Heerlijk en verheven voorrecht kind van God te zijn I Het Britsche rapport en het Abessinisch conflict IBIS SHAG Dobbelmann mm De steekpartij te Thom lebber... man! VASTENBRIEF VAN MGR. J. P. HUIBERS X DE HEBZUCHT VAN ENGELAND MAANDAG 24 FEBRUARI 1936 SVB-TVVM'PVtSJDlVM Joannes, Petrus Huibers, door de genade Gods en de gunst van den Apostolischen Stoel Bisschop van Haarlem. Aan de Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom, Zaligheid in den Heer! Kind van God De intocht van Amadero XVI, Prins Carnaval te 's Hertogenbosch. De hooge gast werd na zijn aankomst door de Bossche bevolking op hartelijke wijze ontvangen Italië meent, dat de Britsche Vol- kenbondspolitiek slechts een gebrekkige camouflage is Doel der publicatie zelf wel besefte. Het vonnis in hooger beroep bevestigd De moord te Geysteren Iets meer licht in deze donkere zaak SIR HENRY DETERDING TE AMSTERDAM Zondag te IJmuiden aangekomen PERS VRIJGEGEVEN Jongetje verdronken Gij benijdt een ander om diens frissche gelaatskleur! de M.S.S.-GEWOONTE volgt! M.S.S.-cachets Maken Schoon Schip Auto tegen een boom Wagen slipte door remmen in de bocht MOTORLOGGER GESTRAND Later op den middag vlot gesleept GERECHTELIJKE DWALING De ware schuldige meldt zich aan J. A. baron van Pallandt van Walfort overleden cowa'' te Arnhem. Nog diep onder den indruk van de ontzag wekkende genaden, welke mij zijn medegedeeld, toen in de tegenwoordigheid van eene ontelbare Schare van priesters en geloovigen de Ge- Sant des Pausen in onze landen en de med,ebis?, Schoppen van ons vaderland mij de handen .heb- ^en opgelegd, toen de heilige zalfolie mrj over het hoofd werd uitgegoten en de voile Segen van den H. Geest en de volheid van het heilig Priesterschap mijne ziel mocht binnen dringen, kan ik niet anders dan vol bewon dering opzien tot den oneindigen grooten God eh stamelend mijn dank uitspreken tot Hem, die er behagen in heeft geschept om neer te Sien op het nietige, die het zwakke heeft willen Uitverkiezen om het sterke te beschamen, die den behoeftige uit het stof heeft opgeheven om hem te plaatsen onder de vorsten, onder de vorsten van Zijn volk. Dank aan God, die mij heeft willen opnemen onder het uitverkoren getal van zijne Aposte len. Dank ook aan Jesus' Heilige Moeder die als Middelares en Uitdeelster van alle genaden, ook deze zoo uitstekende genade voor mij verkregen heeft. Maar daarna aanstonds mijn diepgevoelde dank aan U, mij zoo dierbare priesters en ge loovigen van ons Bisdom. Tallooze hartelijke bewijzen van medeleven, veel begrijpen en mee gevoelen hebben mij bemoedigd; tallooze ondub belzinnige blijken van eerbied en liefde hebben blij getroffen; maar vooral is Uw onophoudelijk Sebed voor mij geweest een groote troost en ®cn hechte steun. Lang hebt gij gebeden. Onmiddellijk na den dl te vroegtijdigen dood van onzen ,onvergete- hjken doorluchten voorganger Monseigneur Aengenent, zijt gij reeds begonnen om dagelijks den H. Geest te smeeken, dat Hij aan Haarlems diocees wederom een man naar Zijn Hart schen ken zou. En ik weet het, immers, ik bad met M mee, niet wetende voor wien we hebben dat gedaan met hart en ziel. Maar vooral in de dagen der voorbereiding h^t de H. Wijding! O, ik heb U veel gevraagd Maar gij hebt die geestelijke aalmoes van harte geschonken. Van alle kanten hebben mij de berichten be- ï'eikt over volle kerken en biddende mannen en gouwen en kinderen, en priesters en klooster dagen, die, onder de voorbede der Onbevlekte Moedermaagd, de genade van den H. Geest W>or den nieuwen Bisschop hebben afgesmeekt. Ik dank U daarvoor van ganscher harte en bet is mij een geluk te weten, dat de zegen, hoor U voor mij gevraagd, allereerst aan U en ^We belangen ten goede komt. En niet alleen in woorden en in gebed hebt ^ij uwe liefde willen tooner.. Maar als wijge schenk hebt gij aanstonds Uwe offergaven bij- -biigebracht om een deel van onze zorgen reeds Aanstonds te verlichten. En dat terwijl de tij den moeilijk zijn en er zooveel wordt ge daagd en er zooveel is gegeven. Dankbaar mag ik gewagen van de zeer be- ahgrijke som waardoor weer een groote schuld Vftn de kerken werd afgelost en voor vele klei de spaarders, die in nood verkeerden, de moei- 'Jkheden zijn verlicht. Ziet dat alles strekt ons tot troost he goede wil is aanwezig: het gebed en de haad gaan samen hand in hand. Mogen we han niet rekenen en betrouwen op Gods ze- 8en? En des te grooter is dit vertrouwen, nu wij ?h$ Bisdom hebben gesteld onder de machtige bescherming van de H. Moeder Gods. Dat hebt Mj met ons willen meedoen niet gedwongen niet alleen omdat het was voorgeschreven, Maar uit heel uw hart. De kinderliefde van de katholieken in Haar- Mins Bisdom voor de H. Moeder Gods is in derdaad alles overtreffend en bewonderenswaar dig. Ik weet dat, omdat ik met het leven in Me parochies bekend ben en het verblijdt mij, ®at dit bij deze gelegenheid zoo heerlijk tot biting komt, want dit is het beste bewijs dat kc zijt echte kinderen Gods! Kinderen van Maria zijn kinderen van God. Wat is dat een heerlijk en verheven voor echt, kind van God te zijn! Kind van dien Meindigen, machtigen, eindeloos rijken en beföevoilen Vader! Dat allen dat toch mochten begrijpen en naar Marde schatten. God, de oneindig groote God, onze Vader! h het H. Doopsel zijn wij geworden Gods kind, M is ons gegeven van Zijn Goddelijk leven en ebben wij deel gekregen aan Zijne onsterfe- bikheid, aan Zijn oneindigheid. „Wie in Mij Mooft, zoo zegt Hij, heeft het eeuwig leven." "bij bezitten het dus heden reeds en als Mi zelf het niet moedwillig van ons wegwer en, kan niets of niemand het ons ontnemen, Midat wij geworden zijn de uitverkoren kinde- Mi van den eeuwigen God, aan Hem verbon den door den meest innigen familieband. God onze Vader! Niet alleen bij wijze van st>reken niet alleen als van aangenomen kin beren maar op de meest echte wijze. Hij heeft Ms voortgebracht zooals geen andere vader een *ihd kan voortbrengen èn door zijn schep- Mig èn door zijn genade; want alle vader schap komt alleen van Hem en door Hem. En Hij staat er op dat we Hem altoos erkennen als onzen echten Vader en dat we daaraan dikwijls denken, en dat we het herhaaldelijk in herin nering brengen, zoodikwijls wij Hem aanspre ken, want: zoo zegt Hij: „zóó zult gij bidden: Onze Vader die in de hemelen zijt!" Moet ons dit niet vervullen met een dank bare vreugde en een heiligen trots? Wie kan op een Vader roemen zooals wij kunnen roemen op Onzen Vader, die in den hemel is! Is Hij niet groot? Hemel en aarde kunnen Hem niet omvatten en niets is aan Hem ge lijk of kan zelfs met Hem in vergelijking ko men. „De onmetelijke" is Zijn Naam. Is Hij niet machtig? Op den band van zijn kleed staat geschreven: „de Koning der Ko ningen en de Heer der Heeren! Niemand kan aan Hem weerstaan en er is geen einde aan Zijn Koninkrijk." Kent gij zijn rijkdom? Zijn huis zoo staat er is vol van rijkdom en heerlijkheid! Alles wat er bestaat, de zon, de maan, de sterren en alle schatten der aarde: het is door Hem zelf gemaakt en het is Zijn eigendom En bui ten Hem kan er niets bestaan, wat Hij niet heeft gemaakt en wat Hem niet toebehoort. Weet ge, hoe wijs Hij is? Hij is de oneindige wijsheid, die alles schikt in maat, getal en ge wicht. Wiens diepe verborgenheden het ver stand van engelen en menschen onophoudelijk zoekt te doorgronden en nooit kan achterha len; van Wien alle menschelijke verstand en vernuft voortkomt als een zwakke straal van de eeuwige Zon. Weet ge, hoe goed Hij is? Zijn Wezen zelf is niets anders dan goedheid en liefde. Uit liefde heeft Hij ons gemaakt, uit liefde wii Hij ons mededeelen van alle goed! Maar bemint Hij mij persoonlijk? Meer dan een vader en moeder hun kind kun nen liefhebben, bemint Hij ieder van ons. Want voordat ik bestond, van alle eeuwigheid af heeft Hij mij lief. Zijn Goddelijke Almacht heeft mij het be staan en het leven geschonken. Zijn goddelijke Wijsheid heeft mijn ziel en mijn lichaam en heel mijn leven geordend. Zijn Goddelijke lief de omringt mij met duizenden gaven en alles wat goed is, is voor mij: ik mag het Hem vragen *en Hij heeft het beloofd: „Vraagt en gij zult verkrijgen." Ik ben geheel van Hem en Hij behoort ge heel aan mij. Is het dan geen heerlijkheid, is het geen on schatbaar voorrecht, te weten dat wij kind zijn van dien grooten, machtigen, rijken, eindeloos wijzen en goeden en liefdevollen Vader, dat wij kind zijn van den levenden God? Wat een rust in ons leven! Wat een vastheid in ons geloof! Als wij in moeilijke zaken zeg gen; Ik geloof, ook al begrijp ik niet want het is mijn Vader die het zegt! En mijn Vader is zoo heilig, dat Hij niemand kan misleiden, en mijn Vader is zoo wijs, dat Hij nooit zich kan vergissen en mijn Vader is onfeilbaar: wat mijn Vader zegt is waar." Hoe licht valt het ons te gehoorzamen aan Zijn Heiligen Wil. Immers, wat Hij ons gebiedt en wat Hij van ons vraagt is altoos rechtvaardig, en altoos wijs en altoos voor ons waarachtig geluk. En alles wat Hij verbiedt, verbiedt Hij ons, omdat het ook voor ons slecht of gevaarlijk is en een bron van ellende. Met wat vertrouwen zien we tot Hem op bij alles wat er gebeurt. Nooit kan er iets gebeu ren zonder Hem. En nooit zal Hij toelaten dat iets zijn kind schaden zal. Zelfs het kwaad, dat er gebeurt, zal voor zijn kind. een voordeel zijn. Misschien dat wij het niet altoos begrijpen, misschien dat het ons voor het oogenblik droef en hard schijnt. Maar, wanneer wij leven als een kind van God, zullen zelfs lijden en kruis kostbare gaven zijn uit Zijne hand, gaven van Zijn liefde, welke Hij zelfs aan Zijn eeniggebo- ren Zoon niet heeft willen onthouden. Wanneer we ons zelf van dit alles diep door dringen, beminde geloovigen en dat moes ten we iederen dag en zonder ophouden doen dan kan het niet anders of in ons hart groeit hoe langer zoo meer de liefde tot den goeden God en de afkeer van de zonde. Hoe zal toch iemand, die er aan denkt, dat hij kind van God is, dien goeden Vader bedroe ven en onteeren, hoe zou hij zijn groote voor rechten verwerpen om zijn eigen kleinen zin te doen en zich te verlustigen in het lage en be drieglijke, dat de aarde ons biedt. Wat is dat alles toch laag en wat is het klein, en wat gaat het spoedig voorbij, en wat brengt het een spijt en een ellende onder de menschen en wat een ramp in de eeuwigheid. Mijn dierbare geloovigen. Wij staan thans aan het begin van de groote Vasten, dien oefen tijd van deugd, van gebed, van aalmoes en ver sterving. Houdt nu die gedachte vast, dat gij kinderen zijt van God. De H. Kerk zal U iederen dag, maar vooral op de Zondagen treffend vermanen. Zij zal U doen zien, aan welke bekoringen Gods kinderen bloot staan, maar hoe zij door Gods engelen worden beschermd en hoe zij zich kun nen gedragen als dienaren Gods. Zij zal U bemoedigen en in de gedaanteveran dering des Heeren een straal laten zien van de glorie, die ons wacht, zij zal ons voor de vraag stellen of wij voor of tegen den Christus zijn en ons voorbeelden geven van de eindelooze zorg en goedheid van God voor zijn vrije kinderen. En vooral in de laatste twee weken zal ze ons zoo treffend mogelijk voor oogen stellen, met wat eindelooze liefde Jesus, de eeniggeboren Zoon des Vaders, onze Broeder, Zijn bloed. Zijn leven, Zich Zeiven geheel heeft gegeven en ge slachtofferd om ons te maken en te behouden ais kinderen Gods. Tracht dan iederen dag dat voorrecht beter te beseffen en door Uw gedrag beter te waardee- ren: en verzuimt niet dagelijks te vragen aan uwe heilige Moeder Maria, dat Zij, die Jesus heeft opgevoed, zich gewaardige ook U, die Haar zijt toegewijd, dagelijks meer te verlichten en te leiden om te leven als een Kind van God, in veel gebed, in veel offer, in veel versterving. Bidt voor onze Moeder de H. Kerk, voor haar zichtbaar Opperhoofd onzen Heiligen Vader den Paus, die zulke groote zorgen voor ons te dragen heeft. Bidt voor alle kinderen der Kerk, vooral voor hen, die in vervolging openlijk of in het geheim zooveel moeten verduren. Bidt dat de goede God vrede en eendracht geve onder de volken en dat zij allen Hem mogen kennen en beminnen, die ook hun aller Vader is. Bidt ook voor Hare Majesteit, onze geëerbie digde Koningin, voor Hare Koninklijke Dochter, voor al Uwe bestuurders en overheden, zoo gees telijke als wereldlijke. Bidt ook voor den vrede en de welvaart van ons dierbaar vaderland en tracht door Uw gebed en goede werken aan te vullen wat mogelijk bij de verzachting van de vastenwet, aan Uwe boetedoening zou ontbreken. En zal dit ons herderlijk schrijven in alie tot ons Bisdom behoorende Kerken en Kapellen, waarover een Rector is aangesteld, op Zondag Quinquagesima op de gebruikelijke wijze worden voorgelezen. Gegeven te Haarlem, 17 Februari 1936. t JOANNES PETRUS HUIBERS, Bisschop van Haarlem, Op last van Zijne Hoogw. Excellentie, H. W. AGTEROF, Secretaris. mm bi li u ui éi (Van onzen Romeinschen correspondent). Na het opzienbarende appèl „aan de stu denten van Europa", dat een beroep deed op hun pacifisme tegen het oor logsgevaar, waarin de sanctie-politiek Europa drijft, heeft de Italiaansche pers, en wel het officieuze „Giornale d'Italia" ons een andere verrassing voorgezet in den vorm van een ge heim rapport, dat door een Britsche interde partementale commissie is uitgebracht over de Engelsche belangen in Abessinië 1). De fascistische politiek houdt er den laat- sten tijd van, zich rechtstreeks tot de volken of bepaalde gedeelten van de publieke opinie te wenden, min of meer over het hoofd der regeering heen. Dat is van den eenen kant allerminst in overeenstemming met de fascis tische beginselen, die de discipline der bevol king boven alles stellen. Zoo wijst dan ook het zelfde „Giornale d'Italia" met verontwaardi ging een opmerking van den Britschen minis ter Stanhope van zich af, die de meening ge uit heeft, dat de sanctie-politiek reeds zou hebben bewerkt, dat niet allen in Italië meer achter de politiek van den Duce staan. Maar van den anderen kant past deze methode wèl bij de democratische staatsinrichting van de volken, tot wie zij zich richt. En vooral in En geland heeft de publieke opinie een spreek woordelijke zelfstandigheid en macht. Men denke slechts, om niet ver terug te gaan, aan het plan van Hoare en Laval, dat door de pu blicatie om hals gebracht werd, nog vóór het kon spreken, en dat zelfs zijn beide peters meesleepte in het graf. Zoo de publieke opinie toenmaals ten na- deele van Italië kon werken want Mussolini heeft achteraf erkend, dat hij het planHoare voor Italië aanvaardbaar achtte waarom zou het dan ook niet omgekeerd kunnen zijn. Het appel aan de studenten is vrijwel zonder echo verklonken; maar de publicatie van het Brit sche geheime document zal waarschijnlijk een sterkeren weerklank vinden (ook dit is reeds vrijwel verklonken. Red.). Ofschoon de bedoeling van deze publicatie vooralsnog bijna even geheim is als het docu ment zelf dat tot vorige week toe was, en men er min of meer naar moet gissen, richt zij zich toch blijkbaar tot die elementen in de Britsche politiek, die de minste geestdrift getoond heb ben voor Eden's absolute Volkenbondspolitiek, degenen n.l. die plegen te zeggen „wat hebben wij eraan" en „wat koopen wij ervoor", in één woord: de imperialisten. Het klinkt zeker ver wonderlijk, dat Italië, in een scherp conflict met Engeland gewikkeld, den Jingo tot rech ter wil maken. Maar zoo schijnt het toch te zijn. Het reeds befaamde rapport van de experts der verschillende Britsche departementen be toogt, zooals men weet, dat Engeland geen vi taal belang heeft bij de ongereptheid van Abes sinië. Voor de veiligheid van de grenzen der Britsche kolonies zou een Italiaansch bewind over Abessinië zelfs een voordeel zijn; voor den handel zouden er wellicht nadeelen uit voort vloeien, maar niet van overwegend belang. Ver der zou de Britsche leeuw bij de liquidatie ter loops een klauw moeten leggen op zekere kleine, maar waardevolle onderdeden, zooals het Nijl- stroomgebied. Overigens zou een Italiaansche opperheerschappij over Abessinië weliswaar voor de verbindingswegen van het Britsche Rijk bedenkelijk kunnen worden in geval van een oorlog met Italië, een eventualiteit, die echter volgens de commissie te veraf ligt, om er re kening mee te houden. De conclusie is dus: laat Italië doen, wat het niet laten kan. Wanneer men deze conclusie leest in het rapport, dat de geheime accoorden tusschen Mussolini en Laval van Ja nuari 1935 als uitgangspunt heeft, bemerkt men, dat Abessinië in het voorjaar van 1935 veel dichter bij zijn einde is geweest, dan het Abessinië een stoel in Genève heeft, van een simpele deeling-door-drie een algebra-pro- bleem met tallooze onbekenden heeft gemaakt. In zoover bedoelt de publicatie van dit stuk ook een pleidooi te zijn voor een herziening van de termen van het bijna onoplosbaar ge worden conflict. 1) Deze correspondentie, welke reeds 20 Febr. uit Rome per luchtpost en expresse ons werd toegezonden, bereikte ons eerst 24 Febr. De in houd is nog altijd van belang, omdat een be voegde ons het Italiaansch standpunt inzake de publicatie van het geheim document duide lijk maakt. Red. Maar waarom, zoo vraagt men zich af, heeft de Britsche regeering dit rapport van haar eigen deskundigen naast zich neergelegd en heeft zij precies den tegengestelden weg inge slagen? Is dit rapport dan slechts een wassen neus, waaronder de Britsche leeuw een hon gerige grijns verborg? Of achtte de regeering de verbindingslijnen van de „imperiale defen sie" toch niet veilig genoeg en vond zij de mogelijkheid van een oorlog met Italië, hoe verafliggend ook, toch voor een vérziende re geering iets om rekening mee te houden? Of speelt tenslotte het breede koloniale belang van het Britsche Rijk in het huidige conflict inderdaad géén rol en dient Engeland daarbij alléén en uitsluitend de Volkenbondsidee? In dit laatste punt ligt de verrassende be- teekenis van dit document. De Italiaansche pers, van hoog tot laag, heeft van het begin van het conflict af aan twee dingen beweerd en volgehouden: ten eerste, dat Groot Brit- tannië niets te vreezen heeft van een Italiaan sche verovering vreedzaam of gewelddadig van het Aethyopische land, maar dat het integendeel zijn eigen koloniën door een orde ning en betere exploitatie van het aangren zend gebied zou bevorderd zien. Tegelijk echter betoogde men, dat de Britsche regeering en méér dan aan Buitenlandsche Zaken gaf men hiervan de schuld aan Koloniën dit niet wilde erkennen, omdat zij zelf van ouds een oogje had op het land van den Negus der Ne- gusti. Uit den treure herhaalde de Italiaan sche pers, dat de gansche Britsche Volken bondspolitiek slechts een gebrekkige camou flage was voor eigen hebzucht, en dat de an dere Volkenbondslanden, daardoor verblind, zich op Geneefschen bodem lieten misbruiken voor de egoïstische politiek van het Empire. Het rapport van de Britsche interdeparte mentale commissie nu bewijst zoo het Iets bewijst het tegendeel van deze beweringen der Italiaansche pers. En in zooverre zou men het eerder in Eden's orgaan dan in het „Gior nale d'Italia" verwacht hebben. Toch zou men zich pijnlijk vergissen, zoo men in deze publicatie alleen den opzet zou lezen, Engelands altruïstische bedoelingen in het licht te stellen en daarmee 't heerschen- de vierpuntige conflict AbessiniëItaliëEnge landGenève van één van zijn stekels te ont doen en tot de eenvoudige figuur van een hoek te herleiden. Indien de publicatie in die richting werkte, zou dat zeker een belangrijke stap voorwaarts zijn voor de zuivering van de geladen atmosfeer in Europa. En ofschoon de publicatie van een regeeringsstuk, dat te Londen zeker als geheim beschouwd werd, eigenlijk niet als een vriendelijkheid te beschouwen is, lijkt het toch niet uitgesloten, dat zij tot dit ge- wenschte gevolg ietwat zal kunnen bijdragen. De directe bedoeling van de publicatie is ech ter blijkbaar een andere. Het Britsche voor vechterschap van de Volkenbondsidee, dat niet alleen vele ponden kost, maar ook de vloot, Engelands oogappel, aan gevaren bloot stelt en het land zelf op den drempel van een oorlog brengt, heeft in Engeland zelf vooral te genstand gevonden bij de imperialistische con servatieven, die niets gevoelen voor de ideeën van prof. Wilson, doch Engelsche ponden en Engelsch bloed alleen beschikbaar willen stellen voor 18 karaats Britsche belangen. Welnu, hun bewijst dit rapport, dat zulke be langen bij het Italiaansch-Abessinische conflict inderdaad niet gemoeid zijn en dat de Brit sche leeuw, die in de Italiaansche caricaturen steeds als onverzadigd wordt voorgesteld, zijn spijsvertering door deze Italiaansche onderne ming niet behoeft te laten storen. De scheiding tusschen Empire-politiek en Volkenbondspoli tiek, die velen nauw ineengevlochten of ten minste aan elkander evenwijdig achtten, komt hierdoor scherp te staan. Ongetwijfeld steekt er in deze publicatie nog meer. Het zal bijv., van den anderen kant be schouwd, voor de Britsche volkenbonds-aanhan gers niet aangenaam zijn te lezen, hoe gevoel loos hun regeerings-experts reeds in het voor jaar van 1935 beraadslaagden over de huid van den toen nog springlevenden Abessinischen beer. Bovendien komen hier misschien iet wat storend voor Lavai's politieke vacantie opnieuw de geheime accoorden van Rome ter sprake en de pogingen, die Mussolini reeds een jaar geleden heeft aangewend, om Londen daar in te laten deelen. Men ziet niet zonder ver wondering, hoe geheel anders deze zaak er nog geen jaar geleden v- j en hoe alléén het feit waarvoor Italië zich zeker al dui zendmaal op de borst geklopt heeft dat Het Bossche Gerechtshof wees vandaag von nis in de zaak tegen den arbeider H. C. C. uit Thorn (L.), die door de Rechtbank te Roer mond tot drie jaar gevangenisstraf was veroor deeld wegens mishandeling met doodelijken afloop, op 13 October 1935 gepleegd op den 26- jarigen J. Wolters uit Lutterade. De advocaat-generaal had in hooger beroep vijf jaar gevangenisstraf geëischt. Het Hof bevestigde het vonnis der Roermond- sche rechtbank, doch bracht het voorarrest in mindering. Naar wij vernemen heeft de oproep van den burgemeester van de gemeente Wanssum-Baren reeds tot gevolg gehad, dat er zeer belangrijke mededeelingen zijn verstrekt, die meer licht brengen in deze donkere zaak. Al kan men hiervan ook niet direct nadere officieele ge gevens verkrijgen, die overigens ook niet in het belang van het onderzoek zouden zijn, 't schijnt toch vast te staan, dat men onder de vele spo ren, die men van het begin af aan heeft ge volgd, ook wel degelijk het goede heeft gehad. De politie ziet hierdoor haar moeilijk opspo ringswerk al voor ëen klein gedeelte beloond. Nogmaals wordt er een oproep gericht tot de bewoners van de omgeving van Geysteren om elke inlichting, die men meent te kunnen ver strekken, aan de politie-autoriteiten bekend te maken. In verband met de ontvangen mededeelingen heeft de politie een inval gedaan bij J. te Bel- feld, die verdacht wordt iets met den moord op pastoor Litjens te maken te hebben. Omtrent het resultaat van dit onderzoek kon men ons echter nog niets mededeelen. Zooals wij reeds meldden, bevond zich aan boord van het s.s. „Cordillera", dat van Z. Amerika op de thuisreis was naar Nederland, een passagier met den naam Henry Muller, van wien men vermoedde, dat hij Henry De- terding was. Zondag is het schip te IJmuiden binnenge komen en inderdaad bleek de betrokken passa gier Sir Henry Deterding te zijn. Sir Henry weigerde elk onderhoud. Omstreeks half zes ging hij van boord en begaf zich per auto naar Amsterdam. Naar aanleiding van een bezwaarschrift van A. G. van den B., uitgever en drukker te OiS' terwijk, betreffende het in beslag nemen der pers, waarop het weekblad „Zwart Front" werd gedrukt, heeft de Bredasche Rechtbank be schikt, dat de beslagen van een snelpers met 'drie rollen, een zetmachine en drie ijzeren ra men worden opgeheven. Verzoeker heeft uit drukkelijk beloofd, dat hij, zoolang de straf vervolging niet zal zijn geëindigd, deze niet zal gebruiken voor het weekblad „Zwart Front" of eenig ander dergelijk drukwerk. De Rechtbank heeft bij zijn beslissing in aanmerking genomen, dat verzoeker bij voort during van het beslag gevaar liep failliet te gaan. In een onbewaakt oogenblik geraakte het vier-jarig zoontje van den heer van Olst aan den Centraalweg te Hattem in de vaart bij de ouderlijke woning. Toen zijn vermissing bemerkt werd, was het ventje reeds verdronken. VOOR DE PUP KOOKT IBIS EN GÉÉN ANDERE SHAG Gij bewondert een ander om diens gulle lach, gij verbaast U om een anders energie, opgewektheid en prettig humeur, omdat gij Uzelf voortdurend loom gevoelt, moe en lusteloos, omdat Uw eigen gelaat een vale, groezelige tint heeft gekregen, omdat ge humeurig en prikkelbaar zijt, met last van migraine en bloedaandrang naar het hoofd, omdat van Uw gezicht de lach is verdwenen, kortom, omdat gij niet, zooals die ander, dat geregeld wekelijks doet, Omdat ge U niet hebt aangewend eiken Vrijdag en Zaterdag voor het naar bed gaan één of twéé M.S.S.-cachets te nemen, een reinigend M.S.S.-ertje, dat Uw inge wanden ontlast van de kwade vergiftigde afvalstoffen, die daarin zijn achtergebleven, de oorzaak van Uw zwartgallig humeur. Door den Vrijdag en den Zaterdag tot M.S.S.-dagen te maken, met één of twéé M.S.S.-cachets voor het naar bed gaan, zult ge worden als die ander, en zult ge het allereerst Uzelf verbazen over het wonder, dat zich tusschen den Vrijdag en den Zondag in Uw gestel heeft voltrokken! M.S.S.-cachets (ook wel genaamdLaxeer- Akkertjes) zijn verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten en wel in blauwe ronde kokertjes of in de nieuwe blauwe vierkante kokertjes. De samenstelling is echter van beide geheel gelijk. Als Uw gewone leverancier soms géén voorraad mocht hebben, vraag hem dan ze even voor U te willen bestellen. Ze kosten per 12 stuks slechts 60 cent. Overal verkrijgbaar In den nacht van Zaterdag op Zondag, kort na twaalf uur, is op den Horsterweg te Blerick een personenauto, welke met groote snelheid reed, tengevolge van de gladheid van den weg komen te slippen en tegen een boom gereden. De wagen werd geheel vernield. Van de drie in zittenden bekwam de twintigjarige J. Cremers uit Tegelen een ernstige schedelfractuur en voorts ernstige inwendige verwondingen. In zorg- wekkenden toestand is het slachtoffer opgeno men in het ziekenhuis te Tegelen. De twee ove rige personen kwamen met den schrik vrij. De wagen werd bestuurd door den heer V., ge meenteraadslid van Tegelen. De derde inzittende was de heer Jeucken uit Venray. Het ongeluk gebeurde bij de kromming van den weg, waar de Sint Anna-Kapel zich bevindt. De bestuurder, ziende, dat hij de bocht slechts met de grootste moeite zou kunnen nemen, stelde de voetrem in werking, waardoor de wagen slipte, met het ge melde gevolg. De heer Cremers, die chauffeur van beroep is, was eigenaar van den auto. Zondagochtend is in de Noordergronden bh Terschelling gestrand de motorlogger „Oceaan Sch. 45" uit Scheveningen. Onmiddellijk zijn de sleepbooten „Holland", „Texel" en „Vlieland" van de reederij Doeksen, alsmede de redding boot „Brandaris" ter assistentie uitgevaren. Des middags om vijf uur is men er in geslaagd den logger vlot te sleepen. Aangezien door het zware stooten in de branding het roer defect was geraakt, kon de logger de reis niet op eigen kracht vervol gen, zoodat het schip door de sleepboot „Hol land" naar Scheveningen gesleept zal worden. In April van het vorige jaar ontmoetten twee marechaussées uit Ommen des morgens onge veer vier uur op de Julianastraat te Dedems- vaart een wielrijder, wiens aanwezigheid hun op dat oogenblik verdacht voorkwam. Zij hiel den den man staande en informeerden naar zijn naam, waarop deze opgaf W. L. te zijn, wonende aan de Langewijk. Bij nader onderzoek bleek alleen de rem van de fiets niet te deugen, zoodat daarvoor een bekeuring volgde. Enkele dagen nadien kwamen de marechaus sées echter tot de overtuiging, dat de hun op gegeven naam valsch was geweest. Dies trokken zij andermaal op onderzoek uit en bevonden nu, dat H. P. aan de Langewijk degene was ge weest, die hen op een dwaalspoor had willen leiden Wederom volgde proces-verbaal, ditma'.l bovendien wegens het opgeven van 'n valschen naam. De kantonrechter te Zwolle veroordeel de P., op grond van de verklaringen der politiemannen, die in dezen beslist den aan gehoudene herkenden, resp. tot 3 voor de rem en 15 voor den valschen naam. P. ging in hooger beroep, doch de rechtbank bevestigde het vonnis. Hij teekende hierop cassatie aan, maar de Hooge Raad wees de aanvraag af. Reeds had P. 'n aanschrijving ontvangen, dat hij vóór 24 Febr. aan zijn verplichtingen zou moeten voldoen, toen A. P., wonende aan de Marktstraat, zich kwam aanmelden als degene, die destijds was aangehouden, doch de gevolgen had willen ontloopen door het opgeven van een verkeerden naam. Hij zal nu zijn rechtmatig aandeel in de straf wel krijgen, doch er blijkt weer eens uit, hoe een rechterlijke dwaling kan ontstaan. Voor H. P. zou deze bovendien dezen kwaden kant hebben, dat hij, die als werklooze te werk was gesteld, voor geruimen tijd aan zijn gezin zou zijn onttrokken. Op 69-jarigen leeftijd is te Parijs overleden J. A. Baron van Pallandt van Walfort, kamer heer i. b. d. van H. M. de Koningin. De overledene is de vader van den secretaris van het Nederlandsche gezantschap in Parijs. De teraardebestelling van het stoffelijk over schot zal plaats hebben a.s. Donderdag, des middags om 3 uur op de begraafplaats „Mos-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 9