De ^Xr Belevenissen uit Addis Abeba Redding uit gezonken duikbooten D Rond Engelands nieuwen koning Londen op een oester- bank gebouwd MELKBROOD WINT VELD ZONDAG 8 MAART 1936 s el Van een Cubaansch generaal, die een Bulgaarsch koop man bleek te zijn Mekka der avonturiers p vi" v 1 IF Al Het is niet zoo heel vaak voorge komen in de annalen der cri minaliteit dat Scotland Yard, 's werelds beroemdste politie-corps, het onderspit moest delven in haar strijd tegen de misdaad en in scherpzinnigheid tekort bleek te schieten tegenover haar vijanden. Nog zeldzamer is het feit, dat de •Yard, eenmaal haar tegenstander gevonden hebbend en vrijwel ge vangen, dezenzich op het aller laatste oogenblik nog zag ontsnap pen. Het geval van „Peter the Pain ter", hetwelk zich 25 jaar geleden te Londen afspeelde, vormde niet alleen een dergelijk falen van de beroemde Yard, maar was tegelijk de onmiddellijke aanleiding tot het behoorlijk doen bewapenen van de Londensche politie-agenten en als gevolg daarvan weer van de die naren van de Heilige Herman dad over de rest van de wereld. Het gebeurde in Londen in de maand De cember van het jaar 1910, dat op een storm- achtigen nacht de aandacht van een surveii- leerend politie-agent werd getrokken door een licht, maar aanhoudend en regelmatig geklop, dat vanuit een leegstaand huis scheen te ko men. Waar dit geklop den agent verdacht voor kwam, vooral omdat zich naast het leegstaand Perceel een juwelierswinkel bevond, waarschuw de hij een paar collega's en weldra stelde een Viertal dienaren der Londensche politie een onderzoek in. Het duurde niet lang of de politiemannen drongen het leegstaande huis binnen en, met hun gummistokken in de hand (in die dagen beschikte de politie over geen andere wapens), Zochten zij naar de oorzaak van het onder- grondsch geklop, weinig vermoedend dat zij hier te doen hadden met een der beruchtste biisdadigersbenden uit dien tijd. In die dagen toch werd Londen geterrori seerd door een internationale dievenbende, wel ke voornamelijk bestond uit Letten, afkomstig hit Baltlsch Rusland, onder leiding van een anarchist, bekend onder den naam van „Peter the Painter". Deze bende had reeds een geheele serie van de brutaalste inbraken op haar ge- Weten en Scotland Yard deed dan ook reeds eenigen tijd haar best om de bende van „Peter the Painter" op het spoor te komen. Toen onze vier politie-agenten afdaalden haar den kelder van het huis, was daar nie mand minder dan „Peter the Painter" met zijn hende bezig zich een doorgang te graven naar hen belendenden juwelierswinkel. Bij de komst her agenten openden de boeven 't vuur op hen hit verscheidene automatische revolvers, waar tegenover de politie, bewapend als zij slechts Was met gummistokken, volkomen weerloos stond. Nauwelijks een paar minuten nadat de agenten het huis waren binnengedrongen, wa ven zij reeds alle vier gedood. Pas den volgenden morgen in de vroegte werd heze viervoudige moord ontdekt en het behoeft hiteraard niet te worden betoogd, dat de ver ontwaardiging en afschuw algemeen waren. De geheele politiemacht werd thans geconcentreerd en het geheele raderwerk van Scotland Yard Werd in werking gesteld om de boeven op het spoor te komen. De dood van de vier politiemannen, gevallen hij de uitoefening van hun plicht, was echter hiet geheel voor niets geweest. De plechtige dienst, welke op Staatskosten voor hen in de St. Pauls werd gehouden, kon hen niet aan hunverwanten teruggeven. Maar waar hun hood de onmiddellijke aanleiding vormde tot het doen uitrusten der Londensche politie met he modernste automatische revolvers nog vóór he maand December teneinde was, werd hier door wel een voor den politie-agent aanmer kelijk grootere veiligheid verkregen. Intusschen had Scotland Yard eenigen leidraad hij haar speurderswerk door het feit dat zij met vreemdelingen had te doen, menschen, die Weliswaar vrij behoorlijk de Engelsche taal machtig waren, maar wier accent en wijze van spreken maar al te zeer den vreemdeling ver rieden. In die dagen was het reeds voldoende vreemdeling te zijn in Londen om van de bij zondere belangstelling van de Yard verzekerd te kunnen zijn! Inderdaad mocht het, nauwelijks veertien dagen later, Scotland Yard gelukken om, dank zij de hulp van een kelnerin, de schuilplaats van „Peter the Painter" en zijn bende te ont dekken. Toen men deze eenmaal wist, wachtte men eenvoudig totdat de heeren „thuis" waren, waarna men tot hunne arrestatie meende te kunnen overgaan. Deze verliep echter niet zoo vlot als men zich had voorgesteld. De misdadigers bleken te bewonen een huis in de Sidney-street No. 100 en het was daar dat in den vroegen morgen van den 3den Januari 1911 een inspecteur van Scotland Yard in naam der wet toegang eischte, terwijl niet minder dan een 20-tal agenten en nog eenige leden van de Yard in politiek (allen thans behoorlijk gewapend) het huis omsingeld hielden. Waar de bewoners van genoemd perceel er echter blijkbaar weinig voor gevoelden zelf de deur voor de politie te openen, trachtte deze haar te forceeren. Maar juist toen men hiermede een aanvang maakte werd de politie vanuit ver schillende ramen plotseling beschoten. De politiemannen konden niet beter doen gezien de ongunstige positie waarin zij zich bevonden dan ijlings naar alle richtingen weg te vluchten en daarna, dekking zoekend achter alles wat maar dekking bood, de scho ten der bandieten zoo goed mogelijk te beant woorden. Onmiddellijk werd echter om verster king getelefoneerd en deze, bestaande niet al leen uit politie-agenten maar ook uit soldaten, verscheen met bekwamen spoed op het terrein van den strijd. De geheele Sydney-street werd daarop afge zet en op alle verdiepingen van de huizen gele gen tegenover het perceel No. 100 worden sol daten en politiemannen met geweren opgesteld. Het was tien uur in den morgen en wat Lon den tot op dat oogenblik nog nimmer had aan schouwd, beleefde het thans: een geregeld vuurgevecht ontbrandde midden in de stad. De boeven vuurden naar alle richtingen en on derhielden zoodoende een heftig vuur op de politie. Een soldaat en een politie-agent waren reeds gedood en verschillenden waren gewond. Intusschen was de order gekomen de boeven tot iederen prijs, dood of levend in handen te krij gen en men overlegde of het niet het beste zou zijn om maar eenvoudig tot den aanval over te gaan, het huis te bestormen en de misdadigers, desnoods met opoffering van eenige menschen- levens, te overmeesteren. Aan dit overleg kwam echter plotseling een einde, toen bleek dat de bovenste verdieping van het huis begon te branden, vermoedelijk in brand geschoten, naar men aannam. Het kon natuurlijk niet anders of, naar mate de brand voortwoedde, de belegerden gedwon gen zouden worden voor vuur en rook de vlucht te nemen en het huis te verlaten. Inderdaad werd dan ook na eenigen tijd, naar mate de brand feller om zich heen greep, het schieten minder om daarna geheel op te houden. De loo- pen van een paar honderd geweren en revolvers richtten zich op de deur, die zich zoo dadelijk moest openen om „Peter the Painter" met zijn bende door te laten. Om de paniek zoo mogelijk nog te verhoogen, verscheen thans onder luid gebel de brandweer op het terrein van den strijd, onder leiding van een koppigen brandmeester. Deze laatste toch wilde tot iederen prijs, gelijk zijn orders luidden, den brand blusschen, doch werd daar in door de aanwezige militaire en politie-auto- riteiten verhinderd. Ongetwijfeld viel niet te ontkennen dat door de thans steeds sneller om zich heen grijpende vlammen de bewoners uit de belendende perceelen, die zich in verband met het gevecht noch voor de ramen noch buiten de deur mochten begeven, in een gevaar lijke situatie geraakten. Daarom werd eenigen politiemannen opgedragen de bewoners van die perceelen aan te zeggen onmiddellijk hun wo ning te verlaten, hetgeen geschiedde. Intusschen was de spanning ten top geste gen. Het vuren had thans geheel opgehouden en de brand in het belegerde huis woedde door. De hitte werd ondraaglijk; de ruiten aan de overzijde der straat sprongen stuk door de groote hitte en het was werkelijk ongeloofelijk zoolang de boeven het in het reeds voor meer dan de helft verbrande huis wisten uit te hou den; reeds kronkelde de rook door de brieven bus naar buiten Toen, en daardoor alle oogen tot zich trek kend, waagde een inspecteur van Scotland Yard zich vóór de deur van het belegerde huis. Met een plotselinge beweging trapte hij de deur in om daarna snel opzij te springen. Er geschied de echter niets. Daarop werd het bevel gegeven de woning „te nemen" en drongen soldaten en politie het huis binnen omdit geheel ver laten te vinden. Van „Peter the Painter" en zijn bendeleden was geen spoor meer te ont dekken en werd ook nimmer meer iets verno men. Slechts werd op één der verdiepingen het geheel verkoolde lichaam van een man gevon den, die, gelijk de schouwing uitwees, door een kogel moest zijn gedood. Het was ongetwijfeld een bittere ontgooche ling voor de Yard eenigen tijd later te moeten ervaren, dat zijzelf „Peter the Painter" had helpen ontsnappen! Het bleek toch dat de bende met weergalooze brutaliteit en list was te werk gegaan. Onmiddellijk bij den aanvang van het vuurgevecht toch waren zij begonnen van uit den kelder een verbinding te graven naar den kelder van het belendende perceel. Toen deze verbinding vrijwel was tot stand gekomen, had men de bovenste verdieping van het huis in brand gestoken en verder was de zaak heel eenvoudig. Op verzoek van de politie zelve wandelden de bendeleden eenige oogen- blikken na de oorspronkelijke bewoners van het belendende perceel, behoorlijk vermomd, op hun beurt naar buiten Scotland Yard, het beroemde hoofdbureau van politie te Londen, beschikt over een eigen museum, waarin de politiemannen o.a. wapens kunnen bestudeeren, welke op misdadigers gevonden werden De veelbesproken Fransche havenstad Dji- boeti speelt thans bij den Abessynischen krijg een belangrijke rol. Haar spoorweg is de slag ader waarlangs heel het verkeer naar de Abes- synische hoofdstad geleid wordt. Hier spelen zich vele tooneelen af, die meer op een sen sationeel avontuur dan op een normale gebeur tenis lijken. Niets is interessanter, dan op het station te Djiboeti als toeschouwer te vertoe ven en de groote menigte reizigers gade te slaan die komen en gaan. De intocht in het Rijk van den Ntgus geschiedt meestal met veel luidruchtigheid en draagt dan een officieel ka rakter, terwijl de terugkeer steeds onder een geheimzinnig zwijgen plaats heeft. Op een on verklaarbare wijze zijn vele reizigers, die uit Addis Abeba terugkeeren, plotseling van natio naliteit veranderd. Zoo was ik onlangs in Dji boeti getuige van een zeer merkwaardig avon tuur. Een Cubaansch generaal was aan een Griek in Djiboeti een aanzienlijke som gelds schuldig. Hij vertrok naar Addis Abeba en zou het ver- Model van de eerste onderzeeboot, gebouwd door Cornells Drebbel Een Engelsche onderzee-kruiser, „Severn" genaamd. Dit soort schepen is in staat, langen tijd. volkomen onaf hankelijk van een of andere vlootbasis, handelsoorlog op open zee te voeren e prachtige reis van de K XVIII, die te recht de bewondering heeft afgedwon gen van de geheele nautische wereld, heeft ook ten onzent wederom de aandacht ge vestigd op den onderzeeër als vaartuig en ver voermiddel. Tot nog toe heeft het beginsel van het varen onder den zeespiegel, op de wijze zooals de vis- schen het doen, vrijwel uitsluitend toepassing gevonden bij de oorlogsmarines der verschil lende zeevarende mogendheden. Dit lag voor de hand. De omstandigheid, dat men met een betrekkelijk klein vaar tuig een groote varende strijdeenheid ongezien kan naderen en vernietigen, is den marine-strategen na tuurlijk niet ontgaan en dat zij daarvan profijt ge trokken hebben, bewijzen de offers van den wereld oorlog. Maar de duikboot heeft wellicht nog grootere cul- tureele beteekenis. De menschheid heeft sinds de grauwe nevelen der ge schiedenis aan deze idee gearbeid. Uit de Egypti sche papyri en de oudste Perzische en Grieksche fragmenten komen berich ten tot ons over fanta sieën en experimenten in deze richting, terwijl ten onzent Cornelis Drebbel in de gouden eeuw aan het beginsel werkte. En al gaat de scheepsbouwkun dige belangstelling op dit gebied in hoofdzaak ook uit naar levering van oor logsvaartuigen, toch is de kans niet uitgesloten, dat de komende cultuur de duikboot, ook uit vreedza mer oogmerken, verder zal gaan ontwikkelen. Tijdens de laatste faze van den wereld-oorlog hebben wij gelezen, hoe een groot Duitsch onder water-schip de Britsche blokkade doorbrak en koopwaren uit Amerika aanvoerde, dwars door de patrouilleerende eskaders heen. In de buurt van Florida, waar vele rijke menschen in een gezegend klimaat de geneugten des levens genieten, is eenige jaren een kleine duikboot geëxploiteerd» voorzien van dikke glazen vensters in de zijwanden en in den bodem, waardoor men het wonderlijke leven op den zeebodem kon bekijken, in een ge- makkelijken leuningstoel gezeten. En in deze richting is nog zeer veel op „toe ristisch" gebied te doen. De moderne verkeers middelen stellen ons in staat om als vlaklan- ders op gemakkelijke conditiën ook eens door de bergen te zwerven. Om als Noorderlingen ook eens het subtropische klimaat in Zuid-Europa en Noord-Afrika te genieten, om eens te droo- men tuschen de besneeuwde bergtoppen die zich in de peilloos diepe fjorden spiegelen. De wereld ligt open voor het toerisme. Maar wat is deze wereld? Zij wordt kleiner en klei ner, bij de perfectionneering der verkeersmid delen. De vaste landen waarop de menschheid zich pleegt te bewegen omvatten nauwelijks één vijfde deel van de aardoppervlakte. Al het an dere wprdt in beslag genomen door de oceanen. En daar onder den zeespiegel strekt zich 'n we reld op zich zeiven uit, waarvan wij eigenlijk nog maar bedroevend weinig weten. Diepe da len zijn er, meer dan tienduizend meter onder het oppervlak. Hooge bergen, vulcanen, vlakten, geheele bosschen zijn er, onderzee-oerwouden, bevolkt met grillige gewassen en zonderlinge diepzee-schepselen, die men nog nimmer aan het oppervlak zag. Duizenden wezens leven daar, waarvan men hier boven nog geen vermoeden heeft. Verschillende schrijvers hebben er over ge fantaseerd, Jules Verne, laat ons met kapitein Nemo uitstapjes maken in dat rijk der wonde ren. Maar het bleef alles gissing. Dit schier eindelooze veld van onderzoek ligt nog braak voor den ontdekker, voor den we tenschapsman en eindelijk ookvoor den toerist. Alleen de techniek was tot nog toe niet ver genoeg gevorderd, om aan het verlangen te voldoen, dat bü de wetenschappelijke onderzoe kers al zoo lang leeft. Dat komt omdat het leven onder water zoo geheel andere physiologische voorwaarden stelt. In de eerste plaats de enor me druk van de middenstof, het water, in de tweede plaats de opname van levenslucht, zoo als wij landrotten die nu eenmaal noodig heb ben, in de derde plaats het gebrek aan helder licht in dit sprookjesrijk der groene en rose schemering, waar de diepzeevisschen hun eigen lantaarntje dragen. Wanneer een duikboot onder water in het ongereede geraakte, dan waren deze factoren dan ook de grootste vijanden der bemanning, die veelal gedoemd was om te komen in haar stalen graf. Het was dus een primaire eisch van veiligheid, een middel te ontdekken, waar mede een bemanning uit een gezonken duikboot kan ontsnappen en weer aan de oppervlakte van het water kan komen. Ook deze reddingsmiddelen zijn gedurende de laatste decenniën sterk verbeterd en al zijn ze nog wel niet volmaakt, ze kunnen de verge lijking b.v. met de parachute van den vlieger veilig doorstaan. In al onze duikbooten zijn tegenwoordig vei ligheids-gordels aanwezig, gecombineerd met 'n ademhalingsinstrument, waarmede de mannen, door den duiktoren, dat is de hooge ingangs koker boven op het gladde lichaam van den stalen visch, een voor een kunnen ontsnappen en naar boven stijgen. De Hamburgsche „Dra- ger-Werke" die deze apparaten vervaardigen, noemden ze „Gegenlunge", d.w.z. een onderwa ter-long die men buiten tegen het lichaam aan hangt. Het is een reddingsgordel, die aan de voorzijde een zakvormige verdieping heeft, waarin een zuurstof-cylinder is geplaatst om de noodige levenslucht te geven en waarin 'n kali-patroon is bevestigd, die de verbruikte uit- ademingslucht absorbeert. Het geheele geval hangt naast de slaapkooi van den man en kan in no time om den hals geworpen worden. Het wordt met een riem onder het kruis door vast- gegespt tegen het opdrijven. Het ademhalen gaat door dit apparaat zeer licht. Alleen bü het uitademen moet men wat meer energie ge bruiken, om de uitademingslucht door de kali patroon te blazen. Wanneer een duikboot nu b.v. na een aan varing, of na het ontvangen van een „treffer" tot zinken gebracht is, zoodanig dat zü °P eigen middelen niet meer aan de oppervlakte kan terugkeeren, dan is de bemanning nog lang niet verloren. Allereerst wordt een kabelboel losgelaten, die tot dat doel, gemakkelijk los baar in de buitenhuid is opgeborgen en dan stappen de mannen een voor een in den smal- len duiktoren, die onder hun voeten telkens gesloten wordt. Draaien de buitendeksel op, la ten het zeewater dus in dien toren stroomen en stijgen langs het touw van den kabelboei, zoo dra de druk buiten en binnen den toren gelyk is, naar boven. Is de man vertrokken, dan sluit men eerst weer het buitendeksel, opent daarna het benedendeksel van den toren de water inhoud stroomt dus in de boot, maar is zoo ge ring, dat hü niet hindert en nummer twee volgt, enz. De mannen hebben dus geen duikerpak aan, zü zün dus blootgesteld aan den waterdruk op die diepte. Er rijzen dus verschillende physio logische vraagteekens.Is dit wel mogelijk? Ja. het is mogelük, wü hebben het zelf ervaren bü een experiment, dat ons door den commandant van dè onderzee-kazerne te Nieuwediep wel willend werd toegestaan, zelf te nemen. Hier over in een volgend artikel. DR. W. H. VAN OVERAL. schuldigde bedrag door een keizerlüken zend bode naar Djiboeti laten brengen. Langen tijd vernam de Griek niets meer van zijn schulde naar, totdat hü hem op zekeren dag langs de haven zag staan, waar hij zün bagage op de boot liet brengen. De Griek stuurde de politie op den man af, die tot de ontdekking kwam, dat de schuldenaar zich als een Bulgaarsch koopman ontpopte Het is in het land van den Negus ook niet moeihjk, om van beroep te veranderen. Zoo reisde een Hongaarsche arts met den trein naar Addis Abeba in gezelschap van een buitenland- sche missie, die om technische adviezen te geven naar 't hof van den Negus was ontboden. De leden gingen zeer trotsch op hun militairen titel en rang. Eén der heeren, die voor de af reis door den Abessynischen consul met luite nant was aangesproken, bevorderde zich zelf onderweg tot kapitein. Na drie dagen reizen werd de hoofdstad be reikt en verloor de arts zün reisgezellen uit het oog. Enkele dagen later vond hü hen ech ter weer terug in een ziekenhuis, waar zü den „militairen stand" verlaten hadden, en als lei ders van de pharmaceutische afdeeling op traden. De geest die er in Addis Abeba nog heerscht, dwingt de menschen overigens tot veelzüdig- heid. In een korte spanne tüds kan een vreemde ling, die zün geluk wil beproeven, aan het hof van den Negus een aardig baantje krijgen. Ver der, al moge het ook vreemd klinken, staat voor hem de gelegenheid open om geoloog of metselaar, piloot of muzikant, arts of foto graaf te worden en het valt daarom ook niet te verwonderen, dat Addis Abeba het Mekka der avonturiers is. In werkelijkheid echter bereiken slechts wei nigen het geluk, dat zü zich gedroomd hebben. Al treden zü nog zoo moedig en vastberaden op. Addis Abeba heeft een onfeilbaar systeem, om iedere poging te doen mislukken. De regeering doet allerlei klinkende beloften, bevestigt zooveel mogelijk alles en nog wat op gezegeld papier. Komt het er echter op aan, dan ontkent en loochent zü alles. De ontgoochelde wordt door dergelüke handelingen verbitterd, ontevreden en maakt zijn meening onomwon den kenbaar. Dat is het einde van het liedje, want enkele uren later wordt hü door enkele zwaargewapende agenten over de grens ge transporteerd. En komen zü in Djiboeti terug, dan zijn hun opvattingen omtrent den Negus en zün land geheel anders, dan toen zij heen gingen. Veel zeggen zij echter niet, .de ont goocheling was te groot. Het station van Djiboeti is ook de plaats» waar de meest geloofwaardige en ongeloofwaar dige krügsberichten worden verteld. De koeriers van dergelijke nieuwstijdingen zijn van die twüfelachtige nationaliteit, waarover wü boven reeds spraken en dezen nemen het dan ook met de waarheid van deze berichten niet zoo heel nauw. De toevallige verspreiders van dergelüke oorlogsberichten blüven meestal ongestraft, maar de personen, die bü hun beroep met de waarheid en eerhjkheid rekening houden, wor den bü hun werk bemoeilükt. Zoo was in Addis Abeba een fotograaf werk zaam voor een groote Amerikaansche film- maatschappü. De man moest voor een oorlogs reportage zorgdragen; maar ofwel liet hü zich liever niet aan het front zien, ofwel hij was liever lui dan moe: de oorlogstafereelen werden te Addis Abeba gespeeld. Een aantal inboor lingen waren gaarne bereid, voor de film op te treden en zoo werden legerkampen, afschu- welüke gevechten en wilde moordpartijen ge filmd; de bioscoop in New York was bij iedere vertooning stampvol. Ook vertoonde de cineast zijn rolprenten voor inlanders, maar tenslotte werd zün openlurilt-bioscoopje te populair: de fotograaf rook lont en verdween juist op tüd uit Abessynië's hoofdstad.... De agenten van den Negus zochten hem. Enkele weken geleden werd Addis Abeba in rep en roer gebracht, omdat volgens een ont vangen radiobericht de Italianen een bomaan val op de hoofdstad zouden plegen. Ofschoon dit telegram geenszins een officieel karakter droeg, ontstond er een geweldige paniek. De Amerikaansche filmoperateurs hadden druk werk, om deze scènes op de gevoelige plaat vast te leggen..1.. Al deze operateurs zün echter reeds lang gerepatrieerd! Onder de vele personen die omtrent hun er varingen in Abessynië imj vele geschiedenissen wisten te vertellen, trof ik er ook verschillen den, die met de toestanden in het rük van den Negus goed op de hoogte waren. Een koopman kenmerkte de positie van den Negus ten over staan van zün onderdanen als volgt: In hem zien de Abessyniërs noch een aan voerder, noch een soldaat, maar algemeen be wondert men zün handigheid, omdat hü overal voordeel uit weet te trekken. Bü de hervorming van Abessynië beschouwt hij iedere staatsaangelegenheld als 'n persoon- lüke aangelegenheid. Verschillende malen heeft de Negus zich een uitstekend zakenman getoond en er gaan geruchten, dat wanneer Engeland eens aan Ethiopië om een vergoeding zou vragen wegens bewezen diensten, men zich nog niet behoeft te verwonderen als de Negus zijn hand op z'n zak houdt! geconstateerd, dat in één gemeente (Rolde) het maximum van 100 pCt. reeds bereikt werd, terwijl er eveneens een paar gemeenten op te mer!:;n vielen, waar het zooveel voedzamer en smakelijker melkbrood nog slechts het schame le aandeel van 6 of 7 pCt. inneemt. Een ge middelde neiging scheen voorloopig om 40 pCt. te schommelen. Niettemin bleek het percen tage melkbrood in vele gemeenten ook bü nog onvolledige gegeven reeds de helft van den to talen omzet te overschrüden. Er blükt d'is nog een ruime marge aanwezig t zijn voor verdere uitbreiding van het melk- broodgebruik, hetwelk ingevolge de schaarschte tüdens de oorlogsjaren plotseling was ingezakt, om daarna nooit meer te herleven. Niettemin was vóór den oorlog juist het melkbrood alge meen in zwang. Indien ons volk wederom tot deze goede oude gewoonte kon terugkeeren, zou jaarhjks een hoeveelheid van 200 millioen K.G. melk uit de markt genomen worden, tot groote verlichting van de openbare uitgaven. Een gezonder en smakelüker middel om den Staat te steunen moet nog gevonden worden! De bekende astrologe, Anna Maritza, heeft een dezer dagen de toekomst voorspeld van den jongen vorst, Edward VIII en beweert, dat Edward nog dit jaar in het huwelijk zal tre den. De gebeurtenis is, volgens den sterren stand, in October as. te verwachten. De keuze zal, altijd volgens de sterren, op een Engelsche vallen. Mis Maritza kan echter niet zeggen of de vrouw een hooggeplaatste persoonlijkheid is, dai. wel een uit den niet-adelhjken stand. De koningin in spé zal zeer gelukkig worden. De koning zal spoedig een troonopvolger hebben. Miss Maritza spreekt de bewering tegen, als zou de koning spoedig na zijn troonsbestüging een vliegtuig-ongeval krijgen. Toen Koning Edward VIII nog Prins van Wales was, moest hü steeds deelnemen aan talrüke banketten. Op het laatste jaarlüksche diner van de Koninklüke Vereeniging van Tuinders en Kweekers in Engeland, aan welk diner ook de Prins van Wales aanzat, hield de hooge gast een korten toast, waarin hü o.a. zeide: „Ik moet u eerlük bekennen, dat ik, al ben ik voorzitter van uw eerecomité, werke lijk zeer weinig verstand had van bloemen- en plantensoorten. Toch weet ik haar wel te be wonderen. Voor het overige moet u mün on wetendheid niet al te tragisch opnemen. Ik ben b.v. admiraal van de Britsche vloot, doch ik neem aan, dat geen enkele kapitein met ver- antwoordelükheidsgevoel mü bet commando van zün schip zou willen toevertrouwen!" Een leermeester van Koning Edward VTTI vertelt de volgende kleine anecdote betreffende den vorst. Als zevenjarige knaap zeide de kleine prins den leeraar eens.«i„Als ik eenmaal koning ben, dan maak ik het allereerste drie wetten: Niemand mag een kleinen hond den staart af- snüden. Niemand mag visch vangen met een scherpen haak aan den hengel en niemand mag een paard tot loopen aanmanen door de sterpe sporen in de flanken te drukken!" Hieruit kan men opmaken, dat de jonge ko ning al vroeg een even groot dierenliefhebber was als rechtgeaard Engelschman. Toen Koning Edward nog Prins van Wales was, dineerde hü op een zeer kouden winterdag eens in 'n voornaam Londensch restaurant. Toen hü het restaurant wilde verlaten, bemerkte hü tot zün verwondering, dat zijn in de garderobe afgegeven pels was verdwenen. De politie werd onmiddellijk van den diefstal in kennis gesteld en direct begon een leger, van detectives een onderzoek in de duistere zaak. Dit onderzoek duurde niet lang, daar de dief '■rij spoedig werd gevonden. De dief bleek te zün een rük Amerikaan, die in dezelfde eet zaal als de Prins had gedineerd. Op een vraag van den vorst, hoe de man, die zelf een goed gevulde beurs bezat, het in het hoofd haalde zün pels mede te nemen, ant woordde de Amerikaan stamelend:: „Ik bid u om excuus, Hoogheid. Ik ben een Amerikaan en wilde slechts een aandenken aan den Prins van Wales!" De prins lachte en antwoordde'. ..Maar dan had u toch minstens, bü zulk een koude, uw eigen jas kunnen laten hangen voor mü!" Een belangwekkende enquête is dezer dagen gehouden onder de bakkers in Drente, ter zake van het percentage melkbrood, hetwelk zij gaandeweg in hun omzet zijn gaan verwerken als gevolg van de in die richting gevoerde pro paganda. Over 34 gemeenten konden van twaalf vol ledige gegevens verkrügën worden, terwül ook de cü'fers der overige duiuelijke taal spreken. Hierbü moest het merkwaardige feit worden Eens, langen tüd geleden, was het voor Lon den onnoodig zün oesters in den vreemde te be stellen. Want ter plaatse, waar zich thans de Londensche City bevindt, waren groote oester- banken, welker producten grooter en misschien smakelijker waren dan die van onze Zeeuw- sche oesterbanken. Helaas, nauwkeurige gege vens staan ons niet ter beschikking, daar de lekkerrdjen, waarop Londen gebouwd is, eenige millioenen jaren geleden geleefd hebben. Bü eenige recente bouwwerken in de City heeft men namelük versteende overblüfselen van oesters gevonden, waaruit men bovenvermelde gevolgtrekkingen gemaakt heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1936 | | pagina 7