De organisatie der jeugd in Oostenrijk Deae vedtoop duud sèedds De chaos in China 31 GR. HOUTSTR. 31 TELEF. 15076 HAARLEM leiden New-Yorksche Beurs EN DE GEWAPENDE FORMATIES 14 41 26 13 62 Neutraliteit sancties en GEEN SPRAKE VAN! 23 69 27 25 27 39 59 39 47 Een partij Coupons tegen spotprijzen!! Stoffen Zijde Witte Goederen In alle afdeelingen Extra Verlaagde Prijzen voor Onze Reclame Verkoop WIE WORDT m ë>qc ADY LETCHFORD i ZONDAG 19 JANUARI 1936 De vorming van een staatsjeugd doet niets tekort aan het concordaat met den H. Stoel Bloei der katholieke jeugd Onafhankelijkheid van Binnen- Mongolië zou onder den druk van Japan zijn uitgeroepen Nieuwe gevechten te wachten p. EL TAFTZIJDE, ruiten. Per Mtr. 49 34 SLOOPEN, gefestonneerd prima kwal., p. coupon v. 10 el Per stuk 1.10 WERKDOEKEN Extra koopje! 19$ 13 Per Mtr. pracht kwaliteit in alle kleuren, pracht kwaliteit. Per Mtr. 68 DEN HAAG Rede van den Zweedschen minis ter van Buitenlandsche Zaken Botsingen in studenten wijk te Parijs Weer eenige studenten gearresteerd WISSELKOERSEN no% 1 1 Een mooie erfenis Tsjechisch bezoek aan Weenen? Na het overlijden van Kipling Dr. COLIJN IN FRANKRIJK FAILLISSEMENTEN DOOR CHARLES CARVICE Nieuw-Oostenrijk is nog in opbouw. Van de „standen" is er één naar de nieuwe „standische Verfassung" (1 Mei 1934) geheel georganiseerd: de boerenstand, die nu een corporatieve eenheid vormt. Wat alle andere standen betreft, ook den .industriestand" en den „arbeidersstand", is men eerst op weg. De kwestie der gewapende formaties is ook nog niet van de baan. Feitelijk bestaan ze nog alle: Heimatschutz, Ostmarkische Sturm - scharen, Freiheitsbund, Christelijke Turner. Ze bestaan feitelijk alle nog, maar toch niet meer zóó als ze nog voor korten tijd bestonden. Dat het bestaan van gewapende formaties, buiten de executieve om gegroeid uit den nood des tijds, in den gevestigden staat een anomalie, een afwijking, is, wordt wel meer en meer in gezien, maar de wet der traagheid spreekt ook hier een woord mee en het beveiligd zijn te gen binnen- en buitenlandsch gevaar is ook nog lang niet „honderdpercentig" van de lucht. Het voorgestelde eindresultaat is zeker: verwijdering, respectievelijk opgaan der ge wapende formaties in de officieele gewapende macht. Men kan of wil echter dit eindresul taat vooralsnog niet bereiken, vandaar een tusschenstadiumFreiwillige Miliz-Heimat- schutz met bepaalde relaties tot het leger. Alles wat er aan gewapende formaties be staat, centraliseert zich onder „Freiwillige Miliz-Heimatschutz". De naam zelf geeft wei sprekend te verstaan, dat deze centralisatie onder meer of minder opgedrongen patronaat staat van de Heimwehr. Een verzwakking dus van de overige formaties, een versterking van de Heimwehr. Dat werd zoo opgevat en is ook zoo op te vatten. Het totaliteitsstreven van de meer fascistisch gezinde Heimwehr is nog niet van de baan en wekt nog altijd meer of min der verholen oppositie, niet het minst in ker kelijke kringen. Het gros der macht in Oostenrijk is in han den van de Heimwehr en de opperbevelheb ber van de Heimwehr, dus ook van de Frei willige Miliz-Heimatschutz, vice-kanselier prins Starhemberg, tevens opperleider van het eenige politieke orgaan in Oostenrijk, het Va- derlandsche Front, is buiten kijf machtiger dan de kanselier dr. Schuschnigg. Ook in het ministerie zijn de gewichtigste posten door Heimwehr-vertegenwoordigers be zet. Wat heeft dit alles nu met de jeugd organisaties uit te staan? De Heimwehr bestaat reeds lang niet alleen als gewapende formatie, maar ook als organisatie der jeugd. Zij schiep de jeugdorga nisatie: Jung-Vaterland voor de schoolgaande jeugd, jongens en meisjes, en voor de jeugd na 14 jaren. Doel: vorming van Heimatgeest, vaderlandsche mentaliteit, staatsjeugd. Op dit voorbeeld van de Heimwehr schiepen ook andere formaties dergelijke jeugdorganisa ties. Vooral de Ostmarkische Sturmscharen hadden hiermee succes: Jungsturm. Het is begrijpelijk, dat de wrijvingen tus- schen de gewapende formaties Heimwehr en Ostmarkische Sturmscharen (om van den Frei heitsbund niet te spreken), uit rivaliteit en om andere redenen (ook persoonlijke) ontstaan, overgedragen werden op genoemde Jeugdorga nisaties dier formaties. Niet ten bate van den opbouw wel te verstaan. Nu is men zoover, althans op papier, dat een arbeidsgemeenschap van deze Vaderlandsche jeugdorganisaties tot stand gekomen is. Dat is dan de organisatie van de staats jeugd! Uit authentieke bron (Ministerie voor On derwijs) heb ik hieromtrent volgende gegevens ontvangen. De ministerraad van 17 October 1935 heeft de schepping van een arbeidsgemeenschap tusschen Heimwehr en Ostmarkische Sturm scharen bewilligd en Staatsraad Georg Thurn- Valsassina en den schooldirecteur Franz Wïn- hart opdracht gegeven, de oprichting van de staatsjeugdorganisatie onder medewerking van het Ministerie voor Onderwijs voor te berei den. De richtlijnen zijn de volgende: Doel der arbeidsgemeenschap is schepping eener homo gene staatsjeugdorganisatie opgebouwd op ge meenschappelijke grondbeginselen; gemeen schappelijk arbeidsprogram; gemeenschappe lijke jeugdbetoogingen en besprekingen; ge meenschappelijke hoofdleiding onder toezicht van het Ministerie voor Onderwijs. Der arbeids gemeenschapsleiding staan, mede onder het Ministerie voor Onderwijs, vakreferenten ter zijde voor staatsburgerlijke- vaderlandsche op voeding, voor lichamelijke ontwikkeling, voor militairen dril, voor meisjesopvoeding. De arbeidsgemeenschap heeft zorg te dragen, dat de in het concordaat met den H. Stoel (Zu- satzprotokoll zu Artikel XIV) vastgelegde ver plichtingen (Zusicherungen) op religieus gebied tegenover de door den staat opgerichte staats- jeugdorganisaties gehandhaafd worden. De Kerk heeft het recht ter waarneming harer be langen in deze in de arbeidsgemeenschap van de staatsjeugd vertegenwoordigd te zijn. Ook is zorg te dragen, dat de organisatie der arbeids gemeenschap voor de te vormen staatsjeugd vanwege samenwerking met de confessioneele vereenigingen contact houdt met de desbetref fende kerkelijke instanties. De leiding der ar beidsgemeenschap heeft bij oplossing van alle gewichtige vragen zich van de instemming van het Ministerie voor Onderwijs te verzekeren. Door vorming eener dergelijke arbeidsgemeen schap en der richtlijnen voor dezelve wordt het concordaat met den H. Stoel hoegenaamd niet te kort gedaan. Het concordaat rekent er zelf mee, dat naast de katholieke jeugdorganisaties ook een door den staat gevormde jeugdorgani satie zich ontwikkelt. De schepping eener ar beidsgemeenschap der jeugdvereenigingen van gewapende formaties raakt niet aan het be staan der confessioneele jeugdvereenigingen. Voor beveiliging der confessioneele jeugd, voor haar behoud en ontwikkelingsmogelijkheid blijft de Bcgidsstaat ook na vorming eener staats jeugd instaan. Zoo de authentieke gegevens van het Mi nisterie voor Onderwijs zelf. En er valt niet aan te twijfelen, dat in het Ministerie voor Onder wijs de eerlijke wil bestaat, zich daaraan te houden. Niettemin is het ook voor den buitenstaander wel begrijpelijk,' dat in deze uiterst gewichtige aangelegenheid veel tact en beleid aan beide kanten noodzakelijk zijn. De katholieke jeugdvereenigingen blijven be staan en ze werken den laatsten tijd zelfs met hooger tempo dan voorheen. Toch is het natuurlijk niet bereikbaar, in een land als Oostenrijk, met een wel officieel katholieke maar grootendeels niet practisee- rende katholieke bevolking, heel de Jeugd, of ook maar de groote meerderheid der jeugd, voor geprononceerd katholieke jeugdvereeni gingen te winnen. Vorming van een staatsjeugd, zoo als boven omschreven, ligt dus wel in de ontwikkeling der Oostenrijksche dingen. PEKING, 18 Jan. (Beuter). Volgens nog niet bevestigde geruchten zou de Staats raad van Binnen Mongolië onder druk van de Japansche militairen zijn onafhanke lijkheid van Nanking hebben uitgeroepen. Tsjang Pei, 40 KJM. benoorden den weg Kalgan-Urga in de nabijheid van Kalgan zou tot hoofdstad zijn gekozen. Volgens berichten uit Chineesche bron zou Prins Teh een telegram hebben rondgestuurd, waarin de onafhankelijkheid van Binnen- Mongolië wordt aangekondigd. Tweeduizend soldaten zouden het grondge bied van de provincie Soeijoean zijn binnen gedrongen. De censuur neemt de grootste geheimhou ding in acht ten aanzien van de gebeurtenis sen in Blnnen-Mongolië. Men verwacht elk oogenblik nieuwe ge vechten tusschen Mongoolsche troepen, en de strijdkrachten van de provincie Soeijoean. De Japansch-Mandsjoerijsche troepen, die reeds zes districten hebben bezet, zouden naar Kalgan oprukken. Uit Hsinking wordt vernomen, dat de regee ring van Mandsjoekwo overweegt de extorita- riale rechten van alle landen, die de regeering van Mandsjoekwo nog niet hebben erkend, een zijdig op te heffen. Japan heeft het besluit bekend gemaakt geen aanspraak meer te maqen op deze rechten. OPRUIMINGS- PRIJZEN GRASLINNEN LAKENS, 1 pers. 49 GRASLINNEN LAKENS, 2 pers. 79 CrêPE DE CHINE, in 40 verschillende kleuren. Per Mtr. 34 CRêPE DE CHINE IMPRIMé, aardige, vlotte dessins, 90 c.M. breed. RHEUMATIEKLAKENS (2-pers), Koopje Per Mtr. 39 SLOOPEN CRêPE GEORGETTE, Imprimé, mooie dessins. GRASLINNEN 150 c.M. breed, voor Per Mtr. 39 Per Mtr. 23 VELOURS CHIFFON IMPRIMé. groote sorteerinig. Extra prijs! Per Mtr. 58 180 c.M. breed Per Mtr. 39 GEEL KATOEN voor 2-pers. lakens Per Mtr. 21 JAPONSTOF, 130 c.M. breed, in de moderne Per Mtr. 55 kleuren. 800 COUPONS MADAPOLAM, CRêPE SATIN voor avondtoiletjes. Per Mtr. 39 THEEDOEKEN JAPONSTOF, geheel nieuw weefsel, 135 c.M. breed. Per Mtr. 86 WOLLEN RUITEN, BLAUWE HANDDOEKEN WITTE HANDDOEKEN WOL MOUSSELINE, diverse dessins. Per Mtr. 19 BIJZONDERE AANBIEDING CAMISOLES, FLUWEEL, ANGORA, 130 cJVI. breed, in de mod. kleu ren. Per Mtr. 89 VAN MOORSEL STOCKHOLM, 18 Jan. (Reuter.) De minis ter van buitenlandsche zaken, Sandler, heeft vanavond in de Tweede Kamer van den Rijks dag een redevoering uitgesproken over buiten landsche politiek, waarin hij zich uitsluitend bezig hield met de sanctiekwestiê en de neu traliteitspolitiek van Zweden. Zweden, zoo verklaarde hij o. m„ gou uit den Volkenbond kunnen treden, maar niet uit Euro pa. Wat op het oogenblik gebeurt is een treur spel. Zoowei een verzwakking van Italië als een koloniale veroveringsoorlog zijn niet in het be lang van Italië. In Zweden heeft men met ge noegdoening gezien, dat de Volkenbond na het uitbreken van den Italiaansch-Abessinischen oorlog zich in staat gtetoond heeft zijn princi pes ernstig te verdedigen en dat er geen an dere uitweg bestaat dan deel te nemen aan de collectieve maatregelen. Intusschen heerscht in Zweden geen verdeeldheid in de opvatting, dat het land aan militaire sancties niet behoeft deel te nemen. Wat de economische sancties daarentegen betreft, die vormen een duidelijke verplichting, waaraan men zich hoogstens door uit den Vol kenbond te treden zou kunnen onttrekken. Het is overigens niet in het belang van Zweden, voorbarig den dood van den Volkenbond te verwachten. Sandler besprak vervolgens de beteekenis van de medewerking van Zweden aan de „histori sche zitting" van den Volkenbond, waarin be sloten werd tot sancties en stelde in het licht, dat de Zweedsche bereidwilligheid om aan deze maatregelen deel te nemen, nog steeds onge wijzigd en voortdurend van kracht is. Wat echter het olie-embargo betreft is een afwachtende houding de eenig mogelijke, zoo lang de olie-uitvoerende landen geen standpunt hebben bepaald. Deze afwachtende houding zal Zweden ook ondanks de omstandigheid niet opgeven, dat het jaar 1936 zijn intrede heeft gedaan „onder den indruk van een krenking van het Volkenrecht, die ons land in het hart heeft getroffen." De neutraliteitspolitiek van Zweden heeft door het toetreden tot den Vol kenbond weliswaar een zekere wijziging onder gaan, maar de Volkenbondsverplichtingen vor men geen hinderpaal tot het voeren van een z.g.n. neutrale politiek, d. w. z. tot het innemen van een neutrale houding ten opzichte van de wisselende en elkander bestrijdende machts belangen ter wereld. PARIJS, 18 Jan. De studentenwijk is hier nog steeds onrustig. Al is het uitgegeven sta kingsparool door een zeer groot deel van de studenten niet opgevolgd, toch kunnen de col leges niet normaal gehouden worden. De orde dienst is versterkt om botsingen tusschen de verschillende groepen studenten te voorkomen. Een groot deel van de studenten blijft her opening eischen van de juridische faculteit en aftreden van professor Jèze. Des morgens had de deken der philosophische faculteit de col legezalen doen sluiten, teneinde een handge meen tusschen vijandige studenten te voor komen. Voor de hoogeschool voor openbare werken is het tot een vechtpartij gekomen tus schen stakingsposten en studenten, die col leges wilden volgen. Veertien studenten wer den gearresteerd. Des middags kwam het tot een botsing voor de medische faculteit tuv- schen agenten en studenten-posten, hetgeen den deken der medische faculteit aanleiding gaf de faculteit te sluiten. Bij de botsing wa ren eenige studenten licht gewond. Slotkoersen Jan. 18 Ulied Chemical Am. Tel. Ter Am. Tobacco B Anaconda Copp. Balt. Ohio Can. Pacific Case Treshmg Cons. G of N.Y. Dup. de Nem. Gen. Electric Gen. Motors Kon. Olie New-York Centr. Radio Corp. Stand. Oil NJ. U. S. Steel Corp. Westingh. Elect. NEW-YORK Jan. 18 17 16 15 Londen I 4.95% I 4.95%| 4.96 I 4.967/a Partis 6.60s/,6.62%| 6 63% 18 17 16 15 168 168 167 160% 159% 160% 159 00% IOOV2 28% 29 29% 28% 17% 17% 18% 18% 11 Vb 11 Vb 11% 11% 33% 33% 327/8 37% 38 377/8 38Vb 54% 55% 55% 55% S1V2 51 51 Vi 51% 29% 29% 30Vs 30 13'% 14% 13% 13% 53% 54 54 54 47% 48 Vb 48% 481/4 101 997/8 987/8 NEW-YORK, (K.W.P.) Een katholiek ban kier uit New-York Mr. John Walen heeft bij testament aan den Aartsbisschop van New- York, kardinaal Hayes de helft van zijn ver mogen vermaakt, zijnde een bedrag van 1.276.120 dollars. PRAAG, 18 Jan. (D.N.B.) Het gericht gaat, dat het bezoek van den Oostenrijkschen bonds kanselier Schuschnigg aan Praag binnenkort gevolgd zal worden door een reis van den Tsjechischen Minister van Handel en Nijver heid, Napman, naar Weenen. Napman zou in de Oostenrijksche hoofdstad de economische vraagstukken, die beide landen betreffen, van de technische zijde bespreken. LONDEN 18 Jan. (Reuter) Het stoffelijk over schot van Kipling is vanmiddag overgebracht naar de kapel van het ziekenhuis te Middlesex. Op de kist, die voor het altaar geplaatst is, en met de Britsche vlag bedekt is, ligt een eenvoudig bouquetje viooltjes, neergelegd door Mevrouw Baldwin, de vrouw van den Minister- President. Reuter seint uit Cannes, dat de Nederland- sche minister-president, dr. H. Colijn en zijn echtgenoote naar Parijs zijn vertrokken. Opgegeven door v. d. Graaf Co. N.V. (Afd. HandelsiBlormaics) Failliet verklaard: 16 Jan.: J. van Stralen, assuradeur, Leiden, Tesselschadestraat 1. E. J. K. van Rees, zonder beroep, Den Haag, Magnoliastraat 8. C. W. Trumpie, winkelier, Scheveningen. Douzastraat 24- H. Meevers Scholte, Den Haag, Groenewegje 71. P. Bakker, Voorburg, v. d. Marckstraat 10. A. J. Wissenburg, Den Haag, Joan Maet- suljckerstraat 166. N.V. Banketfabriek „De Bij", Leiden, Room burgerlaan. 17 Jan.: J.v. d. Heuvel, kapper, Ginniken, Burg. Buyzenstraat 26. J. Smulders, landbouwer, Tilburg, Heikant- sclisb^d'ii 47 M. J. Schulteboer, timmerfabrikant, Nlehove gem. Óldehove - F. &wart, commissionnair, Van Houtenlaan 26a, Groningen. J. Leenes, koopman, Bloemstraat 57, Gro ningen. P. Dijkstra, schultvaarder, Ter Apel. D. A. Dirks, steenhouwer, Ooftstraat 13, Groningen. J. van d. Meer, Oosterhoogebrug (Groningen). W. Ottenhof, koopman, Groningen, Raben- hauptstraat 34. J. Vorstenberg, Groningen, Oostersingel 22a. W. A. M. Coolen, Kousenfabrlek „Wllco", Den Bosch. Hertogstraat 15. Chr. Leenders, Boxmeer, Varkensmarkt. P. H. van Kasteren, St. Oedenrode. J. Th. Geene, landbouwer, Hurwenen. P. A. van Vucht, Garage „Navero", Nuland, Graaf scheweg. N. v. d. Zanden. Eindhoven, Heezerweg 80. C. Kuypers wed. L. J. Jonkergouw, Den Bosch, Marat 55. C. van Suydam, landbouwer, Zaltbomtnel, Aart Robberstraat 9. C. van Suydam, landbouwer, Zaltbommel, Aart Robberstraat 9. N.V. Stoomschoenfabriek „Favorite", Drunen. Een advertentie behoeft geen „kapitalen" te kosten. Plaats maar eens een Omroeper 1 Rubri ceering en gelijkvormige zetwijze. Billijk hen delstarief. IL 38 ..Goeden morgen, lieve kind," zei ze, met een stem die verbazend veel leek op die, waarmee goede sprookjesvertellers den wolf Roodkapje laten aanspreken. „Ik hoef wel niet te vragen of de hoofdpijn van gisteren over is. U ziet er uit als de verpersoonlijkte gezondheid." „Ik voel me weer heel goed, dank u," ant woordde May. Toen gingen ze tegenover elkaar zitten, en May wachtte wijselijk af tot de andere partij het vuur zou openen. „Ik ben blij, dat te hooren," zei haar lady schap. „Maai-," en ze liet haar stem dalen „het is niet uitsluitend om naar uw gezondheid te informeeren, dat ik zoo vroeg in den morgen naar u toe kom, juffrouw Dalton. Eigenlijk moest ik me excuseeren, dat ik u op zoo'n onge woon uur kom lastig vallen." „Het is me een groot genoegen, u hier te zien,' mompelde May; waarschijnlijk had ze nooit van haar leven zóó scnaamteloos gelogen! Lady Letchford lachte grimmig. „Ik vrees, dat het genoegen niet meer zoo groot zal zijn, wan neer u het doel van mijn bezoek kent," zei ze. May sloeg de oogen op en keek haar vast aan, met een kalmte, die niet zonder uitwerking bleef. „Ik ben hier gekomen, mijn beste jongedame," ging Lady Letchford voort, „om eens rustig een en ander met u te bepraten. Mijn zoon Sir Heron die natuurlijk geen geheimen voor me heeft, is me vanmorgen dadelijk komen vertel len, wat er gisteravond tusschen u en hem is voorgevallen. Stilte. „Ik overdrijf werkelijk niet, wanneer ik zeg, dat ik ten diepste gegriefd en geschokt was, toen ik hoorde dat hij zich voorstelde, een stap te doen, die noodzakelijk zijn positie, zijn vooruit zichten en zijn toekomst moet verwoesten, en niet allefen zijn toekomst, maar ook de uwe, mijn beste juffrouw Dalton." May keek op. „Het was heel vriendelijk van u, ook aan mij te denken, Lady Letchford," zei ze; en er was iets in den klank van haar heldere stem, dat een zwak blosje op de gepoederde wangen der oude dame bracht. „Het is waar," zei Lady Letchford, „dat ik ook aan u heb gedacht. Natuurlijk had ik op de eer ste plaats het welzijn van mijn zoon voor oogen. Daarvoor ben ik zijn moeder. Maar ook voor u speet het me oprecht, dat u, zij het dan ook slechts voor een oogenblik, in den waan waart gebracht, dat een huwelijk tusschen u en Sir Heron mogelijk zou zijn. Maar het was niet mijn bedoeling, dezen toon aan te slaan, en de zaak zóó streng te behandelen. Ik vertrouw, dat de rustige nacht u al wel tot nadenken heeft gebracht en dat u zelf al inziet, hoe ongerijmd en onuitvoerbaar een dergelijk voornemen zou zijn." Een lachje speelde om May's lippen, half wee moedig, half naïef. „Ik heb den heelen nacht geslapen," zei ze. „Neen, neen ik wilde geen gekheid maken. Wilt u alstublieft verder gaan Lady Letchford? Ik be loof u, dat ik geduldig naar u zal luisteren.'* „Dank u," zei Lady Letchford. „Ik vertrouw, dat we elkaar wel begrijpen zullen. Ik zou hier niet gekomen zijn, als ik geen ernstige hoop koesterde, u te overtuigen. Ik weet ook zeker dat u noch lichtzinnig, noch berekenend bent." Een heete blos steeg May naar de wangen, en haar oogen vlamden. „U kunt het niet doen," ging de oude dame voort. „U kunt niet. Ik zijn moeder weet wel iets van zijn aanleg, en ik zeg u, dat die plotselinge bevliegingen, die hem korten tijd ge heel buiten zichzelf brengen, zijn grootste zwak heid zijn. Het gaat altijd weer heel spoedig voor bij. Als mijn zoon u trouwt, zal hij u binnen een maand moe zijn Stil!" want May was opge sprongen met een bieek gezicht en scheen haar in de rede te willen vallen. ,,Ik moet u verzoe ken, mij te laten uitsprekten. Zooals ik zei, hij zal u moe worden en u zult den dag vervloe ken, waarop u hem toestond, zichzelf en u te misleiden. Juffrouw Dalton, ik spreek openhar tig met u, het ligt allerminst in mijn bedoelng u te kwetsen. Maar als ik dat gedaan mocht heb ben ik streed voor de toekomst van mijn zoon; is dat niet een volledige verontschuldiging'? Ik ben zijn moeder ik heb hem lief! En ik zou elk woord, dat ik tegen u gezegd heb, nog eens herhalen, ais ik meende, dat het noodig was. Maar ik zie, dat zulks niet het geval is. U be grijpt nu zelf wel, is 't niet, hoe zoo'n ongelijk huwelijk terwille van een tijdelijke gril niets dan ongeluk kan brengen?" May had haar hoofd afgewend en zat zwij gend en roerloos, als een standbeeld. Lady Letchford was overtuigd, dat zij diepen .ndruk had gemaakt en veld begon te winnen. Maar zij beging de fout, die mten dikwijls in zoo'n geval maakt: zij stelde zich er niet mee tevreden, haar woorden rustig te laten inwerken, maar bezweek voor de verleiding, er nog een schepje op te doen. „Lieve kind," zei ze, „ik zal u altijd dankbaar zijn voor uw gewillig luisteren en voor het offer dat u bereid is te brengen voor het welzijn van mijn zoon. Ik ben inderdaad zeer, zeer dank baar. Ik zal maar liever geen banaliteiten zeg gen over spoedige vergetelheid, maar het is mijn oprechte overtuiging dat dit dit kleine inci dent in uw leven spoedig zijn beteekenis zal ver liezen. U hebt mijn zoon te kort gekend, dan dat zoo'n gevoel diep wortel zou hebben kunnen schieten. En ik hoop dat u me wilt vergeven. Ik mag misschien nog als excuus aanvoeren, dat ik niet zoo nadrukkelijk over de bedreigde toe komst van mijn zoon zou gesproken hebben, als ik daaromtrent voorheen geen duidelijk-om- lijnde en gegronde verwachtingen had gekoes terd. Vóór deze ongelukkige kwestie er tusschen kwam, hoopte ik op goede gronden en die hoop zal nu weer opleven dat hij zijn keuze zou vestigen op een jonge dame, wier positie in de maatschappij hem van het grootste nut zal kunnen zijn en zijn aanzien, indien dat mogelijk is, nog verhoog<en. Ik weet zeker, dat u, als u mijn jonge bloedverwante juffrouw Vavasour beter kende, u haar grootelijks zoudt achten en waardeeren." Nog verroerde het jonge melsje zich niet; zoo het gesprek al een marteling voor haar was, dan bleek dit uit geen enkele beweging. Maar Lady Letchford kon de uitdrukking van haar oogen niet zien, en het geleidelijk verbleeken der op- eengeperste lippen ontging haar. „Maar we moetten niet alleen aan onszelf den ken," ging ze beschermend, bijna opgewekt voort, nu volkomen overtuigd, dat ze gewonnen had. „We moeten den grooten dienst niet vergeten, dien u ons door uw inschikkelijkheid bewezen hebt. Al is dan een nauwere relatie tusschen ons onmogelijk, ik hoop oprecht, dat we vrienden zullen blijven, goede vrienden zelfs. En wie weet? misschien zijn we mettertijd zoo ge lukkig, een beter passende partij voor u te vin den dan mijn zoon bij mogelijkheid had kun nen zZe kwam niet verder, want met een onverwachte heftigheid, die haar ladyschap deed afbreken of ze een klap gekregen had, richtte May zich in haar volle ltengte op en keek haar vol aan. Haar teere jonge liefelijkheid scheen plotseling omgetooverd in de angstaanjagende schoonheid eener Medea. „Zwijg!" zei ze, niet luid of fel, maar moei lijk en hijgend. „Zwijg! Ik verbied u om nog één enkel woord te zeggen! Wat bezielt u wat be zielt u om me zoo te beleedigen? Was het nog niet genoeg, dat u trachtte, me het eenige ge luk, dat ik'ooit in mijn leven had gekend, te ontnemen? Moest u me, toen u meende, dat zulks u gelukt was, daarna nog eens tot het uiterste vernederen? Ik heb geduldig naar u geluisterd, zonder u éénmaal in de rede te vallen. Maar nu zult u naar mij luisteren. U kwam pleiten voor de toekomst en het geluk van uw zoon; u be weert dat ik zijn leven zal verwoesten en hem ellendig maken. Maar wat hebt u ooit gedaan om hem gelukkig te makten? Was hij zoo gelukkig vóór vóór we elkaar ontmoetten? Wat dat betreft, geloof ik zijn woord eerder dan het uwe. En nu, niet tevreden met ons te scheiden, belee- digt u me, door in mijn gezicht den lof te zin gen van een ander meisje. Ik moet hem afstaan aan juffrouw Vavasour! Ik denk er niet aan ik denk er niet aan! U beweert, dat u hem lief- hebt. U vergat, toen u me de eene beleediging na de andere in het gezicht slingerde, dat het misschien mogelijk was, dat ik hem óók liefhad. Ik hèb hem lief, en ik geef hem niet op. Neen! Ik zou het hebbten kunnen doen terwille van hem, en zelfs terwille van u misschien; maar," en een flits van eerlijke verontwaardiging schoot uit de donkere oogen „nooit voor juffrouw Vavasour!" „Dus dat is uw besluit u wenscht hem niet „op te geven," zooals u het zoo veelzeggend uit drukt. U hebt zich verzekerd van een goede par tij, en wenscht zich de kans niet te laten ont gaan. Ik had tenslotte kunnen weten, dat ons onderhoud op deze wijze zou eindigen. U wilt hem niet opgeven. U bent besloten, meesteres van den Eikhof te worden, ondanks de afkeuring van z'n moeder, ondanks dten spot van zijn heele wereld. Wees voorzichtig. U hebt uw doel nog niet bereikt. Ik zou u aanraden, maar aan te dringen op een spoedg huwelijk. U kunt dan zelf ondervinden, dat onvermijdelijke ellende elke m)saillance op den voet volgt. Huwelijk! Het is uw geluk, dat Heron zoo'n omslachtige ceremo nie noodig acht!" (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 2