Brood en steenen Het dagelij ksch brandgevaar is groot! I HET EEUWFEEST DER HEIDELBERG ER professoren; liever uit een ander OUDE WAARSCHUWINGEN NOGMAALS HERHAALD NA OPHEFFING VAN HET NAT. CRISISCOMITÉ ZONDAG 8 MAART 1936 LEEKEPREEKEN De Ned. Jaarbeurs te Utrecht Fdciliteiten voor importeurs Storing in de radio- omroep-ontvangst Eenige verboden toestellen in Twente in beslag genomen Gouverneur Kielstra Onder alle omstandigheden zij men uiterst voorzichtig met licht en vuur Eenige overdrijving kan niet schaden Advies der Ned. Ver. voor Armen zorg en Weldadigheid vastgesteld De naturalisatie van Mannheimer Tweede Kamer vraagt inlichtingen JAAP VAN DER POLL Uit directie De Boer-Van Rijk- Ensemble M. S. „Clio" Lezer, hoe oud zyt gij? Kunt ge U den vooroorlogschen tijd nog herinneren? Wanneer gij dien intens en als vol wassene hebt meegeleefd, dan zijt gij ook in steat om zelfstandig een vergelijking tusschen Wee geheel verschillende perioden in de ge schiedenis te maken. Zoo niet, dan zult ge allicht in uw naaste omgeving zóóveel over goede jaren van het laatst der vorige en het begin van deze eeuw gehoord hebben, dat =e de waarheid van wat hier volgen gaat teetsen kunt. Er zijn tientallen punten van verschil tus schen dezen tijd en het tijdperk van dertig, veertig jaar geleden, aan te wijzen. Er is de snelheid van het verkeer, de ontwikkeling van te luchtvaart, de film en de radio, tal van terschijnselen, welke met de evolutie van de 'cchniek samenhangen en welke van grooten hivloed op ons maatschappelijk leven zijn ge weest. Toch hebben deze alle te zamen geen Principieel verschil in het leven van toen en 'hans veroorzaakt. Het verschil ligt hier: ons Geslacht en speciaal het nieuw opkomende, heeft een totaal anderen levensstijl, een ge heel andere mentaliteit dan dat van de vo- hge periode. Welke factoren hebben daartoe het meest bijgedragen? Er heeft een ontzag lijke en zeer snelle verschuiving van kapitaal Plaats gehad. Binnen weinige jaren heeft men Schatrijke en deftige families straatarm, daar tegen onbekende, eenvoudige lieden bezit ters van groote fabrieken en handelsonderne mingen zien worden of vooraanstaande plaat sen in de geldwereld zien veroveren. En die Wenteling van de fortuin heeft niet eenmaal, h-m. bij het uitbreken van den grooten oorlog Plaats gehad, maar wij hebben in de laatste Wintig jaren eenige malen bij heftige ups ahd downs van oorlogsschaarschte en oorlogs winsten, van financieele en economische crises het rad van fortuin snelle omwentelingen zien maken. Ten slotte is er gekomen een akelige stilte, waarbij' wij een chaos over heel de we- feld te zien kregen met tegenover elkander '°t de tanden gewapende in plaats van met Elkaar samenwerkende volkeren; met een °vervloed aan bodem- en industrieele produc ten, waarvoor geen afzet is te vinden; met Ccn steeds aangroeiend leger van werkloozen; met een nieuw opkomend geslacht, waarvoor ®6sn levensuitzicht is. En ziehier nu het principieele verschil met hezen tijd en een vroegeren: als regel kon het 'even van den man in een vroegere tijdsperiode elclus geteekend worden: na de schooljaren °f den verderen studietijd kiest hij een vak beroep; hij trouwt en werkt voor zijn da- Selijksch brood. Met alle wisselvalligheden, Selukskanspn, ziekten en ongelukken, welke hh eenmaal aan 'smenschen lot verbonden Pijn, was er vroeger in het leven van de over- Broote meerderheid van de menschen een teste lijn; er was een gevoel van zekerheid veiligheid. Daarvoor nu is de onzekerheid te de plaats gekomen; er valt voor den jonge man geen beroep meer te kiezen; 't is een l°t uit de loterij, wanneer hij bij geluk on verschillig welk „baantje" krijgt. Er valt voor ten meisje niet op een huwelijk te rekenen, Wanneer zij den huwbaren leeftijd bereikt heeft: haar kansen staan slecht. En wie in he wereld een positie veroverd heeft voelt zich evenmin zeker. Alles wankelt; ontelbare zaken Weten niet hoe van de eene maand in de an- here te komen; de perspectieven zijn en blijven s'echt en daarmee voelen allen, die er bij be rokken zijn, hun bestaan onveilig. Het ge hele leven is één groote loterij geworden. En hie onzekerheid heeft sterk ingewerkt op de mentaliteit van dit geslacht. Er is een uiter lijke onverschilligheid waar te nemen voor de h'hgen, die vroeger als de pijlers van het maat schappelijk leven werden beschouwd: voor huis eh gezin, voor huwelijk en openbare orde, voor h®t bestuur van stad en staat. Men heeft van he laatste groote omwenteling zoovelen zien Pfofiteeren. Zou het zoo erg zijn, wanneer de Seheele wereld maar weer eens door een hef- hge catastrofe door elkaar werd geschud? Te Verliezen hebben wij weinig of niets; wellicht maken wij een goede kans! Er is in het onzekere leven van onzen tijd ten element van speculatie gekomen; de zin v°0r orde, zelfs de zoo wenschelijke liefde voor hen vrede dreigt daarmee verloren te gaan. kostbare goederen worden verwaarloosd: al Wat vorige geslachten aan kunst, kennis en Wetenschap hebben opgestapeld vindt weinig et geen bewondering bij een opkomend ge- s'acht, dat in deze bevruchtende traditie geen aanknoopingspunten vindt met het heden en haarom zelf geen nieuwe beschaving vormt, Welke op haar beurt weer aan volgende ge slachten kan worden overgedragen. Er is een stremming in het normale geestelijke verkeer van landgenooten en van volkeren onderling. Slechts het tijdelijke, het direct grijpbare heeft belangstellingde jeugd vraagt naar daden en hog eens daden; met tradities, met theorieën, met geestelijke stroomingen hoeft zij wai- big op. In zulk een wereld heeft 'smenschen doods vijand, de satan, vrij spel. De verwatene, die hen Messias in de woestijn dorst opzoeken, beeft gemakkelijk werk met de zoo zeer op het aardsche gerichte, onevenwichtige zielen van °hs geslacht. Wat praten mooie, oude boeken en buiten de wereld levende priesters en kloos terlingen u over God en godsdienst, over boete en versterving, over zelfverloochening en naas tenliefde! Er is iets anders, iets eerder noodig te het menschenleven. Wanneer er een algoede Qod bestaat, die onze Vader wil zijn, die door ons gediend wil worden, laat hij dan eerst Zelf of door zijn dienaren zorgen, dat er geen honger wordt geleden door de massa; dat mil joenen krachtige jongemannen in de wereld met eerlijk werken in hun eigen onderhoud bunnen voorzien en wat levensvreugde kun nen genieten in plaats van het eeuwige niets hoen met een sombere toekomst in het ver- 'chiet. Zoo waart de satan rond met nog steeds de °Ude verleiding: zeg, dat deze steenen brood Worden! En het antwoord van Christus, thans hoor den mond van Zijn Kerk, is nog steeds: de mensch leeft niet van brood alleen! De menschheid heeft haar tijd gehad; enkele tientallen jaren geleden nog was er rust en welvaart. Werd die voorspoed gewaardeerd? Kon men toen spreken van een algemeen gods verlangen, van een rein en godsdienstig leven, zoowel in 't openbaar als in besloten kring? Wij weten wel beter! De groote botsingen welke tot een wereldramp werden, ztfn uit het egoïsme, uit de zucht naar altijd meer van de massa en de heersch- en hebzucht van haar leiders voortgekomen. Om de zonde van Adam moest het geheele menschengeslacht boeten, zooals de kinderen soms tot in het vierde geslacht de gevolgen van de zonden der ouders dragen. Wanneer éên het huis in brand steekt loopen alle huisgenooten gevaar; wan neer één de bronnen vergiftigt, sterven allen die van het water drinken. Er is geen redding mogelijk bij tooverslag, maar door verandering van mentaliteit. Als het nieuwe geslacht iets van het oude te lee- ren heeft dan is het wel dit, dat het ware geluk niet te vinden is in het wonder, waar bij steenen in brood veranderd worden. De wereld heeft het geprobeerd: jarenlang klonk het wachtwoord: zeg, dat deze steenen fa brieken worden; zeg, dat dit ijzer tot machi nes wordt omgetooverd; zeg, dat deze ruwe stoffen afgewerkte produoten worden. Met koortsachtigen ijver werden alle natuurkrach ten aangewend om er koopwaar van te maken; niet om in redelijke behoeften te voorzien, niet om in edelen ijver elkander te dienen, maar om in naijver elkaar te verdringen en te over troeven teneinde geld op te stapelen en door geldmacht te heerschen. Daartegen klinkt Christus' woord: de mensch leeft niet van brood alleen. Wij moeten zij hét door de zwaarten van deze tijden heen leeren begrijpen, dat wij gelukzoekers zijn m anderen, in beteren zin; dat de aarde in Adam gevloekt is, dat het levensgeluk hier op aarde slechts in gestagen arbeid te vin den is, welke tot doel heeft elkander nuttig te zijn en niet om winstbejag, waarbij de arbeid tot middel verlaagd wordt; en uiteindelijk, dat het spaarzame levensgeluk hier nooit duurzaam en bestendig kan zijn omdat wij ten slotte leven van alle woord, dat uit Gods mond voort komt; omdat, wij met andere woorden voor een hooger geluk bestemd zijn. Dat is het antwoord, hetwelk ook ditge slacht aan den grooten verleider zal moeten geven, wanneer hij* inblaast tot opstandigheid en tot den eisch: zeg, dat deze steenen brood worden! Wanneer deze opvatting weer de alge- meene mentaliteit wordt: „wij leven niet van brood alleen, maar vertrouwen op Gods woord," dan zal het geluk dagen voor een betere sa menleving. LIBRA De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor 's-Gravenhage vestigt de aandacht van im porteurs op het navolgende: Op de 34ste Nederlandsche Jaarbeurs te Utrecht (10—19 Maart 1936) zullen in Neder land gevestigde, in het Handelsregister inge schreven importeurs, die bij het Crisis Invoer Bureau als zoodang bekend zijn, zich kunnen vergewissen of zij voor ter Jaarbeurs te plaat sen orders bij aldaar vertegenwoordigde, in het buitenland gevestigde firma's, t.z.t. bij zondere toewijzingen kunnen verkrijgen. Om voor een toezegging in aanmerking te komen, dient de importeur aan het navolgende te voldoen: Alvorens een order af »te sluiten, een aan vrage op het daartoe bestemde formulier in te dienen bij de vertegenwoordigers van het Crisis Invoer Bureau (Jaarbeursgebouw, kamer 1139, 1ste verdieping), uit welke, behalve de aard, de waarde der in te voeren goederen en/of het brutogewicht enz., ook de leverings datum blijken moet. Indien in verband met den stand van het desbetreffende contingent enz. aan deze aan vrage verder gevolg kan worden gegeven, wordt het aanvraagformulier, voorzien van een be paalden geldigheidsduur (max. 4 uur) aan den importeur teruggegeven. Na tot stand komen van de order aan het Jaarbeurrbestuur de ordercopie over te leggen, hetwelk deze, zoomede het hierboven genoem de formulier, van 'n stempel zal voorzien. Bin nen den op het genoemde formulier gestelden tijd dient men ordercopie enz. wederom bij de vertegenwoordigers van het Crisis Invoer Bu reau in te leveren, waarna bij accoordverkla- ring een toezegging voor een bijzondere toe wijzing zal worden verleend. Buiten bovenom schreven toezeggingen zullen door de ver tegenwoordigers van het Crisis Invoer Bureau geen bijzondere toewijzingen of toezeggingen worden verleend. De vertegenwoordigers van het C. I. B. zullen bereid zijn algemeene inlichtingen over de contingenteeringsmaatregelen te verstrekken, indien de werkzaamheden zulks toelaten. De Rijksradiocontroledienst heeft in samen werking met de marechaussee en den inspec teur der invoerrechten te Almelo een onderzoek ingesteld langs de grens in Twente naar de aanwezigheid van stralende omroepontvangtoe- stellen Dit zijn de ontvangtoestellen welke de z.g. „Mexicaansche hond" veroorzaken. In Duitschland zijn deze toestellen in grooten getale in gebruik, doch in ons land is met het oog op de storingen het gebruik verboden krach tens art. 64 sub 3 van het radioreglement. Te Hardenberg werden 2, te Ommen 3 en te Almelo 3 toestellen in beslag genomen. I 9 99 Naar wij vernemen is het vertrek van den gouverneur van Suriname, prof. Kielstra, die eenigen tijd met verlof in ons land heeft ver toefd, vastgesteld op 27 Maart met de „Cot- tica". Wat moeten wij wel en wat niet doen om brand te voorkomen? Deze vraag is in woord en geschrift reeds zoo dikwijls beantwoord, dat men het als overbodig zou kunnen be schouwen daar nog eens op terug te komen, ware het niet dat de prak tijk maar al te zeer bewijst, dat men hiervoor nooit genoeg waar schuwen kan. Het zou ons binnen het betrekkelijk korte bestek dezer artikelenreeks te ver voeren om de talloos vele mo gelijkheden voor het ontstaan van brand stuk voor stuk te bespreken. Wij moeten ons daarom bepalen tot de voornaamste van die, welke zich in het gewone dagelij ksche leven, in ieder huishouden kunnen voordoen. In de eerste plaats zorge men er voor, dat de stookgelegenheden zoo zijn geplaatst en ingericht, dat nooit vonken of gloeiende sintels op vloer of kleed kunnen vallen, en trachtte men nooit, zooals helaas nog maar al te d.k- wijls door onvoorzichtige huisvrouwen en dienstmeisjes wordt gedaan, een bijna uitge gane kachel door middel van het opgieten van petroleum weer op gang te brengen. Men ver- mijde zooveel mogelijk het gebruik van los staande petroleum-kachels of lampen en moet men ze toch gebruiken, dan zorge men er voor dat ze zoo geplaatst worden, dat men ze niet omverloopen of omstooten kan. Lucifers en alle andere voorwerpen, waarmede vuur ge maakt kan worden, houde men steeds ver buiten het bereik van kinderen, die men niet genoeg op het gevaar kan wijzen. Gooi nooit uitgeblazen lucifers of asch uit den kachel in een prullemand. Het kan zijn, diat ze na gloeien. Een speciale waarschuwing geldt den Een ongeluk is gauw gebeurd dames. Nog altijd heeft men maar niet gebroken met he ingewortelde gewoonte om handschoenen en andere kleeding- stukken in benzine te wasschen, ofschoon dit toch al heel wat ellende heeft veroor zaakt. Zeg niet: „Ik heb het al zoo dik wijls gedaan en er is nog nooit iets ge beurd." Tal van malen zal het goed gaan, maar opeens loopt het verkeerd. Velen meenen, dat deze methode heelemaal geen kwaad kan, als men maar zorgt bij dit werk niet te dicht bij open vuur te komen, doch ook dit is geheel onjuist. Als enkel voorbeeld noemen wij het onge luk, dat zich voor jaren in een schouwburg in Duitschland afspeelde. Daar was de chef kapster bezig met het wasschen in benzine van een pruik in een vertrek waar in het geheel geen vuur of licht aanwezig was. Desondanks vatte de pruik plotseling vlam en de vrouw moest haar onvoorzichtigheid met den dood bekoopen. Wat was er gebeurd? Door het wrijven der haren van de pruik ontstond een electrische vonk, die voldoende was om de ontwikkelde benzine-dampen te doen explo- deeren. Daarom nogmaals: gebruik voor reinigings doeleinden geen benzine. Neem daarvoor een ander middel, z.g. „tetra", dat bij eiken dro gist is te krijgen. Het kost wel iets duurder, maar reinigt minstens zoo goed, zoo niet beter, en is niet vuurgevaarlijk. Natte of vochtige kleeren hange men nooit te dicht bij een brandende kachel en ook zorge men er voor dat alle huishoudelijke voorwerpen die uit brandbaar materiaal zijn samengesteld, of waarin dit materfaal is ver werkt, niet in de buurt van kachel, licht of open vuur komen. Wij denken hier aan schoen smeer, waarin terpentijn verwerkt is, celluloid- kammen, enz. Zoek ook nooit met 'n brandenden lucifer of kaars in een kast of in kelder en zolder. Zorg dat er voor dit doel steeds een zaklantaarn of goed-sluitende kaarslantaam aanwezig is. Leg brandende sigaren en sigaretten altijd zoo op een aschbakje, dat als ze door het verder doorbranden hun evenwicht verliezen, ze in en niet naast het bakje vallen. In olie of vet gedrenkte poetsdoeken be ware men niet in inelkaargefrommelden toe stand, maar hang ze op of leg ze uitgespreid neer. Anders zouden ze door broeiing vanzelf kunnen ontbranden. Rook nooit in bed en blijf niet bij kaarslicht liggen lezen. Is er met Kerstmis een Kerstboom in de woning, gebruik dan, als men de prozaïsche electrische lampjes niet wenscht, kaarsjes van goede kwaliteit, die niet door de warmte krom buigen of met vonkjes verbranden, en zorg dat de geheele versiering uit brandvrij materiaal bestaat. Verder is het wenschelijk een emmer met water, een stok met een spons eraan, of beter nog een syphon spuitwater voor onmid dellijk gebruik steeds gereed te houden. Wordt de boom later opgeruimd, dan heeft men nog wel eens de gewoonte deze als brand hout in den kachel te stoppen. Men doe dit echter nooit, want door de groote hoeveelheid hars, welke een denneboom bevat zou ge makkelijk een ongeluk kunnen ontstaan. Voorzichtigheid juist is evenzeer geboden met vuurwerk en de z.g. reclame-luchtballons, welke doorvele magazijnen aan kinderen ca deau worden gegeven. Deze bevatten het zeer brandbare waterstofgas. Wij zouden deze opsomming in den treure kunnen voortzetten, doch moeten daarvan wegens do boven aangegeven reden afzien. Menigeen komt wellicht tot de slotsom, dat hiermee geen nieuws is verteld. Maar men vrage zich eens eerlijk af, of deze waarschuwingen in de praktijk wel altijd worden opgevolgd. Wij zijn er van over tuigd dat verreweg de meesten met een volmondig „neen" zullen moeten ant woorden. Echter, men kan zijn leven beteren. Laten wij er voor zorgen dat het spreekwoord: „Als het kalf verdronken is dempt men den put", nooit op de eigen omstandigheden van toe passing wordt. Laten wij nooit onszelven in dit opzicht iets te verwijten hebben, of verwijten van anderen moeten aanhooren. Ziekte voor komen is beter dan ze te genezen, en zoo is het ook met brand. Daarom, wij herhalen het nog eens met allen nadruk, men zij onder alle omstandigheden uiterst voorzichtig in den omgang met en het gebruik van licht en vuur. In dit opzicht kan zelfs een weinig overdrijving geen kwaad. Wanneer men te dien opzichte steeds na denkt bij wat men doet en er o.a. ook een regel van maakt, om nooit zijn huis onbewaakt achter te laten, zonder van te voren nauw keurig te hebben onderzocht, of er geen brand gevaar dreigt, kan men veel onheil voorkomen. Mocht desondanks de vuurduivel kans zien om door de mazen van het net te slippen en een aanval op ons leven en bezit te onderne men, laten wij dan zorgen paraat te zijn om ons te verdedigen als het kan, om te vluchten als het moet. Daarover in een volgend artikel meerl Het bestuur van de Ned. Vereeniging voor Armenzorg en Weldadigheid heeft Zaterdag een vergadering gehouden in één der zalen van het Departement van Bin- nenlandsche Zaken, welke werd bijgewoond door H. K. H. Prinses Juliana bescherm vrouwe der vereeniging. Bij den ingang van het Departement werd H. K. H. ontvangen dcor den minister van Binnenlandsche Zaken, mr. J. A. de Wilde en den secretaris-generaal, mr. dr. K. J. Fre- deriks, die de Prinses vervolgens naar de ver gaderzaal begeleidden. Daar werd H. K. H. verwelkomd door den voorzitter der vereeni ging, mr. A. J. A. A. Baron van Heemstra, onder wiens leiding de vergadering vervolgens een aanvang nam. Door groote opkomst van de leden waren nagenoeg alle provinciën in deze bestuursvergadering vertegenwoordigd. Allereerst werd tot lid van het dagelijksch bestuur gekozen mr. dr. W. G. A. van Sons- beek, burgemeester van Breda, die verklaarde deze benoeming te aanvaarden. Voorts werd besloten, de algemeene leden vergadering dit jaar te houden te Groningen, vermoedelijk in September. Als onderwerp werd bepaald: afwenteling van de kosten van ar menzorg op andere gemeenten. Daarna kwam aan de orde het hoofdpunt van de agenda, namelijk de behandeling van het advies, dat door de vereeniging aan de re- geering zal worden uitgebracht inzake de maat regelen, te treffen na opheffing van het Nat. Crisiscomité. Na eenige discussie werd het concept, samen gesteld door een commissie van voorbereiding, ongewijzigd goedgekeurd. Dit advies zal nu zoo spoedig mogelijk aan den minister van Binnenlandsche Zaken worden aangeboden, waarna te verwachten is, dat vanwege diens Departement de noodige aanwijzingen aan de gemeenten zullen worden gegeven omtrent het geen na 1 Mei op dit gebied zal zijn te ver richten. Naar aanleiding van het wetsvoorstel tot na turalisatie van dr. F. Mannheimer, bankier te Amsterdam, hebben bij het afdeelingsonderzoek der Tweede Kamer sommige leden opgemerkt, dat zij dat niet voldoende toegelicht achtten door de Memorie van Toelichting en de ter grif fie ter inzage voor de leden neergelegde stuk ken. Deze stukken bevatten niet alle gegevens, welke het vertrouwen zouden kunnen wekken, dat verzoeker zich bij uitstek Nederlander ge voelt en na zijn naturalisatie een goed Neder lander zal zijn. Deze leden meenden te weten, dat bij de regeering aanvankelijk ernstige be zwaren hebben bestaan tegen inwilliging van diens in 1923 gedaan verzoek om natura.::atie. Zonder in het minst de talrijke geruchten, welke over verzoekers verrichtingen als inter nationaal bankier de ronde doen, voor hun reke ning te willen nemen, achtten deze leden die van voldoende belang, om daarop de aandacht te vestigen. Is de beschuldiging juist, zoo vroegen zij, dat verzoeker zich heeft schuldig gemaakt aan handelingen, die de positie van den gulden be dreigden? Voorts vroegen zij, of de bewering juist is, dat verzoeker zijn positie als agent van de Duitsche Rijksbank misbruikt zou hebben voor het verrichten van handelingen in strijd met het Nederlandsche Staatsbelang. Gaarne zouden zij vernemen, of het den minister bekend is, dat verzoeker bijzonder in de jaren 1923 tot 1925 de plaatsing zou hebben bevorderd van rond 600 millioen gulden in Duitschland, welke belegging voor tal van Nederlanders groote ver liezen heeft opgeleverd. Eindelijk verklaarden zij, vernomen te hebben, dat verzoeker vergeefs getracht zou hebben in Frankrijk te worden genaturaliseerd. Voorts zouden deze leden gaarne vernemen, waaraan het is toe te schrijven, dat de behande ling van dit verzoek meer dan tien jaren is blij ven rusten. Voorshands waren deze leden van meening, dat verzoeker het Nederlanderschap uitsluitend in het belang van zijn zaken heeft aangevraagd. Zij waren er zich wel bewust van, dat hij zich ten opzichte van liefdadige instellingen en hét Amsterdamsche kunstleven verdienstelijk heeft gemaakt, doch meenden, dat een vreemdeling daardoor aanspraak op erkentelijkheid, maar nog niet op het Nederlanderschap verwerft. Enkele dezer leden zouden gaarne nauwkeurig vernemen, welk Staatsbelang met deze naturali satie zou zijn gediend. Eenige leden vestigden er de aandacht op, dat in verband met dit naturalisatie-verzoek ge sproken en geschreven wordt over aangelegen heden, welke, indien zij juist waren, alleen aan ambtenaren bekend zouden kunnen zijn. Zij vonden dit zeer bedenkelijk en vroegen of de Minister bereid is te onderzoeken, of ambtena ren zich onder schending van hun ambtsplicht tegenover derden over deze zaak hebben uitge laten. De heer Jaap v. d. Poll deelt ons mede, dat hij met ingang van 1 Juni uit de directie treedt van het De Boer—Van Rijk-ensemble. Ook me vrouw Lize van der Poll—Hamakers zal het volgend seizoen niet meer aan dit gezelschap verbonden zijn. De „Clio", een van de twee vrachtmotorsche pen, welke de Kon. Ned. Stoomb. Mij. liet bou wen op de Scheepswerf Gebr. Pot te Bolnes, is na op den N. Waterweg een proeftocht te heb ben gehouden, in de haven aangekomen. Het nieuwe schip komt in lading voor Bor deaux en zal 14 dezer vertrekken. De „Clio zal nog enkele korte reizen ondernemen en gaat dan naar W. Indië, waar het in de kustvaart komt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 5