Pluimveehouderij
Employé ernstig
gewond
ADY LETCHFORD i
HET NIEUWE SCHIP
DER H.A.L.
VRIJDAG 3 JANUARI 1936
Verleening zou tien
millioen kosten
oudejaarsavondviering
WIE WORDT
De strijd in Abessinië
Onze Posterijen
De „Jos. Maria" in
het dok
Nieuw initiatief van den
K.R.O.
Geen restitutie van graanrechten
op binnenlandsche eieren
De hulp van Regeeringswege
IN DEN BOOTTREIN
BOC
BOOR CHARLES GARVICE
Wat deed Nederland ten aanzien
van het bemiddelingsvoorstel
van Hoare en Laval?
Onderzoek naar de schade
ingesteld
EEN HOED WOEI AF
Gevaarlijke manoeuvre veroor
zaakt doodelijk ongeval
Nieuwjaarsrede Directeur-
Generaal
NEDERLANDERS TE ROME
Drukbezochte Nieuwjaarsreceptie
Uitzendingen bestemd voor alle
werelddeelen
THOM. DENIJS
Gedenkteeken zal op zijn graf
geplaatst worden
DIEFSTAL EN HELING
Ontrouwe huishoudster
aangehouden
R.K. A.M.S. TE MALANG
Koelie hakte op het slachtoffer in
De kiellegging is hedenmorgen
ERNSTIGE GEVOLGEN VAN
DE AARDBEVING
WINDHOOS RICHT SCHADE
AAN
UIT DE STAATSCOURANT
Ond er scheid ingen
Consul
Landmacht
Leeraren
Belastingdienst
Commissie van Toezicht
ontbonden
Eervol ontslag
SPECIAAL VOOR U DAMES ii de rubriek
WAT DE TONG STREELT (Pag- 4)
Reeds geruimen tijd dringt de pluimvee
houderij er op aan, dat de pluimveehouders uit
het Landbouwcrisisfonds restitutie zullen ont
vangen voor de graanrechten, geheven op de
granen, die als pluimveevoeder worden ver
bruikt. Gemeend wordt, dat deze maatregel den
economischen toestand van de pluimveehouderij
aanzienlijk zal verbeteren.
Naar wij van bevoegde zijde vernemen, staat
de minister van Landbouw en Visscherij op het
standpunt, dat de gevraagde restitutie van
graanrechten op binnenlandsche eieren geen
aanbeveling verdient.
Verschillende overwegingen hebben hem hier
toe eeleid Op dit oogenblik wordt op de eieren,
worden uitgevoerd, reeds restitutie van
graanrechten verleend, waardoor voor de ex
porteurs een sterke drang tot uitvoer aanwezig
ls De prijs van de eieren die worden uitge
voerd, trekt den eierpnjs op de binnenlana-
sche markt op. Deze prijsverhoogenoe invloed
vermindert sterk, indien restitutie op alle
eieren wordt verleend en de bijzondere drang
tot uitvoer, die thans aanwezig is, wegvalt.
Aangenomen moet worden, dat daardoor oe
eierprijs op de binnenlandsche markt zal in
zakken waardoor het voordeel van de resti
tutie van graanrechten, althans gedeeltelijk,
illusoir wordt. Alleen wanneer dit mechanisme
door invoerbelemmeringen van het buitenland
niet meer zou werken, zou het vraagstuk van
de restitutie van graanrechten opnieuw moeten
worden bekeken.
Een ander bezwaar is, dat de restitutie
het Landbouwcrisisfonds ondraaglijke las
ten oplegt. Er zou daarvoor een bedrag van
ongeveer tien millioen gulden noodig zijn.
Deze uitgave is onmogelijk te vinden door
verlaging van den steun op andere pro
ducten, vooral niet nu de tarweprijs op
nieuw zal worden verlaagd. De eenige mo
gelijkheid zou dus zijn om de schroef der
heffingen weer veel sterker aan te draaien,
hetgeen zeker geen aanbeveling verdient.
In het oog moet worden gehouden, dat de
goed beheerde landbouwbedrijven, die zich bij
zonder leenen tot de pluimveehouderij het vo
rige jaar op het pluimvee geen verlies hebben
geleden. Van welk ander product in den land
bouw en veeteelt kan dit worden opgemerkt,
wanneer men den steun wegdenkt? Vermoede
lijk van geen enkel. Bovendien doet de Regee
ring het mogelijke om den export van eieren
in het bijzonder naar Duitschland en Engeland
in stand te houden. Om dit te bereiken moeten
de Nederlandsche gedelegeerden by de onder
handelingen met die landen dikwyis concessies
doen ten nadeele van andere bedrijfstakken,
maar ten voordeele van de pluimveehouderij.
Ook geldelijk wordt de pluimveehouderij ge
holpen. De minister van Landbouw en Visscherij
heeft in het Landbouwcrisisfonds een bedrag
van ongeveer twee millioen gulden ten behoeve
van de pluimveehouderij gereserveerd. Dit be
drag zal zoo noodig tot steun van den prijs
van het product worden aangewend.
Zoo kan men zich indenken, dat eieren uit
de markt worden genomen om een noodlottige
prijsdaling te voorkomen. Wat hier ten aan
zien van de pluimveehouderij is opgemerkt,
geldt voor een groot deel ook voor de eenden-
houdery. De minister overweegt wat hij ook
voor dezen bedryfstak kan doen.
Uit het bovenstaande blijkt, dat de mi
nister, ook al zal hy niet tot rechtstreeksche
restitutie van graanrechten overgaan, toch
de belangen van de pluimveehouderij en de
eendenhouderij waar mogelijk behartigt.
Het thuisvarende vlaggeschip van de Stoom
vaart Mij. Nederland, de „Marnix van St. Alde-
gonde", arriveerde op zijn laatste reis, conform
het vaarplan, op Oudejaarsochtend te Genua.
Dit had tot gevolg dat de passagiers die de
reis naar het moederland per aansluitenden
boottrein voortzetten, den Oudejaarsavond in
den trein moesten doorbrengen.
De stoomvaart My. Nederland heeft in
samenwerking met de Mitropa tot groote vol
doening van de passagiers een maatregel ge
nomen om dezen Oudejaarsavond in den trein
voor de passagiers zoo aangenaam te
maken als de omstandigheden slechts toe
lieten.
Daartoe liep het restauratierytuig dat onder
normale omstandigheden eerst des morgens
vroeg aan den boottrein wordt gehaakt, ditmaal
al van Bazel af mede. Het rijdende restaurant
was versierd met dennegroen, hulst en vlag
getjes, terwijl op elk tafeltje het bekende zyden
maatschappijvlaggetje prijkte. Uit de keuken
IL
24
„Hebben jullie nog koffie?" informeerde hy,
zoodra de butler opendeed.
„In den salon, Sir Heron," was het ant
woord.
„O, juist," zei hij, „laat de my'ne maar in de
bibliotheek brengen. De dames willen natuurlijk
nog graag een uurtje opblijven en de gebeur
tenissen van den avond bespreken, niet waar?
Ik hoop dat je je geamuseerd hebt, Rose?"
„Ik geloof niet, dat ik ooit een aardiger
avond heb meegemaakt," zei ze, de haar toe
gestoken hand drukkend. „Het was zoo nieuw
en zoo zoo frisch en rustiek. Vond je niet?"
„Ja, erg," antwoordde hy lachend. „Als een
rondedans op het dorpsplein. Nu, ik heb je
van tevoren geschilderd, hoe het worden zou,
dus je was gewaarschuwd. Nacht, moeder."
Lady Letchford zakte in een stoel neer, en
zoodia de deur dicht was, keek ze met een
klaagiyke uitdrukking op naar het mooie ge
zicht tegenover haar.
„Ik bén bang, dat u zich te veel vermoeid
hebt, lieve Lady Letchford," zei de blonde
schoonheid, met haar onverstoorbaren, rustlgen
glimlach.
kwam den passagiers al direct de, voor velen
oudejaarsherinneringen opwekkende geur van
oliebollen en warmen wijn tegemoet. De wijn
kelder" bevatte een groote hoeveelheid cham
pagne en andere wijnen waarin voor 1935 ten
einde was al een belangrijke bres was ge
schoten.
Zoo werden de laatste uren van 1935 door de
thuisvaarders van de „Marnix" in vroolijkheid
doorgebracht.
Het lid der Eerste Kamer mr. A. J. van Ves-
sem heeft de volgende vragen gericht tot den
Minister van Buitenlandsche Zaken:
Heeft de Minister kennis genomen van het
artikel in de Nieuwe Rotterdamsche Courant
van 28 December j.l., avondblad, handelende
over het Britsch-Fransche bemiddelingsvoor
stel in het Italiaansch-Ethiopisch conflict,
waarin voorkomen de volgende zinsneden: „wy
heV«*»vn mede deelingen ontvangen, waaruit
blijkt, dat het lang niet alleen de openbare mee
ning in Ehgeland is geweest, die het voorstel
van Hoare en Laval heeft doen verdwijnen" en
„Wij meenen zelfs te mogen aannemen, dat
Eden van Nederlandschen kant niet onvoor-
gelicht is gebleven over de opvatting van onze
regeering?"
Is de Minister bereid mede te deelen of in
derdaad de Nederlandsche regeering hare op
vatting over het bedoelde bemiddelingsvoorstel
ter kennis van den Britschen minister heeft
gebracht en indien dit is geschied, hoe deze
opvatting luidde en wanneer deze ter kennis van
den Britschen minister is gebracht?
Indien het bericht in de Nieuwe Rotterdam
sche Courant onjuist is, is de Minister dan niet
van oordeel, dat het Landsbelang eischt, dat
onjuiste berichten als deze, welke de neutrali
teit van Nederland bij een conflict tusschen
andere mogendheden in twijfel doen stellen en
welke hier te lande en in het buitenland den
indruk moeten wekken, dat maatregelen van
andere mogendheden ter bevordering van den
vrede en ter voorkoming van een Europeeschen
oorlog door de Nederlandsche regeering worden
tegengewerkt, terstond door de regeering op
categorische wijze worden tegengesproken?
of beter nog kunnen stoppen; u hebt juist het
gevaarlykste gekozen.
De getuige-deskundige C. Langeveld, in
specteur van politie te Bussum, was van mee
ning, dat verd. in geen geval achteruit had
mogen rijden, zooals hij dit op den drukken
verkeersweg in schemerlicht heeft gedaan. Wel
is desk. van meening, dat ook de motorrijder
niet geheel zonder schuld is, diens snelheid
was nl. zeer groot.
De deskundige a décharge, de heer Scheur-
holtz Tichelaar was van meening, dat de schuld
bij den motorrijder lag. Deze immers had reeds
van verre het roode achterlicht gezien.
De afstand was toen zóó groot, dat hij nog
geen signaal gaf, omdat de automobilist het
toch niet zou hooren. Hy had met eenige op
lettendheid zeer zeker zonder ongelukken kun
nen passeeren.
De motorrijder gaf toe snel te hebben ge
reden: de manoeuvre van den automobilist
was echter zoo verrassend, dat hy een onge
luk niet kon voorkomen.
De procureur-generaal mr. A. baron van Ha-
rinxma thoe Slooten requireerde wegens het
veoorzaken van dood door schuld een hechte-
nisstraf van één maand en intrekking van het
rijbewijs voor den tijd van een jaar.
Het gerechtshof zal op 16 Januari arrest
wijzen.
Het motorvrachtschip „Jos. Maria", dat
van het Egmondsche strand, waar het on
geveer een maand heeft vastgezeten is vlot
gebracht, heeft de sleepreis naar de hoofd
stad met goed gevolg volbracht.
Getrokken door twee sleepbooten van de Am-
sterdamsche firma J. Roelofs passeerde het
schip Donderdagavond kwart over acht de
Hembrug op weg naar de Amsterdamsche
Droogdok Maatschappij, waar onder leiding van
een der directeuren, den heer P. R. Fenenga
dok II het Koninginnedok was gereed ge
maakt om de „patiënt" te ontvangen. Onder
het licht der schijnwerpers is de „Jos. Maria"
het dok binnengevaren en nadat het schip was
vastgezet, werd met het omhoog brengen van
het dok een aanvang gemaakt. In den laten
avond was men met dit werk gereed en kon een
onderzoek naar de schade van het schip worden
ingesteld.
Een zeer ernstig verkeersongeluk gebeurde
op 2 Juli 1934 op den Rijksstraatweg bij Mui
den. Een auto, bestuurd door een commission-
nair in effecten uit Blaricum, reed op een ge
geven oogenblik plotseling achteruit. Hierby
kwam de auto in botsing met een motorrijder.
Zoowel de bestuurder als de duoryder werden
op den weg geslingerd en ernstig gewond. De
duopassagier overleed korten tijd later; de
motorryder moest veertien dagen in een zie
kenhuis worden verpleegd.
De automobilist had zich op 26 Februari
van het vorige jaar voor de rechtbank te ver
antwoorden wegens veroorzaken van dood door
schuld. Hy hoorde zich veroordeelen tot een
hechtenisstraf van zes maanden; bovendien
gelastte de rechtbank de intrekking van ver-
dachte's rijbewijs voor den tijd van een jaar.
De man teekende hooger beroep aan; Dins
dag diende de zaak voor het Amsterdamsche
Gerechtshof.
Uit het getuigenverhoor bleek, dat deze ver
dachte op den bewusten avond met zijn vriend
en twee dames was uit geweest in Amsterdam
en daarna op weg was gegaan naar de kermis
te Laren. Ter hoogte van Muiden waaide de
hoed van een der dames af. Verd. stopte en
reed achteruit, hetgeen het ongeluk ten ge
volge had.
Pres. (tot verd.): „Ik had dien hoed maar
hoed gelaten. Hoogstens had u kunnen draaien
Donderdag heeft de directeur-generaal van 't
hoofdbestuur der Posterijen, Telegrafie en Tele
fonie, ir. M. H. Damme, de gebruikelijke
Nieuwjaarsrede gehouden voor hoofdambtena
ren en ambtenaren van het hoofdbestuur.
Wij ontleenen het volgende eraan:
Onze drukwerktarieven zijn, als men ze met
die van vijf andere overeenkomstige landen
vergelijkt, op één na de laagste. Voor buiten
landsche brieven staan wij op een niet ongun
stige plaats, by zoo'n vergelijking. Gunstig is
onze plaats inzake de interlokale brieven,
locale brieven, briefkaarten, enz.
De behoefte aan telegrammenverkeer is den
laatsten tyd belangrijk geslonken en kan al
leen worden gestimuleerd door een tariefsverla
ging, die een vry belangryke winstderving zal
geven.
Bijzonder gunstig is ons telefoontarief bij een
vergelijking met de vijf andere landen.
De lasten, welke het P. T. T.-bedrijf te dra
gen heeft, zijn in den loop der jaren veranderd.
Het bedrijfsleven eischt van de P. T. T. een
teruggang naar het niveau van 1913, maar de
lasten kunnen niet op dat niveau worden ge
bracht. Niemand kan verlangen, dat de loonen
weer worden gebracht op het peil van 1913.
Maar wy kunnen de oogen niet sluiten voor de
redenen, dié het bedryfsleven heeft om ge
noemden eisch aan de P. T. T. te stellen. De
grondslag van ons eigen bedrijf is gelegen in
een groote bedrijvigheid in Nederland en wor
de niet aangetast. Daarom moeten wy trach
ten, het indexcijfer onzer tarieven belangryk
te verlagen. Een belangryke factor is, wat wy
aan de algemeene Rijksmiddelen moeten bij
dragen. Voor 1936 is op 5lA millioen gerekend.
Wij hebben in het afgeloopen jaar verbete
ringen bewerkstelligd. Van buitenaf is ons ter
beschikking gesteld het hulpmiddel der lucht
vaart. Langen tyd is het gebruik ervan be
perkt tot brieven met bijzonder luchtvaart-
recht. Maar het publiek kan zoo moeilijk vast
stellen, of het de moeite waard is, luchtvaart
tarief te betalen. Daarom moeten de brieven
met vliegtuigen worden meegegeven, ook zon
der verhoogd luchtrecht.
Een andere groote verbetering in het afge
loopen jaar is de totstandkoming van den dub
bel wekelijkschen luchtpostdienst op Neder-
landsch Indië, die de hoeveelheid mail heeft
doen toenemen.
Andere verbeteringen komen tot stand door
reorganisatie. Voor de verzending van binnen
landsche correspondentie b.v. is daardoor een
veel systematischer geheel verkregen.
Nieuwe radio-telegrafische verbindingen zyn
tot stand gekomen met Japan en Brazilië.
Bijzonder sterk heeft zich het afgeloopen
jaar de telefoondienst ontwikkeld. De automa
tiseering gaat in zoo'n tempo, dat men nauwe-
lüks tyd heeft, de verbeteringen, die tot stand
komen, te volgen.
Zeer hoopvol stemt het kostenpeil van de ra
diotelefonie, waarop wy gekomen zijn.
Aan de bedrijfsrationaliseering moeten wy
voortdurend de grootste aandacht schenken. Wij
moeten steeds trachten, den arbeidslust en de
arbeidsprestaties van het personeel te ver-
hoogen.
Spr. eindigde met een opwekking tot samen
werking en met het uitspreken zijner beste
wenschen voor 1936. (Applaus).
Namens het gehoor voerde de heer Heiden
rijk, directeur van het postkantoor te Rotter
dam, het woord.
Tenslotte hebben de aanwezigen ir. Damme
met een handdruk gefeliciteerd.
Onze Rom. correspondent seint, dat Woens
dag ten huize van den Nederlandschen gezant
te Rome, mr. Patyn, een drukbezochte Nieuw
jaarsreceptie van de Nederl. Kolonie is gehou
den. Onder de Nederlanders, die de gastvrije
zalen van het gezantschap vulden, warep vele
geestelijken, o.a. Mgr. dr. J. O. Smit en Mgr. dr.
B. Eras; voorts de gezant van Liberia by den
H. stoel, Z.Exc. Bosman van Oudkarspel.
„Vermoeid!" echode zy met een zucht. „Ga
zitten, mijn beste Rose. Vermoeid! Nee, ik ben
niet vermoeid. Ik ben verontwaardigd. Ver
ontwaardigd!" herhaalde haar ladyschap met
jjzigen nadruk. „Ik heb al eens een paar maal
het voornemen gemaakt, om voortaan van dat
dorps-amusement weg te blyven. 'tLs op zijn
best altijd een nachtmerrie voor me geweest-,
maar vanavond!" Ze liet een zwak gekreun
hooren.
,3i)eenkomsten van dat genre hebben altijd
hun schaduwzijden," zei Rose Vavasour met
haar zachte welluidende stem.
„Schaduwzijden!" echode Lady Letchford. „Ze
zijn gevaarlijk, uitgesproken gevaarlijk! Lieve
kind, het zou dwaasheid zijn om te trachten,
de ergernis te verbergen, die Heron's gedrag
vanavond me bezorgd heeft. Ik kan maar niet
begrijpen, hoe iemand zich zóó minderwaardig
kan aanstellen."
„Vond u het werkelijk zóó erg? Beziet u de
zaak niet wat 41 te streng, lieve Lady Letch
ford? Mannen zijn nu eenmaal mannen."
„Gewone mannen misschien," was het hoog
hartig antwoord. „Maar mijn zoon, Sir Heron
Letchford, is geen gewone man, en kan zich niet
Straffeloos gedragen als de eerste de beste
vlegel. Jou is 't toch zeker evenmin ontgaan
als mij, wat 'n aandacht en wat 'n opvallende
attenties hij wijdde aan dat dat meisje?"
„Het was zeer zeker te opvallend om on
opgemerkt te blyven," gaf de zachte stem toe.
„Als ik in uw plaats was, zou ik den man
den vader en de dochter te dineeren vra
gen."
„Te dineeren!"
„Te dineeren," herhaalde Rose Vavasour.
„Als Heron zoo in de wolken is over dat meisje,
dan is het een voor de hand liggende tegemoet
koming, wanneer u hem in de gelegenheid stelt,
met haar vader kennis te maken."
„Ik ik geloof, dat ik je bedoeling begrijp,
kindlief," zei de oude dame gretig. „Je denkt
dat dat Heron zóó ontzet zal zijn over den
man dat
„Dat hy zich wel tweemaal zal bedenken eer
hij hem tot zijn schoonvader maakt."
„Me me dunkt dat je gelijk hebt," zei Lady
Letchford, terwijl ze opstond en een dunne
blanke hand op Rose's schouder legde. „Het is
een goed idee. Heel vriendelijk van je, Rose, om
zooveel belang in de kwestie te stellen. Het
zou te vreeselijk zijn om maar aan te denken.
Stel je even voor: een Letchford, die zich laat
inpalmen door een suikerbakkersdochter, of wat
't dan precies wezen mag! Ik geloof dat ik mijn
jongen liever op het kerkhof zag dan te moeten
beleven dat hij zich versmijt in 'n dergelijke
mésalliance!"
„En ik!" riep Rose Vavasour uit, met een
ruk het hoofd opheffend. Haar gezicht was
wit tot in de lippen en een hartstochtelijke
woede vlamde in haar oogen. Toen, alsof ze
beschaamd was over haar spontane bekentenis,
stond ze haastig op, in al haar rijzige schoon
heid. Een lachje vol zelfvertrouwen kwam om
haar mondhoeken spelen. „Maar ik denk, dat
we nog wel opgewassen zullen zijn tegen een
suikerbakkersdochter, lieve Lady Letchford."
„Kindlief," zei de oude dame, bijna hulpeloos,
„Ik reken op je."
In aansluiting op het dezer dagen geplaatste
bericht, betreffende de stichting van een wereld
omroep door den K.R.O., vernemen wij, dat
sinds eenigen tijd Duitsche stations met twee
op Azië gerichte krachtige kortegolf-zenders
Ned. Indië dagelijks Duitsche programma's
voorzetten, waarin z.g. kwartiertjes voorkomen
met berichten in de Nederlandsche taal.
Vandaar dat de K.R.O. in December 1934
een verzoek richtte tot den Minister van Bin
nenlandsche Zaken, waarin hy o.m. mededeelde:
1 Dat de K.R.O. het bepaaldelijk als een
ernstige tekortkoming zou zien, wanneer
Nederland zelf met zijn omroepprogramma's zich
niet gaat richten tot zoovele belangstellende
landgenooten, verspreid over de geheele wereld;
2 dat er zelfs sprake zou kunnen zijn van een
plicht in deze, om wegens de omstandigheid,
dat Russische zenders zich tot onze landge
nooten richten, daar tegenover te stellen
Nederlandsche programma's, gedragen door de
positief christelijke gedachte;
3 dat weliswaar de Phohi-aender, waarvan
ook de K.R.O. wekelijks één uur gebruik maakt,
Nederlandsche programma's doorgeeft, doch
deze krachtens beschikbare golflengten en
gebondenheid aan bepaalde uitzenduren
alleen een behoorlijke ontvangst kunnen vinden
in Ned. Oost-Indië.
In genoemd schrijven verzocht de K.R.O. aan
den Minister hem te willen toestaan gedurende
enkele uren per week z.g. wereldprogramma's
te mogen uitzenden, teneinde aldus te kunnen
voldoen aan een verlangen, dat zoo sterk leeft
onder duizenden Nederlanders buiten het
vaderland.
Tevens verzócht men via een ultra-korte-
golfzender eens per week een Esperanto-
uur te mogen verzorgen.
Na uitvoerige besprekingen èn met den
Minister van Binnenlandsche Zaken èn met den
Radioraad èn met den Phohi is door den
K.R.O. en den Phohi een gemeenschappelijk
memorandum opgesteld en voorgelegd aan den
Radioraad, waarin hoofdzakelijk op een aan
vulling van de bestaande zendmachtiging werd
aangedrongen en tevens werd vastgesteld, dat
er geen enkel bezwaar bestaat ook de andere
omroeporganisaties aan de werelduitzendingen
te doen deelnemen.
Een rooster van uitzenduren en golflengten
werd opgemaakt en zooals gemeld, ontving de
K.R.O. dezer dagen van den Minister van Bin
nenlandsche Zaken de inwilliging van zijn ver
zoek.
Voorloopig zal het K.R.O.-wereldprogramma
worden uitgezonden via de Philips' ultra-korte-
golfzenders voor:
En nou moet ik nota bene
bjj dien vent nog brieven
brengen op een advertentie,
waarin hy nóg meer honden
te koop vraagt.
Azië (Japan-
Achter-Indië)
Koloniale
uitzending
Afrika
Midden Amerika
en Noordel. deel
van Z. Amerika
A.W.T.
12.50—13.50
14.05—15.05
18.20—19.20
0.20—1.20
Ontvangst
plaatsel.tijd
21.30—22.30
20.45—21.45
20.00—21.00
20.00—21.00
Het bestuur van de Nederlandsche Vereeni-
ging van Concertzangeressen en -zangers heeft
het initiatief genomen tot het doen plaatsen
van een gedenkteeken op het graf van wijlen
Thom, Denijs.
Overtuigd dat velen met dit denkbeeld zul
len sympathiseeren, heeft het bestuur gemeend
een ieder in de gelegenheid te moeten stellen
van zijn bewondering voor den ontslapen kun
stenaar blijk te geven, door storting op post
gironummer 104062 van den penningmeester
van de Nederlandsche Vereeniging van Con
certzangeressen en -zangers.
Deze bijdragen worden gaarne vóór 1 Fe
bruari ingewacht, aangezien een onthulling zoo
mogelijk begin Maart zal plaats vinden.
Op verzoek van de politie te Apeldoorn heeft
de politie te Middelburg aldaar aangehouden
de ongeveer 45-jarige mejuffrouw G. M., die er
van wordt verdacht, als vroegere huishoudster
van B. te Loenen (gemeente Apeldoorn) met
B., die Zondag j.l. terzake diefstal van ver
schillende goederen is gearresteerd, diefstal
en heling van fietsen en tal van andere goede
ren gepleegd te hebben te Apeldoorn en Bram
men en omgeving. Zij werd in het politiebureau
te Apeldoorn, waar ook B. verblijft, ingesloten.
Beiden zijn voor den Officier van Justitie
bij de rechtbank te Zutphen geleid.
MALANG, 2 Jan. (Aneta) Aan de Katholieke
A.M.S. welke 1 Augustus wordt geopend, is
tevens een internaat verbonden, dat eveneens
onder leiding van de Carmelieten zal staan.
SOEKABOEMI, 2 Jan. (ANETA) Op den
heer F. Slette, employé, op de onderneming
Artana, nabij Soekaboemi, is een aanslag ge
pleegd.
Hieromtrent wordt door den administrateur
van Artana het volgende medegedeeld:
Toen de heer Slette bij de tuinen arriveerde
om het werk te verdeelen, lieten twee koelies
na, zulks in strijd met de adat, om hun toe-
doengs (hoeden) af te nemen, waarover de heer
Slette hen onderhield.
Een van hen greep toen den stok van den
heer Slette en trok met de andere hand een
kapmes, waarmee hij den heer Slette te lijf
ging. Hij sloeg hiermede den heer Slette drie
vingers af, terwijl hij hem voorts wonden toe
bracht aan hals, borst en wang. Het bewuste-
looze slachtoffer werd door andere koelies in
een grobak gezet, waarin hij door vijf koelies
werd ondersteund. Inmiddels was de admini
strateur gewaarschuwd, die de grobak tege
moet reed in een auto, waarmee de heer Slette
naar het ziekenhuis te Soekaboemi werd over
gebracht. Hier werd operatief ingegrepen en
bleek, dat de heer Slette veel bloed verloren
had. Omtrent zijn toestand is niets met zeker
heid te zeggen. Indien door het vuile mes geen I
infectie ontstaat, behoeft niet voor onmiddellijk
levensgevaar te worden gevreesd.
De aanvallende koelie is gearresteerd. De
anderen deden niet mee aan den aanslag.
De tuinen, waarin de aanslag geschiede, liggen
op zes K.M. afstand van de woning van den
administrateur, waardoor drie kwartier verlie
pen, alvorens deze van het gebeurde op de
hoogte was gebracht.
Hedenochtend ongeveer elf uur zal op de
werf van de Rotterdamsche Droogdok Maat
schappij het historische moment aanbreken
van de kiellegging voor het nieuwe schip der
Holland—Amerika Lijn. Dit feit zal zonder
plechtigheden geschieden.
BATAVIA, 2 Jan. (Aneta). Eerst nu is op het
hoofdkantoor voor de scheepvaart bericht ont
vangen van den havenmeester van Emma-haven
dat het kustlicht bij Bodjo, dat een belangryk
aanloop-licht is voor de scheepvaart uit den
Indischen Oceaan door Straat Siberoet (Benoor
den de Mentawei-eilanden, Sumatra's West
kust) belangrijke schade heeft geleden, waardoor
het licht gedoofd is. Deze schade is een gevolg
van de aardbeving, welke ongetwijfeld dezelfde is
als die, welke eenige dagen geleden te Padang is
gevoeld.
De woning van de lichtwachters is ingestort;
twee lichtwachters zijn lichtgewond. Het is nog
niet bekend of de plaatijzeren toren, welke zestig
meter hoog is, en die in 1885 werd opgericht,
schade heeft bekomen.
Wel is volgens hetzelfde bericht dat per prauw
werd overgebracht, het lenticulair (lenzen-stelsel
boven in den toren) verbrijzeld, terwijl de om-
wentelings-machine en de lamp defect zijn. Na
dere berichten ontbreken echter nog.
De havenmeester van Emma-haven is onmid
dellijk met het gewestelijk vaartuig „Banggai"
derwaarts vertrokken.
In verband hiermede is het volgende telegram,
dat ontvangen werd te beschouwen als van niet
geheel gecontroleerden inhoud:
Padang, door de beving van 28 December is de
vuurtoren te Poelau Bodjo nabij de Batoe-eilan-
den neergestort. De lichtinstallaties zijn totaal
vernield. De Gouvemementsstoomer „Banggai"
is 1 Januari 1936 te 00.13 uur uit Emmahaven
naar Bodjo vertrokken. Vernomen wordt dat de
beving groote schade aanrichtte op Poelau Tello.
De meeste woonhuizen zijn daar ingestort, ter
wijl ingezetenen gewond zijn. De zwaargewonde
slechtoffers zijn naar Sibolga vervoerd. De vuur
toren te Moeara-Siberoet is lïchtbeschadigd. De
beving werd ook gevoeld door varende schepen.
SOEKABOEMI, 2 Jan. (Aneta). Op de onder
neming Pasir Datar, gelegen op de helling van
den Pangerango (bij Soekaboemi) heeft een
geweldige windhoos in de richting Noord-Zuid
plaats gehad. In de theetuinen is een groot
aantal albitzzia-boomen ontworteld; diverse
kampong-huizen zijn tegen den grond gewor
pen. Persoonlijke ongelukken hebben niet plaats
gehad. De schade is nog niet bekend.
Bij K. B. is aan mejuffrouw J. S. Drost, te
lefoniste le klasse, aangewezen als chef-tele
foniste bij den interlocalen dienst der Telefo
nie te 's-Gravenhage, toegekend de gouden
eere-medaille, verbonden aan de Orde van
Oranje-Nassau.
Bij K. B. is benoemd tot Ridder in de Orde
van Oranje-Nassau: J. M. Nyhof, diaken van
de Nederlandsch Hervormde Gemeente, te En
schede;
is de zilveren eere-medaille, verbonden aan
de Orde van Oranje-Nassau, toegekend aan G.
J. Blok, hoofdagent (brigadier) van politie, ve
Schiedam
is de bronzen eere-medaille, verbonden aan
de Orde van Oranje-Nassau, toegekend aan F.
de Krieger, gemeente-bode te Nieuw-Vosse-
meer en polderbode bij het Waterschap „de
Polders van Nieuw-Vossemeer";
is de bronzen eere-medaille, verbonden aan
de Orde van Oranje-Nassau, toegekend aan Th.
W. H. Eerligh, gemeente-bode, te Steenderen.
Bij Kon. besluit is benoemd tot Ridder in de
Orde van den Nederlandschen Leeuw mr. J.
Wolterbeek Muller, raadsheer-plaatsvervanger
in het Gerechtshof te 's-Gravenhage;
is verleend de eere-medaille, verbonden aan
de Orde van Oranje-Nassau, in zilver, aan E.
van Herwijnen, organist bij de Nederlandsch
Hervormde gemeente te Herwijnen.
Bij K. B. is toegekend de aan de orde van.
Oranje-Nassau verbonden eere-medaille in goud
aan V. H. Schoemaker, wonende Geldersch
Veenendaal, gemeente Ede, chef de bureau by
de N. V. Veenendaalsche Sajet- en Vyfschacht-
fabriek v/h. Wed. D. S. van Schutten te Vee
nendaal.
Bij Kon. besluit is verleend de eere-medaille,
verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, in
zilver, aan K. J. Bosker, te Delfzijl, onderha
venmeester, aldaar;
is verleend de eere-medaille, verbonden aan
de Orde van Oranje-Nassau, in brons, aan J.
Spruitenburg, te Alphen aan den Rijn, water
molenaar in dienst van den polder Steekt, al
daar;
is bevorderd tot Officier in de Orde van
Oranje-Nassau mr. S. baron Creutz, lid, tevens
voorzitter, van het College van Regenten over
de gevangenissen te Arnhem.
Bij K. B. is de heer W. E. Lanz erkend en
toegelaten als consul van Zwitserland te Am
sterdam, voor de provinciën Noord-Holland,
Friesland, Groningen, Drente, Overijsel, Gel
derland en Utrecht.
Bij K.B. is met ingang van 15 Februari 1936
den kolonel J. H. Fruijt van Hartog commandant
van de Brigade Grenadiers en Jagers (le In
fanteriebrigade) op het daartoe door hem ge
daan verzoek een eervol ontslag uit den militai
ren dienst verleend.
Benoemd en aangesteld bij het reserve perso
neel der landmacht, bij het wapen der infante
rie, tot reserve-kolonel, de eervol ontslagen
Fruijt van Hartog voornoemd.
By K. B. is benoemd tot leeraar in vasten
dienst aan de Rijks Hoogere Burgerschool te
's-Hertogenbosch F. W. E. Neefs, thans tijde
lijk leeraar aan die school;
is benoemd tot leeraar in vasten dienst van
de Rijks Hoogere Burgerschool te Gouda A. L.
van der Maas, thans tijdelijk leeraar aan die
school; en is aan Ir. A. L. H. Bingen op zijn
verzoek eervol ontslag verleend als leeraar aan
de Rijks Hoogere Burgerschool te 's-Hertogen
bosch.
By K.B. is aan L. J. Smeets, inspecteur der
directe belastingen, invoerrechten en accijn
zen te Hilversum, op zijn verzoek met ingang
van 31 December 1935 eervol ontslag verleend
uit 's Rijks dienst.
Bij Kon, besluit is met ingang van 1 Januari
1936 ontbonden de Commissie van Toezicht op
den Geologischen Dienst, met dankbetuiging
aan den voorzitter en de leden voor de door
hen in deze hoedanigheid bewezen diensten.
Bij Kon. besluit is aan mr. S. baron Creutz
op zyn verzoek met ingang van 1 Januari 1936
eervol ontslag verleend als lid, tevens voorzit
ter van het College van regenten over de ge
vangenissen te Arnhem, onder dankbetuiging
voor de in die betrekking bewezen diensten.
HOOFDSTUK Vin
Het medaillon
Het was vroeg in den middag; de lunch
men kon het beter ontbijt noemen, want het
was May's eerste maal was afgeloopen. Mijn
heer Dalton was naar den stal om een nieuw
paard in oogenschouw te nemen en de twee
meisjes waren aan zichzelf overgelaten. Carrie
had zooiets gemompeld van visites maken, maar
May wilde er niet van hooren.
„Wat!" zei ze. „Zoo'n zaligen middag verdoen
in muffe salons, bij menschen die je geensteek
kunnen schelen?" Neen, visites kwamen van
daag niet in aanmerking.
„Laten we dan naar de rivier gaan," stelde
Carrie voor. „Jy neemt je schetsboek mee en
onderwijl vertel je me nog wat meer van het
bal. Wat dunkt je daarvan?" Dit was een plan
naar May's hart, en ze stemde er dan ook gre
tig mee in op voorwaarde, dat Carrie de tee
kenspullen bij elkaar zoeken en voor haar dra
gen zou. Gearmd staken ze het weiland over
en liepen langzaam naar de rivier.
„Wat ben je stil, May," zei Carrie, haar van
terzijde aanziend. „Ben je moe van gister
avond? Je zei toch van niet. Maar ik geloof,
dat je heelemaal aan je eind bent."
„Zoo," zei May, „denk je dat? Nu, ik ben in
elk geval niet te moe om een wedren met je
te houden tot den oever. Jij mag tien passen
voor hebben en daar by dien eik beginnen. En
ik zal de teekendoos dragen op den koop toe."
Carrie liet 't zich geen tweemaal zeggen en
stoof vooruit naar den eik. ,,Jij en rennen!"
riep ze uitdagend over haar schouder. „Je hebt
't natuurlijk allang verleerd. Ik mocht jou wel
liever een voorsprong geven. En ik houd lekker
de teekendoos! Een, twee, drie daar gaat
ie!" Ze had den eik bereikt en vloog weg in
volle vaart; heur blond haar fladderde achter
haar aan en de penseelen rammelden in de
houten doos. May begon onverwijld de vervol
ging.
Het was een opwindende wedloop; Carrie's
lange dunne beenen deden trouw hun plicht,
maar May was haar vlegeljaren nog niet ver
geten, en vóór Carrie het gras van den oever
had kunnen bereiken, was ze haar vóór;
lachend en buiten adem ploften ze allebei neer
op den stronk van een afgezaagden boom.
„Ik had nooit kunnen denken dat jij net;
zóó kon hollen!" hijgde Carrie. „O lieve help!
Ik kom nooit van m'n leven meer op adem!
Is 't hier niet prachtig?" besloot ze, met een
gebaar naar de goudgele en rossigbruine herfst-
boomen aan de andere zijde van de rivier.
„Heerlijk hè? Maar in den zomer, als er zoo
veel bootjes op 't water zyn, zou je 't bepaald
nog veel mooier vinden."
„Dat kan ik me haast niet voorstellen," zei
May peinzend. „Kunnen we niet aan dien over
kant komen?"
„O jazei Carrie, „kom maar mee. Als we
een eindje verder loopen, zijn we juist tegen
over het huisje van den veerman en kunnen
we hem roepen. Het zal heerlijk zijn ginder in
de bosschen."
„Vooruit dan maar," zei May levendig; en ze
liepen naar de aangeduide plaats, vanwaar ze
het houten huisje en het vastgemeerde veer-
bóotje konden zien liggen.
„Zet jy maar eens een keel op, May," noodde
Carrie. „Ik heb heusch geen adem meer over.
Nee, wacht, ik zal 't toch eens probeeren!
O-ver!" schalde haar hooge jonge stem.
„Ben je wijs, dat reikt niet half over de ri
vier. Laat mij maar eens loeien. Wacht, allebei
tegelijk. Vooruit!" Hun heldere stemmen wek
ten alle echo's langs den rivieroever in een
langgerekt „O-vèèr!"
„Nou, als hij daar doorheen slaapt, dan kun
nen we het wel opgeven," zei Carrie. „Hij doet
van eind September tot half Mei altijd zoo'n
soort winterslaap, zie .je. Goed wakker wordt hij
pas, als de eerste pleizierbootjes weer komen.
Ja, waarempel, daar komt hij aansloffen. May,
ik weet zeker, dat-ie in z'n eigen loopt te vloe
ken, ik kan 't aan z'n gezicht zien. En o,
May!" onderbrak ze zichzelf, „wie is dat?"
Want op dat oogenblik verscheen er om de
bocht van de rivier een ranke vlet, voortbe
wogen door een langen donkeren man, die
overeind in het lichte vaartuigje stond, de
mouwten van zijn sporthemd tot boven de elle
bogen opgerold. Met krachtige stooten van den
langen schuitboom stuurde hij snel op den
oever aan. May keek om, maar voor ze een
woord kon zeggen, had de man in de boot met
een laatsten stoot den graskant bereikt, zich
opgericht en eroetend zijn pet afgenomen.
(Wordt vervolgd)