ROND DEN' TIJD VAN PRINS CARNAVAL Mombakkes en Maskers i HET THIJMFONDS if i!" Het Thijmfonds publiceert in de eerste jaarreeks .w f ït Vrouw 't is vastenavond Deensche St. Nicolaas Als een vrouw te veel spreekt z '5 81 II li II T li u a ZONDAG 23 FEBRUARI 1936 Deden vroeger ook buiten carnaval dienst Den onbekende gever £i O co O (J °5 o 2 S s o o o o Z iz 2 ac d s De „Foekepot" is een instrument, dat in onzen Jazz band-tijd geen vreemd figuur behoeft te slaan. Het is een muziekin strument, dat tonen voortbrengt en meer is in een Jazz niet noodig. Iets anders is die tonen te laten „harmonieeren" met het geheel. De foekepot is het ding, dat elders „Rommel pot" heet. Wilt ge een hooggeleerde omschrij ving? Prof. IjUlofs zeide er van. meer dan zes tig y-xen geleden: „een met eene blaas bespan nen pot, in welke blaas een gat geboord is, dooi 't wélk een houten steel in dien pot ge stoken wordt, die bewogen en rondgedraaid, een dof, brommend geluid maakt, door het klank nabootsende woord foeke zeer juist uitgedrukt." Foeken beteekent stooten, stommelen. Foeke pot is dus hetzelfde als rommelpot en beide woorden zijn even klanknabootsend. Met zulk een speeltuig, dat ieder gemakkelijk ma ken kan, loopt men in verschillende streken van ons land, zoo op de Veluwe, op Vastenavond langs de huizen. Men heeft zich daarbij aller zonderlingst in de kleeren gestoken. De foeke pot met zijn hartverscheurend foeka, foeka, dient tot begeleiding van een lied, dat al naar gelang van de streek waar het wordt ten beste gegeven eenige wijziging ondergaat. Hier zij nog aan toegevoegd, dat de dag voor Vastenavond op de Veluwe ook wel Foekedag genoemd wordt. Het lied luidt als volgt: Vrouw, 1 is Vastenavond! Ho, mannen, ho! "k Kom niet thuis voor t' avond, *t Is, menheer, al zus en zoo. 'k Heb zoo lang met de foekepot geloopen, Nog geen geld om brood te koopen. Hannebakkerijhannebakkerij Geef me een oortje, dan ga ik voorbij! Weet je wat de meisjes doen, ,s Morgens als zij vroeg opstaan? Dan gaan ze voor den spiegel staan; Dan kijken ze hier, dan kijken ze daar, Dan kijken ze in de rondte: Moeder staat mij die muts wel net? Mijn liefje zal t' avond komen. Komt mijn liefje t' avond niet, Dan komt Jacop Jansen, Die zal op de foekepot spelen, De gek zal leeren dansen. Hier een stoel en daar een stoel, Op ieder stoel een kussen. Vrouwtje, houd de kinnebak toe, Of 'k smijt er een pannekoek tusschen, Tusschen den neus en tusschen de kin Daar kan wel een pannekoek in. Uit dit liedje blijkt hoe verspreid de rommel pot wel is. De Hollandsche en Vlaamsche rom melpot en de Zutfensche en Overijselsche foekepot worden er in teruggevonden, ^et „Ho, man, ho!" is oud-Hollandsch. Nieuwer is ,,'k Heb al zoo lang", en het Amsterdamsch „Ha ringpakkerij" is verveluwscht in „Hannebakke rij". „Als de meisjes vroeg opstaan" voert naar het Zutfensche. Hoe oud de rommelpot wel is? Heel oud! Bij alle feesten maakten onze Germaansche voor ouders door gouwen en buurten een soort rommelpotmuziek. Alle feesten moeten zoo vroolijk mogelijk worden gevierd. Wie daartoe zelf het noodige niet had, mocht het anderen gaan vragen, maar dan met muziek en zang. Door middel van den rommelpot. Zoo doet de jeugd het nu nog. Men denke niet, dat de rommelpot tot onzen vaderlandschen bodem is beperkt. In Castilië heet hij „Zambomba"; de klanknabootsing van rommelpot en foekepot vindt men er in terug. Dit Spaansche instrument vinden wij aldus be schreven: „over een aarden pot is een perka ment gespannen; een stok, die tot op den bodem komt, en boven het perkament uitsteekt, wordt met natte vingers bestreken en op deze wijze ontstaan er harde, eentonige klanken. De gemeene lieden loopen er van Allerheiligen tot Kerstmis mee langs de straten." De foekepot wordt ten onzent het meest op Vastenavond gehoord. Elders op andere tijden. Zoo loopen er te Groningen de jongens ook mee in de Paaschweek en te Sommelsdijk op Sinterklaas. De liedjes zijn vaak kinderachtige nonsens. Breêro laat in zijn „Moortje" een jongmensch, die een zijner vrienden in een zonderlinge vermomming ziet aankomen, zeggen: Ja wel, het is te mal; de geek is seecker sot. Hier schort niet dan een blaas of zoo een rommelpot, Om voor de luy 'er deur te rasen en te singhen De neske deuntjes en de kinderlycke dinghen: Gheef mij een pankoek uyt de pan, Ho, man, ho! De Vastelavondt die komt an, So, mijnheer, also! Van ouds was het de gewoonte, dat zij, die op Vastenavond met den rommelpot »n zingen de langs de huizen zich zoo dol mogelijk aan stelden, er een zotte kleedpartij van maak- MombakJcesen, politieke kopstukken voorstellende ten. Men liet zich een kalfsvel om het lijf naaien, of deed een rood duivelspak aan en een mombakkes met horens op den kop. De rommelpotter was vergezeld van een knecht, die zich 'n dikken buik en een bochel van oude lappen had gemaakt. Hij stapte voort in de grootste klompen, welke er te krijgen waren en als de zanger uithaalde: Ho. man, ho! sprong de knecht hoogop, liet buik en bochel slingeren en de klompen klotsen. Ook de rest van het gezelschap takelde zich potsierlijk toe. In vroeger eeuwen werden kluchten en schandaaltjes, welke in de stad waren voorge- In de tooneelstukken van Lopez da Vega en Shakespeare komt meer dan een scène voor als op bijgaande reproductie van een oude Hollandsche gravure. Zoo bijv. de Capulets in het eerste bedrijf van deRomeo en Julia: het zijn toortsdragers, muzikanten, voorts lakeien met getrokken degen en het schild aan den lin kerarm, en verder voor en achter het hoofd van de familie een stoet van bondgenooten en vrien den in hun lakensche mantels en met een mas ker voor het gelaat. Ons plaatje toont een mindêr krijgshaftig en; minder rumoerig too- neel: we zijn in vredestijd en ergens in een stille plaats van ons land. Slechts twee pages en een luitspeler vergezellen hun heer en hun ne meesteres, die rustig huiswaarts keeren, zon der voor een doodelijke hinderlaag bevreesd te zijn. Maar alle personen, groot en klein, dragen een masker. Het gebruik van maskers was in de vijftiende en zestiende eeuw vrij algemeen. De dames gingen nooit uit zonder bedekt gelaat, voorna melijk uit vrees dat zij van kleur zouden ver schieten. Zelfs in hare vertrekken hielden zij haar mombakkes of momaangezicht, een soort half masker van zwart fluweel, bij de hand, om er zich aanstonds van te kunnen bedienen, wanneer een onbescheiden cavalier zich aan haar blikken mocht vertoonen. Bij de dames in Spanje is het dragen van een masker dikwijls nog gewoonte. Het is een overblijfsel van vroe ger gebruik, in het tooneelstuk van Beaumar- chais vraagt de gravin Almaviva, als zij op het punt is uit te gaan, aan Suzanna om haar rot ting en haar momaangezicht. Ook de mannen maakten in het gewone leven gebruik van het masker, vooral in Italië en Spanje. In die da gen van wanorde en regeeringsloosheid en in die steden, waar de haat van machtige families zoo dikwijls bloed deed vloeien, was het niet al tijd voorzichtig met onbedekt gelaat uit te gaan: men deed een masker voor en verborg zich in zijn mantel. Het voorrecht een masker te dragen schijnt overigens uitsluitend aan ca valiers van goeden huize en aan adellijke dames te hebben toebehoord: aan burgers en boeren was het ontzegd. Onder de regeering van Hendrik Hl heersch- te deze mode zoowel in Parijs als in Venetië en Florence. De hovelingen droegen evenals de da mes het halve masker om de frischheid van hun gelaatstint te behouden. Zoo is het bekend, dat Hendrik ni sliep met een masker voor, dat aan den binnenkant bestreken was met po- made en blanketsel. Na dien tijd begonnen de maskers hoe langer hoe zeldzamer te worden. Weldra bediende men er zich niet meer van dan enkel bij maskerades en tijdens het Carna val. In de zeventiende eeuw kwamen ze onder 7W ft 5» de regeering van Ka- rel II in Engeland voor een oogenblik weer in de mode. Mgr. Burnet ver haalt daarover het volgende„Omstreeks dien tijd verviel het hof tot een ander uiterste. De koningin en het geheele hof wandelden gemas kerd, gingen incogni to in de huizen, dans ten er en bedreven er 'n aantal andere dwaas heden. Zij lieten zich in draagstoelen brengen. Eens verwijderden zich de dragers van de koningin, zonder op haar te wachten, daar zij niet wisten, wie zij was en de vorstin moest nu alleen en in een huurrijtuig naar White Hall terugkeeren. Zelfs zijn er, die beweren, dat zij op een kar terugkwam Zoo waren mombakkesen en maskers een tijd lang dingen, die ook buiten Carnaval dienst deden. Een vreemde tijd was dat. Te Kopenhagen verscheen kort voor Kerstmis een oude heer in het gebouw van de Deensche vereeniging voor tuberculosebestrijding. Hij vroeg den directeur, of hü de instelling tienduizend kronen mocht overmaken. De directeur meende, dat het een reguliere schenking betrof en wilde den bezoeker de noodige formulieren overhandi gen. Maar de man gaf te kennen, daarvan niets te willen weten. Hij had het geld meegebracht en wilde het afdragen. Nu schijnt men in Kopenhagen veel vertrou wen in de medemenschen te hebben, want de voorzitter accepteerde het geld althans naar de pers meldt. Dit is in zekeren zin onverant woordelijk, want het geld had, met alle respect voor den gever, gestolen kunnen zijn. Ook kon de weldoener wel een ontoerekenbaar persoon wezen. Hoe het zij, tot nu toe is van diefstal of andere onaangenaamheden niets gebleken, en de onberaden directeur heeft dus geboft. Maar Denemarken schijnt vol lieden te zitten, die zoo maar groote bedragen van volkomen on bekenden aanvaarden. Even na Nieuwjaar meldde zich een oude heer naar uit de beschrijvingen blijkt, dezelfde als de bovengenoemde bij de Deensche nationale vereeniging voor kankerbestrijding en vroeg per missie tienduizend kronen in de kas te storten. Ditmaal wenschte men hem althans een kwi- tatie over te reiken, en hij gaf als naam op: Da- nielsen, rentenier te Odensee. Bij informatie bleek Odensee geen rentenier Danielsen rijk te zijn. Intusschen heeft de moderne Sinterklaas zijn weldadigheid voortgezet. Het blindeninstituut werd door hem bedacht en de vereeniging tot oprichting van jeugdherbergen. Ook de bond tot bescherming van ouderlooze kinderen kreeg zesduizend kronen. In totaal heeft de onbekende thans 32.000 kronen weggeschonken. Een voorname familie uit de 16e eeuw, gemaskerd., viert carnaval op straat Een wagenbestuurder van de electrische tram te Los Angeles heeft de rechtbank een brief geschreven, waarin hij den heeren rechters verzoekt zijn vrouw het spreken te verbieden. Genoemde wagenbestuurder motiveert zijn ver zoek als volgt, zijn vrouw heeft de gewoonte hem steeds met ellenlange preeken te vervelen. Wanneer hij nu op zijn wagen staat en hij ziet op straat één of meer vrouwen, komt hem de zijne in gedachte. Plotseling voelt hij dan den lust in zich opkomen om die vrouwen te over rijden. Daar hij overigens in het geheel niet bloeddorstig van nature is, heeft hü gemeend, in het belang van de algemeene veiligheid, als mede in zijn eigen belang, de justitie te ver zoeken, zijn wouw het zwijgen op te leggen. Hem zelf is dit niet mogen gelukken. Heel Los Angeles wacht met ongeduld op het resultaat van dezen brief, die, men weet niet hoe, publiek geheim geworden is. vallen, in rommelpot-zangen verwerkt. Waar- schijnlük zijn de Carnavalsblaadjes, welke meestal op kwaadspreken en laster uit zijn, daar nabloeiertjes van. De meeste rommelpot liedjes hebben zich zelf niet lang overleefd. Een enkel is bewaard gebleven. Het is het liedje op Mr. Willem de Bont, Schout van Leiden, die niet erg gezien was: De Schout van Leiden heeft een bult, Ho, mannen, ho! Die is met oude lappen gevuld, Ho, mannen, ho! De Schout van Leiden heeft een buik, Ho, mannen, ho! Daar komt Vel tien pond boter uit, Ho, mannen, ho! De Schout van Leiden heeft een kop, Ho, mannen, ho! Daar dansen de l..zen met klompen op, Ho, mannen, ho! De tegenwoordig veel gebruikelijke deun is: „Ik heb al zoo lang met den rommelpot geloo pen, rommelpotterü, rommelpotterij, geef me een centje, dan loop ik voorbij." In Amsterdam zong men aldus: 'k Heppal zoolang mit de rommelpot geloope, 'k Hep nog gien geitje nom broot te koope, Haringpakkerij, haringpakkerij Geef m'n 'n zestallef, dan gaan 'k verbij. Te Sommelsdijk zong men langentüd: 'k Hawe al zoolang mit de rommelpot 'élaope, 'k Hawe gien geld om brood te kaope, Rommelderei! rommelderei! Gee me ien centje, dan gaan Tc voorbei. Te Sluis in Vlaanderen, we hebben jam mer genoeg niet het Sluizer dialect: 'k Heb zoolang met den rommelpot geloopen, 'k Heb geen geld om een broodje te koopen, Ideboedeli! Ideboedeli! Geef me een duitje, faderaldera! C <D "O Q) 0 T/T c? O JZ CxL CL bd z LU Z O ca ■X uj 2 o ai LU O z X UJ I- O O ca CXL 3 z UJ £3 OU LU Z >3 oc q ca oc Jr Z Q LU O ca q 5 z ■*- LU UJ w >2 C/) c* 3 U-l OL :e: v* V) .o 3 >z LU O c* LU ca 3 co QtL LU O z a O CXL LLJ c* OC h— CO 3 X LU 2o UJ co O Si 7 LU a fz uj lu o I co TJ oi LU Xc/i uO -I—» I— CO - co O ai (jm SO O ro (j O co 2 <J ai O uj o O co 2 Ie cn i= m O ra o C 3 5 u A c ca w JZ a> v 0 ■- O t! o> O O JZ u co c u 2 «j ca 03 C a> o> ro <4 S 2 O z u z ai CU -li Z uj LU 2 2 CU T) O) 2 LU 2 lit O o O) K> C X ce. LU 0) "O X SL LU I— CL cu 2 o o O cu "5 O O 0 I 0 c O 01 10 W 2 2 f* co ro a c A u co 5 CU C LU 5 o OL O S 3 z LU h~ 111 ai m L> r, L u (5 Z Q co ai 3 3 Z ca i= 2 Z c 2 g :2! 2 K~ O 3 a a u 03 0 -Q E Z O O co >- 3 X O fl o U <D co Q- r- h— r-» CO U (O A CO DOEL: De doelstelling van het Thijmfonds is: het katholieke Huisgezin veroveren voor het katholieke boek onzer katholieke schrijvers. Wij zeggen: „voor het katholieke boek", d.i. het boek, dat vanuit de volheid van ons katholicisme overtuigend geschreven is. Het moet litterair hoogstaand en cultureel vormend zijn en binnen het bereik van onze katholieke huisgezinnen gebracht worden. MIDDEL: Om dit doel te bereiken wil het Thijmfonds voor een minimalen prijs jaarlijks voor de aangesloten leden 12 degelijke, aan de gezonde cultuurnor men beantwoordende boeken brengen. WAARBORG: De wetenschappelijke, letterkundige en cultureel-vormende in houd en uitvoering van de boeken, wordt gewaarborgd door een Redactie raad en een Commissie van aanbeveling en critiek, die er voor waken zullen, dat de gezonde katholieke, cultureele normen worden geëerbiedigd; en door een gezonde controle willen verhinderen, dat men het Thijmfonds zelve zou exploiteeren voor de beurs, ten koste van de katholieke geestescultuur. RAAD VAN BEHEER: Mgr. Dr. A. H. POELS - Heerlen Dr. Ir. E. H. M. BEEKMAN - DelH JOHN C. DE BRUIN Rotterdam REDACTIE-RAAD: p. M. MOLENAAR M.S.C. Sittard Fr. v. OLDENBURG ERMKE - Maastricht BERNARD VERHOEVEN Arnhem COMMISSIE VAN AANBEVELING EN CRITIEK: JAN BEERENDS Secr. Kath. Gemeenschapsoord Prof. Dr. C. C. BERG Dr. W. A. BOEKELMAN Rector J. BOTS Prof. Dr. TITUS BRANDSMA O.Carm. Prof. Dr. G. BROM A. C. DE BRUYN Voorz. R.K. Workl. Verbond Dr. H. DORRESTEIJN S.C.J. Prof. Dr. F. J. FERON Mgr. F. B. FRENCKEN Dir. K.J.V. in het Bisdom Breda z: Exe. Prof. Dr. Ir. H. C. J. H. GELISSEN Prof. Dr. JAC. VAN GINNEKEN S.J. Mgr. Prof. Dr. Th. J. A. J. GOOSSENS Dr. Mr. 1. J. C. VAN GORKOM Drs. C. TER HAAR O.E.S.A. Dom. J. HUYBEN O S.B. Dr. Ir. F. C. HUYGEN p. J. JACOBS M.S.C. Rector M. JENNESKENS Dir. K.J.V. in het Bisdom Roermond Prof. Dr. W. H. KEESOM Past. J. J. DE KROON Dir. K.J.V. i.h. Bisdom Den Bosch Prof. Dr. J. B. KORS O.P. H. LEEMRIJSE J. W. F. VAN MEEGEREN Voorx. Bond van Gr. Gexinnen Pastoor W. NOLET Mr. Dr. L. F. H. REGOUT A. VAN RIXTEL S.C.J. Dr. L. H. VAN ROMUNDE Voorxitter R.K. Artsenvereen. Prof. Dr. A. H. M. J. VAN ROOY Z. Exc. Jhr. Mr. Ch. RUYS DE BEERENBROUCK Mr. Dr. A. VAN RIJCKEVORSEL Prof. Dr. Ir. J. I. J. M. SCHMUTZER Mr. B. J. M. VAN SPAENDONK Secr. R.K. Werkgeversvereee. Mevr. F. STEENBERGHE-Engeringh Mr. T. J. VERSCHUUR A. M. A. VOLLAERTS Pr. Dir. v. h. Vr. Jeugdw. In het Bisdom Haarlem Dr. G. VRIJMOED O.F.M. VERANTWOORDING: De stichters van het Thijmfonds beschouwen het katho lieke boek dus als een waarachtigen cultuurpost van onschatbare beteekenis, waardoor onze katholieke „Wetenschappers" en Kunstenaars hun geestelijken rijkdom vruchtbaar maken voor de geestescultuur onzer katholieke volksge meenschap. En deze cultuurpost sterkste drager onzer katholieke ideolo gie kan eerst op volle kracht werken, als hij uitgezet wordt in zooveel moge lijk katholieke huisgezinnen en daar de bekende colportage-romans die het summum van middelmatigheid zijn, en alleen in zooverre katholiek genoemd kunnen worden, als zij om hun karakterlooze neutraliteit niet recht streeks tegen onze levensbeginselen getuigen van hun troon stoot. Via het Thijmfonds is het voor nagenoeg elk katholiek huisgezin mogelijk zich een fijnzinnig bibliotheekje te scheppen, dat op de cultureele vorming der huis- genooten veredelend zal werken. 1 De Thijm-Almanak 2 De Paus uit het Ghetto 3 De Laatste Herberg 4 Nieuwe Novellen 5 Korte Verhalen 6 Letterkundige Essays 7 De Brit 8 Een nieuwe Verzenbundel 9 Volk en Staat 10 Heiligen en Humanisten 11 Problemen van Onzen Tijd 12 Een Volkenkundig Onderwerp van Gertrud von Le Fort. Fr. v. Oldenburg Ermke. Kees Meekel. Jan Nieuwenhuis e.a. p. Dr. van Heugten S.J. J. Boas. Bernard Verhoeven. Gerard Knuvelder. Anton van Duinkerken. P. v. d. Meer de Walcheren. Teneinde eenieder in de gelegenheid te stellen, zich als lid van ons fonds te doen inschrijven, zijn vijf mogelijkheden opengesteld ten opzichte van de keuze der boeken. Met dezelfde intentie is de betaling voor een bepaald gekozen reeks boeken op vier verschillende wijzen vastgesteld. Het onderstaande zal een en ander verduidelijken. REEKS A. Hierin verschijnen de boeken 1 t.m. 12 als hiervoor genoemd. De prijs bedraagt: p. week p. maand p. kwartaal p. jaar ingenaaid ƒ0.20 ƒ0.85 ƒ2.50 ƒ10. gebonden: „0.25 „1.05 „3.15 „12.50 REEKS B. Hierin verschijnen de boeken 1 t. m. 8 als hiervoor genoemd. De prijs bedraagt: p. week p. maand p. kwartaal p. jaar ingenaaid ƒ0.15 ƒ0.62 ƒ1.80 ƒ7.20 gebonden: „0.19 „0.78 „2.50 „9. REEKS C. Hierin verschijnen de boeken 1 t. m. 4, als hierboven genoemd. De prijs bedraagt: p. week p. maand p. kwartaal p. jaar (gedurende 44 weken) ingenaaid: ƒ0.10 ƒ0.54 ƒ1.ƒ4. gebonden: 0.125 „0.42 „1.25 „5. REEKS D. Hierin verschijnen boek No. 1 plus 7 boeken naar keuze van het lid, uit Ij de overige nummers. I De prijs hiervoor is gelijk aan dien voor Reeks B. REEKS E. Hierin verschijnen boek No. 1 - 3 boeken naar keuze van het lid uit de overige nummers. De prijs hiervoor is gelijk aan dien voor Reeks C. De nummering van de boeken geeft niet de volgorde aan waarin ze zullen verschijnen. Betaling geschiedt vooruit. De boeken worden franco huis geleverd. Tot voordeel van U zelf: sluit U aan bij het Thijmfonds! DOE HET NU! Vul onderstaand formulier in en zend het aan uw Boekhandelaar. Of aan het Secretariaat „THIJMFONDS", Walenburgerweg 55, Rotterdam. Telefoon 42843 Postrekening 268700 In eenige plaatsen kun nen nog agen ten worden aangesteld BESTELBILJET VOOR BOEKWERKEN Mevr.* Naam Me j. Heer Voornamen: Straat: Woonplaats: Wenscht zich in te schrijven als lid van het „Thijmfonds" voor Reeks gebonden* Ingenaaid per week per maand oer kwartaal De betaling geschiedt oet laar S.v.p. doorhalen wat niet juist is. Indien U Inschrijft voor Reeks D of E, dan gelieve U de nummers van de verlangde boeken op te geven: Onderteekening PAROCHIEBIBLIOTHEKEN, SLUIT U AAN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 7