De bisschopswijding van Z.H. Exc. Mgr. J. P. Huibers
EENVOUDIGE DOCH IMPONEERENDE
PLECHTIGHEID
Indrukken uit Haarlems Kathedraal
Consecrator was de Pauselijke Internuntius, Z.H. Exc.
Mgr. Paolo Giobbe; mede-consecratoren
waren Mgr. P. Hopmans en
Mgr. A. F. Diepen
DE ST. BAVO TOT IN DE
VERSTE HOEKEN BEZET
HERINNERINGEN UIT
HAGEVELD
DINSDAG 11 FEBRUARI 1936
Een uitgelezen schare van kerke'
lijke en wereldlijke autoriteiten
was aanwezig
Enorme drukte rond
het kerkgebouw-
De drukte in de Kathedraal
De aanwezige autoriteiten
De Bisschop
pelijke krom
staf, geschenk
der parochie
Hoorn
De plechtigheden
i
h
Z.H. EXC. MGR. J. P. HUIBERS
De bisschoppelijke ring
De bisschopswijding van Mgr.
Huibers!
Een gebeurtenis waarmede Ka
tholiek Haarlem zich reeds weken
lang heeft bezig gehouden.
Het blijde feest der Consecratie,
door vaardige comité's tot in de
puntjes verzorgd, was dan eindelijk
aangebroken en Haarlem was weer
voor één dag veroverd door het
élan, waarmede de Katholieken van
ons diocees de feesten van hun
bisschop weten te vieren!
Reeds vroeg in den morgen ontplooiden velen
de vaderlandsche driekleur met de fleurige wim
pels met het blije rood-wit van het Haarlemsche
bisschopswapen of het stemmiger paars, breed-
Uitwaaiend over de ontwakende stad.
Bisschopswijding
Drukte aan het station, drukte in Noord en
In Zuid, vragende vreemdelingen, wien men op
dezen dag graag den weg wijst. Hoe dichter
het uur van de plechtigheden in de Kathe
draal nadert, des te drukker wordt het in de
straten die naar den St. Bavo leiden.
Auto's met de feestelijke rood-witte vlagge
tjes komende uit verschillende windstreken,
hebben slechts één gemeenschappelijk doel: de
hoofdkerk van het Haarlemsche bisdom, waar-
Van de klokken jubelend de groote gebeurte
nis aankondigen. Politie, functionarissen, bij
gestaan door orde-commissarissen, zorgen voor
een uitstekende regeling. Vooral bij het sta
tion brengt iedere binnenkomende trein nieuwe
drukte. Graalmeisjes bieden bij den uitgang
Van het station insignes te koop aan en er
2ijn er maar weinigen, die aan de vaardig spel
dende handen kunnen ontkomen.
De regeling was perfect, want de N.Z.H.T.M.
Zorgde er o.a. voor, dat de vreemdelingen recht
streeks naar de Kathedraal werden gebracht,
daardoor zoeken en wachten ditmaal was uit
gesloten.
De kathedraal is op verzoek van den bisschop
Slechts sober versierd. Aan de pijlers van het
hiiddenschip en van de zijbeuken is de gewone
feestversiering aangebracht, de feestelijke roode
draperieën, met eenvoudig geteekende gouden
emblemen erop. In de ranke triforia van de
apside boven het bisschopsaltaar is een plan-
tenversiering aangebracht. Onder de artistieke
leiding van den kunstenaar H. Bijvoet werden
een groot aantal wapenschilden vervaardigd,
die tegen de pilaren der kathedraal gehangen
Zijn en een origineele en kleurige versiering
Vormen. Aan de vier hoofdpijlers, die den koe-
Pel dragen, prijken de wapenschilden van Z.H.
den Paus, van H.M. de Koningin, van het bis
dom en van de stad Haarlem. Tégen de pijlers
Van het middenschip, zien we verder de wapens
Van alle Haarlemsche bisschoppen, van het
Wapen van Nicolaas van Nieuwland, die in den
tijd der reformatie de eerste bisschop was van
het Haarlemsche diocees, tot dat van den over
leden en betreurden bisschop, Mgr. J. D. J.
Aengenent. In de zijbeuken en tegen de zijkan
ten van de pijlers van het schip zijn de wapens
aangebracht van alle bisschoppen en prelaten,
die bij de consecratie tegenwoordig zullen zijn,
terwijl ook de wapenschilden van Amsterdam
en Hoorn en het wapen van het Seminarie
Hageveld daar een plaats hebben gevonden,
öoven al deze kleuren zweeft het gouden licht
der electrische lampen uit de hooge gewelven,
die met hun speelsche lijnen de groote ruimte
omvatten, die langzamerhand geheel volstroomt
biet genoodigden en met de gelukkigen, die nog
oen toegangskaart hebben kunnen bemachtigen.
Om half tien, een half uur voor den
aanvang der plechtigheden, is geen plaats
meer onbezet. Alleen de rijk gebeeldhouwde
stalles der kanunnikenbanken, waar aan
stonds de prelaten plaats zullen nemen, die
tegelijk met den wijdeling de kathedraal
zullen binnenkomen, staan nog leeg.
In het hoogkoor waren plaatsen gereserveerd
Voor prelaten en geestelijken, die om hun re-
laties met den Hoogwaardigen wijdeling een
eereplaats verdienden:
den Magister-Generaal van de Kruisheeren
W. van Dinter o-S.Cr.; Abt J. de Puniet de
Parry O.S.B.; prelaat H. Stöcker, O-Praem-;
Mgr. Dr. B. J. Eras, procurator van het Neder-
landsche Episcopaat te Rome; de huisprelaten:
Monseigneur Th. M. P. Bekkers; de Ge-
heim-KamerheerenMgr. P- Groenen, Mgr. Dr.
Th. Verhoeven en Mgr. Dr. P. van Gils; prof.
Dr. F. Weve O.P.; de zeereerw. dekens van de
verschillende Dekenaten; de hoogeerw. Provin
ciaals der Regulieren, die zielzorg uitoefenen
in het Bisdom Haarlem; den Regent vari het"
Sem. Hageveld N- Ammerlaan; de oudste Pro
fessoren der drie Seminaria; plebaan F. Filbry;
den Kolonel-Hoofdaalmoezenier van Leger en
VI. J. J. J. Noordman; verder de Pastoors-Klas-
genooten van Mgr. Huibers; den Deken van
Almelo, eerekan. H. van der Waarden e.a.
Voor en op zij van het Hoogkoor hadden plaats
genomen: Professoren van de Seminaria, Pas
toors, Directeuren van Diocesane Congregaties,
de Directeur van het Mannelijk en Vrouwelijk
Jeugdwerk, Rectoren en Kapelaans van het Bis
dom, ten getale van ongeveer 470 priesters.
Daarachter studenten van het Theologicum en
Philosophicum, 200 in getal. Allen in toog en
superplie; de Regulieren in habijt.
Tegenover den troon van den Bisschop van
Haarlem de familie van den Wijdeling.
Op de eerste rij achter de priesters: aan de
Epistelzijde H. H. Exc. de gezanten van België,
Fortugal, Polen, Frankrijk, Italië en Oostenrijk
de Minister v. Justitie mr. J. H. H. v. Schaik
en de Minister van Nijverh., Handel en Scheep
vaart, dr. ir. H. C- J- H- Gelissen.
Aan de evangeliezijde hadden plaats geno
men H. H. Exc. de Minister van Landbouw en
Visscherij mr. dr. L. N. Deckers, mr. M. Slingen-
berg, Minister van Sociale Zaken; prof. mr.
P. J. M. Aalberse, Minister van Staat; Zijne
Excellentie Jonkheer Mr. Dr. A. Roëll, Com-
miss. v. d. Koningin en mevrouw; Z. Exc. Mr.
T. J. Verschuur, oud-Minister van Econ. Zaken;
Z. Exc. Mr. H. P. Marchant, Oud-Minister van
Onderw., Kunsten en Wetensch.
In het schip der Kathedraal hadden nog
plaats genomen: Prof. dr. Alph. Steger, lid van
de Eerste Kamer; Mr. J. N. J. Heerkens-Thijs-
sen, oud-lid der Eerste Kamer; de leden van
de Tweede Kamer; Mr. Goseling; Ch. v. d. Bilt;
Jac. Groen Az.; H. Hermans; A. J. Loerakker;
E. J. M. Stumpel en Mr. Fr. Teulings; Mr. A. J.
B. Blaisse, Amsterdam, Lid van de Radboud-
stichting; Mr. C. Prinzen, Secr. College van Cu
ratoren van de Universiteit te Nijmegen; W. de
Jong, Secr. v. d- Radboudstichting; H. M. J.
Blomjous, vice-voorzitter Curatorium R.K. Han-
delshoogeschool; prof dr. A. H. M. J. van
Rooy te Amsterdam; de Senaat R.K. Univer
siteit; Prof. dr. Granpré Molière, Mr. dr. P- J-
Witteman, Lid van Ged. Staten van Noord-
Holland; Jhr. Mr. L. van Fisenne, Lid Ged.
Staten van Zuid-Holland; mr. J. H. H. Stieger,
Lid van Ged. Staten van Zeeland; de heer
W. J. B. van Liemt, als waarn. Burgem. van
Haarlem; A. G. Boes en M. A. Reinalda, wet
houders van Haarlem; mr. Th. Westra, Secre
taris der gemeente Haarlem; Kath. leden van
den Gemeenteraad van Haarlem; mr. H. C.
Leemhorst, burgemeester van Hoorn; H. v. d-
Weijer, Insp. L.O., Haarlem; J. W. A. Beynes te
Haarlem; L. A. P. M. v. d. Broeke; H. Kuijpers,
directeur van „De Maasbode"; C. J. G- Struij-
cken te Den Haag; L. M. Weterings, directeur-
hoofdredacteur van de Vereenigde Kath. Pers;
C- Th. J. v. d. Bergh, J. A. Helminck, L. C. J.
Nieuwenhuys en G. Weustinkl, Kerkmeesters
der Kathedraal. De leden der Regelingscom
missie W. J. Speller, H. F. M. van Os en P. J. M.
van Tetering; C. J. Veltman, Insp.-Opz. der
kerkel. gebouwen in het Dekenaat Haarlem;
L- Kuipers, Administrateur van de Kathedraal;
leden der Vrijwillige Burgerwacht te Haarlem;
J. M. van Paasschen te Middelharnis; M. van
Ooyen te Haarlem; mr. Th. J. M. A. Wester-
woudt, Directeur van de Spaarnebank; J. A.
Schippers, dir. Ned. Landbouwbank te Amster
dam; dr. J. Hoge, geneesheer-directeur Maria-
stichting te Haarlem; het Bestuur RK. Staats
partij; J- B. van Bockxmeer, wethouder van
Hoorn en vertegenwoordigers van organisaties
op gebied van Onderwijs, Soc. Ver., Charita
tieve Ver. en Jeugdvereenigingen.
Oh der de genoodigden merkten wij nog op
de heeren H. Heymeyer van Heemstede en W.
Dreesman, beiden geheim kamerheer van Z. H.
den Paus.
Om tien uur precies rijden de
auto s voor, die de Consacreerende
bisschoppen en den hoogwaardigen
wijdeling van het bisschoppelijk
paleis aan de Nieuwegracht hebben
afgehaald.
Bij den hoofdingang staat,'evenals bij het
vertrek aan de Nieuwegracht, een eere-
wacht opgesteld van Graal-meisjes. Ver
kenners en Kruisvaarders, ongeveer 100
leden sterk.
De geestelijken, die bij de wijding zullen
assisteeren, hebben zich opgesteld om de
prelaten te ontvangen. Terwijl de klokken
langzaam uitbeieren en nadat de organist
met een paar rijke accoorden zijn Preludium
heeft beëindgd, heft het koor de antiphoon
„Sacerdos et Pontifex" aan.
De menschen in de kerk hebben zich naar
den ingang gewend. Vanonder de donkere
koortribune trekt over den breeden paarsen
looper van het vrijgehouden middenpad de
lange stoet naar het presbyterium, waar alles
voor de plechtigheid in gereedheid is gebracht.
Onmiddellijk herkent men de kleine donkere
gestalte van den Apostolischen Internuntius,
Z. H. Exc. Mgr. Paolo Giobbe, die kalm voor
waarts schrijdt. Boven allen steekt de rijzige
figuur van Haarlems nieuwen bisschop uit, die,
nadat hjj reeds eerder bezit had genomen van
zijp bissclioppel ijken zetel, voor het eerst zjjn
plechtige intrede in zpn bisschopskerk doet.
In den stoet zien we den pasgewijden coad
jutor van het Utrechtsche Aartsbisdom, Mgr.
dr. J. de Jong, die mede namens den Aartsbis
schop, Mgr. Jansen, de plechtigheid komt bij
wonen. Na hem komen de bisschop van Roer
mond, Mgr. dr. J. H. G. Lemmens, en de Mis
siebisschoppen, die op het oogenblik in Neder
land verblijven, Mgr. dr. J. F. Vesters, Mgr.
dr. J. M. Buckx, Mgr. F. H. J. van Valenberg
en Mgr. dr. H. M. Mekkelholt in het gezelschap
van de kanunniken van het Kathedraal Kapit
tel, die gekleed zijn in paarsen toog, zien we
de eere-kanunniken van het diocees, em. pas
toor L. Stolk, deken H. C. J. Sondaal en deken
J. L. Dankelman. De Internuntius wordt ver
gezeld door zijn secretaris, Mgr. L. Punzolo.
Langzaam schrijdt de stoet naar de Sacra
mentskapel, waar de bisschoppen voor het al
taar een korte aanbidding doen. Daarna be
geeft de consecrator, Mgr. P. Giobbe, zich naar
zijn troon, die voor deze gelegenheid aan de
epistelzijde naast het bisschopsaltaar is opge
slagen. De troon, die vervaardigd is naar het
ontwerp van wijlen archivaris Boogmans, is
volgens de liturgie van den dag geheel met wit
behangen.
Het bisschopsaltaar is voor de plechtigheid
in gereedheid gebracht.
Staande aan de rechterzijde van den con
secrator, aan de Epistelzijde van het bisschops
altaar, las de nieuwgewijde bisschop tegelijker-
Z. H. Exc. Mgr. J. P.
Huibers op de Es
planade voor de
Rozenkranskerk te
Lourdes, in gezel
schap van wijlen Z-
H. Exc. Mgr. J. D. J.
Aengenent en diens
secretaris, den Hoog
eerw. heer JM. van
der Tuijn, thans
Deken van 's Gra-
venhage
Foto Ziegler
tijd met den consecrator het verdere gedeelte
van de H. Mis.
Op de credenstafel naast het bisschopsaltaar
liggen de bisschoppelijke onderscheidingsteeke
nen, de ring, het borstkruis, de staf, de hand
schoenen en de mijter, die gedurende de plech
tigheden aan den nieuwen bisschop zullen
worden overgereikt. Ook het gewaad van de
assisteerende bisschoppen ligt hier in gereed
heid nJ. rochet, amict, stool en koorkap. Even
als de paramenten van den consecrator, die
op het hoogaltaar liggen uitgespreid, zijn de
kleederen van de assisteerende bisschoppen,
Z. H. Exc. Mgr. P. Hopmans en Z. H. Exc.
Mgr. A. F. Diepen in de kleur van den dag.
Het eerste gedeelte van zijn H. Mis, tot aan
het Offertorium, celebreert de wijdeling op 't
parochie-altaar onder den koepel. Terzijde van
dat altaar bij den preekstoel, staan de zetels
voor Mgr. Huibers en de assistent-bisschoppen.
Daar zijn zij gezeten gedurende Gloria en Cre
do en vandaar begeven zij zich naar het al
taar van den wijdeling, of van den consecra
tor.
De Consecrator wordt tijdens de H. Mis ge
assisteerd door den Proost van het Kathedrale
Kapittel, Mgr. H. J. M. Taskin, als presbyter-
assistens, door de Kanunniken J. C. Aalberse
en J. H. Niekel als troondiakens en door de
Dekens A. Hollenberg en A. J. C. Schraag,
resp. als diaken en subdiaken. De lagere assis-
tenties worden vervuld door de pastoors van
de stad en door leeraren van het Seminarie
Hageveld. De hoogwaardige wijdeling wordt
o.m. geassisteerd door den Eerw. Heer J. C. A.
Huibers, student van het Theologicum en neef
van den nieuwbenoemden Bisschop.
De inleiding van de plechtigheid wordt
gevormd door de voorlezing van de pause
lijke benoemingsbul.
Nadat de consecrator zich in het pon
tificaal gekleed had voor het opdragen der
H. Mis en evenals de andere bisschoppen
en hoogwaardigheidsbekleeders had plaats
genomen, verheft de oudste der assistee
rende bisschoppen zich van zijn zetel en
vraagt den consecrator:
„Eerwaarde Vader, Uwe H. Moeder, de
Katholieke Kerk vraagt, dat U dezen pries
ter, hier aanwezig, met den last van het
bisschopsambt zoudt willen verheffen."
Mgr. P. Giobbe, de consecrator vraagt
daarop: „Hebt Gij een Pauselijken last
brief?" waarop de oudste assisteerende
bisschop weer respondeert door te zeggen:
„Ja, dien hebben wij."
„Wil dezen voorlezen," gelast de con
secrator, wat vervolgens geschiedt.
Na het volgende onderzoek leiden de assis
teerende bisschoppen den wijdeling tot den
consecrator, wiens hand hij, eerbiedig, kust.
Vervolgens bidden consecrator en wijdeling
aan den voet van het bisschopsaltaar den psalm
„Judica", maar als de consecrator het altaar
opgaat om de pontificale H. Mis voort te zet
ten, geleiden de assisteerende bisschoppen den
wijdeling naar het parochie-altaar, waar hem
de koorkap wordt afgenomen en hij eerst nu
bekleed wordt met de misgewaden. Over de
stool die van weerszijden recht van de schou
ders afhangt, hangt men hem het borstkruis
om, daarover de tuniek, de dalmatiek en het
kasuifel.
Ondertusschen heeft het koor, samengesteld
uit leden van de Haarlemsche kerkkoren, de
Scola Cantorum van het Theologicum te War
mond en de jongenskoren van de Kathedraal
en van de kerk van St. Jan den Dooper in de
Amsterdamstraat, den Introïtus van de Mis
van de Verschijning van O. L. Vrouw gezon
gen en zetten de heeren zangers, onder de be
zielende leiding van kapelaan dr. L. Kat, de
barokke melodie van Antonio Lotti's feestmis
in. Het koor, dat is opgesteld in den omloop aan
de Evangeliezijde, zingt licht en vlug de blije
muziek, die de goede Venetiaan wel uitsluitend
voor deze gelegenheid schijnt gecomponeerd
te hebben.
Van de vaste misgezangen werden Sanctus
en Benedictus gezongen uit de „Missa Regina
Coeli" van Jacob de Kèrle, volgens de trans
scriptie voor 4-stemmig mannenkoor, door Mgr.
Casimiri.
Op den preekstoel staat deken J. C. W. v. d.
Wiel om den zang van het volk te dirigeeren.
Staande tusschen de assisteerende bisschop
pen leest Mgr. Huibers aan het parochie-al
taar de H. Mis tot en met de Graduale. Dan
gaat hij tezamen met de assisteerende bis
schoppen naar het bisschopsaltaar, waar de
eigenlijke wijdingsplechtigheid een aanvang
neemt.
Hoogtepunten uit deze plechtigheden vormen
het zingen van de litanie van Alle Heiligen,
waarbij de wijdeling links van den consecrator
plat ter aarde ligt, de handoplegging en de
lange prefatie, welke wordt onderbroken door
het Veni Creator. Met den vredekus van de
consecreerende bisschoppen worden deze Su
blieme plechtigheden besloten. De handeling
der H. Mis schrijdt voort. Na het Credo komt
de pasgewijde Bisschop voor den consecrator
neerknielen en offert hem zijn offergaven. Vol
gens het oude eerbiedwaardige ceremonieel
reikt hij hem twee brandende waskaarsen, twee
brooden en twee vaatjes wijn. Tijdens deze
ceremonie zingt het koor als zang van het
offertorium het „Ave Maria" van Arcadelt,
voor 4-stemmig gemengd koor.
Aan het bisschopsaltaar zetten conse
crator en wijdeling de H. Mis voort, terwijl aan
het einde der H. Mis de consecrator op plech
tige wijze den zegen geeft. Voordat het Evan
gelie van St. Jan wordt gelezen heeft nog de
plechtigheid der intronisatie plaats. Staande
voor het altaar zegent de consecrator den bis
schopsmijter en plaatst haar, geholpen door de
assiteerende bisschoppen, op het hoofd van
Haarlems nieuwen bisschop. Nadat op dezelfde
wijze ook de handschoenen zijn overgereikt,
doet de consecrator den gewijden bisschop
plaats nemen op den bisschoppelijken troon,
waardoor deze het recht krijgt de Christelijke
vergadering voor te zitten en te prediken. De
apostolische internuntius neemt den nieuwen
bisschop aan de rechter-, Z. H. Exc. Mgr. P.
Hopmans aan de linkerhand. Zoo leiden zij
hem naar den bisschoppelijken troon, de con
secrator geeft hem den staf in de linkerhand
en op dat plechtige oogenblik keert Mgr. Giobbe
zich naar het altaar en heft den lofzang „Te
Deum" aan. Terwijl de blijde hymne onmid
dellijk door koor en volk wordt overgenomen,
daalt Mgr. Huibers, begeleid door de assistee
rende bisschoppen, Mgr. Hopmans en Mgr.
Lemmens, de treden van het priesterkoor af
om aan de geloovigen in de kathedraal zijn
eersten bisschoppelijken zegen te geven. De klok
ken van de Kathedraal begeleiden met hun
feestelijke gebeier het danklied, dat door de
hooge gewelven van het kerkgebouw klinkt.
De klokken van alle kerken van het bisdom
begonnen op bijna het zelfde oogenblik ge
durende een kwartier te luiden.
Het is een indrukwekkend oogenblik, dat
de nieuwe bisschop en allen, die het geluk had
den bij deze plechtigheid tegenwoordig te zijn,
nooit zullen vergeten. Als Mgr. Huibers op het
priesterkoor is teruggekeerd en het „Te Deum"
voor den tweeden keer is aangeheven, staat
hij recht voor het altaar en geeft met mijter
en staf, terwijl de consecrator en de assistee
rende bisschoppen aan de Evangeliezijde blij
ven staan, den plechtigen zegen na zijn eerste
bisschopsmis.
Het koor zingt een vierstemmig motet van
Viadana: „Exsultate justi in Domino"; recht
vaardigen, verheugt U in den Heer
Terwijl alle geloovigen het Magnificat zin
gen verlaat Monseigneur de Kathedraal door
het ruime middenpad.
De plechtigheid is teneinde. In eenzelfden
stoet, waarin zij binnentraden, verlaten de
prelaten de Kathedraal.
Buiten worden zij hartelijk door het publiek
toegejuicht en de aan den helder blauwen he
mel stralende winterzon geeft aan het geheel
een bizonder feestelijk cachet.
In de plebanie ontving de nieuwe bisschop
de eerste gelukwenschen.
Weer een van onze oud-leeraren Bisschop!
Dat was de eerste gedachte. Na Mgr.
Callier en Mgr. Aengenent als derde
Mgr. Huibers! En dan gaan we zoeken in de
schatkamer van onze herinnering, of we daar
uit als de huisvader van het Evangelie het oude
te voorschijn kunnen halen, dat voor velen toch
weer nieuw is.
Van 1905 tot 1916: de stille jaren van den
Hageveldschen leeraar, het verborgen leven
binnen de beslotenheid van het seminarie. Dag
aan dag de eendere taak: les geven. Les in La
tijn, les in Grieksch, les in Nederlandsche lit
teratuurgeschiedenis, les in rhetorica.
Wanneer men het leeraarschap van onzen
nieuwen Bisschop in één enkel woord zou moe
ten samenvatten, dan zou men, dunkt me, moe
ten zeggen: hij wilde voor ons, zijn leerlingen,
de leeraar van de schoonheid wezen. Ons het
mooie te laten doorvoelen, daarop vooral waren
zijn lessen gericht. Het mooie in de oude klas
sieken, het mooie in de vaderlandsche letteren,
het mooie in de voorbeelden van gewijde en
ongewijde welsprekendheid.
Zelf gemakkelijk in liefde voor het schoone
ontvlamd, trachtte hij van zijn vuur ook in ons
over te storten. Wanneer de een of andere
passage van de behandelde schrijvers hem bij
zonder trof, dan werd zij met zooveel gevoel,
met zooveel vuur voorgedragen, dat men zich
in Rome of Athene verplaatst waande. Of zijn
hand greep naar een dichterlijke vertaling, om
ons te laten hooren, hoe een latere kunstenaar
de antieke schoonheid in Nederlandsche verzen
wist te verklanken.
En dan greep hij het liefst naar Vondel!
Want de prins van onze dichters nam in zijn
hart wel een heel groote plaats in. Dat bleek
vooral, toen hij met de leiding van het Hag--
veldsch tooneel belast werd. Zijn eerste daad
als zoodanig was in 1914 de opvoering van
„Samson," een stuk, dat sinds den tijd van
Vondel niet meer gespeeld was. In de beide vol
gende jaren, waren het „Jozef in Dothan" en
„Noah," waarop zijn keuze viel. En nu moge
het waar wezen, dat jonge spelers ten slotte
zwakke krachten zijn, de bezielende leiding van
Mijnheer Huibers wist er wonderlijke resultaten
mee te bereiken.
Want declamator was hij met hart en ziel.
Geen vak lag hem dan ook beter dan de rheto
rica. Bij hem geen doode theorie, maar het
levende voorbeeld van den leeraar zelf. Nog
hoor ik hem de beroemde redevoering van Mar
cus Antonius uit Shakespeare's Julius Caesar
voordragen. En wanneer dan na afloop spon
taan: „Verder!" wordt geroepen, dan volgde met
veel mimiek het verwarde tooneeltje, waarbij
het opgewonden volk den onschuldigen dichter
Cinna voor den samenzweerder Cinna aanziet.
Gewoonlijk echter zijn de voorbeelden aan
de groote kanselredenaars ontleend, zooals
trouwens in de les van de gewijde welspre
kendheid voor de hand ligt. Bossuet, Bourda-
loue, Massillon passeeren de revue en schijnen
voor ons te herleven, als Mijnheer Huibers hun
woorden tot de zijne maakt.
Maar de beste voorbeelden zijn de preeken
van onzen eigen leeraar. Hoe grijpt hij ons met
woord en gebaar, wanneer hij ons de Godde
lijke Schoonheid verklaart, wanneer hij de
heerlijkheid van Maria bezingt, wanneer hij ons
de pracht van de liturgie ontvouwt. In zijn
preeken is hij de leeraar der schoonheid op zijn
best. Dan leert hij ons de Schoonheid, tot wie
eens een Augustinus riep: „Te laat heb ik U
bemind, Schoonheid zoo oud en zoo nieuw!"
Dan worden wij begeesterd voor de Moeder
van de schoone liefde. Dan leeren wij de
schoonheid van een hoogere orde kennen.
Dat was het leven van Mgr. Huibers in het
verborgene van het seminarie. Of misschien
juister uitgedrukt: dat was de ópen baarheid
van dit verborgen leven. Want nog meer ver
borgen was de geestelijke leiding, die hii aan
zoovelen gaf. Hij wist werkelijk, zooals Paus
Pius XI in zijn nieuwste encycliek zoo treffend
zegt, „de jonge zielen met .wijs verstand te
wapenen niet alleen tegen de bekoringen van
het oogenblik, maar ook tegen de veel ernsti
ger gevaren, waaraan zij later zouden bloot
staan in de wereld." En de wapens, die hij ons
leerde hanteeren, waren er voornamelijk twee:
een innig gebedsleven en een kinderlijke de
votie tot de gezegende Moeder des Heeren.
Een innig gebedsleven. Hij leerde ons, hoe
wij de vermaning, dat wij altoos behooren te
bidden, in praktijk moesten brengen door on
der ons werk van tijd tot tijd onze ziel tot
God te verheffen.
Een kinderlijke devotie tot Maria. Want
om nog eenmaal de encycliek over het priester
schap aan te halen „er bestaat een waar
achtige en diepe gelijkenis tusschen de betrek
kingen van den priester met Christus en die
van Maria met haar goddelijken Zoon
Zoo mag dan Hageveld voor de derde maal
een van zijn oud-leeraren als Bisschop van
Haarlem begroeten. Geve God op de voor
spraak van de Moeder der schoone liefde, dat
het pontificaat van Mgr. Huibers moge strek
ken tot Zijn glorie en tot heil van de Haar
lemsche Kerk.
P. J. A. JUFFERMANS, Pr.
Het Nederlandsch Comité voor de bede
vaarten naar Lourdes heeft aan Z. H.
Exc. Mgr. Huibers bij gelegenheid van
diens bisschopswijding een gouden bisschoppe
lijken ring als geschenk aangeboden, welke door
de edelsmeden Brom
te Utrecht vervaar
digd is. Het zal deze
ring zijn, die door Mgr
eiken dag zal worden
gedragen, terwijl voor
de liturgische plech
tigheden de met vele
kostbare edelsteenen
bezette ring gereser
veerd blijft, die voor
vele jaren aan wijlen
Mgr. Callier werd ge
schonken.
De nieuwe ring, die
Lvan vorm zeer een
voudig is, onderscheidt
zich voornamelijk door den edelsteen, die er
in gevat is, een achtzijdig geslepen turmalijn
van ongewone grootte en van een prachtige
donker blauw-groene kleur. Aan de zijkanten
van den ring is in goud en niello een
een precieuze versiering aangebracht, welke
duidt op den oorsprong en de bestemming van
het kleinood. Op de eene zijde is afgebeeld de
verschijning van de H. Maagd aan Bernadette,
herinnerend aan de wonderbare gebeurtenissen
van Lourdes, op de andere zijde het visioen van
St. Hubertus, den patroon van het geslacht Hui
bers. Buiten deze beide niello-miniaturen zal
een kort inschrift rondom de steenvatting het
feit en den datum der schenking voor de toe
komst vastleggen.
i