Koning George V van Engeland
De nieuwe Koning
Vader en vriend zijner onderdanen
Koning George en
de Katholieken
DINSDAG 21 JANUARI 1936
Evenals zijn vader bij het
volk zeer populair
r KONING GEORGE V
Zijn regeeringsperiode werd gekenmerkt door den
wereldoorlog en de herschepping van Groot-
Brittannië en zijn koloniën tot een
hecht wereld-imperium
De wereldoorlog
Hij teekende de Catholic Relief
Act," waarmede een einde
gemaakt werd aan de
achterstellingen
Hartelijke betrekkingen
met de geestelijkheid
Ierlands zelfstandigheid
Zijne Majesteit Eduard VIII
Een populair souverein
Deze foto uit 1 909 toont den over
leden vorst (links) met zijn vader,
Koning Edward VII en den huidigen
Prins van Wales.
en Ierland met zijn overzeesche koloniale be
zittingen tot een „gemeenschap van Britsche
naties", de .British Commonwealth of nations",
een evolutie, tot stand gekomen op de Im
periale Conferentie van 1926.
Het was den „dominions" of overzeeschen be
zittingen en met name het meest middelpunt
vliedende onder die gebieden Zuid-Afrika
reeds lang erom te doen hun ondergeschikte
positie tegenover het moederland te zien ver
vangen door een volkomen gelijkgerechtigde, die
dan natuurlijk ook zou bestaan tusschen de
Dominions onderling, en wat belangrijker is,
tusschen de Dominions en vreemde staten.
Het positieve Britsche staatsrecht kende uit
den tijd der overheersching van de Dominions
door het moederland tal van instellingen, die
niet strookten met den rechtstoestand zoowel
wat betreft de positie der Gouverneurs-Gene
raal in de Dominions als wat aangaat de wet
geving door of voor de Dominioiis. En nu was
het belangrijke der Imperiale conferentie van
1926 dit, dat het moederland goed vond deze
oude instituten alle op te ruimen.
De vraag rees nu, hoe de doorgesneden band
van ondergeschiktheid vervangen zou worden
en ook hoe t}e met het moederland voortaan
volkomen gelijkgerechtigde Dominions zouden
staan tegenover vreemde regeeringen.
Na tot aan de uiterste grens in decentralisee-
rende richting te zijn gegaan, erkenden de Do
minions en het moederland, dat zij alle in de
groote politiek toch één eenheidsfront zouden
moeten blijven vormen.
Wat echter niet werd besproken was de
vraag, of de Dominions onzijdig zouden kun
nen blijven, als het moederland in oorlog is;
veel pleit voor bevestigende beantwoording. In
de andere richting wijst echter ook veel.
Het kan niet anders, of de bouw van het
nieuwe Britsche rijk teekent zich anders af
naarmate hij bekeken wordt uit een zeer mid
delpuntvliedend Dominion dan wel uit oud-En-
geland. Ginds is men geneigd er in te zien een
aantal geheel los naast elkaar staande staten,
welker onderlinge betrekkingen weldra een vol
komen op gewoonten- en tractatenverkeer op
gebouwd volkenrechtelijk karakter zullen gaan
dragen, en welker koning slechts is dezelfde
persoon. Te Londen erkende men de uiterst
ver gaande autonomie der naties, die van de
Britsche gemeenschap deel uitmaakten, doch
constateerde men tevens, dat met goedvinden
van deze alle, de twee groote takken van staats
zorg, die het nauwst betrokken zijn bij de po
sitie, welke de British Commonwealth of Na
tions in de wereld inneemt, n.l. de groote bui-
tenlandsche politiek en de landsverdediging,
ook voortaan op soepele wijze zóó zullen wor
den geadministreerd, dat de doorslaggevende
factor zal liggen bü den primus inter pares:
bij Engeland. En in het gemeenschappelijk Ko
ningschap ziet men te Londen het uitwendig
symbool der éénheid van de Britsche natie-ge
meenschap, dus iets meer dan een louter per-
soneele unie, al is het niet gemakkelijk, dot
meerdere staatsrechtelijk precies aan te geven.
Eén ding is hierbij zeker: terwijl alom in de
wereld de beteekenis van het vorstengezag niet
toeneemt, heeft de ontwikkeling in middel-
Eduard Albert Christiaan George André
Patrick David, tot nu als troonopvolger prins
van Wales, werd geboren 23 Juni 1894 en is
dus 42 jaar oud. Zijn opvoeding werd geheel
gebaseerd op democratische beginselen. Hij
leidde het leven van een gewoon zeekadet en
kreeg op zijn zestiende jaar den titel van
prins van Wales. Nadat hij in 1912 drie maan
den dienst had gedaan op Engelsche oorlogs
bodems, ging hij naar de universiteit van
Oxford, waar hij staatsrecht en geschiedenis
studeerde. Hij had daar geen bijzondere positie,
maar was gewoon student onder de studenten.
Bij het uitbreken van den wereldoorlog nam
hij dienst in het derde Garde-bataljon.
Men gebruikte hem eerst bij verschillende
staven. Tegen den wil der legerleiding deed
hij ook dienst aan het front. In 1916 werd hij
stafofficier in Egypte. Dan vertoefde hij weer
aan de fronten in Italië en Frankrijk.
George Frederik Ernest Albert werd op
Marlborough House geboren den 3 Juni
1865 uit het huwelijk van Eduard VII
met Alexandra prinses van Denemarken.
De koning is dus 70 jaar geworden. Hij was
gehuwd den zesden Juli 1893 met Victoria
Mary, prinses van Teek.
Uit hun huwelijk sproten vijf kinderen voort
die allen nog in leven zijn; de prinsen Eduard
(prins van Wales), Albert (hertog van York),
Henry en George en een dochter, prinses Mary,
gehuwd met den burggraaf Lascelles.
Als kind van vijf jaar woonde de toe
komstige heerscher in het buitenverblijf San-
dringham, waar hü met zijn familie zijn jeugd
doorbracht. George's jeugd en ook die van zijn
broers en zusters is overigens zeer eenvoudig
geweest. Weinig weelde en weinig speelgoed
was de leuze van zijn moeder, die het liefst
zelf de kinderen verzorgde en pretjes voor hen
bedacht. De koningskinderen brachten een
jaarlijksche vacantie door bij de grootouders
van moederszijde op het kasteel Bemstorff na
bij Kopenhagen.
Toen George 12 jaar was, ging hij naar de
Marine, waar hij graag was en waar hij door
zijn eenvoudigen omgang met zijn medeleer
lingen reeds dadelijk populair werd. Toen zijn
broeder kwam te sterven werd George's leven
plotseling in geheel andere banen geleid. Hij
zag zich een zware en hoogst verantwoordelijke
taak op de jonge schouders gelegd. Het dik
wijls zorgeloos leventje van een jong marinier
moest plaats maken voor een ernstige studie.
Toen George V aan de regeering kwam, kende
Europa nog wel niet de republikeinsche macht.
De monarchie leefde nog wel innerlijker dan
thans, Rusland, Oostenrijk, Duitse hland,
en Spanje hadden nog wel een eigen
vorstenhuis, maar dit nam niet weg, dat Geor
ge zware zorgen wachtten, vooral als vorst
over een zoo uitgebreid en machtig land als
het Britsche Rijk reeds eeuwen is. De eerste
jaren van zijn regeering zijn dan ook alles be
halve gemakkelijk geweest. Vier jaar stond hij
als hoofd over het Britsche Rijk aangesteld, toen
de wereldoorlog kwam, welke duizenden plannen
in duigen gooide en millioenen menschenlevens
vernietigde. Toen heeft George getoond een
waardig vorst te zijn; hij heeft bewezen, dat
hij de monarchie ernstig opvatte, hij wilde
niet zijn de chef van het volk, maar de ver
trouweling, die met zachte, doch tevens stren
ge, hand wist te regeeren en tevens wilde zijn
een raadsman voor zijn ministers. *s Konings
strenge onpartijdigheid tegenover de vele poli
tieke meeningen in de dagen van MacDonald er.
zijn aanpassingsvermogen, dat de politieke
transformatie van MacDonald's optreden eischte,
maakten hem juist zoo sympathiek, zelfs ook
bij hen, die niet met het politiek beleid van den
vorst konden zijn ingenomen. Als mensch was
hij sympathiek en populair, ook bij zijn politieke
tegenstanders. Zijn persoonlijkheid werd begre
pen door de volksmassa. Gezond verstand, onuit
puttelijk geduld en tact, dit alles heeft Koning
George gedurende zijn regeeringsjaren nage
streefd.
Op den 6en Mei 1910, toen zijn vader op 69-
jarigen leeftijd overleed, beklom hij den troon
en begon een regeeringsperiode, die gekenmerkt
zou worden door twee groote gebeurtenissen:
den wereldoorlog van 1914 tot 1919 en de
herschepping van het oude Groot-Brittannië
Nog nauw'lijks verklonken, zoo
licht en zoo blij,
De klokken van 't zilveren feest
getij,
Pas ging over d'aarde een diepe
stem,
Op het feest van het Kindje van
Bethlehem,
De stem van een grijsaard, ontroerd
en zwak,
Een vader, die 't laatst tot zijn
kinderen sprak
na Zuid-Afrika, terwijl het Noordelijk gedeelte
evenals New-Foundland, Nieuw-Zeeland, de ko
loniën en de protector en tot eigenlijk Groot-
Brittannië wordt gerekend. De aanvankelijk met
geweld van binnenlandsche revolutie en later
door onderhandelingen met de regeering te
Londen tot stand gekomen wijziging in het
politiek bestaan van Zuid-Ierland vormt mede
een der voorname gebeurtenissen op het ge
bied zoowel der binnenlandsche als der buiten-
landsche politiek onder de regeering van ko
ning George.
In dit tijdperk viel zooals nauwe
lijks nog behoeft te worden aangestipt
de wereldoorlog, die Engeland een door Duitsch-
land niet als mogelijk-bestaanbaar gedacht uit
stekend gedisciplineerd drie-millioenen-leger
onder Kitchener en Haig in het veld zag bren
gen en die ook den koning tijdelijk op de slag
velden in Frankrijk bracht. Door dien oorlog
ontstond een nog nauwere vriendschapsverhou
ding tusschen Engeland eener- en Frankrijk er.
de Ver. Staten anderzijds en als gevolg van
den val van het Tsarenrijk door het daarop ge
volgde Sowjet-regiem, een zeer gespannen ver
houding tusschen Engeland en Rusland, terwijl
de betrekkingen met Duitschland na de stevige
vestiging der republiek aanmerkelijk weraen
verbeterd.
Wlat die verhouding tot Duitschland betreft
deze heeft óók in het jaar 1911, tengevolge
van Duitschlands inmenging in de eeuwige Ma-
rokko-quaestie en het uitzenden van de „Pan
ther" naar Agadir 'n periode van krisis beleefd
Toen in Juli van dat jaar Frankrijk tot onder
handelen met Duitschland besloot (het ging
immers eigenlijk om de vraag wie, na Engeland,
in Afrika de sterkste koloniale macht zou zijn,
Frankrijk of Duitschland) en Duitschland te Pa
rijs en te Londen had laten verklaren in Ma
rokko niets te eischen doch tevreden te zijn met
compensaties elders bijv. aan den Congo, was de
Britsche regeering en was ook de Britsche open
bare meening in Engeland weliswaar gerustge
steld, maar bleef er toch tegen Duitschlands
bedoelingen een sterk wantrouwen heerschen.
Lloyd George, de kanselier der schatkist, gaf
daaraan uiting toen hij in Mansion House een
rede hield, die rechtstreeks gericht was tegen
Duitschland. Engeland, aldus verklaarde de
minister niet zonder overdrijving, zou nimmer
dulden dat het Duitsche Rijk het Britsche zou
behandelen alsof dit laatste in de gemeenschap
der volken niet meer meetelde; hij noemde het
beginsel: „Vrede tot eiken prijs" onduldbaar
smadelijk. De minister toonde zich zeer ont
stemd over den Duitschen vlootbouw (die al
weer een logisch gevolg was van de expansie en
de koloniale aspiraties van het door Bismarck
gestichte rijk!) waardoor Engeland zijn vloot
zwaar diende te versterken, terwijl het zijn
geldmiddelen voor zijn financieele en sociale
plannen zooveel beter gebruiken kon. De Duit
sche regeering haastte zich hierop te antwoor
den, dat zij er niet aan dacht in Engelands be
langen in te grijpen, doch tegelijkertijd verklaar
de zij, voor een goeden gang van zaken in Ma
rokko de medewerking noodig te achten van alle
onderteekenaars der Algeciras-acte en dat
Duitschland zich door geen dreigementen zijn
rechten afhandig kon laten maken. Dat veroor
zaakte nieuwe spanning en Engeland begon zijn
Noordzeevloot op voet van oorlog te brengen.
Vier jaren later zou dezelfde vloot in den toen
uitbrekenden wereldoorlog gelegenheid krijgen
Duitschland als oorlogsmaritieme mogendheid te
vernietigen in den slag van het Skagerrak. Dit
alles ligt nog versch in het geheugen. In Ma
rokko en op den Balkan waren evenals op de
wereldzee de belangen van Duitschland in bot
sing gekomen met die van Engeland en Frank
rijk.
Doch deze en andere groote of minder be
langrijke politieke feiten van binnen- en buiten-
landschen aard waren meer de geschiedenis van
Groot-Brittannië en zijn ministerieele bestuur
ders dan die van koning George, rondom wien
zich dit alles afspeelde zonder dat hü zelf daar
op invloed van beteekenis uitoefende. Deze
vorst was een voorbeeld van constitutioneele
nauwgezette plichtsbetrachting, hetgeen voor
een drager der kroon zooveel beteekent als: te
rughouding en zelfbedwang bij eventueel opko
mende neigingen om zijn persoonlijke meening
te doen gelden. George V vormde aldus 'n tegen
beeld van Wilhelm II in diens gloriedagen en
ook in de krisisperiode van den wereldoorlog En
juist deze terughouding, gepaard gaande met een
vol medeleven in de vreugde of de bekommer
nissen zijns volks maakte den koning tot een
populaire figuur. De zoon en de schoondochter
van de voor de oudere generatie onvergetelijke
koningin Alexandra hadden zich de hoogachting
er.- de liefde yan het Britsche volk verworven en
stonden hoog boven de partijen.
Dit bleek vooral het vorige jaar, toen het vijf
en twintig-jarige regeeringsjubileum des Konings
met enormen luister in heel het Britsche wereld-
imperium werd gevierd.
Heeft Koning George V, voor en tijdens
zijn regeering, aller sympathie gewonnen,
de Katholieken won hij terstond bij de aan
vaarding van de regeering voor zich, toen
hij, als eerste Engelsche koning sedert
eeuwen, bij zijn kroning weigerde den eed
tegen den Katholieken godsdienst af te leg
gen. Voor hem waren alle onderdanen ge
lijk, en hij was het, die de „Catholic Re-
lief Act" onderteekende, de wet, waarmede
een eind gemaakt werd aan de wettelijke
achterstellingen, die de Engelsche Katho
lieken om wille van hun geloof moesten lij
den. Hij was het, die luttele jaren na zijn
troonsbestijging de diplomatieke berekkin-
geri tusschen Engeland en den Heiligen
Stoel herstelde.
Achter de vlag, die de uitbreidingen van
hej Britsche Imperium in de kwart eeuw
van zijn regeering aanduidde, volgde over
al het Christelijk geloof, en niet het min
ste de Katholieke Missie. De Katholieke
bevolking van Canada is in die jaren groo-
ter geworden dan die van Groot-Brittan
nië of Ierland; in Zuid-Afrika kreeg de
Kerk gelegenheid, zich steeds meer uit
te breiden, en Australië kon bij het in Mei
gehouden regeeringsjubileum van George
V zijn tweeden Katholieken minister-presi
dent als afgevaardigde naar Londen zen
den. En het was bij dit jubileum, dat koning
George de vruchten plukte van zijn ver
draagzaam regeeren: Katholieke parle
mentsleden, bevrijd van de uitzonderings
wetten, konden zijn onderdanen die tevens
geloovige kinderen der Moederkerk waren,
vertegenwoordigen bij de huldiging.
Ook met de .geestelijkheid onderhield de
Koning hartelijke betrekkingen. Met wijlen
Z.Em. Kardinaal Bourne stond hij in per
soonlijke relatie, en de oorlogsjaern, die
voor den geestelijken zoowel als voor den
wereldlijken bestuurder van het Engelsche
volk jaren van zware verantwoordelijkheid
en diep leed waren, schonken aan deze
beide groote mannen een wederzij üsche
hoogachting en vertrouwen.
De eenige maal, dat Koning George een
H. Mis bij de Engelsche Roomsch-Katho
lieken bijwoonde, was in de Benedictijner
abdij van Farnborough. Keizerin Eugenie
van Frankrijk, de weduwe van Napoleon
m, die haar toevlucht had gezocht aan 't
Engelsche Hof zij was een intieme vrien
din van Koningin Victoria was overle
den, en haar uitvaartdienst werd in deze
abdij op 20 Juli 1920 gehouden, waarbij de
Koninklijke Familie tegenwoordig was. In
deze kerk der Engelsche Benedictijnen,
knielde weer voor 'teerstsinds eeuwen de
vorst tezamen met zijn katholieke onder
danen voor de opgeheven H. Hostie.
Bij het regeeringsjubileum van den
vorst, in Mei 1935, werden de gelukwen-
schen van King George's katholieke on
derdanen aan den Koning aangeboden door
Mgr. Hinsley, den nieuwen Aartsbisschop
van Westminster, die door zijn jarenlan-
gen arbeid als priester en leeraar in En
geland en door zijn uitgebreide ondervin
ding van Britsch regeeringsbeleid en Brit
sche koloniale problemen, bij het Engelsche
Hof zeer in aanzien was
Waren toen de Katholieken bij de eer
sten, om met den jubileerenden Vorst te
jubelen, thans zullen zijn katholieke
onderdanen en dat is een niet ge
ring deel van de kinderen der H.
Kerk zeker niet tot de laatsten behoo-
ren, om zijn dood te betreuren. Engelands
Katholieken, en met hen de Katholieken
van de geheele wereld, zullen dezen bemin
den Vorst, hun aller vriend, thans, bij zijn
heengaan, gedenken in hun gebed. da,t de
band vormt van de Gemeenschap der Hei
ligen.
Koning George op 10-jarigen
leeftijd
Weer klinken de klokken, met
somber geluid,
Zij luiden den dooden koning uit.
Nu stijgt naar den hemel, als
ééne stem,
't Gebed van millioenen, een beê
voor hem,
Die trouw en vol wijsheid zijn
volk heeft gediend
Als koning, maar meer nog: als
vader, als vriend.
HERMAN KRAMER
Het Koningspaar bij de kroning
in 1910
Tot de staten die van deze Britsche „Com
monwealth of nations" deel uitmaken behoort
ook Ierland, dat in 1914 zelfbestuur verkreeg en
in 1920 in twee deelen gescheiden werd, van
welke het eene de Iersche Vrijstaat krachtens
tractaat met Engeland, gesloten op 6 Dec. 1921
„dominion" werd en in de officieele volgorde
der staten de vijfde plaats inneemt n.l. die
Na den ooriog ondernam hy reizen door alle
deelen van het Britsche imperium; 1909 be
zocht hy Canada en de Vereenigde Staten,
1920 Nleuw-Zeeland en Australië. 1921 Indië
en Japan en 1925 de Afrikaansche dominion*
en koloniën en Zuid-Amerika.
Door zUn vriendeiyken aard en democrati
sche opvattingen verwierf hy zich overal ter
wereld een groote populariteit. Deze reizen,
die eerst slechts de informatie en het pleizier
van den komenden heerscher ten doel hadden,
namen na het uitbreken van de wereldcrisis
een ander karakter aan, zy werden tot een
soort van politieke handelsreizen om afzetmoge
lijkheden voor de Engelsche industrie te vinden.
De Prins kreeg daardoor den naam van „ko
ninklijk handelsreiziger" en van „verbindings
officier". Op een van <dle reizen kreeg hij
midden in het hart van Afrika bericht van
een zware ziekte van zyn koninkiyken vader.
Dit was in December 1928. Per trein, boot en
vliegtuig kwam hy in 9 dagen naar Londen.
Normaal zou de reis 23 dagen hebben ge
duurd. Deze sportieve topprestatie maakte hem
by het Engelsche volk zeer populair.
Als prins van Wales speelde de nieuwe ko
ning een leidende rol op het gebied van de
heerenmode evenals zyn grootvader dit als
prins van Wales zoo schitterend had gedaan.
Maar hy is méér. Vooral sportman, ruiter,
jager, polo- en golfspeler, en in de laatste
jaren gepassioneerd vlieger. Hy bezit zes
eigen vliegtuigen. Voorts doet hy veel aan
land- en tuinbouw.
Tot dusver is de vorst ongehuwd. Uit zyn
naaste omgeving werd na zijn 40en verjaardag
bekend, dat hij had verklaard, ongehuwd te
willen blyven en dat het zyn vurige wensch
was, dat het Engelsche volk in dit besluit zou
berusten.
Naar deze uitlatingen is aan te nemen, dat
na zyn dood de troonopvolging zal overgaan
op zijn broeder Albert, hertog van York.
puntvliedende richting van den bouw van het
Britsche rijk medegebracht, dat de positie van
den koning als éénig overgebleven vast cen
traal punt is gestegen.
stelyke familie, van welke velen zich in de door
heel de wereld verspreide rijksgebieden plegen
te vertoonen, al of niet populariteit en sympa
thie genieten door hun openbaar optreden en
hun persoonlijke eigenschappen. Koning Geor
ge zag dit zeer juist in evenals zijn gemalin.
En het voortbestaan van het Britsche Rijk
is eigeniyk alleen denkbaar onder de heer-
schappy van een populairen drager der kroon,
van de monarchie, belichaamd in een vorst
naar wien in Engeland en in de overzeesche ge
bieden gelijkelyk wordt opgezien met eerbied en
sympathie. Want, zooals we reeds zeiden, de
dominions staan naast Engeland onder den
koning en de eerste-minister van the mother
Country is slechts de „eerste onder zyn ge-
lyken" in de „dominions", die een gouverneur
hebben welke niet de regeering te Londen doch
den koning vertegenwoordigt. Vandaar dat de
band tusschen de verschillende deelen van het
Britsche rijk hechter zal zyn, naarmate het
prestige der dynastie grooter zal blyken. Zou
Engeland het gezag der kroon verwisselen met
de republiek het zou daardoor de basis ont
nemen aan het Britsche wereldrijk en zyn ko
loniën, zyn zeemacht en zyn rang als groote
mogendheid spoedig te loor zien gaan. Allen
die zich in Engeland op nationaal standpunt
stellen ook de meerderheid der socialisten
begrypen dit, en wenschen de monarchie te
behouden. Vandaar óók de groote waarde die
er moet gehecht worden aan het feit of de
drager der Britsche kroon en de leden der vor-
Een van de luisterrijkste plechtig
heden in Engeland: de Koning
inspecteert op zijn verjaardag de
Horse Guards.
Deze vorst, die er niet aan dacht zich eeni
ge persooniyke voorrechten aan te matigen van
politieken aard ofschoon hy die wellicht met
een beroep op de Victoria-periode had kun
nen doen gelden maakte van den traditio-
neelen luister en de traditioneele gebruiken die
hy handhaafde, zinnebeelden van den luister
van het wereldbeheerschende Britsche volk. Zeif
was hy de eenvoud, de jovialiteit in persoon
en daarbij „all-round sportsman", die op zyn
gewone morgenritten of bij zyn verschyning
ter gelegenheid van openbare plechtigheden
niet werd begroet met gemeend of ge
veinsd alleronderdanigst ontzag, niet als
opperste leger- en vlootbevelhebber, zich hul
lend in een halfgod-majesteit, doch als de
vader en vriend zijner onderdanen.
Als zoodanig illustreerde hem ook het feit
betreffende den brief aan een oud vrouwtje.
Zyne Majesteit, die een trouw bezoeker der
wedrennen was, had reeds vroeger een bezoek
gebracht aan
een Londenaih
oud vrouwtje
„Old Kate" ge
naamd, die haar
brood verdien
de met het ver-
koopen van pro
gramma's en
omtrent wie de
koning, toen hy
haar bekende
verschyning by
de wedrennen
eens miste, ver
nam dat zy
ziek was. Toen
nu Zyne Majes
teit zelf door
een ernstige
ziekte werd ge
troffen, kwam
„Old Kate" bui
ten aan het pa
leis naar den
toestand des ko
nings informee-
ren en werd
daarby gefoto
grafeerd. De
koning zag de
foto in de bla
den en gaf be
vel dat er een
brief zou wor
den geschreven
om haar te be
danken. De brief
was geadres
seerd aan „Old
Kate" en werd,
daar men het
juiste adres niet
wist, door het
hoofd der ko
ninklijke ren
stallen persoon-
ïyk aan de
oude vrouw
overhandigd op
de renbaan van
Kempton Park. Dergelyke kenschetsende kleine
gebeurtenissen waren in het particuliere leven
van koning George V niet zeldzaam. En vorm
den hoe nietig schynbaar ook voor de
groote politieke wereld zeer wezeniyke bestand-
deelen van het cement, dat de basis is der Brit
sche volkengemeenschap.