De overwinning in Enderta Z.H. Exc. Mgr. Georges Calavassy leder pak HONIG's VERMICELLI GRATIS Aspirin MOREEL EFFECT DE INSTELLING VAN BEDRIJFSRADEN WOENSDAG 19 FEBRUARI 1936 Bezoek aan de Vereenigde Katholieke Pers Welkomstwoord De Aartsbisschop spreekt Prof. de Waele Bisschops j ubïleum Kard. Faulhaber Bond van R.K. Werklied en-ver- eenigingen in het Aartsbisdom heeft een telegram ge- gestuurd LOONEN PROVINCIAAL PERSONEEL Ged. Staten van Noord-Holland met herziening belast AUTO DOOR BRUG GEZAKT Verkeer gestremd IN VRIJHEID GESTELD Geen invoering van de 40-urige werkweek Wettelijke regeling van het ziekenfondswezen Vervanging vrouwelijk personeel bevat ter kennismaking een HONIG's BOUILLONBLOKJE Revolutie in Paraguay BETROUWBAAR HUURVERLAGING Moeilijkheden bij de exploitatie der woningwetwoningen SMALFILM-WEDSTRIJD De toegekende bekroningen LUCHTBESCHERMING EN APOTHEKERS Uitbreiding van de bevoegdheden wenschelijk geacht Een katholieke partij op Curasao Op initiatief van Mgr. Verriet opgericht ONDERSTEUNDE „SCHREEF" VEEL Hij kreeg bon „Goed voor blocnote en potlood" Misoogst bij zaadwinning Graanbeurs in den Wieringer- meerpolder Hedenmiddag heeft Z. H. Exc. Mgr. Georges Calavassy een lang durig bezoek aan onze bureaux ge bracht, waar hij werd ontvangen door de directeuren der Vereenig de Katholieke Pers, de heeren L. M. Weterings en J. V. L. M. Ver biest, en werd toegesproken door den hoofd-redacteur van ,,De Tijd", den heer Alph. Laudy. De Atheensche aartsbisschop had den wensch te kennen gegeven het katholieke couranten- bedrijf der hoofdstad in oogenschouw te ne men. Hij werd daarbij vergezeld door de twee Oostersche Benedictijnen van Amay, de paters Dom Ildefonsus Dirks en Dom Stephanus Vos, beiden Nederlanders, uit de Benedictijnsche abdij van Amey, alsmede door prof. dr. De Waele uit Nijmegen, die langen tijd in Grie kenland toefde. In de directiekamer werden door de heeren directeuren de hoofden van verschillende af- deeiingen aan Mgr. voorgesteld, waarna de hoofdredacteur van „De Tijd", de heer Alph. Laudy, in het Fransch de volgende toespraak hield. Hoogwaardige Excellentie, U veroorlove mij, uit naam der redactie van Nederlands oudste katholieke dagblad, U met een eerbiedig en hartelijk welkom te mo gen begroeten, nu Uwe Hoogw. Exc. Uw eerste schreden in de hoofdstad heeft willen richten naar het Kasteel van Aemstel, centrum van de katholieke persactie, die hier onder groote voorgangers haar uitgangspunt he.eft geno men. Indien directie en redactie van de hier gedrukte bladen, alvorens wij de eer mogen hebben U het geleide door drukkerij en de afdeelingen van het gebouw te geven, nederig Uw bisschoppelijken zegen vragen, dan weten wij, dat Gij ons dien zult verleenen als een nieuwe bezieling op een werk, dat zij zelf als van apostolische waarde hebt beoefend. Want het is ons bekend, dat Gij uit journalistiek bloed zijt geboren, en dat wijlen uw hoogver eerde vader de stichter was van het blad „Anatoli", het eerste dat in het land van de klassieke schrijvers en denkers de katholieke actueele gedachten door de pers ging verme nigvuldigen. Van dit blad zijt Gü, Monseigneur, de eerste hoofdredacteur geweest lang vóór Gij tot den zetel van Dionisius den Areopagiet geroepen werd, waar Gij thans het apostoli sche werk met paulinische activiteit voortzet. In de hoofdstad van Nederland, waar de Amsterdamscihe journalisten-familie Uwe Hoogw. Exc. mag verwelkomen, zijt Gij geen vreemdeling. Uit de havensteden van Klein Azië heeft Uw voorgeslacht ons den H. Nico- laas van Myra overgebracht om te vaderen over de gemeenschap der heiligen, die in Ne derland zoo eerbiedwaardige overleveringen heeft gevestigd. Het is de tweede maal, dat Gü, bewogen door denzelfden ijver, die den apos tel der volken deed uitroepen: „Mij drukt de zorg van alle kerken", ook de Katholieken van Nederland bezoekt. Want niet tevreden met de prediking op den Areopaag, die tot de traditie van Uw Aartsbisdom behoort en waar Uw bekeeringsijver niet ophoudt, aan het zoe kende humanisme den Onbekenden God te prediken, ijvert Gij ook nog met bewonde renswaardige en energieke liefde Christi voor de hereeniging der Oostersche Kerken, van welk apostolaat Gij de ziel en bewegende kracht zijt. Hoogwaaardige Excellentie, wij zijn maar een stil volk, maar in de stilte over onze wijde vlakten hebben wij altijd den klank van het oude Griekenland verstaan als de stem van wijsheid en schoonheid: en onze visschers en boeren, in eenvoud van levenszin verwant aan die van Uw zeevarend en landbouwend volk, hebben steeds met een ootmoedig hart het woord van de apostelen en belijders gevolgd. Wij uiten den wensch, dat Uwe Hoogwaardige Excellentie, belijder van het geschreven en gesproken woord en apostel van het hereeni- gingswerk der afgescheiden broeders, naar de nationale en internationale voltrekking waarvan wij ook in dit land niet ophouden met onze Bisschoppen onder het gebed der geheele Kerk van Nederland smachtend uit te zien een vruchtbaren rondgang onder ons volk moogt maken voor het ideaal, waarin ons hart het Uwe tegenklopt. Monseigneur had met groote aandacht naar deze woorden geluisterd en antwoordde daar na in vloeiend Fransch dat hij zéér getroffen was door deze ontvangst, die hij op bijzonde ren prijs stelde. Hij had reeds vroeger Neder land, de Nederlanders en vooral de katholie ken ten onzent leeren waardeeren. Daarom was het hem zulk een groot voorrecht, zei hij, wederom onder dit gastvrije volk, weder om in de aloude Mirakelstad te kunnen zijn, waaraan hij zoovele heerlijke herinneringen be houden had. Met ontroering had hij geluisterd naar hetgeen hier over zijn vader was gezegd en over het apostolaat der katholieke pers, dat niet hoog genoeg aangeslagen kan worden. Zelf heeft Mgr. het zijne gedaan om dit machtig hulpmiddel te gebruiken voor de ver breiding en de verdediging der waarheid en daarom kon hij te meer bewonderen het groot- sche werk dat hier, op eerbiedwaardige tradi ties steunend, zoo glansrijk wordt verricht door de „Vereenigde Katholieke Pers" met de door haar uitgegeven bladen, 't Kasteel van Aem stel, hij wist het, bergt een schoone traditie en de modernste hulpmiddelen worden hier toe gepast om de katholieke gedachte te verbrei den. Het deed hem zoo goed nu temidden van katholieke journalisten te kunnen toeven en hun te zeggen hoe hij zich met hen één voelt. Monseigneur heeft met onzen grooten Paus Pius XI over het wereldapostolaat der Katho lieke Pers mogen spreken en uit Diens mond vernomen welk een enorme beteekenis deze aan een goed geoutilleerde Kath. pers hecht. Ze is het klankbord, de moderne luidspreker der waarheid. Welnu, dit woord des Pausen is hier in Nederland, is hier in Amsterdam be grepen en in praktijk gebracht. Het Nederlandsche volk is daareven een zwijgzaam volk genoemd, een stil volk, maar het is geen koud volk. In alle stilte en zon der ophef worden hier grootsche daden ge steld door dit volk, dat klein in getal, groot in geestkracht is. En daarom deed het Mgr. zoo goed hier zooveel sympathie te vinden voor de Grieksche kerk, zooveel sympathie te vin den voor de hereeniging der Oostersche ker ken met de Moederkerk. Dat is niet alleen mijn zaak, dat is ook uw, dat is ons aller zaak. Wij vinden Neerlands katholieken één met ons in gebed en daad om het Godsrijk uit te breiden. Nogmaals hartelijk dankend voor de zoo sympathieke ontvangst die hem was ten deel gevallen, verzekerde hü, dat een deel ZH. Exc. Mgr. Georges Calavassy van zijn hart immer in Nederland zal achter blijven, waar hij zoovele vrienden won. Professor de Waele verzocht als „toegevoegd adjudant" "van Monseigneur, nog enkele woor den in het Nederlandsch te mogen toevoegen. Want Mgr. had daar gewaagd van de Kath. Pers als luidspreker. Welnu dezen luidspreker wilde spr. gebruiken om iets tot het Neder landsche volk te brengen, dat weliswaar tegen den wil van onzen gast was, maar toch ge zegd moet worden. De Atheensche Aartsbisschop staat voor een crisis1. Zeker, er zijn verschillen de moeilijkheden voor de katholieken in Griekenland, moeilijkheden die overwonnen zijn, moeilijkheden die dreigen terug te keeren maar waarvoor we ons met Gods hulp niet bezorgd behoeven te maken. Een ramp dreigt evenwel n.l. dat het klooster waarvan zoo'n groote zegenende kracht uitgaat, waar de zusters werken door Mgr. gesticht, en waaruit een groote katholieke activiteit uitstraalt, verdwij nen zal. Katholieken van Nederland, helpt dat voorkomen Het adres van Mgr. Calavassy te Athene schrijven we hieronder. Men bedenke dat de schrijfwijze Calavassy afkomstig is van de fonetische verfransching van den naam van 'sbisschops vader. De eigenlijke Griek sche naam in Nederlandsch geschreven luidt met het adres: Mgr. Georgios Chala- vazis, Acharnon 246, Athene. Nadat Z. H. Excellentie zich eenigen tijd met de directeuren en verschillende redacteuren had onderhouden, geleidden de beide dire; teuren hem door de oudere en nieuwe gebouwen van ,,'t Kasteel van Aemstel", waar Z. H. Exc. alles in volle werking zag. Zoowel de kantoren der De Bond van R.K. Werkliedenvereenigingen in het Aartsbisdom Utrecht heeft Z.Em. Kard. Faulhaber bij gelegenheid van diens zilveren ambtsjubileum een telegram gezonden van den volgenden inhoud: „Hartelijke gelukwenschen en Gods zegen en kracht in den zwaren strijd". particuliere drukkerij als die van het couran- tenbedrijf bezocht Mgr. Zetterij, smelterij, gie terij, drukkerij, voor alles toonde Mgr. de groot ste belangstelling en bewondering. Hij liet zich de moderne wijze van de samenstelling der bladen van de Vereenigde Katholieke Pers uitleggen. Vervolgens werden de redactiebureaux be zichtigd waar de verschillende redacteuren aan den hoogen gast werden voorgesteld. Ten slotte werden nog in de directiekamer enkele ververschingen gebruikt. Het bezoek droeg een geheel eigen karak ter. De Grieksche Kerkvorst toonde zich een beminnelijk, geestig, fijnzinnig mensch, maar van groote geleerdheid en talenkennis. Met bijzondere belangstelling beschouwde hij een artikel dat van zijn hand in 1914 in „De Tijd" verschenen was. Het bezoek heeft een kleine twee uur ge duurd. Bij K.B. van 5 December 1935 worden de Staten der provincie Noord-Holland aange maand, binnen een termijn van drie maanden de salarissen en loonen van het personeel hun ner provincie te herzien, overeenkomstig .de door den minister van Binnenlandsche Zaken in zijn schrijven van 4 September 1935 aange geven richtlijnen. Ged. Staten hebben in hun voordracht van 15 Januari 1936 aan de Staten geadviseerd aan deze aanmaning te voldoen en daartoe vast te stellen de bij die voordracht gevoegde ontwerp-besluiten. De Staten hebben deze onwerpbesluiten verworpen. Thans zijn bij K.B. van 11 Februari 1936 Ged. Staten van Noord-Holland uitgenoodigjd om binnen een termijn van drie weken de sa larissen en loonen van het personeel hunner provincie te herzien overeenkomstig de bij hun aan de Staten gerichte voordracht van 15 Januari 1936 gevoegde ontwerpbesluiten. De minister van Binnenlandsche Zaken is be last met de uitvoering van dit besluit. Een zwaar met kunstmest beladen auto van de firma De Vries te Zwolle is door de brug van het Almelosche Kanaal te Gramsbergen gezakt. Door het gewicht van den auto knapten de balken, waarmede de brug in den kade muur rust, af en de aanhangwagen verdween met het brugdek in de diepte. In de cabine zaten twee personen, die behouden bleven, doordat de cabine op den kademuur bleef hangen. Onder leiding van burgemeester Van Riems dijk is men met het opruimingswerk aange vangen. Het rijverkeer is geheel gestremd. Herstel van de schade zal veel tijd vorderen. Eenige maanden geleden heeft de politie den 19-jarigen kantoorbediende A. W. gearresteerd, verdacht van diefstal van een bedrag van 16.000 ten nadeele van zijn patroon, den heer Stolk, directeur van een graankantoor te Rot terdam. De jongen moest dit bedrag op een bank aan de Zuidblaak incasseeren, doch ver telde zijn patroon, het geld onderweg te heb ben verloren. Aangifte bij de politie volgde, maar het bewijsmateriaal bleek slechts zeer zwak te zijn. Zijn patroon vertelde aan de po litie, dat de jongen den avond te voren reeds wist, dat hij het geld moest incasseeren, maar de jongen hield vol, dat zijn patroon het hem 's morgens eerst had medegedeeld. Hij werd naar het huis van bewaring overgebracht. Naar wij thans vernemen, heeft de rechtbank thans gelast, dat de jongen op vrije voeten moet worden gesteld. Dinsdag vierde de Unitas Studiosorum Amstelodamensium haar vijfde lustrum. De praeses snijdt de taart aan In zijn memorie van antwoord aan de Eerste Kamer over de begrooting van Sociale Zaken voor 1936 deelt minister Slingenberg mede, dat waar inzake invoering van de 40-urige werk week het loonvraagstuk een alles beheerschende rol vervult, aan zulk een verkorting van den wettelijken werktijd niet gedacht kan worden, zoolang een aanmerkelijke loonsverlaging tot de onmogelijkheden schijnt te t>ehooren. De minister verwacht ook van een arbeids- verbod voor 60-jarigen en ouderen niet veel ef fect ten profijte van de jongeren. Een voorontwerp van wet, beoogende in. bepaalde gevallen vrouwelijk personeel in fabrieken en kantoren door mannelijk te doen vervangen, is bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig. De minister meent binnenkort het advies van dat college te mogen verwachten. De minister ziet voorshands weinig aanlei ding tot het vaststellen van een arbeidsverbod voor gehuwde vrouwen. De minister staat sympathiek tegenover de gedachte van verdere invoering van de Arbeids wet en hij overweegt dan ook^iet treffen van voorzieningen in deze aangaande den arbeid in koffiehuizen en hotels. Ten aanzien van de verbindendverklaring van algemeene bedrijfsregelingen, betrekkelijk sociale voorzieningen, staat de minister niet bij voor baat afwijzend. Een daartoe strekkende wette lijke regeling is bij zijn departement in voor bereiding. De minister deelt het gevoelen, dat de tot standkoming van bedrijfsraden een belangrijke factor kan worden geacht om de ontwikkeling en ordening van het bedrijfsleven te bevorde ren. Van een gedwongen samenwerking in een bedrijfsraad verwacht hij echter weinig resul taat. Een wijziging der Bedrijfsradenwet in dier voege, dat de organisaties van werkgevers en arbeiders worden verplicht, binnen een bepaald tijdvak bedrijfsraden te vormen, acht hij daar om niet gewenscht. Aan het departement van den minister is een wetsontwerp in voorbereiding, dat de strekking Italië heeft weer eens gevlagd naar aanlei ding van een groote overwinning op de Abessiniërs behaald. Dit keer was het de generalissimus maarschalk Badoglio, die aan het Noordfront bij Makallé een belangrijke zege wist te bevechten, zoodat de Italianen thans met een dubbel succes in den ransel den regen tijd, welke waarschijnlijk veel van de moreele en physieke kracht der troepen zal vergen, kunnen ingaan. In het Zuiden versloeg gene raal Graziani Ras Desta en schoof zijn gemo toriseerde troepen een flink stuk vooruit op het strategisch schaakbord, in het Noorden ont zette Badoglio het omsingelde kasteel: Ma kallé. Het is met die omsingeling van Makailé echter een vreemde geschiedenis. Terwijl de Abessiniërs steeds hebben beweerd, dat zij het door de Italianen bezette Makallé volkomen hadden ingesloten, zoodat de daar gelegerde bezetting door vliegtuigen van voedsel en muni tie moest worden voorzien, hebben de Italianen deze insluiting herhaaldelijk geloochend. Nu Ras Moeloegeta's leger echter op de vlucht is ge slagen, erkennen de Italiaansche legerberich- ten, welke nooit iets anders dan de zuivere waarheid dit in tegenstelling met de Abes- sinische heeten te vermelden, dat Makallé uit een uiterst benauwende positie is bevrijd. Het lijkt ons dus raadzaam tegenover de Ita liaansche oorlogsberichten eveneens een zeke re reserve in acht te nemen. Dat de Negus door de overwinning van Badoglio nog aller minst schaakmat is gezet, is zonder meer dui delijk. Achter het thans door de Italianen be zette bergmassief Amba Aradam moet precies zoo'n zelfde bergcomplex liggen, waar de Abessiniërs zich stevig hebben verschanst. Even als bij de overwinning van Graziani in het Zuiden, moet de beteekenis van de bevrijding van Makallé dan ook vooral gezocht worden in het moreele effect. De Negus, die nog altijd in Dessie schijnt te vertoeven vandaar dat Dessie nog steeds van luchtbombardementen heeft te lijden kon zijn oud-minister van oorlog Ras Moeloegeta geen hulptroepen zen den, aangezien de Italiaansche bommenwerpers dat verhinderden. Aan het Noordfront draagt de Negus door zijn aanwezigheid aldaar in de oogen van de Abessiniërs meer direct de ver antwoordelijkheid van het officieele opperbevel dan elders, zoodat het échec van Ras Moeloe geta, waardoor ook Ras Kassa en Ras Seyoem hun troepen zullen moeten terugtrekken om niet afgesneden te worden, zwaarder op zijn bezorgde hoofd neerkomt dan het échec van Ras Desta in het Zuiden. Dit is van te meer belang, daar het gezag van den Negus in het eigen land niet zoo sterk gevestigd is, dat het ernstige militaire tegen slagen zonder gevaar kan verdragen. De Italia nen zijn, volgens Virginio Gayda, Mussolini's perstrompet, weer vol vertrouwen in den uit eindelijk gunstigen afloop der krijgsverrichtin gen in Abessinië en willen van geen andere oplossing weten dan die, welke op het slagveld met de wapenen zal worden bevochten. De meer gematigde Italianen zijn echter van mee ning, dat de gunstige positie van het Italiaan sche leger in Abessinië een goede basis zou vormen voor het bedingen van aanzienlijke concessies, waardoor een einde aan den toch altijd nog uiterst riskanten strijd zou kunnen worden gemaakt, maar Mussolini schijnt die meening, gezien Gayda's uitlating, niet te c|ee- len. Vóór den regentijd zijn nu geen belangrijke krijgsverrichtingen meer te verwachten, al heeft het feit, dat Badogüo's troepen in Ender ta tijdens hevige regenbuien successen behaal den, bij de Italianen de illusie gewekt, dat het oorlogsbedrijf niet door het hemelwater geremd behoeft te worden. De Abessiniërs met hun lichtere militaire outillage zullen echter gemak kelijker in de regenperiode kunnen opereeren dan de logge legers der Italianen met hun zware apparatuur. Hoe groot de door de Italia nen bevochten overwinningen ook mogen zijn, de Italiaansche schatkist lekt hevig en krijgt geen noemenswaardige aanvulling, zoodat het de vraag blijft of Italië in geval van een eind overwinning zich niet economisch „tot" zal „siegen". In Paraguay, dat den Chaco-oorlog tegen Bolivia met grooter militair succes dan Ita lië tot nu toe in Abessinië behaalde, heeft gevoerd, is thans na het sluiten van den vrede een revolutie uitgebroken, Welke geslaagd mag heeten. De militairen, die in de Chaco-moeras- sen oorlogslauweren hebben geplukt, zijn de aanstichters van den opstand geweest, zoodat, al zijn de eigenlijke bedoelingen en motieven der opstandelingen nog niet bekend, men vei lig mag aannemen, dat deze revolutie een in direct uitvloeisel is van den beëindigden oorlog. President Ayala heeft moeten aftreden en zal waarschijnlijk door kolonel Franco, die eenigen tijd geleden uit het land werd gezet, worden opgevolgd. In de betrekkingen tusschen Bolivia en Paraguay heet de geslaagde revolutie geen verandering te zullen brengen. Waarschijnlijk hebben wij dus hier te doen met een geweld- dadigen staatsgreep van machtsbegeerige mi litairen, wien de overwinningsroes naar het hoofd is gestegen en die zich door het liberale régime van Ayala te weinig gewaardeerd ach ten. Zegevierende militairen vormen vaak een ernstig gevaar voor het binnenlandsche régime en dit zal ook Mussolini wel wat te denken geven, indien het tenminste waar is, dat de opperste legerleiding in Italië zich aanvankelijk tegen een gewelddadig koloniaal avontuur in Abessinië heeft verzet en slechts onder dwang van den Duce met tegenzin aan het bloedig handwerk is getogen. werk! bij verkoudheid sfeeds Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbuisjes van 20 tabi. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 ets. heeft om ook de bedrijfsvereenigingen te betrek ken bij de uitvoering van de bij de Ongevallen wet 1921 geregelde verzekering. Deze voorbe reiding bevindt zich reeds in gevorderden staat. De minister hoopt binnenkort een voorstel tot wettelijke regeling van het ziekenfondswezen bij de Staten-Generaal aanhangig te kunnen maken. De regeering heeft in de laatste jaren de huren van met rijksvoorschot gebouwde wonin gen niet onbelangrijk verlaagd en brengt daar voor offers in den vorm van bijdragen, zoo die onmisbaar zijn. Ten aanzien van de huurver laging, het eerste noodige,- wordt met kracht doorgewerkt. Met het beramen van plannen ter bereiking van het bouwen van een zoo groot mogelijk aantal zeer goedkoope woningen, dient groote voorzichtigheid betracht te worden bij den tegenwoordigen stand van de woningmarkt. Het Tweede Kamerlid Kampschöer heeft aan den Minister van Sociale Zaken gevraagd, of hij niet van meening is dat de in zijn circulaire van 30 Juli 1935 genoemde datum van 1 Januari 1934 voor die gemeenten, die reeds vóór 1 Jan. 1934 onder goedkeuring van de Regeering tot huur- verlaging overgingen, moeilijkheden bij de exploitatie der woningwetwoningen zal ople veren, nu deze verlaging niet ten laste van het huurverlagingsfonds kan worden gebracht. Is de Minister niet van oordeel, wordt verdei gevraagd, dat de bedoelde gemeenten, die, on der den drang van bijzondere omstandigheden vóór 1 Januari 1934 tot huurverlaging moesten overgaan, met de ten laste van de gemeente ko mende kosten van deze huurverlaging in een zeer onbillijke positie komen en blijven tegen over die gemeenten welke eerst na bedoelden datum, nadat de verlaging van de rente der wo ningwetvoorschotten was tot stand gekomen, tot huurverlaging overgingen? Is de Minister niet van meening, dat de als regel toe te kennen extra-bijdrage in de kosten van de huurverlaging, voorzoover die niet door de verlaging van de rente der woningwetvoor schotten mogelijk werd, voor de bedoelde ge meenten eveneens aan beteekenis inboet en deze in dit geval meer gebaat zouden zijn geweest indien de verlenging van de termijnen van af lossing der woningwetvoorschotten ware doorge- gevoerd? Ten slotte wordt gevraagd of de Minister be reid is teneinde de hiervoren genoemde bezwa- len op te heffen, den genoemden datum van 1 Januari 1934 te vervroegen. Zaterdag heeft de jury voor de Nederland sche Smalfilmliga, bestaande uit de heeren J. C. Mol, Van Zwijndrecht, J. Theunissen, Man- nus Franken en L. Krijn, de volgende prijzen toegekend in den wederom gehouden Nationa- len Smalfilmwedstrijd. Uit de prijswinners wordt later een keuze gedaan voor de in dit jaar te Berlijn te houden Internationalen wedstrijd. Klasse A (speelfilms) Juniores Afd. N. S. Den Haag, le prijs; idem Enkhuizen, 2e prijs. Klasse B (documentaire) ir. K. L. A. v. d. Leeuw, Rotterdam, le prijs; J. de Klerk, Rotterdam. 2e prijs; G. W. de Bok, Eindhoven, 3e prijs. Klasse C (natuurfilms) G. W. de Bok, Eind hoven, le prijs; A Haye, Haarlem, 2e prijs. Klasse E (diversen niet onder voornoemde vallende) J. L. Clement, Rotterdam, le prijs; B. H. Brunklaus. Den Bosch, 2e prijs; jhr. C. Ch. Six, Eindhoven, 3e prijs. Klasse A (speelfilms) Seniores: Afd. Eind hoven, le prijs; ir, E. Kann, Eindhoven, 2e prijs; ir. W. F. Freysen, Breda, 2e P"js. Klasse B (documentaire) A. Carrée, Hillegers- berg, 2e prijs. Klasse C (natuurfilms) ir. J. Lodder, Amster dam, 3e prijs. Het Hoofdbestuur van de Ned. Maatschappij ter bevordering der Pharmacie heeft zich met een adres gewend tot den Minister van Bin nenlandsche Zaken, waarin wordt medege deeld, dat deze organisatie zich beschikbaar stelt om behulpzaam te zijn bij de uitvoering van de Wet op de Luchtbescherming der Bur gerbevolking. In dit adres wordt herinnerd aan de ver diensten, die apothekers zoowel in de oorlog voerende als in de neutrale landen gedurende den wereldoorlog hebben gehad bij de ontwik keling van de gasbescherming. Voor de controle der gasmaskers, het onder zoek van chemicaliën en geneesmiddelen, zuur stofvoorziening enz., schijnt de apotheker de aangewezen persoon te zijn, aldus het adres. De aandacht wordt er in het bijzonder op gevestigd, dat ieder materieel bij-oogmerk is uitgesloten en dat de medewerking wordt aan geboden slechts uit ideëele en vaderlandslie vende overwegingen. Het Tweede Kamerlid Hermans heeft aan den Minister van Sociale Zaken gevraagd of de Mi nister er kennis van genomen heeft, dat de di recties van de particuliere mijnen niet alleen geweigerd hebben, medewerking te verleenen aan een onderzoek naar de vraag, of het moge lijk en gewenscht is, dat voor de mijnindustrie een Bedrijfsraad worde ingesteld, doch eveneens weigerden schriftelijk of mondeling haar stand punt toe te lichten. Is het den Minister bekend, aldus vervolgt vrager, dat de Commissie, bedoeld in art. 8 der Bedrijfsradenwet, in die houding van de direc ties der particuliere mijnen aanleiding vindt, den Minister van Sociale Zaken mede te deelen, dat, naar haar meening, voorloopig geen Be drijfsraad voor de mijnindustrie moet worden ingesteld? Heeft de Minister tevens kennis genomen van het feit, dat het Verbond van Sigarenfabrikan ten te Amsterdam zich uit den Bedrijfsraad voor de Sigarenindustrie heeft teruggetrokken en leden van de Nederlandsche R. K. Vereeniging van Sigarenfabrikanten te Eindhoven, nog wél bij dien Raad aangesloten, zich hebben veree- nigd met een door een aantal sigarenfabrikan ten aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden adres, waarin het standpunt van den Bedrijfsraad voor de Sigarenindustrie ter zake van de voorgestelde wettelijke maatregelen be treffende de mechanisatie in deze industrie wordt bestreden? Is de Minister bovendien op de hoogte van de moeilijkheden, welke zich voordoen in de grafi sche bedrijven ten aanzien van de handhaving der sociale bepalingen in het voor die bedrijven afgesloten collectieve arbeidscontract, terwijl de Bedrijfsraad voor het Boekdrukkers- en Raster- diepdrukbedrijf machteloos staat, om deze be palingen te doen naleven? Acht de Minister, nu uit deze feiten blijkt: dat een minderheid van werkgevers in een bepaald bedrijf de totstandkoming van een Bedrijfsraad kan verhinderen; dat de uitvoering der Bedrijfs radenwet, als ordening bedoeld, tot wanorde leidt, en dat niet bereikt kan worden, wat in de Memorie van Toelichting op genoemde wet als verwachting werd uitgesproken, n.l. dat „de gun stige resultaten, die in de sociale ontwikkeling van het economisch leven worden bereikt", zou den worden „geconsolideerd"; het niet noodza kelijk, dat aan de Bedrijfsraden een meer betee- kenende taak wordt opgedragen en zoodanige bevoegdheden worden gegeven, dat zoowel werk gevers als werknemers het in hun belang achten in deze colleges naar goede samenwerking te streven? i Woensdag 22 Januari j.l. is te Curasao, naar de Amigoe di Curacao meldt, opgericht de R. K. Partij. Z. H. Exc. Mgr. I. Verriet had daartoe te zijnen huize uitgenoodigd een 40-, tal heeren, vertegenwoordigend de verschillende katholieke bevolkingsgroepen van Curasao, die aan de uitnoodiging gehoor gegeven had den. In zijn inleiding zette Mgr. uiteen het doel waartoe deze vergadering was bijeengeroepen. De herziening van het regeeringsreglement, welke spoedig een feit zal zijn, zal dan ook aan het Curaqaosche volk het recht geven van ver tegenwoordigers te kiezen en daarvoor moest het voorbereidend werk gedaan worden, om aan liet katholieke volksdeel quantitatief en qualitatief de plaats te geven welke het rech tens toekomt. De organisatie die Mgr. voorstelde, was die van het moederland, whar in 1926 de Algemee ne Bond van R. K. Rijkskieskringorganisaties omgezet werd in de R. K. Staatspartij in Ne derland. In het voorloopig bestuur werden gekozen de heeren Boelens, Mr. Da Casta Gomez, van der Drift, Kroon, F. Mensing, E. Römer en J. Sprockel. Dezer dagen zullen deze heeren de functies onderling verdeelen. Een der eerste werkzaam heden zal zijn van het Gouvernement de goed keuring te vragen over de statuten. In de gemeenteraadsvergadering van 's Gra- venzande klaagde een raadslid over het feit, dat een werkloozen, die aan de commissie voor B. steun een paar schoenen en een werkbroek had gevraagd, een bon toegestuurd kreeg, „goed voor een blocnote en een potlood. De wethouder van Sociale Zaken, die om trent dit geval opheldering gaf, deelde mede dat de betrokken werklooze herhaalde malen een briefje instuurde, waarin hij om het een of ander vroeg. Er ging vrijwel geen vergadering der commis sie voorbij, of het bekende briefje was aanwe zig. Omdat de man echter dikwijls werk had. meende de commissie de verzoeken te moeten afwijzen. De commissie had echter vernomen, dat voor het schrijven van briefjes de schrijver telkens naar zijn buren ging om pen en inkt te leenen. Daarom werd besloten een bon te verstrekken, waarop de schrijver in het bezit zou worden gesteld van een blocnote en een potlood! Dezer dagen is mededeeling gedaan van de regeling inzake het verleenen van steunuitkee- ring bij misoogst van tuinbouwgewassen. Volgens de „Res.bode" wordt thans door de Ned. Groenten- en Fruitcentrale ook het ver leenen van steun aan tuinders, die door mis oogst van zaadgewassen zijn getroffen, over wogen. De Graanbeurs, die te Middenmeer in den Wieringermeerpolder is gesticht, zal op Woens dag 26 Februari a.s. officieel worden geopend door den directeur van den Wieringermeerpol der, ir. S. Smeding.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 7