De ^Xr
Belevenissen uit Addis Abeba
Redding uit gezonken duikbooten
D
Rond Engelands
nieuwen koning
Londen op een oester-
bank gebouwd
MELKBROOD WINT VELD
ZONDAG 8 MAART 1936
s el
Van een Cubaansch generaal,
die een Bulgaarsch koop
man bleek te zijn
Mekka der avonturiers
p
vi" v 1
IF Al
Het is niet zoo heel vaak voorge
komen in de annalen der cri
minaliteit dat Scotland Yard,
's werelds beroemdste politie-corps,
het onderspit moest delven in haar
strijd tegen de misdaad en in
scherpzinnigheid tekort bleek te
schieten tegenover haar vijanden.
Nog zeldzamer is het feit, dat de
•Yard, eenmaal haar tegenstander
gevonden hebbend en vrijwel ge
vangen, dezenzich op het aller
laatste oogenblik nog zag ontsnap
pen.
Het geval van „Peter the Pain
ter", hetwelk zich 25 jaar geleden
te Londen afspeelde, vormde niet
alleen een dergelijk falen van de
beroemde Yard, maar was tegelijk
de onmiddellijke aanleiding tot het
behoorlijk doen bewapenen van de
Londensche politie-agenten en als
gevolg daarvan weer van de die
naren van de Heilige Herman
dad over de rest van de wereld.
Het gebeurde in Londen in de maand De
cember van het jaar 1910, dat op een storm-
achtigen nacht de aandacht van een surveii-
leerend politie-agent werd getrokken door een
licht, maar aanhoudend en regelmatig geklop,
dat vanuit een leegstaand huis scheen te ko
men. Waar dit geklop den agent verdacht voor
kwam, vooral omdat zich naast het leegstaand
Perceel een juwelierswinkel bevond, waarschuw
de hij een paar collega's en weldra stelde een
Viertal dienaren der Londensche politie een
onderzoek in.
Het duurde niet lang of de politiemannen
drongen het leegstaande huis binnen en, met
hun gummistokken in de hand (in die dagen
beschikte de politie over geen andere wapens),
Zochten zij naar de oorzaak van het onder-
grondsch geklop, weinig vermoedend dat zij
hier te doen hadden met een der beruchtste
biisdadigersbenden uit dien tijd.
In die dagen toch werd Londen geterrori
seerd door een internationale dievenbende, wel
ke voornamelijk bestond uit Letten, afkomstig
hit Baltlsch Rusland, onder leiding van een
anarchist, bekend onder den naam van „Peter
the Painter". Deze bende had reeds een geheele
serie van de brutaalste inbraken op haar ge-
Weten en Scotland Yard deed dan ook reeds
eenigen tijd haar best om de bende van „Peter
the Painter" op het spoor te komen.
Toen onze vier politie-agenten afdaalden
haar den kelder van het huis, was daar nie
mand minder dan „Peter the Painter" met zijn
hende bezig zich een doorgang te graven naar
hen belendenden juwelierswinkel. Bij de komst
her agenten openden de boeven 't vuur op hen
hit verscheidene automatische revolvers, waar
tegenover de politie, bewapend als zij slechts
Was met gummistokken, volkomen weerloos
stond. Nauwelijks een paar minuten nadat de
agenten het huis waren binnengedrongen, wa
ven zij reeds alle vier gedood.
Pas den volgenden morgen in de vroegte werd
heze viervoudige moord ontdekt en het behoeft
hiteraard niet te worden betoogd, dat de ver
ontwaardiging en afschuw algemeen waren. De
geheele politiemacht werd thans geconcentreerd
en het geheele raderwerk van Scotland Yard
Werd in werking gesteld om de boeven op het
spoor te komen.
De dood van de vier politiemannen, gevallen
hij de uitoefening van hun plicht, was echter
hiet geheel voor niets geweest. De plechtige
dienst, welke op Staatskosten voor hen in de
St. Pauls werd gehouden, kon hen niet aan
hunverwanten teruggeven. Maar waar hun
hood de onmiddellijke aanleiding vormde tot
het doen uitrusten der Londensche politie met
he modernste automatische revolvers nog vóór
he maand December teneinde was, werd hier
door wel een voor den politie-agent aanmer
kelijk grootere veiligheid verkregen.
Intusschen had Scotland Yard eenigen leidraad
hij haar speurderswerk door het feit dat zij
met vreemdelingen had te doen, menschen, die
Weliswaar vrij behoorlijk de Engelsche taal
machtig waren, maar wier accent en wijze van
spreken maar al te zeer den vreemdeling ver
rieden. In die dagen was het reeds voldoende
vreemdeling te zijn in Londen om van de bij
zondere belangstelling van de Yard verzekerd
te kunnen zijn!
Inderdaad mocht het, nauwelijks veertien
dagen later, Scotland Yard gelukken om, dank
zij de hulp van een kelnerin, de schuilplaats
van „Peter the Painter" en zijn bende te ont
dekken.
Toen men deze eenmaal wist, wachtte men
eenvoudig totdat de heeren „thuis" waren,
waarna men tot hunne arrestatie meende te
kunnen overgaan. Deze verliep echter niet zoo
vlot als men zich had voorgesteld.
De misdadigers bleken te bewonen een huis
in de Sidney-street No. 100 en het was daar dat
in den vroegen morgen van den 3den Januari
1911 een inspecteur van Scotland Yard in naam
der wet toegang eischte, terwijl niet minder
dan een 20-tal agenten en nog eenige leden
van de Yard in politiek (allen thans behoorlijk
gewapend) het huis omsingeld hielden. Waar
de bewoners van genoemd perceel er echter
blijkbaar weinig voor gevoelden zelf de deur
voor de politie te openen, trachtte deze haar te
forceeren. Maar juist toen men hiermede een
aanvang maakte werd de politie vanuit ver
schillende ramen plotseling beschoten.
De politiemannen konden niet beter doen
gezien de ongunstige positie waarin zij zich
bevonden dan ijlings naar alle richtingen
weg te vluchten en daarna, dekking zoekend
achter alles wat maar dekking bood, de scho
ten der bandieten zoo goed mogelijk te beant
woorden. Onmiddellijk werd echter om verster
king getelefoneerd en deze, bestaande niet al
leen uit politie-agenten maar ook uit soldaten,
verscheen met bekwamen spoed op het terrein
van den strijd.
De geheele Sydney-street werd daarop afge
zet en op alle verdiepingen van de huizen gele
gen tegenover het perceel No. 100 worden sol
daten en politiemannen met geweren opgesteld.
Het was tien uur in den morgen en wat Lon
den tot op dat oogenblik nog nimmer had aan
schouwd, beleefde het thans: een geregeld
vuurgevecht ontbrandde midden in de stad. De
boeven vuurden naar alle richtingen en on
derhielden zoodoende een heftig vuur op de
politie. Een soldaat en een politie-agent waren
reeds gedood en verschillenden waren gewond.
Intusschen was de order gekomen de boeven tot
iederen prijs, dood of levend in handen te krij
gen en men overlegde of het niet het beste zou
zijn om maar eenvoudig tot den aanval over te
gaan, het huis te bestormen en de misdadigers,
desnoods met opoffering van eenige menschen-
levens, te overmeesteren.
Aan dit overleg kwam echter plotseling een
einde, toen bleek dat de bovenste verdieping
van het huis begon te branden, vermoedelijk in
brand geschoten, naar men aannam.
Het kon natuurlijk niet anders of, naar mate
de brand voortwoedde, de belegerden gedwon
gen zouden worden voor vuur en rook de vlucht
te nemen en het huis te verlaten. Inderdaad
werd dan ook na eenigen tijd, naar mate de
brand feller om zich heen greep, het schieten
minder om daarna geheel op te houden. De loo-
pen van een paar honderd geweren en revolvers
richtten zich op de deur, die zich zoo dadelijk
moest openen om „Peter the Painter" met zijn
bende door te laten.
Om de paniek zoo mogelijk nog te verhoogen,
verscheen thans onder luid gebel de brandweer
op het terrein van den strijd, onder leiding van
een koppigen brandmeester. Deze laatste toch
wilde tot iederen prijs, gelijk zijn orders
luidden, den brand blusschen, doch werd daar
in door de aanwezige militaire en politie-auto-
riteiten verhinderd. Ongetwijfeld viel niet te
ontkennen dat door de thans steeds sneller om
zich heen grijpende vlammen de bewoners uit
de belendende perceelen, die zich in verband
met het gevecht noch voor de ramen noch
buiten de deur mochten begeven, in een gevaar
lijke situatie geraakten. Daarom werd eenigen
politiemannen opgedragen de bewoners van die
perceelen aan te zeggen onmiddellijk hun wo
ning te verlaten, hetgeen geschiedde.
Intusschen was de spanning ten top geste
gen. Het vuren had thans geheel opgehouden
en de brand in het belegerde huis woedde door.
De hitte werd ondraaglijk; de ruiten aan de
overzijde der straat sprongen stuk door de
groote hitte en het was werkelijk ongeloofelijk
zoolang de boeven het in het reeds voor meer
dan de helft verbrande huis wisten uit te hou
den; reeds kronkelde de rook door de brieven
bus naar buiten
Toen, en daardoor alle oogen tot zich trek
kend, waagde een inspecteur van Scotland Yard
zich vóór de deur van het belegerde huis. Met
een plotselinge beweging trapte hij de deur in
om daarna snel opzij te springen. Er geschied
de echter niets. Daarop werd het bevel gegeven
de woning „te nemen" en drongen soldaten en
politie het huis binnen omdit geheel ver
laten te vinden. Van „Peter the Painter" en
zijn bendeleden was geen spoor meer te ont
dekken en werd ook nimmer meer iets verno
men. Slechts werd op één der verdiepingen het
geheel verkoolde lichaam van een man gevon
den, die, gelijk de schouwing uitwees, door een
kogel moest zijn gedood.
Het was ongetwijfeld een bittere ontgooche
ling voor de Yard eenigen tijd later te moeten
ervaren, dat zijzelf „Peter the Painter" had
helpen ontsnappen! Het bleek toch dat de
bende met weergalooze brutaliteit en list was te
werk gegaan. Onmiddellijk bij den aanvang van
het vuurgevecht toch waren zij begonnen van
uit den kelder een verbinding te graven naar
den kelder van het belendende perceel.
Toen deze verbinding vrijwel was tot stand
gekomen, had men de bovenste verdieping van
het huis in brand gestoken en verder was de
zaak heel eenvoudig. Op verzoek van de politie
zelve wandelden de bendeleden eenige oogen-
blikken na de oorspronkelijke bewoners van het
belendende perceel, behoorlijk vermomd, op hun
beurt naar buiten
Scotland Yard, het beroemde hoofdbureau van politie te Londen, beschikt over een
eigen museum, waarin de politiemannen o.a. wapens kunnen bestudeeren, welke
op misdadigers gevonden werden
De veelbesproken Fransche havenstad Dji-
boeti speelt thans bij den Abessynischen krijg
een belangrijke rol. Haar spoorweg is de slag
ader waarlangs heel het verkeer naar de Abes-
synische hoofdstad geleid wordt. Hier spelen
zich vele tooneelen af, die meer op een sen
sationeel avontuur dan op een normale gebeur
tenis lijken. Niets is interessanter, dan op het
station te Djiboeti als toeschouwer te vertoe
ven en de groote menigte reizigers gade te
slaan die komen en gaan. De intocht in het
Rijk van den Ntgus geschiedt meestal met veel
luidruchtigheid en draagt dan een officieel ka
rakter, terwijl de terugkeer steeds onder een
geheimzinnig zwijgen plaats heeft. Op een on
verklaarbare wijze zijn vele reizigers, die uit
Addis Abeba terugkeeren, plotseling van natio
naliteit veranderd. Zoo was ik onlangs in Dji
boeti getuige van een zeer merkwaardig avon
tuur.
Een Cubaansch generaal was aan een Griek
in Djiboeti een aanzienlijke som gelds schuldig.
Hij vertrok naar Addis Abeba en zou het ver-
Model van de eerste onderzeeboot, gebouwd door Cornells Drebbel
Een Engelsche onderzee-kruiser, „Severn" genaamd. Dit
soort schepen is in staat, langen tijd. volkomen onaf
hankelijk van een of andere vlootbasis, handelsoorlog
op open zee te voeren
e prachtige reis van de K XVIII, die te
recht de bewondering heeft afgedwon
gen van de geheele nautische wereld,
heeft ook ten onzent wederom de aandacht ge
vestigd op den onderzeeër als vaartuig en ver
voermiddel.
Tot nog toe heeft het beginsel van het varen
onder den zeespiegel, op de wijze zooals de vis-
schen het doen, vrijwel uitsluitend toepassing
gevonden bij de oorlogsmarines der verschil
lende zeevarende mogendheden. Dit lag voor
de hand. De omstandigheid, dat men met een
betrekkelijk klein vaar
tuig een groote varende
strijdeenheid ongezien kan
naderen en vernietigen, is
den marine-strategen na
tuurlijk niet ontgaan en
dat zij daarvan profijt ge
trokken hebben, bewijzen
de offers van den wereld
oorlog.
Maar de duikboot heeft
wellicht nog grootere cul-
tureele beteekenis. De
menschheid heeft sinds de
grauwe nevelen der ge
schiedenis aan deze idee
gearbeid. Uit de Egypti
sche papyri en de oudste
Perzische en Grieksche
fragmenten komen berich
ten tot ons over fanta
sieën en experimenten in
deze richting, terwijl ten
onzent Cornelis Drebbel in
de gouden eeuw aan het
beginsel werkte. En al
gaat de scheepsbouwkun
dige belangstelling op dit
gebied in hoofdzaak ook
uit naar levering van oor
logsvaartuigen, toch is de
kans niet uitgesloten, dat
de komende cultuur de
duikboot, ook uit vreedza
mer oogmerken, verder zal
gaan ontwikkelen.
Tijdens de laatste faze
van den wereld-oorlog
hebben wij gelezen, hoe
een groot Duitsch onder
water-schip de Britsche
blokkade doorbrak en
koopwaren uit Amerika
aanvoerde, dwars door de
patrouilleerende eskaders
heen. In de buurt van
Florida, waar vele rijke
menschen in een gezegend
klimaat de geneugten des
levens genieten, is eenige
jaren een kleine duikboot
geëxploiteerd» voorzien
van dikke glazen vensters in de zijwanden en
in den bodem, waardoor men het wonderlijke
leven op den zeebodem kon bekijken, in een ge-
makkelijken leuningstoel gezeten.
En in deze richting is nog zeer veel op „toe
ristisch" gebied te doen. De moderne verkeers
middelen stellen ons in staat om als vlaklan-
ders op gemakkelijke conditiën ook eens door
de bergen te zwerven. Om als Noorderlingen ook
eens het subtropische klimaat in Zuid-Europa
en Noord-Afrika te genieten, om eens te droo-
men tuschen de besneeuwde bergtoppen die
zich in de peilloos diepe fjorden spiegelen.
De wereld ligt open voor het toerisme. Maar
wat is deze wereld? Zij wordt kleiner en klei
ner, bij de perfectionneering der verkeersmid
delen. De vaste landen waarop de menschheid
zich pleegt te bewegen omvatten nauwelijks één
vijfde deel van de aardoppervlakte. Al het an
dere wprdt in beslag genomen door de oceanen.
En daar onder den zeespiegel strekt zich 'n we
reld op zich zeiven uit, waarvan wij eigenlijk
nog maar bedroevend weinig weten. Diepe da
len zijn er, meer dan tienduizend meter onder
het oppervlak. Hooge bergen, vulcanen, vlakten,
geheele bosschen zijn er, onderzee-oerwouden,
bevolkt met grillige gewassen en zonderlinge
diepzee-schepselen, die men nog nimmer aan
het oppervlak zag. Duizenden wezens leven daar,
waarvan men hier boven nog geen vermoeden
heeft.
Verschillende schrijvers hebben er over ge
fantaseerd, Jules Verne, laat ons met kapitein
Nemo uitstapjes maken in dat rijk der wonde
ren. Maar het bleef alles gissing.
Dit schier eindelooze veld van onderzoek ligt
nog braak voor den ontdekker, voor den we
tenschapsman en eindelijk ookvoor den
toerist.
Alleen de techniek was tot nog toe niet ver
genoeg gevorderd, om aan het verlangen te
voldoen, dat bü de wetenschappelijke onderzoe
kers al zoo lang leeft. Dat komt omdat het leven
onder water zoo geheel andere physiologische
voorwaarden stelt. In de eerste plaats de enor
me druk van de middenstof, het water, in de
tweede plaats de opname van levenslucht, zoo
als wij landrotten die nu eenmaal noodig heb
ben, in de derde plaats het gebrek aan helder
licht in dit sprookjesrijk der groene en rose
schemering, waar de diepzeevisschen hun eigen
lantaarntje dragen.
Wanneer een duikboot onder water in het
ongereede geraakte, dan waren deze factoren
dan ook de grootste vijanden der bemanning,
die veelal gedoemd was om te komen in haar
stalen graf. Het was dus een primaire eisch
van veiligheid, een middel te ontdekken, waar
mede een bemanning uit een gezonken duikboot
kan ontsnappen en weer aan de oppervlakte
van het water kan komen.
Ook deze reddingsmiddelen zijn gedurende
de laatste decenniën sterk verbeterd en al zijn
ze nog wel niet volmaakt, ze kunnen de verge
lijking b.v. met de parachute van den vlieger
veilig doorstaan.
In al onze duikbooten zijn tegenwoordig vei
ligheids-gordels aanwezig, gecombineerd met 'n
ademhalingsinstrument, waarmede de mannen,
door den duiktoren, dat is de hooge ingangs
koker boven op het gladde lichaam van den
stalen visch, een voor een kunnen ontsnappen
en naar boven stijgen. De Hamburgsche „Dra-
ger-Werke" die deze apparaten vervaardigen,
noemden ze „Gegenlunge", d.w.z. een onderwa
ter-long die men buiten tegen het lichaam aan
hangt. Het is een reddingsgordel, die aan de
voorzijde een zakvormige verdieping heeft,
waarin een zuurstof-cylinder is geplaatst om
de noodige levenslucht te geven en waarin 'n
kali-patroon is bevestigd, die de verbruikte uit-
ademingslucht absorbeert. Het geheele geval
hangt naast de slaapkooi van den man en kan
in no time om den hals geworpen worden. Het
wordt met een riem onder het kruis door vast-
gegespt tegen het opdrijven. Het ademhalen
gaat door dit apparaat zeer licht. Alleen bü
het uitademen moet men wat meer energie ge
bruiken, om de uitademingslucht door de kali
patroon te blazen.
Wanneer een duikboot nu b.v. na een aan
varing, of na het ontvangen van een „treffer"
tot zinken gebracht is, zoodanig dat zü °P eigen
middelen niet meer aan de oppervlakte kan
terugkeeren, dan is de bemanning nog lang
niet verloren. Allereerst wordt een kabelboel
losgelaten, die tot dat doel, gemakkelijk los
baar in de buitenhuid is opgeborgen en dan
stappen de mannen een voor een in den smal-
len duiktoren, die onder hun voeten telkens
gesloten wordt. Draaien de buitendeksel op, la
ten het zeewater dus in dien toren stroomen en
stijgen langs het touw van den kabelboei, zoo
dra de druk buiten en binnen den toren gelyk
is, naar boven. Is de man vertrokken, dan sluit
men eerst weer het buitendeksel, opent daarna
het benedendeksel van den toren de water
inhoud stroomt dus in de boot, maar is zoo ge
ring, dat hü niet hindert en nummer twee
volgt, enz.
De mannen hebben dus geen duikerpak aan,
zü zün dus blootgesteld aan den waterdruk op
die diepte. Er rijzen dus verschillende physio
logische vraagteekens.Is dit wel mogelijk? Ja.
het is mogelük, wü hebben het zelf ervaren bü
een experiment, dat ons door den commandant
van dè onderzee-kazerne te Nieuwediep wel
willend werd toegestaan, zelf te nemen. Hier
over in een volgend artikel.
DR. W. H. VAN OVERAL.
schuldigde bedrag door een keizerlüken zend
bode naar Djiboeti laten brengen. Langen tijd
vernam de Griek niets meer van zijn schulde
naar, totdat hü hem op zekeren dag langs de
haven zag staan, waar hij zün bagage op de
boot liet brengen. De Griek stuurde de politie
op den man af, die tot de ontdekking kwam,
dat de schuldenaar zich als een Bulgaarsch
koopman ontpopte
Het is in het land van den Negus ook niet
moeihjk, om van beroep te veranderen. Zoo
reisde een Hongaarsche arts met den trein naar
Addis Abeba in gezelschap van een buitenland-
sche missie, die om technische adviezen te
geven naar 't hof van den Negus was ontboden.
De leden gingen zeer trotsch op hun militairen
titel en rang. Eén der heeren, die voor de af
reis door den Abessynischen consul met luite
nant was aangesproken, bevorderde zich zelf
onderweg tot kapitein.
Na drie dagen reizen werd de hoofdstad be
reikt en verloor de arts zün reisgezellen uit
het oog. Enkele dagen later vond hü hen ech
ter weer terug in een ziekenhuis, waar zü den
„militairen stand" verlaten hadden, en als lei
ders van de pharmaceutische afdeeling op
traden.
De geest die er in Addis Abeba nog heerscht,
dwingt de menschen overigens tot veelzüdig-
heid.
In een korte spanne tüds kan een vreemde
ling, die zün geluk wil beproeven, aan het hof
van den Negus een aardig baantje krijgen. Ver
der, al moge het ook vreemd klinken, staat
voor hem de gelegenheid open om geoloog of
metselaar, piloot of muzikant, arts of foto
graaf te worden en het valt daarom ook niet
te verwonderen, dat Addis Abeba het Mekka
der avonturiers is.
In werkelijkheid echter bereiken slechts wei
nigen het geluk, dat zü zich gedroomd hebben.
Al treden zü nog zoo moedig en vastberaden
op. Addis Abeba heeft een onfeilbaar systeem,
om iedere poging te doen mislukken.
De regeering doet allerlei klinkende beloften,
bevestigt zooveel mogelijk alles en nog wat op
gezegeld papier. Komt het er echter op aan, dan
ontkent en loochent zü alles. De ontgoochelde
wordt door dergelüke handelingen verbitterd,
ontevreden en maakt zijn meening onomwon
den kenbaar. Dat is het einde van het liedje,
want enkele uren later wordt hü door enkele
zwaargewapende agenten over de grens ge
transporteerd. En komen zü in Djiboeti terug,
dan zijn hun opvattingen omtrent den Negus
en zün land geheel anders, dan toen zij heen
gingen. Veel zeggen zij echter niet, .de ont
goocheling was te groot.
Het station van Djiboeti is ook de plaats»
waar de meest geloofwaardige en ongeloofwaar
dige krügsberichten worden verteld. De koeriers
van dergelijke nieuwstijdingen zijn van die
twüfelachtige nationaliteit, waarover wü boven
reeds spraken en dezen nemen het dan ook met
de waarheid van deze berichten niet zoo heel
nauw. De toevallige verspreiders van dergelüke
oorlogsberichten blüven meestal ongestraft,
maar de personen, die bü hun beroep met de
waarheid en eerhjkheid rekening houden, wor
den bü hun werk bemoeilükt.
Zoo was in Addis Abeba een fotograaf werk
zaam voor een groote Amerikaansche film-
maatschappü. De man moest voor een oorlogs
reportage zorgdragen; maar ofwel liet hü zich
liever niet aan het front zien, ofwel hij was
liever lui dan moe: de oorlogstafereelen werden
te Addis Abeba gespeeld. Een aantal inboor
lingen waren gaarne bereid, voor de film op
te treden en zoo werden legerkampen, afschu-
welüke gevechten en wilde moordpartijen ge
filmd; de bioscoop in New York was bij iedere
vertooning stampvol. Ook vertoonde de cineast
zijn rolprenten voor inlanders, maar tenslotte
werd zün openlurilt-bioscoopje te populair: de
fotograaf rook lont en verdween juist op tüd
uit Abessynië's hoofdstad.... De agenten van
den Negus zochten hem.
Enkele weken geleden werd Addis Abeba in
rep en roer gebracht, omdat volgens een ont
vangen radiobericht de Italianen een bomaan
val op de hoofdstad zouden plegen. Ofschoon
dit telegram geenszins een officieel karakter
droeg, ontstond er een geweldige paniek. De
Amerikaansche filmoperateurs hadden druk
werk, om deze scènes op de gevoelige plaat vast
te leggen..1.. Al deze operateurs zün echter
reeds lang gerepatrieerd!
Onder de vele personen die omtrent hun er
varingen in Abessynië imj vele geschiedenissen
wisten te vertellen, trof ik er ook verschillen
den, die met de toestanden in het rük van den
Negus goed op de hoogte waren. Een koopman
kenmerkte de positie van den Negus ten over
staan van zün onderdanen als volgt:
In hem zien de Abessyniërs noch een aan
voerder, noch een soldaat, maar algemeen be
wondert men zün handigheid, omdat hü overal
voordeel uit weet te trekken.
Bü de hervorming van Abessynië beschouwt
hij iedere staatsaangelegenheld als 'n persoon-
lüke aangelegenheid. Verschillende malen
heeft de Negus zich een uitstekend zakenman
getoond en er gaan geruchten, dat wanneer
Engeland eens aan Ethiopië om een vergoeding
zou vragen wegens bewezen diensten, men zich
nog niet behoeft te verwonderen als de Negus
zijn hand op z'n zak houdt!
geconstateerd, dat in één gemeente (Rolde)
het maximum van 100 pCt. reeds bereikt werd,
terwijl er eveneens een paar gemeenten op te
mer!:;n vielen, waar het zooveel voedzamer en
smakelijker melkbrood nog slechts het schame
le aandeel van 6 of 7 pCt. inneemt. Een ge
middelde neiging scheen voorloopig om 40 pCt.
te schommelen. Niettemin bleek het percen
tage melkbrood in vele gemeenten ook bü nog
onvolledige gegeven reeds de helft van den to
talen omzet te overschrüden.
Er blükt d'is nog een ruime marge aanwezig
t zijn voor verdere uitbreiding van het melk-
broodgebruik, hetwelk ingevolge de schaarschte
tüdens de oorlogsjaren plotseling was ingezakt,
om daarna nooit meer te herleven. Niettemin
was vóór den oorlog juist het melkbrood alge
meen in zwang.
Indien ons volk wederom tot deze goede oude
gewoonte kon terugkeeren, zou jaarhjks een
hoeveelheid van 200 millioen K.G. melk uit de
markt genomen worden, tot groote verlichting
van de openbare uitgaven.
Een gezonder en smakelüker middel om den
Staat te steunen moet nog gevonden worden!
De bekende astrologe, Anna Maritza, heeft
een dezer dagen de toekomst voorspeld van
den jongen vorst, Edward VIII en beweert, dat
Edward nog dit jaar in het huwelijk zal tre
den. De gebeurtenis is, volgens den sterren
stand, in October as. te verwachten. De keuze
zal, altijd volgens de sterren, op een Engelsche
vallen. Mis Maritza kan echter niet zeggen of
de vrouw een hooggeplaatste persoonlijkheid is,
dai. wel een uit den niet-adelhjken stand. De
koningin in spé zal zeer gelukkig worden. De
koning zal spoedig een troonopvolger hebben.
Miss Maritza spreekt de bewering tegen, als
zou de koning spoedig na zijn troonsbestüging
een vliegtuig-ongeval krijgen.
Toen Koning Edward VIII nog Prins van
Wales was, moest hü steeds deelnemen aan
talrüke banketten. Op het laatste jaarlüksche
diner van de Koninklüke Vereeniging van
Tuinders en Kweekers in Engeland, aan welk
diner ook de Prins van Wales aanzat, hield de
hooge gast een korten toast, waarin hü o.a.
zeide: „Ik moet u eerlük bekennen, dat ik, al
ben ik voorzitter van uw eerecomité, werke
lijk zeer weinig verstand had van bloemen- en
plantensoorten. Toch weet ik haar wel te be
wonderen. Voor het overige moet u mün on
wetendheid niet al te tragisch opnemen. Ik ben
b.v. admiraal van de Britsche vloot, doch ik
neem aan, dat geen enkele kapitein met ver-
antwoordelükheidsgevoel mü bet commando van
zün schip zou willen toevertrouwen!"
Een leermeester van Koning Edward VTTI
vertelt de volgende kleine anecdote betreffende
den vorst. Als zevenjarige knaap zeide de kleine
prins den leeraar eens.«i„Als ik eenmaal koning
ben, dan maak ik het allereerste drie wetten:
Niemand mag een kleinen hond den staart af-
snüden. Niemand mag visch vangen met een
scherpen haak aan den hengel en niemand mag
een paard tot loopen aanmanen door de sterpe
sporen in de flanken te drukken!"
Hieruit kan men opmaken, dat de jonge ko
ning al vroeg een even groot dierenliefhebber
was als rechtgeaard Engelschman.
Toen Koning Edward nog Prins van Wales
was, dineerde hü op een zeer kouden winterdag
eens in 'n voornaam Londensch restaurant. Toen
hü het restaurant wilde verlaten, bemerkte hü
tot zün verwondering, dat zijn in de garderobe
afgegeven pels was verdwenen.
De politie werd onmiddellijk van den diefstal
in kennis gesteld en direct begon een leger, van
detectives een onderzoek in de duistere zaak.
Dit onderzoek duurde niet lang, daar de dief
'■rij spoedig werd gevonden. De dief bleek te
zün een rük Amerikaan, die in dezelfde eet
zaal als de Prins had gedineerd.
Op een vraag van den vorst, hoe de man, die
zelf een goed gevulde beurs bezat, het in het
hoofd haalde zün pels mede te nemen, ant
woordde de Amerikaan stamelend:: „Ik bid u
om excuus, Hoogheid. Ik ben een Amerikaan
en wilde slechts een aandenken aan den Prins
van Wales!" De prins lachte en antwoordde'.
..Maar dan had u toch minstens, bü zulk een
koude, uw eigen jas kunnen laten hangen voor
mü!"
Een belangwekkende enquête is dezer dagen
gehouden onder de bakkers in Drente, ter zake
van het percentage melkbrood, hetwelk zij
gaandeweg in hun omzet zijn gaan verwerken
als gevolg van de in die richting gevoerde pro
paganda.
Over 34 gemeenten konden van twaalf vol
ledige gegevens verkrügën worden, terwül ook
de cü'fers der overige duiuelijke taal spreken.
Hierbü moest het merkwaardige feit worden
Eens, langen tüd geleden, was het voor Lon
den onnoodig zün oesters in den vreemde te be
stellen. Want ter plaatse, waar zich thans de
Londensche City bevindt, waren groote oester-
banken, welker producten grooter en misschien
smakelijker waren dan die van onze Zeeuw-
sche oesterbanken. Helaas, nauwkeurige gege
vens staan ons niet ter beschikking, daar de
lekkerrdjen, waarop Londen gebouwd is, eenige
millioenen jaren geleden geleefd hebben. Bü
eenige recente bouwwerken in de City heeft
men namelük versteende overblüfselen van
oesters gevonden, waaruit men bovenvermelde
gevolgtrekkingen gemaakt heeft.