Koning George V van Engeland De nieuwe Koning Vader en vriend zijner onderdanen Koning George en de Katholieken DINSDAG 21 JANUARI 1936 Evenals zijn vader bij het volk zeer populair r KONING GEORGE V Zijn regeeringsperiode werd gekenmerkt door den wereldoorlog en de herschepping van Groot- Brittannië en zijn koloniën tot een hecht wereld-imperium De wereldoorlog Hij teekende de Catholic Relief Act," waarmede een einde gemaakt werd aan de achterstellingen Hartelijke betrekkingen met de geestelijkheid Ierlands zelfstandigheid Zijne Majesteit Eduard VIII Een populair souverein Deze foto uit 1 909 toont den over leden vorst (links) met zijn vader, Koning Edward VII en den huidigen Prins van Wales. en Ierland met zijn overzeesche koloniale be zittingen tot een „gemeenschap van Britsche naties", de .British Commonwealth of nations", een evolutie, tot stand gekomen op de Im periale Conferentie van 1926. Het was den „dominions" of overzeeschen be zittingen en met name het meest middelpunt vliedende onder die gebieden Zuid-Afrika reeds lang erom te doen hun ondergeschikte positie tegenover het moederland te zien ver vangen door een volkomen gelijkgerechtigde, die dan natuurlijk ook zou bestaan tusschen de Dominions onderling, en wat belangrijker is, tusschen de Dominions en vreemde staten. Het positieve Britsche staatsrecht kende uit den tijd der overheersching van de Dominions door het moederland tal van instellingen, die niet strookten met den rechtstoestand zoowel wat betreft de positie der Gouverneurs-Gene raal in de Dominions als wat aangaat de wet geving door of voor de Dominioiis. En nu was het belangrijke der Imperiale conferentie van 1926 dit, dat het moederland goed vond deze oude instituten alle op te ruimen. De vraag rees nu, hoe de doorgesneden band van ondergeschiktheid vervangen zou worden en ook hoe t}e met het moederland voortaan volkomen gelijkgerechtigde Dominions zouden staan tegenover vreemde regeeringen. Na tot aan de uiterste grens in decentralisee- rende richting te zijn gegaan, erkenden de Do minions en het moederland, dat zij alle in de groote politiek toch één eenheidsfront zouden moeten blijven vormen. Wat echter niet werd besproken was de vraag, of de Dominions onzijdig zouden kun nen blijven, als het moederland in oorlog is; veel pleit voor bevestigende beantwoording. In de andere richting wijst echter ook veel. Het kan niet anders, of de bouw van het nieuwe Britsche rijk teekent zich anders af naarmate hij bekeken wordt uit een zeer mid delpuntvliedend Dominion dan wel uit oud-En- geland. Ginds is men geneigd er in te zien een aantal geheel los naast elkaar staande staten, welker onderlinge betrekkingen weldra een vol komen op gewoonten- en tractatenverkeer op gebouwd volkenrechtelijk karakter zullen gaan dragen, en welker koning slechts is dezelfde persoon. Te Londen erkende men de uiterst ver gaande autonomie der naties, die van de Britsche gemeenschap deel uitmaakten, doch constateerde men tevens, dat met goedvinden van deze alle, de twee groote takken van staats zorg, die het nauwst betrokken zijn bij de po sitie, welke de British Commonwealth of Na tions in de wereld inneemt, n.l. de groote bui- tenlandsche politiek en de landsverdediging, ook voortaan op soepele wijze zóó zullen wor den geadministreerd, dat de doorslaggevende factor zal liggen bü den primus inter pares: bij Engeland. En in het gemeenschappelijk Ko ningschap ziet men te Londen het uitwendig symbool der éénheid van de Britsche natie-ge meenschap, dus iets meer dan een louter per- soneele unie, al is het niet gemakkelijk, dot meerdere staatsrechtelijk precies aan te geven. Eén ding is hierbij zeker: terwijl alom in de wereld de beteekenis van het vorstengezag niet toeneemt, heeft de ontwikkeling in middel- Eduard Albert Christiaan George André Patrick David, tot nu als troonopvolger prins van Wales, werd geboren 23 Juni 1894 en is dus 42 jaar oud. Zijn opvoeding werd geheel gebaseerd op democratische beginselen. Hij leidde het leven van een gewoon zeekadet en kreeg op zijn zestiende jaar den titel van prins van Wales. Nadat hij in 1912 drie maan den dienst had gedaan op Engelsche oorlogs bodems, ging hij naar de universiteit van Oxford, waar hij staatsrecht en geschiedenis studeerde. Hij had daar geen bijzondere positie, maar was gewoon student onder de studenten. Bij het uitbreken van den wereldoorlog nam hij dienst in het derde Garde-bataljon. Men gebruikte hem eerst bij verschillende staven. Tegen den wil der legerleiding deed hij ook dienst aan het front. In 1916 werd hij stafofficier in Egypte. Dan vertoefde hij weer aan de fronten in Italië en Frankrijk. George Frederik Ernest Albert werd op Marlborough House geboren den 3 Juni 1865 uit het huwelijk van Eduard VII met Alexandra prinses van Denemarken. De koning is dus 70 jaar geworden. Hij was gehuwd den zesden Juli 1893 met Victoria Mary, prinses van Teek. Uit hun huwelijk sproten vijf kinderen voort die allen nog in leven zijn; de prinsen Eduard (prins van Wales), Albert (hertog van York), Henry en George en een dochter, prinses Mary, gehuwd met den burggraaf Lascelles. Als kind van vijf jaar woonde de toe komstige heerscher in het buitenverblijf San- dringham, waar hü met zijn familie zijn jeugd doorbracht. George's jeugd en ook die van zijn broers en zusters is overigens zeer eenvoudig geweest. Weinig weelde en weinig speelgoed was de leuze van zijn moeder, die het liefst zelf de kinderen verzorgde en pretjes voor hen bedacht. De koningskinderen brachten een jaarlijksche vacantie door bij de grootouders van moederszijde op het kasteel Bemstorff na bij Kopenhagen. Toen George 12 jaar was, ging hij naar de Marine, waar hij graag was en waar hij door zijn eenvoudigen omgang met zijn medeleer lingen reeds dadelijk populair werd. Toen zijn broeder kwam te sterven werd George's leven plotseling in geheel andere banen geleid. Hij zag zich een zware en hoogst verantwoordelijke taak op de jonge schouders gelegd. Het dik wijls zorgeloos leventje van een jong marinier moest plaats maken voor een ernstige studie. Toen George V aan de regeering kwam, kende Europa nog wel niet de republikeinsche macht. De monarchie leefde nog wel innerlijker dan thans, Rusland, Oostenrijk, Duitse hland, en Spanje hadden nog wel een eigen vorstenhuis, maar dit nam niet weg, dat Geor ge zware zorgen wachtten, vooral als vorst over een zoo uitgebreid en machtig land als het Britsche Rijk reeds eeuwen is. De eerste jaren van zijn regeering zijn dan ook alles be halve gemakkelijk geweest. Vier jaar stond hij als hoofd over het Britsche Rijk aangesteld, toen de wereldoorlog kwam, welke duizenden plannen in duigen gooide en millioenen menschenlevens vernietigde. Toen heeft George getoond een waardig vorst te zijn; hij heeft bewezen, dat hij de monarchie ernstig opvatte, hij wilde niet zijn de chef van het volk, maar de ver trouweling, die met zachte, doch tevens stren ge, hand wist te regeeren en tevens wilde zijn een raadsman voor zijn ministers. *s Konings strenge onpartijdigheid tegenover de vele poli tieke meeningen in de dagen van MacDonald er. zijn aanpassingsvermogen, dat de politieke transformatie van MacDonald's optreden eischte, maakten hem juist zoo sympathiek, zelfs ook bij hen, die niet met het politiek beleid van den vorst konden zijn ingenomen. Als mensch was hij sympathiek en populair, ook bij zijn politieke tegenstanders. Zijn persoonlijkheid werd begre pen door de volksmassa. Gezond verstand, onuit puttelijk geduld en tact, dit alles heeft Koning George gedurende zijn regeeringsjaren nage streefd. Op den 6en Mei 1910, toen zijn vader op 69- jarigen leeftijd overleed, beklom hij den troon en begon een regeeringsperiode, die gekenmerkt zou worden door twee groote gebeurtenissen: den wereldoorlog van 1914 tot 1919 en de herschepping van het oude Groot-Brittannië Nog nauw'lijks verklonken, zoo licht en zoo blij, De klokken van 't zilveren feest getij, Pas ging over d'aarde een diepe stem, Op het feest van het Kindje van Bethlehem, De stem van een grijsaard, ontroerd en zwak, Een vader, die 't laatst tot zijn kinderen sprak na Zuid-Afrika, terwijl het Noordelijk gedeelte evenals New-Foundland, Nieuw-Zeeland, de ko loniën en de protector en tot eigenlijk Groot- Brittannië wordt gerekend. De aanvankelijk met geweld van binnenlandsche revolutie en later door onderhandelingen met de regeering te Londen tot stand gekomen wijziging in het politiek bestaan van Zuid-Ierland vormt mede een der voorname gebeurtenissen op het ge bied zoowel der binnenlandsche als der buiten- landsche politiek onder de regeering van ko ning George. In dit tijdperk viel zooals nauwe lijks nog behoeft te worden aangestipt de wereldoorlog, die Engeland een door Duitsch- land niet als mogelijk-bestaanbaar gedacht uit stekend gedisciplineerd drie-millioenen-leger onder Kitchener en Haig in het veld zag bren gen en die ook den koning tijdelijk op de slag velden in Frankrijk bracht. Door dien oorlog ontstond een nog nauwere vriendschapsverhou ding tusschen Engeland eener- en Frankrijk er. de Ver. Staten anderzijds en als gevolg van den val van het Tsarenrijk door het daarop ge volgde Sowjet-regiem, een zeer gespannen ver houding tusschen Engeland en Rusland, terwijl de betrekkingen met Duitschland na de stevige vestiging der republiek aanmerkelijk weraen verbeterd. Wlat die verhouding tot Duitschland betreft deze heeft óók in het jaar 1911, tengevolge van Duitschlands inmenging in de eeuwige Ma- rokko-quaestie en het uitzenden van de „Pan ther" naar Agadir 'n periode van krisis beleefd Toen in Juli van dat jaar Frankrijk tot onder handelen met Duitschland besloot (het ging immers eigenlijk om de vraag wie, na Engeland, in Afrika de sterkste koloniale macht zou zijn, Frankrijk of Duitschland) en Duitschland te Pa rijs en te Londen had laten verklaren in Ma rokko niets te eischen doch tevreden te zijn met compensaties elders bijv. aan den Congo, was de Britsche regeering en was ook de Britsche open bare meening in Engeland weliswaar gerustge steld, maar bleef er toch tegen Duitschlands bedoelingen een sterk wantrouwen heerschen. Lloyd George, de kanselier der schatkist, gaf daaraan uiting toen hij in Mansion House een rede hield, die rechtstreeks gericht was tegen Duitschland. Engeland, aldus verklaarde de minister niet zonder overdrijving, zou nimmer dulden dat het Duitsche Rijk het Britsche zou behandelen alsof dit laatste in de gemeenschap der volken niet meer meetelde; hij noemde het beginsel: „Vrede tot eiken prijs" onduldbaar smadelijk. De minister toonde zich zeer ont stemd over den Duitschen vlootbouw (die al weer een logisch gevolg was van de expansie en de koloniale aspiraties van het door Bismarck gestichte rijk!) waardoor Engeland zijn vloot zwaar diende te versterken, terwijl het zijn geldmiddelen voor zijn financieele en sociale plannen zooveel beter gebruiken kon. De Duit sche regeering haastte zich hierop te antwoor den, dat zij er niet aan dacht in Engelands be langen in te grijpen, doch tegelijkertijd verklaar de zij, voor een goeden gang van zaken in Ma rokko de medewerking noodig te achten van alle onderteekenaars der Algeciras-acte en dat Duitschland zich door geen dreigementen zijn rechten afhandig kon laten maken. Dat veroor zaakte nieuwe spanning en Engeland begon zijn Noordzeevloot op voet van oorlog te brengen. Vier jaren later zou dezelfde vloot in den toen uitbrekenden wereldoorlog gelegenheid krijgen Duitschland als oorlogsmaritieme mogendheid te vernietigen in den slag van het Skagerrak. Dit alles ligt nog versch in het geheugen. In Ma rokko en op den Balkan waren evenals op de wereldzee de belangen van Duitschland in bot sing gekomen met die van Engeland en Frank rijk. Doch deze en andere groote of minder be langrijke politieke feiten van binnen- en buiten- landschen aard waren meer de geschiedenis van Groot-Brittannië en zijn ministerieele bestuur ders dan die van koning George, rondom wien zich dit alles afspeelde zonder dat hü zelf daar op invloed van beteekenis uitoefende. Deze vorst was een voorbeeld van constitutioneele nauwgezette plichtsbetrachting, hetgeen voor een drager der kroon zooveel beteekent als: te rughouding en zelfbedwang bij eventueel opko mende neigingen om zijn persoonlijke meening te doen gelden. George V vormde aldus 'n tegen beeld van Wilhelm II in diens gloriedagen en ook in de krisisperiode van den wereldoorlog En juist deze terughouding, gepaard gaande met een vol medeleven in de vreugde of de bekommer nissen zijns volks maakte den koning tot een populaire figuur. De zoon en de schoondochter van de voor de oudere generatie onvergetelijke koningin Alexandra hadden zich de hoogachting er.- de liefde yan het Britsche volk verworven en stonden hoog boven de partijen. Dit bleek vooral het vorige jaar, toen het vijf en twintig-jarige regeeringsjubileum des Konings met enormen luister in heel het Britsche wereld- imperium werd gevierd. Heeft Koning George V, voor en tijdens zijn regeering, aller sympathie gewonnen, de Katholieken won hij terstond bij de aan vaarding van de regeering voor zich, toen hij, als eerste Engelsche koning sedert eeuwen, bij zijn kroning weigerde den eed tegen den Katholieken godsdienst af te leg gen. Voor hem waren alle onderdanen ge lijk, en hij was het, die de „Catholic Re- lief Act" onderteekende, de wet, waarmede een eind gemaakt werd aan de wettelijke achterstellingen, die de Engelsche Katho lieken om wille van hun geloof moesten lij den. Hij was het, die luttele jaren na zijn troonsbestijging de diplomatieke berekkin- geri tusschen Engeland en den Heiligen Stoel herstelde. Achter de vlag, die de uitbreidingen van hej Britsche Imperium in de kwart eeuw van zijn regeering aanduidde, volgde over al het Christelijk geloof, en niet het min ste de Katholieke Missie. De Katholieke bevolking van Canada is in die jaren groo- ter geworden dan die van Groot-Brittan nië of Ierland; in Zuid-Afrika kreeg de Kerk gelegenheid, zich steeds meer uit te breiden, en Australië kon bij het in Mei gehouden regeeringsjubileum van George V zijn tweeden Katholieken minister-presi dent als afgevaardigde naar Londen zen den. En het was bij dit jubileum, dat koning George de vruchten plukte van zijn ver draagzaam regeeren: Katholieke parle mentsleden, bevrijd van de uitzonderings wetten, konden zijn onderdanen die tevens geloovige kinderen der Moederkerk waren, vertegenwoordigen bij de huldiging. Ook met de .geestelijkheid onderhield de Koning hartelijke betrekkingen. Met wijlen Z.Em. Kardinaal Bourne stond hij in per soonlijke relatie, en de oorlogsjaern, die voor den geestelijken zoowel als voor den wereldlijken bestuurder van het Engelsche volk jaren van zware verantwoordelijkheid en diep leed waren, schonken aan deze beide groote mannen een wederzij üsche hoogachting en vertrouwen. De eenige maal, dat Koning George een H. Mis bij de Engelsche Roomsch-Katho lieken bijwoonde, was in de Benedictijner abdij van Farnborough. Keizerin Eugenie van Frankrijk, de weduwe van Napoleon m, die haar toevlucht had gezocht aan 't Engelsche Hof zij was een intieme vrien din van Koningin Victoria was overle den, en haar uitvaartdienst werd in deze abdij op 20 Juli 1920 gehouden, waarbij de Koninklijke Familie tegenwoordig was. In deze kerk der Engelsche Benedictijnen, knielde weer voor 'teerstsinds eeuwen de vorst tezamen met zijn katholieke onder danen voor de opgeheven H. Hostie. Bij het regeeringsjubileum van den vorst, in Mei 1935, werden de gelukwen- schen van King George's katholieke on derdanen aan den Koning aangeboden door Mgr. Hinsley, den nieuwen Aartsbisschop van Westminster, die door zijn jarenlan- gen arbeid als priester en leeraar in En geland en door zijn uitgebreide ondervin ding van Britsch regeeringsbeleid en Brit sche koloniale problemen, bij het Engelsche Hof zeer in aanzien was Waren toen de Katholieken bij de eer sten, om met den jubileerenden Vorst te jubelen, thans zullen zijn katholieke onderdanen en dat is een niet ge ring deel van de kinderen der H. Kerk zeker niet tot de laatsten behoo- ren, om zijn dood te betreuren. Engelands Katholieken, en met hen de Katholieken van de geheele wereld, zullen dezen bemin den Vorst, hun aller vriend, thans, bij zijn heengaan, gedenken in hun gebed. da,t de band vormt van de Gemeenschap der Hei ligen. Koning George op 10-jarigen leeftijd Weer klinken de klokken, met somber geluid, Zij luiden den dooden koning uit. Nu stijgt naar den hemel, als ééne stem, 't Gebed van millioenen, een beê voor hem, Die trouw en vol wijsheid zijn volk heeft gediend Als koning, maar meer nog: als vader, als vriend. HERMAN KRAMER Het Koningspaar bij de kroning in 1910 Tot de staten die van deze Britsche „Com monwealth of nations" deel uitmaken behoort ook Ierland, dat in 1914 zelfbestuur verkreeg en in 1920 in twee deelen gescheiden werd, van welke het eene de Iersche Vrijstaat krachtens tractaat met Engeland, gesloten op 6 Dec. 1921 „dominion" werd en in de officieele volgorde der staten de vijfde plaats inneemt n.l. die Na den ooriog ondernam hy reizen door alle deelen van het Britsche imperium; 1909 be zocht hy Canada en de Vereenigde Staten, 1920 Nleuw-Zeeland en Australië. 1921 Indië en Japan en 1925 de Afrikaansche dominion* en koloniën en Zuid-Amerika. Door zUn vriendeiyken aard en democrati sche opvattingen verwierf hy zich overal ter wereld een groote populariteit. Deze reizen, die eerst slechts de informatie en het pleizier van den komenden heerscher ten doel hadden, namen na het uitbreken van de wereldcrisis een ander karakter aan, zy werden tot een soort van politieke handelsreizen om afzetmoge lijkheden voor de Engelsche industrie te vinden. De Prins kreeg daardoor den naam van „ko ninklijk handelsreiziger" en van „verbindings officier". Op een van <dle reizen kreeg hij midden in het hart van Afrika bericht van een zware ziekte van zyn koninkiyken vader. Dit was in December 1928. Per trein, boot en vliegtuig kwam hy in 9 dagen naar Londen. Normaal zou de reis 23 dagen hebben ge duurd. Deze sportieve topprestatie maakte hem by het Engelsche volk zeer populair. Als prins van Wales speelde de nieuwe ko ning een leidende rol op het gebied van de heerenmode evenals zyn grootvader dit als prins van Wales zoo schitterend had gedaan. Maar hy is méér. Vooral sportman, ruiter, jager, polo- en golfspeler, en in de laatste jaren gepassioneerd vlieger. Hy bezit zes eigen vliegtuigen. Voorts doet hy veel aan land- en tuinbouw. Tot dusver is de vorst ongehuwd. Uit zyn naaste omgeving werd na zijn 40en verjaardag bekend, dat hij had verklaard, ongehuwd te willen blyven en dat het zyn vurige wensch was, dat het Engelsche volk in dit besluit zou berusten. Naar deze uitlatingen is aan te nemen, dat na zyn dood de troonopvolging zal overgaan op zijn broeder Albert, hertog van York. puntvliedende richting van den bouw van het Britsche rijk medegebracht, dat de positie van den koning als éénig overgebleven vast cen traal punt is gestegen. stelyke familie, van welke velen zich in de door heel de wereld verspreide rijksgebieden plegen te vertoonen, al of niet populariteit en sympa thie genieten door hun openbaar optreden en hun persoonlijke eigenschappen. Koning Geor ge zag dit zeer juist in evenals zijn gemalin. En het voortbestaan van het Britsche Rijk is eigeniyk alleen denkbaar onder de heer- schappy van een populairen drager der kroon, van de monarchie, belichaamd in een vorst naar wien in Engeland en in de overzeesche ge bieden gelijkelyk wordt opgezien met eerbied en sympathie. Want, zooals we reeds zeiden, de dominions staan naast Engeland onder den koning en de eerste-minister van the mother Country is slechts de „eerste onder zyn ge- lyken" in de „dominions", die een gouverneur hebben welke niet de regeering te Londen doch den koning vertegenwoordigt. Vandaar dat de band tusschen de verschillende deelen van het Britsche rijk hechter zal zyn, naarmate het prestige der dynastie grooter zal blyken. Zou Engeland het gezag der kroon verwisselen met de republiek het zou daardoor de basis ont nemen aan het Britsche wereldrijk en zyn ko loniën, zyn zeemacht en zyn rang als groote mogendheid spoedig te loor zien gaan. Allen die zich in Engeland op nationaal standpunt stellen ook de meerderheid der socialisten begrypen dit, en wenschen de monarchie te behouden. Vandaar óók de groote waarde die er moet gehecht worden aan het feit of de drager der Britsche kroon en de leden der vor- Een van de luisterrijkste plechtig heden in Engeland: de Koning inspecteert op zijn verjaardag de Horse Guards. Deze vorst, die er niet aan dacht zich eeni ge persooniyke voorrechten aan te matigen van politieken aard ofschoon hy die wellicht met een beroep op de Victoria-periode had kun nen doen gelden maakte van den traditio- neelen luister en de traditioneele gebruiken die hy handhaafde, zinnebeelden van den luister van het wereldbeheerschende Britsche volk. Zeif was hy de eenvoud, de jovialiteit in persoon en daarbij „all-round sportsman", die op zyn gewone morgenritten of bij zyn verschyning ter gelegenheid van openbare plechtigheden niet werd begroet met gemeend of ge veinsd alleronderdanigst ontzag, niet als opperste leger- en vlootbevelhebber, zich hul lend in een halfgod-majesteit, doch als de vader en vriend zijner onderdanen. Als zoodanig illustreerde hem ook het feit betreffende den brief aan een oud vrouwtje. Zyne Majesteit, die een trouw bezoeker der wedrennen was, had reeds vroeger een bezoek gebracht aan een Londenaih oud vrouwtje „Old Kate" ge naamd, die haar brood verdien de met het ver- koopen van pro gramma's en omtrent wie de koning, toen hy haar bekende verschyning by de wedrennen eens miste, ver nam dat zy ziek was. Toen nu Zyne Majes teit zelf door een ernstige ziekte werd ge troffen, kwam „Old Kate" bui ten aan het pa leis naar den toestand des ko nings informee- ren en werd daarby gefoto grafeerd. De koning zag de foto in de bla den en gaf be vel dat er een brief zou wor den geschreven om haar te be danken. De brief was geadres seerd aan „Old Kate" en werd, daar men het juiste adres niet wist, door het hoofd der ko ninklijke ren stallen persoon- ïyk aan de oude vrouw overhandigd op de renbaan van Kempton Park. Dergelyke kenschetsende kleine gebeurtenissen waren in het particuliere leven van koning George V niet zeldzaam. En vorm den hoe nietig schynbaar ook voor de groote politieke wereld zeer wezeniyke bestand- deelen van het cement, dat de basis is der Brit sche volkengemeenschap.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5