UIT DEN OMTREK <KetvM&aal mn dag KWIEK EN VIEF Wat Kikker Karei en Tuimeltje beleefden KERKLIJSTEN 1e|oSPRIJS voob londem ZATERDAG 1 FEBRUARI 1936 NARCISSEN-EXPOSITIE TE SASSENHEIM Er zal veel te zien zijn BLOEMBOLLENKWEEKER MISHANDELD BLOEMEND AAL BENNEBROEK ZAANDAM VERMIJDT EEN SPRONG IN 'T DUISTER! 'T KALF (Zaandam) PAROCHIE VAN DE H. MARIA MAGDALENA KOOG-ZAANDIJK De tweelingen VELSEN DOOR FLETCHER Ik zou wel eens willen zien, wat zich in, Kweekersblad meldt, dat de groote jaar- tljksche speciale Narcissen tentoonstelling te Sassenheim op Dinsdag 18 Februari zal wor den geopend. Vernomen wordt, dat er flinke deelname en veel nieuws te verwachten is. Voor deze tentoonstelling zijn twee zilveren Wisselbekers, twee medailles, en een kunst voorwerp uitgeloofd, terwijl als leden van de jury zijn uitgenoodigd de Heeren: Chr. Eg- gink, D. W. Lefeber, J. M. van Til, J. v. d. Wilde en J. F. Ch. Dix. De plv.-politierechter te Den Haag', prof. mr. van Bemmelen heeft Vrijdag in de zaak tegen de gebroeders J. P. N., bloembollenkweeker te Limmen, en C. J. N., bloembollenkweeker te Heiloo en C. J. O., aannemer te Haarlem, schor sing van behandeling bevolen, teneinde de op deze zaak betrekking hebbende stukken in han den van den rechter-commissaris te stellen. Deze drie verdachten zouden op 10 Mei 1935 den heer A. Berg, bloembollenkweeker te Sassenheim, mishandeld hebben en toen zij op 24 Januari voor den politierechter terecht stonden, eischte de officier van Justitie tegen ieder vijftig gul den subs. 25 dagen. Gevonden voorwerpen Gevonden en terug te bekomen büKennel Haerlem, een klein bruin hondje; De Haas, Alberdingk Thijmlaan 63, Bloemendaal, een klein bruin hondje; Bakker. Leidschevaart 76, Vogelenzang, een lichtgele hond; P. G. Onwezen, Veldlaan 41, Aerdenhout; een rijwielbelastingmerk: Crommelin, Spiegelen - burghlaan 8, Aerdenhout, een huissleutel; Ken nel Ridderstraat 11, Haarlem, een Iersche setter; Daam, Goudsbloemplein 6, Ardenhout, en gou den manchetknoop; A. Heijstek, Leidschevaart 84, Vogelenzang, een paar regenpijpen; H. de Jong, Vossenlaan 18, Hillegom, een damestaschje met inhoud; Smit, Theeschenkerij, Brouwers kolk, een zwarte hond; aan den politiepost te Aerdenhout een alpinomuts; een kinderhand schoen: een sleutelring met één sleutel; een gladde zilveren armbandaan het bureau van politie Overveen: een heerenhandschoen; een jongensjasje; een wollen heerenhandschoen; een kinderhandschoentje. Raadsvergadering Donderdagavond kwam de raad in voltallige zitting bijeen onder leiding van burgemeester K. J. G. baron van Harden- broek. Voordat tot de agenda werd overgegaan herdacht de voorzitter den oud-wethouder, den heer P. Bakker. Spr. zeide, dat door den heer Bakker als raadslid en wethouder veel goeds voor de gemeente tot stand was gebracht, hij was een man die zich ook als mensch steeds van een goede zijde had doen kennen. Namens den raad en de gemeente bracht spr. daarvoor zijn dank. De korte toespraak van den burge meester werd staande aangehoord. Hierna zeide de voorzitter, dat hij, alvorens met de agenda te beginnen, bij deze eerste raadsvergadering van 1936 aan de raadsleden 'en alle inwoners van Bennebroek het beste toewenschte. Hierna kwam de gemeentebegrooting 1936 aan de orde. De heer Dubbis zeide, dat een salarisverhoo- ging voor beide wethouders van 50 op f 200, viermaal het eerste bedrag zou zijn. Spr. dacht dat het werk van wethouder altijd meer lief dewerk was. De belasting is zwaar, laten we ons voor de gemeente geven. Ook de heer De Vries vond den sprong te groot. Het voorstel Dubbis om 100 te geven werd met 4 tegen 3 stemmen verworpen. Vervolgens zeide de heer Dubbis, dat de post op de begrooting voor volksfeesten een blaam voor de begrooting is en moest daarop niet voorkomen. Een voorstel daarom trent werd met 5 tegen 2 stemmen verworpen. De heer De Vries dringt aan op grondige verbetering van de wegen. Spr. had op be lastingverlaging gehoopt en door vertrek van inwoners moet nu een kleine groep betalen. Spr. vroeg of de raad ziéh niet voor annexatie bij Heemstede zou uitspreken. De voorzitter zeide nu: Wat deze annexatie-denkbeelden betreft, die schijnbaar uitgaan van de vereeni- ging „Bennebroeks Belang", kan ik alleen dit zéggen, dat de raad en ik zijn benoemd om de gemeente Bennebroek zoo goed mogelijk te be sturen en te beheeren, en niet om de ge meente te liquideeren en aan den meest biedende te verkoopen. Iedere particulier, maar ook iedere gemeente, iedere provincie en ieder Rijk heeft z.g. moeilijk heden maar het gaat niet aan en het gaat niet op om die af te schuiven op anderen. Als zijnde buiten de orde en liggende buiten de competentie van den raad, althans in dit stadium, kan ik hierover geen enkele discussie toelaten. Een dergelijk voorstel breng ik niet in stemming. Wil een groepje nieuwe'ingen het beter weten, dan beseffe men wel dat dit gevent met de ge meente meer kwaad dan goed sticht en dat ongetwijfeld nu al gedaan heeft. Komt er eenige verlichting in werkgelegen heid dan zijn wij er, en zie ik kans van Benne broek een van de voordeeligste gemeenten van Nederland te maken. Het zou grooter dwaas heid zijn deze mogelijkheid te vergooien voor een tijdelijk en zeer dubieus gewin, dat boven dien nog voor Heemstede acceptabel moet blijken te zijn. De begrcoting werd daarna aangenomen met de stemmen van de heeren Dubbis en De Vries tegen. Na korte rondvraag sluiting. (Vervolg) PAROCHIE VAN DEN H. BONIFATIUS Spreekuur aan de Pastorie liefst 's morgens van 910 en 's avonds van half 88 uur. Telefoon 4807 Giro 58001 ZONDAG, ie Zondag van de maand Febr. Feest van Maria Lichtmis. De stille H.H. Missen om 6, 7 en half 9, kwart voor 10 Kindermis, uitsluitend voor kinderen toegankelijk; om tien minuten over half 11 begint de „Asperges"; de Hoogmis om kwart voor 11. Voor de Hoogmis wijding, uitdeeling en processie met de gewijde kaarsen. Onder de H.H. Missen schaalcollecte voor de priesterstudenten van de eigen paro chie. Om 12.15 Katechismus voor de jongens- 's Avonds 7 uur Lof en preek. Eerste dag van de novene ter eere van O. L. Vrouw van Lour- des; 4 uur oefening van de Derde Orde. In de week de H.H. Missen om 6.45, 7.30, 8 en 9 uur. MAANDAG geen H. Mis om half 8. Feest van den H. Blasius. De Blasiuszegen wordt gegeven om kwart vóór 7, half 8 en na de H.H. Missen en na het Lof. Om 7 uur Lof en novene-gebe den. 8 uur H. Familie afd. mannen. DINSDAG om 7 uur Lof en novene-gebeden. WOENSDAG le der 7 Woensdagen, die het feest van den H. Jozef voorafgaan; om 3 uur Kat. voor de meisjes; om 7 uur Lof en novene gebeden; om 8.30 uur verplichte vergadering der St. Jozefgezellenvereeniging; kwart over 8 groote vergadering in het Vereen.-gebouw voor alle gehuwde mannen tot herstel van het gezin. DONDERDAG om 11.30 en 4 uur biechtgele genheid voor de schoolkinderen van de Meis jesschool. 's Avonds van 6.308.30 biechtgele genheid; om 7 uur Lof en novenegebeden. VRIJDAG, 1ste Vrijdag v. d. maand. De H. Communie wordt uitgereikt om 6 en 6.30; om kwart voor 8 de gez. H. Mis; 's avonds om 7 uur Lof met novenegebeden. ZATERDAG alg. H. Communie voor de kin deren. Biechtgelegenheid van 4 uur tot half 9; 's avonds 7 uur Lof ter eere van de H. Maagd Maria voor de bekeering van de zondaars met novenegebeden. As. ZONDAG Septuagesima. Na de Hoogmis Te Deum ter gelegenheid van het Kronings feest van Z. H. den Paus. N.B. 1. Dezen Zondag begint de novene ter eere van O. L. Vrouw van Lourdes. Alle dagen van de novene zal er een kort Lof zijn, waarbij allen meezingen, met rozenhoedje en gebeden van de novene, intenties, die men aan O. L. Vr. van Lourdes wil aanbevelen, doe men in de bus van de pastorie, deze zullen 's avonds worden voorgelezen. 2. Deze Zondag is het feest van Maria Licht mis. Om half 11 de plechtige wijding der kaar sen. Daarna uitdeeling en eerherstellende pro cessie ter eere van Christus, het Licht, dat de duisternis van het heidendom verdrijft. Allen, die een kaars hebben, worden verzocht zich bü de processie aan te sluiten. Men offere voor VEELVULDIG ZIJN DE AANBIEDINGEN EN DIVERSE METHODEN WORDEN U AANBEVOLEN VOOR UW STUDIE IN DE MODERNE TALEN. DE BERLITZ SCHOOL BIEDT U DE VOORDEELEN VAN HAAR ONDERVINDING VAN RUIM EEN HALVE EEUW. GROOTE JtOUTSTRAAT 14 rood. de kaars minstens 25 ct. Onder de H. Mis wor den de kaarsen ontstoken bij het Evangelie, voor de Consecratie tot na de Communie. 3. Woensdagavond is een groote vergadering van alle gehuwde mannen van de parochie om kvyart over 8. De zeereerw. heer pastoor houdt een rede; „De plaats van het gezin in onze samenleving". De vergadering wordt opgeluis terd met zang en declamatie. Men wordt ver zocht het foldertje over de Kath. gezinsgebrui ken (dat aan huis is bezorgd) mede te brengen. ZONDAG 7.30, tot eerherstel ter eere van het H. Hart van Jesus, voor de zelatricen en leden van het Apostolaat des Gebeds; 10 uur tot gees telijk en tijdelijk welzijn van de parochie, voor al van de leden der beide Maria-ccngregaties. i MAANDAG, 7 uur voor Henrica van der Wardt, geb. Koebolt; 7.45 gezongen maandstond voor Matthijs Bont. Aan het zij-altaar voor de leden der Eeuwige Memorie. DINSDAG, ter eere van Onze Lieve Vrouw van Altijddurenden Bijstand. WOENSDAG, voor de Wed. Emma Beijer— Koomen. DONDERDAG, voor Jacob Sombroek en over leden familie. VRIJDAG, 7.45 gezongen H. Mis ter eere van het H. Hart voor de leden van Gedurige aan bidding. ZATERDAG, 7.45 Gezongen Jaargetijde voor Wilhelmina Luttikhuijzen. ZONDAG, 7.30 voor Catharina Anna Zwager Hooijschuur; 10 uur voor het geestelijk en tijde lijk welzijn van de parochie. HEDEN, vierde Zondag na Driekoningen, eerste Zondag van de maand en feestdag van Maria Lichtmis. Na de Vroegmis algemeene 'H. Communie voor de leden van het Apostolaat des Gebeds. On der de Hoogmis Algemeene H. Communie voor de leden van de Meisjes-congregatie, die heden avond haar opdracht zullen doen of die opdracht zullen vernieuwen. Voor de Hoogmis kaarsen wij ding. De parochia nen worden verzocht na de wijding der kaarsen aan de Communiebank een kaars uit de hand van den priester te komen ontvangen en die kaars brandend in de hand te houden onder het zingen van het Evangelie en gedurende den Ca non, dat wil dus zeggen van af de Praefatie tot en met de Communie van den priester. Bij het gaan halen der kaarsen gaat men door het middenpad naar de Communiebank en van de Communiebank langs de zijpaden naar zijn plaats terug. Aan beide kanten van de Commu niebank staat een schaal voor de offertjes der kaarsen. Wanneer de parochianen allen eenige centen op die schaal doen ben ik tevreden. De kaars mogen de parochianen dan mee naar huis nemen. Het is een vroom gebruik om van de kaarsen, die vandaag gewijd worden er een paar mede naar te huis nemen om deze dan bij ziekte of bij andere gelegenheden thuis te laten bran den. HEDEN, onder de H.H. Missen schaalcollecte voor onze eigen kerk. Bijzonder aanbevolen. As. Zondag schaalcollecte voor de priesterstuden ten van onze parochie. HEDEN-middag, 2.15 catechismus. Om 7 uur plechtig Lof met preek en Opdracht van meer dere leden der meisjes-congregatie. Na de Hoogmis wordt gezongen lied no. 39 en na het Lof Lied no. 55 MAANDAG, feestdag van den H. Blasius; om 7 uur een H. Mis en om 7.45 u. gezongen maand stond voor Matthijs Bont. De zegen van den H. Blasius wordt gegeven na de H. Mis van 7 uur en na de gezongen maandstond. Voor de kinderen wordt de Blasiuszegen gegeven in de kerk om 12 uur. WOENSDAG-avond, 7 uur Meisjescongre gatie. DONDERDAG-avond van 6 tot 7 uur gele genheid om te biechten en om 7 uur oefening van het Heilig Uur. Na bet heilig uur lezing met lichtbeelden over den H. Don Borco voor de leden van de jongens congregatie. VRIJDAG, eerste Vrijdag van de maand; om kwart voor 8 uur gezongen H. Mis ter eere van het H. Hart. De H. Communie wordt uitgereikt om 6.30, 7 uur, 7.20 en 7.40 uur. Vervolgens ook onder de gez. H. Mis. Des avonds Lof om 7 uur ter eere van het H. Hart met akte van eere boete. ZATERDAG, biechthooren van 3 tot 5 uur en van 6.30 tot 8 uur. DONDERDAG as., 6 Februari, den feestdag van den H. Titus, herdenkt de H. Vader den verjaardag zijner Pauskeuze. De geloovigen wor den dringend verzocht om vooral op dien dag voor den H. Vader te bidden. Parochie van de H.H. Martelaren van Gorcum ZONDAG: 7.30 Vroegmis tot zekere intentie Hoogmis 10 uur, voor de geestelijke en tijde lijke belangen van alle parochianen. MAANDAG voor Antonia Geertruida Fust. DINSDAG voor Maria Sophia Pulsde Groot. WOENSDAG voor Antonius Hohensteijn. DONDERDAG tot zekere intentie. VRIJDAG: voor Theodoras Roelofszen. ZATERDAG voor een overledene. ZONDAG: Vroegmis voor Jacobus Heudik- huizen en Guurtje van der Laan. HEDEN' de eerste Zondag van de maand; al gemeene H. Communie voor de leden van de Ma ria-Congregaties. Feestdag van Maria Licht mis. Vóór de Hoogmis de wiidïng en de uitdee ling der kaarsen. Processie. Onder de H.H. Mis sen de maandelijksche schaalcollecte voor de groote nooden van onze arme parochie. Om 2 uur wordt de kerk geopend. 4 uur Lof met Ro zenhoedje. MAANDAG: Feestdag van St. Blasius: na de H.H. Missen de Blasiuszegen. DINSDAG en VRIJDAG algemeene H. Com munie voor de schoolgaande jeugd. VRIJDAG: Eerste Vrijdag van de maand; ook om half zeven wordt de H. Communie uit gereikt; van 7 uur af staat het Allerheiligste ter aanbidding uitgesteld tot na de H. Mis van 8 uur. Des avonds 7.30 Lof ter eere van het H. Hart met rozenhoedje. Litanie en acte van toewij ding aan het H. Hart. Gelegenheid tot biechten dagelijks van 7 uur af; Donderdagavond van 7—8 uur en Zaterdag van 4.306 en van 78 uur. Maria-Congregaties. WOENSDAG 7 uur voor onze jongens. DONDERDAG 8 uur voor gehuwde dames. DONDERDAG 6 Februari vieren we den ver jaardag van de Pauskeuze; op dien dag bij zonder wordt een hartelijk gebed gevraagd voor Z. H. den Paus. s onze „Omroeper". Eiken avond weer opnieuw preekt hij in 80.000 gezinnen, waar hij steeds een trouw gehoor vindt. Zaken-Omroepers 50 ct. per regel. Particuliere Omroepers 20 ct. per regel. Betrekkingen (gevraagd en aangeboden) 10 ct. per regel. Ben jij dat, Anny?" „Ja, Erik," riep het meisje, dat opgebeld werd, „wat is er? Iets niet in orde?" „Ik heb telegrafisch order gekregen, morgen aan boord te zijn. We gaan dus van uit Ports mouth onder stoom inplaats van de volgende week." „Wat een tegenvaller, zeg! En waar ga je naar toe?" „Naar de Japansche Zee," zei ik ontstemd, „en we blijven achttien maanden weg. Heb je van middag iets dringends te doen, Anny?" „Laat ik eens kijken; neen, niets bijzonders." „Dan ben ik van plan je met een roeibootje te komen afhalen. Het is vandaag m'n laatste middag. Ik ivil graag de rivier een beetje met je op varen." „En waarom?" „Dat is weer net een vraag voor jou, Anny; iemand met een vraag op den man af te over rompelen; op een oogenblik dat hij er in 't geheel niet aan denkt. Ik word altijd een beetje in de war gebracht door jouw eigenaardige vrij postigheid. En ik dacht nog wel, dat ik dit keer m'n plannetje zorgvuldig kon verborgen houden, om je er mee te ven-assen. Nuenfin ik zal het je dan maar zeggen. Ik dacht zoo, dat je wel graag die gramofoonplaten zou wil len hooren uit dat nieuwe album; je weet wel, die ik een paar dagen geleden gekocht heb. Het zou jammer zijn, die aardige stukjes binnens huis te spelen, vind je niet? Op 't water klinkt het veel mooier." „O, ja, dat zal heerlijk zijn!" riep Anny ver heugd. „Ik zal m'n draagbare gramofoon mee brengen, dan zullen we ons bootje onder de wil gen vastleggen en naar de muziek luisteren. Jammer, dat ik zoo vroeg thuis moet zijn; om vijf uur al. Nu, over een half uur ben ik klaar." „Prachtig!" zei ik, maar ik zei het met ge mengde gevoelens. Binnen 20 minuten roeide ik in de richting der landingsplaats achter Anny's tuin. Daar zag ik de tweelingen Lies en Mies, kinderen var. 9 jaar, staan, in gespannen verwachting zagen ze me landen. „Lies heeft aan 't sleutelgat geluisterd," zei Mies, zonder een zweem van schaamte. „Je komt om Anny en de gramofoon te halen, maar die is stuk." „Wat zeg je daar?" „Ja, gisteren, in de muziekkamer. We draai den haar op, totdat het heel langzaam ging en toen draaiden we maar dooren met een knal brak de veer. Nu, er is niet veel aan die gramofoon verloren. We doen maar net, alsof er niets gebeurd was. Maar als Anny er achter komt, dan zit er wat voor ons op." Het onverwachte nieuws scheen me te mooi om waar te zijn. „Wil je daarmee zeggen," vroeg ik haastig, dat jullie haar gramofoon kapot hebben ge maakt?" Ik had de tweelingen wel willen omhelzen Door die gramofoon zou m'n heele namiddag bedorven zijn. Ik wist dat Anny, wanneer ze eenmaal met nieuwe gramofoonplaten bezig was, van geen uitscheiden wist en er weinig kans zou zijn een of ander ernstig onderwerp ter sprake te brengen. Als ze mij een beetje tijd had gelaten, om na te denken, dan zou ik niet voorgesteld hebben haar de nieuwe platen te laten hooren. „Ja," zei Lies, ,',en weet je wat ze laatst zei?" „Dat ze ons een flink pak slaag zou geven! riep Mies klagend, „en morgen is er een groot sportfeest." „Zoo," zei ik. „Ja, en dan zijn we bang, dat ze ons niet mee zal willen nemen. O, ze is verschrikkelijk, die Anny." „Maar zeg me nu eens," vroeg ik, „wat zou Dien dag zorgden de kikkers en Tuimeltje er voor, dat ze niet ondeugend meer waren en den dag daarop kwam kikker Karei bij Tuimeltje om te gaan visschen. Jonge, jonge, Karei, wat heb jij een mooi jasje aan, zei Tuimeltje. Dat moet ik van den dokter, zei Karei, ik heb gisteren onder de pomp kou gevat. Ga je mee visschen Tuimeltje. Best, zei Tuimieltje, ik wil wel eens een groote snoek vangen. Karei en Tuimeltje zochten onder het water een mooi plekje op, waar de meeste visschen kwamen. Karei deed een stuk brood aan een touwtje en gaf dat Tuimeltje in zün hand. Dat moet je nou vasthouden, zei hij tegen Tuimeltje en dan zul je zien, dat de visschen er van zelf aan komen hangen. Z09 gezegd, zoo gedaan, Timeitje ging op een steen zitten en liet het touwtje lustig heen en weer gaan. Ha, in de verte zag je een groote visch. Nou, dacht Tuimeltje, als ik die vang, zullen ze in het paleis opkijken. Maar Tui meltje zou die groote visch nooit vangen, want met een reuze vaart kwam het beest op Tuimeltje af en in plaats van in het touwtje te bijten, kwam hij recht op de baard van Tuimeltje toe en beet die half af. Op hetzelfde oogenblik greep er een visch naar zijn neus en voelde hij dat er iemand -aan zijn muts zat te trekken. den jullie me aanraden om te doen?" „Breng je platen hier en speel ze dan op de groote gramofoon in 't salon," antwoordde da delijk de slimme Lies, „dan ontdekt ze er in elk geval niets van voor morgen. Misschien ziet ze ook in geen da gen naar de klei- ne gramofoon om." De aanvaar ding van dit voorstel zou ech- ter m'n heelen namiddag in beslag nemen, m'n laatste kans in achttien maanden! „Neen, ik weet iets beter," zei ik. „Zie zoo, kinderen, weest nu braaf en gaat nu bedaard heen." Toen Anny tien minuten later in den tuin kwam, was ik bezig met in de boot te morrelen. „Zeg eens, Erik," riep ze; „hoe staat het met de gramofoonplaten?" „Heel slecht. Toen ik ze uit de boot wilde halen, liet ik ze uit dat verwenschte album vallen." „En natuurlijk aan gruizelementen niet? O, hoe jammer!" Ik zag toen pas, dat ze alleen een paar kussens en een kleine opvouwbare tent bij zich had. „Het spijt me vreeselijk, Erik," zei ze, „maar de gramofoon is stuk." Ze stapte in de boot, over de stukken der ge broken gramofoonplaten heen. „De veer schijnt het niet langer te hebben kunnen uithouden. Maar daarom kunnen we toch wel naar de wil gen roeien, niet?" Toen ik dit hoorde, dacht ik even na. Ik had de tweelingen beloofd over hun misdrijf te zwijgen, en er daarbij niet aan gedacht, dat Anny er nu reeds achter gekomen kon zijn. ,,'t Is in orde., 't zal gebeuren," zei ik. Toen we midden in de rivier waren, begon, ik; „Luister eens, Anny, ik zou toch niet te hard voor ze zijn." „Wie bedoel je, Erik?" „De tweelingen. Het groote sportfeest komt maar eens in 't jaar „Wat bedoel je toch?" vroeg ze ongeduldig. „En ze deden het toch heusch maar bij on geluk, zei Lies." „Wil je daarmee soms zeggen, dat die twee rakkers van meiden weer in de muziekkamer op m'n gramofoon gespeeld hebben nadat ik ze zoo geducht onderhanden genomen heb? O, die ondeugende nesten!" „Maar het was hun schuld niet. Lies zei, dat de veer brak „De veer!" riep Annie opgewonden; „hebben ze die gebroken?" „Maar dat wist je toch, niet? Je wist toch, dat de veer gebroken was?" „Dat is de tweede keer in één maand. Ik zal het ze inpeperenik zal ze leeren in 't ver volg van m'n zaken af te blijven. Ik had er geen idee van „Maar je hebt me zoo juist gezegdmaar wist je dan niet, dat de gramofoon inderdaad stuk was, toen'je het mij vertelde? Heb je een beetje gejokt?" „Erik! „Maar.... maar...." zoo begon ik weer te vragen. „Waarom toch....?" Een gloeiende blos kleurde haar wangen. „Ik vond het niet prettig den heelen middag te besteden aan het luisteren naar die gramo- foonmuziek, en dat wel nu je naar de Japan sche Zee gaat en we elkaar in geen anderhalf jaar zullen weerzien. Ik dacht Erik, dat je.. Ik iiet haar niet uitspreken. „Maar ik vond het absoluut niet noodig, om je die muziek te laten hooren, Anny. Daarom liet ik met opzet de platen aan gruizelementen vallen. Ik sleepte die dingen alleen maar mee, in de eerste plaats, omdat je me vroeg, waar om.... Het is, zooals je weet, m'n laatste kans vandaag, en ik had niet den moed om je zon der omwegen voor ik uit vaar, ten huwelijk te vragen." „Je wilt met me trouwen? O, Erik!" Na nog een minuut of tien door het riet ge roeid te hebben, stond ik op en zei: „Maar hier moeten we niet blijven, lieveling. De tijd is daarvoor te kort. We moeten direct naar de stad en daar een ring uitzoeken. En wat dunkt je: Zouden we meteen geen gramo foon voor de tweelingen koopen?" Aanleg rioleering B. en W. stelden den raad voor hen te machtigen tot het doortrekken van het door de N.V. Bouw- en Exploitatie Mij. v. h. Fa. Smit en Riezenkamp, te Wijk aan Duin, te leggbn riool in de Geelvinckstraat te Velsen Noord tot het Noordzeekanaal en hun daartoe een crediet te verleenen van f 26000. Burgerlijke Stand Geboren: C. BosKor, d.; E. van OostWiersma z.; D. de Niet van Houwelingen, d.; H. v. ParadijsOfficier, z.; W. ZijlGenis, d.; C. G. Gozeling—Dijk man, z.; C. v. d. Worpv. d. Berg, z.; A. M. F. Jansen—Maue, z.; T. v. MeegenOtto, d.; A. A. Webberster Beek z. Overleden: J. J. E. Ooms, 70 jaar, weduwe van J. F. A. Vlaanderen; A. v. Pel, 3 weken, z. v. E. v. Pel; C. Prins, 79 jaar, weduwe van J. Buisman; J. F. Dekkers, 57 jaar, ongeh.; J. Voogt, 42 jaar, ongeh.; W. C. van Lemmelen, 67 jaar, echtgen. van M. I. C. Brugman. si Op een prachtigen Septemberavond toen Jocelyn en Hadley van de patrijzenjacht, waarmee ze dien dag hadden doorgebracht, naar de Huize terugkeerden zagen ze een ongewone figuur uit de richting van de oprij laan op de hall tóestappen. Hadley bleef even staan en beschaduwde zijn oogen met de hand. Hé, zei hij, dat is een Franciscaan, die naar uw deur gaat ik ken ze, ik heb ze in het buitenland meer gezien, ze zullen hier ln het land ook wel zijn, maar ik geloof niet dat ze hier in hun pij loopen. Gewoonlijk niet, beaamde Jocelyn, over den tuin die tusschen hen en het landhuisje lag naar den geestelijke kijkend. En in deze buurt is geen klooster. De figuur in het bruine habijt bereikte op dat oogenblik de halldeur. Blijkbaar werd hij van binnen te woord gestaan, een oogenblik later was hij achter dé deur verdwenen. Lesbla wachtte haar echtgenoot in de hall op, haar gelaat en haar oogen drukten een onge wone verwondering uit. Er zit een Italiaansche monnik op Je te wachten, Jocelyn, zei ze. Hij is heeiemaai van het uiterste puntje van Zuid-Italië gekomen, expres om een onderhoud met je te hebben. Hij spreekt Engelsch. Terwijl ze sprak wees ze op de deur van de bib'iotheek. Jocelyn liet h"ar en Hadley in de hall staan en begaf zich naar de bibliotheek, zich afvragend waarom een Franciscaan van zoo ver naar hem toekwam. De monnik stond met z'n kap op den rag geduldig naai; den rozentuin te kijken. Toen Jocelyn de kamer binnentrad en op hem toe kwam, keerde hij zich om en maakte een ernstige en vormelijke buiging. Mr. Chenery? zei hij vragend. Jocelyn boog op zijn beurt. Wien heb ik het genoegen? vroeg hij. Een Franciscaan, mr. Chenery wiens naam en wiens klooster niets ter zake doen, antwoordde de geestelijke. Ik heb een opdracht te vervullen; vergun mij me van mijn taak te kwijten en dan weder te vertrekken. Ik ben enkel de brenger van een brief en van een pakje, dat ik u persoonlijk moest overhandigen. Mr. Chenery, herinnert u zich iemand die in deze wereld Pepita Vespucci was? Het onverwachte van deze vraag deed Jocelyn opschrikken. Hij keek in het zwaar gerimpelde olijfkleurige gelaat van den monnik, in die donkere oogen, die onderzoekend op hem waren gericht. Pepita Vespucci was! zei hij ten slotte. Is de signorina dood? Pepita Vespucci is dood voor de wereld, mr. Chenery, antwoordde de monnik met zijn rustige stem. Ze heeft mü met deze zending naar u belast, het afgeven van dezen brief en van dit pakket. Hij haalde uit zijn habijt een verzegelde envelop te voorschijn en een pakje, gewik keld in linnen, en eveneens zwaar verzegeld. Jocelyn nam ze onwillekeurig aan, zich af vragend wat dit nieuwe bedrijf beteekenen kon in zijn overigens zoo kaflm verloopend leven. Ik zal wachten tot u den brief gelezen hebt, mr. Chenery, om van u te vernemen of u aan haar die Pepita Vespucci heette de boodschap sturen wilt, die zij van u verlangt, zei de monnik. Ik ga dadelijk den brief lezen, ant woordde Jocelyn. Intusschen mag ik u een ver- frissching laten brengen en ik reken er op dat ik u vannacht gastvriiheld, mag aanbieden. Maar de geestelijke maakte een afwijzend gebaar. Ik ben u zeer dankbaar, mr. Chenery, maar i£ moet met den avondtrein naar honden terug, en in het dorp even voor het hek van uw park heb ik een verfrissching gehad. Ik zal blijven tot u den brief gelezen hebt en het pakje hebt onderzocht. Jocelyn nam brief en pakket, die op zoo eigenaardige wijze aan hun adres waren ge bracht, mee naar zün eigen kamer. Hü sneed de verzegelde envelop open en haalde er een velletje, dun briefpapier uit. Hü herkende Pepita's fü'n Italiaansch handschrift; hij had het al eer gezien. Hij ging voor zijn bureau zitten en begon te lezen: Waarde Mr. Chenery. Dit is de laatste verbinding die ik nog ooit met de wereld hebben zal. Van morgen af zal ik voor haar als dood zijn, want dan neem ik den sluier aan. Men heeft mü bevolen en het is ook niet anders dan mijn wensch dat ik mede- deeling zou doen van bepaalde dingen die ge beurd zün en waarin ik op ©enigerlei wijze betrokken was, meer bijzonder te Londen. U wilt me wel toestaan dat Ik die mededeeling doe aan u. Ik verzoek u in gedachte terug te gaan naar den avond waarop Valentine Rederdale stierf. Nadat u en de Amerikaan Hadley dien avond 't huis hadden veriaten, kreeg ik bü toeval kennis van hef geheim van de drie mannen, mün opm Pietri Vespucci, dr. Kressler en Max van Schleinitz. Ik kreeg er kennis van hoe zü misbruik maakten van de vreeselijke ontdek king die mijn vader jaren tevoren gedaan had. Ik ontdekte ook dat zü de moordenaars waren van Valentine Rederdale, op wiens dood zü stonden uit vrees dat hij iets zou los laten over het bestaan van den ring, dien hij uit Parijs had meegebracht. Er bestonden zooals ik later te weten kwam, slechts vier van die ringen. Ze zün hol. en elk eraan was te een of anderen tijd gevuld geweest met den doode1 ijken ether, welke de macht heeft binnen een bepaald rayon onmiddellijk alle leven te vernietigen. U neemt mij wellicht niet kwalijk dat ik u de intieme gevoelens vertel van mün hart?. Hoewel ik officieel met Kressler verloofd was, was ik heel erg gehecht aan Valentine Reder dale en op een woord van hem zou ik mijn verloving verbroken hebben. Toen ik de waar heid kende omtrent zijn dood, had ik nog slechts één gedachte: wraak. Ik zag kans om volledig met al het doen en laten van het drietal op de hoogte te komen; dat was gemakkelük want zü vermoedden niets. Ik kwam er achter dat Vespucci een dubbel leven leidde. Ik kwam achter hun plannen. Ik was het die er zorg voor droeg dat u niet naar Hotel Petronia ging, door u zooals u weet een sterk verdoovingsmiddel te zenden, waardoor u in slaap viel. De Hemel is mijn getuige dat ik mij gevoel als een moor denares, want ik zou het leven van die jonge mannen hebben kunnen redden maar ik was krankzinnig van woede in dien tüd en van wraakzucht en alleen aan voldoening van die zucht kon ik denken. Toch dacht ik ook aan u. Het was mijn bedoeling persoonlijk Vespucci, Kressler en Von Schleinitz te dooden. Ik erken dat. De tüd dien ik daarvoor uitkoos was de ochtend na den avond waarop aan Vespucci de losprüs in diamanten was uitbetaald. De twee anderen zoudep dien avond heel laat komen en blüven ontbüten. Ik weet veel van krachtige vergiften af en dien avond maakte ik er een klaar met de bedoeling het in hun kofife te doen. Ze zouden het niet gemerkt hebben; ze zouden binnen een paar minuten in hevige pünen gestorven zün. maar met 't vo'le bewustzün en ik zou in de gelegenheid zün geweest over hen te triomfeeren. Maar ik heb er aan te denken dat dergelijke gedachten voortaan verre van mü dienen te blüven. De wraak was onnoodlg. In de vroegte gingen ze alle drie naar het laboratorium, ze moesten nog ontbüten. Op mün eigen wi.ize wist ik het laboratorium binnen te komen. Ze waren dood. Ik weet niet wat er gebeurd was, maar ik kan 't mü wel voorstellen. Door eenlg toeval moeten ze een spr 'te van dien fatalen ether hebben laten ontsnappen en dat j§ nun dood geweest. Ik zocht inderdaad alles bij elkaar wat er was aan kostbare steenen. De diamanten, door uw regeering uitbetaald, droeg Vespucci bij zich, vele andere en ook vele paarfen bevonden zich in zün brandkast. Ik nam ze alle mee en ontvluchtte zonder moeite in de kleedü van een zuster. Ik kwam hier in Italië en depo neerde de juweelen op een bank, waar ze tot vandaag bewaard zijn. Ik weet niet wat ik van plan was te doen, maar ik werd door Gods barmhartigheid door een zware ziekte ge troffen; ik heb de dingen anders leeren zien, en nu Ik weer geruimen tijd beter ben en mijn hart tot in zün diepste schuilhoeken heb onder zocht, nu heb ik met de wereld afgedaan; ik verlang er niet meer naar terug. Ik zend thans de juweelen, welke ik van Londen meenam, naar u toe. Die welke door uw regeering aan Vespucci werden uitbetaald, bevinden zich in een afzonderlü'ke zeemleeren zakje, verzegeld met zwart lak. Al'es is precies zoals ik het op het lük vond. Die welke ik in zijn brandkast aantrof, bevinden zich in het andere zakje met rood lak. Ik weet niet, hoe hü in het bezit er van geraakt is. Wat ik in ge weten als mijn eigendom beschouwde, heb ik afgestaan aan de communauteit waartoe ik voortaan zal behooren. Mijn wensch is thans, dat u den losprijs, welke van uw regeering Is afgeperst, aan haar zult teruggeven, en dat het overige zal worden besteed voor liefdadigheid. Dit is de laatste wensch van wie in de wereld was PEPITA VESPUCCI. Jocelyn begaf zich met den brief en met het pakje naar Hadley en nam hem mee naar een kamer, waar ze niet gestoord zouden worden. Dan gaf hij den Amerikaan den brief in de hand en liet hem lezen. En Hadley las en hü perste de lippen samen en zün gezicht werd strak. Hü legde het schrijven neer zonder com mentaar. Hebt u het pakje geopend? vroeg hü. Nog niet, antwoordde Joce'yn. het met rood lak verzegelde zakje bevindt, merkte Hadley op. Jocelyn sneed het touw door en verbrak de zegels. In het cederhouten kistje, dat al deze kostbaarheden omsloot, bevonden zich twee zeemleeren zakjes. Jocelyn opende dat met het roode zegel en schudde den schitterenden in houd uit. Hadley keek en keek en streek de kostbare dingen ten slotte weer in hun be waarplaats. Er zullen wel een aantal van Roy's diaman ten tusschen zün, zei hij. Maar laat het ver leden begraven zijn. Ik heb thans volkomen zekerheid wie hem heeft vermoord, we zullen de rest daarbij laten rusten. Ja, dat is een goed idee, verkoop ze voor liefdadigheid. Stuur dat arme meisje haar boodschap, Chenery het komt me voor dat we dit hoofdstuk kunnen afsluiten. Jocelyn ging terug naar de biblotheek. De geestelüke stond op en bleef in afwachtende houding staan. Zeg aan haar, die u gezonden heeft, zei Jocelyn, dat haar wenschen letterlijk zullen worden vervuld. De Franciscaan boog en begaf zich zonder een woord te zeggen met vluggen pas naar de deur. En zeg haar ook, voegde Jocelyn, die hem volgde, eraan toe, dat ik hoop, dat zü in het nieuwe leven waarvan zii spreekt, haar geluk moge vinden. De monnik keerde zich om. En vergetelheid, zei hü. Dan maakte hij nogmaals een buiging en ging heen. Jocelyn keerde naar Hadley terug. Met de hancten m de zakken stond deze naar de zeem leeren zakjes te kijken. Zonder iets te zeggen, deed Jocelyn het pakket weer dicht, zegelde het en plaatste het in een safe. Hij wierp de deur met een smak dicht en het was Hadley of hij uit een droom ontwaakte. Ja, Chenery, zei hij dan, 't hoofdstuk is, geloof ik, afgesloten. .EINDE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5