FRANKRIJK IN GEVAAR
p
5I3I11E1 i
gn fSe&m v"3?
/Oyoxocwct
DE GRUYTER
schrijven ons
NUTTELOOZE DIENST"
DR. EUWE OVER ZIJN
STRIJD MET ALJECHIN
DE VL00TC0NFERENTIE
ZWEDEN PROTESTEERT
KATHOLIEKEN
NOORD-HOLLAND
waardevol
met m»° 3Q cent
voor slechts 1QQ
bi' w-V'THEE-
tSott X r°°a THb
WOENSDAG 15
JANUARI 1936
Katholieke Letteren
",o
«e6?v\
■ppgp]
llllIP
Het is gewenscht, dat de organi
satie van het wereldkam
pioenschap in handen
van de F.I.D.E. komt
De H. Vader niet ziek
De slot-v er klaring der Japanners
zal vrij gematigd zijn
Beroep Hauptmann's
advocaat verworpen
OLYMPISCHE SPELEN
De Spelen in 1940
IJSHOCKEY
NEDERLAND—BELGIË
Tegen het bombardement van de
Zweedsche Roode Kruis-
ambulance
Samenstelling der Nederl. ploeg
ATH LETIEK
KUSOCINSKI NIET NAAR
BERLIJN
Zijn knieblessure verhindert het
uitkomen by de Spelen
Meer dan 5000 athleten naar
Berlijn?
VOETBAL
NA FRANKRIJK—NEDERLAND
Studie-commissie in Frankrijk
gevormd
RIJKSVISCHAFSLAG
STAAT VAN BESOMMINGEN
F. MOLENAAR
TELEF. No. 13795
Stemt voor 5.- per jaar
HAARLEM-NOORD
heeft u stof?
Restanten Welf - Manna - Jal
koopt niet in winkels waar
onzedelijke of N. Malthu-
siaansche artikelen worden
verkocht of voorhanden zijn.
Koopt aan Stationsboekenkasten
ALLEEN DIE LECTUUR, WELKE
GEEN GEVAAR OPLEVERT
NOORD-HOLLANDSCH
DAGBLAD
HOFPLEIN 6-ALKMAAR
Telef. 4330 4220
Een «lis»»* selc8enh^
-
lets b ijzonders voor Uw
Theetafel is dit verzilverd
modern «Theezeefje met
lekbakje
Onze Topkwaliteit
Een bijzonder genot
Zilver-Blauw. p. ons 36
Voor de Theevisite
Zilver-Rood p.ons 32
Een lekker kopje Thee
Goedkoopere Thee
Groenmerk p.ons 20
Bij De Gruyter's Thee
De Gruyter's Koekjes
H. de Montherlant
Ieder nieuw boek van Henry de Montherlant
is gedurende de jaren na den wereldoorlog
in Frankrijk tegemoet gezien door een
jeugd, die in de woorden van dezen sterken
prozaschrijver haar eigen verlangens en over
tuigingen geformuleerd vond. Hond 1930 echter
scheen deze situatie te veranderen en Henry de
Montherlant werd omstreeks dien tijd ook
minder mededeelzaam. Heeft een nieuwe Fran-
sche jeugd haar vertrouwen ontzegd aan den
magiër van het woord en zich geheel geschaard
achter de toovenaars en goochelaars met „de
daad?"
In den titel van zijn
jongste boek „Ser
vice Inutile" schijnt
Montherlant wel te
reageeren op het be
langrijkste program
mapunt van de „Croix
du Feu", dat uitge
drukt kan worden
in een enkel woord:
„servir".
Men moet Monther
lant niet verwachten
onder de democraten
en pacifisten. Hij
mist zelfs den een-
voudigsten natuurlij
ken aanleg tot sympa
thie met de democra
tie. Maar wat hij veracht in het republikeinsche
Frankrijk na 1870, ziet hij dubbel en driedubbel
verachtelijk het hoofd opsteken in het anti
democratische Duitschland na 1933: de over
schatting van het getal, de demagogie van de
leuze, de nivelleering van den geest, de ver-
ploerting van het gemoed, bet misbruik van
den meerderheidswaan, de partij als beoordee-
lings-norm. Al deze verschijnselen, voorheen
voor typisch democratisch gehouden, blijken in
sterker mate nog eigen aan een stelsel, dat be
weert, de democratie te willen uitroeien, doch
dat in werkelijkheid een ontaarding van de de
mocratische beginselen tot grondslag heeft.
Nu heeft Montherlant den oorlog niet meege
maakt en tallooze vrienden zien sneuvelen om
zijn vaderland te willen zien overleveren aan
de willekeur van allerhande instincten. Hij
heeft Frankrijk lief, hij heeft voor Frankrijk
gevochten. Maar de overtuiging heeft zich bij
hem gevestigd, dat Frankrijk in gevaar is en in
het bijzonder de gebeurtenissen van 6 Februari
1935 de befaamde relletjes te Parijs heb
ben deze overtuiging kracht gegeven. De invloed
van die Februari-relletjes op de wereldlitteratuur
is grooter dan de heele komst van Hitler met
alle boekenverbrandingen en schrijversverban
ningen, welke erop volgden, want op die gebeur
tenissen van 6 Februari is onmiddellijk en vol
komen paraat de bezinning van den geest ge
volgd en sedert Februari 1935 bemoeit zich de
Fransche literatuur weer met de toekomst van
Europa, welke haar na den grooten oorlog tame
lijk onverschillig liet. Een uitzondering dient
hier natuurlijk gemaakt voor de communistische
schrijvers, die juist na den wereldoorlog in
Frankrijk van groote beteekenis en van vèr-
strekkenden invloed waren.
Het voorwoord tot het nieuwe boek van
Montherlant is een persoonlijke bekentenis,
waaraan men de waarde kan hechten, die men
wil, maar die, trots een hinderlijke zucht naar
„persoonlijkheid", licht overslaande in onver
draaglijke aanstellerij, de mentaliteit van vele
oud-strijders in het tegenwoordige Frankrijk
vertegenwoordigt. In het algemeen heeft de
Franschman weinig kritiek op zijn vaderland,
alleen heeft hij steeds veel kritiek op de regee
ring. De Duitscher onderwerpt zich veel lich
ter aan een regiem, maar hij is veel minder te
vreden over de Duitschers. Gewoonlijk vindt
hij de andere Duitschers niet Duitsch genoeg
en zoo zweepen ze elkaar op om toch maar va-
derlandsch te zijn, steeds vaderlandscher, tot
„das meist Vaterlandische" toe. Juist omdat hij
dit soort kritiek niet kent, is de Franschman
veel meer chauvinist en toch veel minder heet
gebakerd in de vaderlandsliefde dan de Duit
scher. Voor hem is alles welgedaan, wat Frank
rijk doet.
Echter de generatie die aan het front voor
Frankrijk heeft gestreden, ziet met critischer
oogen de gebeurtenissen, welke zich nadien af
speelden. Voor wat Montherlant betreft, komt
daar nog bij, dat hij gedurende een bepaalden
tijd Frankrijk en de Franschen bezag uit den
vreemde, n.l. uit Noord-Afrika, Het is zeld
zaam, dat Franschen lang in het buitenland
verblijven. Het vaderland is niet overbevolkt,
integendeel! Het biedt plaats aan allen. De
jonge Franschman hoeft er niet op uit te trek
ken en voelt ook de behoefte hier niet toe. Zijn
vaderland is hem dierbaar. Waarom zou hij het
verlaten?
Gevolg hiervan is, dat men zijn vaderland
nooit eens beziet „op een afstand", dat men
het nooit eens leert waardeeren volgens den
smaak van een vreemdeling. Nationale gebre
ken zijn dan niet de gebreken, die men in zijn
eigen vaderland waarneemt, zoodra men het
hoofd maar eens buiten de deur steekt. Natio
nale gebreken zijn dan die eigenschappen welke
men zich hoort verwijten, terwijl men zich den
mensch niet zonder die eigenschappen kan
voorstellen.
Het buitenland heeft den blik van Henry de
Montherlant aanzienlijk verruimd en niette
min zijn vaderlandsliefde versterkt. De opstel
len, in zijn nieuw boek bijeengebracht, tezamen
met enkele verhalende fragmenten, bedoeld als
parabel, verdedigen de bij uitstek Fransche op
vatting van het belangelooze eergevoel. Dienen,
ook indien het geen „nut" heeft; trouw blijven,
ook zonder zichtbaar resultaat, ziedaar de
groote en noodige les door den schrijver aan
zijn lezers voorgehouden.
Alle bijdragen komen hierop neer en be
lichten deze noodzakelijkheid op een of andere
wijze, meestal naar aanleiding van iets inciden
teels.
Het eergevoel, zoo meent Montherlant, is in
het tegenwoordige Frankrijk „un sens perdu",
een verloren zintuig, echter ligt de eer niet in
de roekeloosheid, maar in de voorzichtigheid, een
voorwaarde van den moed. Dit alles zet hij op
overtuigende wijze uiteen, en behalve in het
lange woord vooraf, houdt hij zich hierbij op
merkelijk vrij van de particuliere grootspraak,
die in zijn jeugdwerk als een jongens-hoeda-
nigheid genoten mocht worden, doch later spoe
dig tegen hem innam.
Zijn nieuw boek kan worden aanbevolen.
Moest men er de letterkundige plaats van be
palen, men zou den auteur waarschijnlijk sterk
verrassen door te wijzen op een afhankelijk
heid in de methode van André Gide. Zooals
gezegd zocht Montherlant de aanleiding tot zijn
bespiegelingen vaak bij iets incidenteels. Dit is
heel gewoon, en algemeen menschelijk. Een
kleine gebeurtenis brengt ons vaak aan het na
denken en dit leidt onzen geest dan licht tot
gevolgtrekkingen, waarbij de bedoelde kleine
gebeurtenis alle beteekenis, om zoo te zeggen,
verliest. Ook vroegere denkers en schrijvers
hebben dit ervaren, want er bestaat wel nie
mand, die het niet ervoer.
Maar in de nieuwste Fransche litteratuur, en
speciaal onder invloed van André Gide, werd
het gebruikelijk, die kleine gebeurtenissen mede
te deelen in den vorm eener fijn vertelde anec
dote, welke dan, door de consequenties, er ver
derop aan verbonden, den aard van een para-
beitje krijgt. Zeker verleent deze methode een
onmiskenbare levendigheid aan de redeneering,
doch omdat haar kansen vrijwel onbegrensd
zijn, levert ze tevens de gelegenheid tot een
„litteratuur-makerij", waar in den letterlijken
zin „het einde van weg is".
Montherlant heeft een grafzerk gezien van
een voorouder; het familiewapen op een ove
rigens naakten steen. Dit wordt medegedeeld
met de noodige letterkundige emphase:
„De onbekende voorouder! Een weinig ruimte
zonder identiteit, met het wapen op de plaats
van het hart."
Hetgeen dan leidt tot de conclusie, dat het
wapen niets anders oproept dan het idee van
„dienst", doch daaromheen, die dwaas-naakte
steen, die „sublieme tabula rasa" roept de ge
dachte op aan het „nuttelooze".
Zouden deze gedachten niet sterker verde
digd zijn, indien wij niet de toevallige (en on
belangrijke) aanleiding kenden, welke de schrij
ver had om zijn geest er mede bezig te houden?
Zoo is het met vele Gideaansche anecdoten
uit dit boek. Montherlant heeft een heel an
der talent dan Gide; wat bij den laatste bui
tengewoon suggestief is, wordt bij den eerste
verschrompeld tot incidenteel.
Men weet, dat Montherlant katholiek is op
gevoed, doch eenigszins ruchtbaar met de ker
kelijke leer en practijk heeft gebroken, zonder
zijn eerbied voor het katholicisme te verliezen.
In zijn nieuwste boek komen zoowel die profane
houding als die oprechte eerbied terloops tot
uitdrukking, echter zoo kort en zoo weinig be
slissende passages, dat men omtrent de gods
dienstige zijde van de behandelde vraagstuk
ken nauwelijks een indruk krijgt. Voorzoover
men er een krijgt, is dit een juiste indruk. Mon
therlant staat minder ver van het katholicisme
af, dan hij wellicht meent of begeert.
DOM MUET
Ter gelegenheid van de boekententoonstel
ling in de bovenzaal van het Derde Orde-
Gebouw aan de Tongerschestraat te
Maastricht, hield Frans van Oldenburg Ermke
(F. A. Brunklaus) een lezing over „Onze Let
terkunde in 1935."
Allereerst memoreerde spreker Eduard Brom
en Frans Erens, die uit dit aardsche leven zijn
weggenomen.
Eduard Brom is één van de eerste katholieke
dichters geweest, die, begiftigd met bij-
zonderen tastzin, het mooie begreep van
wat de befaamde Tachtigers voorstonden en
schrijvend tot werkelijkheid maakten. Zijn ver
zen hebben den toon en het rhythme van de
Tachtiger poëzie, met name van die van Wil
lem Kloos.
Brom's groote verdienste is geweest dat hij,
voortzettend de goede traditie van den ouden
Thijm, als katholiek de partij koos van den
zuiveren smaak in een tijd, dat heiligenkrans
en suikerzoete kleuren voor bijna alle geloofs-
genooten het garantiewerk waren van goede
„Katholieke kunst". Frans Erens was als
mensch „katholiek", als kunstenaar voluit
Tachtiger. De bekwame en fijnzinnige vertaler
van „St. Augustinus" Belijdenissen, heeft die
tweeheid, deze tegenstelling tusschen litteratuur
en leven nooit tot een hooge eenheid kunnen
vereenigen.
Het levende, bloedwarme, in de diepste gron
den der ziel wortelende kunstwerk, de schoon
ste gave van een Katholiek kunstenaar, heeft
hij aan zijn geloofsgenooten niet geschonken.
Hij was groot in klein-werk en kende het
schoone ambacht van schrijven door en door.
Een edelsmid van het fijne woord ging ver
loren.
Anton van Duinkerken passeerde de revue
met zijn nieuwe boek „De Menschen hebben
hun Gebreken."
De verplechtiging, waaraan de jonge letter
kunde in de jaren na den oorlog lijdende was,
hoe dood-ernstig was b.v. de eerste poëzie van
Henri Bruning, maakt thans allerwege plaats
voor grooter blijmoedigheid.
De baanbreker in dezen is de priester-dich
ter Jacq Schreurs M. S. C., wiens innige en
levensblije poëzie men aanvankelijk in die eer
ste, bitter-emstige tijden onzer litteraire ver
nieuwing wel een beetje over het hoofd had
gezien, later echter een eerlijke, op waardeering,
begrip en bewondering stevig gefundeerde be
langstelling deed geworden.
Deze vernieuwing in speelschheid en blij
moedigheid valt ook op te merken in het werk
van Jan Engelman. Een zich wenden naar
de lichte kanten van het leven.
De geschiedenis van Jan Klaassen „Als se
cretaris van den Keizer van China" is een kos
telijke vondst in zijn blijspel „Turandot".
A. J. D. van Oosten bundelde zijn sociale
schetsen, waarin hij met warmte opkomt voor
de sociale minderheid.
Zijn werken zijn wrang en de nasmaak blijft
lang in ons geestelijk gehemelte hangen.
De levendige en blijmoedige poëzie komt uit
het Zuiden met werken van Paul Vlemmincx,
waar in melodie en rhythme de blijheid en we
ligheid van leven wordt weergegeven.
Een der beste is wel de Brabantsche Dich
teres Maria Dietze misschien zelfs wel de ta
lentvolste der opkomende debutanten.
Mathias Kemp, de romanticus der halve
werkelijkheid, maakt van een oudejaarsviering,
een vliegramp, een carnaval, een ruig en woest
tafereel van woorden met veel rood en zwart
en solfergeel.
Op de grens van wetenschap en literatuur
staat Prof. Dr. Gerard Brom, de geleerde met
het temperament van een dichter en het gees
telijk gebaar van een profeet.
Zoo passeeren verder nog de Kroniek, An-
toon Coolen, Louis de Bourbon met zijn ge
dichten, die tint hebben en toon van pastel-
teekeningen en cello-muziek en de stemming
van een herfstmorgen op een kerkhof.
Economisch, politiek, sociaal en financieel,
aldus beëindigde de heer v. Oldenburgh Ermke
zijn mooie lezing, is 1935 beladen met sompere
perspectieven, doch in proza en poëzie is het in
vele opzichten een goed jaar.
Doch de meeste menschen, hetzij vooraan of
achteraan staande, lezen alleen maar kranten
en vakbladen.
Een massa-bekeering tot de litteratuur zou
een massale bekeering tot de blijmoedigheid
beteekenen en alleen de moed der blijheid kan
ons redden uit de crisis van de laffe zelfzucht.
u
Wmml-mlÊIÊÊÊÊÊÊÊM
:f|
In de groote zaal van Krasnapolsky te Am
sterdam had het Nederlandsche Comité Wereld
kampioenschap Schaken Dinsdagavond een bij
eenkomst belegd, waarop dr. Max Euwe een po
pulaire lezing hield.
Na een kort openingswoord van mr. M. Leven-
bach verkreeg de nieuwe wereldkampioen het
woord, en begon met eenige algemeene opmer
kingen over den strijd om het wereldkampioen
schap. Op het oogenblik is de toestand eigen
lijk zoo, dat iedereen, die dit zou wenschen, om
dén wereldtitel kan strijden. Er wordt niet ge
vraagd naar de speelsterkte van den candidaat
of b.v. de eisch gesteld, dat deze een of meer
tournooien gewonnen heeft, maar alleen of de
candidaat 10.000 gulden ter beschikking kan
stellen. Het zou zeker aanbeveling verdienen,
dat de regeling van het wereldkampioenschap
in handen van de F.I.D.E. kwam. Deze bond zou
dan kunnen uitmaken, wie de geschiktste candi-
daten zijn en waar gespeeld zou worden en te
vens de financieele schadeloosstelling kunnen
regelen. Men moet er n.l. rekening mee houden.
Öat de meeste bekende schakers beroepsspelers
zijn en dit brengt natuurlijk vanzelf mee, dat
een wedstrijd om den wereldtitel tusschen twéé
grootmeesters niet alleen om de eer kan gaan.
Dat de wereldschaakbond zich niet eerder met
het wereldkampioenschap heeft kunnen bemoei
en, vindt zijn oorzaak in het nog betrekkelijk
korte bestaan van deze organisatie, die in 1924
werd opgericht.
Eenigen tijd terug heeft dr. Euwe een onder
houd gehad met Capablanca en toen is ook deze
kwestie ter sprake gekomen. Men zou b.v. door
de F.I.D.E. een commissie van drie goede scha
kers en' boven de partijen staande personen kun
nen benoemen, die de zaak van den wereldtitel
ender de oogen zag. Ook wilde Capablanca wij
zigingen brengen in de wedstrijdbepalingen. Zoo
wilde hij b.v. het aantal te spelen partijen tot
zestien beperken, maar dit aantal achtte dr.
Euwe te gering en z.i. moest dit minstens twintig
muren.
Capablanca wilde ook de speeltijden langei
maken en hiermede was Euwe het voor een
deel wel eens. Het zou dan mogelijk zijn de par
tijen op een dag uit te spelen, waardoor het
analyseeren van afgebroken standen zou ver
vallen. De speeltijd zou dan zeven a acht uur
moeten worden, maar vooral voor de oudere
spelers zou dit groote bezwaren meebrengen.
Capablanca acht zichzelf momenteel den can
didaat, die het eerst in aanmerking zou komen
om een wedstrijd om het wereldkampioenschap
te spelen, maar dr. Euwe is volgens contract
verplicht Aljechin gelegenheid te geven tot
een revanche-match.
De belangrijkste resultaten van Capablanca
van de laatste jaren rechtvaardigen zijn eisch
eigenlijk niet. Zoo werd hij o.a. vierde in de
tournooien te Hastings en Moskou en tweede in
het overigens zwak bezette tournooi te Margate.
In 1911 won Capablanca het tournooi te San
Sebastian en een jaar later werd hij te Moskou
tweede achter Lasker, maar eerst tien jaar
later kwam een titelstrijd met Lasker tot stana,
die in 1921 zijn titel aan den Cubaan moest
afstaan, die hem op zijn beurt in 1927 weer
aan Aljechin verloor. Herhaalde malen heert
Capablanca Aljechin later weer uitgedaagd
maar van een wedstrijd is er nooit iets geko
men.
Zooals boven reeds gemeld heeft Aljechin
op het oogenblik contractueel het eerst
recht op een titelstrijd met dr. Euwe en er
is veel kans dat deze wedstrijd die dan op
den Semmering in Oostenrijk zou worden
gehouden, zal doorgaan, hoewel deze zaak
er in het begin niet erg serieus uitzag. In
Februari a.s. zullen met de directie van de
Panhans-hotels voorloopige besprekingen
over de regeling worden gevoerd.
Capablanca meende, dat Aljechin niet tegen
hem had willen spelen, maar liever candidaten
uitzocht zooals Bogoljubov en Euwe, die geen
schijn van kans hadden. Alleen Capablanca had
een goede kans. Het vorenstaande had de Cu
baan in Moskou beweerd voor den titelstrijd,
maar toen dr. Euwe hem er opmerkzaam op
maakte, dat het toch anders geloopen was, ver
wees Capablanca hem naar een artikel in de
„New York Times," waarin hij aan Euwe wel
een goede kans zou hebben gegeven.
Volgens Euwe kwam na Aljechin allereerst
Capablanca in aanmerking voor een strijd om
bet wereldkampioenschap. Daarna zouden
Flohr, die de laatste jaren in tournooien zeer
fraaie resultaten heeft behaald en eventueel
Botwinnik en misschien op den duur ook de
Amerikaan Fine candidaten zijn.
Na deze mededeelingen van algemeenen aard
behandelde dr. Euwe eenige partijen uit den
strijd tegen Aljechin, waarbij hij vooral den
nadruk legde op de fantasie van den oud
wereldkampioen, die dr. Euwe in het begin nog
wel eens in moeilijkheden had gebracht, maar
naar gelang de partij vorderde was dr. Euwe
er steeds beter ih geslaagd hiervoor het juiste
tegenspel te vinden.
ROME, 14 Jan. (Reuter) Het gerucht, vol
gens hetwelk Z. H. de Paus door bronchitis
genoodzaakt zou zijn het bed te houden, wordt
voldoende tegengesproken door het feit, dat
Zijne Heiligheid Dinsdag verschillende audiën
ties heeft verleend.
LONDEN, 14 Jan. (Reuter) In de zitting
van morgen zal de Japansche delegatie een
verklaring afleggen, waaruit zal blijken, dat
de Japansche diplomaten een overwinning heb
ben weten te behalen op de generaals en ad
miraals, die wenschten, dat de delegatie zou
verklaren, dat Japan recht heeft op pariteit.
De diplomaten stonden er echter op, dat de
verklaring in meer gematigde termen zou ver
vat zijn en een beroep zou doen op de wereld
opinie ten gunste van de ontwapening. In de
Japansche verklaring zal o.a. worden gezegd
dat het doel van Japan is geweest de
bewapeningen te verminderen. Na de verklaring
der Japanners zal de conferentie tot Vrijdag
verdaagd worden, den dag, waarop de andere
delegaties de redenen zullen uiteenzetten, waar
om het Japansche voorstel niet aanvaardbaar
is. Van belang voor het verder verloop van de
conferentie is het feit, dat. naar Reuter veT-
neemt de Russische regeering een vloot-atta-
ché naar Londen heeft gezonden.
De Press Association verneemt, dat de Ja
pansche Vlootdelegatie tegen de voortzetting
der onderhandelingen van de conferentie als
Viermogendhedenconferentie het juridische be
zwaar maakt, dat de bepalingen van een Vijf-
mogendhedenverdrag niet kunnen worden op
gesteld door een Viermogendhedenconferentie.
De Britsche en Amerikaansche juristen zou
den dit bezwaar evenwel niet als steekhoudend
beschouwen.
De Japansche admiraal Nagano heeft tegen
over een Engelschen journalist verklaard, dat
Japan den ernstigen wensch heeft den inter
nationalen toestand niet nadeelig te beïnvloe
den.
Volgens de Japansche opvatting beteekent
een verlaten der conferentie door Japan nog
niet een bewapeningswedloop.
Japan is niet voornemens zijfe vloot op te
voeren tot de sterkte der vloten van Engeland
of de Vereenigde Staten, hoewel het Ameri
kaansche vlootbouwprogram, dat geheel in over
eenstemming is met de door het tegenwoordige
Vlootverdrag vastgestelde limiet, in Japan ver
ontrusting veroorzaakt.
Zoolang de andere mogendheden evenwel
rliet tot een bewapeningswedloop overgaan, zal
ook Japan zich gereserveerd betoonen. Tegelij
kertijd moet er evenwel de nadruk op wor
den gelegd, dat de vlootovereenkomsten van
Washington en Londen voor de defensieve be
hoeften van Japan onvoldoende zijn gebleken,
Het te Washington gevestigde systeem van
vlootverhouding doet Japan geen recht weder
varen De Japanners zijn van meening, dat het
doelloos zou zijn deel te nemen aan besprekin
gen over quantitatieve beperking, zoolang geen
overeenstemming op qualitatief gebied is be
reikt.
In deze nota wordt o.m. verklaard: De
Zweedsche regeering heeft de overtuiging, dat
de Zweedsche ambulance het doelwit is gewor
den van een directen aanval door de Italiaan-
sche vliegers.
Aangezien het hier Zweedsche onderdanen
betreft, die in overeenstemming met het Ver
drag van 1929 in zake de verbetering van de
situatie van in een oorlog gewonden en zieken,
een humanitair werk verrichtten, welke door
Italiaansche vliegers werden aangevallen, ziet
de Zweedsche regeering zich verplicht tegen
dit incident bij de Italiaansche regeering zeer
krachtig te protesteeren.
Nopens de werkzaamheid der Zweedsche am
bulance is niet gebleken, dat zij zich heeft
schuldig gemaakt aan het misbruiken van het
Roode Kruisteeken. Alle desbetreffende sugges
ties zijn door de Zweedsche leden der ambu
lance met nadruk onjuist genoemd.
Negen landen hebben aan het Internationaal
Olympisch Comité hun wensch kenbaar ge
maakt, de Olympische Spelen van 1940 te mo
gen organiseeren. De volgende steden komen
hiervoor in aanmerking: Rome, Athene, Bue
nos Aires, Barcelona, Boedapest, Dublin, Hel-
singfors, Lausanne en Tokio.
TRENTON, 14 Jan. (Reuter) Het beroep van
den verdediger van Bruno Hauptmann op de
habeas corpus-wet is verworpen.
STOCKHOLM, 15 Jan. (A.N.P.) De minis
ter van Buitenlandsche Zaken heeft mede
gedeeld, dat de Zweedsche gezant te Rome
Dinsdag de Italiaansche regeering een nota
heeft overhandigd in verband met het Ita
liaansche bombardement op de Zweedsche
Roode Kruis-ambulance bij Dolo.
De Nederlandsche ploeg zal Zaterdagavond
a.s. in den wedstrijd tegen België op de kunst
ijsbaan te Amsterdam als volgt op het ijs ver
schijnen:
Doel: van Marle.
Verdediging: B. v. d. Stok, Gerritsen Jr.
Tweede voorhoede: F. de Jong, v. d. Man-
dele, F. v. d. Stok.
Eerste voorhoede; Rhodius, Cohen Tervaert.
Dupon.
Reserves zijn: Koelemans en Heyermans.
Zondagavond 19 dezer, eveneens om kwart
over acht uur, speelt de Blauwe Zes in volle
dige opstelling, met de drie Amsterdamsche
Canadeezen Boyd, May en Griffin in de eerste
voorhoede tegen de Brpsselsche internationale
ploeg, de Etoile du Nord, waarin eveneens drie
Canadeezen medespelen.
Wellicht zal deze wedstrijd, wat spelpeil be
treft nog interessanter zijn dan de landen-wed-
strijd Nederland—België van Zaterdagavond,
daar men dan de Canadeezen aan weerszijden
wel in topvorm zal zien verschijnen.
Een uitgebreid geneeskundig onderzoek heeft
aan het licht gebracht, dat de knieblessure van
den bekenden Poolschen athleet Kusocinski,
Olympisch winnaar op de 10.000 meter te Los
Angeles, niet meer volkomen genezen kan,
waardoor deze athleet zich heeft moeten laten
schrappen van de lijst der Poolsche candida
ten voor de Olympische Spelen te Berlijn.
Het ligt in de bedoeling dat Kusocinski als
trainer van de Poolsche lange-afstandloopers
zal fungeeren.
Dr. Diem, secretaris-generaal van het Orga
nisatie-comité der XLe Olympische Spelen te
Berlijn, heeft in een bijeenkomst van dit comi
té medegedeeld, dat meer dan 5000 athleten te
Berlijn verwacht worden. Reeds 3800 athleten
staan ingeschreven. Men heeft zich in verbin
ding gesteld met het Ministerie van Oorlog
met de bedoeling om in het Olympisch dorp
nog meer huizen te bouwen voor het verschaf
fen van onderdak.
In opdracht van den Minister van Lichame
lijke Opvoeding' is een studie-commissie ge
vormd, die een onderzoek zal instellen naar de
oorzaken van de Fransche nederlagen, op
sportgebied in den laatsten tijd geleden. Voor
zitter dezer commissie is de heer Mainguet,
hoofd van een der afdeelingen van het betrok
ken Departement. De commissie zal een uit
voerig rapport moeten samenstellen, waarin
ook de trainingsmethoden en de wijze van
selectie der vertegenwoordigende ploegen moe
ten worden verwerkt. Gebleken is, dat de aan
leiding tot het vormen dezer commissie de
jongste zware nederlaag van het Fransche
voetbalelftal tégen Nederland is geweest, maar
dat het rapport zich niet alleen tot voetbal,
maar ook tot alle takken van sport zal dienen
uit te strekken.
IJMUIDEN, 15 Jan. Rijksvischafslag. Tarbot
0.99—1.50 per kg. Griet 17.0034 per 50 kg.
Tong 60—95 cent per kg. Groote Schol 11.50
14, middel Schol 15—16.50, Zetschol 19.00—23,
kleine Schol 13.5020, Schar 12.5015 per 50
kg. Rog 8.0015 per 20 stuks. Vleet 1504 per
stuk. Pieterman en Poon 7.008, groote Schel-
visch 2630.50, middel Schelvisch 2730.50, kl.
midd. Schelvisch 1926.50, kleine Schelvisch
11.0021 per 50 kg. Kabeljauw 33.0064 per
125 kg. Gullen 8.50—19 per 50 kg. Leng 1.30
1.70 per stuk. Heilbot 4880 cent per kg. Wij
ting 4.9012 per 50 kg. Koolvisch 2570 cent
per stuk. Makreel 7.509 per 50 kg.
van de Woensdag aan den Rijksvischafslag
aangekomen
STOOMTRAWLERS
R. O. 53 Dirkje 350 manden 2390.R. O. 15
Antje 170 manden 1760.Sch. 70 Vredenburg
80 manden 1650Christine 370 manden
3990.Beatrice 90 manden 1720.Henriëtte
Jacoba 350 manden 2570.Vios IV 90 manden
1930.Isabel 70 manden 2000.Oostzee 70
manden 2000.—, Witte Zee 375 manden 3000.
Ancor 50 manden 1400.Elie Chenevière 80
manden 1600.
LOGGERS
K.W.: 132 430.—, 124 560.—, 44 840.—, 41
87051 1030.64 490.—.
PIANO- EN ORGELHANDEL
Vleugel- en Pianola-stemmer
op toon om de 3 maanden. - Ook
buiten de stad.
REPARATIE-INRICHTING
Ged. Schalkburgergracht 38
Damesmantel n. maat t 15.Over
jas n. maat 16.Colbertcostuum
n. maat 20.Alles prima Four
nituren en afwerking. Colbert
costuum keren t 13.Overjas
keren 9.
Adres: ,1. MUUer, Joh. de Breuk
straat 1. Bel op 16077 en wij komen
bij tliuls. Op al deze prijzen
geven wij tijdelijk 10 korting.
1.95 2.95 3.95 4.95
JAC. VAN MARIS
Rarrevoetestraat 19 - Tel. 15051
I
Zoekt U een afdoende
en succesvolle reclame
in Noord-Holland
boven het IJ? Plaatst
Uw advertentiën in het
II
het veelgelezen Dag
blad in Noord-Holland
boven het IJ.
Aanvragen voor adver
tentietarieven richte
men aan de
administratie
Doodeib«9 JomiaIi a»-
G®'jnet
vja»b"lk
Zilver-Paars. p.ons 40
Zilver-Zwart. p.ons 28
Een zeer goede Thee
Oranjemerk. p.ons 24
Ruitjes. perpns 5
Carnaval. w B 6
Kermis it 7
Rondjes .i m m 8
Amandelkransjes 8
Allerhande 8