JEUGDIGE LEZERTJES De jubileum-tentoonstelling van „Avicultura". De Prinses, die weer jong wilde zijn MIJN ZUSJE 'T IS KOUD DONDERDAG 16 JANUARI 1936 Kindermond Servetzakje lllllllllllllllllllllllllllllll VOOR ON7F IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII ,JW Wij gaan de lijn trekken ■IIIIMIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll MJTY WUMMSSk i n Den anderen dag ging ze al vroeg naar Poes wacht op het stootblok af wat de trein zal doen Vandaag is Hannie jarig Dat is me een groot feestl Twee lange, lange jaren Is z' al bij ons geweest! Ze stapt al o zo dapper En praat een mondje vol. Geen woord is haar te lastig 't Is 'n lekkere kleine mol! Voor ,jdank zegt ze: Jcank XT' Elke drank is voor haar „thee". Vraag je: ,fZal 'k je nagels knippen Dan schudt ze hevig „nee"! Ze gaat al in 't groote bad Daar zwemt ze o zoo fijn Te zamen met een popje Is dat een groot festijn! Er komt vandaag visite: De nichtjes en 'n vriendin. Limonade met 'n koekje Is zeker naar hun zin! Als 't klokje zes heeft geslagen Wrijft Hannie heel verdacht In haar lieve blauwe kijkers Dat heeft moeder al vertvachtl Nu gaat Han vlug naar bedje 't Kruikje ligt er al Vlug een klein gebedje Opdat ze goed slapen zal. ,,Dag Han, dag kleine zusje, Doe je oogjes nu maar toe: Van 'n feestdag met visite Wordt 'n kleintje o zo moe vuld en je je jeugd teruggegeven. Zeg mij, waarom je zoo verdrietig bent?" „Och, goede fee," zei nu het prinsesje „ik dank U voor uw goede gave, maar ik huil van spijt over al mijn fouten. Als ik nu weer opnieuw mijn goede ouders kon be zitten en mijn broers en zusters en allen, die het goed met mij meenden, wat zou ik dan anders en beter zijn." „Dien wensch kan ik niet vervullen," zei de fee, „maar ik ben tevreden, dat je je fouten hebt erkend en dat je hebt ingezien, dat alle vreugd en alle pijn slechts tijdelijk zijn en dat boven alle schoonheid en jeugd gaat een goed en edelmoedig hart." De fee verdween en de prinses was weer vijftig jaar, maar ze leefde nog lang en gelukkig, want ze was tevreden en goed en edelmoedig jegens allen, die haar om ringden. C. DAMEN Een kleine jongen, het jongste lid van een groot huisgezin, had de baby gezien van een oudere zuster. Hij had meer be langstelling voor den inhoud van de luier mand dan voor de baby en na eens rond gekeken te hebben, nam hij de poederdoos weg en eenigszins vreemd kijkend, zegt hij: ,,'t Lijkt me, dat ze daarvoor nog wel wat te jong is!!" In plaats van opgerold in den servetring kun je je servet ook opgevouwen in een zakje bewaren. Zoo'n zakje maak je van reformlinnen of een andere witte stevige stof. Het model is een rechthoekige lap, die aan een zijde op een derde van de leng te wordt omgeslagen en vastgenaaid, zoo dat een zak met overslag ontstaan is. Een monogram of versiering in den linker be nedenhoek geborduurd voltooit dit handige voorwerp. De Niimeegsche Burgerij Commissie voor Waaloverbrugging, welke In 1905 werd opge-icht, rag Woensdag baar werk bekroond. Ter gelegenheid van de jaarbijeenkomst werd voor het eerst een overgang gemaakt over oe noa niet geopende Waalbrug Een zware brand heeft Woensdagavond gewoed in een fabriek van kurkplaten en isoleermateriaal te Schiedam. De brandweer tijdens het blusschingswerk De tentoonstelling „Het costuum onzer voorouders" in de Ridderzaal te den Haag werd Woensdagavond door den bu gemeester, mr. S J. R. de Monchy officieel geopend. Tijdens de rede van den burgemeester de bron om te zien, of de fee misschien 't wondermiddel zou brengen. Ze boog zich weer over den rand en bekeek aandachtig haar spiegelbeeld. Het leek wel of ze eeni- ge grijze haren minder had en of haar oogen een nieuwen glans hadden gekregen. Hoopvol ging ze naar huis en keerde voort aan iederen dag terug om zich in het wa ter van de fontein te bekijken en iederen dag zag ze met voldoening, dat heur haren donkerder, haar wangen frisscher werden. De rimpels om haar mond en oogen ver dwenen langzaam aan en haar oogen be gonnen opnieuw te schitteren van levens lust. Maar met eenigen angst merkte ze, dat ze terug moest op haar levensweg, dat ze alle vreugde, maar ook alle verdriet en ziekten en pijnen, die ze had ge had, opnieuw moest doormaken. Als er maar een middel bestond om die te ont wijken! Iederen dag hoopte ze de fee weer te ontmoeten, om haar de vervulling van dezen nieuwen wensch te vragen. Maar de fee liet zich niet meer zien. Zoo ging dus haar leven terug ze moest opnieuw huilen om het verlies van haar broers en zusters en weer moest ze al de smart beleven van het afscheid van haar lieve ouders. Tot eindelijk op een dag ze weer over den rand van de fontein boog en zag, dat ze zoo mooi en frisch en slank was als op haar zestiende jaar. Ze had ook dezelfde lange gebloemde japon aan en de witte roos in haar donkere haren. Maar nu was er niemand om haar geluk te deelen. Geen broers of zusters, waarmee ze kon spelen en stoeien. Geen vader en moeder, die haar vol trots en vreugde aan keken en haar kusten en liefkoosden. Wat zou ze gelukkig zijn, als ze al haar familie weer om zich heen kon hebben. Maar, o wat zou ze veel braver en gehoorzamer zijn. Hoe dikwijls had ze de vermaningen van haar goeden vader in den wind ge slagen en hoe dikwijls was ze ongehoor zaam en brutaal geweest tegen haar lieve moeder. Wat had ze haar kleine broertjes geplaagd en wat was ze kattig en verve lend geweest tegen haar oudste zuster! Och en waarom was ze zoo ongezeggelijk ge weest voor die arme gouvernante. Als ze haar lessen moest leeren, had ze met de honden gespeeld en als ze 'n standje kreeg had ze de* magere juf uitgescholden voor „oude tooverkol". En nu had ze gezien, hoe naar het is om oud en leelijk te zijn en hoe vervelend, als je niet geleerd hebt en je niets weet van aardrijkskunde en geschie denis en je niet kunt rekenen, zoodat de menschen je voor dom houden. En de ar men, die ze voorbij geloopen was, als ze om een aalmoes vroegen, hoe graag zou ze hun nu alles geven, wat ze in haar beurs had. Toen ze dit alles overdacht kwamen de tranen weer in haar oogen en snikkend van berouw viel ze in het gras neer. Nu raakte een zachte hand haar voorhoofd aan en een vriendelijke stem vroeg: „Ben je niet tevreden? Ik heb je liefsten wensch ver- jJ L >3 Er is in onze taal 'n gezegde: „de lijn trek- 4 n i w ken" en dat alleen ge bruikt wordt in de minder gunstige be- teekenis wanneer ie mand met een bepaald werk niet al te vlug 1 opschiet, dus luiert. Maar wij kunnen ook „de lijn trekken" in 'n anderen zin en wel zooals onze afbeelding doet zien. Wij gaan dus op een reuzen manier de lijn trekken, wel te verstaan een heeleboel lijntjes trek ken en wel van punt tot punt. Allemaal rechte lijntjes. En waar wij beginnen moeten? Dat geeft niet. Ovral kan dit, wanneer wij maar de goede opeenvolging houden. Wil Je bij no. 1 beginnen? Accoord van Putten. Wil hebben er niets op tegen. Je zal zier welk een aardige teekening ontstaat. De voorbereidingen voor de pluimvee-tentoonstel ling in den Dieren! uin te den Haag bij het gouden jubileum van .Avicultura*. Het pluimvee wordt in zijn tijdelijke verblijfplaats ondergebracht Het Ivoren Kruis houdt in het Museum voor het Onderwijs te den Haag een tentoonstelling over mondhygiëne, waarop verschillende interessante inzendingen bijeengebracht zijn De .Zeldenrust IV" op weg van Amsterdam naar Hengelo, liep bij de Oranjesluizen op een steenen golfbreker. De boot wordt gelost Een interessant detail van de tentoon- stelling_ .Het costuum onzer voor ouders", weike in de Ridderzaal te den Haag Woensdag geopend is Er was eens een oude prinses met grij ze haren, een gerimpeld gezichtje en een gebogen rug. Ze was nog maar nauwelijks vijftig jaar, maar haar onte vredenheid en knorrig humeur hadden haar leelijk en oud gemaakt voor den tijd. Toen ze op een keer, op haar stokje ge leund, door de tuinen van haar kasteel liep en even op den rand van de fontein ging zitten, boog ze voorover en zag haar gezicht in het water weerkaatsen. O, wat schrok ze! Haar mooie bruine haren waren wit geworden, haar frissche roze wangen ma- Morgen buur, zeg ouwe jongen vind je 't ook niet schrik'lijk koud 'k heb geen kolen en geen turf meer en geen enkel droog stuk hout. k Zag jouw schoorsteen lustig roken, 'k weet niet of het je ontrieft, maar mag ik me komen warmen bij je kachel, asjeblieft? Kom maar binnen haas, wees welkom ik ben net aan m'n diner. Als je trek hebt beste buurman eet je maar gerust wat mee! ger en vaal, haar blauwe oogen, eens stra lend van levenslust, waren nu dof en in gezonken. Ze bedekte haar gezicht met haar beide handen en de tranen liepen tusschen haar vingers door. Opeens hoorde ze iets naast zich bewegen en toen ze op keek, zag ze een mooie blonde fee, die haar medelijdend aanzag en vroeg: „Waarom huil je, oudje?" „Och, ik huil om mijn jeugd en schoon heid, die voor altijd verdwenen zijn," snik te de prinses. „Misschien niet voor altijd, maar zeg mij wat je wel het liefste zou willen!" De prinses keek verwonderd op en kon geen woord uitbrengen. „Zeg mij Je liefsten wensch," herhaalde de fee. „Dat ik weer jong weer 16 jaar moge zijn dat is mijn grootste verlangen." sprak de prinses nu haastig. „Welnu, ik zal dien wensch vervullen, maar op voorwaarde, dat je ook al die ja ren, tusschen nu en je zestiende jaar, op nieuw wilt beleven." „O ja dat beloof ik, als ik maar weer jong en mooi word," zei de prinses en met een voelde ze een zachten wind over haar hoofd blazen en verdween de fee in een dichten nevel. Nog twijfelend aan de vervulling van haar wensch, ging de prinses naar huls. Den heelen dag en den heelen nacht dacht ze er over na, hoe heerlijk het toch zou zijn om weer mooi te zijn en Jong, zoodat je kon lachen en dansen en springen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 4