De bisschopswijding van Z.H. Exc. Mgr. J. P. Huibers EENVOUDIGE DOCH IMPONEERENDE PLECHTIGHEID Indrukken uit Haarlems Kathedraal Consecrator was de Pauselijke Internuntius, Z.H. Exc. Mgr. Paolo Giobbe; mede-consecratoren waren Mgr. P. Hopmans en Mgr. A. F. Diepen DE ST. BAVO TOT IN DE VERSTE HOEKEN BEZET HERINNERINGEN UIT HAGEVELD DINSDAG 11 FEBRUARI 1936 Een uitgelezen schare van kerke' lijke en wereldlijke autoriteiten was aanwezig Enorme drukte rond het kerkgebouw- De drukte in de Kathedraal De aanwezige autoriteiten De Bisschop pelijke krom staf, geschenk der parochie Hoorn De plechtigheden i h Z.H. EXC. MGR. J. P. HUIBERS De bisschoppelijke ring De bisschopswijding van Mgr. Huibers! Een gebeurtenis waarmede Ka tholiek Haarlem zich reeds weken lang heeft bezig gehouden. Het blijde feest der Consecratie, door vaardige comité's tot in de puntjes verzorgd, was dan eindelijk aangebroken en Haarlem was weer voor één dag veroverd door het élan, waarmede de Katholieken van ons diocees de feesten van hun bisschop weten te vieren! Reeds vroeg in den morgen ontplooiden velen de vaderlandsche driekleur met de fleurige wim pels met het blije rood-wit van het Haarlemsche bisschopswapen of het stemmiger paars, breed- Uitwaaiend over de ontwakende stad. Bisschopswijding Drukte aan het station, drukte in Noord en In Zuid, vragende vreemdelingen, wien men op dezen dag graag den weg wijst. Hoe dichter het uur van de plechtigheden in de Kathe draal nadert, des te drukker wordt het in de straten die naar den St. Bavo leiden. Auto's met de feestelijke rood-witte vlagge tjes komende uit verschillende windstreken, hebben slechts één gemeenschappelijk doel: de hoofdkerk van het Haarlemsche bisdom, waar- Van de klokken jubelend de groote gebeurte nis aankondigen. Politie, functionarissen, bij gestaan door orde-commissarissen, zorgen voor een uitstekende regeling. Vooral bij het sta tion brengt iedere binnenkomende trein nieuwe drukte. Graalmeisjes bieden bij den uitgang Van het station insignes te koop aan en er 2ijn er maar weinigen, die aan de vaardig spel dende handen kunnen ontkomen. De regeling was perfect, want de N.Z.H.T.M. Zorgde er o.a. voor, dat de vreemdelingen recht streeks naar de Kathedraal werden gebracht, daardoor zoeken en wachten ditmaal was uit gesloten. De kathedraal is op verzoek van den bisschop Slechts sober versierd. Aan de pijlers van het hiiddenschip en van de zijbeuken is de gewone feestversiering aangebracht, de feestelijke roode draperieën, met eenvoudig geteekende gouden emblemen erop. In de ranke triforia van de apside boven het bisschopsaltaar is een plan- tenversiering aangebracht. Onder de artistieke leiding van den kunstenaar H. Bijvoet werden een groot aantal wapenschilden vervaardigd, die tegen de pilaren der kathedraal gehangen Zijn en een origineele en kleurige versiering Vormen. Aan de vier hoofdpijlers, die den koe- Pel dragen, prijken de wapenschilden van Z.H. den Paus, van H.M. de Koningin, van het bis dom en van de stad Haarlem. Tégen de pijlers Van het middenschip, zien we verder de wapens Van alle Haarlemsche bisschoppen, van het Wapen van Nicolaas van Nieuwland, die in den tijd der reformatie de eerste bisschop was van het Haarlemsche diocees, tot dat van den over leden en betreurden bisschop, Mgr. J. D. J. Aengenent. In de zijbeuken en tegen de zijkan ten van de pijlers van het schip zijn de wapens aangebracht van alle bisschoppen en prelaten, die bij de consecratie tegenwoordig zullen zijn, terwijl ook de wapenschilden van Amsterdam en Hoorn en het wapen van het Seminarie Hageveld daar een plaats hebben gevonden, öoven al deze kleuren zweeft het gouden licht der electrische lampen uit de hooge gewelven, die met hun speelsche lijnen de groote ruimte omvatten, die langzamerhand geheel volstroomt biet genoodigden en met de gelukkigen, die nog oen toegangskaart hebben kunnen bemachtigen. Om half tien, een half uur voor den aanvang der plechtigheden, is geen plaats meer onbezet. Alleen de rijk gebeeldhouwde stalles der kanunnikenbanken, waar aan stonds de prelaten plaats zullen nemen, die tegelijk met den wijdeling de kathedraal zullen binnenkomen, staan nog leeg. In het hoogkoor waren plaatsen gereserveerd Voor prelaten en geestelijken, die om hun re- laties met den Hoogwaardigen wijdeling een eereplaats verdienden: den Magister-Generaal van de Kruisheeren W. van Dinter o-S.Cr.; Abt J. de Puniet de Parry O.S.B.; prelaat H. Stöcker, O-Praem-; Mgr. Dr. B. J. Eras, procurator van het Neder- landsche Episcopaat te Rome; de huisprelaten: Monseigneur Th. M. P. Bekkers; de Ge- heim-KamerheerenMgr. P- Groenen, Mgr. Dr. Th. Verhoeven en Mgr. Dr. P. van Gils; prof. Dr. F. Weve O.P.; de zeereerw. dekens van de verschillende Dekenaten; de hoogeerw. Provin ciaals der Regulieren, die zielzorg uitoefenen in het Bisdom Haarlem; den Regent vari het" Sem. Hageveld N- Ammerlaan; de oudste Pro fessoren der drie Seminaria; plebaan F. Filbry; den Kolonel-Hoofdaalmoezenier van Leger en VI. J. J. J. Noordman; verder de Pastoors-Klas- genooten van Mgr. Huibers; den Deken van Almelo, eerekan. H. van der Waarden e.a. Voor en op zij van het Hoogkoor hadden plaats genomen: Professoren van de Seminaria, Pas toors, Directeuren van Diocesane Congregaties, de Directeur van het Mannelijk en Vrouwelijk Jeugdwerk, Rectoren en Kapelaans van het Bis dom, ten getale van ongeveer 470 priesters. Daarachter studenten van het Theologicum en Philosophicum, 200 in getal. Allen in toog en superplie; de Regulieren in habijt. Tegenover den troon van den Bisschop van Haarlem de familie van den Wijdeling. Op de eerste rij achter de priesters: aan de Epistelzijde H. H. Exc. de gezanten van België, Fortugal, Polen, Frankrijk, Italië en Oostenrijk de Minister v. Justitie mr. J. H. H. v. Schaik en de Minister van Nijverh., Handel en Scheep vaart, dr. ir. H. C- J- H- Gelissen. Aan de evangeliezijde hadden plaats geno men H. H. Exc. de Minister van Landbouw en Visscherij mr. dr. L. N. Deckers, mr. M. Slingen- berg, Minister van Sociale Zaken; prof. mr. P. J. M. Aalberse, Minister van Staat; Zijne Excellentie Jonkheer Mr. Dr. A. Roëll, Com- miss. v. d. Koningin en mevrouw; Z. Exc. Mr. T. J. Verschuur, oud-Minister van Econ. Zaken; Z. Exc. Mr. H. P. Marchant, Oud-Minister van Onderw., Kunsten en Wetensch. In het schip der Kathedraal hadden nog plaats genomen: Prof. dr. Alph. Steger, lid van de Eerste Kamer; Mr. J. N. J. Heerkens-Thijs- sen, oud-lid der Eerste Kamer; de leden van de Tweede Kamer; Mr. Goseling; Ch. v. d. Bilt; Jac. Groen Az.; H. Hermans; A. J. Loerakker; E. J. M. Stumpel en Mr. Fr. Teulings; Mr. A. J. B. Blaisse, Amsterdam, Lid van de Radboud- stichting; Mr. C. Prinzen, Secr. College van Cu ratoren van de Universiteit te Nijmegen; W. de Jong, Secr. v. d- Radboudstichting; H. M. J. Blomjous, vice-voorzitter Curatorium R.K. Han- delshoogeschool; prof dr. A. H. M. J. van Rooy te Amsterdam; de Senaat R.K. Univer siteit; Prof. dr. Granpré Molière, Mr. dr. P- J- Witteman, Lid van Ged. Staten van Noord- Holland; Jhr. Mr. L. van Fisenne, Lid Ged. Staten van Zuid-Holland; mr. J. H. H. Stieger, Lid van Ged. Staten van Zeeland; de heer W. J. B. van Liemt, als waarn. Burgem. van Haarlem; A. G. Boes en M. A. Reinalda, wet houders van Haarlem; mr. Th. Westra, Secre taris der gemeente Haarlem; Kath. leden van den Gemeenteraad van Haarlem; mr. H. C. Leemhorst, burgemeester van Hoorn; H. v. d- Weijer, Insp. L.O., Haarlem; J. W. A. Beynes te Haarlem; L. A. P. M. v. d. Broeke; H. Kuijpers, directeur van „De Maasbode"; C. J. G- Struij- cken te Den Haag; L. M. Weterings, directeur- hoofdredacteur van de Vereenigde Kath. Pers; C- Th. J. v. d. Bergh, J. A. Helminck, L. C. J. Nieuwenhuys en G. Weustinkl, Kerkmeesters der Kathedraal. De leden der Regelingscom missie W. J. Speller, H. F. M. van Os en P. J. M. van Tetering; C. J. Veltman, Insp.-Opz. der kerkel. gebouwen in het Dekenaat Haarlem; L- Kuipers, Administrateur van de Kathedraal; leden der Vrijwillige Burgerwacht te Haarlem; J. M. van Paasschen te Middelharnis; M. van Ooyen te Haarlem; mr. Th. J. M. A. Wester- woudt, Directeur van de Spaarnebank; J. A. Schippers, dir. Ned. Landbouwbank te Amster dam; dr. J. Hoge, geneesheer-directeur Maria- stichting te Haarlem; het Bestuur RK. Staats partij; J- B. van Bockxmeer, wethouder van Hoorn en vertegenwoordigers van organisaties op gebied van Onderwijs, Soc. Ver., Charita tieve Ver. en Jeugdvereenigingen. Oh der de genoodigden merkten wij nog op de heeren H. Heymeyer van Heemstede en W. Dreesman, beiden geheim kamerheer van Z. H. den Paus. Om tien uur precies rijden de auto s voor, die de Consacreerende bisschoppen en den hoogwaardigen wijdeling van het bisschoppelijk paleis aan de Nieuwegracht hebben afgehaald. Bij den hoofdingang staat,'evenals bij het vertrek aan de Nieuwegracht, een eere- wacht opgesteld van Graal-meisjes. Ver kenners en Kruisvaarders, ongeveer 100 leden sterk. De geestelijken, die bij de wijding zullen assisteeren, hebben zich opgesteld om de prelaten te ontvangen. Terwijl de klokken langzaam uitbeieren en nadat de organist met een paar rijke accoorden zijn Preludium heeft beëindgd, heft het koor de antiphoon „Sacerdos et Pontifex" aan. De menschen in de kerk hebben zich naar den ingang gewend. Vanonder de donkere koortribune trekt over den breeden paarsen looper van het vrijgehouden middenpad de lange stoet naar het presbyterium, waar alles voor de plechtigheid in gereedheid is gebracht. Onmiddellijk herkent men de kleine donkere gestalte van den Apostolischen Internuntius, Z. H. Exc. Mgr. Paolo Giobbe, die kalm voor waarts schrijdt. Boven allen steekt de rijzige figuur van Haarlems nieuwen bisschop uit, die, nadat hjj reeds eerder bezit had genomen van zijp bissclioppel ijken zetel, voor het eerst zjjn plechtige intrede in zpn bisschopskerk doet. In den stoet zien we den pasgewijden coad jutor van het Utrechtsche Aartsbisdom, Mgr. dr. J. de Jong, die mede namens den Aartsbis schop, Mgr. Jansen, de plechtigheid komt bij wonen. Na hem komen de bisschop van Roer mond, Mgr. dr. J. H. G. Lemmens, en de Mis siebisschoppen, die op het oogenblik in Neder land verblijven, Mgr. dr. J. F. Vesters, Mgr. dr. J. M. Buckx, Mgr. F. H. J. van Valenberg en Mgr. dr. H. M. Mekkelholt in het gezelschap van de kanunniken van het Kathedraal Kapit tel, die gekleed zijn in paarsen toog, zien we de eere-kanunniken van het diocees, em. pas toor L. Stolk, deken H. C. J. Sondaal en deken J. L. Dankelman. De Internuntius wordt ver gezeld door zijn secretaris, Mgr. L. Punzolo. Langzaam schrijdt de stoet naar de Sacra mentskapel, waar de bisschoppen voor het al taar een korte aanbidding doen. Daarna be geeft de consecrator, Mgr. P. Giobbe, zich naar zijn troon, die voor deze gelegenheid aan de epistelzijde naast het bisschopsaltaar is opge slagen. De troon, die vervaardigd is naar het ontwerp van wijlen archivaris Boogmans, is volgens de liturgie van den dag geheel met wit behangen. Het bisschopsaltaar is voor de plechtigheid in gereedheid gebracht. Staande aan de rechterzijde van den con secrator, aan de Epistelzijde van het bisschops altaar, las de nieuwgewijde bisschop tegelijker- Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers op de Es planade voor de Rozenkranskerk te Lourdes, in gezel schap van wijlen Z- H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent en diens secretaris, den Hoog eerw. heer JM. van der Tuijn, thans Deken van 's Gra- venhage Foto Ziegler tijd met den consecrator het verdere gedeelte van de H. Mis. Op de credenstafel naast het bisschopsaltaar liggen de bisschoppelijke onderscheidingsteeke nen, de ring, het borstkruis, de staf, de hand schoenen en de mijter, die gedurende de plech tigheden aan den nieuwen bisschop zullen worden overgereikt. Ook het gewaad van de assisteerende bisschoppen ligt hier in gereed heid nJ. rochet, amict, stool en koorkap. Even als de paramenten van den consecrator, die op het hoogaltaar liggen uitgespreid, zijn de kleederen van de assisteerende bisschoppen, Z. H. Exc. Mgr. P. Hopmans en Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen in de kleur van den dag. Het eerste gedeelte van zijn H. Mis, tot aan het Offertorium, celebreert de wijdeling op 't parochie-altaar onder den koepel. Terzijde van dat altaar bij den preekstoel, staan de zetels voor Mgr. Huibers en de assistent-bisschoppen. Daar zijn zij gezeten gedurende Gloria en Cre do en vandaar begeven zij zich naar het al taar van den wijdeling, of van den consecra tor. De Consecrator wordt tijdens de H. Mis ge assisteerd door den Proost van het Kathedrale Kapittel, Mgr. H. J. M. Taskin, als presbyter- assistens, door de Kanunniken J. C. Aalberse en J. H. Niekel als troondiakens en door de Dekens A. Hollenberg en A. J. C. Schraag, resp. als diaken en subdiaken. De lagere assis- tenties worden vervuld door de pastoors van de stad en door leeraren van het Seminarie Hageveld. De hoogwaardige wijdeling wordt o.m. geassisteerd door den Eerw. Heer J. C. A. Huibers, student van het Theologicum en neef van den nieuwbenoemden Bisschop. De inleiding van de plechtigheid wordt gevormd door de voorlezing van de pause lijke benoemingsbul. Nadat de consecrator zich in het pon tificaal gekleed had voor het opdragen der H. Mis en evenals de andere bisschoppen en hoogwaardigheidsbekleeders had plaats genomen, verheft de oudste der assistee rende bisschoppen zich van zijn zetel en vraagt den consecrator: „Eerwaarde Vader, Uwe H. Moeder, de Katholieke Kerk vraagt, dat U dezen pries ter, hier aanwezig, met den last van het bisschopsambt zoudt willen verheffen." Mgr. P. Giobbe, de consecrator vraagt daarop: „Hebt Gij een Pauselijken last brief?" waarop de oudste assisteerende bisschop weer respondeert door te zeggen: „Ja, dien hebben wij." „Wil dezen voorlezen," gelast de con secrator, wat vervolgens geschiedt. Na het volgende onderzoek leiden de assis teerende bisschoppen den wijdeling tot den consecrator, wiens hand hij, eerbiedig, kust. Vervolgens bidden consecrator en wijdeling aan den voet van het bisschopsaltaar den psalm „Judica", maar als de consecrator het altaar opgaat om de pontificale H. Mis voort te zet ten, geleiden de assisteerende bisschoppen den wijdeling naar het parochie-altaar, waar hem de koorkap wordt afgenomen en hij eerst nu bekleed wordt met de misgewaden. Over de stool die van weerszijden recht van de schou ders afhangt, hangt men hem het borstkruis om, daarover de tuniek, de dalmatiek en het kasuifel. Ondertusschen heeft het koor, samengesteld uit leden van de Haarlemsche kerkkoren, de Scola Cantorum van het Theologicum te War mond en de jongenskoren van de Kathedraal en van de kerk van St. Jan den Dooper in de Amsterdamstraat, den Introïtus van de Mis van de Verschijning van O. L. Vrouw gezon gen en zetten de heeren zangers, onder de be zielende leiding van kapelaan dr. L. Kat, de barokke melodie van Antonio Lotti's feestmis in. Het koor, dat is opgesteld in den omloop aan de Evangeliezijde, zingt licht en vlug de blije muziek, die de goede Venetiaan wel uitsluitend voor deze gelegenheid schijnt gecomponeerd te hebben. Van de vaste misgezangen werden Sanctus en Benedictus gezongen uit de „Missa Regina Coeli" van Jacob de Kèrle, volgens de trans scriptie voor 4-stemmig mannenkoor, door Mgr. Casimiri. Op den preekstoel staat deken J. C. W. v. d. Wiel om den zang van het volk te dirigeeren. Staande tusschen de assisteerende bisschop pen leest Mgr. Huibers aan het parochie-al taar de H. Mis tot en met de Graduale. Dan gaat hij tezamen met de assisteerende bis schoppen naar het bisschopsaltaar, waar de eigenlijke wijdingsplechtigheid een aanvang neemt. Hoogtepunten uit deze plechtigheden vormen het zingen van de litanie van Alle Heiligen, waarbij de wijdeling links van den consecrator plat ter aarde ligt, de handoplegging en de lange prefatie, welke wordt onderbroken door het Veni Creator. Met den vredekus van de consecreerende bisschoppen worden deze Su blieme plechtigheden besloten. De handeling der H. Mis schrijdt voort. Na het Credo komt de pasgewijde Bisschop voor den consecrator neerknielen en offert hem zijn offergaven. Vol gens het oude eerbiedwaardige ceremonieel reikt hij hem twee brandende waskaarsen, twee brooden en twee vaatjes wijn. Tijdens deze ceremonie zingt het koor als zang van het offertorium het „Ave Maria" van Arcadelt, voor 4-stemmig gemengd koor. Aan het bisschopsaltaar zetten conse crator en wijdeling de H. Mis voort, terwijl aan het einde der H. Mis de consecrator op plech tige wijze den zegen geeft. Voordat het Evan gelie van St. Jan wordt gelezen heeft nog de plechtigheid der intronisatie plaats. Staande voor het altaar zegent de consecrator den bis schopsmijter en plaatst haar, geholpen door de assiteerende bisschoppen, op het hoofd van Haarlems nieuwen bisschop. Nadat op dezelfde wijze ook de handschoenen zijn overgereikt, doet de consecrator den gewijden bisschop plaats nemen op den bisschoppelijken troon, waardoor deze het recht krijgt de Christelijke vergadering voor te zitten en te prediken. De apostolische internuntius neemt den nieuwen bisschop aan de rechter-, Z. H. Exc. Mgr. P. Hopmans aan de linkerhand. Zoo leiden zij hem naar den bisschoppelijken troon, de con secrator geeft hem den staf in de linkerhand en op dat plechtige oogenblik keert Mgr. Giobbe zich naar het altaar en heft den lofzang „Te Deum" aan. Terwijl de blijde hymne onmid dellijk door koor en volk wordt overgenomen, daalt Mgr. Huibers, begeleid door de assistee rende bisschoppen, Mgr. Hopmans en Mgr. Lemmens, de treden van het priesterkoor af om aan de geloovigen in de kathedraal zijn eersten bisschoppelijken zegen te geven. De klok ken van de Kathedraal begeleiden met hun feestelijke gebeier het danklied, dat door de hooge gewelven van het kerkgebouw klinkt. De klokken van alle kerken van het bisdom begonnen op bijna het zelfde oogenblik ge durende een kwartier te luiden. Het is een indrukwekkend oogenblik, dat de nieuwe bisschop en allen, die het geluk had den bij deze plechtigheid tegenwoordig te zijn, nooit zullen vergeten. Als Mgr. Huibers op het priesterkoor is teruggekeerd en het „Te Deum" voor den tweeden keer is aangeheven, staat hij recht voor het altaar en geeft met mijter en staf, terwijl de consecrator en de assistee rende bisschoppen aan de Evangeliezijde blij ven staan, den plechtigen zegen na zijn eerste bisschopsmis. Het koor zingt een vierstemmig motet van Viadana: „Exsultate justi in Domino"; recht vaardigen, verheugt U in den Heer Terwijl alle geloovigen het Magnificat zin gen verlaat Monseigneur de Kathedraal door het ruime middenpad. De plechtigheid is teneinde. In eenzelfden stoet, waarin zij binnentraden, verlaten de prelaten de Kathedraal. Buiten worden zij hartelijk door het publiek toegejuicht en de aan den helder blauwen he mel stralende winterzon geeft aan het geheel een bizonder feestelijk cachet. In de plebanie ontving de nieuwe bisschop de eerste gelukwenschen. Weer een van onze oud-leeraren Bisschop! Dat was de eerste gedachte. Na Mgr. Callier en Mgr. Aengenent als derde Mgr. Huibers! En dan gaan we zoeken in de schatkamer van onze herinnering, of we daar uit als de huisvader van het Evangelie het oude te voorschijn kunnen halen, dat voor velen toch weer nieuw is. Van 1905 tot 1916: de stille jaren van den Hageveldschen leeraar, het verborgen leven binnen de beslotenheid van het seminarie. Dag aan dag de eendere taak: les geven. Les in La tijn, les in Grieksch, les in Nederlandsche lit teratuurgeschiedenis, les in rhetorica. Wanneer men het leeraarschap van onzen nieuwen Bisschop in één enkel woord zou moe ten samenvatten, dan zou men, dunkt me, moe ten zeggen: hij wilde voor ons, zijn leerlingen, de leeraar van de schoonheid wezen. Ons het mooie te laten doorvoelen, daarop vooral waren zijn lessen gericht. Het mooie in de oude klas sieken, het mooie in de vaderlandsche letteren, het mooie in de voorbeelden van gewijde en ongewijde welsprekendheid. Zelf gemakkelijk in liefde voor het schoone ontvlamd, trachtte hij van zijn vuur ook in ons over te storten. Wanneer de een of andere passage van de behandelde schrijvers hem bij zonder trof, dan werd zij met zooveel gevoel, met zooveel vuur voorgedragen, dat men zich in Rome of Athene verplaatst waande. Of zijn hand greep naar een dichterlijke vertaling, om ons te laten hooren, hoe een latere kunstenaar de antieke schoonheid in Nederlandsche verzen wist te verklanken. En dan greep hij het liefst naar Vondel! Want de prins van onze dichters nam in zijn hart wel een heel groote plaats in. Dat bleek vooral, toen hij met de leiding van het Hag-- veldsch tooneel belast werd. Zijn eerste daad als zoodanig was in 1914 de opvoering van „Samson," een stuk, dat sinds den tijd van Vondel niet meer gespeeld was. In de beide vol gende jaren, waren het „Jozef in Dothan" en „Noah," waarop zijn keuze viel. En nu moge het waar wezen, dat jonge spelers ten slotte zwakke krachten zijn, de bezielende leiding van Mijnheer Huibers wist er wonderlijke resultaten mee te bereiken. Want declamator was hij met hart en ziel. Geen vak lag hem dan ook beter dan de rheto rica. Bij hem geen doode theorie, maar het levende voorbeeld van den leeraar zelf. Nog hoor ik hem de beroemde redevoering van Mar cus Antonius uit Shakespeare's Julius Caesar voordragen. En wanneer dan na afloop spon taan: „Verder!" wordt geroepen, dan volgde met veel mimiek het verwarde tooneeltje, waarbij het opgewonden volk den onschuldigen dichter Cinna voor den samenzweerder Cinna aanziet. Gewoonlijk echter zijn de voorbeelden aan de groote kanselredenaars ontleend, zooals trouwens in de les van de gewijde welspre kendheid voor de hand ligt. Bossuet, Bourda- loue, Massillon passeeren de revue en schijnen voor ons te herleven, als Mijnheer Huibers hun woorden tot de zijne maakt. Maar de beste voorbeelden zijn de preeken van onzen eigen leeraar. Hoe grijpt hij ons met woord en gebaar, wanneer hij ons de Godde lijke Schoonheid verklaart, wanneer hij de heerlijkheid van Maria bezingt, wanneer hij ons de pracht van de liturgie ontvouwt. In zijn preeken is hij de leeraar der schoonheid op zijn best. Dan leert hij ons de Schoonheid, tot wie eens een Augustinus riep: „Te laat heb ik U bemind, Schoonheid zoo oud en zoo nieuw!" Dan worden wij begeesterd voor de Moeder van de schoone liefde. Dan leeren wij de schoonheid van een hoogere orde kennen. Dat was het leven van Mgr. Huibers in het verborgene van het seminarie. Of misschien juister uitgedrukt: dat was de ópen baarheid van dit verborgen leven. Want nog meer ver borgen was de geestelijke leiding, die hii aan zoovelen gaf. Hij wist werkelijk, zooals Paus Pius XI in zijn nieuwste encycliek zoo treffend zegt, „de jonge zielen met .wijs verstand te wapenen niet alleen tegen de bekoringen van het oogenblik, maar ook tegen de veel ernsti ger gevaren, waaraan zij later zouden bloot staan in de wereld." En de wapens, die hij ons leerde hanteeren, waren er voornamelijk twee: een innig gebedsleven en een kinderlijke de votie tot de gezegende Moeder des Heeren. Een innig gebedsleven. Hij leerde ons, hoe wij de vermaning, dat wij altoos behooren te bidden, in praktijk moesten brengen door on der ons werk van tijd tot tijd onze ziel tot God te verheffen. Een kinderlijke devotie tot Maria. Want om nog eenmaal de encycliek over het priester schap aan te halen „er bestaat een waar achtige en diepe gelijkenis tusschen de betrek kingen van den priester met Christus en die van Maria met haar goddelijken Zoon Zoo mag dan Hageveld voor de derde maal een van zijn oud-leeraren als Bisschop van Haarlem begroeten. Geve God op de voor spraak van de Moeder der schoone liefde, dat het pontificaat van Mgr. Huibers moge strek ken tot Zijn glorie en tot heil van de Haar lemsche Kerk. P. J. A. JUFFERMANS, Pr. Het Nederlandsch Comité voor de bede vaarten naar Lourdes heeft aan Z. H. Exc. Mgr. Huibers bij gelegenheid van diens bisschopswijding een gouden bisschoppe lijken ring als geschenk aangeboden, welke door de edelsmeden Brom te Utrecht vervaar digd is. Het zal deze ring zijn, die door Mgr eiken dag zal worden gedragen, terwijl voor de liturgische plech tigheden de met vele kostbare edelsteenen bezette ring gereser veerd blijft, die voor vele jaren aan wijlen Mgr. Callier werd ge schonken. De nieuwe ring, die Lvan vorm zeer een voudig is, onderscheidt zich voornamelijk door den edelsteen, die er in gevat is, een achtzijdig geslepen turmalijn van ongewone grootte en van een prachtige donker blauw-groene kleur. Aan de zijkanten van den ring is in goud en niello een een precieuze versiering aangebracht, welke duidt op den oorsprong en de bestemming van het kleinood. Op de eene zijde is afgebeeld de verschijning van de H. Maagd aan Bernadette, herinnerend aan de wonderbare gebeurtenissen van Lourdes, op de andere zijde het visioen van St. Hubertus, den patroon van het geslacht Hui bers. Buiten deze beide niello-miniaturen zal een kort inschrift rondom de steenvatting het feit en den datum der schenking voor de toe komst vastleggen. i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 9