De overwinning in Enderta
Z.H. Exc. Mgr. Georges Calavassy
leder pak HONIG's VERMICELLI
GRATIS
Aspirin
MOREEL EFFECT
DE INSTELLING VAN
BEDRIJFSRADEN
WOENSDAG 19 FEBRUARI 1936
Bezoek aan de Vereenigde
Katholieke Pers
Welkomstwoord
De Aartsbisschop spreekt
Prof. de Waele
Bisschops j ubïleum
Kard. Faulhaber
Bond van R.K. Werklied en-ver-
eenigingen in het Aartsbisdom
heeft een telegram ge-
gestuurd
LOONEN PROVINCIAAL
PERSONEEL
Ged. Staten van Noord-Holland
met herziening belast
AUTO DOOR BRUG GEZAKT
Verkeer gestremd
IN VRIJHEID GESTELD
Geen invoering van de
40-urige werkweek
Wettelijke regeling van het
ziekenfondswezen
Vervanging vrouwelijk
personeel
bevat ter kennismaking een
HONIG's BOUILLONBLOKJE
Revolutie in Paraguay
BETROUWBAAR
HUURVERLAGING
Moeilijkheden bij de exploitatie
der woningwetwoningen
SMALFILM-WEDSTRIJD
De toegekende bekroningen
LUCHTBESCHERMING EN
APOTHEKERS
Uitbreiding van de bevoegdheden
wenschelijk geacht
Een katholieke partij
op Curasao
Op initiatief van Mgr. Verriet
opgericht
ONDERSTEUNDE „SCHREEF"
VEEL
Hij kreeg bon „Goed voor blocnote
en potlood"
Misoogst bij zaadwinning
Graanbeurs in den Wieringer-
meerpolder
Hedenmiddag heeft Z. H. Exc.
Mgr. Georges Calavassy een lang
durig bezoek aan onze bureaux ge
bracht, waar hij werd ontvangen
door de directeuren der Vereenig
de Katholieke Pers, de heeren L.
M. Weterings en J. V. L. M. Ver
biest, en werd toegesproken door
den hoofd-redacteur van ,,De Tijd",
den heer Alph. Laudy.
De Atheensche aartsbisschop had den wensch
te kennen gegeven het katholieke couranten-
bedrijf der hoofdstad in oogenschouw te ne
men. Hij werd daarbij vergezeld door de twee
Oostersche Benedictijnen van Amay, de paters
Dom Ildefonsus Dirks en Dom Stephanus Vos,
beiden Nederlanders, uit de Benedictijnsche
abdij van Amey, alsmede door prof. dr. De
Waele uit Nijmegen, die langen tijd in Grie
kenland toefde.
In de directiekamer werden door de heeren
directeuren de hoofden van verschillende af-
deeiingen aan Mgr. voorgesteld, waarna de
hoofdredacteur van „De Tijd", de heer Alph.
Laudy, in het Fransch de volgende toespraak
hield.
Hoogwaardige Excellentie,
U veroorlove mij, uit naam der redactie
van Nederlands oudste katholieke dagblad, U
met een eerbiedig en hartelijk welkom te mo
gen begroeten, nu Uwe Hoogw. Exc. Uw eerste
schreden in de hoofdstad heeft willen richten
naar het Kasteel van Aemstel, centrum van
de katholieke persactie, die hier onder groote
voorgangers haar uitgangspunt he.eft geno
men. Indien directie en redactie van de hier
gedrukte bladen, alvorens wij de eer mogen
hebben U het geleide door drukkerij en de
afdeelingen van het gebouw te geven, nederig
Uw bisschoppelijken zegen vragen, dan weten
wij, dat Gij ons dien zult verleenen als een
nieuwe bezieling op een werk, dat zij zelf als
van apostolische waarde hebt beoefend. Want
het is ons bekend, dat Gij uit journalistiek
bloed zijt geboren, en dat wijlen uw hoogver
eerde vader de stichter was van het blad
„Anatoli", het eerste dat in het land van de
klassieke schrijvers en denkers de katholieke
actueele gedachten door de pers ging verme
nigvuldigen. Van dit blad zijt Gü, Monseigneur,
de eerste hoofdredacteur geweest lang vóór
Gij tot den zetel van Dionisius den Areopagiet
geroepen werd, waar Gij thans het apostoli
sche werk met paulinische activiteit voortzet.
In de hoofdstad van Nederland, waar de
Amsterdamscihe journalisten-familie Uwe
Hoogw. Exc. mag verwelkomen, zijt Gij geen
vreemdeling. Uit de havensteden van Klein
Azië heeft Uw voorgeslacht ons den H. Nico-
laas van Myra overgebracht om te vaderen
over de gemeenschap der heiligen, die in Ne
derland zoo eerbiedwaardige overleveringen
heeft gevestigd. Het is de tweede maal, dat
Gü, bewogen door denzelfden ijver, die den apos
tel der volken deed uitroepen: „Mij drukt de
zorg van alle kerken", ook de Katholieken
van Nederland bezoekt. Want niet tevreden
met de prediking op den Areopaag, die tot de
traditie van Uw Aartsbisdom behoort en waar
Uw bekeeringsijver niet ophoudt, aan het zoe
kende humanisme den Onbekenden God te
prediken, ijvert Gij ook nog met bewonde
renswaardige en energieke liefde Christi voor
de hereeniging der Oostersche Kerken, van
welk apostolaat Gij de ziel en bewegende
kracht zijt.
Hoogwaaardige Excellentie, wij zijn maar
een stil volk, maar in de stilte over onze wijde
vlakten hebben wij altijd den klank van het
oude Griekenland verstaan als de stem van
wijsheid en schoonheid: en onze visschers en
boeren, in eenvoud van levenszin verwant aan
die van Uw zeevarend en landbouwend volk,
hebben steeds met een ootmoedig hart het
woord van de apostelen en belijders gevolgd.
Wij uiten den wensch, dat Uwe Hoogwaardige
Excellentie, belijder van het geschreven en
gesproken woord en apostel van het hereeni-
gingswerk der afgescheiden broeders, naar
de nationale en internationale voltrekking
waarvan wij ook in dit land niet ophouden
met onze Bisschoppen onder het gebed der
geheele Kerk van Nederland smachtend uit
te zien een vruchtbaren rondgang onder ons
volk moogt maken voor het ideaal, waarin ons
hart het Uwe tegenklopt.
Monseigneur had met groote aandacht naar
deze woorden geluisterd en antwoordde daar
na in vloeiend Fransch dat hij zéér getroffen
was door deze ontvangst, die hij op bijzonde
ren prijs stelde. Hij had reeds vroeger Neder
land, de Nederlanders en vooral de katholie
ken ten onzent leeren waardeeren. Daarom
was het hem zulk een groot voorrecht, zei
hij, wederom onder dit gastvrije volk, weder
om in de aloude Mirakelstad te kunnen zijn,
waaraan hij zoovele heerlijke herinneringen be
houden had. Met ontroering had hij geluisterd
naar hetgeen hier over zijn vader was gezegd
en over het apostolaat der katholieke pers,
dat niet hoog genoeg aangeslagen kan worden.
Zelf heeft Mgr. het zijne gedaan om dit
machtig hulpmiddel te gebruiken voor de ver
breiding en de verdediging der waarheid en
daarom kon hij te meer bewonderen het groot-
sche werk dat hier, op eerbiedwaardige tradi
ties steunend, zoo glansrijk wordt verricht door
de „Vereenigde Katholieke Pers" met de door
haar uitgegeven bladen, 't Kasteel van Aem
stel, hij wist het, bergt een schoone traditie en
de modernste hulpmiddelen worden hier toe
gepast om de katholieke gedachte te verbrei
den. Het deed hem zoo goed nu temidden van
katholieke journalisten te kunnen toeven en
hun te zeggen hoe hij zich met hen één voelt.
Monseigneur heeft met onzen grooten Paus
Pius XI over het wereldapostolaat der Katho
lieke Pers mogen spreken en uit Diens mond
vernomen welk een enorme beteekenis deze
aan een goed geoutilleerde Kath. pers hecht.
Ze is het klankbord, de moderne luidspreker
der waarheid. Welnu, dit woord des Pausen is
hier in Nederland, is hier in Amsterdam be
grepen en in praktijk gebracht.
Het Nederlandsche volk is daareven een
zwijgzaam volk genoemd, een stil volk, maar
het is geen koud volk. In alle stilte en zon
der ophef worden hier grootsche daden ge
steld door dit volk, dat klein in getal, groot
in geestkracht is. En daarom deed het Mgr.
zoo goed hier zooveel sympathie te vinden voor
de Grieksche kerk, zooveel sympathie te vin
den voor de hereeniging der Oostersche ker
ken met de Moederkerk. Dat is niet alleen
mijn zaak, dat is ook uw, dat is ons aller
zaak. Wij vinden Neerlands katholieken één
met ons in gebed en daad om het Godsrijk uit
te breiden. Nogmaals hartelijk dankend voor
de zoo sympathieke ontvangst die hem was
ten deel gevallen, verzekerde hü, dat een deel
ZH. Exc. Mgr. Georges Calavassy
van zijn hart immer in Nederland zal achter
blijven, waar hij zoovele vrienden won.
Professor de Waele verzocht als „toegevoegd
adjudant" "van Monseigneur, nog enkele woor
den in het Nederlandsch te mogen toevoegen.
Want Mgr. had daar gewaagd van de Kath.
Pers als luidspreker. Welnu dezen luidspreker
wilde spr. gebruiken om iets tot het Neder
landsche volk te brengen, dat weliswaar tegen
den wil van onzen gast was, maar toch ge
zegd moet worden. De Atheensche Aartsbisschop
staat voor een crisis1. Zeker, er zijn verschillen
de moeilijkheden voor de katholieken in
Griekenland, moeilijkheden die overwonnen zijn,
moeilijkheden die dreigen terug te keeren maar
waarvoor we ons met Gods hulp niet bezorgd
behoeven te maken. Een ramp dreigt evenwel
n.l. dat het klooster waarvan zoo'n groote
zegenende kracht uitgaat, waar de zusters
werken door Mgr. gesticht, en waaruit een
groote katholieke activiteit uitstraalt, verdwij
nen zal. Katholieken van Nederland, helpt dat
voorkomen
Het adres van Mgr. Calavassy te Athene
schrijven we hieronder. Men bedenke dat
de schrijfwijze Calavassy afkomstig is van
de fonetische verfransching van den naam
van 'sbisschops vader. De eigenlijke Griek
sche naam in Nederlandsch geschreven
luidt met het adres: Mgr. Georgios Chala-
vazis, Acharnon 246, Athene.
Nadat Z. H. Excellentie zich eenigen tijd met
de directeuren en verschillende redacteuren had
onderhouden, geleidden de beide dire; teuren hem
door de oudere en nieuwe gebouwen van ,,'t
Kasteel van Aemstel", waar Z. H. Exc. alles
in volle werking zag. Zoowel de kantoren der
De Bond van R.K. Werkliedenvereenigingen
in het Aartsbisdom Utrecht heeft Z.Em. Kard.
Faulhaber bij gelegenheid van diens zilveren
ambtsjubileum een telegram gezonden van den
volgenden inhoud:
„Hartelijke gelukwenschen en Gods zegen en
kracht in den zwaren strijd".
particuliere drukkerij als die van het couran-
tenbedrijf bezocht Mgr. Zetterij, smelterij, gie
terij, drukkerij, voor alles toonde Mgr. de groot
ste belangstelling en bewondering. Hij liet zich
de moderne wijze van de samenstelling der
bladen van de Vereenigde Katholieke Pers
uitleggen.
Vervolgens werden de redactiebureaux be
zichtigd waar de verschillende redacteuren aan
den hoogen gast werden voorgesteld.
Ten slotte werden nog in de directiekamer
enkele ververschingen gebruikt.
Het bezoek droeg een geheel eigen karak
ter. De Grieksche Kerkvorst toonde zich een
beminnelijk, geestig, fijnzinnig mensch, maar
van groote geleerdheid en talenkennis. Met
bijzondere belangstelling beschouwde hij een
artikel dat van zijn hand in 1914 in „De Tijd"
verschenen was.
Het bezoek heeft een kleine twee uur ge
duurd.
Bij K.B. van 5 December 1935 worden de
Staten der provincie Noord-Holland aange
maand, binnen een termijn van drie maanden
de salarissen en loonen van het personeel hun
ner provincie te herzien, overeenkomstig .de
door den minister van Binnenlandsche Zaken
in zijn schrijven van 4 September 1935 aange
geven richtlijnen. Ged. Staten hebben in hun
voordracht van 15 Januari 1936 aan de Staten
geadviseerd aan deze aanmaning te voldoen en
daartoe vast te stellen de bij die voordracht
gevoegde ontwerp-besluiten. De Staten hebben
deze onwerpbesluiten verworpen.
Thans zijn bij K.B. van 11 Februari 1936
Ged. Staten van Noord-Holland uitgenoodigjd
om binnen een termijn van drie weken de sa
larissen en loonen van het personeel hunner
provincie te herzien overeenkomstig de bij hun
aan de Staten gerichte voordracht van
15 Januari 1936 gevoegde ontwerpbesluiten.
De minister van Binnenlandsche Zaken is be
last met de uitvoering van dit besluit.
Een zwaar met kunstmest beladen auto van
de firma De Vries te Zwolle is door de brug
van het Almelosche Kanaal te Gramsbergen
gezakt. Door het gewicht van den auto knapten
de balken, waarmede de brug in den kade
muur rust, af en de aanhangwagen verdween
met het brugdek in de diepte. In de cabine
zaten twee personen, die behouden bleven,
doordat de cabine op den kademuur bleef
hangen.
Onder leiding van burgemeester Van Riems
dijk is men met het opruimingswerk aange
vangen. Het rijverkeer is geheel gestremd.
Herstel van de schade zal veel tijd vorderen.
Eenige maanden geleden heeft de politie den
19-jarigen kantoorbediende A. W. gearresteerd,
verdacht van diefstal van een bedrag van
16.000 ten nadeele van zijn patroon, den heer
Stolk, directeur van een graankantoor te Rot
terdam. De jongen moest dit bedrag op een
bank aan de Zuidblaak incasseeren, doch ver
telde zijn patroon, het geld onderweg te heb
ben verloren. Aangifte bij de politie volgde,
maar het bewijsmateriaal bleek slechts zeer
zwak te zijn. Zijn patroon vertelde aan de po
litie, dat de jongen den avond te voren reeds
wist, dat hij het geld moest incasseeren, maar
de jongen hield vol, dat zijn patroon het hem
's morgens eerst had medegedeeld. Hij werd
naar het huis van bewaring overgebracht. Naar
wij thans vernemen, heeft de rechtbank thans
gelast, dat de jongen op vrije voeten moet
worden gesteld.
Dinsdag vierde de Unitas Studiosorum Amstelodamensium haar vijfde lustrum. De
praeses snijdt de taart aan
In zijn memorie van antwoord aan de Eerste
Kamer over de begrooting van Sociale Zaken
voor 1936 deelt minister Slingenberg mede, dat
waar inzake invoering van de 40-urige werk
week het loonvraagstuk een alles beheerschende
rol vervult, aan zulk een verkorting van den
wettelijken werktijd niet gedacht kan worden,
zoolang een aanmerkelijke loonsverlaging tot
de onmogelijkheden schijnt te t>ehooren.
De minister verwacht ook van een arbeids-
verbod voor 60-jarigen en ouderen niet veel ef
fect ten profijte van de jongeren.
Een voorontwerp van wet, beoogende in.
bepaalde gevallen vrouwelijk personeel in
fabrieken en kantoren door mannelijk te
doen vervangen, is bij den Hoogen Raad
van Arbeid aanhangig. De minister meent
binnenkort het advies van dat college te
mogen verwachten.
De minister ziet voorshands weinig aanlei
ding tot het vaststellen van een arbeidsverbod
voor gehuwde vrouwen.
De minister staat sympathiek tegenover de
gedachte van verdere invoering van de Arbeids
wet en hij overweegt dan ook^iet treffen van
voorzieningen in deze aangaande den arbeid in
koffiehuizen en hotels.
Ten aanzien van de verbindendverklaring van
algemeene bedrijfsregelingen, betrekkelijk sociale
voorzieningen, staat de minister niet bij voor
baat afwijzend. Een daartoe strekkende wette
lijke regeling is bij zijn departement in voor
bereiding.
De minister deelt het gevoelen, dat de tot
standkoming van bedrijfsraden een belangrijke
factor kan worden geacht om de ontwikkeling
en ordening van het bedrijfsleven te bevorde
ren. Van een gedwongen samenwerking in een
bedrijfsraad verwacht hij echter weinig resul
taat. Een wijziging der Bedrijfsradenwet in dier
voege, dat de organisaties van werkgevers en
arbeiders worden verplicht, binnen een bepaald
tijdvak bedrijfsraden te vormen, acht hij daar
om niet gewenscht.
Aan het departement van den minister is een
wetsontwerp in voorbereiding, dat de strekking
Italië heeft weer eens gevlagd naar aanlei
ding van een groote overwinning op de
Abessiniërs behaald. Dit keer was het de
generalissimus maarschalk Badoglio, die aan
het Noordfront bij Makallé een belangrijke zege
wist te bevechten, zoodat de Italianen thans
met een dubbel succes in den ransel den regen
tijd, welke waarschijnlijk veel van de moreele
en physieke kracht der troepen zal vergen,
kunnen ingaan. In het Zuiden versloeg gene
raal Graziani Ras Desta en schoof zijn gemo
toriseerde troepen een flink stuk vooruit op het
strategisch schaakbord, in het Noorden ont
zette Badoglio het omsingelde kasteel: Ma
kallé. Het is met die omsingeling van Makailé
echter een vreemde geschiedenis. Terwijl de
Abessiniërs steeds hebben beweerd, dat zij het
door de Italianen bezette Makallé volkomen
hadden ingesloten, zoodat de daar gelegerde
bezetting door vliegtuigen van voedsel en muni
tie moest worden voorzien, hebben de Italianen
deze insluiting herhaaldelijk geloochend. Nu Ras
Moeloegeta's leger echter op de vlucht is ge
slagen, erkennen de Italiaansche legerberich-
ten, welke nooit iets anders dan de zuivere
waarheid dit in tegenstelling met de Abes-
sinische heeten te vermelden, dat Makallé
uit een uiterst benauwende positie is bevrijd.
Het lijkt ons dus raadzaam tegenover de Ita
liaansche oorlogsberichten eveneens een zeke
re reserve in acht te nemen. Dat de Negus
door de overwinning van Badoglio nog aller
minst schaakmat is gezet, is zonder meer dui
delijk. Achter het thans door de Italianen be
zette bergmassief Amba Aradam moet precies
zoo'n zelfde bergcomplex liggen, waar de
Abessiniërs zich stevig hebben verschanst. Even
als bij de overwinning van Graziani in het
Zuiden, moet de beteekenis van de bevrijding
van Makallé dan ook vooral gezocht worden in
het moreele effect. De Negus, die nog altijd
in Dessie schijnt te vertoeven vandaar dat
Dessie nog steeds van luchtbombardementen
heeft te lijden kon zijn oud-minister van
oorlog Ras Moeloegeta geen hulptroepen zen
den, aangezien de Italiaansche bommenwerpers
dat verhinderden. Aan het Noordfront draagt
de Negus door zijn aanwezigheid aldaar in de
oogen van de Abessiniërs meer direct de ver
antwoordelijkheid van het officieele opperbevel
dan elders, zoodat het échec van Ras Moeloe
geta, waardoor ook Ras Kassa en Ras Seyoem
hun troepen zullen moeten terugtrekken om
niet afgesneden te worden, zwaarder op zijn
bezorgde hoofd neerkomt dan het échec van
Ras Desta in het Zuiden.
Dit is van te meer belang, daar het gezag
van den Negus in het eigen land niet zoo sterk
gevestigd is, dat het ernstige militaire tegen
slagen zonder gevaar kan verdragen. De Italia
nen zijn, volgens Virginio Gayda, Mussolini's
perstrompet, weer vol vertrouwen in den uit
eindelijk gunstigen afloop der krijgsverrichtin
gen in Abessinië en willen van geen andere
oplossing weten dan die, welke op het slagveld
met de wapenen zal worden bevochten. De
meer gematigde Italianen zijn echter van mee
ning, dat de gunstige positie van het Italiaan
sche leger in Abessinië een goede basis zou
vormen voor het bedingen van aanzienlijke
concessies, waardoor een einde aan den toch
altijd nog uiterst riskanten strijd zou kunnen
worden gemaakt, maar Mussolini schijnt die
meening, gezien Gayda's uitlating, niet te c|ee-
len. Vóór den regentijd zijn nu geen belangrijke
krijgsverrichtingen meer te verwachten, al
heeft het feit, dat Badogüo's troepen in Ender
ta tijdens hevige regenbuien successen behaal
den, bij de Italianen de illusie gewekt, dat het
oorlogsbedrijf niet door het hemelwater geremd
behoeft te worden. De Abessiniërs met hun
lichtere militaire outillage zullen echter gemak
kelijker in de regenperiode kunnen opereeren
dan de logge legers der Italianen met hun
zware apparatuur. Hoe groot de door de Italia
nen bevochten overwinningen ook mogen zijn,
de Italiaansche schatkist lekt hevig en krijgt
geen noemenswaardige aanvulling, zoodat het
de vraag blijft of Italië in geval van een eind
overwinning zich niet economisch „tot" zal
„siegen".
In Paraguay, dat den Chaco-oorlog tegen
Bolivia met grooter militair succes dan Ita
lië tot nu toe in Abessinië behaalde, heeft
gevoerd, is thans na het sluiten van den vrede
een revolutie uitgebroken, Welke geslaagd mag
heeten. De militairen, die in de Chaco-moeras-
sen oorlogslauweren hebben geplukt, zijn de
aanstichters van den opstand geweest, zoodat,
al zijn de eigenlijke bedoelingen en motieven
der opstandelingen nog niet bekend, men vei
lig mag aannemen, dat deze revolutie een in
direct uitvloeisel is van den beëindigden oorlog.
President Ayala heeft moeten aftreden en zal
waarschijnlijk door kolonel Franco, die eenigen
tijd geleden uit het land werd gezet, worden
opgevolgd. In de betrekkingen tusschen Bolivia
en Paraguay heet de geslaagde revolutie geen
verandering te zullen brengen. Waarschijnlijk
hebben wij dus hier te doen met een geweld-
dadigen staatsgreep van machtsbegeerige mi
litairen, wien de overwinningsroes naar het
hoofd is gestegen en die zich door het liberale
régime van Ayala te weinig gewaardeerd ach
ten. Zegevierende militairen vormen vaak een
ernstig gevaar voor het binnenlandsche régime
en dit zal ook Mussolini wel wat te denken
geven, indien het tenminste waar is, dat de
opperste legerleiding in Italië zich aanvankelijk
tegen een gewelddadig koloniaal avontuur in
Abessinië heeft verzet en slechts onder dwang
van den Duce met tegenzin aan het bloedig
handwerk is getogen.
werk! bij
verkoudheid sfeeds
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbuisjes van
20 tabi. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 ets.
heeft om ook de bedrijfsvereenigingen te betrek
ken bij de uitvoering van de bij de Ongevallen
wet 1921 geregelde verzekering. Deze voorbe
reiding bevindt zich reeds in gevorderden staat.
De minister hoopt binnenkort een voorstel
tot wettelijke regeling van het ziekenfondswezen
bij de Staten-Generaal aanhangig te kunnen
maken.
De regeering heeft in de laatste jaren de
huren van met rijksvoorschot gebouwde wonin
gen niet onbelangrijk verlaagd en brengt daar
voor offers in den vorm van bijdragen, zoo die
onmisbaar zijn. Ten aanzien van de huurver
laging, het eerste noodige,- wordt met kracht
doorgewerkt.
Met het beramen van plannen ter bereiking
van het bouwen van een zoo groot mogelijk
aantal zeer goedkoope woningen, dient groote
voorzichtigheid betracht te worden bij den
tegenwoordigen stand van de woningmarkt.
Het Tweede Kamerlid Kampschöer heeft aan
den Minister van Sociale Zaken gevraagd, of hij
niet van meening is dat de in zijn circulaire van
30 Juli 1935 genoemde datum van 1 Januari 1934
voor die gemeenten, die reeds vóór 1 Jan. 1934
onder goedkeuring van de Regeering tot huur-
verlaging overgingen, moeilijkheden bij de
exploitatie der woningwetwoningen zal ople
veren, nu deze verlaging niet ten laste van het
huurverlagingsfonds kan worden gebracht.
Is de Minister niet van oordeel, wordt verdei
gevraagd, dat de bedoelde gemeenten, die, on
der den drang van bijzondere omstandigheden
vóór 1 Januari 1934 tot huurverlaging moesten
overgaan, met de ten laste van de gemeente ko
mende kosten van deze huurverlaging in een
zeer onbillijke positie komen en blijven tegen
over die gemeenten welke eerst na bedoelden
datum, nadat de verlaging van de rente der wo
ningwetvoorschotten was tot stand gekomen, tot
huurverlaging overgingen?
Is de Minister niet van meening, dat de als
regel toe te kennen extra-bijdrage in de kosten
van de huurverlaging, voorzoover die niet door
de verlaging van de rente der woningwetvoor
schotten mogelijk werd, voor de bedoelde ge
meenten eveneens aan beteekenis inboet en deze
in dit geval meer gebaat zouden zijn geweest
indien de verlenging van de termijnen van af
lossing der woningwetvoorschotten ware doorge-
gevoerd?
Ten slotte wordt gevraagd of de Minister be
reid is teneinde de hiervoren genoemde bezwa-
len op te heffen, den genoemden datum van 1
Januari 1934 te vervroegen.
Zaterdag heeft de jury voor de Nederland
sche Smalfilmliga, bestaande uit de heeren J.
C. Mol, Van Zwijndrecht, J. Theunissen, Man-
nus Franken en L. Krijn, de volgende prijzen
toegekend in den wederom gehouden Nationa-
len Smalfilmwedstrijd. Uit de prijswinners wordt
later een keuze gedaan voor de in dit jaar te
Berlijn te houden Internationalen wedstrijd.
Klasse A (speelfilms) Juniores Afd. N. S. Den
Haag, le prijs; idem Enkhuizen, 2e prijs.
Klasse B (documentaire) ir. K. L. A. v. d. Leeuw,
Rotterdam, le prijs; J. de Klerk, Rotterdam.
2e prijs; G. W. de Bok, Eindhoven, 3e prijs.
Klasse C (natuurfilms) G. W. de Bok, Eind
hoven, le prijs; A Haye, Haarlem, 2e prijs.
Klasse E (diversen niet onder voornoemde
vallende) J. L. Clement, Rotterdam, le prijs;
B. H. Brunklaus. Den Bosch, 2e prijs; jhr. C.
Ch. Six, Eindhoven, 3e prijs.
Klasse A (speelfilms) Seniores: Afd. Eind
hoven, le prijs; ir, E. Kann, Eindhoven, 2e
prijs; ir. W. F. Freysen, Breda, 2e P"js.
Klasse B (documentaire) A. Carrée, Hillegers-
berg, 2e prijs.
Klasse C (natuurfilms) ir. J. Lodder, Amster
dam, 3e prijs.
Het Hoofdbestuur van de Ned. Maatschappij
ter bevordering der Pharmacie heeft zich met
een adres gewend tot den Minister van Bin
nenlandsche Zaken, waarin wordt medege
deeld, dat deze organisatie zich beschikbaar
stelt om behulpzaam te zijn bij de uitvoering
van de Wet op de Luchtbescherming der Bur
gerbevolking.
In dit adres wordt herinnerd aan de ver
diensten, die apothekers zoowel in de oorlog
voerende als in de neutrale landen gedurende
den wereldoorlog hebben gehad bij de ontwik
keling van de gasbescherming.
Voor de controle der gasmaskers, het onder
zoek van chemicaliën en geneesmiddelen, zuur
stofvoorziening enz., schijnt de apotheker de
aangewezen persoon te zijn, aldus het adres.
De aandacht wordt er in het bijzonder op
gevestigd, dat ieder materieel bij-oogmerk is
uitgesloten en dat de medewerking wordt aan
geboden slechts uit ideëele en vaderlandslie
vende overwegingen.
Het Tweede Kamerlid Hermans heeft aan den
Minister van Sociale Zaken gevraagd of de Mi
nister er kennis van genomen heeft, dat de di
recties van de particuliere mijnen niet alleen
geweigerd hebben, medewerking te verleenen
aan een onderzoek naar de vraag, of het moge
lijk en gewenscht is, dat voor de mijnindustrie
een Bedrijfsraad worde ingesteld, doch eveneens
weigerden schriftelijk of mondeling haar stand
punt toe te lichten.
Is het den Minister bekend, aldus vervolgt
vrager, dat de Commissie, bedoeld in art. 8 der
Bedrijfsradenwet, in die houding van de direc
ties der particuliere mijnen aanleiding vindt,
den Minister van Sociale Zaken mede te deelen,
dat, naar haar meening, voorloopig geen Be
drijfsraad voor de mijnindustrie moet worden
ingesteld?
Heeft de Minister tevens kennis genomen van
het feit, dat het Verbond van Sigarenfabrikan
ten te Amsterdam zich uit den Bedrijfsraad voor
de Sigarenindustrie heeft teruggetrokken en
leden van de Nederlandsche R. K. Vereeniging
van Sigarenfabrikanten te Eindhoven, nog wél
bij dien Raad aangesloten, zich hebben veree-
nigd met een door een aantal sigarenfabrikan
ten aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
gezonden adres, waarin het standpunt van den
Bedrijfsraad voor de Sigarenindustrie ter zake
van de voorgestelde wettelijke maatregelen be
treffende de mechanisatie in deze industrie
wordt bestreden?
Is de Minister bovendien op de hoogte van de
moeilijkheden, welke zich voordoen in de grafi
sche bedrijven ten aanzien van de handhaving
der sociale bepalingen in het voor die bedrijven
afgesloten collectieve arbeidscontract, terwijl de
Bedrijfsraad voor het Boekdrukkers- en Raster-
diepdrukbedrijf machteloos staat, om deze be
palingen te doen naleven?
Acht de Minister, nu uit deze feiten blijkt: dat
een minderheid van werkgevers in een bepaald
bedrijf de totstandkoming van een Bedrijfsraad
kan verhinderen; dat de uitvoering der Bedrijfs
radenwet, als ordening bedoeld, tot wanorde
leidt, en dat niet bereikt kan worden, wat in de
Memorie van Toelichting op genoemde wet als
verwachting werd uitgesproken, n.l. dat „de gun
stige resultaten, die in de sociale ontwikkeling
van het economisch leven worden bereikt", zou
den worden „geconsolideerd"; het niet noodza
kelijk, dat aan de Bedrijfsraden een meer betee-
kenende taak wordt opgedragen en zoodanige
bevoegdheden worden gegeven, dat zoowel werk
gevers als werknemers het in hun belang achten
in deze colleges naar goede samenwerking te
streven?
i
Woensdag 22 Januari j.l. is te Curasao, naar
de Amigoe di Curacao meldt, opgericht de
R. K. Partij. Z. H. Exc. Mgr. I. Verriet had
daartoe te zijnen huize uitgenoodigd een 40-,
tal heeren, vertegenwoordigend de verschillende
katholieke bevolkingsgroepen van Curasao,
die aan de uitnoodiging gehoor gegeven had
den.
In zijn inleiding zette Mgr. uiteen het doel
waartoe deze vergadering was bijeengeroepen.
De herziening van het regeeringsreglement,
welke spoedig een feit zal zijn, zal dan ook aan
het Curaqaosche volk het recht geven van ver
tegenwoordigers te kiezen en daarvoor moest
het voorbereidend werk gedaan worden, om
aan liet katholieke volksdeel quantitatief en
qualitatief de plaats te geven welke het rech
tens toekomt.
De organisatie die Mgr. voorstelde, was die
van het moederland, whar in 1926 de Algemee
ne Bond van R. K. Rijkskieskringorganisaties
omgezet werd in de R. K. Staatspartij in Ne
derland.
In het voorloopig bestuur werden gekozen de
heeren Boelens, Mr. Da Casta Gomez, van der
Drift, Kroon, F. Mensing, E. Römer en J.
Sprockel.
Dezer dagen zullen deze heeren de functies
onderling verdeelen. Een der eerste werkzaam
heden zal zijn van het Gouvernement de goed
keuring te vragen over de statuten.
In de gemeenteraadsvergadering van 's Gra-
venzande klaagde een raadslid over het feit, dat
een werkloozen, die aan de commissie voor B.
steun een paar schoenen en een werkbroek had
gevraagd, een bon toegestuurd kreeg, „goed
voor een blocnote en een potlood.
De wethouder van Sociale Zaken, die om
trent dit geval opheldering gaf, deelde mede
dat de betrokken werklooze herhaalde malen
een briefje instuurde, waarin hij om het een
of ander vroeg.
Er ging vrijwel geen vergadering der commis
sie voorbij, of het bekende briefje was aanwe
zig.
Omdat de man echter dikwijls werk had.
meende de commissie de verzoeken te moeten
afwijzen.
De commissie had echter vernomen, dat voor
het schrijven van briefjes de schrijver telkens
naar zijn buren ging om pen en inkt te leenen.
Daarom werd besloten een bon te verstrekken,
waarop de schrijver in het bezit zou worden
gesteld van een blocnote en een potlood!
Dezer dagen is mededeeling gedaan van de
regeling inzake het verleenen van steunuitkee-
ring bij misoogst van tuinbouwgewassen.
Volgens de „Res.bode" wordt thans door de
Ned. Groenten- en Fruitcentrale ook het ver
leenen van steun aan tuinders, die door mis
oogst van zaadgewassen zijn getroffen, over
wogen.
De Graanbeurs, die te Middenmeer in den
Wieringermeerpolder is gesticht, zal op Woens
dag 26 Februari a.s. officieel worden geopend
door den directeur van den Wieringermeerpol
der, ir. S. Smeding.