Heerlijk en verheven voorrecht
kind van God te zijn
I
Het Britsche rapport en het
Abessinisch conflict
IBIS SHAG
Dobbelmann
mm
De steekpartij te
Thom
lebber... man!
VASTENBRIEF VAN
MGR. J. P. HUIBERS
X
DE HEBZUCHT VAN
ENGELAND
MAANDAG 24 FEBRUARI 1936
SVB-TVVM'PVtSJDlVM
Joannes, Petrus Huibers, door
de genade Gods en de gunst
van den Apostolischen Stoel
Bisschop van Haarlem.
Aan de Geestelijkheid en de
Geloovigen van ons Bisdom,
Zaligheid in den Heer!
Kind van God
De intocht van Amadero XVI, Prins Carnaval te 's Hertogenbosch. De
hooge gast werd na zijn aankomst door de Bossche bevolking op hartelijke
wijze ontvangen
Italië meent, dat de Britsche Vol-
kenbondspolitiek slechts een
gebrekkige camouflage is
Doel der publicatie
zelf wel besefte.
Het vonnis in hooger beroep
bevestigd
De moord te Geysteren
Iets meer licht in deze
donkere zaak
SIR HENRY DETERDING TE
AMSTERDAM
Zondag te IJmuiden aangekomen
PERS VRIJGEGEVEN
Jongetje verdronken
Gij benijdt een ander om
diens frissche gelaatskleur!
de M.S.S.-GEWOONTE volgt!
M.S.S.-cachets Maken Schoon Schip
Auto tegen een boom
Wagen slipte door remmen
in de bocht
MOTORLOGGER GESTRAND
Later op den middag vlot gesleept
GERECHTELIJKE DWALING
De ware schuldige meldt zich aan
J. A. baron van Pallandt van
Walfort overleden
cowa'' te Arnhem.
Nog diep onder den indruk van de ontzag
wekkende genaden, welke mij zijn medegedeeld,
toen in de tegenwoordigheid van eene ontelbare
Schare van priesters en geloovigen de Ge-
Sant des Pausen in onze landen en de med,ebis?,
Schoppen van ons vaderland mij de handen .heb-
^en opgelegd, toen de heilige zalfolie mrj
over het hoofd werd uitgegoten en de voile
Segen van den H. Geest en de volheid van het
heilig Priesterschap mijne ziel mocht binnen
dringen, kan ik niet anders dan vol bewon
dering opzien tot den oneindigen grooten God
eh stamelend mijn dank uitspreken tot Hem,
die er behagen in heeft geschept om neer te
Sien op het nietige, die het zwakke heeft willen
Uitverkiezen om het sterke te beschamen, die
den behoeftige uit het stof heeft opgeheven om
hem te plaatsen onder de vorsten, onder de
vorsten van Zijn volk.
Dank aan God, die mij heeft willen opnemen
onder het uitverkoren getal van zijne Aposte
len. Dank ook aan Jesus' Heilige Moeder die als
Middelares en Uitdeelster van alle genaden, ook
deze zoo uitstekende genade voor mij verkregen
heeft.
Maar daarna aanstonds mijn diepgevoelde
dank aan U, mij zoo dierbare priesters en ge
loovigen van ons Bisdom. Tallooze hartelijke
bewijzen van medeleven, veel begrijpen en mee
gevoelen hebben mij bemoedigd; tallooze ondub
belzinnige blijken van eerbied en liefde hebben
blij getroffen; maar vooral is Uw onophoudelijk
Sebed voor mij geweest een groote troost en
®cn hechte steun.
Lang hebt gij gebeden. Onmiddellijk na den
dl te vroegtijdigen dood van onzen ,onvergete-
hjken doorluchten voorganger Monseigneur
Aengenent, zijt gij reeds begonnen om dagelijks
den H. Geest te smeeken, dat Hij aan Haarlems
diocees wederom een man naar Zijn Hart schen
ken zou. En ik weet het, immers, ik bad met
M mee, niet wetende voor wien we hebben
dat gedaan met hart en ziel.
Maar vooral in de dagen der voorbereiding
h^t de H. Wijding! O, ik heb U veel gevraagd
Maar gij hebt die geestelijke aalmoes van
harte geschonken.
Van alle kanten hebben mij de berichten be-
ï'eikt over volle kerken en biddende mannen en
gouwen en kinderen, en priesters en klooster
dagen, die, onder de voorbede der Onbevlekte
Moedermaagd, de genade van den H. Geest
W>or den nieuwen Bisschop hebben afgesmeekt.
Ik dank U daarvoor van ganscher harte en
bet is mij een geluk te weten, dat de zegen,
hoor U voor mij gevraagd, allereerst aan U en
^We belangen ten goede komt.
En niet alleen in woorden en in gebed hebt
^ij uwe liefde willen tooner.. Maar als wijge
schenk hebt gij aanstonds Uwe offergaven bij-
-biigebracht om een deel van onze zorgen reeds
Aanstonds te verlichten. En dat terwijl de tij
den moeilijk zijn en er zooveel wordt ge
daagd en er zooveel is gegeven.
Dankbaar mag ik gewagen van de zeer be-
ahgrijke som waardoor weer een groote schuld
Vftn de kerken werd afgelost en voor vele klei
de spaarders, die in nood verkeerden, de moei-
'Jkheden zijn verlicht.
Ziet dat alles strekt ons tot troost
he goede wil is aanwezig: het gebed en de
haad gaan samen hand in hand. Mogen we
han niet rekenen en betrouwen op Gods ze-
8en?
En des te grooter is dit vertrouwen, nu wij
?h$ Bisdom hebben gesteld onder de machtige
bescherming van de H. Moeder Gods. Dat hebt
Mj met ons willen meedoen niet gedwongen
niet alleen omdat het was voorgeschreven,
Maar uit heel uw hart.
De kinderliefde van de katholieken in Haar-
Mins Bisdom voor de H. Moeder Gods is in
derdaad alles overtreffend en bewonderenswaar
dig. Ik weet dat, omdat ik met het leven in
Me parochies bekend ben en het verblijdt mij,
®at dit bij deze gelegenheid zoo heerlijk tot
biting komt, want dit is het beste bewijs dat
kc zijt echte kinderen Gods!
Kinderen van Maria zijn kinderen van God.
Wat is dat een heerlijk en verheven voor
echt, kind van God te zijn! Kind van dien
Meindigen, machtigen, eindeloos rijken en
beföevoilen Vader!
Dat allen dat toch mochten begrijpen en naar
Marde schatten.
God, de oneindig groote God, onze Vader!
h het H. Doopsel zijn wij geworden Gods kind,
M is ons gegeven van Zijn Goddelijk leven en
ebben wij deel gekregen aan Zijne onsterfe-
bikheid, aan Zijn oneindigheid. „Wie in Mij
Mooft, zoo zegt Hij, heeft het eeuwig leven."
"bij bezitten het dus heden reeds en als
Mi zelf het niet moedwillig van ons wegwer
en, kan niets of niemand het ons ontnemen,
Midat wij geworden zijn de uitverkoren kinde-
Mi van den eeuwigen God, aan Hem verbon
den door den meest innigen familieband.
God onze Vader! Niet alleen bij wijze van
st>reken niet alleen als van aangenomen kin
beren maar op de meest echte wijze. Hij heeft
Ms voortgebracht zooals geen andere vader een
*ihd kan voortbrengen èn door zijn schep-
Mig èn door zijn genade; want alle vader
schap komt alleen van Hem en door Hem. En
Hij staat er op dat we Hem altoos erkennen als
onzen echten Vader en dat we daaraan dikwijls
denken, en dat we het herhaaldelijk in herin
nering brengen, zoodikwijls wij Hem aanspre
ken, want: zoo zegt Hij: „zóó zult gij bidden:
Onze Vader die in de hemelen zijt!"
Moet ons dit niet vervullen met een dank
bare vreugde en een heiligen trots? Wie kan op
een Vader roemen zooals wij kunnen roemen
op Onzen Vader, die in den hemel is!
Is Hij niet groot? Hemel en aarde kunnen
Hem niet omvatten en niets is aan Hem ge
lijk of kan zelfs met Hem in vergelijking ko
men. „De onmetelijke" is Zijn Naam.
Is Hij niet machtig? Op den band van zijn
kleed staat geschreven: „de Koning der Ko
ningen en de Heer der Heeren! Niemand kan
aan Hem weerstaan en er is geen einde aan
Zijn Koninkrijk."
Kent gij zijn rijkdom? Zijn huis zoo staat
er is vol van rijkdom en heerlijkheid! Alles
wat er bestaat, de zon, de maan, de sterren
en alle schatten der aarde: het is door Hem
zelf gemaakt en het is Zijn eigendom En bui
ten Hem kan er niets bestaan, wat Hij niet
heeft gemaakt en wat Hem niet toebehoort.
Weet ge, hoe wijs Hij is? Hij is de oneindige
wijsheid, die alles schikt in maat, getal en ge
wicht. Wiens diepe verborgenheden het ver
stand van engelen en menschen onophoudelijk
zoekt te doorgronden en nooit kan achterha
len; van Wien alle menschelijke verstand en
vernuft voortkomt als een zwakke straal van de
eeuwige Zon.
Weet ge, hoe goed Hij is? Zijn Wezen zelf is
niets anders dan goedheid en liefde. Uit liefde
heeft Hij ons gemaakt, uit liefde wii Hij ons
mededeelen van alle goed!
Maar bemint Hij mij persoonlijk?
Meer dan een vader en moeder hun kind kun
nen liefhebben, bemint Hij ieder van ons. Want
voordat ik bestond, van alle eeuwigheid af heeft
Hij mij lief.
Zijn Goddelijke Almacht heeft mij het be
staan en het leven geschonken. Zijn goddelijke
Wijsheid heeft mijn ziel en mijn lichaam en
heel mijn leven geordend. Zijn Goddelijke lief
de omringt mij met duizenden gaven en alles wat
goed is, is voor mij: ik mag het Hem vragen
*en Hij heeft het beloofd: „Vraagt en gij zult
verkrijgen."
Ik ben geheel van Hem en Hij behoort ge
heel aan mij.
Is het dan geen heerlijkheid, is het geen on
schatbaar voorrecht, te weten dat wij kind zijn
van dien grooten, machtigen, rijken, eindeloos
wijzen en goeden en liefdevollen Vader, dat wij
kind zijn van den levenden God?
Wat een rust in ons leven! Wat een vastheid
in ons geloof! Als wij in moeilijke zaken zeg
gen; Ik geloof, ook al begrijp ik niet want
het is mijn Vader die het zegt! En mijn Vader
is zoo heilig, dat Hij niemand kan misleiden,
en mijn Vader is zoo wijs, dat Hij nooit zich kan
vergissen en mijn Vader is onfeilbaar: wat
mijn Vader zegt is waar."
Hoe licht valt het ons te gehoorzamen aan
Zijn Heiligen Wil.
Immers, wat Hij ons gebiedt en wat Hij van
ons vraagt is altoos rechtvaardig, en altoos wijs
en altoos voor ons waarachtig geluk. En alles
wat Hij verbiedt, verbiedt Hij ons, omdat het
ook voor ons slecht of gevaarlijk is en een bron
van ellende.
Met wat vertrouwen zien we tot Hem op bij
alles wat er gebeurt. Nooit kan er iets gebeu
ren zonder Hem. En nooit zal Hij toelaten dat
iets zijn kind schaden zal. Zelfs het kwaad, dat
er gebeurt, zal voor zijn kind. een voordeel zijn.
Misschien dat wij het niet altoos begrijpen,
misschien dat het ons voor het oogenblik droef
en hard schijnt. Maar, wanneer wij leven als
een kind van God, zullen zelfs lijden en kruis
kostbare gaven zijn uit Zijne hand, gaven van
Zijn liefde, welke Hij zelfs aan Zijn eeniggebo-
ren Zoon niet heeft willen onthouden.
Wanneer we ons zelf van dit alles diep door
dringen, beminde geloovigen en dat moes
ten we iederen dag en zonder ophouden doen
dan kan het niet anders of in ons hart groeit
hoe langer zoo meer de liefde tot den goeden
God en de afkeer van de zonde.
Hoe zal toch iemand, die er aan denkt, dat
hij kind van God is, dien goeden Vader bedroe
ven en onteeren, hoe zou hij zijn groote voor
rechten verwerpen om zijn eigen kleinen zin te
doen en zich te verlustigen in het lage en be
drieglijke, dat de aarde ons biedt.
Wat is dat alles toch laag en wat is het klein,
en wat gaat het spoedig voorbij, en wat brengt
het een spijt en een ellende onder de menschen
en wat een ramp in de eeuwigheid.
Mijn dierbare geloovigen. Wij staan thans
aan het begin van de groote Vasten, dien oefen
tijd van deugd, van gebed, van aalmoes en ver
sterving. Houdt nu die gedachte vast, dat gij
kinderen zijt van God.
De H. Kerk zal U iederen dag, maar vooral
op de Zondagen treffend vermanen.
Zij zal U doen zien, aan welke bekoringen Gods
kinderen bloot staan, maar hoe zij door Gods
engelen worden beschermd en hoe zij zich kun
nen gedragen als dienaren Gods.
Zij zal U bemoedigen en in de gedaanteveran
dering des Heeren een straal laten zien van de
glorie, die ons wacht, zij zal ons voor de vraag
stellen of wij voor of tegen den Christus zijn en
ons voorbeelden geven van de eindelooze zorg
en goedheid van God voor zijn vrije kinderen.
En vooral in de laatste twee weken zal ze ons
zoo treffend mogelijk voor oogen stellen, met
wat eindelooze liefde Jesus, de eeniggeboren
Zoon des Vaders, onze Broeder, Zijn bloed. Zijn
leven, Zich Zeiven geheel heeft gegeven en ge
slachtofferd om ons te maken en te behouden
ais kinderen Gods.
Tracht dan iederen dag dat voorrecht beter
te beseffen en door Uw gedrag beter te waardee-
ren: en verzuimt niet dagelijks te vragen aan
uwe heilige Moeder Maria, dat Zij, die Jesus
heeft opgevoed, zich gewaardige ook U, die Haar
zijt toegewijd, dagelijks meer te verlichten en te
leiden om te leven als een Kind van God, in veel
gebed, in veel offer, in veel versterving.
Bidt voor onze Moeder de H. Kerk, voor haar
zichtbaar Opperhoofd onzen Heiligen Vader den
Paus, die zulke groote zorgen voor ons te dragen
heeft.
Bidt voor alle kinderen der Kerk, vooral voor
hen, die in vervolging openlijk of in het geheim
zooveel moeten verduren. Bidt dat de goede God
vrede en eendracht geve onder de volken en dat
zij allen Hem mogen kennen en beminnen, die
ook hun aller Vader is.
Bidt ook voor Hare Majesteit, onze geëerbie
digde Koningin, voor Hare Koninklijke Dochter,
voor al Uwe bestuurders en overheden, zoo gees
telijke als wereldlijke. Bidt ook voor den vrede
en de welvaart van ons dierbaar vaderland en
tracht door Uw gebed en goede werken aan te
vullen wat mogelijk bij de verzachting van de
vastenwet, aan Uwe boetedoening zou ontbreken.
En zal dit ons herderlijk schrijven in alie tot
ons Bisdom behoorende Kerken en Kapellen,
waarover een Rector is aangesteld, op Zondag
Quinquagesima op de gebruikelijke wijze worden
voorgelezen.
Gegeven te Haarlem, 17 Februari 1936.
t JOANNES PETRUS HUIBERS,
Bisschop van Haarlem,
Op last van Zijne Hoogw. Excellentie,
H. W. AGTEROF,
Secretaris.
mm
bi li u ui éi
(Van onzen Romeinschen correspondent).
Na het opzienbarende appèl „aan de stu
denten van Europa", dat een beroep
deed op hun pacifisme tegen het oor
logsgevaar, waarin de sanctie-politiek Europa
drijft, heeft de Italiaansche pers, en wel het
officieuze „Giornale d'Italia" ons een andere
verrassing voorgezet in den vorm van een ge
heim rapport, dat door een Britsche interde
partementale commissie is uitgebracht over de
Engelsche belangen in Abessinië 1).
De fascistische politiek houdt er den laat-
sten tijd van, zich rechtstreeks tot de volken
of bepaalde gedeelten van de publieke opinie
te wenden, min of meer over het hoofd der
regeering heen. Dat is van den eenen kant
allerminst in overeenstemming met de fascis
tische beginselen, die de discipline der bevol
king boven alles stellen. Zoo wijst dan ook het
zelfde „Giornale d'Italia" met verontwaardi
ging een opmerking van den Britschen minis
ter Stanhope van zich af, die de meening ge
uit heeft, dat de sanctie-politiek reeds zou
hebben bewerkt, dat niet allen in Italië meer
achter de politiek van den Duce staan. Maar
van den anderen kant past deze methode wèl
bij de democratische staatsinrichting van de
volken, tot wie zij zich richt. En vooral in En
geland heeft de publieke opinie een spreek
woordelijke zelfstandigheid en macht. Men
denke slechts, om niet ver terug te gaan, aan
het plan van Hoare en Laval, dat door de pu
blicatie om hals gebracht werd, nog vóór het
kon spreken, en dat zelfs zijn beide peters
meesleepte in het graf.
Zoo de publieke opinie toenmaals ten na-
deele van Italië kon werken want Mussolini
heeft achteraf erkend, dat hij het planHoare
voor Italië aanvaardbaar achtte waarom zou
het dan ook niet omgekeerd kunnen zijn. Het
appel aan de studenten is vrijwel zonder echo
verklonken; maar de publicatie van het Brit
sche geheime document zal waarschijnlijk een
sterkeren weerklank vinden (ook dit is reeds
vrijwel verklonken. Red.).
Ofschoon de bedoeling van deze publicatie
vooralsnog bijna even geheim is als het docu
ment zelf dat tot vorige week toe was, en men
er min of meer naar moet gissen, richt zij zich
toch blijkbaar tot die elementen in de Britsche
politiek, die de minste geestdrift getoond heb
ben voor Eden's absolute Volkenbondspolitiek,
degenen n.l. die plegen te zeggen „wat hebben
wij eraan" en „wat koopen wij ervoor", in één
woord: de imperialisten. Het klinkt zeker ver
wonderlijk, dat Italië, in een scherp conflict
met Engeland gewikkeld, den Jingo tot rech
ter wil maken. Maar zoo schijnt het toch te
zijn.
Het reeds befaamde rapport van de experts
der verschillende Britsche departementen be
toogt, zooals men weet, dat Engeland geen vi
taal belang heeft bij de ongereptheid van Abes
sinië. Voor de veiligheid van de grenzen der
Britsche kolonies zou een Italiaansch bewind
over Abessinië zelfs een voordeel zijn; voor den
handel zouden er wellicht nadeelen uit voort
vloeien, maar niet van overwegend belang. Ver
der zou de Britsche leeuw bij de liquidatie ter
loops een klauw moeten leggen op zekere kleine,
maar waardevolle onderdeden, zooals het Nijl-
stroomgebied. Overigens zou een Italiaansche
opperheerschappij over Abessinië weliswaar
voor de verbindingswegen van het Britsche Rijk
bedenkelijk kunnen worden in geval van een
oorlog met Italië, een eventualiteit, die echter
volgens de commissie te veraf ligt, om er re
kening mee te houden. De conclusie is dus: laat
Italië doen, wat het niet laten kan.
Wanneer men deze conclusie leest in het
rapport, dat de geheime accoorden
tusschen Mussolini en Laval van Ja
nuari 1935 als uitgangspunt heeft, bemerkt
men, dat Abessinië in het voorjaar van 1935
veel dichter bij zijn einde is geweest, dan het
Abessinië een stoel in Genève heeft, van een
simpele deeling-door-drie een algebra-pro-
bleem met tallooze onbekenden heeft gemaakt.
In zoover bedoelt de publicatie van dit stuk
ook een pleidooi te zijn voor een herziening
van de termen van het bijna onoplosbaar ge
worden conflict.
1) Deze correspondentie, welke reeds 20 Febr.
uit Rome per luchtpost en expresse ons werd
toegezonden, bereikte ons eerst 24 Febr. De in
houd is nog altijd van belang, omdat een be
voegde ons het Italiaansch standpunt inzake
de publicatie van het geheim document duide
lijk maakt. Red.
Maar waarom, zoo vraagt men zich af, heeft
de Britsche regeering dit rapport van haar
eigen deskundigen naast zich neergelegd en
heeft zij precies den tegengestelden weg inge
slagen? Is dit rapport dan slechts een wassen
neus, waaronder de Britsche leeuw een hon
gerige grijns verborg? Of achtte de regeering
de verbindingslijnen van de „imperiale defen
sie" toch niet veilig genoeg en vond zij de
mogelijkheid van een oorlog met Italië, hoe
verafliggend ook, toch voor een vérziende re
geering iets om rekening mee te houden? Of
speelt tenslotte het breede koloniale belang
van het Britsche Rijk in het huidige conflict
inderdaad géén rol en dient Engeland daarbij
alléén en uitsluitend de Volkenbondsidee?
In dit laatste punt ligt de verrassende be-
teekenis van dit document. De Italiaansche
pers, van hoog tot laag, heeft van het begin
van het conflict af aan twee dingen beweerd
en volgehouden: ten eerste, dat Groot Brit-
tannië niets te vreezen heeft van een Italiaan
sche verovering vreedzaam of gewelddadig
van het Aethyopische land, maar dat het
integendeel zijn eigen koloniën door een orde
ning en betere exploitatie van het aangren
zend gebied zou bevorderd zien. Tegelijk echter
betoogde men, dat de Britsche regeering en
méér dan aan Buitenlandsche Zaken gaf men
hiervan de schuld aan Koloniën dit niet
wilde erkennen, omdat zij zelf van ouds een
oogje had op het land van den Negus der Ne-
gusti. Uit den treure herhaalde de Italiaan
sche pers, dat de gansche Britsche Volken
bondspolitiek slechts een gebrekkige camou
flage was voor eigen hebzucht, en dat de an
dere Volkenbondslanden, daardoor verblind,
zich op Geneefschen bodem lieten misbruiken
voor de egoïstische politiek van het Empire.
Het rapport van de Britsche interdeparte
mentale commissie nu bewijst zoo het Iets
bewijst het tegendeel van deze beweringen
der Italiaansche pers. En in zooverre zou men
het eerder in Eden's orgaan dan in het „Gior
nale d'Italia" verwacht hebben.
Toch zou men zich pijnlijk vergissen, zoo
men in deze publicatie alleen den opzet zou
lezen, Engelands altruïstische bedoelingen
in het licht te stellen en daarmee 't heerschen-
de vierpuntige conflict AbessiniëItaliëEnge
landGenève van één van zijn stekels te ont
doen en tot de eenvoudige figuur van een hoek
te herleiden.
Indien de publicatie in die richting werkte,
zou dat zeker een belangrijke stap voorwaarts
zijn voor de zuivering van de geladen atmosfeer
in Europa. En ofschoon de publicatie van een
regeeringsstuk, dat te Londen zeker als geheim
beschouwd werd, eigenlijk niet als een
vriendelijkheid te beschouwen is, lijkt
het toch niet uitgesloten, dat zij tot dit ge-
wenschte gevolg ietwat zal kunnen bijdragen.
De directe bedoeling van de publicatie is ech
ter blijkbaar een andere. Het Britsche voor
vechterschap van de Volkenbondsidee, dat
niet alleen vele ponden kost, maar ook de
vloot, Engelands oogappel, aan gevaren bloot
stelt en het land zelf op den drempel van een
oorlog brengt, heeft in Engeland zelf vooral te
genstand gevonden bij de imperialistische con
servatieven, die niets gevoelen voor de ideeën
van prof. Wilson, doch Engelsche ponden en
Engelsch bloed alleen beschikbaar willen stellen
voor 18 karaats Britsche belangen.
Welnu, hun bewijst dit rapport, dat zulke be
langen bij het Italiaansch-Abessinische conflict
inderdaad niet gemoeid zijn en dat de Brit
sche leeuw, die in de Italiaansche caricaturen
steeds als onverzadigd wordt voorgesteld, zijn
spijsvertering door deze Italiaansche onderne
ming niet behoeft te laten storen. De scheiding
tusschen Empire-politiek en Volkenbondspoli
tiek, die velen nauw ineengevlochten of ten
minste aan elkander evenwijdig achtten, komt
hierdoor scherp te staan.
Ongetwijfeld steekt er in deze publicatie nog
meer. Het zal bijv., van den anderen kant be
schouwd, voor de Britsche volkenbonds-aanhan
gers niet aangenaam zijn te lezen, hoe gevoel
loos hun regeerings-experts reeds in het voor
jaar van 1935 beraadslaagden over de huid van
den toen nog springlevenden Abessinischen
beer. Bovendien komen hier misschien iet
wat storend voor Lavai's politieke vacantie
opnieuw de geheime accoorden van Rome ter
sprake en de pogingen, die Mussolini reeds een
jaar geleden heeft aangewend, om Londen daar
in te laten deelen. Men ziet niet zonder ver
wondering, hoe geheel anders deze zaak er nog
geen jaar geleden v- j en hoe alléén
het feit waarvoor Italië zich zeker al dui
zendmaal op de borst geklopt heeft dat
Het Bossche Gerechtshof wees vandaag von
nis in de zaak tegen den arbeider H. C. C. uit
Thorn (L.), die door de Rechtbank te Roer
mond tot drie jaar gevangenisstraf was veroor
deeld wegens mishandeling met doodelijken
afloop, op 13 October 1935 gepleegd op den 26-
jarigen J. Wolters uit Lutterade.
De advocaat-generaal had in hooger beroep
vijf jaar gevangenisstraf geëischt.
Het Hof bevestigde het vonnis der Roermond-
sche rechtbank, doch bracht het voorarrest in
mindering.
Naar wij vernemen heeft de oproep van den
burgemeester van de gemeente Wanssum-Baren
reeds tot gevolg gehad, dat er zeer belangrijke
mededeelingen zijn verstrekt, die meer licht
brengen in deze donkere zaak. Al kan men
hiervan ook niet direct nadere officieele ge
gevens verkrijgen, die overigens ook niet in het
belang van het onderzoek zouden zijn, 't schijnt
toch vast te staan, dat men onder de vele spo
ren, die men van het begin af aan heeft ge
volgd, ook wel degelijk het goede heeft gehad.
De politie ziet hierdoor haar moeilijk opspo
ringswerk al voor ëen klein gedeelte beloond.
Nogmaals wordt er een oproep gericht tot de
bewoners van de omgeving van Geysteren om
elke inlichting, die men meent te kunnen ver
strekken, aan de politie-autoriteiten bekend te
maken.
In verband met de ontvangen mededeelingen
heeft de politie een inval gedaan bij J. te Bel-
feld, die verdacht wordt iets met den moord op
pastoor Litjens te maken te hebben. Omtrent
het resultaat van dit onderzoek kon men ons
echter nog niets mededeelen.
Zooals wij reeds meldden, bevond zich aan
boord van het s.s. „Cordillera", dat van Z.
Amerika op de thuisreis was naar Nederland,
een passagier met den naam Henry Muller,
van wien men vermoedde, dat hij Henry De-
terding was.
Zondag is het schip te IJmuiden binnenge
komen en inderdaad bleek de betrokken passa
gier Sir Henry Deterding te zijn. Sir Henry
weigerde elk onderhoud. Omstreeks half zes
ging hij van boord en begaf zich per auto
naar Amsterdam.
Naar aanleiding van een bezwaarschrift van
A. G. van den B., uitgever en drukker te OiS'
terwijk, betreffende het in beslag nemen der
pers, waarop het weekblad „Zwart Front" werd
gedrukt, heeft de Bredasche Rechtbank be
schikt, dat de beslagen van een snelpers met
'drie rollen, een zetmachine en drie ijzeren ra
men worden opgeheven. Verzoeker heeft uit
drukkelijk beloofd, dat hij, zoolang de straf
vervolging niet zal zijn geëindigd, deze niet zal
gebruiken voor het weekblad „Zwart Front" of
eenig ander dergelijk drukwerk.
De Rechtbank heeft bij zijn beslissing in
aanmerking genomen, dat verzoeker bij voort
during van het beslag gevaar liep failliet te
gaan.
In een onbewaakt oogenblik geraakte het
vier-jarig zoontje van den heer van Olst aan
den Centraalweg te Hattem in de vaart bij de
ouderlijke woning. Toen zijn vermissing bemerkt
werd, was het ventje reeds verdronken.
VOOR DE PUP
KOOKT IBIS EN GÉÉN ANDERE SHAG
Gij bewondert een ander om diens gulle
lach, gij verbaast U om een anders energie,
opgewektheid en prettig humeur, omdat
gij Uzelf voortdurend loom gevoelt, moe
en lusteloos, omdat Uw eigen gelaat een
vale, groezelige tint heeft gekregen, omdat
ge humeurig en prikkelbaar zijt, met last
van migraine en bloedaandrang naar het
hoofd, omdat van Uw gezicht de lach is
verdwenen, kortom, omdat gij niet, zooals
die ander, dat geregeld wekelijks doet,
Omdat ge U niet hebt aangewend eiken
Vrijdag en Zaterdag voor het naar bed
gaan één of twéé M.S.S.-cachets te nemen,
een reinigend M.S.S.-ertje, dat Uw inge
wanden ontlast van de kwade vergiftigde
afvalstoffen, die daarin zijn achtergebleven,
de oorzaak van Uw zwartgallig humeur.
Door den Vrijdag en den Zaterdag tot
M.S.S.-dagen te maken, met één of twéé
M.S.S.-cachets voor het naar bed gaan,
zult ge worden als die ander, en zult ge
het allereerst Uzelf verbazen over het
wonder, dat zich tusschen den Vrijdag en
den Zondag in Uw gestel heeft voltrokken!
M.S.S.-cachets (ook wel genaamdLaxeer-
Akkertjes) zijn verkrijgbaar bij alle apothekers
en drogisten en wel in blauwe ronde kokertjes
of in de nieuwe blauwe vierkante kokertjes.
De samenstelling is echter van beide geheel
gelijk. Als Uw gewone leverancier soms géén
voorraad mocht hebben, vraag hem dan ze
even voor U te willen bestellen. Ze kosten per
12 stuks slechts 60 cent. Overal verkrijgbaar
In den nacht van Zaterdag op Zondag, kort
na twaalf uur, is op den Horsterweg te Blerick
een personenauto, welke met groote snelheid
reed, tengevolge van de gladheid van den weg
komen te slippen en tegen een boom gereden.
De wagen werd geheel vernield. Van de drie in
zittenden bekwam de twintigjarige J. Cremers
uit Tegelen een ernstige schedelfractuur en
voorts ernstige inwendige verwondingen. In zorg-
wekkenden toestand is het slachtoffer opgeno
men in het ziekenhuis te Tegelen. De twee ove
rige personen kwamen met den schrik vrij.
De wagen werd bestuurd door den heer V., ge
meenteraadslid van Tegelen. De derde inzittende
was de heer Jeucken uit Venray. Het ongeluk
gebeurde bij de kromming van den weg, waar de
Sint Anna-Kapel zich bevindt. De bestuurder,
ziende, dat hij de bocht slechts met de grootste
moeite zou kunnen nemen, stelde de voetrem in
werking, waardoor de wagen slipte, met het ge
melde gevolg.
De heer Cremers, die chauffeur van beroep is,
was eigenaar van den auto.
Zondagochtend is in de Noordergronden bh
Terschelling gestrand de motorlogger „Oceaan
Sch. 45" uit Scheveningen. Onmiddellijk zijn de
sleepbooten „Holland", „Texel" en „Vlieland"
van de reederij Doeksen, alsmede de redding
boot „Brandaris" ter assistentie uitgevaren. Des
middags om vijf uur is men er in geslaagd den
logger vlot te sleepen.
Aangezien door het zware stooten in de
branding het roer defect was geraakt, kon de
logger de reis niet op eigen kracht vervol
gen, zoodat het schip door de sleepboot „Hol
land" naar Scheveningen gesleept zal worden.
In April van het vorige jaar ontmoetten twee
marechaussées uit Ommen des morgens onge
veer vier uur op de Julianastraat te Dedems-
vaart een wielrijder, wiens aanwezigheid hun
op dat oogenblik verdacht voorkwam. Zij hiel
den den man staande en informeerden naar
zijn naam, waarop deze opgaf W. L. te zijn,
wonende aan de Langewijk. Bij nader onderzoek
bleek alleen de rem van de fiets niet te deugen,
zoodat daarvoor een bekeuring volgde.
Enkele dagen nadien kwamen de marechaus
sées echter tot de overtuiging, dat de hun op
gegeven naam valsch was geweest. Dies trokken
zij andermaal op onderzoek uit en bevonden nu,
dat H. P. aan de Langewijk degene was ge
weest, die hen op een dwaalspoor had willen
leiden Wederom volgde proces-verbaal, ditma'.l
bovendien wegens het opgeven van 'n valschen
naam.
De kantonrechter te Zwolle veroordeel
de P., op grond van de verklaringen der
politiemannen, die in dezen beslist den aan
gehoudene herkenden, resp. tot 3 voor de
rem en 15 voor den valschen naam. P. ging
in hooger beroep, doch de rechtbank bevestigde
het vonnis. Hij teekende hierop cassatie aan,
maar de Hooge Raad wees de aanvraag af.
Reeds had P. 'n aanschrijving ontvangen, dat
hij vóór 24 Febr. aan zijn verplichtingen zou
moeten voldoen, toen A. P., wonende aan de
Marktstraat, zich kwam aanmelden als degene,
die destijds was aangehouden, doch de gevolgen
had willen ontloopen door het opgeven van een
verkeerden naam. Hij zal nu zijn rechtmatig
aandeel in de straf wel krijgen, doch er blijkt
weer eens uit, hoe een rechterlijke dwaling kan
ontstaan. Voor H. P. zou deze bovendien dezen
kwaden kant hebben, dat hij, die als werklooze
te werk was gesteld, voor geruimen tijd aan zijn
gezin zou zijn onttrokken.
Op 69-jarigen leeftijd is te Parijs overleden
J. A. Baron van Pallandt van Walfort, kamer
heer i. b. d. van H. M. de Koningin.
De overledene is de vader van den secretaris
van het Nederlandsche gezantschap in Parijs.
De teraardebestelling van het stoffelijk over
schot zal plaats hebben a.s. Donderdag, des
middags om 3 uur op de begraafplaats „Mos-