Partijraad R.K. Staatspartij Werkfonds 1937 Onderwijs wordt goedkooper VERKEERSFONDS 1936 SCHRIKKEL-STROP HET BEGINSELPROGRAM ORDENING VANUIT HET BEDRIJF ZELF MOEILIJKHEDEN BIJ DE SPOORWEGEN Spellingvraagstuk niet opgelost Restaurant DORR1US ZATERDAG 29 FEBRUARI 1936 Het aantal plannen neemt nog regelmatig toe Electriciteitsvoorziening Mijnwezen MINISTER SLINGENBERG IN FRIESLAND Openstelling van werkverschaf fing aan vliegveldaanleg Minister voelt niets voor extra- nationale strevingen Opvoedingsvraagstukken Wegenaanleg Minister van Waterstaat doet mededeelingen UIT DE MEUBELMAKERS- INDUSTRIE Voorstellen, die bij de organisaties zullen worden verdedigd Vrijdag vergaderde te 's Gravenhage de com missie van vertegenwoordigers van werkgevers organisaties in de meubelmakers-, stoffeerders- en aanverwante bedrijven, met de vertegen woordigers der drie Werknemersorganisaties in deze bedrijven. Invoering van belasting op diesel olie nog niet urgent NED. VISSCHERIJ-CENTRALE DE ECHOPUT Onderscheid tusschen algemeen geldende principes en hun concrete toepassing Staat en maatschappij De regeering moet zich tot leiding geven bepalen Het kleinbedrijf Debatten GECOMB. REIZEN PER SCHIP EN PER VLIEGTUIG Onze zeehavens Er bestaat veel belangstelling voor PROEFVAART VAN NIEUWE SCHEPEN ST. JOZEFSPEEL HEET VOORTAAN VENHORST Voorstellen der commissie kunnen spoedig te gemoet worden gezien Noodzaak van wettelijke regeling niet gebleken LUCHTVAARTWET Wijziging treedt 1 Maart in werking Het volgende is ontleend aan de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inzake de Waterstaatsbegrooting 1936. Naar aanleiding van de opmerking van en kele leden, dat hoewel in den laatsten tijd eeni- ge verbetering valt waar te nemen het Werk fonds toch niet aan de daaromtrent gekoester de verwachtingen heeft beantwoord, wijst de minister er op, dat de technische en admini stratie-voorbereidingen van plannen voor eenigs- zins belangrijke werken steeds geruimen tijd vorderen, waarbij in aanmerking dient te wor den genomen, dat bij het Werkfonds juist zoo danige werken in behandeling worden genomen, welke zonder medewerking van dit fonds niet of eerst in de toekomst zouden kunnen tot stand komen, alzoo piannen, welke meestentijds slechts in een beginstadium van voorbereiding verkeeren en bovendien meei malen voordat zij voor verwezenlijking vatbaar zijn, grondig moe ten worden herzien. Intusschen neemt het aantal plannen, waar van de uitvoering ter hand kan worden ge nomen, regelmatig toe. zoodat tevens het aan tal arbeiders, dat te werk kan worden gesteld, stijgt. Hierbij dient niet uit het oog te worden verloren, dat een gedeelte van de werken ge durende den winter stil ligt en dat een aantal werken tot dusverre tot een totaal van rond j 2 millioen voltooid zijn. Verwacht mag worden, dat in den loop van 1935 het aantal tewerkgestelden belangrijk zal toenemen, aangezien geleidelijk het stadium bereikt zal zijn, dat de langdurige voorberei ding van vele plannen eëindigd wordt en de werken in de uitvoering zullen komen. Op het gebied van kanaalaanleg zijn in ver schillende provinciën belangrijke werken in uit voering, al dan niet met medewerking van het Werkfonds. De minister is blijkens zijn bereidverklaring in de Tweede Kamer om oortaan in gewone Rijkswatei taatsbestekken de sociale bepalin gen, die voorkomen in de collectieve arbeidsovereenkomst over te nemen h:'. Werkfonds zoovéél doenlijk tergemoetge- komen aan de door de Tweede Kamer aange nomen motie-Drop c.s. op 12 December 1934. Met verwijzing naar het dienaangaande reeds opgemerkte, acht hu het onder de tegenwoor dige omstandigheden niet raadzaam, ook de loonen in die bestekken voor te schrijven, zoo als eenige leden zouden wenschen. Het ligt in het voornemen van den minister zoo spoedig mogelijk de indiening van een nieuw wetsontwerp tegen lintbebouwing te bevorde ren, waartoe bereids een voorstel van een Staatscommissie voor de Waterstaatswetgeving is ingekomen. De vraag, of bij de verbetering van den IJsel een bocht bij Doesburg zal worden afgesneden, doelt vermoedelijk op kanalisatie van den IJsel, waaromtrent door den Rijkswaterstaat een onderzoek wordt ingesteld. In dit stadium van het onderzoek is deze vraag nog niet voor beantwoording vatbaar. Wat den aanleg van het afwateringskanaal door de Geldersche vallei betreft, welk werk voor rekt ing van de procinciën Utrecht en Gelderland en het Rijk vordt uitgevoerd, is het den ondergeteekende bekend, dat zijn ambtge noot van Landbouw en Visscherij, in samenwer king met de vereeniging tot behoud van Na tuurmonumenten in Nederland en de Stich ting „het Geldersche Landschap", pogingen in het werk stelt, om de lage terreinen in de om streken van Veenendaal, die wegens b'.'zonder natuurschoon belangwekkend zijn, zooveel mo gelijk in hun tegenwoordigen staat te behouden. De aangelegenheid van samenwerking tus- Sch dc verbinding van de onderscheidene elec- trische centrales, zoowel uit overweging van bezuiniging als van bedrijfsveiligheid, heeft de volle aandacht van den minister. Hij noodigde reeds deskundigen uit hem omtrent dit vraag stuk voor te lichten. De minister hoopt, na raadpleging van den Flectriciteitsraad, spoedig de indiening te kun nen bevorderen van een wetsontwerp, dat de noodzakelijkste regelingen met betrekking tot de electriciteitsvoorziening zal inhouden. Blijkens het rapport der Tweede Kamercom missie inzake Spoorhout, heeft deelneming in deze vennootschap geldelijk voordeel opge leverd, zooals uit het onderzoek is komen vast te staan. Het aan de Staten-Generaal toegezegde uit voerige uittreksel uit het rapport, dat oud minister Verschuur als resultaat van zijn op verzoek der regeering naar de mijnindustrie in Limburg ingestelde onderzoek aan haar heeft uitgebracht, zal naar de minister vertrouwt spoedig ter griffie van de beide Kamers ter inzage van de leden kunnen worden gelegd. De inlichtingen door eenige leden gevraagd om trent het resultaat van het onderzoek, inzon derheid omtrent verzuimdiensten en massa ontslagen, zal men in dat uittreksel aantreffen. Overweging van het instellen van een centraal verkoopkantoor heeft made geleid tot de op dracht aan den heer Verschuur, als middel, dat in beschouwing kan worden genomen tot ver lichting van de moeilijkheden, waarmede de mijnindustrie te kampen heeft. Vrijdagmiddag heeft de minister van Sociale Zaken, mr. M. Slingenberg een bezoek gebracht aan eenige werkverschaffingsobjecten in de provincie Friesland. Om 12 uur kwam Z.Exc. per trein te Wolvega aan in gezelschap van den heer Meyer de Vries, hoofdinspecteur van de werkverschaffing', waar beiden werden opgewacht door den inspecteur van de werkverschaffing in Friesland den heer J. J. G. S. Falkena, burgemeester van Heeren veen en mr. Maas, burgemeester van Weststel lingwerf. Per auto werd een deel van den weg, welke zal loopen van Wolvega naar Lemmer, in oogenschouw genomen. Via Heerenveen, waar de minister ten huize van burgemeester Falkena de lunch gebruikte, reed mr. Slingenberg naar Leeuwarden, waar hij in den laten middag door het hjjschen van de Nederlandsche driekleur een nieuw werkver- schaffingsobject aan den mr. P. J. Troelstraweg zal openstellen. Het is een terrein, groot 64 H.A., dat geschikt zal worden gemaakt voor vliegterrein. Vooraf had een samenkomst op het stad huis plaats in tegenwoordigheid van R. en W., den Raad, Ged. Staten, het bureau van de Kamer van Koophandel en het bestuur der Frifische Luchtvaartvereeniging. N. Z. Voorburgwal b. h. Spui, Amsterdam. PLATS DU JOUR EN LA CARTE Blijkens de Memorie van Antwoord in zake de begrooting van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen voor 1936, zal de minister zich beijveren om, met inacht- nemen van de groote volksbelangen, die met het onderwijs gemoeid zijn, het zijne te doen om het eindcijfer zijner begrooting te doen dalen. Verwacht kan worden, dat door de ge troffen bezuinigingsmaatregelen het eind cijfer der Onderwijsbegrooting in de ko mende jaren niet onaanzienlijk zal dalen. Bij onderzoek is den minister gebleken, dat op enkele openbare ulo-scholen te Utrecht volksliederen als de Marseillaise, het Deutsch- land-lied en „God save the King" worden be handeld en gezongen. Met waardeering voor de Fransche revolutie en het bolsjewisme heeft dit uiteraard niet van doen. Dat de Staat zorge voor opvoeding door na tionaal voelende onderwijzers, is ook naar de overtuiging van den minister eisch. Maar hij verzet zich met kiem tegen de stelling, dat na het verlaten van de school de opvoeding tot Staatsburger door den Staat moet worden voortgezet in ééne nationale jeugdvereeniging. De vraag, of de weg AmsterdamLaren (N.- rf.) in afwijking van den oorspronkelijken op zet zal worden voorzien van één hoofdrijbaan met vier verkeersbanen, in plaats van met twee gescheiden rijbanen elk met twee verkeers banen, wordt nog nader onderzocht, deelt de minister van Waterstaat aan de Eerste Ka mer mede. De voorbereiding van den aanleg van een proef verlichting op den Rijksweg Amster dam—Haarlem heeft eenigen tijd gevorderd, omdat het hier een eerste geval betrof, en het te verlichten wegvak in twee stroomleve- ringsgebieden valt. Over de vraag, of het wenschelijk is den Rijksweg 's GravenhageRotterdam van een verlichting te voorzien, zal de minister zich eerst kunnen uitspreken, wanneer de proefver- lichting op den weg HaarlemAmsterdam is aangelegd en eenigen tijd in werking is ge weest. i De oneffenheden in de verhardingen van sommige nieuwe wegen, o.a. van enkele deelen van den weg AmsterdamLaren (N.-H.) zijn een gevolg van den slappen ondergrond, waar op deze wegen moesten worden aangelegd. Ook bij zorgvuldigen aanleg en scherp toezicht kan niet altijd worden vermeden, dat op sommige plaatsen het samenpersen van den slappen on dergrond door het zandlichaam van den nieu wen weg nog geruimen tijd na den aanleg van den weg voortduurt. Het onderzoek betreffende de combinatie van het tracé van de nieuw aan te leggen wegen AmsterdamUtrecht en Amsterdam-Bode graven is nagenoeg voltooid. Dat met den aanleg van den weg 's Graven hageUtrecht wordt getalmd, kan de minister niet toegeven. Het ligt in het voornemen den wegaanleg zoo spoedig mogelijk als technisch en finan cieel uitvoerbaar zal zijn te voltooien. De gel den worden thans uit het Werkfonds beschik baar gesteld. Een onderzoek naar de wenschelijkheid van den aanleg van rijwielpaden langs vakken van den doorgaanden weg Utrecht's Hertogen bosch is nog gaande. Alleen voor het wegvak UtrechtVianen werd bepaald, dat geen rijwielpaden zullen worden aangelegd. De onderhandelaars verklaarden zich bereid in de daarvoor in aanmerking komende in stanties hunner organisaties het volgende te verdedigen: De loonen van alle onder de collectieve ar beidsovereenkomst vallende werknemers (-sters) worden met twee cent per uur verlaagd met uitzondering van die van de groepen beeldhou wers, ornamentisten, polychromeurs, figuristen, figuurschilders, aankomende figuristen en ove rige hout- en steenbewerkers in het kerkwerk- bedrijf, alsmede van de behangers en bedden makers. De loonen van deze groepen worden dus niet verlaagd. Artikel 12 der collectieve arbeidsovereenkomst zal in dier voege gewijzigd worden, dat bij werken, buiten de gemeente, de tijd voor het gaan naar en het terugkeeren van het karwei niet in het gewone uurloon, maar met het halve uurloon zal worden betaald, voor zoover het overuren betreft. Er zal een commissie van drie vertegenwoor digers van werkgeverszijde en drie vertegen woordigers van werknemerszijde worden be noemd, die voorstellen zal doen met betrek king tot de regeling van de vacantie en de uitbetaling van het loon op Christelijke feest dagen. Alle overige bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst zullen voor den duur van een jaar worden gecontinueerd, met dien ver stande, dat de bestaande overeenkomst tot 14 Maart van kracht zal blijven en de nieuwe op 16 Maart zal ingaan. In de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer betreffende de begrooting van het Ver- keersfonds voor 1936 wordt medegedeeld, dat het bedrag, dat uit het Werkfonds voor de wegen zal worden besteed, nog niet met juist heid kan worden vastgesteld. In totaal werd voor den wegenbouw rond 18.500.000 aangevraagd. Vermoedelijk zullen dit jaar verdere aanvragen tot ten minste 4 millioen worden ingezonden. Het is nimmer de bedoeling geweest, dat het Rijk den afkoop van tollen geheel of vrijwel geheel te zijnen laste zou nemen. Het Rijk moet achterblijven, nu ook van initiatief van betrokken streken niet veel verwacht kan worden. Ingrijpende wijziging van het Motor- en Rij wielreglement kan spoedig tegemoet worden gezien. Voorstellen ten aanzien van personen- en goederenvervoer zijn binnenkort te wachten. Er zijn geen redenen, de diensttijden van het spoorwegpersoneel te bekorten. De spoorwegen hebben na zorgvuldig onder zoek van onderscheidene methoden van auto matische beveiliging een dergelijke beveiliging uitgewerkt, welke voorloopig bij wijze van proef, bij een onbewaakten overweg in een Rijksweg tot uitvoering zal komen. Valt deze proef gunstig uit, dan zal de beveiliging bij de overwegen in wegen met druk autoverkeer wor den aangebracht. Voor verbetering van de aanduiding van on bewaakte overwegen en voor vergrooting van de zgn. uitzichtnormen is geen aanleiding; be zwaren tegen een derde koplicht worden onder zocht. Electrificatie van lijnen in het midden des lands is in overweging. In 1935 hebben de lasten op het motorver- keer naar raming ongeveer 58 millioen be dragen. Het gebruik van dieselmotoren in automobie len schijnt nog niet in zoodanige mate doorge drongen, dat invoering van een belasting op dieselolie thans urgent is te achten. Deze aan gelegenheid heeft evenwel de aandacht der Regeering. De Minister van Landbouw en Visscherij heeft met ingang van 1 Maart 1923 benoemd tot direc teur van de Nederlandsche Visscherü-Centrale, te 's-Grawenhage, W. J. Janssens, inspecteur der Visscherijen in 't eerste district 's-Gravenhage. Voorts is met ingang van 15 Maart op zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid en secre taris dier Stichting, aan den heer S. de Hoo, en is als zoodanig benoemd, de heer D. J. van Dijk, assistent van den directeur van het Staatsvis- schershavenbedrijf te IJmuiden. 11 1111111 llllltllllg Het Kroondomein zal den Echoput aan den Amersfoortscheweg te Apeldoorn, die sinds Juli van het vorige jaar door verandering van de ex ploitatie gesloten is geweest, tegen Mei a.s. weer voor het publiek openstellen. De omgeving' zal dan echter geheel veranderd zijn. We zijn het er wel over eens: Het leven is geen geintje, Hoe of je 't ook bekijken mag, Zijn stroppen brengt het eiken dag I En meelij heeft 't geen greintje! Zoo tegen 't midden van de maand i Moet j' al op 't einde hopen We weten er toch alles van, Het valt niet mee om d'eindjes dan i Nog aan elkaar te knoopen! Je denkt: je hebt een korte maand, 't Is eind'lijk Februari, Maar nee, meneer, dat dacht je maar Nu is 't ineens weer schrikkeljaar, 1 Die korte maand't is larie! Wie dat toch uitgevonden heeft? Dien moest de duivel halen! 1 Het is een reuzen strop voor mij, Zoo'n onverwachte dag er bij, Want wie zal dat betalen?! HERMAN KRAMER hiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiMiiiiiiiiiiiiiiiimiiiMiiiiiiiiiiiii^ In Abessinië moet dikwijls het water in waterzakken op lastdieren van verre worden aangevoerd. Onze foto toont duidelijk hoe primitief deze voorziening geschiedt DEN BOSCH, 29 Februari 1936. In de kleine zaal van het Casino, die langs de wanden is opgesierd met krach tige frissche spreuken, kwam hedenmor gen, nadat in de Sacramentskapel van St. Jan een H. Mis was opgedragen voor de leden der partij, opnieuw de Partijraad bijeen onder voorzitterschap van mr. C. Goseling. Aan de orde was de behandeling van het ontwerp-beginselprogram, dat vóór de be handeling door de afgevaardigden kort werd toegelicht door prof. J. B. KORS, hoogleeraar aan de R.K. Universiteit te Nijmegen. Men heeft, zoo ving de hooggeleerde spreker zijn betoog aan, tegen dit program ingebracht, dat het niet door andere instanties, met name door de hoogste kerkelijke autoriteiten van het land, werd vastgesteld. De bron der katholieke staatkundige begin selen echter is niet alleen Gods Woord en de leeringen der doctores ecclesiae, doch ook het natuurlijk wijsgeerig denken, dat haar uitkom sten kan toetsen aan de geopenbaarde waar heid, en daardoor gewaarboigd blijft tegenover de dwalingen. Hoewel dus niet al wat de beginselverklaring bevat letterlijk aan de H. Schrift ofzelfs aan de encyclieken is ontleend, kan men het toch aanduiden als een katholiek program, omdat het de uiting is van de algemeen staatkundige overtuiging, die onder de katholieken van Ne derland heerscht en die kan worden afgeleid door het natuurlijk verstand, getoetst aan de waarheid van het geloof. Dat intusschen niet al onze beginselen vol ledig tot uiting worden gebracht, is geen ver bastering van onze leer. Het kan overbodig of inopportuun, zelfs onjuist zijn, alles tot in zijn uiterste consequenties door te trekken. De prudentia politica die zelf niet in het program thuis hoort, omdat zij een subjectieve geestesgesteldheid van den politicus is ge- In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inzake de begrooting van Handel, Nijverheid en Scheepvaart voor 1936 wijst de Minister erop, dat. teneinde herstel van de welvaart te bereiken, naar 't oordeel der Regeering, niet de weg van re organisatie van het geheel der ondernemin gen tot publiekrechtelijke bedrijfsschappen dient te worden ingeslagen, doch dat de taak der Regeering hier veeleer slechts kan bestaan in het vastleggen van en leiding geven aan wat uit het bedrijfsleven zelf aan ordenrngsstreven zich aandient. Gelijk uit de indiening van het ontwerp van wet „houdende tijdelijke maatregelen betref fende de mechanisatie in de sigarenindustrie" blijkt, is de Regeering niet blind voor de ge volgen, welke de steeds toenemende mechani satie onder omstandigheden kan hebben voor de werkloosheid. Men bedenke echter, dat de Nederlandsche nijverheid een deel is der we reldindustrie. Zij moet dus technisch tenmin ste op hetzelfde niveau staan als deze, wil zij blijven kunnen concurreeren. Het vraagstuk der beperking van het aantal punten, van waaruit de goederen worden ge distribueerd, zal als zoodanig ter sprake ko men, zoodra het wetsontwerp inzake vestigings- eischen voor het kleinbedrijf aan de orde komt. Het ligt in de bedoeling van den Minister bij die gelegenheid op dit vraagstuk nader in te gaan. De indiening van dit wetsontwerp kan binnenkort worden verwacht. Ten a.anzien van de taak van de locale Over- biedt b.v. zeker niet, zooals een criticus in de zen tijd meent te moeten eischen, in het pro gram te verklaren, dat wij andersdenkenden niet naast ons zouden dulden. Het program maakt onderscheid tusschen de beginselen en de richtlijnen. De beginselen zijn algemeen geldend; voor iederen Staat, voor den Staat van heden zoo wel als voor dien van de toekomst. De richt lijnen daarentegen vormen de concrete toepas sing der beginselen op den Nedierlandschen Staat en de politieke constellatie van dit tijds gewricht. De volle nadruk van dit program valt op de bepaling van het staatsdoel. Voor den staat is, evenals voor al te andere dingen, het doel het groote bepalende element. Dat doel is het algemeen welzijn. Niet het welzijn van enkele menschen, of van een groep van menschen, ook niet een bepaald belang, een bepaald welzijn. De partij moet in deze be ginselen een krachtigen leidraad hebben voor de toekomst en in de richtlijnen een toepassing voor het heden. Bij de debatten wijst Prof. BARGE uit Lei den op de mogelijkheid, dat men den eersten zin van het program zou misverstaan. Deze zin luidt: ,,De Staat is een maatschappij." Ware het niet beter te zeggen, dat de Staat een gemeenschap is, om alle misverstanden omtrent het begrip maatschappij te voorkomen? Voorts meent prof. Barge, dat de Staat meer gepersonifieerd wordt dan noodzakelijk is, om dat in de beginselen wordt gezegd, dat de Staat aan Gods goedheid tallooze gaven dankt. Prof. KORS acht het gebruik van dfen term maatschappij geen bezwaar; integendeel, deze term zit vast aan de klassieke definitie, waar naar wij dus steeds kunnen teruggrijpen. Voorts wijst spr. erop, dat Leo XIII in een Zijner encyclieken den Staat personifieert door hem den plicht op te leggen tot dankbaarheid jegens God. Prof. AALBERSE sluit zich aan bij het be toog van prof. Kors. Een amendement-Amsterdam nopens de Staatstaak wordt na eenige discussie, waaraan o.a. wordt deelgenomen door prof. Romme, mr. dr. Witteman en prof. Aalberse, verworpen. De vergadering duurt voort. heid bij de ordening zij opgemerkt, dat de or dening in den zin, zooals deze door de Regee ring wordt voorgestaan, door de Landsoverheid dient te geschieden. De Minister is zich ervan bewust, dat systematische industrialisatie een grondige voorbereiding vordert en dat de resul taten hiervan niet aanstonds aan den dag treden. In het bijzonder, zoolang de organisatie van het economisch technologisch onderzoek nog in een beginstadium verkeert, is het niet mogelijk een groot aantal concrete plannen naar voren te brengen. Wel stelt de Minister er prijs op de verzekering te geven, dat het niet in de bedoe ling ligt, met gelden uit 's Rijks schatkist te streven naar werkverplaatsing. De export naar Italië kan nq, 17 November nog slechts plaats hebben onder beding van betaling in vrije deviezen, waarbij met het oog op de credietsanctie contante betaling moet plaats vinden. In aanmerking genomen de zwakke deviezenpositie van Italië, mag worden aangenomen, dat slechts export van bepaalde artikelen en op bescheiden schaal mogelijk zal zijn. Mochten in bepaalde gevallen de omstandig heden zoo zijn, dat b.v. door monopolies of monopolistische posities in binnen- of buiten land inderdaad het gevaar aanwezig is van onredelijke prijsverhooging of prijshandhaving, zoo staan den Minister middelen ten dienste om den betrokkenen eischen te stellen betref fende de maximumprijzen. De Regeering heeft een open oog voor de belangen van de nationale zeehavens; zij ziet de moeilijkheden, waarmede ook de gemeente besturen van onze zeehavensteden, mede ook tengevolge van de economische crisis, hebben te kampen, geenszins over het hoofd. Zij meent echter haar standpunt te moeten handhaven, dat de ongetwijfeld noodzakelijke verlaging der haven- en kadegelden en andere plaatskos- ten in de eerste plaats een onderwerp van gemeentezorg uitmaakt. Het vraagstuk van de verbinding tusschen Amsterdam en Zuid-Amerika verkeert in een zoodanig stadium, dat de oplossing daarvan binnenkort kan worden tegemoet gezien. In Mei 1935 hebben een aantal Nederlandsche en Britsche scheepvaart en luchtvaartmaat schappijen zich in beginsel vereenigd tot de z.g. Air and Sea Interchange Group. Het be trof hier een uitbreiding van de reeds bestaan de Sea Interchange, waarbij Nederlandsche en Britsche scheepvaartmaatschappijen over en weer elkanders biljetten als geldig op eigen lijnen aanvaarden. Nu ook de Britsche en de Nederlandsche luchtverkeersmaatschappijen in de groep zijn opgenomen, is voor wat de vaart op Azië, Afrika en Australië betreft, een zeer nauwe samenwerking tusschen luchtvaart en scheepvaart ontstaan. De reiziger zal, door aan passing van de tarieven, afwisselend per boot en per vliegtuig kunnen reizen en daarbij ge bruik maken van de vervoermiddelen van ver schillende maatschappijen. Sedert Mei 1935 is van deze geboden gelegenheid reeds herhaal delijk gebruik gemaakt. Op den 12en en 13en Februari 1936 heeft te Londen opnieuw een conferentie tusschen de betrokken maatschappijen plaats gehad, welke tot een definitieve overeenkomst geleid heeft. Van Nederlandsche zijde waren hierbij ver tegenwoordigd: Holland-Afrika lijn, Java-China- Japan lijn, Koninklijke Paketvaart Maatschap pij, Maatschappij Nederland, Rotterdamsche Lloyd en als eenige luchtvaartmaatschappij: de K.L.M.; van Britsche zijde Imperial Airways en 25 Engelsche scheepvaartmaatschappijen, o.a. Blue Funnel Line, de P. O., de British India Steamship Navigation Company, Canadian Paci fic Line, Oriënt Steam Navigation Company, enz. Van de twee vracht-motorschepen, welke voor de Kon. Ned. Stoomb. Mij. te Amsterdam, op de Scheepsbouwwerf Gebr. Pot te Bolnes werden gebouwd, zal de „Clio" 6 Maart op den N. Waterweg proefvaren en indien het weer gunstig is, denzelfden dag naar Amsterdam vertrekken. De „Clio" is bestemd voor de kustvaart in W. Indië, doch zal vooraf eenige korte reizen maken, n.l. van Amsterdam op Bordeaux. Het zusterschip „Ino", voor den zelfden dienst bestemd, zal drie weken na de „Clio" proefvaren. In de vergadering van den gemeenteraad van Boekei is op verzoek van hoogere instan ties besloten den naam van het in 1932 ge stichte streekplandorp St. Jozefspeel te wijzi gen in Venhorst. De oude naam gaf om verschillende, vooral postale, redenen aaanleiding tot allerlei stag natie, zeer ten nadeele van de bevolking. Aan de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer over de begrooting van het Verkeers- fonds 1936 is nog het volgende ontleend. De door verscheidene leden geuite twijfel, of het groote tekort, waartoe de exploitatie heeft geleid, op den duur zal kunnen worden wegge werkt, is stellig gerechtvaardigd, indien dit uit sluitend door bezuinigingsmaatregelen moet worden verkregen. Daarvoor is tevens opleving van het vervoer onmisbaar. De minister meent thans niet nader te moe ten ingaan op de beschouwingen omtrent de financieele positie van de Nederlandsche Spoor wegen. Een commissie is thans met haar arbeid zoover gevorderd, dat voorstellen spoedig kunnen worden tegemoet gezien, welke de minister eerlang aan de Staten-Generaal hoopt te kunnen voorleggen. De minister sluit zich aan bij de leden, die spoorwegen in Nederland vooralsnog onmisbaar achten, en geeft toe, dat op het gebied van verbetering en modemiseering van het mate rieel nog het noodige te doen valt. Toch dient te worden erkend, dat het bedrijf, niettegen staande de groote moeilijkheden, waarmede het te kampen heeft, inderdaad allerminst het beeld van een ten doode opgeschreven onder neming vertoont. De twijfel van vele leden of bij de exploitatie van de Nederlandsche Spoorwegen voldoende wordt gerekend met de belangen van de Ne derlandsche havens, heeft geen goeden grond. De Nederlandsche Spoorwegen hebben reeds ja renlang voor het vervoer van en naar de Ne derlandsche havens naar en van het buitenland sterk verlaagde transito-tarieven toegepast, ter wijl zij bovendien op die tarieven voor vervoe ren van grooten omvang nog zeer aanmerke lijke reducties verleenen. Ten aanzien van het spellingvraagstuk geeft de Minister in de Memorie van antwoord aan de Eerste Kamer een schets van zijn beleid, waarbij hij er op wijst, dat hij bij zijn optre den een toestand vond, die in geen geval zou kunnen worden bestendigd. Immers schrijft de Regeering een bepaalde spelling voor, die op examens gevolgd moet worden en vraagt zij tegelijk van diegenen, die in Overheidsdienst werkzaam zijn of wellicht mede op grond' van een wei-geslaagd examen rin haar dienst treden, het gebruik van een andere spelling. De spelling 1934 zal, hetzij niet voor examens moeten zijn voorgeschreven, hetzij ook weldra door de Regeering moeten worden gevolgd. Tot den eerstbedoelden maatregel heeft de minister het initiatief niet genomen, met na me op economische gronden. Uit de nota's van de in overeenstemming met de Belgische Re geering benoemde Commissie-van Haeringan, die uit taalkundigen bestaat, blijkt, dat volgens dezen de overgroote meerderheid der tot nog tce mannelijke woorden dit geslacht verliezen; de voornaamwoordelijke aanduiding wordt dan niet meer beslist door het geslacht; de keuze wordt voortaan bepaald door traditie, persoon lijke vrijheid en persoonlijk inzicht. Zoo zal het zuiver Nederlandsch zijn om te schrijven: „ik spreek over de leeuw als over de koning der dieren" en deze koe wordt verkocht, hij geeft geen melk" en „de poes met zijn groene oogen"; zij het ook, dat te dezer zake in Zuid-Nederland een ander ge bruik zal blijven beheerschen dan in Noord- Nederland. Op voorstel van den minister heeft de Minis terraad uitgesproken, dat deze nota's in geen geval kunnen worden aanvaard. Daartoe drijft drieërlei overweging; ten eerste wordt aldus de taal geschonden; ten tweede wordt het verschil tusschen het gebruik der Nederlandsche taal in Noord en Zuid vergroot, inplaats van ver kleind; ten derde worden tuchteloosheid en slordigheid bij de leerlingen aangekweekt, indien zij voor het gebruik hunner taal zich niet naar regels moeten richten, doch zich door per soonlijk inzicht of persoonlijke vrijheid mogen laten leiden. Aan de Belgische Regeering is van deze be slissing kennis gegeven en voorgesteld, onver wijld uit de opdracht aan de Commissie-Van Haeringan de samenstelling van een woorden lijst en de bemoeienis met de voornaamwoorde lijke aanduidingen te doen vervallen. Een ant woord is nog niet ontvangen. Het is echter volledig uitgesloten, dat na de ontvangen nota's, die duidelijk aangeven, tot welke gevolgen een deel der spelling regels leiden kan, de nieuwe spelling onder verantwoordlijkheid van den minister over de geheele linie zal worden ingevoerd. De noodzaak van een wettelijke regeling der spelling is voorshands den minister niet gebleken; evenmin de noodzaak om de aanschrijving van zijn ambtsvoorganger aan de onderwijs-inspecteurs inzake de spelling in het huidig stadium in te trekken. Jh Bij K.B. van 11 Februari 1936 is bepaald, dat de wet van 12 December 1935 tot wijziging van de Luchtvaartwet 1 Maart as, in werking treedt. Op dien datum treedt mede in werking het Koninklijk Besluit van 27 Januari 1936, tot wijziging van de Regeling Toezicht Luchtvaart. Dit K.B. strekt in hoofdzaak om de Regeling Toezicht Luchtvaart in overeenstemming te brengen met de nieuwe voorschriften, vervat in de bovengenoemde wet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 9