Pluimveehouderij Employé ernstig gewond ADY LETCHFORD i HET NIEUWE SCHIP DER H.A.L. VRIJDAG 3 JANUARI 1936 Verleening zou tien millioen kosten oudejaarsavondviering WIE WORDT De strijd in Abessinië Onze Posterijen De „Jos. Maria" in het dok Nieuw initiatief van den K.R.O. Geen restitutie van graanrechten op binnenlandsche eieren De hulp van Regeeringswege IN DEN BOOTTREIN BOC BOOR CHARLES GARVICE Wat deed Nederland ten aanzien van het bemiddelingsvoorstel van Hoare en Laval? Onderzoek naar de schade ingesteld EEN HOED WOEI AF Gevaarlijke manoeuvre veroor zaakt doodelijk ongeval Nieuwjaarsrede Directeur- Generaal NEDERLANDERS TE ROME Drukbezochte Nieuwjaarsreceptie Uitzendingen bestemd voor alle werelddeelen THOM. DENIJS Gedenkteeken zal op zijn graf geplaatst worden DIEFSTAL EN HELING Ontrouwe huishoudster aangehouden R.K. A.M.S. TE MALANG Koelie hakte op het slachtoffer in De kiellegging is hedenmorgen ERNSTIGE GEVOLGEN VAN DE AARDBEVING WINDHOOS RICHT SCHADE AAN UIT DE STAATSCOURANT Ond er scheid ingen Consul Landmacht Leeraren Belastingdienst Commissie van Toezicht ontbonden Eervol ontslag SPECIAAL VOOR U DAMES ii de rubriek WAT DE TONG STREELT (Pag- 4) Reeds geruimen tijd dringt de pluimvee houderij er op aan, dat de pluimveehouders uit het Landbouwcrisisfonds restitutie zullen ont vangen voor de graanrechten, geheven op de granen, die als pluimveevoeder worden ver bruikt. Gemeend wordt, dat deze maatregel den economischen toestand van de pluimveehouderij aanzienlijk zal verbeteren. Naar wij van bevoegde zijde vernemen, staat de minister van Landbouw en Visscherij op het standpunt, dat de gevraagde restitutie van graanrechten op binnenlandsche eieren geen aanbeveling verdient. Verschillende overwegingen hebben hem hier toe eeleid Op dit oogenblik wordt op de eieren, worden uitgevoerd, reeds restitutie van graanrechten verleend, waardoor voor de ex porteurs een sterke drang tot uitvoer aanwezig ls De prijs van de eieren die worden uitge voerd, trekt den eierpnjs op de binnenlana- sche markt op. Deze prijsverhoogenoe invloed vermindert sterk, indien restitutie op alle eieren wordt verleend en de bijzondere drang tot uitvoer, die thans aanwezig is, wegvalt. Aangenomen moet worden, dat daardoor oe eierprijs op de binnenlandsche markt zal in zakken waardoor het voordeel van de resti tutie van graanrechten, althans gedeeltelijk, illusoir wordt. Alleen wanneer dit mechanisme door invoerbelemmeringen van het buitenland niet meer zou werken, zou het vraagstuk van de restitutie van graanrechten opnieuw moeten worden bekeken. Een ander bezwaar is, dat de restitutie het Landbouwcrisisfonds ondraaglijke las ten oplegt. Er zou daarvoor een bedrag van ongeveer tien millioen gulden noodig zijn. Deze uitgave is onmogelijk te vinden door verlaging van den steun op andere pro ducten, vooral niet nu de tarweprijs op nieuw zal worden verlaagd. De eenige mo gelijkheid zou dus zijn om de schroef der heffingen weer veel sterker aan te draaien, hetgeen zeker geen aanbeveling verdient. In het oog moet worden gehouden, dat de goed beheerde landbouwbedrijven, die zich bij zonder leenen tot de pluimveehouderij het vo rige jaar op het pluimvee geen verlies hebben geleden. Van welk ander product in den land bouw en veeteelt kan dit worden opgemerkt, wanneer men den steun wegdenkt? Vermoede lijk van geen enkel. Bovendien doet de Regee ring het mogelijke om den export van eieren in het bijzonder naar Duitschland en Engeland in stand te houden. Om dit te bereiken moeten de Nederlandsche gedelegeerden by de onder handelingen met die landen dikwyis concessies doen ten nadeele van andere bedrijfstakken, maar ten voordeele van de pluimveehouderij. Ook geldelijk wordt de pluimveehouderij ge holpen. De minister van Landbouw en Visscherij heeft in het Landbouwcrisisfonds een bedrag van ongeveer twee millioen gulden ten behoeve van de pluimveehouderij gereserveerd. Dit be drag zal zoo noodig tot steun van den prijs van het product worden aangewend. Zoo kan men zich indenken, dat eieren uit de markt worden genomen om een noodlottige prijsdaling te voorkomen. Wat hier ten aan zien van de pluimveehouderij is opgemerkt, geldt voor een groot deel ook voor de eenden- houdery. De minister overweegt wat hij ook voor dezen bedryfstak kan doen. Uit het bovenstaande blijkt, dat de mi nister, ook al zal hy niet tot rechtstreeksche restitutie van graanrechten overgaan, toch de belangen van de pluimveehouderij en de eendenhouderij waar mogelijk behartigt. Het thuisvarende vlaggeschip van de Stoom vaart Mij. Nederland, de „Marnix van St. Alde- gonde", arriveerde op zijn laatste reis, conform het vaarplan, op Oudejaarsochtend te Genua. Dit had tot gevolg dat de passagiers die de reis naar het moederland per aansluitenden boottrein voortzetten, den Oudejaarsavond in den trein moesten doorbrengen. De stoomvaart My. Nederland heeft in samenwerking met de Mitropa tot groote vol doening van de passagiers een maatregel ge nomen om dezen Oudejaarsavond in den trein voor de passagiers zoo aangenaam te maken als de omstandigheden slechts toe lieten. Daartoe liep het restauratierytuig dat onder normale omstandigheden eerst des morgens vroeg aan den boottrein wordt gehaakt, ditmaal al van Bazel af mede. Het rijdende restaurant was versierd met dennegroen, hulst en vlag getjes, terwijl op elk tafeltje het bekende zyden maatschappijvlaggetje prijkte. Uit de keuken IL 24 „Hebben jullie nog koffie?" informeerde hy, zoodra de butler opendeed. „In den salon, Sir Heron," was het ant woord. „O, juist," zei hij, „laat de my'ne maar in de bibliotheek brengen. De dames willen natuurlijk nog graag een uurtje opblijven en de gebeur tenissen van den avond bespreken, niet waar? Ik hoop dat je je geamuseerd hebt, Rose?" „Ik geloof niet, dat ik ooit een aardiger avond heb meegemaakt," zei ze, de haar toe gestoken hand drukkend. „Het was zoo nieuw en zoo zoo frisch en rustiek. Vond je niet?" „Ja, erg," antwoordde hy lachend. „Als een rondedans op het dorpsplein. Nu, ik heb je van tevoren geschilderd, hoe het worden zou, dus je was gewaarschuwd. Nacht, moeder." Lady Letchford zakte in een stoel neer, en zoodia de deur dicht was, keek ze met een klaagiyke uitdrukking op naar het mooie ge zicht tegenover haar. „Ik bén bang, dat u zich te veel vermoeid hebt, lieve Lady Letchford," zei de blonde schoonheid, met haar onverstoorbaren, rustlgen glimlach. kwam den passagiers al direct de, voor velen oudejaarsherinneringen opwekkende geur van oliebollen en warmen wijn tegemoet. De wijn kelder" bevatte een groote hoeveelheid cham pagne en andere wijnen waarin voor 1935 ten einde was al een belangrijke bres was ge schoten. Zoo werden de laatste uren van 1935 door de thuisvaarders van de „Marnix" in vroolijkheid doorgebracht. Het lid der Eerste Kamer mr. A. J. van Ves- sem heeft de volgende vragen gericht tot den Minister van Buitenlandsche Zaken: Heeft de Minister kennis genomen van het artikel in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 28 December j.l., avondblad, handelende over het Britsch-Fransche bemiddelingsvoor stel in het Italiaansch-Ethiopisch conflict, waarin voorkomen de volgende zinsneden: „wy heV«*»vn mede deelingen ontvangen, waaruit blijkt, dat het lang niet alleen de openbare mee ning in Ehgeland is geweest, die het voorstel van Hoare en Laval heeft doen verdwijnen" en „Wij meenen zelfs te mogen aannemen, dat Eden van Nederlandschen kant niet onvoor- gelicht is gebleven over de opvatting van onze regeering?" Is de Minister bereid mede te deelen of in derdaad de Nederlandsche regeering hare op vatting over het bedoelde bemiddelingsvoorstel ter kennis van den Britschen minister heeft gebracht en indien dit is geschied, hoe deze opvatting luidde en wanneer deze ter kennis van den Britschen minister is gebracht? Indien het bericht in de Nieuwe Rotterdam sche Courant onjuist is, is de Minister dan niet van oordeel, dat het Landsbelang eischt, dat onjuiste berichten als deze, welke de neutrali teit van Nederland bij een conflict tusschen andere mogendheden in twijfel doen stellen en welke hier te lande en in het buitenland den indruk moeten wekken, dat maatregelen van andere mogendheden ter bevordering van den vrede en ter voorkoming van een Europeeschen oorlog door de Nederlandsche regeering worden tegengewerkt, terstond door de regeering op categorische wijze worden tegengesproken? of beter nog kunnen stoppen; u hebt juist het gevaarlykste gekozen. De getuige-deskundige C. Langeveld, in specteur van politie te Bussum, was van mee ning, dat verd. in geen geval achteruit had mogen rijden, zooals hij dit op den drukken verkeersweg in schemerlicht heeft gedaan. Wel is desk. van meening, dat ook de motorrijder niet geheel zonder schuld is, diens snelheid was nl. zeer groot. De deskundige a décharge, de heer Scheur- holtz Tichelaar was van meening, dat de schuld bij den motorrijder lag. Deze immers had reeds van verre het roode achterlicht gezien. De afstand was toen zóó groot, dat hij nog geen signaal gaf, omdat de automobilist het toch niet zou hooren. Hy had met eenige op lettendheid zeer zeker zonder ongelukken kun nen passeeren. De motorrijder gaf toe snel te hebben ge reden: de manoeuvre van den automobilist was echter zoo verrassend, dat hy een onge luk niet kon voorkomen. De procureur-generaal mr. A. baron van Ha- rinxma thoe Slooten requireerde wegens het veoorzaken van dood door schuld een hechte- nisstraf van één maand en intrekking van het rijbewijs voor den tijd van een jaar. Het gerechtshof zal op 16 Januari arrest wijzen. Het motorvrachtschip „Jos. Maria", dat van het Egmondsche strand, waar het on geveer een maand heeft vastgezeten is vlot gebracht, heeft de sleepreis naar de hoofd stad met goed gevolg volbracht. Getrokken door twee sleepbooten van de Am- sterdamsche firma J. Roelofs passeerde het schip Donderdagavond kwart over acht de Hembrug op weg naar de Amsterdamsche Droogdok Maatschappij, waar onder leiding van een der directeuren, den heer P. R. Fenenga dok II het Koninginnedok was gereed ge maakt om de „patiënt" te ontvangen. Onder het licht der schijnwerpers is de „Jos. Maria" het dok binnengevaren en nadat het schip was vastgezet, werd met het omhoog brengen van het dok een aanvang gemaakt. In den laten avond was men met dit werk gereed en kon een onderzoek naar de schade van het schip worden ingesteld. Een zeer ernstig verkeersongeluk gebeurde op 2 Juli 1934 op den Rijksstraatweg bij Mui den. Een auto, bestuurd door een commission- nair in effecten uit Blaricum, reed op een ge geven oogenblik plotseling achteruit. Hierby kwam de auto in botsing met een motorrijder. Zoowel de bestuurder als de duoryder werden op den weg geslingerd en ernstig gewond. De duopassagier overleed korten tijd later; de motorryder moest veertien dagen in een zie kenhuis worden verpleegd. De automobilist had zich op 26 Februari van het vorige jaar voor de rechtbank te ver antwoorden wegens veroorzaken van dood door schuld. Hy hoorde zich veroordeelen tot een hechtenisstraf van zes maanden; bovendien gelastte de rechtbank de intrekking van ver- dachte's rijbewijs voor den tijd van een jaar. De man teekende hooger beroep aan; Dins dag diende de zaak voor het Amsterdamsche Gerechtshof. Uit het getuigenverhoor bleek, dat deze ver dachte op den bewusten avond met zijn vriend en twee dames was uit geweest in Amsterdam en daarna op weg was gegaan naar de kermis te Laren. Ter hoogte van Muiden waaide de hoed van een der dames af. Verd. stopte en reed achteruit, hetgeen het ongeluk ten ge volge had. Pres. (tot verd.): „Ik had dien hoed maar hoed gelaten. Hoogstens had u kunnen draaien Donderdag heeft de directeur-generaal van 't hoofdbestuur der Posterijen, Telegrafie en Tele fonie, ir. M. H. Damme, de gebruikelijke Nieuwjaarsrede gehouden voor hoofdambtena ren en ambtenaren van het hoofdbestuur. Wij ontleenen het volgende eraan: Onze drukwerktarieven zijn, als men ze met die van vijf andere overeenkomstige landen vergelijkt, op één na de laagste. Voor buiten landsche brieven staan wij op een niet ongun stige plaats, by zoo'n vergelijking. Gunstig is onze plaats inzake de interlokale brieven, locale brieven, briefkaarten, enz. De behoefte aan telegrammenverkeer is den laatsten tyd belangrijk geslonken en kan al leen worden gestimuleerd door een tariefsverla ging, die een vry belangryke winstderving zal geven. Bijzonder gunstig is ons telefoontarief bij een vergelijking met de vijf andere landen. De lasten, welke het P. T. T.-bedrijf te dra gen heeft, zijn in den loop der jaren veranderd. Het bedrijfsleven eischt van de P. T. T. een teruggang naar het niveau van 1913, maar de lasten kunnen niet op dat niveau worden ge bracht. Niemand kan verlangen, dat de loonen weer worden gebracht op het peil van 1913. Maar wy kunnen de oogen niet sluiten voor de redenen, dié het bedryfsleven heeft om ge noemden eisch aan de P. T. T. te stellen. De grondslag van ons eigen bedrijf is gelegen in een groote bedrijvigheid in Nederland en wor de niet aangetast. Daarom moeten wy trach ten, het indexcijfer onzer tarieven belangryk te verlagen. Een belangryke factor is, wat wy aan de algemeene Rijksmiddelen moeten bij dragen. Voor 1936 is op 5lA millioen gerekend. Wij hebben in het afgeloopen jaar verbete ringen bewerkstelligd. Van buitenaf is ons ter beschikking gesteld het hulpmiddel der lucht vaart. Langen tyd is het gebruik ervan be perkt tot brieven met bijzonder luchtvaart- recht. Maar het publiek kan zoo moeilijk vast stellen, of het de moeite waard is, luchtvaart tarief te betalen. Daarom moeten de brieven met vliegtuigen worden meegegeven, ook zon der verhoogd luchtrecht. Een andere groote verbetering in het afge loopen jaar is de totstandkoming van den dub bel wekelijkschen luchtpostdienst op Neder- landsch Indië, die de hoeveelheid mail heeft doen toenemen. Andere verbeteringen komen tot stand door reorganisatie. Voor de verzending van binnen landsche correspondentie b.v. is daardoor een veel systematischer geheel verkregen. Nieuwe radio-telegrafische verbindingen zyn tot stand gekomen met Japan en Brazilië. Bijzonder sterk heeft zich het afgeloopen jaar de telefoondienst ontwikkeld. De automa tiseering gaat in zoo'n tempo, dat men nauwe- lüks tyd heeft, de verbeteringen, die tot stand komen, te volgen. Zeer hoopvol stemt het kostenpeil van de ra diotelefonie, waarop wy gekomen zijn. Aan de bedrijfsrationaliseering moeten wy voortdurend de grootste aandacht schenken. Wij moeten steeds trachten, den arbeidslust en de arbeidsprestaties van het personeel te ver- hoogen. Spr. eindigde met een opwekking tot samen werking en met het uitspreken zijner beste wenschen voor 1936. (Applaus). Namens het gehoor voerde de heer Heiden rijk, directeur van het postkantoor te Rotter dam, het woord. Tenslotte hebben de aanwezigen ir. Damme met een handdruk gefeliciteerd. Onze Rom. correspondent seint, dat Woens dag ten huize van den Nederlandschen gezant te Rome, mr. Patyn, een drukbezochte Nieuw jaarsreceptie van de Nederl. Kolonie is gehou den. Onder de Nederlanders, die de gastvrije zalen van het gezantschap vulden, warep vele geestelijken, o.a. Mgr. dr. J. O. Smit en Mgr. dr. B. Eras; voorts de gezant van Liberia by den H. stoel, Z.Exc. Bosman van Oudkarspel. „Vermoeid!" echode zy met een zucht. „Ga zitten, mijn beste Rose. Vermoeid! Nee, ik ben niet vermoeid. Ik ben verontwaardigd. Ver ontwaardigd!" herhaalde haar ladyschap met jjzigen nadruk. „Ik heb al eens een paar maal het voornemen gemaakt, om voortaan van dat dorps-amusement weg te blyven. 'tLs op zijn best altijd een nachtmerrie voor me geweest-, maar vanavond!" Ze liet een zwak gekreun hooren. ,3i)eenkomsten van dat genre hebben altijd hun schaduwzijden," zei Rose Vavasour met haar zachte welluidende stem. „Schaduwzijden!" echode Lady Letchford. „Ze zijn gevaarlijk, uitgesproken gevaarlijk! Lieve kind, het zou dwaasheid zijn om te trachten, de ergernis te verbergen, die Heron's gedrag vanavond me bezorgd heeft. Ik kan maar niet begrijpen, hoe iemand zich zóó minderwaardig kan aanstellen." „Vond u het werkelijk zóó erg? Beziet u de zaak niet wat 41 te streng, lieve Lady Letch ford? Mannen zijn nu eenmaal mannen." „Gewone mannen misschien," was het hoog hartig antwoord. „Maar mijn zoon, Sir Heron Letchford, is geen gewone man, en kan zich niet Straffeloos gedragen als de eerste de beste vlegel. Jou is 't toch zeker evenmin ontgaan als mij, wat 'n aandacht en wat 'n opvallende attenties hij wijdde aan dat dat meisje?" „Het was zeer zeker te opvallend om on opgemerkt te blyven," gaf de zachte stem toe. „Als ik in uw plaats was, zou ik den man den vader en de dochter te dineeren vra gen." „Te dineeren!" „Te dineeren," herhaalde Rose Vavasour. „Als Heron zoo in de wolken is over dat meisje, dan is het een voor de hand liggende tegemoet koming, wanneer u hem in de gelegenheid stelt, met haar vader kennis te maken." „Ik ik geloof, dat ik je bedoeling begrijp, kindlief," zei de oude dame gretig. „Je denkt dat dat Heron zóó ontzet zal zijn over den man dat „Dat hy zich wel tweemaal zal bedenken eer hij hem tot zijn schoonvader maakt." „Me me dunkt dat je gelijk hebt," zei Lady Letchford, terwijl ze opstond en een dunne blanke hand op Rose's schouder legde. „Het is een goed idee. Heel vriendelijk van je, Rose, om zooveel belang in de kwestie te stellen. Het zou te vreeselijk zijn om maar aan te denken. Stel je even voor: een Letchford, die zich laat inpalmen door een suikerbakkersdochter, of wat 't dan precies wezen mag! Ik geloof dat ik mijn jongen liever op het kerkhof zag dan te moeten beleven dat hij zich versmijt in 'n dergelijke mésalliance!" „En ik!" riep Rose Vavasour uit, met een ruk het hoofd opheffend. Haar gezicht was wit tot in de lippen en een hartstochtelijke woede vlamde in haar oogen. Toen, alsof ze beschaamd was over haar spontane bekentenis, stond ze haastig op, in al haar rijzige schoon heid. Een lachje vol zelfvertrouwen kwam om haar mondhoeken spelen. „Maar ik denk, dat we nog wel opgewassen zullen zijn tegen een suikerbakkersdochter, lieve Lady Letchford." „Kindlief," zei de oude dame, bijna hulpeloos, „Ik reken op je." In aansluiting op het dezer dagen geplaatste bericht, betreffende de stichting van een wereld omroep door den K.R.O., vernemen wij, dat sinds eenigen tijd Duitsche stations met twee op Azië gerichte krachtige kortegolf-zenders Ned. Indië dagelijks Duitsche programma's voorzetten, waarin z.g. kwartiertjes voorkomen met berichten in de Nederlandsche taal. Vandaar dat de K.R.O. in December 1934 een verzoek richtte tot den Minister van Bin nenlandsche Zaken, waarin hy o.m. mededeelde: 1 Dat de K.R.O. het bepaaldelijk als een ernstige tekortkoming zou zien, wanneer Nederland zelf met zijn omroepprogramma's zich niet gaat richten tot zoovele belangstellende landgenooten, verspreid over de geheele wereld; 2 dat er zelfs sprake zou kunnen zijn van een plicht in deze, om wegens de omstandigheid, dat Russische zenders zich tot onze landge nooten richten, daar tegenover te stellen Nederlandsche programma's, gedragen door de positief christelijke gedachte; 3 dat weliswaar de Phohi-aender, waarvan ook de K.R.O. wekelijks één uur gebruik maakt, Nederlandsche programma's doorgeeft, doch deze krachtens beschikbare golflengten en gebondenheid aan bepaalde uitzenduren alleen een behoorlijke ontvangst kunnen vinden in Ned. Oost-Indië. In genoemd schrijven verzocht de K.R.O. aan den Minister hem te willen toestaan gedurende enkele uren per week z.g. wereldprogramma's te mogen uitzenden, teneinde aldus te kunnen voldoen aan een verlangen, dat zoo sterk leeft onder duizenden Nederlanders buiten het vaderland. Tevens verzócht men via een ultra-korte- golfzender eens per week een Esperanto- uur te mogen verzorgen. Na uitvoerige besprekingen èn met den Minister van Binnenlandsche Zaken èn met den Radioraad èn met den Phohi is door den K.R.O. en den Phohi een gemeenschappelijk memorandum opgesteld en voorgelegd aan den Radioraad, waarin hoofdzakelijk op een aan vulling van de bestaande zendmachtiging werd aangedrongen en tevens werd vastgesteld, dat er geen enkel bezwaar bestaat ook de andere omroeporganisaties aan de werelduitzendingen te doen deelnemen. Een rooster van uitzenduren en golflengten werd opgemaakt en zooals gemeld, ontving de K.R.O. dezer dagen van den Minister van Bin nenlandsche Zaken de inwilliging van zijn ver zoek. Voorloopig zal het K.R.O.-wereldprogramma worden uitgezonden via de Philips' ultra-korte- golfzenders voor: En nou moet ik nota bene bjj dien vent nog brieven brengen op een advertentie, waarin hy nóg meer honden te koop vraagt. Azië (Japan- Achter-Indië) Koloniale uitzending Afrika Midden Amerika en Noordel. deel van Z. Amerika A.W.T. 12.50—13.50 14.05—15.05 18.20—19.20 0.20—1.20 Ontvangst plaatsel.tijd 21.30—22.30 20.45—21.45 20.00—21.00 20.00—21.00 Het bestuur van de Nederlandsche Vereeni- ging van Concertzangeressen en -zangers heeft het initiatief genomen tot het doen plaatsen van een gedenkteeken op het graf van wijlen Thom, Denijs. Overtuigd dat velen met dit denkbeeld zul len sympathiseeren, heeft het bestuur gemeend een ieder in de gelegenheid te moeten stellen van zijn bewondering voor den ontslapen kun stenaar blijk te geven, door storting op post gironummer 104062 van den penningmeester van de Nederlandsche Vereeniging van Con certzangeressen en -zangers. Deze bijdragen worden gaarne vóór 1 Fe bruari ingewacht, aangezien een onthulling zoo mogelijk begin Maart zal plaats vinden. Op verzoek van de politie te Apeldoorn heeft de politie te Middelburg aldaar aangehouden de ongeveer 45-jarige mejuffrouw G. M., die er van wordt verdacht, als vroegere huishoudster van B. te Loenen (gemeente Apeldoorn) met B., die Zondag j.l. terzake diefstal van ver schillende goederen is gearresteerd, diefstal en heling van fietsen en tal van andere goede ren gepleegd te hebben te Apeldoorn en Bram men en omgeving. Zij werd in het politiebureau te Apeldoorn, waar ook B. verblijft, ingesloten. Beiden zijn voor den Officier van Justitie bij de rechtbank te Zutphen geleid. MALANG, 2 Jan. (Aneta) Aan de Katholieke A.M.S. welke 1 Augustus wordt geopend, is tevens een internaat verbonden, dat eveneens onder leiding van de Carmelieten zal staan. SOEKABOEMI, 2 Jan. (ANETA) Op den heer F. Slette, employé, op de onderneming Artana, nabij Soekaboemi, is een aanslag ge pleegd. Hieromtrent wordt door den administrateur van Artana het volgende medegedeeld: Toen de heer Slette bij de tuinen arriveerde om het werk te verdeelen, lieten twee koelies na, zulks in strijd met de adat, om hun toe- doengs (hoeden) af te nemen, waarover de heer Slette hen onderhield. Een van hen greep toen den stok van den heer Slette en trok met de andere hand een kapmes, waarmee hij den heer Slette te lijf ging. Hij sloeg hiermede den heer Slette drie vingers af, terwijl hij hem voorts wonden toe bracht aan hals, borst en wang. Het bewuste- looze slachtoffer werd door andere koelies in een grobak gezet, waarin hij door vijf koelies werd ondersteund. Inmiddels was de admini strateur gewaarschuwd, die de grobak tege moet reed in een auto, waarmee de heer Slette naar het ziekenhuis te Soekaboemi werd over gebracht. Hier werd operatief ingegrepen en bleek, dat de heer Slette veel bloed verloren had. Omtrent zijn toestand is niets met zeker heid te zeggen. Indien door het vuile mes geen I infectie ontstaat, behoeft niet voor onmiddellijk levensgevaar te worden gevreesd. De aanvallende koelie is gearresteerd. De anderen deden niet mee aan den aanslag. De tuinen, waarin de aanslag geschiede, liggen op zes K.M. afstand van de woning van den administrateur, waardoor drie kwartier verlie pen, alvorens deze van het gebeurde op de hoogte was gebracht. Hedenochtend ongeveer elf uur zal op de werf van de Rotterdamsche Droogdok Maat schappij het historische moment aanbreken van de kiellegging voor het nieuwe schip der Holland—Amerika Lijn. Dit feit zal zonder plechtigheden geschieden. BATAVIA, 2 Jan. (Aneta). Eerst nu is op het hoofdkantoor voor de scheepvaart bericht ont vangen van den havenmeester van Emma-haven dat het kustlicht bij Bodjo, dat een belangryk aanloop-licht is voor de scheepvaart uit den Indischen Oceaan door Straat Siberoet (Benoor den de Mentawei-eilanden, Sumatra's West kust) belangrijke schade heeft geleden, waardoor het licht gedoofd is. Deze schade is een gevolg van de aardbeving, welke ongetwijfeld dezelfde is als die, welke eenige dagen geleden te Padang is gevoeld. De woning van de lichtwachters is ingestort; twee lichtwachters zijn lichtgewond. Het is nog niet bekend of de plaatijzeren toren, welke zestig meter hoog is, en die in 1885 werd opgericht, schade heeft bekomen. Wel is volgens hetzelfde bericht dat per prauw werd overgebracht, het lenticulair (lenzen-stelsel boven in den toren) verbrijzeld, terwijl de om- wentelings-machine en de lamp defect zijn. Na dere berichten ontbreken echter nog. De havenmeester van Emma-haven is onmid dellijk met het gewestelijk vaartuig „Banggai" derwaarts vertrokken. In verband hiermede is het volgende telegram, dat ontvangen werd te beschouwen als van niet geheel gecontroleerden inhoud: Padang, door de beving van 28 December is de vuurtoren te Poelau Bodjo nabij de Batoe-eilan- den neergestort. De lichtinstallaties zijn totaal vernield. De Gouvemementsstoomer „Banggai" is 1 Januari 1936 te 00.13 uur uit Emmahaven naar Bodjo vertrokken. Vernomen wordt dat de beving groote schade aanrichtte op Poelau Tello. De meeste woonhuizen zijn daar ingestort, ter wijl ingezetenen gewond zijn. De zwaargewonde slechtoffers zijn naar Sibolga vervoerd. De vuur toren te Moeara-Siberoet is lïchtbeschadigd. De beving werd ook gevoeld door varende schepen. SOEKABOEMI, 2 Jan. (Aneta). Op de onder neming Pasir Datar, gelegen op de helling van den Pangerango (bij Soekaboemi) heeft een geweldige windhoos in de richting Noord-Zuid plaats gehad. In de theetuinen is een groot aantal albitzzia-boomen ontworteld; diverse kampong-huizen zijn tegen den grond gewor pen. Persoonlijke ongelukken hebben niet plaats gehad. De schade is nog niet bekend. Bij K. B. is aan mejuffrouw J. S. Drost, te lefoniste le klasse, aangewezen als chef-tele foniste bij den interlocalen dienst der Telefo nie te 's-Gravenhage, toegekend de gouden eere-medaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau. Bij K. B. is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau: J. M. Nyhof, diaken van de Nederlandsch Hervormde Gemeente, te En schede; is de zilveren eere-medaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, toegekend aan G. J. Blok, hoofdagent (brigadier) van politie, ve Schiedam is de bronzen eere-medaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, toegekend aan F. de Krieger, gemeente-bode te Nieuw-Vosse- meer en polderbode bij het Waterschap „de Polders van Nieuw-Vossemeer"; is de bronzen eere-medaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, toegekend aan Th. W. H. Eerligh, gemeente-bode, te Steenderen. Bij Kon. besluit is benoemd tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw mr. J. Wolterbeek Muller, raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof te 's-Gravenhage; is verleend de eere-medaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, in zilver, aan E. van Herwijnen, organist bij de Nederlandsch Hervormde gemeente te Herwijnen. Bij K. B. is toegekend de aan de orde van. Oranje-Nassau verbonden eere-medaille in goud aan V. H. Schoemaker, wonende Geldersch Veenendaal, gemeente Ede, chef de bureau by de N. V. Veenendaalsche Sajet- en Vyfschacht- fabriek v/h. Wed. D. S. van Schutten te Vee nendaal. Bij Kon. besluit is verleend de eere-medaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, in zilver, aan K. J. Bosker, te Delfzijl, onderha venmeester, aldaar; is verleend de eere-medaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, in brons, aan J. Spruitenburg, te Alphen aan den Rijn, water molenaar in dienst van den polder Steekt, al daar; is bevorderd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau mr. S. baron Creutz, lid, tevens voorzitter, van het College van Regenten over de gevangenissen te Arnhem. Bij K. B. is de heer W. E. Lanz erkend en toegelaten als consul van Zwitserland te Am sterdam, voor de provinciën Noord-Holland, Friesland, Groningen, Drente, Overijsel, Gel derland en Utrecht. Bij K.B. is met ingang van 15 Februari 1936 den kolonel J. H. Fruijt van Hartog commandant van de Brigade Grenadiers en Jagers (le In fanteriebrigade) op het daartoe door hem ge daan verzoek een eervol ontslag uit den militai ren dienst verleend. Benoemd en aangesteld bij het reserve perso neel der landmacht, bij het wapen der infante rie, tot reserve-kolonel, de eervol ontslagen Fruijt van Hartog voornoemd. By K. B. is benoemd tot leeraar in vasten dienst aan de Rijks Hoogere Burgerschool te 's-Hertogenbosch F. W. E. Neefs, thans tijde lijk leeraar aan die school; is benoemd tot leeraar in vasten dienst van de Rijks Hoogere Burgerschool te Gouda A. L. van der Maas, thans tijdelijk leeraar aan die school; en is aan Ir. A. L. H. Bingen op zijn verzoek eervol ontslag verleend als leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool te 's-Hertogen bosch. By K.B. is aan L. J. Smeets, inspecteur der directe belastingen, invoerrechten en accijn zen te Hilversum, op zijn verzoek met ingang van 31 December 1935 eervol ontslag verleend uit 's Rijks dienst. Bij Kon, besluit is met ingang van 1 Januari 1936 ontbonden de Commissie van Toezicht op den Geologischen Dienst, met dankbetuiging aan den voorzitter en de leden voor de door hen in deze hoedanigheid bewezen diensten. Bij Kon. besluit is aan mr. S. baron Creutz op zyn verzoek met ingang van 1 Januari 1936 eervol ontslag verleend als lid, tevens voorzit ter van het College van regenten over de ge vangenissen te Arnhem, onder dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten. HOOFDSTUK Vin Het medaillon Het was vroeg in den middag; de lunch men kon het beter ontbijt noemen, want het was May's eerste maal was afgeloopen. Mijn heer Dalton was naar den stal om een nieuw paard in oogenschouw te nemen en de twee meisjes waren aan zichzelf overgelaten. Carrie had zooiets gemompeld van visites maken, maar May wilde er niet van hooren. „Wat!" zei ze. „Zoo'n zaligen middag verdoen in muffe salons, bij menschen die je geensteek kunnen schelen?" Neen, visites kwamen van daag niet in aanmerking. „Laten we dan naar de rivier gaan," stelde Carrie voor. „Jy neemt je schetsboek mee en onderwijl vertel je me nog wat meer van het bal. Wat dunkt je daarvan?" Dit was een plan naar May's hart, en ze stemde er dan ook gre tig mee in op voorwaarde, dat Carrie de tee kenspullen bij elkaar zoeken en voor haar dra gen zou. Gearmd staken ze het weiland over en liepen langzaam naar de rivier. „Wat ben je stil, May," zei Carrie, haar van terzijde aanziend. „Ben je moe van gister avond? Je zei toch van niet. Maar ik geloof, dat je heelemaal aan je eind bent." „Zoo," zei May, „denk je dat? Nu, ik ben in elk geval niet te moe om een wedren met je te houden tot den oever. Jij mag tien passen voor hebben en daar by dien eik beginnen. En ik zal de teekendoos dragen op den koop toe." Carrie liet 't zich geen tweemaal zeggen en stoof vooruit naar den eik. ,,Jij en rennen!" riep ze uitdagend over haar schouder. „Je hebt 't natuurlijk allang verleerd. Ik mocht jou wel liever een voorsprong geven. En ik houd lekker de teekendoos! Een, twee, drie daar gaat ie!" Ze had den eik bereikt en vloog weg in volle vaart; heur blond haar fladderde achter haar aan en de penseelen rammelden in de houten doos. May begon onverwijld de vervol ging. Het was een opwindende wedloop; Carrie's lange dunne beenen deden trouw hun plicht, maar May was haar vlegeljaren nog niet ver geten, en vóór Carrie het gras van den oever had kunnen bereiken, was ze haar vóór; lachend en buiten adem ploften ze allebei neer op den stronk van een afgezaagden boom. „Ik had nooit kunnen denken dat jij net; zóó kon hollen!" hijgde Carrie. „O lieve help! Ik kom nooit van m'n leven meer op adem! Is 't hier niet prachtig?" besloot ze, met een gebaar naar de goudgele en rossigbruine herfst- boomen aan de andere zijde van de rivier. „Heerlijk hè? Maar in den zomer, als er zoo veel bootjes op 't water zyn, zou je 't bepaald nog veel mooier vinden." „Dat kan ik me haast niet voorstellen," zei May peinzend. „Kunnen we niet aan dien over kant komen?" „O jazei Carrie, „kom maar mee. Als we een eindje verder loopen, zijn we juist tegen over het huisje van den veerman en kunnen we hem roepen. Het zal heerlijk zijn ginder in de bosschen." „Vooruit dan maar," zei May levendig; en ze liepen naar de aangeduide plaats, vanwaar ze het houten huisje en het vastgemeerde veer- bóotje konden zien liggen. „Zet jy maar eens een keel op, May," noodde Carrie. „Ik heb heusch geen adem meer over. Nee, wacht, ik zal 't toch eens probeeren! O-ver!" schalde haar hooge jonge stem. „Ben je wijs, dat reikt niet half over de ri vier. Laat mij maar eens loeien. Wacht, allebei tegelijk. Vooruit!" Hun heldere stemmen wek ten alle echo's langs den rivieroever in een langgerekt „O-vèèr!" „Nou, als hij daar doorheen slaapt, dan kun nen we het wel opgeven," zei Carrie. „Hij doet van eind September tot half Mei altijd zoo'n soort winterslaap, zie .je. Goed wakker wordt hij pas, als de eerste pleizierbootjes weer komen. Ja, waarempel, daar komt hij aansloffen. May, ik weet zeker, dat-ie in z'n eigen loopt te vloe ken, ik kan 't aan z'n gezicht zien. En o, May!" onderbrak ze zichzelf, „wie is dat?" Want op dat oogenblik verscheen er om de bocht van de rivier een ranke vlet, voortbe wogen door een langen donkeren man, die overeind in het lichte vaartuigje stond, de mouwten van zijn sporthemd tot boven de elle bogen opgerold. Met krachtige stooten van den langen schuitboom stuurde hij snel op den oever aan. May keek om, maar voor ze een woord kon zeggen, had de man in de boot met een laatsten stoot den graskant bereikt, zich opgericht en eroetend zijn pet afgenomen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 3