UIT DEN OMTREK
<KetvM&aal mn dag
KWIEK EN VIEF
Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden
KERKLIJSTEN
1e|oSPRIJS voob londem
ZATERDAG 1 FEBRUARI 1936
NARCISSEN-EXPOSITIE TE
SASSENHEIM
Er zal veel te zien zijn
BLOEMBOLLENKWEEKER
MISHANDELD
BLOEMEND AAL
BENNEBROEK
ZAANDAM
VERMIJDT EEN SPRONG
IN 'T DUISTER!
'T KALF (Zaandam)
PAROCHIE VAN DE H. MARIA MAGDALENA
KOOG-ZAANDIJK
De tweelingen
VELSEN
DOOR FLETCHER
Ik zou wel eens willen zien, wat zich in,
Kweekersblad meldt, dat de groote jaar-
tljksche speciale Narcissen tentoonstelling te
Sassenheim op Dinsdag 18 Februari zal wor
den geopend. Vernomen wordt, dat er flinke
deelname en veel nieuws te verwachten is.
Voor deze tentoonstelling zijn twee zilveren
Wisselbekers, twee medailles, en een kunst
voorwerp uitgeloofd, terwijl als leden van de
jury zijn uitgenoodigd de Heeren: Chr. Eg-
gink, D. W. Lefeber, J. M. van Til, J. v. d.
Wilde en J. F. Ch. Dix.
De plv.-politierechter te Den Haag', prof. mr.
van Bemmelen heeft Vrijdag in de zaak tegen
de gebroeders J. P. N., bloembollenkweeker te
Limmen, en C. J. N., bloembollenkweeker te
Heiloo en C. J. O., aannemer te Haarlem, schor
sing van behandeling bevolen, teneinde de op
deze zaak betrekking hebbende stukken in han
den van den rechter-commissaris te stellen. Deze
drie verdachten zouden op 10 Mei 1935 den heer
A. Berg, bloembollenkweeker te Sassenheim,
mishandeld hebben en toen zij op 24 Januari
voor den politierechter terecht stonden, eischte
de officier van Justitie tegen ieder vijftig gul
den subs. 25 dagen.
Gevonden voorwerpen Gevonden en terug
te bekomen büKennel Haerlem, een klein bruin
hondje; De Haas, Alberdingk Thijmlaan 63,
Bloemendaal, een klein bruin hondje; Bakker.
Leidschevaart 76, Vogelenzang, een lichtgele
hond; P. G. Onwezen, Veldlaan 41, Aerdenhout;
een rijwielbelastingmerk: Crommelin, Spiegelen -
burghlaan 8, Aerdenhout, een huissleutel; Ken
nel Ridderstraat 11, Haarlem, een Iersche setter;
Daam, Goudsbloemplein 6, Ardenhout, en gou
den manchetknoop; A. Heijstek, Leidschevaart
84, Vogelenzang, een paar regenpijpen; H. de
Jong, Vossenlaan 18, Hillegom, een damestaschje
met inhoud; Smit, Theeschenkerij, Brouwers
kolk, een zwarte hond; aan den politiepost te
Aerdenhout een alpinomuts; een kinderhand
schoen: een sleutelring met één sleutel; een
gladde zilveren armbandaan het bureau van
politie Overveen: een heerenhandschoen; een
jongensjasje; een wollen heerenhandschoen; een
kinderhandschoentje.
Raadsvergadering Donderdagavond kwam
de raad in voltallige zitting bijeen onder leiding
van burgemeester K. J. G. baron van Harden-
broek. Voordat tot de agenda werd overgegaan
herdacht de voorzitter den oud-wethouder, den
heer P. Bakker. Spr. zeide, dat door den heer
Bakker als raadslid en wethouder veel goeds
voor de gemeente tot stand was gebracht, hij
was een man die zich ook als mensch steeds
van een goede zijde had doen kennen. Namens
den raad en de gemeente bracht spr. daarvoor
zijn dank. De korte toespraak van den burge
meester werd staande aangehoord. Hierna zeide
de voorzitter, dat hij, alvorens met de agenda
te beginnen, bij deze eerste raadsvergadering
van 1936 aan de raadsleden 'en alle inwoners
van Bennebroek het beste toewenschte.
Hierna kwam de gemeentebegrooting 1936 aan
de orde.
De heer Dubbis zeide, dat een salarisverhoo-
ging voor beide wethouders van 50 op f 200,
viermaal het eerste bedrag zou zijn. Spr. dacht
dat het werk van wethouder altijd meer lief
dewerk was. De belasting is zwaar, laten we ons
voor de gemeente geven. Ook de heer De Vries
vond den sprong te groot. Het voorstel Dubbis
om 100 te geven werd met 4 tegen 3 stemmen
verworpen. Vervolgens zeide de heer Dubbis,
dat de post op de begrooting voor volksfeesten
een blaam voor de begrooting is en moest
daarop niet voorkomen. Een voorstel daarom
trent werd met 5 tegen 2 stemmen verworpen.
De heer De Vries dringt aan op grondige
verbetering van de wegen. Spr. had op be
lastingverlaging gehoopt en door vertrek van
inwoners moet nu een kleine groep betalen.
Spr. vroeg of de raad ziéh niet voor annexatie
bij Heemstede zou uitspreken. De voorzitter
zeide nu: Wat deze annexatie-denkbeelden
betreft, die schijnbaar uitgaan van de vereeni-
ging „Bennebroeks Belang", kan ik alleen dit
zéggen, dat de raad en ik zijn benoemd om de
gemeente Bennebroek zoo goed mogelijk te be
sturen en te beheeren, en niet om de ge
meente te liquideeren en aan den meest
biedende te verkoopen.
Iedere particulier, maar ook iedere gemeente,
iedere provincie en ieder Rijk heeft z.g. moeilijk
heden maar het gaat niet aan en het gaat niet
op om die af te schuiven op anderen.
Als zijnde buiten de orde en liggende buiten
de competentie van den raad, althans in dit
stadium, kan ik hierover geen enkele discussie
toelaten. Een dergelijk voorstel breng ik niet in
stemming.
Wil een groepje nieuwe'ingen het beter weten,
dan beseffe men wel dat dit gevent met de ge
meente meer kwaad dan goed sticht en dat
ongetwijfeld nu al gedaan heeft.
Komt er eenige verlichting in werkgelegen
heid dan zijn wij er, en zie ik kans van Benne
broek een van de voordeeligste gemeenten van
Nederland te maken. Het zou grooter dwaas
heid zijn deze mogelijkheid te vergooien voor
een tijdelijk en zeer dubieus gewin, dat boven
dien nog voor Heemstede acceptabel moet
blijken te zijn.
De begrcoting werd daarna aangenomen met
de stemmen van de heeren Dubbis en De Vries
tegen.
Na korte rondvraag sluiting.
(Vervolg)
PAROCHIE VAN DEN H. BONIFATIUS
Spreekuur aan de Pastorie liefst 's morgens
van 910 en 's avonds van half 88 uur.
Telefoon 4807 Giro 58001
ZONDAG, ie Zondag van de maand Febr.
Feest van Maria Lichtmis. De stille H.H. Missen
om 6, 7 en half 9, kwart voor 10 Kindermis,
uitsluitend voor kinderen toegankelijk; om tien
minuten over half 11 begint de „Asperges"; de
Hoogmis om kwart voor 11. Voor de Hoogmis
wijding, uitdeeling en processie met de gewijde
kaarsen. Onder de H.H. Missen schaalcollecte
voor de priesterstudenten van de eigen paro
chie. Om 12.15 Katechismus voor de jongens-
's Avonds 7 uur Lof en preek. Eerste dag van
de novene ter eere van O. L. Vrouw van Lour-
des; 4 uur oefening van de Derde Orde.
In de week de H.H. Missen om 6.45, 7.30, 8
en 9 uur.
MAANDAG geen H. Mis om half 8. Feest van
den H. Blasius. De Blasiuszegen wordt gegeven
om kwart vóór 7, half 8 en na de H.H. Missen
en na het Lof. Om 7 uur Lof en novene-gebe
den. 8 uur H. Familie afd. mannen.
DINSDAG om 7 uur Lof en novene-gebeden.
WOENSDAG le der 7 Woensdagen, die het
feest van den H. Jozef voorafgaan; om 3 uur
Kat. voor de meisjes; om 7 uur Lof en novene
gebeden; om 8.30 uur verplichte vergadering
der St. Jozefgezellenvereeniging; kwart over 8
groote vergadering in het Vereen.-gebouw voor
alle gehuwde mannen tot herstel van het gezin.
DONDERDAG om 11.30 en 4 uur biechtgele
genheid voor de schoolkinderen van de Meis
jesschool. 's Avonds van 6.308.30 biechtgele
genheid; om 7 uur Lof en novenegebeden.
VRIJDAG, 1ste Vrijdag v. d. maand. De
H. Communie wordt uitgereikt om 6 en 6.30;
om kwart voor 8 de gez. H. Mis; 's avonds om
7 uur Lof met novenegebeden.
ZATERDAG alg. H. Communie voor de kin
deren. Biechtgelegenheid van 4 uur tot half 9;
's avonds 7 uur Lof ter eere van de H. Maagd
Maria voor de bekeering van de zondaars met
novenegebeden.
As. ZONDAG Septuagesima. Na de Hoogmis
Te Deum ter gelegenheid van het Kronings
feest van Z. H. den Paus.
N.B. 1. Dezen Zondag begint de novene ter
eere van O. L. Vrouw van Lourdes. Alle dagen
van de novene zal er een kort Lof zijn, waarbij
allen meezingen, met rozenhoedje en gebeden
van de novene, intenties, die men aan O. L. Vr.
van Lourdes wil aanbevelen, doe men in de bus
van de pastorie, deze zullen 's avonds worden
voorgelezen.
2. Deze Zondag is het feest van Maria Licht
mis. Om half 11 de plechtige wijding der kaar
sen. Daarna uitdeeling en eerherstellende pro
cessie ter eere van Christus, het Licht, dat de
duisternis van het heidendom verdrijft. Allen,
die een kaars hebben, worden verzocht zich bü
de processie aan te sluiten. Men offere voor
VEELVULDIG ZIJN DE AANBIEDINGEN
EN DIVERSE METHODEN WORDEN U
AANBEVOLEN VOOR UW STUDIE IN
DE MODERNE TALEN. DE BERLITZ
SCHOOL BIEDT U DE VOORDEELEN
VAN HAAR ONDERVINDING VAN
RUIM EEN HALVE EEUW.
GROOTE JtOUTSTRAAT 14 rood.
de kaars minstens 25 ct. Onder de H. Mis wor
den de kaarsen ontstoken bij het Evangelie,
voor de Consecratie tot na de Communie.
3. Woensdagavond is een groote vergadering
van alle gehuwde mannen van de parochie om
kvyart over 8. De zeereerw. heer pastoor houdt
een rede; „De plaats van het gezin in onze
samenleving". De vergadering wordt opgeluis
terd met zang en declamatie. Men wordt ver
zocht het foldertje over de Kath. gezinsgebrui
ken (dat aan huis is bezorgd) mede te brengen.
ZONDAG 7.30, tot eerherstel ter eere van het
H. Hart van Jesus, voor de zelatricen en leden
van het Apostolaat des Gebeds; 10 uur tot gees
telijk en tijdelijk welzijn van de parochie, voor
al van de leden der beide Maria-ccngregaties.
i MAANDAG, 7 uur voor Henrica van der
Wardt, geb. Koebolt; 7.45 gezongen maandstond
voor Matthijs Bont.
Aan het zij-altaar voor de leden der Eeuwige
Memorie.
DINSDAG, ter eere van Onze Lieve Vrouw
van Altijddurenden Bijstand.
WOENSDAG, voor de Wed. Emma Beijer—
Koomen.
DONDERDAG, voor Jacob Sombroek en over
leden familie.
VRIJDAG, 7.45 gezongen H. Mis ter eere van
het H. Hart voor de leden van Gedurige aan
bidding.
ZATERDAG, 7.45 Gezongen Jaargetijde voor
Wilhelmina Luttikhuijzen.
ZONDAG, 7.30 voor Catharina Anna Zwager
Hooijschuur; 10 uur voor het geestelijk en tijde
lijk welzijn van de parochie.
HEDEN, vierde Zondag na Driekoningen,
eerste Zondag van de maand en feestdag van
Maria Lichtmis.
Na de Vroegmis algemeene 'H. Communie voor
de leden van het Apostolaat des Gebeds. On
der de Hoogmis Algemeene H. Communie voor
de leden van de Meisjes-congregatie, die heden
avond haar opdracht zullen doen of die opdracht
zullen vernieuwen.
Voor de Hoogmis kaarsen wij ding. De parochia
nen worden verzocht na de wijding der kaarsen
aan de Communiebank een kaars uit de hand
van den priester te komen ontvangen en die
kaars brandend in de hand te houden onder het
zingen van het Evangelie en gedurende den Ca
non, dat wil dus zeggen van af de Praefatie tot
en met de Communie van den priester.
Bij het gaan halen der kaarsen gaat men door
het middenpad naar de Communiebank en van
de Communiebank langs de zijpaden naar zijn
plaats terug. Aan beide kanten van de Commu
niebank staat een schaal voor de offertjes der
kaarsen. Wanneer de parochianen allen eenige
centen op die schaal doen ben ik tevreden. De
kaars mogen de parochianen dan mee naar huis
nemen. Het is een vroom gebruik om van de
kaarsen, die vandaag gewijd worden er een paar
mede naar te huis nemen om deze dan bij ziekte
of bij andere gelegenheden thuis te laten bran
den.
HEDEN, onder de H.H. Missen schaalcollecte
voor onze eigen kerk. Bijzonder aanbevolen. As.
Zondag schaalcollecte voor de priesterstuden
ten van onze parochie.
HEDEN-middag, 2.15 catechismus. Om 7 uur
plechtig Lof met preek en Opdracht van meer
dere leden der meisjes-congregatie.
Na de Hoogmis wordt gezongen lied no. 39 en
na het Lof Lied no. 55
MAANDAG, feestdag van den H. Blasius; om
7 uur een H. Mis en om 7.45 u. gezongen maand
stond voor Matthijs Bont. De zegen van den H.
Blasius wordt gegeven na de H. Mis van 7 uur en
na de gezongen maandstond. Voor de kinderen
wordt de Blasiuszegen gegeven in de kerk om
12 uur.
WOENSDAG-avond, 7 uur Meisjescongre
gatie.
DONDERDAG-avond van 6 tot 7 uur gele
genheid om te biechten en om 7 uur oefening
van het Heilig Uur.
Na bet heilig uur lezing met lichtbeelden over
den H. Don Borco voor de leden van de jongens
congregatie.
VRIJDAG, eerste Vrijdag van de maand; om
kwart voor 8 uur gezongen H. Mis ter eere van
het H. Hart. De H. Communie wordt uitgereikt
om 6.30, 7 uur, 7.20 en 7.40 uur. Vervolgens ook
onder de gez. H. Mis. Des avonds Lof om 7 uur
ter eere van het H. Hart met akte van eere
boete.
ZATERDAG, biechthooren van 3 tot 5 uur en
van 6.30 tot 8 uur.
DONDERDAG as., 6 Februari, den feestdag
van den H. Titus, herdenkt de H. Vader den
verjaardag zijner Pauskeuze. De geloovigen wor
den dringend verzocht om vooral op dien dag
voor den H. Vader te bidden.
Parochie van de H.H. Martelaren van Gorcum
ZONDAG: 7.30 Vroegmis tot zekere intentie
Hoogmis 10 uur, voor de geestelijke en tijde
lijke belangen van alle parochianen.
MAANDAG voor Antonia Geertruida Fust.
DINSDAG voor Maria Sophia Pulsde
Groot.
WOENSDAG voor Antonius Hohensteijn.
DONDERDAG tot zekere intentie.
VRIJDAG: voor Theodoras Roelofszen.
ZATERDAG voor een overledene.
ZONDAG: Vroegmis voor Jacobus Heudik-
huizen en Guurtje van der Laan.
HEDEN' de eerste Zondag van de maand; al
gemeene H. Communie voor de leden van de Ma
ria-Congregaties. Feestdag van Maria Licht
mis. Vóór de Hoogmis de wiidïng en de uitdee
ling der kaarsen. Processie. Onder de H.H. Mis
sen de maandelijksche schaalcollecte voor de
groote nooden van onze arme parochie. Om 2
uur wordt de kerk geopend. 4 uur Lof met Ro
zenhoedje.
MAANDAG: Feestdag van St. Blasius: na de
H.H. Missen de Blasiuszegen.
DINSDAG en VRIJDAG algemeene H. Com
munie voor de schoolgaande jeugd.
VRIJDAG: Eerste Vrijdag van de maand;
ook om half zeven wordt de H. Communie uit
gereikt; van 7 uur af staat het Allerheiligste
ter aanbidding uitgesteld tot na de H. Mis van
8 uur.
Des avonds 7.30 Lof ter eere van het H. Hart
met rozenhoedje. Litanie en acte van toewij
ding aan het H. Hart.
Gelegenheid tot biechten dagelijks van 7 uur
af; Donderdagavond van 7—8 uur en Zaterdag
van 4.306 en van 78 uur.
Maria-Congregaties.
WOENSDAG 7 uur voor onze jongens.
DONDERDAG 8 uur voor gehuwde dames.
DONDERDAG 6 Februari vieren we den ver
jaardag van de Pauskeuze; op dien dag bij
zonder wordt een hartelijk gebed gevraagd voor
Z. H. den Paus.
s onze „Omroeper". Eiken avond weer opnieuw
preekt hij in 80.000 gezinnen, waar hij steeds
een trouw gehoor vindt. Zaken-Omroepers 50
ct. per regel. Particuliere Omroepers 20 ct. per
regel. Betrekkingen (gevraagd en aangeboden)
10 ct. per regel.
Ben jij dat, Anny?"
„Ja, Erik," riep het meisje, dat opgebeld
werd, „wat is er? Iets niet in orde?"
„Ik heb telegrafisch order gekregen, morgen
aan boord te zijn. We gaan dus van uit Ports
mouth onder stoom inplaats van de volgende
week."
„Wat een tegenvaller, zeg! En waar ga je
naar toe?"
„Naar de Japansche Zee," zei ik ontstemd, „en
we blijven achttien maanden weg. Heb je van
middag iets dringends te doen, Anny?"
„Laat ik eens kijken; neen, niets bijzonders."
„Dan ben ik van plan je met een roeibootje
te komen afhalen. Het is vandaag m'n laatste
middag. Ik ivil graag de rivier een beetje met
je op varen."
„En waarom?"
„Dat is weer net een vraag voor jou, Anny;
iemand met een vraag op den man af te over
rompelen; op een oogenblik dat hij er in 't
geheel niet aan denkt. Ik word altijd een beetje
in de war gebracht door jouw eigenaardige vrij
postigheid. En ik dacht nog wel, dat ik dit keer
m'n plannetje zorgvuldig kon verborgen houden,
om je er mee te ven-assen. Nuenfin
ik zal het je dan maar zeggen. Ik dacht zoo,
dat je wel graag die gramofoonplaten zou wil
len hooren uit dat nieuwe album; je weet wel,
die ik een paar dagen geleden gekocht heb. Het
zou jammer zijn, die aardige stukjes binnens
huis te spelen, vind je niet? Op 't water klinkt
het veel mooier."
„O, ja, dat zal heerlijk zijn!" riep Anny ver
heugd. „Ik zal m'n draagbare gramofoon mee
brengen, dan zullen we ons bootje onder de wil
gen vastleggen en naar de muziek luisteren.
Jammer, dat ik zoo vroeg thuis moet zijn; om
vijf uur al. Nu, over een half uur ben ik klaar."
„Prachtig!" zei ik, maar ik zei het met ge
mengde gevoelens.
Binnen 20 minuten roeide ik in de richting
der landingsplaats achter Anny's tuin. Daar zag
ik de tweelingen Lies en Mies, kinderen var.
9 jaar, staan, in gespannen verwachting zagen
ze me landen.
„Lies heeft aan 't sleutelgat geluisterd," zei
Mies, zonder een zweem van schaamte. „Je komt
om Anny en de gramofoon te halen, maar die
is stuk."
„Wat zeg je daar?"
„Ja, gisteren, in de muziekkamer. We draai
den haar op, totdat het heel langzaam ging en
toen draaiden we maar dooren met een
knal brak de veer. Nu, er is niet veel aan die
gramofoon verloren. We doen maar net, alsof
er niets gebeurd was. Maar als Anny er achter
komt, dan zit er wat voor ons op."
Het onverwachte nieuws scheen me te mooi
om waar te zijn.
„Wil je daarmee zeggen," vroeg ik haastig,
dat jullie haar gramofoon kapot hebben ge
maakt?"
Ik had de tweelingen wel willen omhelzen
Door die gramofoon zou m'n heele namiddag
bedorven zijn. Ik wist dat Anny, wanneer ze
eenmaal met nieuwe gramofoonplaten bezig
was, van geen uitscheiden wist en er weinig
kans zou zijn een of ander ernstig onderwerp
ter sprake te brengen. Als ze mij een beetje tijd
had gelaten, om na te denken, dan zou ik niet
voorgesteld hebben haar de nieuwe platen te
laten hooren.
„Ja," zei Lies, ,',en weet je wat ze laatst zei?"
„Dat ze ons een flink pak slaag zou geven!
riep Mies klagend, „en morgen is er een groot
sportfeest."
„Zoo," zei ik.
„Ja, en dan zijn we bang, dat ze ons niet
mee zal willen nemen. O, ze is verschrikkelijk,
die Anny."
„Maar zeg me nu eens," vroeg ik, „wat zou
Dien dag zorgden de kikkers en Tuimeltje er voor, dat ze
niet ondeugend meer waren en den dag daarop kwam kikker
Karei bij Tuimeltje om te gaan visschen. Jonge, jonge, Karei,
wat heb jij een mooi jasje aan, zei Tuimeltje. Dat moet ik van
den dokter, zei Karei, ik heb gisteren onder de pomp kou
gevat. Ga je mee visschen Tuimeltje. Best, zei Tuimieltje, ik
wil wel eens een groote snoek vangen.
Karei en Tuimeltje zochten onder het water een mooi plekje
op, waar de meeste visschen kwamen. Karei deed een stuk brood
aan een touwtje en gaf dat Tuimeltje in zün hand. Dat moet
je nou vasthouden, zei hij tegen Tuimeltje en dan zul je zien,
dat de visschen er van zelf aan komen hangen. Z09 gezegd,
zoo gedaan, Timeitje ging op een steen zitten en liet het
touwtje lustig heen en weer gaan.
Ha, in de verte zag je een groote visch. Nou, dacht Tuimeltje,
als ik die vang, zullen ze in het paleis opkijken. Maar Tui
meltje zou die groote visch nooit vangen, want met een reuze
vaart kwam het beest op Tuimeltje af en in plaats van in het
touwtje te bijten, kwam hij recht op de baard van Tuimeltje
toe en beet die half af. Op hetzelfde oogenblik greep er een
visch naar zijn neus en voelde hij dat er iemand -aan zijn muts
zat te trekken.
den jullie me aanraden om te doen?"
„Breng je platen hier en speel ze dan op de
groote gramofoon in 't salon," antwoordde da
delijk de slimme Lies, „dan ontdekt ze er in elk
geval niets van voor morgen. Misschien ziet ze
ook in geen da
gen naar de klei-
ne gramofoon
om."
De aanvaar
ding van dit
voorstel zou ech-
ter m'n heelen
namiddag in beslag nemen, m'n laatste kans
in achttien maanden!
„Neen, ik weet iets beter," zei ik. „Zie zoo,
kinderen, weest nu braaf en gaat nu bedaard
heen."
Toen Anny tien minuten later in den tuin
kwam, was ik bezig met in de boot te morrelen.
„Zeg eens, Erik," riep ze; „hoe staat het met
de gramofoonplaten?"
„Heel slecht. Toen ik ze uit de boot wilde
halen, liet ik ze uit dat verwenschte album
vallen."
„En natuurlijk aan gruizelementen niet? O,
hoe jammer!"
Ik zag toen pas, dat ze alleen een paar kussens
en een kleine opvouwbare tent bij zich had.
„Het spijt me vreeselijk, Erik," zei ze, „maar
de gramofoon is stuk."
Ze stapte in de boot, over de stukken der ge
broken gramofoonplaten heen. „De veer schijnt
het niet langer te hebben kunnen uithouden.
Maar daarom kunnen we toch wel naar de wil
gen roeien, niet?"
Toen ik dit hoorde, dacht ik even na. Ik had
de tweelingen beloofd over hun misdrijf te
zwijgen, en er daarbij niet aan gedacht, dat
Anny er nu reeds achter gekomen kon zijn.
,,'t Is in orde., 't zal gebeuren," zei ik.
Toen we midden in de rivier waren, begon, ik;
„Luister eens, Anny, ik zou toch niet te hard
voor ze zijn."
„Wie bedoel je, Erik?"
„De tweelingen. Het groote sportfeest komt
maar eens in 't jaar
„Wat bedoel je toch?" vroeg ze ongeduldig.
„En ze deden het toch heusch maar bij on
geluk, zei Lies."
„Wil je daarmee soms zeggen, dat die twee
rakkers van meiden weer in de muziekkamer op
m'n gramofoon gespeeld hebben nadat ik ze
zoo geducht onderhanden genomen heb? O, die
ondeugende nesten!"
„Maar het was hun schuld niet. Lies zei, dat
de veer brak
„De veer!" riep Annie opgewonden; „hebben
ze die gebroken?"
„Maar dat wist je toch, niet? Je wist toch,
dat de veer gebroken was?"
„Dat is de tweede keer in één maand. Ik zal
het ze inpeperenik zal ze leeren in 't ver
volg van m'n zaken af te blijven. Ik had er geen
idee van
„Maar je hebt me zoo juist gezegdmaar
wist je dan niet, dat de gramofoon inderdaad
stuk was, toen'je het mij vertelde? Heb je een
beetje gejokt?"
„Erik!
„Maar.... maar...." zoo begon ik weer te
vragen. „Waarom toch....?"
Een gloeiende blos kleurde haar wangen.
„Ik vond het niet prettig den heelen middag
te besteden aan het luisteren naar die gramo-
foonmuziek, en dat wel nu je naar de Japan
sche Zee gaat en we elkaar in geen anderhalf
jaar zullen weerzien. Ik dacht Erik, dat je..
Ik iiet haar niet uitspreken.
„Maar ik vond het absoluut niet noodig, om
je die muziek te laten hooren, Anny. Daarom
liet ik met opzet de platen aan gruizelementen
vallen. Ik sleepte die dingen alleen maar mee,
in de eerste plaats, omdat je me vroeg, waar
om.... Het is, zooals je weet, m'n laatste kans
vandaag, en ik had niet den moed om je zon
der omwegen voor ik uit vaar, ten huwelijk te
vragen."
„Je wilt met me trouwen? O, Erik!"
Na nog een minuut of tien door het riet ge
roeid te hebben, stond ik op en zei:
„Maar hier moeten we niet blijven, lieveling.
De tijd is daarvoor te kort. We moeten direct
naar de stad en daar een ring uitzoeken. En
wat dunkt je: Zouden we meteen geen gramo
foon voor de tweelingen koopen?"
Aanleg rioleering B. en W. stelden den raad
voor hen te machtigen tot het doortrekken van
het door de N.V. Bouw- en Exploitatie Mij. v. h.
Fa. Smit en Riezenkamp, te Wijk aan Duin, te
leggbn riool in de Geelvinckstraat te Velsen
Noord tot het Noordzeekanaal en hun daartoe
een crediet te verleenen van f 26000.
Burgerlijke Stand Geboren: C. BosKor,
d.; E. van OostWiersma z.; D. de Niet
van Houwelingen, d.; H. v. ParadijsOfficier,
z.; W. ZijlGenis, d.; C. G. Gozeling—Dijk
man, z.; C. v. d. Worpv. d. Berg, z.; A. M. F.
Jansen—Maue, z.; T. v. MeegenOtto, d.; A.
A. Webberster Beek z.
Overleden: J. J. E. Ooms, 70 jaar, weduwe
van J. F. A. Vlaanderen; A. v. Pel, 3 weken,
z. v. E. v. Pel; C. Prins, 79 jaar, weduwe van
J. Buisman; J. F. Dekkers, 57 jaar, ongeh.;
J. Voogt, 42 jaar, ongeh.; W. C. van Lemmelen,
67 jaar, echtgen. van M. I. C. Brugman.
si
Op een prachtigen Septemberavond toen
Jocelyn en Hadley van de patrijzenjacht,
waarmee ze dien dag hadden doorgebracht,
naar de Huize terugkeerden zagen ze een
ongewone figuur uit de richting van de oprij
laan op de hall tóestappen. Hadley bleef even
staan en beschaduwde zijn oogen met de
hand.
Hé, zei hij, dat is een Franciscaan, die
naar uw deur gaat ik ken ze, ik heb ze
in het buitenland meer gezien, ze zullen hier
ln het land ook wel zijn, maar ik geloof niet
dat ze hier in hun pij loopen.
Gewoonlijk niet, beaamde Jocelyn, over
den tuin die tusschen hen en het landhuisje
lag naar den geestelijke kijkend. En in deze
buurt is geen klooster.
De figuur in het bruine habijt bereikte op
dat oogenblik de halldeur. Blijkbaar werd hij
van binnen te woord gestaan, een oogenblik
later was hij achter dé deur verdwenen.
Lesbla wachtte haar echtgenoot in de hall op,
haar gelaat en haar oogen drukten een onge
wone verwondering uit.
Er zit een Italiaansche monnik op Je te
wachten, Jocelyn, zei ze. Hij is heeiemaai van
het uiterste puntje van Zuid-Italië gekomen,
expres om een onderhoud met je te hebben. Hij
spreekt Engelsch.
Terwijl ze sprak wees ze op de deur van de
bib'iotheek. Jocelyn liet h"ar en Hadley in de
hall staan en begaf zich naar de bibliotheek,
zich afvragend waarom een Franciscaan van
zoo ver naar hem toekwam.
De monnik stond met z'n kap op den rag
geduldig naai; den rozentuin te kijken. Toen
Jocelyn de kamer binnentrad en op hem toe
kwam, keerde hij zich om en maakte een
ernstige en vormelijke buiging.
Mr. Chenery? zei hij vragend. Jocelyn
boog op zijn beurt.
Wien heb ik het genoegen? vroeg hij.
Een Franciscaan, mr. Chenery wiens
naam en wiens klooster niets ter zake doen,
antwoordde de geestelijke. Ik heb een opdracht
te vervullen; vergun mij me van mijn taak te
kwijten en dan weder te vertrekken. Ik ben enkel
de brenger van een brief en van een pakje,
dat ik u persoonlijk moest overhandigen. Mr.
Chenery, herinnert u zich iemand die in deze
wereld Pepita Vespucci was?
Het onverwachte van deze vraag deed Jocelyn
opschrikken. Hij keek in het zwaar gerimpelde
olijfkleurige gelaat van den monnik, in die
donkere oogen, die onderzoekend op hem
waren gericht.
Pepita Vespucci was! zei hij ten slotte.
Is de signorina dood?
Pepita Vespucci is dood voor de wereld,
mr. Chenery, antwoordde de monnik met zijn
rustige stem. Ze heeft mü met deze zending
naar u belast, het afgeven van dezen brief en
van dit pakket.
Hij haalde uit zijn habijt een verzegelde
envelop te voorschijn en een pakje, gewik
keld in linnen, en eveneens zwaar verzegeld.
Jocelyn nam ze onwillekeurig aan, zich af
vragend wat dit nieuwe bedrijf beteekenen
kon in zijn overigens zoo kaflm verloopend
leven.
Ik zal wachten tot u den brief gelezen
hebt, mr. Chenery, om van u te vernemen of
u aan haar die Pepita Vespucci heette de
boodschap sturen wilt, die zij van u verlangt,
zei de monnik.
Ik ga dadelijk den brief lezen, ant
woordde Jocelyn. Intusschen mag ik u een ver-
frissching laten brengen en ik reken er op dat
ik u vannacht gastvriiheld, mag aanbieden.
Maar de geestelijke maakte een afwijzend
gebaar.
Ik ben u zeer dankbaar, mr. Chenery,
maar i£ moet met den avondtrein naar honden
terug, en in het dorp even voor het hek van
uw park heb ik een verfrissching gehad. Ik
zal blijven tot u den brief gelezen hebt en
het pakje hebt onderzocht.
Jocelyn nam brief en pakket, die op zoo
eigenaardige wijze aan hun adres waren ge
bracht, mee naar zün eigen kamer. Hü sneed
de verzegelde envelop open en haalde er een
velletje, dun briefpapier uit. Hü herkende
Pepita's fü'n Italiaansch handschrift; hij had
het al eer gezien. Hij ging voor zijn bureau
zitten en begon te lezen:
Waarde Mr. Chenery.
Dit is de laatste verbinding die ik nog ooit
met de wereld hebben zal. Van morgen af zal ik
voor haar als dood zijn, want dan neem ik den
sluier aan.
Men heeft mü bevolen en het is ook
niet anders dan mijn wensch dat ik mede-
deeling zou doen van bepaalde dingen die ge
beurd zün en waarin ik op ©enigerlei wijze
betrokken was, meer bijzonder te Londen. U
wilt me wel toestaan dat Ik die mededeeling
doe aan u.
Ik verzoek u in gedachte terug te gaan
naar den avond waarop Valentine Rederdale
stierf. Nadat u en de Amerikaan Hadley dien
avond 't huis hadden veriaten, kreeg ik bü toeval
kennis van hef geheim van de drie mannen,
mün opm Pietri Vespucci, dr. Kressler en Max
van Schleinitz. Ik kreeg er kennis van hoe zü
misbruik maakten van de vreeselijke ontdek
king die mijn vader jaren tevoren gedaan had.
Ik ontdekte ook dat zü de moordenaars waren
van Valentine Rederdale, op wiens dood zü
stonden uit vrees dat hij iets zou los laten over
het bestaan van den ring, dien hij uit Parijs
had meegebracht. Er bestonden zooals ik later
te weten kwam, slechts vier van die ringen.
Ze zün hol. en elk eraan was te een of anderen
tijd gevuld geweest met den doode1 ijken ether,
welke de macht heeft binnen een bepaald
rayon onmiddellijk alle leven te vernietigen.
U neemt mij wellicht niet kwalijk dat ik
u de intieme gevoelens vertel van mün hart?.
Hoewel ik officieel met Kressler verloofd was,
was ik heel erg gehecht aan Valentine Reder
dale en op een woord van hem zou ik mijn
verloving verbroken hebben. Toen ik de waar
heid kende omtrent zijn dood, had ik nog
slechts één gedachte: wraak.
Ik zag kans om volledig met al het doen en
laten van het drietal op de hoogte te komen;
dat was gemakkelük want zü vermoedden
niets. Ik kwam er achter dat Vespucci een
dubbel leven leidde. Ik kwam achter hun
plannen. Ik was het die er zorg voor droeg
dat u niet naar Hotel Petronia ging, door u
zooals u weet een sterk verdoovingsmiddel te
zenden, waardoor u in slaap viel. De Hemel is
mijn getuige dat ik mij gevoel als een moor
denares, want ik zou het leven van die jonge
mannen hebben kunnen redden maar ik was
krankzinnig van woede in dien tüd en van
wraakzucht en alleen aan voldoening van die
zucht kon ik denken. Toch dacht ik ook
aan u.
Het was mijn bedoeling persoonlijk Vespucci,
Kressler en Von Schleinitz te dooden. Ik erken
dat.
De tüd dien ik daarvoor uitkoos was de
ochtend na den avond waarop aan Vespucci
de losprüs in diamanten was uitbetaald. De
twee anderen zoudep dien avond heel laat
komen en blüven ontbüten. Ik weet veel van
krachtige vergiften af en dien avond maakte
ik er een klaar met de bedoeling het in hun
kofife te doen. Ze zouden het niet gemerkt
hebben; ze zouden binnen een paar minuten in
hevige pünen gestorven zün. maar met 't vo'le
bewustzün en ik zou in de gelegenheid zün
geweest over hen te triomfeeren. Maar ik heb
er aan te denken dat dergelijke gedachten
voortaan verre van mü dienen te blüven.
De wraak was onnoodlg. In de vroegte gingen
ze alle drie naar het laboratorium, ze moesten
nog ontbüten. Op mün eigen wi.ize wist ik het
laboratorium binnen te komen. Ze waren dood.
Ik weet niet wat er gebeurd was, maar ik kan
't mü wel voorstellen. Door eenlg toeval moeten
ze een spr 'te van dien fatalen ether hebben
laten ontsnappen en dat j§ nun dood geweest.
Ik zocht inderdaad alles bij elkaar wat er
was aan kostbare steenen. De diamanten, door
uw regeering uitbetaald, droeg Vespucci bij
zich, vele andere en ook vele paarfen bevonden
zich in zün brandkast. Ik nam ze alle mee en
ontvluchtte zonder moeite in de kleedü van
een zuster. Ik kwam hier in Italië en depo
neerde de juweelen op een bank, waar ze tot
vandaag bewaard zijn. Ik weet niet wat ik van
plan was te doen, maar ik werd door Gods
barmhartigheid door een zware ziekte ge
troffen; ik heb de dingen anders leeren zien,
en nu Ik weer geruimen tijd beter ben en mijn
hart tot in zün diepste schuilhoeken heb onder
zocht, nu heb ik met de wereld afgedaan; ik
verlang er niet meer naar terug.
Ik zend thans de juweelen, welke ik van
Londen meenam, naar u toe. Die welke door
uw regeering aan Vespucci werden uitbetaald,
bevinden zich in een afzonderlü'ke zeemleeren
zakje, verzegeld met zwart lak. Al'es is precies
zoals ik het op het lük vond. Die welke ik
in zijn brandkast aantrof, bevinden zich in het
andere zakje met rood lak. Ik weet niet, hoe hü
in het bezit er van geraakt is. Wat ik in ge
weten als mijn eigendom beschouwde, heb ik
afgestaan aan de communauteit waartoe ik
voortaan zal behooren.
Mijn wensch is thans, dat u den losprijs,
welke van uw regeering Is afgeperst, aan
haar zult teruggeven, en dat het overige zal
worden besteed voor liefdadigheid. Dit is de
laatste wensch van wie in de wereld was
PEPITA VESPUCCI.
Jocelyn begaf zich met den brief en met het
pakje naar Hadley en nam hem mee naar een
kamer, waar ze niet gestoord zouden worden.
Dan gaf hij den Amerikaan den brief in de
hand en liet hem lezen. En Hadley las en hü
perste de lippen samen en zün gezicht werd
strak. Hü legde het schrijven neer zonder com
mentaar.
Hebt u het pakje geopend? vroeg hü.
Nog niet, antwoordde Joce'yn.
het met rood lak verzegelde zakje bevindt,
merkte Hadley op.
Jocelyn sneed het touw door en verbrak de
zegels. In het cederhouten kistje, dat al deze
kostbaarheden omsloot, bevonden zich twee
zeemleeren zakjes. Jocelyn opende dat met het
roode zegel en schudde den schitterenden in
houd uit. Hadley keek en keek en streek de
kostbare dingen ten slotte weer in hun be
waarplaats.
Er zullen wel een aantal van Roy's diaman
ten tusschen zün, zei hij. Maar laat het ver
leden begraven zijn. Ik heb thans volkomen
zekerheid wie hem heeft vermoord, we zullen
de rest daarbij laten rusten. Ja, dat is een
goed idee, verkoop ze voor liefdadigheid. Stuur
dat arme meisje haar boodschap, Chenery
het komt me voor dat we dit hoofdstuk kunnen
afsluiten.
Jocelyn ging terug naar de biblotheek. De
geestelüke stond op en bleef in afwachtende
houding staan.
Zeg aan haar, die u gezonden heeft, zei
Jocelyn, dat haar wenschen letterlijk zullen
worden vervuld.
De Franciscaan boog en begaf zich zonder
een woord te zeggen met vluggen pas naar de
deur.
En zeg haar ook, voegde Jocelyn, die hem
volgde, eraan toe, dat ik hoop, dat zü in het
nieuwe leven waarvan zii spreekt, haar geluk
moge vinden.
De monnik keerde zich om.
En vergetelheid, zei hü. Dan maakte hij
nogmaals een buiging en ging heen.
Jocelyn keerde naar Hadley terug. Met de
hancten m de zakken stond deze naar de zeem
leeren zakjes te kijken. Zonder iets te zeggen,
deed Jocelyn het pakket weer dicht, zegelde het
en plaatste het in een safe. Hij wierp de deur
met een smak dicht en het was Hadley of hij uit
een droom ontwaakte.
Ja, Chenery, zei hij dan, 't hoofdstuk is,
geloof ik, afgesloten.
.EINDE