Het amok te
Larantoeka
ILady letchford?
Spoorwegongeluk
Nederlander zoek
V ova-publicatie
De Kunst in nood
VAN ZOOVEEL VOOR
ZOOVEEL
t
WIE WORDT
WOENSDAG 22 JANUARI 1936
Locomotief door te krachtig rem
men uit de rails geloopen
Vrachtauto vernield
Een verleidelijk prijzensysteem,
dat buiten den uitv er kooptijd
verboden is
Niet van reis naar Düsseldorf
teruggekeerd
Man verongelukt
Twintig meter naar beneden
gevallen
DE VLEESCHVERSTREKKING
AAN WERKLOOZEN
Geen verdere afslachting van vee?
TOEKENNING ZIEKENGELD
Practische aanwijzingen
Een vreemd verhaal
De autobotsing bij Oudeschoot
Goudvoorraad Ned.
Bank
TARWERICHTPRIJS TE HOOG?
De Landbouworganisaties tegen
verlaging
VARKENS ZULLEN WORDEN
GETATOUEERD
In verband met bezwaren tegen
de oormerken
De hoofdredacteur van „Volk en
.Vaderland" moet terecht staan
wegens schending der
Auteurswet
Ontslag van rechts
vervolging?
Pleidooi
DE SIGARENINDUSTRIE
Bond van kleinfabrikanten
opgericht
Audiëntie
Prinses Juliana heeft in een radio
toespraak aangedrongen op
hulpverleening
Nadere bijzonderheden over de
schietpartij, waarbij een
kapitein en een sergeant
majoor gedood werden
BUILENPEST
Kindje overleden
UIT DE STAATSCOURANT
Rechterlijke macht
Onderscheiding
Onderwijs
Gezondheidsraad
Belastingen
SPECIAAL VOQR U DAMES ia d« rubriek
WAT DE TONG STREELT (p.g. 4)
DOOR CHARLES GARVICE
Crnsidagavond omstreeks half zes heeft
op den spoorweg tusschen Sluiskil en Ter-
neuzcn een spoorwegongeval plaats gehad,
dat nog vry goed is afgeloopen.
De machinist van den trein zag plotseling op
den onbewaakten overweg een auto. Hij remde
krachtig, met het gevolg dat de locomotief
uit de rails schoot.
De buffers van den kolenwagen drongen door
den eersten personenwagen heen, waarin zich
eenige scholieren bevonden. Deze bekwamen
evenwel geen letsel.
De machinist en de stoker hebben zich be
zeerd bij het krachtig remmen.
Nader vernemen wij, dat het ongeluk plaats
vond dichtbij het station te Terneuzen, on
geveer bij de Staalfabrieken.
Het was de trein, welke te 17.40 uur uit Ter-
neuzen was vertrokken en naar Gent ging.
Voorts is gebleken, dat de trein pas tot
stilstand kwam, nadat de locomotief den
auto, een vrachtauto van de firma Over-
beek Leunes uit Terneuzen, had aangere
den.
De auto, die vernield is, stond reeds op
den weg toen de trein in de verte naderde.
De chauffeur van den auto was n.l. niet op
de hoogte met den weg en wilde plotseling
een andere route nemen, waarom hij den
auto trachtte te keeren. Evenwel is de weg
ter plaatse zoodanig, dat de auto geen
ruimte had te draaien en genoodzaakt was
op den spoorweg te blijven staan. Toen de
chauffeur uit den wagen was gestapt en
den trein zag naderen, gaf hij den machi
nist een wenk, dat deze zou stoppen. Hoe
wel laatstgenoemde krachtig remde, kon
hij niet verhinderen dat de auto in puin
werd gereden.
Het ligt in de bedoeling heden de locomotief
Weer in de rails te zetten.
Intusschen zal het verkeer normaal doorgang
vinden, doch de passagiers zullen in andere
treinen moeten overstappen.
Overtredingen tegen de wet op uitverkoopen
komen nog steeds voor. Hetzij door onbekend
heid met den juisten uitleg van genoemde wet,
hetzij door de vindingrijkheid van bepaalde za-
kenmenschen, die er wel raad op weten, in ieder
geval Dinsdagmorgen stond voor den Utrecht-
schen kantonrechter een manufacturenhande-
laar terecht, die zich naar de meening van een
pclitieagent aan overtreding had schuldig ge
maakt.
Hem werd ten laste gelegd buiten den wette
lijk bepaalden uitverkooptijd de artikelen in
zijn etalage met kaartjes te hebben behangen,
waarop twee prijzen stonden waarvan er eentje
v/as doorgestreept. Hetgeen wil zeggen van zoo
veel voor zooveel. Zoo denkt het koopkrachtige
publiek er toch over.
Verd. kon zich echter niet met de meening
van zijn cliënteele vereenigen. Tenmniste voor
het kantongerecht niet. Als een kat in het nauw
zit.... dan is een zakenman zelfs geen zaken
man meer!
Verd. verklaarde zijn prijskaartjes aldus: „Bij
een ander betaal je zooveel, bij mij maar zoo
veel."
De interne zakenaangelegenheden van verd.
dat hij heele partijen tegelijk kocht interesseer
den den kantonrechter minder.
Het publiek krijgt den indruk, dat er een uit
verkoop of iets dergelijks wordt gehouden.
Verd. haalde nieuwe argumenten in zijn plei
dooi aan en vertelde, dat hij juist bezig was de
kaartjes te veranderen. De agent had tien mi
nuten later moeten komen!
Kantonrechter tegen den eersten getuige, den
Ik heb een tand
uit m'n kunstgebit ge
broken op die biefstuk!
Roep den patroon!
Die is weg. Een
tand laten repareeren
in z'n kunstgebit.
agent van politie: „Was verd. bezig de prijsjes
te veranderen?"
Get.: „Zeker, edelachtbare, hü haalde zelfs de
geheele etalage leeg."
De Ambtenaar van het O. M. vond dit een
omslachtige methode en hechtte derhalve niet
veel waarde aan verdachte's beweringen.
Verd.: „Bovendien, mijnheer de kantonrechter,
zijn er wel meer zakenmenschen, die voor het
zelfde bekeurd moesten worden als ik."
Kantonrechter: „Die komen ook aan de beurt;
we houden hier minstens een half jaar uitver
koop en opruiming!"
Tenslotte kwam er nog een tweede getuige
naar voren, wiens verklaringen ongeveer eens
luidend waren met die van zijn geüniformeerden
voorganger.
De ambtenaar van het O. M. eischte een straf
van f 8 subs. 4 d.
De kantonrechter wees er op, dat hoewel er
rlbg geen vaste lijn is, die het geoorloofde en
ongeoorloofde aangeeft rond de wet op uitver
koopen, verd. wel degelijk in overtreding is ge
weest.
Het vonnis luidde 5 subs, twee dagen hech
tenis.
Zaterdag is de heer M. uit Eefde, handels
reiziger van beroep, die vaak in West-Duitsch-
land vertoefde, met den heer K. uit Apeldoorn
in een auto naar Duitschland vertrokken.
Tot heden is de heer M. niet uit Duitschland
teruggekeerd en zijn verwanten meenen, dat
hem iets ernstigs is overkomen. De heer K.
heeft den heer M. Zaterdag het laatst gezien.
Hij is hem in Düsseldorf kwijtgeraakt en heeft
nog den geheelen nacht naar den heer M. ge
zocht, evenwel zonder resultaat. Een stadge
noot van den heer M. is naar Düsseldorf ver
trokken, teneinde daar een nader onderzoek
in te stellen.
De politie van Eefde is van het geval in
kennis gesteld. Dinsdagmorgen heeft een fa
milielid van M. per telefoon den Nederland-
schen consul te Düsseldorf mededeeling van
de vermissing gedaan en hem verzocht een on
derzoek te willen instellen.
Dinsdagmiddag ongeveer 4 uur is op het ter
rein der Bataafsche Petroleum Maatschappij
aan de Vondelingenplaat bij Pernis de 32-jari-
ge werkman J. Verhoef uit Rotterdam, in dienst
van de firma De Vries en Robbé te Gorinchem,
van een 20 meter hoog ketelhuis gevallen. De
man was op slag dood.
De voorraad vleesch*Tn blik, waaruit de ver
strekking plaats vindt aan de werkloozen, slinkt
zienderoogen. In Maart of April zal deze voor
raad geheel uitgeput zijn.
Naar Het Volk verneemt, is het niet waar
schijnlijk, dat dan tot een nieuwe afslachting
van vee zal worden overgegaan. Minister Dec
kers zou hiertoe slechts in uiterste noodzaak,
als landbouwbelangen daartoe dringen, over
gaan Verdere afslachting, uitsluitend om de
verstrekking van vleesch aan werkloozen te
kunnen voortzetten, ligt niet in het voornemen.
Men zoekt ten departemente van Sociale
Zaken dan ook reeds naar een geschikte ver
vanging van de vleeschverstrekking. Men heeft
enkele andere producten op het oog. Een dezer
producten zou kunnen dienen ter vervanging
van het vleesch.
De moeilijkheden, waartoe de toepassing van
artikel 6 der herziene Ziektewet, speciaal de
toepassing van het bepaalde in het 3e lid daar
van, in de praktijk aanleiding geeft, zijn oor
zaak geweest, dat het Bestuur van de Fede
ratie van Bedrijfsvereenigingen voor Zieken
geldverzekering en het Bestuur van de Vereeni-
ging van Raden van Arbeid 'n commissie hebben
benoemd, die een advies over deze aangelegen
heid zal uitbrengen.
Het Dagelijksch Bestuur van genoemde Fede
ratie, aldus schrijft zij aan de aangesloten ver-
eenigingen, acht het gewenscht, in afwachting
van het gereedkomen van het rapport vast
eenige practische aanwijzingen aan de Besturen
te geven.
De hieronder volgende voorloopige aanwijzin
gen zijn opgesteld naar aanleiding van geval
len, die zich in de praktijk hebben voorgedaan
bij Bedrijfsvereenigingen, waarvan de admini
stratie door de Federatie wordt gevoerd. Aan
genomen mag worden, dat gevallen van den
zelfden aard zich ook bij andere Bedrijfsver
eenigingen zullen voordoen.
De bedoeling van de wijziging van de be
paling omtrent de dagloonberekening bij de
technische herziening van de Ziektewet was
niet om den verzekerden in het algemeen aan
spraak te geven op een ziekengeld, berekend
naar. een lager dagloon dan waarop zij recht
zouden hebben gehad krachtens de Ziektewet,
zooals die vóór de technische herziening luidde.
De bedoeling van de wijziging was uitsluitend
om het dagloon, waarnaar het ziekengeld wordt
berekend, minder afhankelijk te maken van
toevallige omstandigheden en om beter te be
reiken, dat het ziekengeld zou zijn, wat het
moet zijn, n.l. een vergoeding van de loon
schade, die de betrokkene door zijn ziekte lijdt.
Niet juist is het om altijd uit te gaan van
hetgeen de betrokken arbeider zelf in de 13
weken, die aan den aanvang van zijn ziekte
voorafgingen, heeft verdiend. Men dient reke
ning te houden met hetgeen in dat tijdvak ver
diend is door gelijksoortige arbeiders en bij de
beantwoording van de vraag, wie als gelijk
soortig moeten worden beschouwd dient niet
een te eng standpunt te worden ingenomen.
Zooals reeds gemeld botste bij Oudeschoot
een auto tegen een andere. De inzittenden van
den aanrijdenden wagen lieten hun voertuig in
den steek en reden met den vrachtauto, die zij
hadden aangereden, terug naar Meppel. Op ver
zoek van de politie van Wolvega werden zij
daar ter plaatse aangehouden en aan een ver
hoor onderworpen.
De politie van Wolvega had namelijk alle
reden te veronderstellen, dat de auto, die be
schadigd en verlaten aan den weg bij Oude
schoot werd aangetroffen, gestolen was. Er zat
een los nummerbord op, waarvan sommige let
ters nog nat waren, terwijl aan de achterzijde
van dit bord een ander nummer stond geschil
derd dan aan de voorzijde.
Te Meppel werd het drietal verhoord. Het
bleken te zijn de 22-jarige J. J. D„ de 26-jarige
J. de J. en de 25-jarige H.H.. allen uit Hilver
sum. Zij waren volgens hun zeggen na de aan
rijding naar Meppel meegereden om familie
van H. H. te kunnen opzoeken.
Van het geheimzinnige nummerbord ga
ven zij den volgenden uitleg: van een ken
nis te Hilversum hadden zij met diens toe
stemming den auto geleend. Er waren
echter geen papieren voorhanden. De kennis
had gezegd, dat zij daarvoor zelf maar moes
ten zorgen. Dat laatste deden zij door van
een anderen wagen de papieren te stelen en
het nummerbord van den geleenden wagen
daarmede in overeenstemming te brengen.
De politie te Meppel heeft omtrent deze le
zing te Hilversum inlichtingen ingewonnen.
Blijkens den jongsten weekstaat nam de goud
voorraad van de Nederlandsche Bank in de
afgeloopen berichtperiode met 1514 millioen toe.
De drie centrale landbouworganisaties hebben,
in samenwerking met de drie centrale land
arbeidersorganisaties, bij den minister van
Landbouw en Visschery een audiëntie aange
vraagd om den minister in kennis te stellen
met het standpunt der zes organisaties, die
eensgezind van oordeel zijn, dat de verlaging
van den richtprijs voor tarwe niet gemotiveerd
is. Zij willen den minister verzoeken deze ver
laging alsnog ongedaan te maken.
Krachtens de Vleeschkeuringswet en de uit
voeringsbepalingen moeten de gemeentelijke
vleeschkeuringsdiensten, na de keuring van
levende varkens, tot nu toe 'n oormerk aanbren
gen bij de voor de consumptie geschikt bevonden
en voor slachting toegelaten dieren.
Tegen dit aanbrengen van oormerken aan
het levende slachtdier bleken bezwaren van
verschillenden aard te bestaan. In verband hier
mede is, naar de Telegraaf verneemt, na ter
zake genomen proeven besloten, de oormerken
te vervangen door tatoueerstempels, gelijk ook
andere slachtdieren reeds gestempeld worden.
De nieuwe maatregel ten aanzien van varkens
zal binnen eenigen tfjd'worden ingevoerd.
Dinsdagmorgen heeft, zooals reeds beknopt
gemeld, de Utrechtsche Rechtbank in openbare
zitting behandeld de strafzaak tegen den hoofd
redacteur van „Volk en Vaderland" mr. v. L.
tegen wien een vervolging was ingesteld we
gens schending van de Auteurswet.
Het betrof hier een publicatie in genoemd
blad van een vertrouwelijk schrijven van het
R.K. Werkliedenverbond aan de vakbonden,
aangesloten bij het reservefonds dezer organi
satie. Hierin werd o.m. medegedeeld, dat de
verbouwingsonkosten van de „Lumax" de be
grooting voor een groot bedrag te boven waren
gegaan, met het gevolg dat het reservefonds
borg zou moeten blijven voor een leening.
De Rechtbank was als volgt samengesteld
President: Mr. v. d. Meulen; rechters: Mr.
Dorhout-Mees; Officier van Justitie: Mr.
Camphuys.
Verd. was, evenmin als zijn verdediger pp tijd
ter plaatse, zoodat de zaak buiten zijn tegen
woordigheid behandeld werd.
De voorzitter van het Werkliedenverbond, da
heer de Bruijn werd als getuige gehoord.
Deze deelde de Rechtbank o.m. mede, dat
het bewuste schrijven door den verbondssecre-
taris was opgesteld. Het droeg een strikt ver
trouwelijk karakter. Spr. heeft de Vovaredac-
tie geen verlof gegeven dezen brief te publi-
ceeren.
De verbondssecretaris, de heer Schutte, werd
dan gehoord. Deze legde ongeveer een gelijk
luidende verklaring af.
Dan nam de Officier van Justitie requisitoi.
en vroeg ontslag van rechtsvervolging om re
den, dat hier z.i. van schending der auteurswet
niet gesproken kan worden.
Onder het requisitoir kwamen de verd. en
mr. v. Vessem binnen.
Op verzoek van den verdediger werd de zaak
daarop opnieuw behandeld.
Verd. zeide, geen oogenblik te hebben geloofd
dat zijn handelwijze hem in een botsing met
de Auteurswet zou brengen.
Nog niet zoo lang geleden is een particulier
schrijven van hem aan een dame buiten zijn
goedvinden gepubliceerd. Hij heeft er echter
niet aan gedacht, daartegen een vervolging te
doen instellen.
Mr. v. Vessem ving daarop zijn pleidooi aan.
Spr. zeide, dat het aantal politieke circu
laires, in den loop der tijden gepubliceerd, zeer
groot is en dat daarbij herhaaldelijk opzien
barende berichten zijn gelanceerd. Nooit heeft
de Regeering toen echter ingegrepen. Spr. ge
loofde, dat de Regeering de politiek m de
Rechtszaal wil brengen en waarschuwde daar
tegen.
Komende tot de dagvaarding, merkte mr. v.
Vessem op, dat steeds de uitgever voordeel
heeft bij eventueele schending der Auteurswet.
Daarom moet bij achtervolging deswege, ook
de uitgever verantwoordelijk worden gesteld.
Spr. meent daarom, dat het ten laste ge
legde feit niet door zijn cliënt bedreven is, ook
niet, omdat hier van opzet geen sprake is ge
weest.
Verder is het nog de vraag, of dit geschrift
wel valt onder het betreffende wetsartikel.
Volgens zijn opinie toch, kan hier niet worden
gesproken van werken en publicaties op het
gebied van letteren, wetenschap en kunst.
Deze publicatie is naar de overtuiging van
den verdediger geschied, om de werklieden at
tent te maken op hun belangen.
Hieruit zou dan volgen, dat, indien hier tot
overtreding van de Auteurswet zou worden ge
concludeerd, verd. nog niet zou kunnen wor
den veroordeeld in verband met art. 41, Wet
boek van Strafrecht.
Spr. drong aan op vrijspraak, subs, ontslag
van rechtsvervolging.
Uitspraak 4 Febr. as.
In "een Maandagavond te Tilburg gehouden
vergadering is opgericht de Bond van Klein
fabrikanten in de Sigarenindustrie. Het voor
naamste doel, dat de bond zich stelt, is het
bestrijden van de steeds verder gaande mecha
nisatie in deze bedrijven. Getracht zal worden
ook in andere plaaten van N.-Brabant, Noord
en Zuid-Holland afdeelingen te stichten.
In het voorloopig bestuur hebben zitting ge
nomen de heeren M. v. d. Hout, voorzitter, H.
Ackermans. secretaris en I. Aarts, penning
meester.
Het secretariaat is gevestigd: Bosscheweg 67,
Tilburg.
De eerstvolgende audiëntie van den minister
van Financiën zal op Maandag 27 Januari as.
plaats hebben.
Mammiedenkt
u, dat hij ook iederen
morgen z'n ooren
moet wasschen?
Dinsdagavond heeft H. K. H. Prin
ses Juliana in het Koninklijk Paleis
te Den Haag voor de microfoon
over de hulpverleening aan nood
lijdende Nederlandsche Beeldende
Kunstenaars gesproken.
Hoewel zwaar getroffen door het groote
verlies, dat het Brttsehe Rijk heeft geleden,
voelde H.K.H. zich toch gedwongen te spreken.
Nog steeds blijft Nadefland gehukt gaan,
aldus ongeveer ging de Prinses verder, onder
de tijdsomstandigheden, en wie dan kan hel
pen, weet niet altijd welke wegen er open zijn
om den nood van een bepaalde groep te ver
lichten.
Het zijn de kunstenaars, die schoonheid in
ons leven brengen, doch noodgedwongen zijn
hun kunst-uitingen een luxe geworden.
Ons land dankt zijn roem voor een groot
deel aan zijn schilderkunst en het zou een
ondraaglijke gedachte zijn wanneer onze
kunstenaars hun ondergang tegemoet
moesten zien. Daarom helpe wie kan.
Het comité „Kunst in Nood" heeft reeds de
aandacht op dezen toestand gevestigd en al
veel gedaan voor de noodlijdende kunstenaars.
Het deed dit door werken van Nederlandsche
schilders aan te koopsn en daarvan exposities
te houden. Thans moeten deze werken echter
verspreid worden en het comité tracht dit te
doen door middel van een loterij. Hiermede
bereikt het comité tevens, dat°aan allen ge
lijke kansen worden geboden. Met de uit deze
loterij verkregen gelden, kan het werk weer
worden voortgezet.
H.M. de Koningin heeft op verzoek van het
comité twee schilderwerken beschikbaar ge
steld, die in grooten getale gereproduceerd
zijn en thans verkrijgbaar worden gesteld voor
een ieder, die f 1.10 op giro No. 84726 ten name
van Van Hoboken's bank te Den Haag stort.
Hij ontvangt dan bovendien een lot van deze
loterij.
H.K.H. eindigde met een ernstig beroep om
dit werk te steunen en een- of meermalen
f 1.10 op bovengenoemd giro-mummer te
storten.
Heden overleed tot onze diepe
droefheid na een kortstondige
ongesteldheid, onverwacht,
voorzien van de Genademid
delen der H. Kerk. onze innig
geliefde Man, Vader. Behuwd-
en Grootvader, de Weledele
Heer
JOHANNES JASPERS
in leven Kerkmeester der
Parochie O. L. Vr. Koningin
des Vredes, in den ouderdom
van 63 jaar.
Amsterdam, 21 Januari 1936.
Noorder Amstellaan 147.
J. H. JASPERS—BAKKER
J. H. JASPERS
C. A. JASPERSKLEIJN
en kind
A. C. J. JASPERS
G. P. M. JASPERS—JANSEN
en kinderen
A. M. J. JASPERS
en verlooide.
Frofundis Vrijdag 24 Januari
35 uur.
De Uitvaartdiensten zullen ge
houden worden in de Paro
chiekerk O. L. Vr. Koningin
des Vredes Zaterdag, 25 Jan.,
om 7 en 7% uur en om 9 V2
uur de plechtige gezongen H.
Requiemmis. waarna om
streeks 11 uur de begrafenis
zal plaats vinden op de R.K.
Begraafplaats Buitenveldert.
BATAVIA, 21 Jan. (Aneta). Naar Aneta ver
neemt zijn thans bij het Departement van Oor
log de bijzonderheden bekend geworden omtrent
het amok te Larantoeka (Oost-Flores), waarbij
de kapitein der infanterie H. J. M. Koster en
de sergeant-majoor van Zandbergen werden
gedood.
De Maleische fuselier Amat werd op Nieuw
jaarsdag op heeterdaad betrapt bij het stelen
van geld van een korporaal en is daardoor blijk
baar „maloe" geworden. De man wist zich op
5 Januari in den namiddag meester te maken
van een karabijn uit het wachtlokaal van het
kampement van het te Larantoeka liggende
detachement, met welk wapen hij eenige scho
ten gelost heeft op den fuselier Planton, die
op wacht zat, echter zonder dezen te treffen.
Door het geluid van het schot gealarmeerd,
kwamen de kapitein Koster en luitenant Vos
toesnellen, gewapend met een pistool en gevolgd
door den controleur. De amokmaker nam toen
de houding aan alsof hij geen kwaad wilde,
maar loste niettemin plotseling op korten af
stand eenige schoten, waarvan er één den kapi
tein Koster trof.
De controleur en de luitenant Vos en eenige
anderen slaagden er in, hoewel zij door Amat
werden beschoten, den kapitein Koster naar de
ziekenzaal te brengen, waar hij een uur later
overleed.
Sergeant-majoor van Zandbergen vuurde op
den amokmaker, die een beweging maakte alsof
hy viel. Van Zandbergen dacht hem te hebben
geraakt, doch dit bleek onjuist te zyn, waarna
Amat tweemaal schoot en daarbij den onder
officier doodelijk verwondde.
De amokmaker is vervolgens gevlucht doch
werd 's morgens vroeg, op 6 Januari, bü een
poging om het kampement binnen te dringen,
door de wachthoudende militairen doodge
schoten.
De familie van wijlen kapitein Koster wil
het stoffelijk overschot naar Bandoeng doen
vervoeren om het hjk daar ter aarde te be
stellen.
MAGELANG, 21 Jan. (Aneta.) Heden is het
kindje van den Euroneeschen brigadier Smet
aan builenpest overleden.
Benoemd zijn tot rechter in de rechtbank te
Arnhem: a. Mr. J. F. van Beeck Calkoen, tnans
rechter in de rechtbank te Leeuwarden; b. Mr.
F. M. Pleyte, thans rechter in de rechtbank te
Assen.
Benoemd tot rechter in de rechtbank te
's-Gravenhage Jhr. Mr. P. G. M. van Leeuwen,
thans rechter in de rechtbank te 's-Hertogen-
bosch.
Benoemd tot officier in de Orde van Oranje-
Nassau Dr. M. Euwe te Amsterdam.
Aan J. A. Heberle is op verz. eervol ontslag
verleend als leeraar aan de R. H. B. S. te
Roermond.
Te rekenen van 1 Januari 1936 is in vasten
dienst benoemd tot conservator bij de psychia
trie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht Dr. H.
O. Rümke, thans tijd.
Te rekenen van 1 dezer benoemd tot voor
zitter van den Gezondheidsraad Dr. N. M.
Josephus Jitta te 's-Gravenhage.
De ontvanger der directe belastingen enz. A.
J. Sonnevijlle is verplaatst van de inspectie der
inv. en acc. te Rotterdam naar de inspectie der
bel. te Waalwijk.
De ontvanger der dir. belastingen enz. W. A.
van Sikkelerus is verplaatst van het kantoor
der inv. en acc. te Vlissingen naar Amsterdam
en werkzaam gesteld aan het kantoor der dir.
bel. aldaar; de ontvanger der dir. bel. enz. J.
Seckei is verplaatst van het kantoor Zwartsluis
naai- het kantoor Ommen.
40
„En zit je hier zoo heelemaal alleen? Dat is
toch al te erg! Ik vrees, dat je me den onhebbe-
lijksten gastheer vindt, dien je ooit ergens hebt
meegemaakt."
„Zeg toch niet zulken onzin," verweet ze. „Tus
schen ons zijn toch immers geen excuses noo-
dig!"
Heron kwam dichter naar het vuur en staar
de peinzend in de vlammten. „Is moeder al naar
bed? Waar is Vane?"
„In de rookkamer natuurlijk. Hij heeft zich
hier een uur lang dood zitten vervelen en gaapte
zoo demiswekkend, dat ik hem weggestuurd heb.
Ja, Lady Letchfoj'd is naar bed gegaan."
„En jij bent opgebleven om op me te wach
ten?" vroeg hü, haar half-berouwvol, half-dank-
baar aanziend.
„Ja; ik heb een boodschap voor je van Lady
Letchford."
„Eten boodschap? Een hernieuwde oorlogsver
klaring, vermoed ik? Ze heeft je natuurlijk ver
teld van de scène die ze op huize Gresham heeft
gemaakt?"
„J-Ja, ze vertelde me, dat er onaangenaam
heden geweest waren," murmelde Rose, neerkij
kend op haar kleine satynen schoentjes. „Het
spyt me zoo, het spijt me zoo echt, dat ze ge
gaan is."
„Mij ook," zei hy grimmig.
Ze keek hem vol sympathie aan. „En mijn
boodschap is, dat ik je moest vertellen, dat het
haar óók spijt."
„Wat!"
„Ja, ze heeft er erge spyt van," herhaalde
Rose. „Ze deed het onder ingeving van het
oogenblik, en in de meening dat jullie jullie
beiden eigeniyk niet goed wist wat je
deed
„Aangezien we ook nog maar kinderen zün,"
zei hy met een glimlach. „Maar het geeft me
werkelijk een onbehaaglijk gevoel, dat mijn moe
der ongelijk zou bekend hebben. Ze moet ziek
zyn."
„Ze is erg van streek. Het is een groote teleur
stelling voor haar geweest. Je kunt 't toch niet
kwaiyk nemen, dat zy dat wy allemaal al-
tüd groote dingen van je verwacht hadden
„Groote dingen!" zei hij ongeduldig. „Dat zyn
van die fantastische ideeën, waarvan niemand
eig'enlijk zelf goed weet, wat hij eronder ver
staat! Groote dingen! Wat ter wereld verwach
ten jullie dan van me? Dat ik zou trouwen met
een prinses of met een koningin van Spanje?"
Ze keek met een week, onderworpen glimlachje
naar hem op.
„Wees niet boos op me Heron!"
„Boos op jou! Neen, dan zou ik al heel on
dankbaar moeten zün. Ik weet maar al te goed,
aan wie ik die veranderde stemming van myn
moeder te danken heb! Jij hebt haar natuurlyk
tot andere gedachten gebracht. Jy hebt getracht
de zaak weer voor me in orde te brengen, terwyl
ik je in mijn zelfzucht zoo schandelyk verwaar
loosd heb! Heusch, Rase, ik schaam me over
mezelf. Vergeef 't me maar." In zyn ernst had
hy zijn hand op haar arm gelegd. „Hemel, wat
ben je koud," zei hy verschrikt. „Kom gauw bij
het vuur zitten." Hy trok haar stoel met vriende-
ïyke bezorgdheid dichter bij den haard.
Het mooie meisje lachte zacht voor zich heen
en stak haar witte handen uit naar den koeste
renden gloed, die haar gezichtje en haar gouden
haren warm tintte.
„Ja, ik heb 't werkelijk nogal koud."
„Koud als ys!" zei hy, en legde zyn hand nog
maals op haar arm. Maar die was nu niet koud
meer; zyn aanraking had het bloed heftig door
haar adeiten doen stroomen en de zachte blanke
huid leek te branden onder zyn vingers.
„Maak je maar niet bezorgd over my," zei ze
lachend. „Vertel me liever eens wat over
May." Ze hield met een nauw merkbare aarzeling
haar adem in by het noemen van den naam;
maar het viel hem niet op. „Je bent nu formeel
met haar verloofd, veronderstel ik?"
„Hè? Ja. Ja, in optima forma. Mynheer Dal
ton had geen bezwaren, integendeel, hy voelde
zich geroepen om zich buitengewoon edelmoedig
te toonten en den welwillenden schoonvader te
spelen kort en goed, hy bood aan, me op
onzen trouwdag veertigduizend pond cadeau te
doen, maar ik bracht hem natuurlijk aan zün
verstand, dat zooiets onmogelyk was."
„Heb je het afgeslagen?"
„Natuurlyk. Ik zei hem dat, als hy het soms
op May wilde vastzetten, voor haar eigen per-
soonlyk gebruik, ik eveneens eenzelfde bedrag
op haar zou vastzetten; maar dat ik er niet aan
dfenken kon, die veertigduizend pond als een
bruidschat aan te nemen."
„Heb je aangeboden, veertigduizend pond
op haar vast te zetten?" zei Rose langzaam.
Ze perste haar lippen opeen; een brandende
jaloezie verteerde haar. Tachtigduizend pond,
dat meisje zonder naam, zonder afkomst, waar
niemand ooit van gehoord had, terwyi zy zy,
de beroemde Londensche schoonheid, eenvoudig
over het hoofd werd gezien! „Het is eten heele
som."
„Och," zei hy luchtig, „de bezitting kan het
dragen; en we moeten ons niet latten overtroe
ven door den vader. EM myn moeder heeft dus
haar houding gewyzigd? Ik kon me ook al niet
begrypen waarom ze zich er zóó fel tegen
kantte."
„Ach, zie je, ze wist zoo weinig van haar
ze weet eigenlijk nog niets. Natuurlyk heeft ze
jou alles over haar vroeger leven verteld?"
„N-nee," zei hy, „niet dat ik weet."
„Niet?" met een zwak glimlachje van verras
sing. „Hé! Meisjes zijn gewoonlyk zoo uitbundig
mededeelzaam onder zulke omstandigheden. Ik
zou verwacht hebben, dat ze je alles verteld had
en je niets verborgen had."
„Verborgen?" herhaalde hy. „Wat ter wereld
zou ze te verbergen kunnen hebben?"
„Te verbergen? O, niets natuurlyk!" ant
woordde ze met een zacht lachje. „Ofschoon ik
van meening ben, dat geen meisje een en twintig
jaar wordt, zonder dat ze toch wel 't een of
ander te verbergten heeft; en zy heeft zoo'n af
wisselend leven geleid."
Heron duwde geirriteerd met den pook tegen
een houtblok, dat een driftige vonkenregen uit
zond.
„Natuurlijk," ging de zachte, welluidende stem
voort, „natuurlyk Lady Letchford is maar al te
zeer geneigd om wantrouwig te zyn, en wil nu
maar met alle geweld, hoewel ik haar heb uit
gelachen om het idee, dat May nogal 'n flirt
zou zyn. Ik heb haar voorgehouden, dat ze haar
toch maar tweemaal gezien had, en dat men
een meisje niet dadelijk moet beoordeelen naar
haar gedrag op 'n bal. Er doen natuurlijk altijd
praatjes de ronde over menschen, die nog niet
lang ergens wonen; maar het zou belachelijk
zün, daaraan te willen gelooven."
„Praatjes?" vroeg hij, de wenkbrauwen fron
send en haar woorden slechts langzaam verwer
kend. Hij herinnerde zich plotseling de geschie
denis met het medaillon en May's verwarring,
toen hij haar er over gesproken had.
„Ja, bespottelyk hè? Maar ik ben overtuigd,
dat Lady Letchford nu al haar verdenkingen
en vooroordeelen wel zal laten varen. We moe
ten ze maar zoo vlug mogelük uit de wereld zien
te helpten terwille van jou."
„Op mijn woord," zei hij, met een onbehaag-
lyk lachje. „Ik geloof, dat ik niet beter kan doen
dan May vragen een kort verslag van haar le
ven te willen schrijven tot vandaag toe, zoodat
myn moeder het kan lezen en zich gerust stel
len!"
„Ik zou er maar niet aan beginnen! De on
schuldigste flirtation met een muziekmeester, en
wat al niet meer, zoudten in jouw oogen de
zwaarste zonden zyn en je buiten jezelf bren
gen van jaloezie! Laat het verleden rusten, He
ron, en neem May zooals ze is. En ik ben van
meening, dat ze mooi en intelligent genoeg is,
om iemand over haar verleden te doen heenstap
pen. Ik vind het verbazend sympathiek van
haar, dat ze zoo dapper voet by stuk heeft ge
houden. Een meisje met minder pit dan zy zou
bij zoo'n aanval dadelyk den moed hebben op
gegeven."
„Je hebt gelijk, zei hy warm; „ze heeft het
hard te verduren gehad, het arme kind!"
Een jaloersche, boosaardige trek misvormde
het mooie gezicht, dat zich een oogenblik van
hem afwendde.
„Trek het je maar niet aan," zei ze, „ze krygt
immers haar belooning."
„Door met mij te trouwen, bedoel je?" vroeg
hij lachend.
„Door meesteres van den Èikhof te worden."
.(wordt vervolgd.)