanschen vliegtuig- aanval, heeft niet enkel in Zweden, maar ook in heel Scandinavië en ook daarbuiten diepe verontwaardiging gewekt. Of de ambulance/ 't eenige doelwit van dien aanval of slechts een medeslachtoffer in een algemeene gevechtsactie ls geweest, of hier opzet, dan wel een abuis in het spel is; dergelijke factoren kunnen slechts een gradueel verschil maken voor de beoordee ling van den ernst van deze tragische gebeur tenis. Italië heeft de Roode-Kruis-conventie van Genève geschonden en de Negus heeft der halve terecht tegen zulk een schenderij gepro testeerd. Ook als zou blijken, dat de Italiaan sche vliegers zich alleen maar „vergist" heb ben, blilft Italië aansprakelijk en verantwoor delijk. Natuurlijk beijvert men zich van Ita liaansche zijde nu om de Abessiniërs van aller lei beestachtige oorlogsgruwelen te beschuldi gen, maar zelfs indien deze werkelijk zouden zijn bedreven, disculpeert dit Italië allerminst. Italië bewijst daardoor alleen, dat het nog steeds vasthoudt aan de scheeve redeneering, dat be schaving met barbaarsche geweldmethoden ver breid zou kunnen worden en dat het geoorloofd zou zijn onrecht met onrecht te beantwoorden en een volgens de moderne internationale rechtsbeginselen ontoelaatbare koloniale poli tiek te voeren op grond van de overweging, dat andere naties in vroegere tijden zich aan de zelfde, maar toen nog niet algemeen veroor- LONDEN, 1 Jan. (A.N.P.) De overstroomin gen, die het gevolg zijn van den zwaren regen val, breiden zich nog voortdurend uit. De Theems wast van Oxford tot Teddington. In Kent en Sussex, rondom Bristol en in de Theemsvallei staan uitgestrekte gebieden onder water. Bij Windsor is de Theems 1600 meter breed. In de geteisterde gebieden zijn talrijke wegen onbruikbaar, zoodat het verkeer moet plaats hebben over hooger gelegen wegen, het geen vaak een belangrijke vertraging ten ge volge heeft. Ook de aangerichte schade wordt steeds aanzienlijker. In Wiltshire heeft men het treinverkeer over een der bruggen moeten stilleggen. Te Londen is het niveau van de Theems, dat door dijken wordt tegengehouden, hooger dan dat der straten. deelde koloniale practijken hebben schuldig ge maakt. Indien Italië met eenig recht het be schavingsargument tegenover de beweerde Abes sinische barbaarschheid wil uitspelen, zal het een uiterste correctheid bij de oorlogvoering in acht dienen te nemen, en zelfs dan zal daardoor de oorlog zelf nog niet gerechtvaardigd kunnen worden. Bovendien schaadt Italië door zulke verontwaardiging wekkende bombardementen zijn nationale eigenbelangen aanzienlijk, want de sanctie-lustige mogendheden zullen in hun ijver om het internationale recht, zooals het geformuleerd is in het Volkenbondspact, des noods met geweld te doen eerbiedigen worden gesterkt, terwijl het aanzien van Italië in Euro pa er geenszins door verhoogd wordt. KAIRO, 2 Jan. (Reuter) Volgens de plaat selijke bladen zou de Britsche regeering welwil lend hebben geantwoord op de door Egypte on dernomen demarche inzake het ontwerp-verdrag van 1930, hoewel zij tijd vraagt om de kwestie in haar geheel te bestudeeren. Krachtens dit ontwerp-verdrag zou Egypte een onafhankelijke staat worden, die voldoet aan de eischen, die noodig zijn om lid van den Volkenbond te kunnen worden, doch aan Enge land zou de verantwoordelijkheid worden ge laten voor de verdediging enz. Een groote menigte betoogende studenten van de universiteit van Giza is op weg naar Kairo. Een sterke afdeeling politie is hun tegemoet gezonden. De betoogingen hebben tot dusver een be trekkelijk kalm verloop gehad, zoodat de politie niet tusschenbeide behoefde te komen. Een officieel communiqué der regeering ver oordeelt de ongerechtvaardigde incidenten, die gisteren bij de opening van het Internationaal Medisch Congres hebben plaats gehad, die, zoo wordt verklaard, nadeel zouden kunnen berok kenen aan de vriendschappelijke betrekkingen met een groote mogendheid, waarmede Egypte spoedig hoopt tot een accoord te kunnen ko men, ter behartiging van de wederzijdsche be langen. Vicks VapoRub ingrediënten verwerkt in de smakelijke het Witte Huis met president Roosevelt en den minister van buitenlandsche zaken, Cor- dell Huil, te hebben geconfereerd, dat hij in de zitting van het Congres op Vrijdag a.s. het ontwerp voor een neutraliteitswet zou indienen, waarbij den president de bevoegd heid wordt verleend, naar eigen goeddunken een embargo af te kondigen op den uitvoer van oorlogsmateriaal, als katoen, olie en staal, naar alle oorlogvoerende landen. President Roosevelt zal Vrijdagavond zijn jaarlijksche rede voor het Congres houden, en verwacht wordt, dat hij dan een belangrijke ver klaring zal afleggen. MOSKOU, 1 Jan. (Reuter.) Officieel wordt het door een Japansch blad gepubliceerd bericht tegengesproken, als zou tusschen de Sowjet- Unie en Buiten-Mongolie een geheim verdrag zijn gesloten. Evenwel weigert men eenigerlei uitleg te geven omtrent het langdurig verblijf der Mongoolsche ministers te Moskou. De aan wezigheid van den minister van porlog in de delegatie doet het echter onwaarschijnlijk zijn, dat het doel van de reis van economischen aard is. De Pauselijke Internuntius, Z. Exc. Mgr. P. Giobbe (links), bracht Woensdag een Nieuwjaarsbezoek aan den minister van Buitenlandsche Zaken, Z. Exc. jhr. mr. A. C. de Graeff te Den Haag WASHINGTON, 1 Jan. (A.N.P.) Presi dent Roosevelt heeft het Congres verrast met de mededeeling, dat hij bij de opening van de nieuwe parlementszitting een avond vergadering verlangt, om zijn groote nieuw jaarsboodschap niet slechts te kunnen rich ten tot de parlementsleden, maar tot het geheele volk. Een dergelijk verlangen is nooit geuit. Het toont aan, dat Roosevelt besloten heeft den strijd om zijn herverkiezing en om zijn hervor mingsdenkbeelden te openen. De voorzitter van de commissie van bui tenlandsche zaken van het Huis van Afge vaardigden, McReynolds, verklaarde na op PARIJS, 1 Jan. (Reuter). Na een nachtzitting, die tot 8.20 uur vanmorgen duur de, heeft het parlement de begrooting voor 1936 aangenomen, in de Kamer met 377 tegen 137 stemmen, en in den Senaat met 269 tegen 17 stemmen. De begrooting is als volgt in evenwicht ge bracht: Ontvangsten 40.449.887.066 francs. Uit gaven 40.437.808.525 francs. Het overschot be draagt derhalve 12.078.541 francs. Nadat de begrooting was afgehandeld, is de zitting van het parlement tot 14 Januari ver daagd. PEKING, 1 Jan. (Reuter). Uit Chineesche bron wordt gemeld, dat twee regimenten Mand sjoerijsche troepen te Sjangpei zijn aangeko men, hetgeen een nieuwe schrede beteekent in de bezetting van Midden-Tsjahar. Wegens de belangrijkheid der effectieven vreest men in sommige kringen, dat de Ja- pansch-Mandsjoerijsche troepen zullen blijven oprukken tot de provincie Soejoean. Naar in „Mikael" te lezen staat, is het No vembernummer van „Stimmen der Zeit" in be slag genomen en de uitgave in Duitschland ver boden tot 31 Maart. Het wordt mogelijk geacht, dat dit verbod is uitgevaardigd wegens den inhoud van het cul tuuroverzicht van Overmanns. Het motor-vrachtschip „Jos Maria" is in den vroegen morgen van den Nieuwjaars dag vlot gekomen en door de sleepboot Hoek van Holland van L. Smit en Co.'s In ternationale sleepdienst naar IJmuiden op gesleept. Regelmatig heeft van der Tak's Bergingsbe drijf de laatste dagen de „Jos Maria" gewinsd aan de ankers en Oudejaarsavond gelukte het om het schip over de eerste bank te sleepen, zoodat het geheel vlot lag. Direct werd toen sleepboot-assistentie gerequireerd, omdat het tij den volgenden morgen gunstig geacht werd om het schip weg te sleepen. Alles aan boord werd in gereedheid gebracht voor het vertrek. In den nacht arriveerde de sleepboot „Blanken berg". Inderdaad was het tij Nieuwjaarsdag om 7 uur des morgens gunstig. De sleepboot kon bij kalm weder gemakkelijk vast maken. Zonder moeite gelukte het de „Jos Maria" op eigen kracht en geholpen door de sleepboot, vlot te komen en de Egmondsche kust te verlaten, waar het schip precies een maand onvrijwillige gastvrijheid genoot. Aan boord van de „Jos Maria" bevond zich van de bemanning alleen de machinist B. van der Peet en verder personeel van de Bergings maatschappij. Het motorschip heeft te IJmuiden ligplaats genomen aan den binnenkant der sluizen en zal na onderzoek naar Amsterdam opvaren ter reparatie. Dinsdag is uitgegeven het Staatsblad, bevat tende het besluit van 28 December 1935 tot wijziging en aanvulling van het Kon. Besluit van 22 Augustus 1931, houdende vaststelling van voorschriften betreffende den rechtstoe stand van het militair personeel der land macht. Naar wij vernemen, is hedenmorgen om streeks zes uur in „Huize Katwijk" te 'sGra- venhage overleden pater dr. R. M. V. van Oppenraay S.J., oud-provinciaal der Neder- landsche provincie en oud-assistent voor de Germaansche provinciën bij het generalaat der Orde te Rome. Zooals gemeld, was een plotselinge inzinking in den gezondheidstoestand van dr. v. Oppen raay aanleiding, om den 79-jarigen pater var. de H.H. Sacramenten der Stervenden te voor zien. Hoewel zijn toestand Dinsdag nog rede lijk te noemen was, veranderde deze in den loop van Woensdag plotseling en omstreeks 12 uur 's nachts nam de crisis een aanvang. Bij zijn overlijden waren aanwezig de directeur van Huize Katwijk, pater v. Essen S.J., pater C. Kolfschoten C.J. en pater Steen S.J. In het rustige, aan den duinvoet gelegen Huize Katwijk te Den Haag, waar door de vacantie der internaatjongens een bijzondere stilte heerscht, heeft de dood den reeds lang verzwakten patiënt tot de eeuwige rust gevoerd. De sterfkamer heeft niets bijzonders dan den meer dan soberen eenvoud, die den thans ont slapene in alles kenmerkte. Er staat een bid- stoel, een bureau, een zetel en dan het bed, waarop hij zijn laatste dagen doorbracht. Reeds vroeg in den morgen heeft prof. Barge zijn goeden vriend aldaar voor de laatste maal bezocht en naarmate de dag vorderde en het bericht van het overlijden bekend weid, stroom den van alle zijden de bewijzen van deelneming toe. Want Pater van Oppenraay heeft zich tijdens zijn leven een wel zeer groot aantal vrienden verworven. In den loop van den dag is het stoffelijk overschot opgebaard in de met rouw bekleede spreekkamér van het internaat, waar de stilte nog intenser wordt gevoeld. De uitvaart zal geschieden op Zaterdag 4 Januari a.s. in de kapel van Huize Katwijk, waarna de begrafenis op het kerkhof te Mariëndaal bij Grave. In den Amsterdamschen Stads schouwburg is wederom het wonder herbloeid van de jaarlijksche Gys- breght-vertooning. Driehonderd jaar geleden geschreven en voor het eerst opgevoerd. Sedert nog telken jare op onze planken! En daarmede ver bonden het boerenopera'tje ,,De Bruiloft van Kloris en Roosje". Weer hebben jeugd, die voor 't eerst naar den schouwburg komt en anderen, die in deze Nieuwjaarsvertooning een kunsttraditie vinden, er hun ver blijding aan gehad. Men ga er heen in de komende dagen. Laat Vondel u doen kennis maken met het allerbeste van ons vaderlandsch tooneel. Er is een tijd geweest, dat de Nieuwjaarg- wensch uitdijde tot een groot spektakel met „kunst en vliegwerk", met vliegmachine en boerensjees, zoodat de alleraardigste bruiloft zelf in het gedrang kwam en beknot werd. Eenigszins keert de aardige Nieuwjaarswensch van Otto Zeegers de aardigste van de latere jaren tot dit euvel terug. Hij is een beetje lang uitgevallen en Thomasvaer valt zoowaar per parachute uit den hemel. Gelukkig bleef de bruiloft een gezellig oud-Hollandsch jolijt, al misten we Ben Royaards en Georgette Hage- doorn als Krelis en Elsje. Royaards moet ziek zijn en zoo kon hij dit jaar zijn prachtigen „Arent" in de „Gysbreght", waarmede hij vooral verleden jaar verraste, niet geven. In de loge van Burgemeester en Wethouders werd de burgemeester gemist. Alleen de drie soc. democratische wethouders waren er aan wezig die plichtmatig gingen staan toen de zaal, begeleid door het orkestje, het Wilhelmus zong, na den heilwensch op de Koninginne. Paul Huf en Mien van Duymaer v. Twist vormden een kostelijk paar als Thomasvaer en Pieternel en in hun voordracht kwam Zeegers' tekst wel uitnemend tot zijn recht. Verschillen de goedmoedige hekelingen, zooals op de Am- sterdamsche tram, vonden luiden bijval en hoe bevredigend klonk uit Hufs mond: Komaan, laat dan den kop niet hangen Waar zooveel goeds en groots nog leeft! Er valt nog zware strijd te strijden Maar op een weg die uitkomst geeft De handen in elkaar geslagen Met frisschen durf en levensmoed Den kop omhoog in zes-en-dertig M'n dierbaar Holland, 't ga je goed.... Het volle accent viel dit jaar niet op de jeugdige dartelheid der vrijende en trouwende paartjes, maar op Thomasvaer en Pietemei die door Paul Huf en Wilh. Duymaer van Twist tot een ouderwetsche blijheid werden. Hoe dankbaar we een traditie moeten wezen die telken jare een klassiek werk als Vondel's „Gysbreght van Aemstel" ten tooneele voert, leerde ons weder deze heropvoering ender De- fresne's regie met Van Dalsum in de titelrol. Telkens nieuwe openbaringen van schoonheid. Een 25 a 30 keer heb ik het stuk alreeds ge zien. Het is telken jaar of men het nog niet geheel kent. Telkens komt men tot een ver rassing van nieuwe schoonheid. Na de „daad" van Royaards is deze opvoering van Defresne- v. Dalsum de beste die ik ken welke be zwaren ik er ook tegen moge hebben. En de nieuwjaarsvertooning van dit jaar met al haar clicbé-fouten tegen den tekst, met al haar ver minkingen van den tekst, vooral in den Gys- breghtproloog, geeft toch nog volop gelegenheid Vondel te genieten. De spannende, innerlijk zoo sterk dramatische realistische schildering der verschrikkingen van Amsterdams ondergang door Frits var» Dijk als Gysbreghts broeder Arent was dit jaar voor mij een der hoogtepun ten van deze voorstelling. Hij gaf aan Vondels taal en dramatiek als 't ware nieuwen, modernen gloed en spanning. En hoe juist be grepen, hoe volkomen aanvaardbaar voor het katholiek gemoed, dat in den priester den ge neesheer der ziel erkent, was bij Arents af sterven het zoo zuiver, in elke handeling ver antwoorde spel van Paul Huf als heer Peter. De Arent van Frits van Dijk, het her-optreden van Paul Huf in de „Gysbreght" zijn voor mij de groote winsten van dezen Nieuwjaarsavond Over de tekortkomingen kan ik, na het daar over reeds geschrevene, kort zijn. Hoe deerlijk gesnoeid wordt er in den tekst b.v. in den aan vang. Ik zou bijna van een gemassacreerden Vondel spreken. Gedeelten die noodig zijn voor het goed begrijpen van dit Amsterdamsche al legorische gelegenheidsstuk der historie worden weggelaten Verzen die op zich zelf vol rijkdom aan taal en diepen zin zijn, worden weggesne den. In de kerkscène overigens vol wijding door La Chapelle als Gozewijn is 't soms of er geen Vondeltekst bestaat waarin men de aanwijzing voor deze scène kan vinden. En dan de reien! De taalpracht doet Willy Haak ontroerend tot ons komen. Indien het geen „vertooning" ware, maar alleen declama/- tie, zou men alléén reeds om deze zegging naar den schouwburg gaan. Intusschen: Vondel heeft aan de reien en aan Rafaël (in een vorig arti kel staat abusievelijk Gabriël) óók in zekeren zin „handeling" toebedeeld. En nu wordt het met ieder jaar grooter gemis, dat de reien door maar één persoon in 't donker worden gezegd. Een vrouwestem voor de rei der „edelingen" en- zoovoort. Dat is tegen tekst en bedoeling. Het hoogtepunt van het drama, wanneer we als in de grootste verslagenheid geen uitkomst meer hopen en de ineenstorting van Amsterdam zonder hoop op een betere toekomst elk eegen- blik verwachtenop dat spannendste oogen- blik brengt Vondel de lichtende verlossing uit den hemel: Rafaël die uitkomst brengt van God en op een betere toekomst doet hopen. En dit liehtendste aller momenten, dit op klaren van de duisternis der rampen, deze ver lossing uit zoovele zwarigheden; dit hoogtepunt van het drama wordt hier gebracht door..,, het uitgaan der lichten en het klinken van Ra fael's stem in duisternis!!! Maar zóó ga ik niet verder heden. Ik wil niet andermaal op al die tekortkomingen wijzen. Ik wil de prachtige Gysbreght-beelding van Van Dalsum uit het eerste gedeelte bewonderen, de misschien ietwat te melodramatische Badeloch van Charlotte Kohier roemen en dankbaar er kennen het vele, vele goede dat deze voorstel ling andermaal 'bracht. Een bewogen Gys breght! Men ga er vooral heen! L. V» d. B. Het gemeentebestuur van Gouda heeft van de Regeering bericht ontvangen, dat betreffen de de uitvoering met medewerking van het Werkfonds van het rioleeringsplan van de z.g. derde zóne, met de vakorganisaties overeen stemming is bereikt over de loonen en arbeids voorwaarden, De bestekken worden thans klaar gemaakt en in het begin van dit jaar zal een aanvang met de uitvoering worden gemaakt. Het bedrag van voorschot werd door de ge meente Gouda voorloopig bepaald op f 210.350. Woensdagavond omstreeks zes uur is brand uitgebroken in een bovenwoning aan de Veer- stal te Gouda, bewoond door het echtpaar de Rutier. De bewoners waren op familiebezoek in het nabijgelegen Moordrecht. Beneden is gevestigd het sigarenmagazijn van den heer van Wijk, die in Den Haag vertoefde. De brandweer was terstond met groot ma teriaal aanwezig en slaagde er na een uur in het vuur te bedwingen. De bovenwoning brandde geheel uit. Het be nedengedeelte kreeg zoodanige waterschade, dat de geheele winkelvoorraad waardeloos is ge worden. De oorzaak van den brand is onbekend Ondanks de vele slachtoffers, die het smok kelen reeds geëischt heeft, wordt dit gevaarlijke beroep nog steeds uitgeoefend. Een dezer nachten beleefde men in de be ruchte smokkelzöne Chaam weer een sensatio- neele kloppartij. De kommiezen te Baarle-Nassau zagen uit de richting België een grooten vrachtauto naderen. ZU roken al aanstonds lont en gooiden de be kende spijkerplanken op den weg. De auto na derde doch de chauffeur gaf geen gevolg aan de sommatie om te stoppen. De wagen ver dween in de richting Chaam. De kommiezen waarschuwden hun collega's aldaar, die oogen- blikkelijk een onderzoek instelden. Zij vonden den auto ten slótte op 'n zandweg onder Chaam en toen zij naderden wilde men den auto juist starten. De kommiezen openden een hevig ge weervuur, de motor sloeg af en de smokkelaars ontkwamen in de duisternis. De banden bleken door de spijkerplanken en de auto bleek door het vuur ontzettend gehavend te zijn. Men heeft derhalve wel redenen om aan te nemen, dat de smokkelaars er niet geheel zonder kleerscheuren zijn afgekomen. In den wagen werden groote hoeveelheden suiker, margarine en sigaretten papier gevonden. Later in den nacht is nog een luxe-auto met denzelfden inhoud in beslag genomen, (Vervolg.) Ons verstand en onze arbeidskracht zijn ons geschonken om ze tot het uiterste te benutten. Eerst als wc dat doen, mogen we hopen op ver hooring van het gebed. Ziet men dit nu in het kader van een geheel volk, dan wil dit allereerst zeggen, dat de ver deeldheid die er is, zoo min mogelijk naar voren mag komen. Omdat een volk zijn volle kracht, die het thans meer dan ooit noodig heeft, niet kan benutten als het door tweedracht verscheurd wordt. Nu is juist op dit punt de toestand in Neder land niet verheugend. Ik doe niet mee met hen, die van oordeel zijn, dat er geen politieke partijen behoorden te be staan. Maar wel sta ik in het voorste lid aer- genen, die manend roepen, dat thans, onder druk van grooten gemeenschappelijken nood, die verschillen niet toegespitst mogen worden, dat men ze tijdelijk wat naar den achtergrond moet brengen, om de grootste vrucht te kunnen oogsten van het gemeenschappelijk uit te voe ren reddingswerk. Er zijn tienduizenden teleurgestelden in ons land; er zijn duizenden verbitterden en ontel baar velen, wier eigen oordeel weinig diep ge fundeerd is. Vele van dezen zijn vatbaarder dan voor heen voor de aanvaarding van elke leuze, hoe hol en onwezenlijk ook. Ze laten zich gemakkelijk achter eiken wagen spannen, zonder zich ook maar even ernstig af te vra gen werwaarts de voerman hen voeren zal. De in ons volk toch al zoo sterk werkende splijtzwam dreigt steeds verder om zich heen te grijpen en de laatste resten van na tionale eenheid en nationale kracht te ver stikken. In een tijd van zoo aangrijpende en diep in grijpende crisis als we thans doorleven, en nog wel eenigen tijd zullen hebben te ondergaan, kan alleen diep doorvoelde nationale eenheid en daaruitgeboren nationale veerkracht de ge volgen van het crisisgebeuren temperen. Ik spreek van temperen. Want wat, onder Goddelijk bestel, in de wereld om ons heen plaats grijpt, kan de mensch niet ongedaan ma ken. Wat andere landen ons economisch aan doen, kan het kleine Nederland niet verhinde ren. De algemeene inzinking, die de wereld teistert, kan door ons niet worden ontvluent en nog minder kunnen wij die inzinking in haar tegendeel doen verkeeren. Maar wel kunnen wij trachten door inspan ning van aller krachten de gevolgen te tempe ren. Ik zeg allerminst, dat het Nederlandsche volk zich in dit opzicht onbetuigd laat. De wijze waarop het den zwaren last van het heden torst, wijst eer op het tegendeel. De leniging van den nood der economisch zwaksten wordt.'1''1'"' zoover ik kan nagaan, door geen enkel land overtroffen. Als ik roep om noodzakelijke eendracht, dan doel ik niet op die eendracht, die er op een kerkhof is, noch ook op de schijneendracht, die geforceerd van boven wordt opgelegd. Maar dan doel ik op de eendracht, die geboren wordt uit vrijen wil tot cordiale samenwerking van allen, die van goeden wille zijn. Daaraan heeft Nederland ook in 1936 groote behoefte. Een Nieuwjaarswensch voor het Ne derlandsche volk zou dan ook niet compleet zijn, wanneer hij geen uitdrukking gaf aan de hoop, dat het nieuwe ingetreden jaar ons wat dichter bij dat ideaal brengen zal. Maar ik voeg daaraan nog iets toe. Een bede voor U allen. Dat God U zooveel voorspoed schenke in huis en bedrijf, dat de nijpendste zorgen U bespaard mogen worden en dat alle luisteraars, als zij moed en kracht voelen weg glijden, de beteekenis mogen ervaren van het woord van den profeet Isaïas, dat God den moe den kracht geeft en dat Hij vermenigvuldigt de sterkte van hem, die geen krachten heeft Het politieke leven van Wierden is na c". sensationeele raadsvergadering van Vrijdag avond wederom in beroering gebracht door het feit, dat de R. K. Kiesvereeniging der buurt schap Enter haar vertegenwoordiger in den raad, den heer G. Braamhaar, geroyeerd heeft, wegens zijn houding bij de wethoudersbenoe ming. De heer B. is hiervoor ter verantwoor ding geroepen, omdat hij een afwijkend stand punt innam. Doch de heer B. heeft niet voldaan aan verzoeken om zijn houding te verdedigen, waarna thans het royement gevolgd is. Ook is hem verzocht zijn zetel ter beschikking te stel len. Tengevolge van deze kwestie zijn thans twee raadsleden geroyeerd, daar ook de heer Stege- man (C -H.) uit zijn kiesvereeniging gestooten is. Laatstgenoemde bezet zijn zetel nog steeds. H. M. de Koningin heeft de zilveren eere medaille, verbonden aan de Huisorde van Oranje, toegekend aan den heer J. van Asselt, schilder bij de afdeeling gebouwen Het Loo, wegens 40-jarigen Koninklijken dienst. De heer J. B. Krebs, opperportier van het Koninklijk Paleis aan het Noordeinde te Den Haag, herdacht op 1 Januari den dag, waarop hij voor 25 jaar in Koninklijken dienst is ge treden. Na eerst lakei, daarna kamerdienaar van H. M. de Koningin te zijn geweest, werd hij ten vorige jare tot zijn tegenwoordige functie van opperportier bevorderd. Hedenochtend werd hem in tegenwoordigheid van de dienstdoende heeren van de hofhouding, de officianten, het personeel van het paleis, en zijn familie door den hofmaar schalk, mr. F. P. Baron de Smeth, met een korte toespraak de gouden eeremedaille ver bonden aan de Huisorde van Oranje, uitge reikt die hem door H. M. de Koningin ter gelegenheid van zijn 25-jarigen dienst is toe gekend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5